VAN OERWOUD TOT KIPPENBOUT Effecten van sojateelt voor veevoer op mens en natuur in het Amazonegebied – een ketenstudie
4 november 2005 Jan Willem van Gelder Profundo
In opdracht van
Jan Maarten Dros AIDEnvironment
VAN OERWOUD TOT KIPPENBOUT Effecten van sojateelt voor veevoer op mens en natuur in het Amazonegebied – een ketenstudie
Een onderzoeksrapport voor de Nederlandse Sojacoalitie in opdracht van Milieudefensie en Cordaid
Jan Willem van Gelder
Jan Maarten Dros
Profundo
AIDEnvironment
Van Duurenlaan 9 1901 KX Castricum Telefoon: 0251-658 385 Fax: 0251-658 386 E-mail:
[email protected] Website: www.profundo.nl
Donker Curtiusstraat 7-523 1051 JL Amsterdam Telefoon: 020-58 18 250 Fax: 020-68 66 251 Email:
[email protected] Website: www.aidenvironment.org
Omslag: Een bulkschip laadt soja bij de Cargill terminal in Santarem, Brazilië. © Frente de Defesa da Amazônia.
Inhoudsopgave Samenvatting .............................................................................................................ii Inleiding......................................................................................................................1 Hoofdstuk 1
Cases................................................................................................3
1.1
Inleiding...................................................................................................... 3
1.2
Urucuí, Piauí............................................................................................... 4
1.2.1
Ecologie....................................................................................................... 4
1.2.2
Soja in Piauí ................................................................................................ 5
1.2.3
Milieuschade................................................................................................ 6
1.2.4
Sociaal-economische gevolgen................................................................... 9
1.3
Pará........................................................................................................... 11
1.3.1
Ecologie..................................................................................................... 11
1.3.2
Soja in Pará ............................................................................................... 11
1.3.3
Milieuschade.............................................................................................. 12
1.3.4
Sociaal-economische gevolgen................................................................. 15
1.4
Mato Grosso............................................................................................. 17
1.5
Maranhão en Tocantins .......................................................................... 18
1.5.1
Milieuschade.............................................................................................. 18
1.5.2
Sociaal-economische effecten................................................................... 19
Hoofdstuk 2
Handelsketen .................................................................................21
2.1
Overzicht .................................................................................................. 21
2.2
Handelaars, crushers en overslagbedrijven ......................................... 22
2.3
Zeetransport en importeurs.................................................................... 23
2.3.1
Overzicht van sojatransporten uit Itaquí en Santarem .............................. 23
2.3.2
Cargill ........................................................................................................ 23
2.4
Veevoederfabrikanten ............................................................................. 24
2.5
Veehouders, slachterijen en supermarkten .......................................... 27
2.5.1
Integraties.................................................................................................. 27
2.5.2
Varkensslachterijen ................................................................................... 28
2.5.3
Kippenslachterijen ..................................................................................... 29
Bijlagen Noten
Herkomstgebieden van Amazone-soja in Noord-Brazilië. Linksboven een overzichtskaart van de belangrijkste ecosystemen in Brazilië. De uitbreiding van de sojaproductie concentreert zich in de Cerrado en Amazone-ecosystemen. © Google Earth en MMA.
-i-
Samenvatting Doel van dit rapport is om informatie te verschaffen over Nederlandse bedrijven die betrokken zijn bij misstanden in de Braziliaanse sojaproductie, door de import en verwerking van Braziliaanse soja in Nederland. In samenwerking met de Braziliaanse organisaties Frente de Defesa de Amazônia (Santarem, Pará), Caritas / Comissão Pastoral de Terra (Belém, Pará) en Funáguas (Teresina, Piauí) is onderzoek gedaan naar de sociale- en milieuimpacts van sojaproductie, verwerking en handel in de omgeving van Santarem en Urucuí, twee ‘groeikernen’ in de Braziliaanse sojaproductiesector. Daarnaast is gebruik gemaakt van enkele recente rapporten over de relaties tussen soja en slavernij, illegale landonteigening en ontbossing. Op basis van dit onderzoek is vastgesteld dat op een groot aantal sojaproducerende bedrijven in het Amazone-gebied en de aangrenzende Cerrado-savnnes sprake is van het kappen van tropische bossen, slavernij, gewelddadige onteigening van grond, vervuiling en overtreding van milieuwetgeving. De soja van de bedrijven waar misstanden zijn geconstateerd is door de lokale partners getraceerd naar lokale opslag- en verwerkingsfaciliteiten van de firma’s Bunge (soja-verwerkingsfabriek in Urucuí, Piauí, op- en overslagfaciliteit in Itaquí, Maranhão), Cargill (op- en overslagfaciliteit in Santarem, Pará en Itaquí, Maranhão). Nederland is de belangrijkste bestemming van de sojaschepen die vanuit deze havens vertrekken. Op tenminste 100 sojabedrijven is de afgelopen jaren slavernij geconstateerd door de Braziliaanse arbeidsinspectie. Uit het rapport van de Braziliaanse Speciale Gezant voor de Mensenrechten blijkt dat ‘slavernijsoja’ uit Mato Grosso via de Grupo A. Maggi, ADM en Coinbra (een dochtermaatschappij van Louis Dreyfus) naar Nederland is geëxporteerd. ISA toont in het rapport Mato Grosso: Amazônia (i)legal aan dat in de periode 2000-2003 minstens 31% van de ontbossing op geregistreerde landbouw- en veeteeltbedrijven illegaal was. Ook de soja afkomstig van deze illegaal ontboste percelen in Mato Grosso komt via Cargill, Bunge, AMaggi, Coinbra en ADM naar Nederland. In twee belangrijke exporthavens in het noorden van Brazilië is door de Braziliaanse organisaties Frente de Defesa de Amazônia (FDA) en Funáguas van maart tot en met oktober 2005 geobserveerd welke schepen met sojabonen of sojameel vertrokken. Uit de haven van Itaquí (Maranhão) bleken in die periode twee ladingen sojabonen naar Nederland te vertrekken en uit de haven van Santarem (Pará) zes ladingen sojabonen. De totale omvang van deze zes ladingen bedroeg ongeveer 300.000 ton sojabonen, ongeveer 7% van de jaarlijkse Nederlandse sojabonen-import. Al deze ladingen waren bestemd voor soja-importeur en verwerker Cargill in Amsterdam. Cargill verwerkt (crusht) deze sojabonen, wat sojahullen, sojameel en sojaolie oplevert. Het overgrote deel van het ruwe sojameel wordt geleverd aan de veevoederindustrie. Daarnaast levert Cargill ook sojahullen en een deel van de ruwe sojaolie aan de veevoederindustrie, evenals een aantal verder verwerkte sojameelproducten. Uit telefonische interviews gehouden in opdracht van de Nederlandse sojacoalitie bleken de volgende grote Nederlandse veevoederbedrijven belangrijke afnemers van sojagrondstoffen van Cargill te zijn: Coöperatie ABCTA u.a. Coöperatie Agrifirm u.a. De Heus Brokking Koudijs B.V. Hendrix UTD B.V. (Nutreco) Provimi De eerste vier bedrijven horen bij de top-zes van Nederlandse diervoederproducenten, die samen 60% van de markt vertegenwoordigen. Provimi is de belangrijkste Nederlandse producent van pre-mixen. -ii-
Deze veevoederproducenten leveren veevoeder, waarin sojagrondstoffen verwerkt zijn, aan veehouders, met name vleeskuiken- en varkenshouders. Op hun beurt leveren deze veehouders vleeskuikens en varkens aan slachterijen. Vaak is daarbij sprake van een nauwe samenwerking (een integratie) tussen veevoederproducent, veehouders en slachterij. Op basis van de gevonden informatie over deze integraties valt een aantal varkens- en kippenslachterijen aan te wijzen waar de met Braziliaanse soja gevoede varkens en vleeskuikens waarschijnlijk geslacht zijn. Dat zijn de volgende slachterijen: Vion (varkens) Esbro (kippen) Plukon Poultry (kippen) Storteboom (kippen) Van den Bor (kippen) Vion is de belangrijkste varkensslachterij in Nederland, met een marktaandeel van meer dan 80%. De vier genoemde kippenslachterijen hebben een gezamenlijk marktaandeel in Nederland van ongeveer 50%. Voor verschillende van deze slachterijen is informatie gevonden dat zij vers voorverpakt kippen- of varkensvlees leveren aan grote Nederlandse supermarktondernemingen, met name: Albert Heijn Laurus: Edah, Super De Boer en Konmar Samenvattend kan dus geconcludeerd worden dat er een grote kans bestaat dat voor de productie van het verse voorverpakte kippen- en varkensvlees dat in deze supermarkten verkocht wordt, mengvoeder gebruikt is met sojagrondstoffen gemaakt uit sojabonen afkomstig uit de onderzochte regio’s in Brazilië.
-iii-
Inleiding Doel van dit rapport is om informatie te verschaffen over Nederlandse bedrijven die betrokken zijn bij misstanden in de Braziliaanse sojaproductie, door de import en verwerking van Braziliaanse soja in Nederland. In Hoofdstuk 1 worden een aantal cases beschreven van sojaproducerende en verhandelende bedrijven in Brazilië die betrokken zijn bij misstanden als ontbossing, branden, slavernij, overtreden van regelgeving omtrent milieu-effectrapportages (MER of EIA), illegale landtransacties en onderbetaling van arbeiders. Het bieden van een uitputtend overzicht is niet mogelijk, maar wel worden een aantal goed met bewijsmateriaal gedocumenteerde cases beschreven. In samenwerking met de Braziliaanse organisaties Frente de Defesa de Amazônia(Santarem, Pará), Caritas / Comissão Pastoral de Terra (Belém, Pará) en Funáguas (Teresina, Piauí) is onderzoek gedaan naar de sociale- en milieuimpacts van sojaproductie, verwerking en handel in de omgeving van Santarem en Urucuí, twee ‘groeikernen’ in de Braziliaanse sojaproductiesector. Daarnaast is gebruik gemaakt van enkele recente rapporten over de relaties tussen soja en slavernij, illegale landonteigening en ontbossing in de deelstaten Mato Grosso, Maranhão en Tocantins. In Hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de handelsketen die Nederlandse bedrijven verbindt met deze Braziliaanse sojaproducerende en -verhandelende bedrijven. Een samenvatting van de resultaten van dit onderzoek vindt u op de eerste pagina’s van dit rapport.
Dankwoord De auteurs van dit rapport willen de medewerkers van Frente de Defesa de Amazônia, Caritas / Comissão Pastoral da Terra Belém en Funáguas bedanken voor hun waardevolle bijdragen. Dit onderzoeksrapport is gefinancierd door Milieudefensie en Cordaid, mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Zuivere Olie programma van Stichting DOEN en ondersteuning van het werk van Funáguas, FDA en Caritas / CPT Belém door Cordaid.
-1-
-2-
Hoofdstuk 1 1.1
Cases
Inleiding
In dit hoofdstuk worden een aantal cases beschreven van sojaproducerende en verhandelende bedrijven in Brazilië die betrokken zijn bij misstanden als ontbossing, branden, slavernij, overtreden van milieuwetgeving, illegale landtransacties en onderbetaling van arbeiders. Het bieden van een uitputtend overzicht is niet mogelijk, maar wel worden een aantal goed met bewijsmateriaal gedocumenteerde cases beschreven. In samenwerking met de Braziliaanse organisaties Frente de Defesa de Amazônia, Central Pastoral de Terra (Santarem, Pará) en Funáguas (Teresina, Piauí) is onderzoek gedaan naar de sociale- en milieuimpacts van sojaproductie, verwerking en handel in de omgeving van Santarem en Urucuí, twee ‘groeikernen’ in de Braziliaanse sojaproductiesector. Daarnaast is gebruik gemaakt van enkele recente rapporten over de relaties tussen soja en slavernij, illegale landonteigening en ontbossing.
2
4 5
1
3
Figuur 1.
Onderzoeksgebieden 1: Piauí 2: Santarem, Pará 3: Mato Grosso 4: Paragominas, Pará 5: Krahô, Tocantins © Google Earth
Er worden voor dit onderzoek vijf onderzoeksregio’s onderscheiden: Zuidwest-Piauí, Santarem en omstreken, Mato Grosso, Noordoost-Pará en Krahô op de grens van Maranhão en Tocantins (zie Figuur 1). In de eerste twee regio’s is veldwerk uitgevoerd door lokale partners en kunnen de vastgestelde misstanden op sojaproductiebedrijven via de lokale opslag- en verwerkingsfaciliteiten direct gekoppeld worden aan exportschepen met – in
-3-
minstens zes gevallen - bestemming Nederland. In de andere twee regio’s zijn misstanden vastgesteld zonder dat de geproduceerde soja getraceerd is naar bepaalde schepen. Wel is in sommige gevallen vastgesteld wie de koper en/of exporteur van deze soja was, en dat Nederland in een aantal gevallen de exportbestemming was. Voor elk van de regio’s wordt een overzicht gegeven van milieu- en sociale impacts. Bronnen worden in de eindnoten gegeven.
1.2
Urucuí, Piauí
1.2.1
Ecologie
Piauí ligt in Noordoost Brazilië op de overgang van de relatief vochtige Cerrado – bossavanne naar de droge Caatinga doornsteppe. De Cerrado in het westelijk deel van Piauí, het zuiden van Maranhão en het noordwesten van Bahia is een van de laatste aaneengesloten Cerrado gebieden in Brazilië en ter wereld. De Cerrado, die oorspronkelijk 23% van het Braziliaans landoppervlak bestreek, is relatief onbekend maar vormt de habitat van 50% van de vogelsoorten en van 40% van de zoogdier-, reptielen- en vissoorten van Brazilië. Van deze soorten worden er 178 aangemerkt aan bedreigd of kwetsbaar.1
Maranhão
Piauí
Figuur 2.
Cerrado (groen) en sojavelden (licht) in de omgeving van Urucuí. © Google Earth
-4-
De Cerrado is na de Amazone het grootste ecosysteem van Brazilië; het beslaat ongeveer 25% van het landoppervlak, of 2 miljoen km². Minder dan 2% van heeft een beschermde status. Volgens schattingen is nog slechts 20% in natuurlijke staat.2 In tegenstelling tot de bossen van het Amazonegebied vindt in de Cerrado geen monitoring van de ontbossing plaats en bestaat er grote onzekerheid over de mate van aantasting door landbouw en veeteelt. De Cerrado van Piauí kenmerkt zich door vlakke plateaus met diepe maar onvruchtbare bodems, doorsneden met relatief diepe valleien met stenige bodems op de hellingen. Het traditionele landgebruik kenmerkt zich door extensieve veehouderij (pecuária) in de natuurlijke Cerrado en kleinschalige landbouw (roça) rondom dorpen en gehuchten. In het natte seizoen graast het vee op de plateaus en worden in de valleien rijst, maïs en bonen geteeld, in het droge seizoen verhuist het vee naar de valleien.
Figuur 3. 1.2.2
Natuurlijke Cerrado in de omgeving van Urucuí, Piauí.
Soja in Piauí
In Zuidwest-Piauí is in het seizoen 2004/05 188.000 ha soja aangeplant. De soja wordt geplant op de vlakke plateaus (zie figuur 3). De sojaproducenten in zuidwest-Piauí verkopen hun soja grotendeels aan Bunge, die een sojacrusher met een capaciteit van 660.000 ton per jaar heeft in Urucuí, op de grens met de Maranhão, voldoende om de soja van 300.000 hectare te verwerken. Met ingang van 2007 wordt een verdubbeling van de capaciteit naar 1,3 miljoen ton voorzien. Het is dus te verwachten dat in de directe omgeving van de crusher de sojateelt met nog zo’n 400.000 hectare uit zal breiden.
-5-
Na de crush (die 80% eiwitrijk sojaschroot en 20% soja-olie oplevert) wordt het sojaschroot over de weg naar de exporthaven in Itaquí, Maranhão getransporteerd. De olie wordt door Bunge op de binnelandse markt afgezet. CVRD (Compania de Vale do Rio Doce, een mijnbouwbedrijf dat ijzererts wint in Pará) beheert de spoor- en haveninfrastructuur in Itaquí.3 Momenteel is ongeveer 10% van de soja die via Itaquí Brazilië verlaat, afkomstig uit de onderzoeksregio Zuidwest-Piauí.4
Figuur 4. Sojacrusher van Bunge nabij Urucuí. 1.2.3
Milieuschade
Ontbossing Uitbreiding van het soja-areaal met ongeveer 150.000 hectare sinds 1999, ten koste van natuurlijke Cerrado-vegetatie. Sinds 2002 is de jaarlijkse expansie van het soja-areaal ongeveer 25.000 ha.5 De feitelijke ontbossing is waarschijnlijk hoger aangezien niet alle ontboste percelen ook daadwerkelijk ingezaaid worden; op Fazenda Italia zijn slechts 7.000 van de 19.000 ontgonnen ha beplant.6 Het grootste deel van de ontbossing die plaatsvindt is illegaal. Zo zijn in Piauí tussen januari 2000 en mei 2003 kapvergunningen verleend voor een totaaloppervlak van slechts 18,600 hectare terwijl het soja-oppervlak in dezelfde periode met minstens 55,000 hectare toenam.7 De Cerrado wordt ontbost door met een tientallen meters lange ketting tussen twee bulldozers de vegetatie om te trekken, de zogenaamde correntão (reuzenketting) methode. Hierna worden wortels en de vruchtbare toplaag van de bodem in stroken bijeengeduwd en in brand gestoken. De branden slaan regelmatig over naar de aangrenzende Cerrado (zie figuur 5). Voor het drogen en verwerken van de soja door de crusher wordt jaarlijks nog eens 7.000 ha extra ontbost; het hout dat bij correntão ontbossing vrijkomt is door de vervuiling met bodem en bladeren namelijk niet geschikt als brandhout. Bunge is in de deelstaat en door de federale rechter veroordeeld voor het gebruik van ontbossingshout in de crusher zonder te zoeken naar milieuvriendelijker alternatieven. Na de federale veroordeling heeft Bunge echter een schikking weten te treffen waarin zij voor zes jaar een ontheffing krijgt om inheems brandhout te mogen blijven gebruiken. Bij het opstellen van de schikking was naast de rechter, het openbaar ministerie en Bunge ook de gouverneur van Piauí betrokken. Het dreigement van Bunge om de crusher te sluiten en zich terug te trekken uit Piauí heeft waarschijnlijk meegespeeld in de totstandkoming van de schikking. Het bezwaar dat Funáguas heeft aangetekend tegen de schikking is momenteel in behandeling.8
-6-
Figuur 5. Branden in de Cerrado van Piauí (bruine vlakken). De witte en lichtgroene vlakken zijn sojavelden. © Google Earth
Klimaatverandering De ontbossing van de Cerrado-plateaus en de daaropvolgende aanplant van soja leidt tot een bijna verviervoudiging van de verdamping (evapotranspiratie) van ruim 2 mm per dag naar 8,4 mm per dag. Hiermee vermindert de infiltratie, wat uiteindelijk leidt tot verlaging van het grondwaterpeil en het opdrogen van waterbronnen.9 De kale grond warmt sneller op en droogt eerder uit, wat ernstige gevolgen heeft voor het locale klimaat, - lagere luchtvochtigheid en hogere temperaturen – op termijn mogelijk resulterend in minder regenval.10 Het klimaat in Piauí lijkt te droog te zijn voor regenafhankelijke sojateelt; de oogsten van 2002 en 2005 mislukten door gebrek aan neerslag. Toekomstige irrigatie, zoals nu in buurstaat Maranhão plaatsvindt, zal de grondwaterstanden en daarmee de beschikbaarheid van water in de valleien verder doen dalen. Erosie De combinatie van ontbossing en opwarming van de bodem leidt tot een verminderde waterinfiltratie capaciteit van de bodem van de Cerrado. Dit fenomeen wordt nog verergerd doordat verzuimd wordt milieu-sparende landbewerkingstechnieken toe te passen, zoals contourploegen of zero-tillage. De totale ontbossing van aaneengesloten percelen tot 10.000 hectare maakt de bodem extreem kwetsbaar voor wind- en watererosie.11 Verwoestijning is een serieuze bedreiging voor deze gebieden, die een lang droog seizoen kennen.
-7-
Genetische manipulatie Vrachtdocumenten (zie annex 2) tonen aan dat minstens een deel van de in het seizoen 2004/05 deze regio geplante soja Genetisch Gemanipuleerd (herbicide tolerant) is.12 Vervuiling De grootschalige sojateelt op de onvruchtbare cerradobodems is afhankelijk van grote hoeveelheden agro-chemicaliën. Met name de onkruid- en ongediertebestrijdingsmiddelen zijn schadelijk voor het milieu. De Boerenvakbond FETAG heeft 65 vergiftigingsgevallen, waarvan 15 met dodelijke afloop, gemeld bij de lokale arbeidsinspectie. Vervuild drinkwater en gebrek aan beschermende kleding werden genoemd als oorzaken van de vergiftigingen.13 Bij het besproeien van de sojavelden met vliegtuigen worden regelmatig ook belendende natuurgebieden, landbouwpercelen en woningen ‘meegespoten’, vooral bij harde wind.14 Ook waterbronnen en rivieren raken vervuild. In 2005 is melding gemaakt van grootschalige vissterfte in de gemeenten Ribeirão Gonçalves en Urucuí. In dorpen en steden raakt de atmosfeer nog verder vervuild (stof, geluid, uitlaatgassen) door de trucks die de soja vervoeren van de plantages naar de crushing fabrieken en havens. Om de productiecapaciteit van de crusher (658.000 ton per jaar) af te voeren zijn meer dan 16.000 40-tons vrachtwagens nodig, die daarbij door de kernen van de langs de exportroute gelegen dorpen en steden rijden, vaak over onverharde wegen. Het zware transport is ook een aanslag op de kwaliteit van de wegen. In het voorjaar van 2005 besloot de burgemeester van één van de langs de route gelegen gemeenten het vrachtverkeer door het dorp te verbieden. Aangezien er geen alternatieve route bestaat, werd hiermee de soja-export uit Piauí de facto geblokkeerd.15 Ondeugdelijke milieu-effectrapportages en kapvergunningen Voordat een crushing fabriek een vergunning krijgt moet er eerst een zogenaamde milieueffectrapportage (EIA/RIMA) plaatsvinden. De EIA/RIMA van de Bunge fabriek in Piaui vertoonde ernstige gebreken. Zo is onvoldoende aandacht besteed aan de directe en indirecte effecten van de fabriek op de cerrado-vegetatie, ontbrak de RIMA (publieksdocument met belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit de EIA) en heeft er geen publieke consultatie plaatsgevonden, zoals voorgeschreven door de Nationale Milieuadviesraad, CONAMA.16 Ook de vergunningen die door de deelstaat Piauí zijn verleend voor onder andere ontbossing zijn momenteel onderwerp van onderzoek. Het onderzoek betreft onder andere een kapvergunning voor 39.000 ha landbouwontwikkeling in de Cerrado.17
-8-
1.2.4
Sociaal-economische gevolgen
Landrechtenschendingen Titels en gebruiksrechten voor land worden vaak op illegale wijze verkregen, een proces dat in Brazilië wordt aangeduid als Grilagem. Volgens onderzoek van INTERPI (landinstituut van Piauí, vergelijkbaar met het kadaster) en INCRA (Nationaal Instituut voor Landbouwhervorming) bestaan bij 80% van de landtitels vermoedens dat deze rechten op illegale of frauduleuze wijze verkregen zijn.18 Op sojaplantages is er geen werk of bestaansmogelijkheid meer voor de oorspronkelijke bewoners en landgebruikers. Deze bevolking is van extensieve veeteelt en kleinschalige akkerbouw (rijst, mais, cassave, bonen) afhankelijk voor haar levensonderhoud. Meestal hebben ze geen officiële eigendomsdocumenten, maar alleen een (wettelijk erkend) gewoonterecht op het gebruik van de grond, de zogeheten posse. De houders van een posse worden posseiros genoemd. Als een grondbezitter met een al dan niet rechtmatig verkregen titel (zie 1 hierboven) soja of een ander gewas wil planten,moeten de posseiros wettelijk worden gecompenseerd. De compensatie die de posseiro ontvangt voor het opgeven van hun rechten bedraagt in Urucuí zo’n tien euro per hectare, veel minder dan de waarde of jaarlijkse opbrengst van het land onder posse.19 Acceptatie van de (te) lage compensatie wordt vaak afgedwongen met intimidatie of door gebruik van geweld. Slavernij en arbeidsrechtenschendingen Slavernij is een groot probleem in Piauí, waar 15% van het totaal aantal gevallen van heel Brazilië werd geregistreerd. Urucuí behoort met Barros en São Raimundo Nonato tot de gemeenten waar slavernij het meest voorkomt.20 Twee soja producenten, de eigenaren van de fazendas Cosmos en Ribeirão, hebben van het Braziliaanse Ministerie van Arbeid een boete opgelegd gekregen wegens slavernijpraktijken. De arbeidskrachten op fazenda Cosmos –die soja levert aan Bungewerden ingezet om de restanten van de Cerrado-vegetatie die overblijft na mechanische ontbossing met de correntão methode te verwijderen. De arbeiders waren niet geregistreerd21 werden gedwongen dit werk zeven dagen per week, tien uur per dag te doen, zonder dat er beschermende kleding ter beschikking was. Onder de slaven waren drie minderjarigen van 15 en 16 jaar. De huisvesting bestond uit geïmproviseerde barakken met daken van plastic folie zonder zijwanden. Sanitaire voorzieningen, drinkwater en EHBO ontbraken. De door het bedrijf of een tussenpersoon aan de arbeiders ter beschikking gestelde goederen (voedsel, kleding, sterke drank en sigaretten) werden tegen woekerprijzen ingehouden op het loon, waardoor de arbeiders de facto in het krijt kwamen te staan bij de fazenda (schuldslavernij).22 De eigenaar van fazenda Ribeirão is op soortgelijke gronden beboet en beide bedrijven worden momenteel vervolgd door het openbaar ministerie.23 Ook op de fazenda Graúna, die brandhout levert aan Bunge, zijn vergelijkbare excessen gemeld.24 Werkloosheid en leegloop van het platteland De conversie van Cerrado naar soja plantages heeft een negatief effect op de werkgelegenheid: een sojaplantage van 19.000 hectare biedt werkgelegenheid aan slechts 50 werknemers (1 per 400 ha). Dit in tegenstelling tot kleinschalige landbouw in Noordoost Brazilië, waar diezelfde 400 hectare genoeg werk oplevert voor 80 mensen.25 Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer mensen wegtrekken van het platteland en zich vestigen in sloppenwijken van naburige steden. De bevolking van Urucuí steeg tussen 2001 en 2004 van 18.000 naar 23.000, een groei van 9% per jaar.26 Voor de laaggeschoolde plattelanders is er in de stad nauwelijks werk. Als gevolg van de armoede en werkloosheid zijn de prostitutie en criminaliteit in Urucuí toegenomen.27
-9-
Figuur 6. Jonge prostituees in Urucuí, Piaui. © Funáguas Gebrekkige publieke voorzieningen De deelstaatregering van Piauí heeft Bunge – om de vestiging van de crusher te faciliteren - vrijstelling gegeven van een aantal lokale belastingen: ICMS, IPTU en ISS.28 Hierdoor ontvangen de deelstaat- en gemeentelijke overheden geen of nauwelijks belastinginkomsten op basis van de economische activiteiten van Bunge. Ook over de omzet van pesticiden wordt in Piauí geen belasting geheven; deze vallen onder het nultarief voor medicijnen.29 Naar de gang van zaken rond de ontheffing van ICMS wordt momenteel onderzoek gedaan door het openbaar ministerie in Piauí. Door het uitblijven van (extra) belastinginkomsten kan de lokale overheid niet investeren in basisvoorzieningen als sanitatie en onderwijs – er is volgens de gemeentesecretaris in 2003 en 2004 in Urucuí geen meter riolering en geen klaslokaal extra aangelegd terwijl de bevolking in de sloppenwijken sterk toenam.30 Repressie van maatschappelijke groepen Individuen, maatschappelijke organisaties en media die zich kritisch opstellen tegenover de soja-industrie worden regelmatig geïntimideerd en vervolgd wegens smaad. Zo is op last van de rechter de web site van Funáguas uit de lucht gehaald.31 Een moordcomplot tegen een journalist die onderzoek deed naar de banden tussen de soja-industrie en politici werd ternauwernood verijdeld.32
-10-
1.3
Pará
1.3.1
Ecologie
Het Amazonegebied omvat 420 miljoen hectare en beslaat daarmee de helft van het totale oppervlak van Brazilië.33 Pará is één van de vijf Braziliaanse deelstaten die volledig in het Amazonegebied liggen, en strekt zich uit van het hart van de Braziliaanse Amazone tot de monding van de rivier nabij de hoofdstad Belém. Santarem, waar de vooralsnog relatief bescheiden soja-productie en handel zich concentreren, ligt in het centrale deel van het Braziliaanse Amazonegebied waar de Tapajos en Amazone-rivieren samenvloeien. In de afgelopen 50 jaar is zo’n 20% van het Braziliaanse Amazonewoud verdwenen als gevolg van houtkap, veeteelt en landbouw. Het overgrote deel daarvan vond plaats binnen een afstand van 50 km van doorgaande wegen. Traditionele vormen van landgebruik (visserij, jacht, selectieve kap van hardhout, tappen van rubber en verzamelen van niet-hout bosproducten als paranoten) werden in deze zones vervangen door groot- en kleinschalige landbouw en veeteelt. De aanstaande verharding van de 1.500 km lange weg van Cuiabá, Mato Grosso naar Santarem, Para maakt 10 miljoen hectare Amazonebos toegankelijk voor ontginning. 1.3.2
Soja in Pará
De belangrijkste sojaproductiegebieden in Pará zijn Santarem, Paragominas en Redenção. In Santarem is ook een soja-exportterminal van Cargill gevestigd, van waaruit soja uit Mato Grosso, Rondônia en Pará direct naar de Europese Unie en het verre oosten kan worden verscheept. Soja uit Paragominas wordt via Itaquí, Maranhão geëxporteerd.
Figuur 7. Sojaproductiegebieden in Pará. Bron: SIPAM in CPT 2005.
-11-
Momenteel wordt op 26.000 hectare soja geproduceerd in Santarem en Monte Alegre. Voordat de geoogste sojabonen worden verscheept worden de bonen opgeslagen in de Cargill silo’s in de haven van Santarem. Cargill slaat in Santarem ook de soja over die afkomstig is uit Mato Grosso en Rondônia en aangevoerd wordt over de Madeira- en Amazone rivieren. (Zie paragraaf 1.4 en annex 1)
Figuur 8. Sojaveld aan de rand van het regenwoud nabij Santarem, Pará. © FDA
Volgens Embrapa (de Braziliaanse landbouwonderzoeksdienst), is in de omgeving van Santarem 500.000 ha, ongeveer 1/6 van Nederland, geschikt voor grootschalige gemechaniseerde landbouw. Dit betreft gebieden (plateaus) die relatief hoog liggen ten opzichte van de rivieren, goed gedraineerd zijn, vlak en niet-stenig.34 Hiervan is reeds 200.000 hectare in handen van de grote soja- en rijst producenten, die daar momenteel 70.000 hectare van bewerken. Op korte termijn dreigt 130.000 hectare gekapt te worden, en nog eens 300.000 hectare op de langere termijn. In Santarem alleen al lopen 5.000 tot 10.000 families het risico om verdreven te worden van hun land. Wanneer dit inderdaad plaatsvindt zal dit hoogstwaarschijnlijk verdere ontbossing tot gevolg hebben omdat de verdreven families op zoek naar nieuwe landbouwgrond, vermoedelijk hun toevlucht zullen nemen tot bosland, of dit toegewezen krijgen van de overheid. De totale ontbossing als gevolg van grootschalige landbouw in de deelstaat Pará wordt geschat op 500.000 ha in de komende tien jaar, tevens wordt geschat dat zo’n 100.000 mensen ontheemd raken in dezelfde periode.35 Overigens is soja niet de enige drijvende kracht, andere commodities zoals rijst, eucalyptus (voor de productie van papierpulp en houtskool), mais en palmolie worden op steeds grotere schaal verbouwd in de Pará. 1.3.3
Milieuschade
Ontbossing Ontbossing in Pará vindt vooralsnog vooral plaats voor veeteelt, houtkap en rijstteelt, maar steeds meer weiden en rijstvelden worden omgezet in sojavelden – en dit gebeurt steeds sneller.
-12-
In de jaren ’80 van de vorige eeuw verstreken er minstens 10 jaar tussen ontbossing en introductie van gemechaniseerde landbouw. Momenteel is deze periode teruggebracht naar twee tot drie jaar. Op 20% van 31 onderzochte recente grootschalige ontginningen bleek dat mechanisatie al werd ingezet binnen één jaar na de ontbossing. Hetzelfde onderzoek toont ook aan dat de uitbreidende sojateelt in Mato Grosso de veeteelt als het ware verder het Amazonegebied in ‘duwt’; sojateelt is daardoor een belangrijke indirecte oorzaak van ontbossing.36
Figuur 9.
Rijst- soja en veeteeltpercelen (lichtgroen) en bos (donkergroen) rondom Santarem. Op de achtergrond de Transamazonica-weg met typerende visgraat-ontginning door kolonisten. © Google Earth
Het soja-areaal in Pará is de afgelopen jaren exponentieel gegroeid: in de gehele regio verdubbelde het areaal tussen 2003 en 2004 van 16.000 tot 33.000 hectare, in Santarem en Belterra groeide het areaal een van 7.000 hectare in 2003, naar 14.000 in 2004 en 23.000 in 2005. Een deel van deze expansie heeft plaatsgevonden in primair bos in natuurreservaat Moju in Pacoval, PA Moju. In Belterra, Santarem, Jabuti and Boa Esperança is secundair en gedegradeerd bos gekapt om plaats te maken voor soja plantages, of worden kleinschalige, niet gemechaniseerde bedrijven overgenomen. Doordat de kleine boeren van hun land op het plateau rond Santarem verdreven worden, zien zij zich genoodzaakt nieuw land te ontginnen in de lager gelegen gebieden voor hun kleinschalige landbouw en veehouderij. Deze ontginning gaat vaak gepaard met additionele ontbossing.
-13-
Ook worden verdreven boeren herplaatst in bos dat is aangewezen als landbouwkoloniën (zogenaamde assentamentos). In figuur 9 is de typerende visgraatstructuur van deze assentamentos te zien; de langs zijwegen van de transamazone-snelweg gevestigde boeren kappen elk jaar een klein stukje bos. Zo hebben recentelijk 140 verdreven families bos toegewezen gekregen in Corta Corda (figuur 11) en wachten nog eens 140 families op een titel.37 Een gemiddelde titel in een assentamento omvat ongeveer 100 hectare waarvan legaal 20% gekapt mag worden. In Paragominas, oostelijk Pará, is de ontbossing als gevolg van houtkap en veeteelt al verder voortgeschreden dan in Santarem. Hier worden echter de laatste restanten van het regenwoud gekapt om plaats te maken voor soja. Het ontbossingshout wordt gebruikt om houtskool van te maken.38 Net als in Piauí wordt land vaak op frauduleuze of illegale wijze verkregen. Zo werden er eind 2004 drie criminele netwerken opgerold die op illegale wijze kapvergunningen hadden verkregen voor de aanleg van 150.000 hectare sojaplantages.39 De claim van een sojaproducent op 2.500 ha in Belterra werd na protesten van de lokale boerenbond door de rechtbank van Santarem onwettig verklaard.40 In heel Pará is slechts 2% van de ontbossing geautoriseerd door middel van vergunningen.41 Erosie en sedimentatie De blootstelling van de bodem aan de zeer intensieve neerslag in de regio Santarem resulteert in erosie, vooral in de nabijheid van beken en rivieren. Het meegevoerde sediment vertroebelt de rivieren en kreken benedenstrooms.42 Genetische manipulatie In Ulianópolis werd in 2004 2.500 hectare GM-soja aangeplant.43 Vervuiling Door het overvloedig gebruik van agro-chemicaliën in de sojateelt raken bodem, lucht en water vervuild, wat – in combinatie met de effecten van erosie – de visstand negatief beïnvloedt. De grote sojaplantages spuiten herbiciden vanuit vliegtuigen. Om vergiftiging van schoolkinderen te voorkomen sluiten de scholen op de dagen dat er gespoten wordt. Vele gevallen van vergiftiging door agro-chemicaliën zijn gemeld. In Monte Alegre and Alenquer zijn overschrijdingen van pesticidenniveaus in rivierwater gemeld en de Uraim rivier is vervuild met kunstmest.44 Er is tot op heden echter nog geen systematisch onderzoek gedaan naar de effecten van deze vervuiling op mens en natuur. Verder treedt er vervuiling op door het lozen van ballastwater door sojaschepen in de haven van Santarem. Dit ballastwater bevat exotische soorten die de ecologisch kwetsbare balans van de rivier verstoren.45
Figuur 10. Sojatankers lozen ballastwater in de haven van Santarem, © FDA
-14-
1.3.4
Sociaal-economische gevolgen
Landconcentratie en landrechtenschendingen Steeds meer kleine boeren verkopen, al dan niet onder druk of gedwongen hun land aan grote soja producenten. Dit leidt enerzijds tot een leegloop van het platteland (exodo rural) en een trek naar de stad, waar de voormalige boeren vaak terecht komen in sloppenwijken zoals in Santarem. Anderzijds gaan de kleine boeren op zoek naar nieuwe landbouwgrond, wat hen vaak noodzaakt om de bossen in te trekken. Daar waar boeren door de overheid herplaatst worden in assentamentos die geschikt zijn voor gemechaniseerde (soja)teelt worden ze vaak weer onder druk gezet om hun land te verkopen aan grotere landeigenaren.
Figuur 11. Expansie van sojateelt en onteigening van kleine boeren in de regio Santarem (oranje pijlen) en geregistreerde landrechtenconflicten en illegale ontbossing (rode sterren). Bron: Caritas / CPT
-15-
De assentamentos hebben immers al een landbouwbestemming gekregen en zijn dus voor de landeigenaren makkelijker te ontginnen dan staatsbossen. In Santarem hebben tussen 2000 en 2003 bijna 600 families hun land verkocht aan plantagehouders. Sommige lokale gemeenschappen zijn met meer dan 70 % afgenomen in omvang. In Paragominas is de situatie nog extremer 85% van de bevolking van assentamento Colônia Uraim heeft haar land verkocht aan sojaboeren die recentelijk uit Zuid-Brazilië immigreerden.46 Slavernij en arbeidsrechtenschendingen Pará kent het grootste aantal geregistreerde gevallen van slavernij in Brazilië (4.227 in 2002), die vooral aan de veeteelt gerelateerd zijn.47 De eigenaren van deze ranches gebruiken echter ook slavenarbeid bij het omzetten van bos- en weidegrond in sojaplantages. In 2004 zijn bij invallen van de Braziliaanse arbeidsinspectie (MTE) een onbekend aantal slaven bevrijd die werden ingezet bij de ontginning van de sojavelden in de gemeenten Dom Eliseu en Ulianópolis. Er zijn aanwijzingen dat de arbeidswetgeving op grote schaal geschonden wordt en dat belastingen worden ontdoken.48 Aantasting bestaansbronnen lokale gemeenschappen De oprukkende sojaplantages en assentamentos voor kleine boeren in bosrijke gebieden leiden niet alleen tot ontbossing, ook vormen ze een bedreiging voor de traditionele gebruikers van het bos. De locale en inheemse gemeenschappen in de bossen van de assentamentos Gleba Nova Olinda en Gleba Pascoal zijn voor hun levensonderhoud afhankelijk van wat het bos hen biedt; wild, vis, rubber, fruit en andere bosproducten. Veel van de nieuwe plantagebedrijven in de regio Santarem verbouwen rijst vóór ze soja aanplanten, en het gestegen aanbod van rijst heeft een neerwaarts effect op de prijs. Deze prijsdaling leidt tot een aanzienlijke inkomensachteruitgang van de kleine boeren in de regio die van oudsher rijst verbouwen voor de stedelijke bevolking van Santarem.49
Figuur 12. Lokaal protest tegen de aantasting van het Amazonewoud. © FDA
-16-
1.4
Mato Grosso
Mato Grosso is de deelstaat in Brazilië met de hoogste sojaproductie en de sterkste toename van het soja-areaal, van 3 naar 5,6 miljoen hectare in de periode 2000-2005.50 Door de asfaltering van de weg naar Santarem zal de productie verder gestimuleerd worden. Net als in Piauí en Pará gaat de expansie in Mato Grosso gepaard met mensenrechtenschendingen en ontbossing. Uit het rapport van de Braziliaanse Speciale Gezant voor de Mensenrechten51 blijkt dat ‘slavernijsoja’ uit Mato Grosso via de Grupo A. Maggi, ADM en Coinbra (een dochtermaatschappij van Louis Dreyfus) naar Nederland is geëxporteerd. ISA toont in het rapport Mato Grosso: Amazônia (i)legal aan dat in de periode 2000-2003 minstens 31% van de ontbossing op geregistreerde52 landbouw- en veeteeltbedrijven illegaal was.53 Ook deze soja uit Mato Grosso komt via Cargill, Bunge, AMaggi, Coinbra en ADM naar Nederland. Zie verder 1.2.3.
-17-
1.5
Maranhão en Tocantins
In Maranhão breidde de sojateelt zich van 2000 tot 2004 uit van 180.000 ha naar 340.000 ha. Geschat wordt dat in 2005 zo’n 400.000 hectare soja verbouwd is in Maranhão. In het naastgelegen Tocantins, waar in 2000 nog geen 50.000 hectare werd aangeplant, nam het areaal toe naar 215.000 hectare in 2004. 54 Er is tot op heden weinig gestructureerd onderzoek gedaan naar de impacts van sojateelt in deze deelstaten. Een kleinschalige veldstudie uit 2004 van de Braziliaanse organisatie Centro de Trabalho Indigenista (CTI) rondom het Krahô-reservaat op de grens van Maranhão en Tocantins toont aan dat elders geconstateerde misstanden ook in deze regio spelen. Cargill en Bunge hebben silos in dit gebied en financieren de sojateelt. Minstens één van de bij deze misstanden betrokken sojaproducenten wordt rechtstreeks door Cargill gefinancierd.55 De soja van Cargill uit deze regio wordt via Itaquí naar Nederland geëxporteerd.
• Campos Lindos
Serra do Centro
Figuur 13. Inheems Reservaat (TI) Kraolândia, Tocantins. Ten oosten van het reservaat rukt de grootschalige sojateelt op. © Google Earth
1.5.1
Milieuschade
Campos Lindos, Tocantins: Ontbossing van 1.700 ha cerrado in 2003 en 1.300 ha in 2004 door Manuel Domingos de Barros. Op dit areaal is eind 2004 soja aangeplant met financiering van Cargill. Sinds de ontginning treedt langs twee beken (Ribeirão Barro Duro en do Chapéu) ernstige erosie op. Ribeirão Angico, waar deze twee beken op uitkomen, is vervuild met agro-chemicaliën. Ook in Serra do Centro zijn erosie en watervervuiling geconstateerd. Twee sterfgevallen in Serra do Centro (de veertigjarige Inacio Brandão Lopes en een baby van één) worden geweten aan vergiftigingen als gevolg van overmatige 56 pesticidentoepassing door sproeivliegtuigen.
-18-
Figuur 14. Sojavelden en silos nabij Campos Lindos, Tocantins © CTI 1.5.2
Sociaal-economische effecten
Illegale acquisitie (grilagem) van 4.500 ha land in Sussuarana, op basis van valse documenten die eind 2003 door Itertins (Kadaster van Tocantins) ongeldig werden verklaard. 22 van de 40 op het terrein wonende families werden onder druk en tegen zeer lage vergoedingen gedwongen het land te verlaten. De resterende 18 families leven op percelen van 60 tot 70 hectare, ingeklemd tussen de sojavelden en de (verontreinigde) rivier. In Serra do Centro werden de grootgrondbezitters in 1997 door de overheid uitgekocht om plaats te bieden aan 127 boerenfamilies die daar al 70 jaar leefden, maar is ondanks toezeggingen voor landhervormingen het overgrote deel van het gebied in gebruik voor grootschalige sojateelt. Het grootste deel van de cerradobewoners in deze twee dorpen is noodgedwongen naar sloppenwijken van het nabijgelegen stadje Campos Lindos getrokken, waar geen werk is.57
Figuur 15. Cargill silos in Campos Lindos © CTI
-19-
-20-
Hoofdstuk 2 2.1
Handelsketen
Overzicht
De handelsketen vanaf de sojaproducenten in Brazilië naar de eindverbruikers in Nederland telt vele schakels en is tamelijk complex. Een vereenvoudigd schema van deze handelsketen wordt weergegeven in Figuur 16.
Sojaproducent Handelaar
Crusher
Havenoverslag Zeetransport Havenoverslag Importeur
Crusher
Veevoederproducent
Kippenhouder
Eierpakker
Kippenslachterij
Varkenshouder
Melkveehouder
Varkensslachterij
Melkfabriek
Voedingsmiddelenproducent Supermarkt
Figuur 16. Handelsketen van sojaproducent tot supermarkt Zoals figuur 16 laat zien, koopt een handelaar de soja van de Braziliaanse producent. Deze handelaar laat de soja in Brazilië crushen (waarna sojameel en sojaolie afzonderlijk verder verhandeld worden) of hij exporteert de gehele sojabonen. Het sojameel (ook wel sojaschroot genoemd) en een deel van de sojabonen die naar Nederland getransporteerd worden, worden vanaf de importhaven door de importeur direct verder verkocht aan een veevoederproducent. De meeste sojabonen laat de importeur eerst crushen, waarna sojameel en sojaolie afzonderlijk verder verhandeld worden.
-21-
Het grootste deel van het sojameel dat op de Nederlandse markt komt (door rechtstreekse import of door het crushen van geïmporteerde sojabonen) wordt verder verwerkt tot verschillende soorten veevoeder door Nederlandse veevoederfabrikanten. Dit veevoeder vindt zijn weg naar Nederlandse veehouders: houders van leg- en vleeskippen, varkens en in toenemende mate melkvee. De producten van deze veehouders worden verkocht aan slachterijen (kippen- en varkensvlees), eierpakkers en melkfabrieken. Deze bedrijven leveren consumentenproducten aan de supermarkten, zoals verpakte eieren, verpakt vlees, melk en zuivel, maar ze leveren ook halffabrikaten aan voedingsmiddelenproducenten. Deze producenten verwerken deze halffabrikaten onder meer in worst, vleeswaren, kant-en-klaarmaaltijden, soepen, sauzen, banket, et cetera. In de volgende paragrafen zullen we samenvatten welke concrete gegevens gevonden zijn ten aanzien van de handelsketen voor de soja afkomstig uit de gebieden die in Hoofdstuk 1 beschreven zijn.
2.2
Handelaars, crushers en overslagbedrijven
De volgende informatie is gevonden over handelaars, crushers en overslagbedrijven die actief zijn in de vier regio’s die in Hoofdstuk 1 beschreven zijn: Piauí: De handelaar die in deze regio actief is, is het Amerikaanse bedrijf Bunge. In Urucuí (Piauí) heeft Bunge een crusher waar de meeste sojabonen uit deze regio naartoe gaan. Het daar geproduceerde sojameel wordt getransporteerd naar de haven van Itaquí (São Luis, Maranhão). Soja die in Piauí en het aangrenzende Maranhão geproduceerd worden, worden ook niet-gecrushed via Itaquí ge-exporteerd. De overslagbedrijven in deze haven zijn in handen van de Braziliaanse mijnbouw- en staalonderneming CVRD, maar Bunge heeft hier eigen opslagfaciliteiten en gebruikt deze haven voor zijn exporten van sojameel. Santarem, Pará: De handelaar die in deze regio actief is, is het Amerikaanse bedrijf Cargill. In de haven van Santarem (Pará) heeft Cargill grote opslag- en overslagfaciliteiten, die gebruikt worden voor de export van sojabonen uit deze regio. Paragominas, Pará: Ook in deze regio lijkt het Amerikaanse bedrijf Cargill de belangrijkste handelaar. Sojabonen uit deze regio worden getransporteerd naar de haven van Itaquí (Maranhão). De overslagbedrijven in deze haven zijn in handen van de Braziliaanse mijnbouw- en staalonderneming CVRD, maar Cargill heeft hier eigen opslagfaciliteiten en gebruikt deze haven voor zijn exporten van sojabonen. Mato Grosso: In deze regio zijn veel verschillende handelaars actief: de Braziliaanse handelaar en sojaproducent Amaggi, de Amerikaanse bedrijven ADM, Bunge en Cargill, en Coinbra, een dochter van het Franse Louis Dreyfus. Amaggi transporteert de sojabonen uit Mato Grosso in noordelijke richting, naar de haven van Itacoatiara (Amazonas). Daar heeft Amaggi een crushingfabriek en opslag- en overslagfaciliteiten. Cargill exporteert ook in noordelijke richting, via de haven van Santarem (Pará) waar Cargill grote opslag- en overslagfaciliteiten heeft. De andere drie handelaars - ADM, Bunge en Coinbra - lijken de sojabonen uit Mato Grosso juist in zuidelijke richting te transporteren, naar de grote crushingfabrieken en exporthavens (Vitória, Santos, Paranaguá) in Zuidoost Brazilië.
-22-
2.3
Zeetransport en importeurs
2.3.1
Overzicht van sojatransporten uit Itaquí en Santarem
In twee belangrijke exporthavens in het noorden van Brazilië is door de Braziliaanse organisaties Frente de Defesa de Amazônia en Funáguas van maart tot en met oktober 2005 geobserveerd welke schepen met sojabonen of sojameel vertrokken. Het ging om: de haven van Itaquí (Maranhão) die door Bunge gebruikt wordt voor de export van sojameel uit Piauí, en door Cargill voor de export van sojabonen uit de regio Paragominas (Pará); de haven van Santarem (Pará), die door Cargill gebruikt wordt voor de export van sojabonen uit de regio Santarem (Pará) en uit Mato Grosso en Rondônia. Door de twee NGOs werden negen schepen geobserveerd die met sojabonen of sojameel uit Itaquí vertrokken en negen schepen die uit Santarem vertrokken. In één geval deed een schip beide havens aan. Nader onderzoek naar de bestemming van deze schepen leverde de volgende gegevens op:58
Tabel 1 Sojaschepen uit Santarem en Itaquí, maart - oktober 2005 Herkomsthaven
Santarem
Itaquí
Aantal schepen 6* 2 1 1 2* 2 1 1 1 1 1
Bestemmingshaven
Importeur
Lading
Amsterdam, Nederland Liverpool, Groot-Brittannië Gent, België Barcelona, Spanje Escombreras, Spanje Amsterdam, Nederland Las Palmas, Spanje Liverpool, Groot-Brittannië Gent, België Rijeka, Kroatië Brest, Frankrijk
Cargill
Sojabonen Sojabonen
Cargill
Sojabonen
*) Eén schip, de Nordmoritz, sloeg zowel in Santarem als in Itaquí soja in. Zodoende De totale omvang van de zeven geïdentificeerde ladingen bedroeg ongeveer 350.000 ton sojabonen, ongeveer 7% van de jaarlijkse Nederlandse sojabonen-import (4,4 miljoen ton in 2004).59 Zoals blijkt uit deze tabel werden zes sojaladingen uit Santarem en twee ladingen uit Itaquí in deze periode door Cargill in Nederland geïmporteerd, via de haven van Amsterdam. De sojabonen uit de herkomsthaven Santarem komen oorspronkelijk uit Mato Grosso, Rondônia of westelijk Pará (zie paragraaf 1.3). De sojabonen uit de herkomsthaven Itaquí komen waarschijnlijk uit de regio Paragominas, oostelijk Pará en de deelstaten Maranhão en Tocantins (zie paragrafen 1.3 en 1.5). Sojaschroot uit Piauí is naar andere Europese bestemmingen verscheept. 2.3.2
Cargill
Coenhavenweg 2 Postbus 8074 1005 AB Amsterdam Tel.: 020-5801911 Fax: 020-6820193 Website: www.cargill.nl
-23-
Cargill Inc. in Minneapolis (Minnesota, Verenigde Staten) is waarschijnlijk het grootste familiebedrijf ter wereld. Het bedrijf heeft 124.000 werknemers in 59 landen en handelt wereldwijd in een zeer groot aantal agrarische en niet-agrarische grondstoffen. Bovendien is Cargill is een belangrijke leverancier van half- en eindproducten voor de voedingsindustrie en de detailhandel. Daarnaast levert Cargill op grote schaal financiële diensten op het gebied van risicobeheersing. In het jaar 2004/2005 werd een omzet van US$ 71,1 miljard gerealiseerd, resulterend in een netto-winst van US$ 1,5 miljard.60 Cargill B.V., de Nederlandse dochteronderneming van Cargill Inc., behoort met 2.000 werknemers tot de twintig grootste bedrijven in Nederland. In Nederland houdt Cargill zich onder meer bezig met de handel in suiker, kunstmest en veevoedergrondstoffen en de productie en verwerking van sinaasappelsap, cacao, gerst (mout), glucosestroop en zetmeel (uit maïs en tarwe), kippenvlees, textured soy proteins, en geraffineerde eetbare oliën en geharde vetten. In dit kader is echter met name van belang dat het bedrijf in de Amsterdamse haven beschikt over een eigen overslagbedrijf (IGMA) en een crushingfabriek voor sojabonen met een verwerkingscapacitieit van 3.300 ton per dag. Deze crushingfabriek verwerkt voornamelijk sojabonen die door Cargill worden aangevoerd uit de Verenigde Staten, Brazilië en Argentinië. 61 Cargill B.V. realiseerde in het jaar 2003/2004 een omzet van € 3,3 miljard, resulterend in een netto-winst van € 72,3 miljoen. De crushingfabriek droeg aan deze winst overigens nauwelijks bij. Cargill meldt dat de crushing-marges in Amsterdam onder druk staan, vanwege de hevige concurrentie van Argentijnse crushers, de verslechterende euro-dollar koers, de dalende productie van veevoeder in Europa en de voortdurende discussies over GMO-soja. Met name door de toenemende groei van crushing-capaciteit in Latijns Amerika kan een herstructurering van de Europese crushing-industrie verwacht worden.62 In mei 2005 is de - veel kleinere - crushing-fabriek van Cargill in Gent (België) om die reden al voor onbepaalde tijd stil gelegd.63 In de sojacrushingfabriek van Cargill in de Amsterdamse Coenhaven worden de sojabonnen eerst ontdaan van hun hullen. Deze hullen worden verwerkt in veevoeder. De onthulde bonen worden vervolgens met behulp van het oplosmiddel hexaan gescheiden in sojameel en sojaolie. Het overgrote deel van het meel gaat naar de veevoederindustrie en ook de ruwe sojaolie wordt voor een deel verkocht als grondstof voor diervoeders. Het overige deel van de sojaolie wordt geraffineerd voor humane consumptie. 64 Een klein deel van het in de crushingfabriek geproduceerde sojameel wordt op extra hygiënische wijze op een speciale lijn verwerkt. Deze ontvette vlokken gaan naar de aangrenzende eiwitfabriek van Cargill waar allerhande specialiteiten en maatproducten worden vervaardigen, voor de voedings-, farmaceutische en veevoederindustrie. Een belangrijk product van de eitwitfabriek is de diervoedergrondstof ProvaSoy, dat wordt geproduceerd door ontvette sojavlokken fijn te malen. Een ander product, Textrafeed, wordt ook geproduceerd uit ontvette sojavlokken, met behulp van verschillende maal-, zeef-, droog- en extrusiestappen. Textrafeed is bij uitstek geschikt als voedergrondstof voor jonge dieren.65
2.4
Veevoederfabrikanten
Zoals in paragraaf 2.3 beschreven wordt het overgrote deel van het door Cargill’s crushingfabriek geproduceerde ruwe sojameel geleverd aan de veevoederindustrie. Daarnaast levert Cargill ook sojahullen en een deel van de ruwe sojaolie aan de veevoederindustrie en sommige verder verwerkte sojameelproducten, zoals ProvaSoy en Textrafeed.
-24-
Van de volgende Nederlandse veevoederfabrikanten is bekend dat zij soja-grondstoffen betrekken van Cargill:66 • Coöperatie ABCTA u.a. Kwinkweerd 12 Postbus 91 7240 AB Lochem Telefoon: 0573-288800 Fax: 0573-288899 E-mail:
[email protected] Website: www.abcta.nl ABCTA is de vijfde mengvoederproducent in Nederland. De coöperatie is in juli 2000 ontstaan door een fusie van de veevoedercoöperaties ABC en CTA. De 6.000 leden van ABCTA zijn voornamelijk actief in Gelderland, Overijssel en Brabant. De coöperatie heeft veevoederfabrieken in Almelo, Lochem, Delden, Deventer en Harreveld (ecologische varkensvoeders). 67 De geconsolideerde omzet bedroeg € 390 miljoen in 2004. De afzet bedraagt ruim 1,2 miljoen ton mengvoeders, bestaande uit varkensvoeders (50%), rundveevoeders (30%) en pluimveevoeders (15%). Daarnaast vindt een beperkte afzet plaats aan schapen-, geiten- en paardenhouders.68 • Coöperatie Agrifirm u.a. Noordeinde 31 Postbus 1033 7940 KA Meppel Telefoon: 0522-268911 Fax: 0522-268930 E-mail:
[email protected] Website: www.agrifirm.nl Agrifirm is de vierde veevoederproducent van Nederland. De coöperatie is in februari 2001 ontstaan uit een fusie van de coöperaties ACM en Cavo Latuco. Agrifirm heeft 17.000 leden, die voornamelijk actief zijn in Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Agrifirm produceert niet alleen mengvoeders maar houdt zich ook bezig met de afzet van akkerbouw- en tuinbouwproducten.69 In 2004 verkocht Agrifirm 1,37 miljoen ton mengvoeders, bestaande uit rundveevoeders (41%), pluimveevoeders (28%), varkensvoeders (22%) en andere mengvoeders (8%). Agrifirm realiseerde in 2004 een omzet van € 672 miljoen. 70 • De Heus Brokking Koudijs B.V. Rubensstraat 175 Postbus 396 6710 BJ Ede Telefoon: 0318-675500 Fax: 0318-675509 E-mail:
[email protected] Website: www.deheusbrokkingkoudijs.nl
-25-
De Heus Brokking Koudijs is de derde mengvoederfabrikant van Nederland en het grootste familiebedrijf in deze sector. Vanuit acht productielocaties worden mengvoeders geleverd voor varkens, melkvee en pluimvee.71 Voor de overname van Sondag bedroeg de mengvoederafzet 1,6 miljoen ton per jaar.72 • Hendrix UTD B.V. Veerstraat 38 Postbus 1 5830 MA Boxmeer Telefoon: 0485-589911 Fax: 0485-573924 E-mail:
[email protected] Website: www.hendrix-utd.nl Hendrix UTD is een dochterbedrijf van het Nederlandse voedings- en veevoederbedrijf Nutreco, dat 90 vestigingen heeft in 20 landen. Hendrix UTD is in 1998 ontstaan uit een fusie van Hendrix' Voeders en Mengvoeder UT-Delfia. Het is de grootste particuliere mengvoerfabrikant van Nederland met een jaarafzet van 1,8 miljoen ton. Hendrix-UTD levert rundveevoeders in heel Nederland en delen van Denemarken en Duitsland; varkensvoeders in heel Nederland en delen van Duitsland; legpluimveevoeders in heel Nederland en België en vleespluimveevoeders in heel Nederland en West-Duitsland. Hendrix UTD heeft productielocaties in Helmond, Oosterhout, Heijen, Lochem, Deventer, Zwolle en Meppel.73 Provimi B.V. Veerlaan 17-23 3072 AN Rotterdam Telefoon: 010-4239500 Fax: 010-4239500 Website: www.provimi.nl Het Nederlandse bedrijf Provimi is een van de grootste veevoederproducenten ter wereld, met meer dan 100 fabrieken in 30 landen. De wereldwijde omzet bedroeg € 1,6 miljard in 2004, resulterend in een netto-winst van € 18,7 miljoen.74 Anders dan de vijf bovengenoemde bedrijven, produceert Provimi in Nederland echter geen mengvoeder maar alleen premixen (mengsels van mineralen, vitamines en andere toevoegingen voor mengvoer), speciale voeders voor biggen en kalvermelkvervangers. Provimi levert zijn premixen aan mengvoederfabrikanten en de biggenvoeders en kalvermelkvervangers aan veehouders. Vooral in de kalvermelkvervangers worden sojaingrediënten gebruikt.75 De eerste vier bedrijven horen bij de top-zes van Nederlandse diervoederproducenten. Samen met Cehave Landbouwbelang en Rijnvallei vertegenwoordigen zij 60% van de markt.76 Provimi is de belangrijkste Nederlandse producent van pre-mixen. • Coöperatie Cehave Landbouwbelang u.a. Pater van den Elsenlaan 4 Postbus 1 5460 AA Veghel Telefoon: 0413-382255 Fax: 0413-382669 -26-
E-mail:
[email protected] Website: www.cehave.nl Cehave Landbouwbelang is de grootste mengvoederproducent in Nederland. Het is onbekend of Cehave soja koopt van Cargill. Het is gezien de omvang van zowel Cargill als Cehave en het algemene beeld in de sector (alle grote bedrijven hebben meerdere leveranciers) echter onwaarschijnlijk dat Cehave géén soja van Cargill afneemt. De coöperatie produceert mengvoeders in Nederland (Veghel, Maasbracht en Wanssum), België en Polen. In 2004 bedroeg de totale mengvoederproductie 2,31 miljoen ton. Cehave Landbouwbelang realiseerde in 2004 een omzet van € 737 miljoen en een nettowinst van € 7,9 miljoen.77 De helft van Cehave’s mengvoederproductie is bestemd voor de varkens en de rest is gelijk verdeeld over kippen en rundvee. De coöperatie verkoopt ongeveer tachtig procent van haar voer in Noord-Brabant, Limburg en Zeeland.78
2.5
Veehouders, slachterijen en supermarkten
2.5.1
Integraties
De veevoederproducenten genoemd in paragraaf 2.4 leveren hun veevoeders aan veehouderijbedrijven. In het geval van de coöperatieve mengvoederproducenten zijn dit meestal de leden van de coöperatie en is er een vrij sterke band tussen veehouders en veevoederleverancier. Ook de particuliere veevoederproducenten proberen hun klanten aan zich te binden. Onder druk van overheden, supermarkten en consumenten die meer inzicht willen in de herkomst van voedingsproducten en ook een betere controle op het productieproces, is er al jaren een proces gaande waarbij veevoederproducenten nauwer gaan samenwerken met slachterijen in zogenaamde integraties. Veehouders worden op allerlei manieren aangemoedigd of onder druk gezet om zich bij een van deze integraties aan te sluiten. De vrije veehouders, die als de tijd rijp is besluiten aan welke slachterij ze hun kippen of varkens verkopen, sterven langzamerhand uit. In toenemende mate is er sprake van vaste, herkenbare afzetketens waarin veevoederfabrikanten, veehouders en slachterijen samenwerken in de productie van kippen- en varkensvlees. De veevoederproducenten genoemd in paragraaf 2.4 zijn betrokken bij de volgende afzetketens en integraties: • Coöperatie ABCTA u.a. Varkensvlees: ABCTA heeft een nauwe band met varkensslachter Dumeco, nu onderdeel van Vion.79 ABCTA is ook gecertificeerd door de Westduitse slachterij Westfleisch, waar sommige ABCTA-leden varkens aan leveren.80 Kippenvlees: ABCTA was eigenaar van de vleeskuikenslachterij Esbro, maar in mei 2005 werd deze slachterij weer verzelfstandigd. Veel ABCTA-leden zullen echter aan deze slachterij blijven leveren.81 ABCTA is mede-eigenaar van Cebeco, het moederbedrijf van kippenslachterij Plukon Poultry. Met Agrifirm en Plukon Poultry participeert ABCTA in de integratie de KuikenaeR. 82 • Coöperatie Agrifirm u.a.
-27-
Kippenvlees: Agrifirm is mede-eigenaar van Cebeco, het moederbedrijf van kippenslachterij Plukon Poultry. Met ABCTA en Plukon Poultry participeert Agrifirm in de integratie de KuikenaeR. 83 • Coöperatie Cehave Landbouwbelang u.a. Kippenvlees: Cehave Landbouwbelang is eigenaar van de kippenslachterij Astenhof. In de Cehave Landbouwbelang Vleespluimvee Integratie werken Cehave Landbouwbelang, Astenhof, fokbedrijven en kippenhouders nauw samen. 84 Varkensvlees: Cehave Landbouwbelang heeft nog een klein belang in varkensslachterij Dumeco, nu onderdeel van Vion. Veel van de leden van Cehave Landbouwbelang leveren hun varkens aan deze slachterij. • De Heus Brokking Koudijs B.V. Kippenvlees: De Heus Brokking Koudijs heeft de “De Heus Virtuele Integrale Pluimveevleesketen” gevormd met een aantal broederijen en de slachterijen Storteboom, Van den Bor en Lintor (België).85 • Hendrix UTD B.V. Kippenvlees: Hendrix UTD had samen met vleeskuikenslachterij Pingo Poultry, tot voor kort ook een dochter van Nutreco, een integratie opgezet.86 Na de overname van Pingo Poultry door Plukon Poultry blijft deze nauwe relatie waarschijnlijk wel bestaan. Varkensvlees: De varkenshouders die hun voer betrekken van Hendrix UTD, laten hun varkens meestal slachten door Hendrix Meat Group, dat tot eind 2004 ook tot Nutreco behoorde. Inmiddels is Hendrix Meat Group onderdeel van Vion.87
2.5.2
Varkensslachterijen
Zoals blijkt uit paragraaf 2.5.2, hebben de veevoederproducenten ABCTA, Cehave Landbouwbelang en Hendrix UTD een nauwe band met varkensslachter Vion. De kans is daarom groot dat de varkens die gevoerd worden met het varkensvoeder van deze drie mengvoederproducenten, uiteindelijk door Vion geslacht worden. Dat geldt overigens ook voor Nederlandse varkens die met mengvoeder van andere producenten gevoerd worden, want Vion heeft een dominante positie in de Nederlandse varkensvleessector. Vion B.V. NCB-weg 10 Postbus 380 5680 AJ Best Telefoon: 0411-658700 Fax: 0411-683194 E-mail:
[email protected] Website: www.vionfood.com
-28-
Vion B.V. is de grootste producent van varkens- en rundvlees in Europa. Vion ontstond recentelijk uit de samenvoeging van de Nederlandse varkenslachters Dumeco en Hendrix Meat Group, de Nederlandse runderslachter Kroot Vlees en de Duitse vleesconcerns Moksel, Nordfleisch en Südfleisch. In Nederland heeft Vion circa 4.200 medewerkers op 18 locaties. De jaaromzet in Nederland bedraagt € 2,2 miljard.88 Op de Nederlandse varkensslachterijmarkt heeft Vion een aandeel van meer dan 80%. Vion B.V. is een dochter van Sovion N.V., de grootste agrarische onderneming van Nederland met circa 14.000 werknemers. Voor 2005 wordt een omzet van € 6,5 miljard verwacht, waarmee Sovion tot de top-20 van grootste Nederlandse productiebedrijven behoort. De uiteindelijke aandeelhouder van Sovion is de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) die de belangen behartigt van boeren en tuinders in NoordBrabant, Zeeland en Zuid-Gelderland. Bij de ZLTO zijn circa 19.000 leden aangesloten, met ruim 12.000 agrarische bedrijven.89 Vion levert geslacht rund- en varkensvlees aan de vleesverwerkende industrie, groothandels en slagerijketens, maar produceert ook zelf vleeswaren en levert vers verpakt vlees aan supermarkten. Vion richt zich naast haar thuismarkten Duitsland en Nederland ook op belangrijke exportlanden als Italië, het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk, Griekenland en vele andere landen binnen en buiten Europa.90 De volgende afnemers van Vion zijn bekend: Supermarktonderneming Laurus, waartoe de supermarktketens Super De Boer, Edah en Konmar behoren, neemt al zijn vers voorverpakt varkensvlees af van Vion.91 Supermarktonderneming Albert Heijn betrekt onverpakt varkensvlees, vleeswaren en voorverpakt biologisch varkens- en rundvlees van Vion. Het voorverpakte varkensvlees wordt sinds juni 2004 niet meer door Vion geleverd, maar door Hilton Meats in Zaandam, dat al langer voorverpakt rundvlees aan Albert Heijn levert. 92 Hilton Meats is een dochteronderneming van de Britse rund- en lamsvleesslachterijen Foyle Food Group en RWM Food Group.93 Aangezien Hilton Meats niet beschikt over een eigen varkensslachterij is het heel goed mogelijk dat de geslachte varkens, die in Zaandam in stukken worden gesneden en verpakt, van Vion afkomstig zijn. Slagerijketen De Groene Weg, een dochteronderneming van Vion.94 Talloze restaurants, bedrijfskantines, cateraars, zorginstellingen en andere foodservicebedrijven, waaraan Vion onder de merknaam Q-linaire vlees levert.95 Andere supermarkten en slagerijen, die vlees en vleeswaren van Vion verkopen onder diens eigen merknamen Q-Linesse en Bio+.96 2.5.3
Kippenslachterijen
In paragraaf 2.5.1 zijn een aantal kippenslachterijen genoemd, waarmee de vijf mengvoederfabrikanten samenwerken die soja van Cargill afnemen. Deze kippenslachterijen worden hieronder nader besproken: Astenhof B.V. Ommelse Bos 5, Ommel Postbus 16 NL-5720 AA Asten Telefoon: 0493-681222 Fax: 0493-695353 Website: www.astenhof.nl
-29-
Kippenslachterij Astenhof hoort bij de tien grootste kippenslachterijen in Nederland, met een slachtvolume van 425.000 kuikens per week. Tot voor kort was Astenhof een volle dochter van de mengvoedercoöperatie Cehave Landbouwbelang. In september 2005 werd Astenhof echter ingebracht in een joint-venture met het Belgische bedrijf Flandrex, waarin Cehave Landbouwbelang alleen nog een minderheidsdeelneming heeft.97 Cehave Landbouwbelang had met Astenhof een integratie opgezet, waarbij de pluimveehouders het voer van Cehave landbouwbelang betrokken en de vleeskuikens bij Astenhof lieten slachten.98 Aangenomen mag worden dat deze nauwe band voorlopig blijft bestaan. Cehave heeft echter niet bevestigd dat het soja van Cargill afneemt (zie par. 2.4). Een directe relatie met Amazonesoja van Cargill is dus niet aangetoond. Over de Nederlandse afnemers van Astenhof is het volgende bekend: Astenhof verkoopt vers en diepvries kippenvlees onder de merknamen Astenhof en Astenland. 99 Astenhof is een belangrijke leverancier van voorverpakt vers kippenvlees aan supermarkten. Op dat gebied ging Astenhof in augustus 2003 een samenwerking aan met Dumeco (nu Vion), waardoor Dumeco aan zijn klanten ook voorverpakt vers kippenvlees kon bieden.100 Esbro B.V. Rembrandtweg 4 7004 AD Doetinchem Telefoon: 0314-332741 Fax: 0314-360041 Esbro is een kleinere Nederlandse kippenslachterij, waar wekelijks 300.000 vleeskuikens worden geslacht. Tot voor kort was Esbro eigendom van ABCTA en ook na de verzelfstandiging zullen veel ABCTA-vleeskuikenhouders hun vleeskuikens door Esbro laten slachten. 101 Esbro wordt echter ook beleverd door onafhankelijke vleeskuikenhouders, die naar gelang de marktomstandigheden andere leveranciers voor hun voer en eendagskuikens kiezen.102 Plukon Poultry Holding B.V. Industrieweg 36 Postbus 10 8090 AA Wezep Telefoon: 038-3766637 Fax: 038-3763874 Website: www.friki.com Tot voor kort bezat Plukon Poultry zes productielocaties in Nederland en Duitsland waar vleeskuikens werden geslacht en verwerkt tot vers voorverpakt kippenvlees. Zusterbedrijf Plusfood verwerkt geslachte vleeskuikens en kalkoenen tot verse kip- en kalkoenproducten in drie productielocaties in Nederland, Groot-Brittannië en Roemenië.103 Door de in juni 2005 aangekondigde overname van Pingo Poultry (een dochter van Nutreco) zijn daar twee kippenslachterijen in Nederland en België en een vleesverwerkingsbedrijf bijgekomen.104 Plukon Poultry is nu duidelijk de grootste pluimveeslachter in Nederland, met een marktaandeel van 20 à 30%.105 Het totale slachtvolume in Nederland wordt geschat op 2,0 miljoen vleeskuikens per week.
-30-
Plukon Poultry en Plusfood zijn dochterondernemingen van de Nederlandse topcoöperatie Cebeco. Cebeco zelf is eigendom van negentien land- en tuinbouwcoöperaties, waaronder de veevoedercoöperaties Agrifirm en ABCTA.106 Met deze twee veevoedercoöperaties heeft Plukon Poultry een integratie opgezet, onder de naam de KuikenaeR.107 Dat betekent dat Plukon Poultry vleeskuikens afneemt van vleeskuikenhouders die veevoeder van deze twee fabrikanten hebben afgenomen. Hetzelfde geldt, na de overname van Pingo Poultry, voor vleeskuikenhouders die veevoeder van Hendrix UTD hebben afgenomen. Over de Nederlandse afnemers van Plukon Poultry en Pingo Poultry is het volgende bekend: Pingo Poultry is één van de voorkeursleveranciers van kipproducten aan supermarktketen Albert Heijn. In juni 2001 werd aangekondigd dat Pingo Poultry samen met Albert Heijn een biologische lijn pluimveevleesproducten zou gaan ontwikkelen voor het huislabel van AH.108 Plukon Poultry claimt met een marktaandeel van meer dan 30% marktleider op de Nederlandse markt voor vers voorverpakt pluimveevlees te zijn.109 In januari 2004 werd Plukon Poultry door de Nederlandse supermarkten voor het derde jaar op rij verkozen tot beste leverancier in de categorie vlees, vleeswaren, vis, salades en maaltijden. De verkiezing vond plaats in het kader van het jaarlijkse Industributieonderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam.110 Ook Plukon Poultry is een belangrijke leverancier van vers voorverpakt kippenvlees aan Albert Heijn.111 Plukon Poultry levert vers voorverpakt kippenvlees, diepvries kippenvlees en verwerkte kippenvleesproducten onder de merknaam Friki aan de detailhandel en foodservicebedrijven. 112 Storteboom Group B.V. Provincialeweg 70 9864 PG Kornhorn Telefoon: 0594-677577 Fax: 0594-677558 E-mail:
[email protected] Website: www.storteboom.nl Storteboom Group slacht vleeskuikens en verwerkt deze tot verse en diepvries kipproducten. Met acht vestigingen was het bedrijf marktleider in Nederland. In het voorjaar van 2003 ging Storteboom echter failliet als gevolg van de vogelpest-crisis. In mei 2003 maakte het bedrijf een doorstart, maar de productie ligt nu op een aanzienlijk lager niveau dan voor het faillissement. Voor het faillissement was Storteboom eigendom van de familie Storteboom (80%) en veevoedercoöperatie Agrifirm (20%). Na de doorstart werd Storteboom eigendom van directeur Fred Sterk, vleeshandelaar Klaas van den Berg en de NOM (Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland).113 De totale slachtcapaciteit van de twee overgebleven slachterijen van Storteboom is nu 1,5 miljoen kuikens per week.114 Storteboom werkt samen met De Heus Brokking Koudijs in diens virtuele vleeskuikenintegratie. Met de term virtueel bedoelt De Heus dat de veevoederproducent geen financiële binding heeft met een bepaalde slachterij. De virtuele integratie van De Heus neemt wekelijks zo'n 1,3 miljoen vleeskuikens op contract af van 250 vleeskuikenhouders en heeft daarmee een marktaandeel van 20 tot 25 procent op de Nederlandse markt. De Heus zet deze vleeskuikens grotendeels af aan de slachterijen Storteboom en Van den Bor.115
-31-
Over de afnemers van Storteboom is niet veel bekend. Storteboom levert kipproducten aan retailorganisaties, grootverbruikers, verdere verwerkers en foodservices over de gehele wereld. Een groot deel van de productie wordt geëxporteerd naar het Verenigd Koningrijk, Duitsland en Zuid-Europa, deels onder de merknaam Meister Jan.116 Van den Bor Pluimveeslachterij B.V. Amersfoortseweg 118 3864 NG Nijkerkerveen Telefoon: 033-2572524 Fax: 033-2572037 E-mail:
[email protected] Website: www.borpluimvee.com Van den Bor Pluimveeslachterij B.V. is eigendom van de familie Van den Bor. Specialiteit is de Nijkerks echte maïskip, met 50% maïs gevoerde kuikens. Per week slacht Van den Bor 350.000 à 400.000 vleeskuikens.117 Net als Storteboom werkt Van den Bor samen met mengvoederfabrikant De Heus Brokking Koudijs in diens virtuele vleeskuikenintegratie. 118 Over de afnemers van Van den Bor is weinig bekend. Van den Bor zet 70% van zijn productie af op de Nederlandse markt, 20% op de Duitse markt en ongeveer 10% in overige markten. 119 De vijf hier genoemde kippenslachterijen hebben een gezamenlijk marktaandeel in Nederland van ongeveer 50%.120
-32-
Annex 1
Social and environmental impacts in Mato Grosso
Soy from Mato Grosso is either transported overland to the prots in the Southeast of Brazil (Vitória, ES, Santos, SP, Paranaguá, PR) or by road to Porto Velho, RO and from there by barge to the ocean ports of Itacoatiara, AM or Santarem, PA. In Itacoatiara the Amaggi Group operates a soy crushing plant and port facilities. Cargill has port facilities in Santarem, Pará and silos at the CVRD terminal in Itaquí, Maranhão. Environmental impacts Deforestation Mato Grosso is the main soy producer state in Brazil. The soy planted area increased from 3 million hectares in 2001 to 5.2 million hectares in 2004. Deforestation increased from 800,000 ha in 2002 to 1 million in 2003 and 1.2 million in 2004, or half of total deforestation in the Amazon. These figures are exclusive of conversion of cerrado, which is not monitored systematically. (AIDEnvironment, INPE/IBGE from FoE Amazonia news service) Even with the most advanced deforestation monitoring system in the world, illegal deforestation has not been halted because of lack of enforcement. Especially since the inauguration of the new state government, lead by Blairo Maggi, a co-director of the Amaggi soy producer and trader group, unauthorized deforestation in monitored properties increased. At least 31% of deforestation in registered properties with established boundaries of legal reserve was illegal in the 2003/04 season. (ISA, Mato Grosso (i)legal, 2004) Mato Grosso has the highest occurrence of burning in the Brazilian Amazon; approximately 60% of fires is registered in this state (Gazeta Cuiaba press report and FoE AM news service) Social impacts Slavery Every year the Brazilian Federal Ministry of Labour releases a ‘dirty list’ (lista suja) of the top 100 agricultural enterprises fined or convicted for engaging slave labour. On the 2005 list, 10 soy and/or cotton enterprises featured on the list. Of these 10, at least two soyfarms (Vo Gercy and Tupy Barão) produced soy that was exported by the traders Amaggi, Bunge, Coinbra (subsidiary of Louis Dreyfus) and ADM to the Netherlands.121 In September 2005 35 slaves were freed on fazenda Mattana in Campos de Júlio municipality, owned by Marcos Antônio Mattana Sebbem, one of the region’s biggest soy producers. The freed labourers lived in precarious conditions with no drinking water or sanitation available, some for almost a year. The owner was fined by the Ministry of Labour and Employment and had to pay R$ 161.000 (Euro 60.000) as compensation to the workers. Land rights violations Problems with illegal land acquisition and displacement of small scale farmers are widespread in Mato Grosso. 45 cases involving 9.428 families were recorded in 2002 (CPT 2003), farm types (soy / other crops / cattle) are not specified.
-33-
-34-
Annex 2
Vrachtbrieven GG-Soja Piauí
-35-
-36-
Annex 3
Noten
1
Shepherd (2000), Silva (1995), Brandão et al. (1999), Colli et al. (2002) en Mittermenier et al. (1997) geciteerd in Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, augustus 2005.
2
White, R.P. and Vanasselt, W, Grassland in pieces, modification and conversion take a toll, Earth Trends, World Resources Institute, Washington DC, December 2000. It should be noted that there is very little quantitative data available on Cerrado conversion, and estimates vary widely: from 7% to 50% remaining. An assessment of the extent of (virgin) natural Cerrado’s and priority conservation areas is badly needed.
3
Information on vessels calling at the CVRD terminal in Itaquí can be obtained from: http://ironnotes.cvrd.com.br/portonor/pgmnavio/posicaomadeira.nsf/vWeb/MadeiraIngles.htm
4
Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, augustus 2005.
5
Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, augustus 2005.
6
Veldobservatie AIDEnvironment, 10 juli 2004, Fazenda Italia, Urucuí, Piauí.
7
Interview with Almir Bezerra Lima, IBAMA, Teresina, 6.6.2003, quoted in Bickel, U. and J.M. Dros, The impacts of soybean cultivation on Brazilian ecosystems, Three Ccase studies, WWF Forest Conversion Initiative, Zurich, oktober 2003.
8
Documentatie van deze processen is in bezit van Funáguas, Teresina; zie ook persberichten op de Rios Vivos web site: www.riosvivos.org.br, bezocht augustus 2005.
9
Mazetto, C.E., Limites e potencialidades da sustentabilidade da agricultura no cerrado, Teresina, 2005.
10
Interne studie Secretaria do Meio Ambiente e Recursos Hidricos – Piauí geciteerd in Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, Augustus 2005.
11
Malvezze, R. Grito dos Povos Contra a Destruição do Cerrado – Questão Planetária e Nacional da Água e do Cerrado. CPT, Brasília, 2004; geciteerd in Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, Augustus 2005.
12
Zie annex 2: kopie van vrachtbrieven van Bunge.
13
T. Martins, Agrotóxicos utilizados na lavoura da soja contaminam trabalhadores de dez municípios no Cerrado do Piauí, boletim informativo, Teresina, 24 oktober 2005; 180graus.com, 15 trabalhadores rurais morrem e 50 ficam intoxicados no Piauí, Teresina, 24 oktober 2005.
14
Verklaring door M. de Conceição de Souza, president, Sindicato de Trabalhadores Rurais Assentamento Sta. Teresina, in vídeo-opnamen veldbezoek Funáguas / AIDEnvironment juli 2004, Urucuí.
15
Prefeito fecha Pontão em Benedito Leite, portal accesso Piauí, 18/04/2005; web site http://www.acessepiaui.com.br/geral2.php?ref=200504, bezocht april, oktober 2005.
16
Almeida, A.F. de, Estudo de Impacto Ambiental – Bunge Piauí. Parecer. Universidade de São Paulo (ESALQ-USP); Piracicaba, september 2003; Antonio Alberto Jorge Farias Castro, CERRADO DO PIAUÍ E EIA / RIMA DA BUNGE ALIMENTOS, Jornal Diário do Povo, 14 juni 2003.
17
Antonio Alberto Jorge Farias Castro, CERRADO DO PIAUÍ E EIA / RIMA DA BUNGE ALIMENTOS, Jornal Diário do Povo, 14 juni 2003, geciteerd in Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, Augustus 2005.
18
Onderzoek van INTERPI / INCRA (kadaster Piauí resp nationale landhervormingsdienst) geciteerd in Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, Augustus 2005.
19
Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina augustus 2005 en videoverklaring van onteigende boer (anoniem, naam bekend bij AIDEnvironment en Funáguas), Sangue, Piauí, juli 2004 in presentatie ‘van sojaveld tot supermarkt’, AIDEnvironment 2005.
-37-
20
Commisão Pastoral da Terra, Conflitos no Campo 2002 en 2003 en CPT web site www.cpt.org.br, bezocht augustus 2005.
21
In Brazilië heeft elke werknemer een persoonlijke arbeidskaart, de zgn. CTPS, vergelijkbaar met het Nederlandse sofi-nummer. Een door de werkgever ondertekende kaart geeft de werknemer recht op vergoeding van o.a. medische kosten door de werkgever. Hoewel werkgevers verplicht zijn hun werknemers via de CTPS te registreren en dus te verzekeren, gebeurt dit in veel gevallen niet.
22
Grupo Especial de Fiscalização Rural, Ministerio de Trabalho e Emprego, geciteerd in Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, augustus 2005.
23
Produção e destino da soja Piauiense, Funaguas, Teresina, augustus 2005.
24
Almeida, A.F. de, Estudo de Impacto Ambiental – Bunge Piauí. Parecer. Universidade de São Paulo (ESALQ-USP); Piracicaba, september 2003, geciteerd in Bickel U.; Expansão de Soja, Conflitos SócioEcologicos e Segurança Alimentar, Universiteit van Bonn, Bonn, 2004.
25
Interview met plantagemanagers Fazenda Italia, Urucuí, juli 2004; Galinkin, M., Partnership for a better future, CEBRAC, presentatie tijdens soja-seminar Amsterdam, 23 januari 2004.
26
Interview met Deusimar Araújo Silva, gemeentesecretaris van Urucuí, juli 2004.
27
Judson Barros, president, Funáguas, Pers. comm., oktober 2005.
28
Decreet Nº 10.867, deelstaat Piauí, Brazilië, 11 september 2002 bepaalt dat Bunge gedurende 15 jaar geen ICMS (deelstaat omzetbelasting), ISS (gemeentelijke omzetbelasting) en IPTU (onroerend goed belasting) hoeft te betalen; Rios Vivos web site, bezocht oktober 2005.
29
Interview met Adriana Almeida, verkoopster van agrochemicaliën in Urucuí; verslag veldbezoek AIDEnvironment juli 2004.
30
Interview met Deusimar Araújo Silva, gemeentesecretaris van Urucuí, juli 2004.
31
Rios Vivos, Alegações da Bunge para processar o ambientalista e a Funaguas, 28 april 2005, Rios Vivos web site, bezocht oktober 2005.
32
Portal AZ, Descoberto plano para assassinar o jornalista Arimatéia Azevedo: Teresina, Piauí, 30 december 2004, web site http://www.portalaz.com.br/ novoazz/noticias.asp?Secao=Geral&Noti_ID=27457; bezocht januari 2005.
33
IBGE en MMA, Mapa de biomas do Brazil.
34
Embrapa, geciteerd in Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
35
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
36
Veeboeren worden uitgekocht door, of verhuren hun land aan, sojaproducenten. Met de opbrengsten daarvan worden nieuwe veeteeltgebieden ontwikkeld ten koste van het bos. FBOMS, Grupo de Trabalho de Florestas, Relação entre cultivo de soja e desmatamento, São Paulo, 2005.
37
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
38
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
39
Nieuwsbericht in Estado de Sao Paulo, São Paulo,1 januari 2005.
40
Frente de Defesa de Amazônia, relatorio de impactos de soja em Santarem, Santarem, augustus 2005.
-38-
41
Greenpeace Brasil, Pará: State of Conflict, São Paulo, 2004.
42
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
43
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
44
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
45
Frente de Defesa de Amazônia, relatorio de impactos de soja em Santarem, Santarem, augustus 2005.
46
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
47
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Conflitos no campo 2002 en 2003, Brasília, 2004.
48
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
49
Caritas / Commissão Pastoral da Terra Belém, Levantamento Exploratório sobre a Expansão da soja no Estado do Pará, Caritas Brasileira Norte 2, augustus 2005.
50
Web sites IBGE (www.ibge.gov.br) en CONAB, (www.conab.gov.br), bezocht in maart / september 2005.
51
A cadeia produtiva do trabalho escravo no Brasil, Speciale Gezant voor de Menserechten van de President van Brazilië en Reporter Brasil, Brasília, 2004.
52
Sinds de invoering van het Sistema de Licençiamento Ambiental em Propriedades Rurais (of SLAPR; milieuvergunningssysteem voor rurale eigendommen) in 2000 is 16 miljoen hectare of 17% van het oppervlak van Mato Grosso in een electronisch kadaster ingevoerd. De omvang van het bos binnen deze geregistreerde eigendommen wordt door middel van satellietmonitoring jaarlijks vastgesteld.
53
Mato Grosso, Amazônia (i)Legal. Desmatamentos de florestas em propriedades rurais integradas ao Sistema de Licenciamento Ambiental Rural entre 2001 e 2004, Instituto Socioambiental, Brasília, juni 2005.
54
Web sites IBGE (www.ibge.gov.br) en CONAB, (www.conab.gov.br), bezocht in maart / september 2005.
55
J.H. Nascimento, Relatorio de visita de campo, CTI, Carolina, november 2004.
56
J.H. Nascimento, Relatorio de visita de campo, CTI, Carolina, november 2004.
57
J.H. Nascimento, Relatorio de visita de campo, CTI, Carolina, november 2004.
58
Databank ShipInfo, Dirkzwager, Rotterdam, september 2005.
59
Oil World Annual 2005, ISTA Mielke, Hamburg, Juni 2005.
60
Website Cargill (www.cargill.com), bezocht in oktober 2005.
61
Website Cargill (www.cargill.com), bezocht in oktober 2005; Website Cargill Benelux (www.cargill.nl), bezocht in oktober 2005.
62
Annual accounts for the year ended May 31, 2004, Cargill B.V., Amsterdam, December 2004.
63
Cargill Gent gaat voor onbepaalde tijd dicht, Gazet van Antwerpen, Antwerpen, 23 maart 2005; Euro-Silo ontslaat kwart personeel, Het Nieuwsblad, Antwerpen, 29 juni 2005; Gedaan met de graanschuur - Aanvoer van graan, soja en tapioca in haven keldert, Dieter Herregodts, Het Volk, Antwerpen, 5 augustus 2005.
-39-
64
Cargill, producent van sojaolie en eiwitten, Hans van Vliet, De Molenaar, 9 mei 2003.
65
Cargill, producent van sojaolie en eiwitten, Hans van Vliet, De Molenaar, 9 mei 2003.
66
Telefonische interviews met veevoederfabrikanten, juli - oktober 2005.
67
Fusievoordeel van ABCTA becijferd op zeker tien miljoen, René van Buitenen, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 18 juli 2000; ABCTA sluit vestiging Almelo, Dagblad Tubantia/Twentsche Courant, Almelo, 26 april 2003.
68
Website ABCTA (www.abcta.nl), Bezocht in oktober 2005.
69
Met twee duo's naar een kwartet, Rene van Buitenen, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 8 februari 2001; Website Agrifirm (www.agrifirm.nl), Bezocht in oktober 2005.
70
Website Nationale Coöperatieve Raad (www.cooperatie.nl), Bezocht in oktober 2005.
71
Website De Heus Brokking Koudijs (www.deheusbrokkingkoudijs.nl), Bezocht in oktober 2005.
72
Quote-500, Quote, Amsterdam, 30 december 2002.
73
Website Hendrix UTD (www.hendrix-utd.nl), Bezocht in oktober 2005.
74
Annual report 2004, Provimi S.A., Rotterdam, April 2005.
75
Website Provimi B.V. (www.provimi.nl), bezocht in oktober 2005; Website Provimi S.A. (www.provimi.com), bezocht in oktober 2005.
76
Samenwerking VWA en TrusQ, Persbericht TrusQ, 24 augustus 2005.
77
Jaarverslag 2004, Cehave Landbouwbelang, Veghel, Mei 2005.
78
Krimp Intensieve Veehouderij Noodzaakt Agribusiness Tot Actie, Jan Engwerda, Agrarisch Dagblad, 12 oktober 2002.
79
Varkenshouder voldoet aan eisen HACCP maar wil geen certificering, Jan Engwerda, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 15 mei 2003; Website Q-linaire (www.q-linaire.nl), Bezocht in oktober 2005.
80
Westfleisch-certificaat voor voercoöperatie ABCTA, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 3 september 2003.
81
Esbro weer zelfstandig, Persbericht ABCTA, Lochem, 23 mei 2005.
82
Overlegstructuur basis voor pluimveeintegratie Cebeco, Bert Kleiboer, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 11 april 2000; Website Plukon Poultry (www.friki.com), Bezocht in oktober 2005.
83
Overlegstructuur basis voor pluimveeintegratie Cebeco, Bert Kleiboer, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 11 april 2000; Website Plukon Poultry (www.friki.com), Bezocht in oktober 2005.
84
Website Cehave Landbouwbelang (www.cehave.nl), Bezocht in oktober 2005.
85
Website De Heus Virtuele Integrale Pluimveevleesketen (www.de-heus-vip.nl), Bezocht in oktober 2005.
86
Website Hendrix UTD (www.hendrixutd.nl), Bezocht in oktober 2005.
87
Website Hendrix Meat Group (www.hendrixmeatgroup.com), Bezocht in oktober 2005.
88
Vion grootste Europese vleesverwerker na overname, Richard Kok, Zibb.nl, 27 september 2005; Dumeco wijzigt naam in VION, Persbericht Dumeco, Boxtel, 5 oktober 2005.
-40-
89
Website Vion (www.vionfood.com), Bezocht in oktober 2005; Website Sovion (www.sovion.com), Bezocht in oktober 2005.
90
Website Vion (www.vionfood.com), Bezocht in oktober 2005.
91
Hendrix Meat Group behaalt BRC certificaat, Persbericht Hendrik Meat Group, Groenlo, 8 augustus 2003.
92
Dumeco saneert na verlies AH-contract, ANP, 29 juni 2004; AH keert terug naar zijn oude slagerij, Derk Klein Kranenberg, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 30 juni 2004.
93
Website RWM Food Group (www.rwmfoodgroup.com), Bezocht in oktober 2005; Website Foyle Food Group (www.foylefoodgroup.com), Bezocht in oktober 2005; Website Hilton Food Group (www.hiltonfoodgroup.com), Bezocht in oktober 2005.
94
Website Dumeco (www.dumeco.nl), Bezocht in oktober 2005.
95
Website Q-linaire (www.q-linaire.nl), Bezocht in oktober 2005.
96
Website Dumeco (www.dumeco.nl), Bezocht in oktober 2005.
97
Flandrex België en Astenhof Nederland samen verder in Pluimveeslachterij, Persbericht Flandrex België en Astenhof Nederland, Veghel/Moeskroen, 14 september 2005.
98
Website Cehave Landbouwbelang Pluimvee Integratie (www.vleespluimvee-integratie.nl), Bezocht in oktober 2005; Website Astenhof (www.astenhof.nl), Bezocht in oktober 2005.
99
Website Astenhof (www.astenhof.nl), Bezocht in oktober 2005.
100 Astenhof en Dumeco Retail starten partnership, Persbricht Astenhof en Dumeco, Asten/Groenlo, 6 augustus 2003. 101 Esbro weer zelfstandig, Persbericht ABCTA, Lochem, 23 mei 2005. 102 'Uitbreiding aantal vleeskuikens moet de vaste kosten drukken', Derk Klein Kranenberg, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 11 juni 2003. 103 Website Plukon Poultry (www.friki.com), Bezocht in oktober 2005; Website Plusfood (www.plusfood.nl), Bezocht in oktober 2005. 104 Nutreco bereikt principeovereenkomst over verkoop van Pingo Poultry aan Plukon Royale, Persbericht Nutreco, Amersfoort, 27 juni 2005; Website Pingo Poultry (www.pingopoultry.com), Bezocht in oktober 2005. 105 Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet: 5141/Plukon - Pingo Poultry, Nederlandse Mededingingsautoriteit, Den Haag, 24 augustus 2005. 106 Jaarverslag 2004, Cebeco, Rotterdam, Mei 2005. 107 Overlegstructuur basis voor pluimveeintegratie Cebeco, Bert Kleiboer, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 11 april 2000; Website Plukon Poultry (www.friki.com), Bezocht in oktober 2005. 108 Nutreco tekent intentieverklaring met Ham Holding B.V., Persbericht Nutreco Holding N.V., Amersfoort, 14 december 2000; Het sudderlapje wordt niet zomaar een A-merk, Friso Liesker, Het Financieele Dagblad, Amsterdam, 7 juni 2001. 109 Kippensector profiteert niet van Thaise crisis, Het Financieele Dagblad, Amsterdam, 27 januari 2004. 110 Friki wint voor derde keer op rij prestigieuze Industributietrofee, Persbericht Plukon Poultry, Wezep, 14 januari 2004.
-41-
111 Vleeskuikensector vindt salmonella-convenant een politieke stunt, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 7 februari 2002; Salmonellavrije kip Albert Heijn toch besmet, Algemeen Nederlands Persbureau, 20 februari 2004; Tegenslag voor project salmonellavrije kip, Sake Moesker, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 21 februari 2004; Plukon overweegt stappen tegen krant, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 13 maart 2004. 112 Website Plukon Poultry (www.friki.com), Bezocht in oktober 2005; Website Plusfood (www.plusfood.nl), Bezocht in oktober 2005. 113 Crisis bij grootste slachterij; Honderden banen op de tocht bij pluimveeverwerker, Algemeen Dagblad, Rotterdam, 10 mei 2003; Faillissement Storteboom komt 2 Sisters goed uit, Derk Klein Kranenberg, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 15 mei 2003; Sterk Advies, Berg Holding en NOM geven Storteboom bedrijven een nieuwe start, Persbericht Storteboom, Kornhorn, 21 mei 2003; Website Storteboom (www.storteboom.nl), bezocht in oktober 2005. 114 Aanvoer knelpunt Storteboom, Derk Klein Kranenberg, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 7 juni 2003; Bij Storteboom Putten: Ex-personeel protesteert tegen ontslag, Veluws Dagblad, Apeldoorn, 9 september 2003; EU-markt zit niet te wachten op Nederlands pluimveevlees, Derk Klein Kranenberg, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 12 augustus 2003. 115 'Traceerbaarheid en kwaliteitszekerheid met behoud vrijheid', Derk Klein Kranenberg, Agrarisch Dagblad, Doetinchem, 12 december 2001; Website De Heus Virtuele Integrale Pluimveevleesketen (www.de-heusvip.nl), Bezocht in oktober 2005. 116 Website Storteboom (www.storteboom.nl), bezocht in oktober 2005. 117 Website De Heus Virtuele Integrale Pluimveevleesketen (www.de-heus-vip.nl), Bezocht in oktober 2005. 118 Website De Heus Virtuele Integrale Pluimveevleesketen (www.de-heus-vip.nl), Bezocht in oktober 2005. 119 Website De Heus Virtuele Integrale Pluimveevleesketen (www.de-heus-vip.nl), Bezocht in oktober 2005. 120
Export van Nederlands kippenvlees naar Afrika - Onderzoeksrapport voor Novib, Jan Willem van Gelder, Profundo, Castricum, 12 januari 2005.
121 A cadeia produtiva do trabalho escravo no Brasil, Speciale Gezant voor de Menserechten van de President van Brazilië en Reporter Brasil, Brasília, 2004.; F. Machado, Novos Abolicianistas, Revista Época, São Paulo, 30 mei 2005.
-42-