Van oerwoud naar overheid Een onderzoek naar duurzaam houtgebruik in bouwprojecten van de overheid April, 2011
Colofon Onderzoek en tekst: Anouk van Baalen, Christel Ankersmit en Nicole Stofberg Eindredactie: Valesca Mulder Vormgeving cover: Job Rompa Foto’s voorpagina: Wiebe Kiestra/Hollandse Hoogte (bouwput), Istockphoto (oerwoud) Vormgeving rapport: Ruparo, Amsterdam
Milieudefensie / Friends of the Earth Netherlands Met het oplossen en voorkomen van milieuproblemen is een wereld te winnen. Voor onszelf en voor toekomstige generaties. Milieudefensie is een beweging van mensen die zich hiervoor inzet: lokaal, landelijk en wereldwijd als Friends of The
April 2011 Vrijwillige onderzoekers, waarvan onderzoeken zijn opgenomen in het rapport: Glenn de Bye Leonie van der Maesen Gery van Nieuwkoop Peter Rothuizen Werner von Scheibler Willemien Troelstra Vragen n.a.v. dit rapport ? Bel dan de servicelijn van Milieudefensie: 020 6262 620
Earth Netherlands. Al veertig jaar.
Inhoudsopgave Voorwoord
4
Samenvatting
6
1. Inleiding
8
1.1 Ontbossing en gevolgen voor mens en milieu
8
1.2 Bijdrage Europa en Nederland
8
1.3 Beleid van de Nederlandse overheid
8
2. Doel en werkwijze
12
2.1 Doel onderzoek
12
2.2 Selectie bouwprojecten
12
2.3 Beoordeling projecten
12
3. Resultaten
14
3.1 Vraag naar Duurzaam hout in bestek en aanbesteding
14
3.2 Duurzaam hout in praktijk
14
3.3 Werken met gecertificeerde partijen
15
3.4 Voorbeelden van goede en slechte projecten
15
Overzicht onderzochte projecten
18
4. Conclusie
20
5. Aanbevelingen
21
Bijlage I
23
Bijlage II
23
Voorwoord
De diverse Nederlandse overheden kopen jaarlijks voor 50 tot 60 miljard euro aan goederen, waaronder grote hoeveelheden papier, hout, kantoormeubilair, electronische apparatuur, vervoermiddelen, koffie, thee en voedsel. Het spreekt voor zich dat de overheid met een zo omvangrijk inkoopbudget grote invloed kan uitoefenen op de kwaliteit en herkomst van die goederen.
Tropisch regenwoud, Maleisië
4
Milieudefensie juicht het daarom toe dat de diverse Nederlandse overheden een duurzaam inkoopbeleid hebben. Daarmee kunnen zij de ecologische en sociale omstandigheden waaronder goederen en diensten worden geproduceerd in positieve zin beïnvloeden. Dat kan bijvoor-
beeld door te vragen naar hout met het FSCkeurmerk, Max Havelaar koffie of voedsel met het EKO-label. De overheid verzekert hiermee niet alleen zichzelf van eerlijke en duurzame producten. Ze geeft zo ook het goede voorbeeld aan het bedrijfsleven en aan consumenten. Met het duurzaam inkoopbeleid zijn de afgelopen jaren al veel resultaten bereikt, mede dankzij de enthousiaste inzet van inkopers, leveranciers en andere partijen in de keten. Zonder hen zou het beleid niet succesvol kunnen worden uitgevoerd. Maar we zijn er nog niet. Milieudefensie heeft tussen augustus en december 2010 de resulta-
Ondanks deze magere resultaten over 2010 blijft Milieudefensie optimistisch over de mogelijkheden voor de diverse overheden om snel verdere vooruitgang te boeken bij het duurzaam inkopen van hout. Dat kan met relatief simpele maatregelen en zonder veel extra kosten en inspanningen, bijvoorbeeld door facturen van aannemers te controleren. Het rapport doet hierover een vijftal concrete aanbevelingen (zie pagina 21).
I s t co kp h o t o
Aan het aanbod van duurzaam hout zal het in ieder geval niet liggen. Het aantal gecertificeerde Nederlandse bedrijven dat duurzaam hout met het FSC-keurmerk mag leveren is inmiddels gestegen naar ruim 2200. Volgens de Vereniging voor Nederlandse Houthandelaren (VVNH) is er meer dan genoeg aanbod van duurzaam hout in Nederland en lijkt het er eerder op dat de vraag achterblijft. Sommige houthandelaren zien zich daardoor zelfs gedwongen om duurzaam en gecertificeerd hout als regulier te koop aan te bieden. Een zorgelijke ontwikkeling die de overheid kan helpen keren door het duurzaam inkoopbeleid beter en sneller uit te voeren. Bij het ter perse gaan van dit rapport was nog niet bekend wat de uitkomst is van een discussie die staatssecretaris Atsma met de Tweede Kamer heeft gevoerd over het Maleisische houtkeurmerk MTCS. Atsma heeft, tegen de zin van de voltallige oppositie in de Tweede Kamer, het voornemen bekend gemaakt om MTCS toe te laten tot het duurzaam inkoopbeleid van de Nederlandse overheid. Hij gaat daarmee lijnrecht in tegen de resultaten van diverse onderzoeken. Deze laten zien dat bij de kap van MTCS-hout destructieve vormen van ontbossing plaatsvinden en de rechten van de inheemse bevolking worden geschonden. Milieudefensie
roept de staatssecretaris op om zijn besluit te heroverwegen. Als Atsma keurmerken toelaat die niet voldoen aan de strenge criteria die de Nederlandse overheid stelt voor duurzaam hout, verwatert het beleid. Ook wil Milieudefensie waarschuwen tegen de geluiden die op dit moment uit politiek Den Haag klinken over het duurzaam inkoop beleid in algemene zin. Een aantal partijen wil het duurzaam inkoopbeleid drastisch wijzigen teneinde een “hogere administratieve lastendruk” en “hoge kosten” te voorkomen. In deze discussie wordt vaak voorbij gegaan aan het feit dat er extra maatschapelijke kosten van reguliere producten voor mens en milieu zijn, die niet in de prijs van die producten zijn terug te vinden. Bovendien wordt vaak vergeten dat duurzaam inkopen voor de samenleving als geheel, zeker op de lange termijn, zowel sociaal, ecologisch alsook economsich meerwaarde oplevert. Wij roepen de Tweede Kamer op om de c riteria voor duurzaam inkopen niet te verzwakken en de vraag naar hoogwaardige keurmerken in stand te houden. Voor hout betekent dat, dat de overheid bij haar leveranciers vraagt naar “FSC of gelijkwaardig”. De politiek kan zich het beste richten op de voorlopers in het bedrijfsleven. Die bedrijven reageren nu al adequaat op het duurzaam inkoopbeleid van de Nederlandse overheid en verhogen de duurzaamheid van hun producten. De overheid als grote klant kan zo de bedrijven commercieel én maatschappelijk verantwoord laten innoveren. Koplopers worden dan beloond voor hun duurzame ondernemerschap, de achterblijvers gestimuleerd om vooruit te gaan.
Geert R itsema, Coordinator internationale campagnes Milieudefensie
R i c k K e us
ten onderzocht van het beleid dat de diverse overheden voeren met betrekking tot het duurzaam inkopen van hout. Uit ons onderzoek blijkt dat er de afgelopen jaren weliswaar vooruitgang is geboekt. Toch halen de Rijksoverheid en gemeenten de in het beleid vervatte doelstelling van 100 respectievelijk 75 procent duurzaam inkopen in 2010 bij lange na niet.
5
Samenvatting
Nederland gebruikt grote hoeveelheden (tropisch) hout in onder meer bouwprojecten. Vaak leidt de winning van dat hout in de productielanden tot grootschalige kaalkap met dramatische gevolgen voor mens en milieu. Dergelijke milieuschade kan voorkomen worden door er op toe te zien dat (tropisch) hout alleen afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen. Dat wil zeggen, dat er voor de productie van het hout geen kaalkap heeft plaatsgevonden, dat de biodiversiteit wordt beschermd en dat de rechten van inheemse volkeren worden gerespecteerd. Bij het tot stand komen van duurzaamheid in de houtsector speelt de Nederlandse overheid een belangrijke rol. Niet alleen is de overheid zelf een grote houtconsument, maar ook heeft zij een voorbeeldfunctie voor de marktsector. De Nederlandse overheid maakt al sinds 1991 beleid om onduurzaam gekapt hout en illegaal hout te weren en zo de Nederlandse bijdrage aan (tropische) ontbossing tegen te gaan. Het Duurzaam Inkopen door overheden vindt zijn oorsprong in de Nota Milieu en Economie uit 1997. In 2005 is vastgesteld, dat vanaf 2010 100 procent van de inkopen van de Rijksoverheid aantoonbaar duurzaam moeten zijn. Gemeenten moeten in 2010 naar 75 procent en provincies en waterschappen naar 50 procent. Uiteindelijk moeten in 2015 alle inkopen van de lagere overheden ook 100 procent duurzaam zijn. Dit inkoopbeleid is ook van toepassing op hout en houtproducten. Daarom heeft de overheid in 2008 inkoopcriteria vastgesteld voor duurzaam hout. Een onafhankelijke toetsingscommissie (TPAC) controleert of de verschillende keurmerken met een duurzaamheidsclaim voldoen aan deze criteria. In 2006 betekende het duurzaam inkoopbeleid nog maar weinig voor de bossen. Uit onderzoek van Milieudefensie bleek toen dat de overheid in haar bouwprojecten grote hoeveelheden dubieus hout toepaste. Ook de eis om alleen duurzaam gecertificeerd hout te gebruiken, komt dan nog niet voor in opdrachten en contracten. 6
Tussen augustus en december 2010 heeft Milieudefensie opnieuw onderzoek gedaan naar de implementatie van het duurzaam inkoopbeleid voor hout. In dit onderzoek is gekeken in hoeverre de overheid haar eigen beleid naleeft en op welke manier ze de toepassing van duurzaam hout waarborgt. In totaal zijn 56 bouwprojecten onderzocht van de rijksoverheid, gemeenten, provincies en waterschappen. Er werden vragen voorgelegd over houtsoorten, hoeveelheden, herkomst en duurzaamheidsclaims van het hout. Als het beleid in een bouwproject goed is uitgevoerd, heeft het project de kleur groen gekregen. Wanneer het contract wel duurzaam hout voorschrijft, maar in de praktijk het toegepaste hout (deels) niet duurzaam bleek, heeft het project een oranje kleur gekregen. Een project is rood gekleurd als zelfs op papier niet is gevraagd om duurzaam hout. Van alle onderzochte projecten is 36 procent (20 projecten) groen gekleurd, 39 procent (22 projecten) oranje en 25 procent (14 projecten) rood. Kijk voor een compleet overzicht van de onderzochte projecten op pagina 18 en 19. Uit het onderzoek blijkt dat er sinds januari 2010 grote stappen in de goede richting zijn gezet. Overheden hebben nu inkoopbeleid op duurzaam hout. Echter, zelfs na 20 jaar overheidsbeleid zijn groene projecten nog steeds in de minderheid. Veel projecten kleuren oranje, omdat het beleid vaak alleen op papier staat. Er is vervolgens geen controle of in de praktijk ook daadwerkelijk duurzaam hout wordt ingekocht. Met beleid dat alleen op papier bestaat, schieten (tropische) bossen niets op. Er moet nog veel gebeuren wil de overheid haar eigen doelstelling halen en in 2015 100 procent duurzaam hout inkopen op alle overheidsniveaus. Uit de groen gekleurde projecten en aanbevelingen blijkt dat 100 procent duurzaam inkopen goed mogelijk is. Het vergt kennis, wil, inzet en doorzettingsvermogen van de diverse overheden. Door betere monitoring en controle kan de praktijk verbeteren, zodat de doelstellingen
M ic h ie l av n Wi j n g a ar d e n
gehaald worden en het duurzame houtinkoopbeleid meer wordt dan de papieren tijger die het nu vaak is. Om de toepassing van duurzaam hout ook in de praktijk te waarborgen doet Milieudefensie de volgende concrete aanbevelingen aan de opdrachtgevende overheden: • Eis duurzaamheid in de aanbestedingsfase en het bestek. Eis al bij het uitzetten van de opdracht dat alleen duurzaam geproduceerd hout gebruikt mag worden, dat voldoet aan de inkoopcriteria van de overheid en laat dat in contracten vastleggen; • Stel kwaliteitseisen aan het hout en vraag niet om een specifieke houtsoort. In een contract vragen opdrachtgevers vaak om een houtsoort, bijvoorbeeld merbau voor deuren. Echter, sommige traditioneel gebruikte boomsoorten zijn inmiddels zeer zeldzaam geworden en zijn daarom niet duurzaam te krijgen. Alternatieve houtsoorten met dezelfde kwaliteitseisen zijn vaak wel beschikbaar. Aannemers kunnen aan de hand van de kwaliteitseisen kijken welke duurzame houtsoorten met de gevraagde kwaliteit verkrijgbaar zijn. • Eis en werk uitsluitend met gecertificeerde aannemers en leveranciers. Dit garandeert dat de aannemer het duurzaam geproduceer-
de hout kan leveren met keurmerk. De aannemer is verplicht het duurzame hout gescheiden te houden van ander hout en moet bovendien op de factuur vermelden hoeveel duurzaam hout geleverd is. De afnemer kan dus aan de factuur zien of, en hoeveel duurzaam hout er geleverd is. • Controleer tijdens de bouw en achteraf de factuur. Alleen een certificaat van een aannemer of leverancier is niet voldoende. De duurzaamheidsclaim en de hoeveelheid van een houtsoort op de aankoopbon of factuur is het sluitend bewijs, dat het om duurzaam geproduceerd hout gaat. • Creëer draagvlak binnen de organisatie. Voldoende kennis over wat wel en niet als duurzaam wordt erkend door de overheid en waar je als opdrachtgever op moet letten, is daarbij noodzakelijk.
Nieuwbouw voor de Belastingdienst en de Dienst Uitvoering Onderwijs te Groningen. Voor de bouw van het pand is gebruik gemaakt van hout met het onduurzame Maleisische keurmerk MTCS.
Alleen een eis in het bestek is niet voldoende. Opdrachtgevers moeten weten hoe ze kunnen controleren op de toepassing van duurzaam hout tijdens en na afloop van een bouwproject. Daar is ondersteunend beleid voor nodig. Zo kan de overheid er voor zorgen dat duurzaam hout niet alleen op papier, maar ook in de praktijk wordt toegepast.
7
1. Inleiding
1.1 Ontbossing en gevolgen voor mens en milieu De afgelopen decennia is bijna twee derde van het regenwoud verloren gegaan.1 Ondanks deze alarmerende cijfers gaat ontbossing onverminderd door. Jaarlijks wordt zo’n 13 miljoen hectare bos gekapt2, een gebied meer dan drie keer de oppervlakte van Nederland. Dit heeft desastreuze gevolgen voor het behoud van de biodiversiteit in de wereld. Daarnaast komen belangrijke functies van het bos in het gedrang, zoals het vermogen om water, bodem en koolstof vast te houden. Koolstof wordt vastgelegd in bossen, waardoor het CO2-gehalte in de atmosfeer vermindert en het broeikaseffect afneemt. Ontbossing is de oorzaak van 12 procent van de mondiale menselijke emissies van CO2. Dat is meer dan de uitstoot van alle auto’s, boten, treinen en vliegtuigen bij elkaar opgeteld.3 Ook de sociale gevolgen van ontbossing zijn enorm. Veel inheemse volken zijn afhankelijk van bossen voor hun levensonderhoud. Er leven wereldwijd 800 miljoen mensen in of rondom bossen.4 Destructieve houtkap leidt ertoe dat deze gemeenschappen hun natuurlijke bestaansbronnen kwijtraken. Het blijkt dat vrouwen extra geraakt worden door het uiteenvallen van deze gemeenschappen wanneer zij de toegang tot bosproducten als voedsel, medicijnen en brandstof verliezen. Ontbossing geeft vooral een korte termijn voordeel. Mannen treden in dienst van houtkapbedrijven of maken commercieel gebruik van het ontruimde land.5 Ondanks het feit dat de Verenigde Naties de schadelijke sociale gevol1 The Economist (2010). The World’s Lungs: Forests and how to Save them. 2 FAO (2010). Global Forest Resources Assessment 2010. 3 Van der Werf e.a. (2009). CO2 emissions from forest loss. Nature Geoscience. N.B. Lager dan de in 2007 door IPCC genoemde 20 procent, niet door afname ontbossing, maar door stijging uitstoot van fossiele brandstof. 4 Worldbank (2007). At Loggerheads? Agricultural Expansion, Poverty Reduction, and Environment in the Tropical Forests. 5 World Rainforest Movement (2005). Women, Forests and Flantations.
8
gen van bosdegradatie voor de lokale gemeenschappen in het algemeen en voor vrouwen in het bijzonder al in 1989 erkenden, hebben commerciële belangen nog steeds de overhand.
1.2 Bijdrage Europa en Nederland De internationale handel in destructief en illegaal hout is een belangrijke oorzaak van wereldwijde ontbossing. Ook Nederland is hier medeplichtig aan. Nederland importeert 91 procent van haar hout6 en in 2006 bestond 2,5 miljoen m3 (10 tot 20 procent) hiervan uit destructief of verdacht hout.7 Dit maakt Nederland de vijfde grootste handelaar in destructief hout in Europa. De Nederlandse overheid speelt een voortrekkersrol bij het gebruik van duurzaam geproduceerd hout en ze is een grote afnemer van hout. In 2005 bedroeg het aandeel van de overheid in de totale utiliteitsbouw 42 procent.8
1.3 Beleid van de Nederlandse overheid De overheid maakt al sinds 1991 beleid om duurzaam hout te bevorderen om zo de Nederlandse bijdrage aan (tropische) ontbossing tegen te gaan. Zo staat in het Regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud (RTR) uit 1991, dat vanaf het jaar 1995 het gebruik van tropisch hout beperkt blijft tot hout uit landen met een beleid gericht op bescherming en duurzame productie. Het Duurzaam Inkopen door overheden vindt zijn oorsprong in de Nota Milieu en Economie uit 1997.9 In 2005 is vastgesteld, dat vanaf 2010 100
6 Probos (2010). Kerngegevens Bos en Hout in Nederland 7 Greenpeace. (2009). Een Europees verbod op de handel in illegaal hout: Urgent, mogelijk en breed gedragen. 8 KPMG (2011). Inhoudelijke nalevingslasten programma duurzaam inkopen overheid: Onderzoek naar 4 sectoren. 9 Ministerie van VROM (1997). Nota Milieu en Economie. Kamerstukken TK 25-405
procent van de inkopen van de Rijksoverheid aantoonbaar duurzaam moeten zijn. Gemeenten moeten in 2010 naar 75 procent en provincies en waterschappen naar 50 procent.10 Uiteindelijk moeten in 2015 alle inkopen van de lagere overheden ook 100 procent duurzaam zijn. Dit inkoopbeleid is ook van toepassing op hout en houtproducten. Daarom heeft de overheid in 2008 inkoopcriteria vastgesteld voor duurzaam hout. Een onafhankelijke toetsingscommissie (TPAC) controleert of de verschillende keurmerken met een duurzaamheidsclaim voldoen aan deze criteria. De regering bepaalt welke keurmerken worden geaccepteerd voor het Nederlands inkoopbeleid. Op het moment van schrijven ziet de Nederlandse overheid hout met een FSC of PEFC (met uitzondering van MTCS) certificaat als duurzaam. Deze keurmerken hadden in 2008 een marktaandeel van 12 en respectievelijk 22 procent. Van tropisch hout kwam in totaal slechts 15,5 procent van een duurzame bron.11 Volgens wetgeving van de Europese unie, welke in 2010 is aangenomen, moet vanaf maart 2013 al het hout dat op de Europese markt komt aantoonbaar legaal geproduceerd zijn. Alle houtstromen moeten dan administratief worden bijgehouden. Dat wil zeggen dat een leverancier of aannemer al het hout dat binnenkomt of uitgaat, moet noteren om herkomst, soort en hoeveelheid hout te kunnen controleren. 10 Motie Koopmans/ De Krom (2005, nmr. 130) 11 Probos (2010). Duurzaam geproduceerd hout op de Nederlandse markt in 2008.
Duurzaam, legaal, illegaal of destructief gekapt? Illegale kap: Hout is illegaal als tijdens de houtkap, het transport of de eigenlijke verkoop wet- en regelgeving geschonden wordt. Voorbeelden hiervan zijn het gewoonweg “stelen” van hout uit het bos, meer kappen dan afgesproken of beschermde soorten kappen, maar ook het schenden van mensenrechten en landrechten. Dit hout is absoluut destructief voor mens en milieu, maar is helaas nog steeds verkrijgbaar. Legale kap: De herkomst van het hout kan getraceerd worden door een onafhankelijke instelling en is aantoonbaar legaal gekapt. Er zijn dus geen wetten overtreden. Dit zegt helemaal niets over duurzame kap en deze houtkap kan dus nog steeds negatieve, destructieve gevolgen hebben voor mens en milieu. Met name in tropische landen is de wetgeving vaak slecht. Zij staan kaalkap toe en de rechten van inheemse volken worden niet of onvoldoende erkend. Duurzame kap: Het hout komt uit bossen waarvan een onafhankelijke instelling heeft vastgesteld dat het bos duurzaam wordt beheerd. Duurzaam beheerd bos voldoet aan vele vergaande eisen op gebied van natuur, milieu en sociale omstandigheden.
9
Uitleg keurmerken voor duurzaam en legaal bosbeheer De toetsingscommissie Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) is in opdracht van het ministerie van VROM (nu Infrastructuur en Milieu) opgezet door Stichting Milieukeur (SMK). Deze commissie heeft als taak certificeringssystemen voor duurzaam bosbeheer te toetsen aan de Nederlandse Inkoopcriteria voor Duurzaam Hout. Zo kan op de markt onderscheid gemaakt worden tussen duurzaam en niet-duurzaam hout volgens Nederlandse maatstaven. Hieronder worden veel voorkomende keurmerken voor hout toegelicht in het kader van het Duurzaam Inkoopbeleid. Forest Stewardship Council (FSC) is een internationale organisatie die verantwoord bosbeheer stimuleert. FSC stelt wereldwijde standaarden voor bosbeheer op, met daaraan gekoppeld een keurmerk. Als boseigenaren zich aan de FSC-standaarden houden, kan hun bos worden gecertificeerd. Onafhankelijke controleurs zien toe op naleving van de regels. Wereldwijd is op het moment van schrijven ruim 135 miljoen hectare bos in 81 landen FSC-gecertificeerd. In maart 2011 hebben 2211* Nederlandse bedrijven het zogeheten ‘chain-of-custody-certificaat’ (van FSC). FSC wordt gesteund door veel maatschappelijke organisaties, waaronder Milieudefensie. FSC international is in november 2008 goedgekeurd door de toetsingscommissie inkoop hout (TPAC). Programme for the Endorsement of Forest Certification (PEFC) is een internationale NGO zonder winstoogmerk, met als doelstelling de promotie van duurzaam bosbeheer door certificering. PEFC is een paraplu-organisatie, die nationale certificeringssystemen goedkeurt. Op het moment van schrijven accepteert PEFC 28 nationale certificeringssytemen en is 231 miljoen hectare gecertificeerd (www.pefc.org). PEFC is in 1999 opgericht door bosbouwers uit verschillende Europese landen. Het keurmerk heeft veel minder draagvlak onder maatschappelijke organisaties in vergelijking met FSC, omdat het vooral buiten Europa PEFC-systemen, die geen duurzaamheid garanderen, accepteert. Zo heeft PEFC in 2009 ook de Malaysian Timber Certification System (zie volgende keurmerk) goedgekeurd. Het Amerikaanse SFI en Canadese CSA is volgens Milieudefensie ook niet duurzaam, maar PEFC accepteerd de beide systemen wel. Omdat PEFC ook systemen als MTCS accepteert, vindt Milieudefensie dat het niet in alle gevallen duurzaamheid garandeert. PEFC international werd in juli 2010 door TPAC geac* http://www.fsc.nl/nl/doc.phtml?p=Resultaten1 Ieder groepscertificaat en ieder certificaat onder een multi-site certificaat wordt afzonderlijk geteld.
10
cepteerd voor het Nederlands duurzaam inkoopbeleid, met uitzondering van MTCS. Milieudefensie heeft daarom met andere maatschappelijke organisaties bezwaar aangetekend bij de toetsingscommissie TPAC tegen de goedkeuring van PEFC internationaal. Het bezwaar is nog niet behandeld. TPAC keurde al de afzonderlijke PEFC landensystemen van Finland, Duitsland, Zweden, België en Oostenrijk goed. Het door PEFC goedgekeurde hout uit deze landen wordt door Milieudefensie wel als duurzaam erkend. Probleem is echter dat het PEFC-label niet aangeeft uit welk land het hout afkomstig is. Hout met dit label kan dus ook afkomstig zijn uit landen waar het hout niet duurzaam is gekapt. Malaysian Timber Certification Council (MTCC) is in 1998 opgericht om het Malaysian Timber Certification System (MTCS) te ontwikkelen en operationaliseren. Milieudefensie stelt samen met een aantal andere maatschappelijke organisaties, zoals Greenpeace en het Wereld Natuurfonds, onder meer dat MTCS op grote schaal kaalkap en omzetting van bos naar plantages toestaat. Ook schendt het Maleisische houtkeurmerk de rechten van inheemse volken. Hout met het MTCS certificaat voldoet niet aan de Nederlandse inkoopcriteria, zo concludeerde ook de door de overheid ingestelde toetsingscommissie TPAC in oktober 2010. Staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu heeft aangegeven, ondanks de geconstateerde milieuproblemen en schendingen van mensenrechten, MTCS als duurzaam te willen bestempelen. Onder druk van de Tweede Kamer wacht de staatssecretaris met zijn definitieve besluit tot de beroepsprocedure van de toetsingscommissie is afgerond. Hout met een MTCS-logo is wel legaal. Keurhout is opgericht in 1996 en sinds 2004 onderdeel van de VVNH, de Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen. Een onafhankelijk college van deskundigen toetst individuele certificaten en certificeringssystemen voor duurzaam en legaal bosbeheer. Certificeerders voeren de feitelijke controle uit op de ‘chain of custody’ (handelsketen) in de Europese Unie. Milieudefensie vindt dit systeem niet onafhankelijk, omdat er geen gelijke machtsverdeling is tussen belanghebbenden. De economische belangen zijn doorslaggevend. TPAC stelt dat het Keurhout ‘chain-of-custody’ certificaat (KH-CoC) voldoet aan de duurzame inkoopcriteria, maar dit oordeel zegt niks over het label Keurhout-duurzaam.
M i c hi e l va n Wi j n g a ar d e n
De renovatie van het Maallust complex te Veenhuizen. Een project van de RGD, waarvoor niet conform de overheids doelstelling, 100 procent duurzaam hout is gebruikt.
Een ‘chain-of-custody’ certificaat garandeert namelijk alleen een gesloten handelsketen, maar zegt niet of het bos duurzaam is beheerd. Keurhout accepteert systemen en certificaten, die geen duurzaamheid garanderen, zoals MTCS, dat bij het ter perse gaan van dit rapport niet door TPAC werd geaccepteerd. Milieudefensie hecht geen waarde aan het label Keurhout Duurzaam. Keurhout – Duurzaam (KH-SFM) toetst certificaten aan de hand van minimumeisen voor duurzaam bosbeheer en houtcertificering. Per 1 mei 2010 zijn FSC en PEFC toegelaten tot Keurhout-Duurzaam. Dat betekent dat onder de paraplu van Keurhout ook certificeringssystemen als MTCS vallen. Keurhout maakt onderscheid tussen duurzame keurmerken van level 1 (100 procent Keurhout-Duurzaam) of level 2 (minimaal 70 procent Keurhout-Duurzaam, de rest moet bestaan uit aantoonbaar legaal hout). Het keurmerk voor Keurhout-Legaal (KH-LET) producten wordt alleen afgegeven voor producten, waarvan vaststaat dat ze aantoonbaar van legale herkomst zijn. Keurhout maakt onderscheid tussen legale keurmerken van level 1 (100 procent Keurhout-Legaal) of level 2 (minimaal 70 procent Keurhout-Legaal, de rest moet bestaan uit Verified Legal Timber). Het OLB-systeem (Origine en Légalité des Bois) is bedoeld om de legaliteit van hout te kunnen verifiëren en is daarom geen onderdeel van het duurzaam inkoopbeleid. Het systeem is in 2004 ontwikkeld door het Franse EuroCertiFor (tegenwoordig onderdeel van
Bureau Veritas). Bosexploitanten en bosbeheerders, die met een OLB verklaring willen aantonen dat het aangeboden hout legaal is, moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Er zijn OLB-verklaringen afgegeven voor bossen in Kameroen, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Gabon. Het gaat hierbij om 1,9 miljoen hectare bos (peildatum augustus 2008). De Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen (VVNH) accepteert OLB als bewijs voor aantoonbaar legaal geproduceerd hout. Hout en houten producten hebben ook vaak een KOMO-label. KOMO-Keur is een kwaliteitskeurmerk voor producten, processen en systemen in de bouw. Het keurmerk is eigendom van de Stichting Bouwkwaliteit. Bij verduurzaamd hout, dat is behandeld om houtrot zo lang mogelijk te voorkomen, let het keurmerk ook op milieuaspecten. De Stichting Keuringsbureau Hout controleert of KOMO-gecertificeerde bedrijven zich aan de regels houden. KOMO-keur geeft bijvoorbeeld garanties met betrekking tot inbraakveiligheid en brandveiligheid. Leveranciers kunnen daardoor garantie geven op de betrouwbaarheid en levensduur van een product. KOMO-Keur zegt niks over de productie van het hout en is dus geen garantie voor duurzaamheid in de context van milieu. In dit onderzoek werd het overheidsbeleid getoetst en alle door de overheid goedgekeurde systemen zijn geaccepteerd als duurzaam, ongeacht de soms afwijkende visie van Milieudefensie. Dit betekent dat hout met een FSC of PEFC (behalve uit Maleisië)-certificaat als duurzaam wordt gezien en is goedgekeurd.
11
2. Doel en werkwijze
2.1 Doel onderzoek Het doel van dit onderzoek is een beeld te krijgen van de implementatie van het duurzaam inkoopbeleid van de overheid op het onderdeel hout. Daarnaast wil Milieudefensie inventariseren welke verbeteringen in de uitvoering van het beleid nodig en mogelijk zijn.
2.2 Selectie bouwprojecten Het onderzoek is gedaan op basis van een steekproef. In totaal zijn 56 verschillende bouwprojecten geanalyseerd van de rijksoverheid, gemeenten, provincies en waterschappen. Al deze projecten voldoen aan de volgende criteria: • De projecten lopen in 2010 of zijn in dat jaar afgerond; • De opdrachtgever van het project is een overheid (rijk, gemeente, waterschap of provincie); • Er wordt hout toegepast in het bouwproject. Daarnaast is voor de selectie gekeken naar de spreiding van projecten over het land en over de verschillende overheidsniveaus. Er zijn 20 rijks- 26 gemeente-, 5 provincie- en 5 waterschapsprojecten onderzocht. Van de 26 gemeenteprojecten zijn er 8 onderzocht door vrijwilligers. Om ook een beeld te kunnen schetsen van de verschillende houttoepassingen zijn projecten onderzocht variërend van grond-, weg-, en waterbouw tot infrastructurele werken en kantoren. De projecten zijn gevonden op de website van de verschillende overheden. Daarna is pas gekeken naar het wel of niet toepassen van duurzaam hout. Na de selectie in de zomer van 2010 zijn alle verantwoordelijke overheden (de opdrachtgevers) eind september 2010 telefonisch geïnformeerd over het onderzoek. Een week later hebben zij een email ontvangen met de vragenlijst over het gebruikte hout en een begeleidende brief (zie bijlage I). De wet openbaarheid bestuur (WOB) verplicht dat al deze aanbestedingsinformatie openbaar 12
is. De meeste overheden hebben dan ook goed meegewerkt aan het onderzoek. In slechts één geval, de rijksgebouwendienst (RGD) die verantwoordelijk is voor 15 van de onderzochte projecten, is een WOB-procedure gestart. Die heeft opgeleverd dat de RGD aan Milieudefensie een aantal documenten ter beschikking heeft gesteld. Tot op heden is echter nog geen volledige inzage gegeven. Ook heeft Milieudefensie gesprekken gevoerd met partijen die het beleid goed hebben uitgevoerd. Deze groep bestaat uit zes overheden en een aantal adviserende en uitvoerende partijen (zie bijlage II). Tijdens het onderzoek bleek, dat de overgrote meerderheid van deze partijen zichzelf onderscheidt in het toepassen van duurzaam hout in hun projecten. Milieudefensie heeft met hen kwalitatieve interviews afgenomen. Dankzij deze interviews is een gedetailleerder inzicht verkregen in de factoren, die de succesvolle toepassing van duurzaam hout in de praktijk waarborgen. Dit onderzoek werd geleid door het landelijk bureau van Milieudefensie. Christel Ankersmit, voormalig VROM-ambtenaar, is ingehuurd om het uit te voeren. Naast het door het landelijke bureau uitgevoerde onderzoek, hebben vanaf eind 2008 dertig vrijwilligers in hun eigen omgeving bouwprojecten van de overheid onderzocht. Alle vrijwilligers hadden een uitgebreide handleiding tot hun beschikking en zij konden ondersteuning krijgen van het landelijk bureau van Milieudefensie. In deze handleiding, samengesteld door het landelijk bureau, is onder andere het Nederlands inkoopbeleid toegelicht en zijn de verschillende certificaten uitgelegd. Uiteindelijk voldeden 8 van de 33 projecten van vrijwilligers aan de criteria voor het onderzoek. Deze projecten zijn meegenomen in dit rapport.
2.3 Beoordeling projecten Het duurzaam inkoopbeleid keurt voor hout de keurmerken FSC en PEFC (met uitzondering van MTCS) goed. Milieudefensie heeft in haar onder-
Tabel 1. Overzicht van toetsingscriteria en categorieën Toetsingscriteria
Beoordeling Groen
Beoordeling Oranje
Beoordeling Rood
Fase opdrachtverlening: voorschriften voor houtgebruik
Duurzaam hout (volgens TPAC goedgekeurde systemen) is als harde eis opgenomen in bestek/ contract
Duurzaam hout (volgens TPAC goedgekeurde systemen) is als harde eis opgenomen in bestek/ contract
Duurzaam hout (volgens TPAC goedgekeurde systemen) is niet opgenomen als harde eis in het bestek/contract
Uitvoeringsfase: Toegepaste houtsoorten, gebruikte keurmerk(en), aandeel duurzaam hout
Er is 100 procent gecertificeerd duurzaam hout (volgens TPAC goedgekeurde systemen) gebruikt
In de praktijk is uitsluitend en/of voornamelijk dubieus hout toegepast
Certificering van leverancier en/of aannemer
Leverancier en/of aannemer is FSC- en/of PEFCCoC-gecertificeerd
Vermelding van duurzaamheidsclaim op facturen en aankoopbonnen
De duurzaamheidsclaims van de verschillende producten staan duidelijk vermeld op facturen en/of aankoopbonnen
Één en/ of meer van de onderstaande condities gelden: 1.Er is hout zonder keurmerk gebruikt 2. Er is hout met een keurmerk gebruikt dat niet voldoet aan de inkoopcriteria 3. Leverancier en/of aannemer is niet CoCgecertificeerd (en kan de benodigde extra formulieren niet leveren) 4. De duurzaamheidseis van het product staat niet op de factuur vermeld en kan ook niet getraceerd worden 5. Aankoopbonnen en/ of facturen ontbreken deels of volledig
zoek gekeken in hoeverre de diverse overheden het overheidsbeleid hebben nageleefd en dus, of FSC en PEFC (met uitzondering van MTCS) zijn gevraagd of gebruikt in de bouwprojecten. Andere certificaten of ongecertificeerd hout zijn, net als voor het duurzaam inkoopbeleid van de overheid, in het onderzoek ook niet goedgekeurd. Op pagina 10 is nader toegelicht wat de positie van Milieudefensie is ten opzichte van deze en andere systemen. Voor de beoordeling van de bouwprojecten heeft Milieudefensie vooraf toetsingscriteria vastgesteld. Deze zijn opgenomen in tabel 1. Er zijn criteria voor de fase van opdrachtverlening en ook voor de uitvoeringsfase. Wanneer het project nog geen hout geleverd heeft gekregen, is alleen getoetst of in bestek12 of
12 Het bestek van een bouwwerk. Nauwkeurige beschrijving van een werk, met alle inlichtingen aangaande de gang en de uitvoering ervan, de te gebruiken materialen, de regeling der werkzaamheden enz.
aanbesteding13 om duurzaam geproduceerd hout (volgens TPAC goedgekeurde systemen) is gevraagd. Bij projecten in de uitvoerende fase of in de afrondingsfase, is ook gecontroleerd of in de praktijk duurzaam hout is toegepast. De projecten zijn na beoordeling aan de hand van de toetsingscriteria ingedeeld in drie categorieën: groene, oranje en rode projecten. Een project in de opdrachtsfase krijgt de kleur groen als in de opdracht de duurzaamheidseis is gesteld. Is dat niet het geval, dan kleurt het project rood. Wanneer al wel hout is aangeleverd en het project zich dus in de fase van uitvoering of afronding bevindt, is ook naar de praktijk gekeken. Een project kleurt dan oranje als de opdrachtgever op papier om duurzaam hout vraagt, maar er toch (deels) niet duurzaam hout gebruikt is. De precieze beoordeling is in tabel 1 weergegeven.
13 Handeling waardoor een opdrachtgever, de aanbesteder, met een aannemer in contact treedt teneinde met hem een overeenkomst van aanneming van werk aan te gaan.
13
3. Resultaten
Milieudefensie heeft 56 bouwprojecten onderzocht. Dit is een steekproef en het geeft dus een indicatie van hoe het inkoopbeleid op het gebied van hout er op dit moment voorstaat. Van de 56 projecten kleurde 36 procent (20 projecten) groen, 39 procent (22 projecten) oranje en 25 procent (14 projecten) rood. De overheidsdoelstellingen zijn anders per niveau, daarom zijn de 4% resultaten voor gemeente, rijk, waterschap en provincie apart weergegeven in tabel 2. Bekijk de kaart op pagina 18 voor een compleet overzicht 61% van alle onderzochte projecten.14
35%
Tabel 2. Resultaten per overheidsniveau Doelstelling
Resultaat Groen
Oranje
Rood
Rijk
100 %
30 %
55 %
15 %
Gemeenten
75 %
35 %
27 %
38 %
Provincies & Waterschappen
50 %
50 %
40 %
10 %
17%
Uit deze steekproef blijkt dat alleen de provincies en waterschappen hun 50% doelstelling halen. Echter, ook deze overheden zullen in 2015 100 procent duurzaam moeten inkopen, net als gemeenten en het rijk. De provincies en waterschappen zullen dus nog een forse inspanning moeten leveren om de doelstelling van 100 procent in 2015 te halen. Het rijk zou nu al 100 procent duurzaam moeten inkopen, maar haalt slechts bij 30 procent van de onderzochte projecten een goed resultaat. Voor gemeenten ligt de doelstelling voor duurzame inkoop op 75 procent, echter het onderzoek laat slechts 35 procent groene projecten zien.
3.1 Vraag naar Duurzaam hout in bestek en aanbesteding Van de 13 projecten die zich in de opdrachtsfase bevinden, wanneer nog geen hout geleverd 14 Meer gedetailleerde informatie over de gevonden houtsoorten bij de verschillende projecten vindt u op www.milieudefensie.nl/bossen
14
is, kleurt 62 procent groen (grafiek 1). Dit is een verbetering ten opzichte van 2006, toen de overheid nog ‘niet consequent om duurzaam hout in de bestekken en contracten’ vroeg.15
Grafiek 1: Projecten in opdrachtfase (hout nog niet geleverd)
38%
62%
Toch is er nog genoeg ruimte voor verbetering. Er blijkt nog veel onduidelijkheid te zijn over wat onder duurzaam hout verstaan wordt. In 38 procent van de projecten kwam daardoor de eis van duurzaam hout niet of onvoldoende naar voren in het bestek of contract. Zo maakt de Rijksgebouwdienst voor het nieuwe gebouw van de Dienst Uitvoering Onderwijs in Groningen de opmerking “MTCS = keurmerk hardhout gelijkend aan FSC”. Ook het in één adem noemen van FSC en legaal 33% hout door de gemeente Arnhem in het bestek van Kenniscluster Rijnboog, toont dat voor die gemeente niet duidelijk is wat nu duurzaam hout is. Legale keurmerken moeten niet verward worden met duurzame keurmerken, omdat eerstgenoemde de rechten van inheemse volkeren en de functies van de bossen niet beschermen. Ook komt het voor dat overheden slechts deels om duurzaam hout vragen. Zo heeft het Muziekpaleis in Utrecht alleen een duurzaamheidseis opgenomen voor de hardhouten kozijnen. Voor de vloeren, waar een grote hoeveelheid hout voor nodig is, is deze eis niet vastgelegd.
3.2 Praktijkfase Wanneer de eis om duurzaam hout te gebruiken niet in het bestek of contract stond, wordt in de praktijk helemaal niet, of in zeer beperkte mate duurzaam hout aangetroffen. Al deze projecten kleurden rood. 15 Milieudefensie (2006). Van oerwoud naar bouwput.
4% 62%
38%
61%
In de uitvoerende fase zijn 30 projecten onderzocht waarvan er 10 groen kleuren. De meeste projecten (50 procent) zijn oranje. Dat wil zeggen dat de opdrachtgevende overheid wel duurzaam hout in het bestek voorschrijft, maar dat in de praktijk alsnog fout hout in het project terecht komt.
Grafiek 4: Overzicht projecten waar uitsluitend met gecertificeerde leveranciers gewerkt is. 35%
65%
Grafiek 2: Overzicht Projecten in Uitvoering 17% 33%
50%
35%
65% projecten waren 13 proVan de 56 onderzochte jecten al afgerond. In dat geval ligt het percentage groene projecten nog lager: slechts 15 procent van de 13 projecten. Het merendeel van de afgeronde projecten (54 procent) is oranje (zie grafiek 3). Met andere woorden: zelfs wanneer de overheid wel vraagt om duurzaam hout, wordt er voor de meeste projecten toch dubieus hout geleverd.
Grafiek 3: Overzicht Afgeronde P rojecten 35%
15% 31%
Daar staat tegenover, dat slechts één van de 26 projecten waarin niet uitsluitend met dergelijke leveranciers gewerkt is, groen kleurt (4 procent) (zie grafiek 5). Met andere woorden, overheden vergroten 4% 35% aanzienlijk wanneer zij met de kans op succes kundige partijen in zee gaan. Desondanks biedt ook dit geen garantie, want 35 procent van de 15% projecten kleurt oranje ondanks het feit 61% dat 31% leveranciers en/ uitsluitend met gecertificeerde of onderaannemers is gewerkt. De uiteindelijke 54% claim of hout duurzaam geproduceerd is, is te vinden op de aankoopbon of factuur. Zie ook de aanbevelingen op pagina 21.
Grafiek 5: Overzicht projecten waar niet uitsluitend met gecertificeerde leveranciers gewerkt is 35%
4%
1
65% 54%
61%
50
3.3 Werken met gecertificeerde partijen
3.4 Voorbeelden van goede en slechte projecten
De best scorende aannemers zijn diegene die uitsluitend in zee zijn gegaan met leveranciers en/of onderaannemers, die over een FSC en/ of PEFC ‘chain-of-custody’ (CoC)-certificaat 15% beschikken. Dat betekent dat een bedrijf met een CoC-certificaat FSC of PEFC mag verko31% pen en dat jaarlijks wordt gecontroleerd of de gecertificeerde houtstroom gescheiden blijft van 54% de niet gecertificeeerde houtstroom. Dit wil echter niet zeggen, dat al het hout dat zo’n bedrijf levert ook automatisch gecertificeerd is. Van de 17 projecten waarbij het hout uitsluitend door gecertificeerde leveranciers is aangeleverd, kleuren er 11 groen (zie grafiek 4).
Ondanks de eis voor duurzaam geproduceerd hout in het bestek gaat het in de praktijk nog vaak mis. Overheden gaan er onterecht vanuit dat afspraken, vastgelegd in bestekken of contracten, ook worden nagekomen. Daarom hopen we dat overheden door ons onderzoek gaan inzien dat het in veel gevallen niet vanzelfsprekend is, dat de eisen in bestekken worden ingewilligd door aannemers en leveranciers. Zo is de Gemeente Breda er bijvoorbeeld achter gekomen, dat terwijl zij om FSC-hout had gevraagd, er toch zowel ongecertificeerd hout als PEFCgecertificeerd hout in de Brede School in GeerenNoord is gebruikt. Op basis van deze informatie 15
17%
50%
heeft de opdrachtgever de aannemer aangesproken om dit in de toekomst te voorkomen.
die de procedure voor het verkrijgen van de FSC-certificering bijna had afgerond.
Ook voor het Rijksmuseum kon niet aangetoond worden dat alle houtsoorten een FSC-keurmerk genoten. De opdrachtgever (Rijksgebouwendienst) had wel duurzaam hout voorgeschreven. Nadat dit was vastgesteld zijn strengere controles van bewijsstukken (facturen en aankoopbonnen) ingelast. Zo kan de Rijksgebouwendienst er op toe zien dat tijdens het verdere verloop van het project uitsluitend FSC-hout geleverd wordt.
Het aantal gecertificeerde Nederlandse bedrijven dat duurzaam hout met het FSC-keurmerk mag leveren is inmiddels gestegen naar ruim 2200.16 De projectdirecteur van het nieuwe stadskantoor Leyweg meent dat het voor de gemeente voordelig is geweest om met een gecertificeerde aannemer te werken. Het maakt de implementatie van het beleid in de praktijk een stuk makkelijker. Bovendien controleerden toezichthouders van de gemeente Den Haag steekproefsgewijs of FSC-hout daadwerkelijk werd toegepast. Door het stellen van een harde duurzaamheidseis, tussentijdse controle en de samenwerking met een gecertificeerde aannemer, is de toepassing van duurzaam hout in de praktijk gewaarborgd.
Het is bemoedigend te constateren dat, naar aanleiding van onze vragen, diverse opdrachtgevers al tijdens het onderzoek werden aangezet tot het nemen van maatregelen. Door in gesprek te treden met de opdrachtnemer en door tussentijdse controle bleken zij beter in staat de toepassing van duurzaam hout te waarborgen. Dit wijst erop dat er voor het duurzaam inkoopbeleid draagvlak bestaat en dat de diverse overheden het graag serieus willen uitvoeren.
Groene Projecten De gemeente Den Haag bouwde het nieuwe Stadskantoor Leyweg van zeventien verdiepingen hoog. Tijdens de bouw heeft de gemeente haar best gedaan om alleen FSC-hout in het bouwproject te verwerken. En met succes. Dat succes is mede te danken aan het feit dat de gemeente ook uitsluitend FSC-hout heeft geëist in haar bestek. Bovendien is er in 2008 voor gekozen om een aannemer in de hand te nemen
Ook de provincie Friesland heeft het goed gedaan. Zij bouwde op de locaties Molenkrite en Akkerwinde twee houten verkeersbruggen van Accoya-hout. Door een chemisch proces wordt FSC- of PEFC-hout even sterk als tropisch hardhout, maar tegelijkertijd is het wel in grote hoeveelheden beschikbaar met een duurzaam keurmerk. Accoya-hout is milieuvriendelijk, omdat tijdens chemisch proces geen giftige stoffen worden toegevoegd en ook is het hout 100 procent recyclebaar. 16 http://www.fsc.nl/nl/doc.phtml?p=Resultaten1 Ieder groepscertificaat en ieder certificaat onder een multi-site certificaat wordt afzonderlijk geteld.
O khu iz e n , H o ll a n ds e H oo g t e
Verbouwing van het Stedelijk museum in Amsterdam. Milieudefensie ontdekte dat bij deze verbou wing fout hout is gebruikt.
16
Volgens Haiko Meijer, één van de architecten van de brug, zou de provincie de bouw van de brug nooit uitgevoerd kunnen hebben zonder Accoyahout, “omdat geen andere houtsoort voldoet aan de eisen die gesteld werden op het gebied van duurzaamheid.17 ” Innovatief is de brug zeker. De brug in Akkerwinde is wereldwijd de eerste houten brug van zo’n grootte.
Oranje en rode Projecten De gemeente Utrecht heeft veel hout besteld uit niet-duurzame bron voor de bouw van het Muziekpaleis op het Vredenburg. Alhoewel dit project nog in de ruwbouwfase is, is het risico groot dat dit project voornamelijk uit dubieus hout zal bestaan. De gemeente heeft alleen duurzaam hout geëist voor de kozijnen. Elders in het bestek vraagt de gemeente niet om duurzaam hout, terwijl ze wel een grote hoeveelheid Keroewing-hout voor de nieuwe parketvloer heeft besteld. Deze houtsoort wordt vaak gebruikt voor houten vloeren vanwege haar mooie roodbruine kleur. Helaas is Keroewinghout afkomstig uit Indonesië, waar 67 tot 70 procent van al het hout illegaal gekapt en verhandeld wordt.18 Tevens maakt Keroewing deel uit
17 Accoya (2009), “bruggen bouwen tussen vandaag en morgen” www.accoya.com/news/TI_uitgelicht_ NL0904_lowres%20(2)(1).pdf 18 Illegal logging (2006). Illegal wood supplies 67-70% of Indonesia Industries.
van de Dipterocarpus plantenfamilie.19 Meer dan de helft van de houtsoorten uit deze familie staat momenteel op de IUCN rode lijst als ‘bedreigde’ of ‘ernstig bedreigde’ boomsoort.20 Ook de gemeente Amsterdam maakt het bont met een grote hoeveelheid niet gecertificeerd hout, aangetroffen bij en besteld voor het Stedelijk Museum. Één van de houtsoorten, Okoumé, (West-Afrika) wordt veelal illegaal geïmporteerd en staat op de IUCN rode lijst van bedreigde soorten. Okoumé is inmiddels ook met FSC-certificaat verkrijgbaar. De overige houtsoorten die zijn toegepast in het Stedelijk Museum zijn eveneens niet gecertificeerd, omdat ook hier een duurzaamheidseis in het bestek voor hout ontbreekt. Voor de bouw van het Koninklijk Paleis op de Dam maakt de Rijksgebouwendienst zich schuldig aan de toepassing van niet gecertificeerd Okoumé hout. De eis voor duurzaam hout is wel in het bestek opgenomen, maar er is niet alleen duurzaam hout geleverd. Er is ook vurenhout geleverd met slechts een Keurhout level 2-certificaat. Deze inkopen zijn duidelijk in strijd met het rijksbeleid dat de rijksgebouwendienst verplicht 100 procent duurzaam hout in te kopen.
19 Houtdatabase. (2010). Site: www.houtdatabase.nl 20 IUCN Red List (2010). Site: www.iucnredlist.org
Voorbeelden projecten van vrijwilligers De tijd die door vrijwilligers in het onderzoek is gestoken, is zeer waardevol geweest. Veelal bleken de gemeenten hun zaken niet op orde te hebben en zijn vrijwilligers daarover met ze in gesprek gegaan. Dat heeft vaak geleid tot beter inkoopbeleid, formulering van duurzame criteria in bestekken en strengere controle. Hieronder een paar voorbeelden. Gery van Nieuwkoop is als lid van de lokale afdeling Milieudefensie Voorschoten al jarenlang actief op lokaal niveau. De Gemeente Voorschoten heeft een ambitieus duurzaamheidsprogramma, met onder andere aandacht voor inkoop van duurzaam hout. Alles leek dan ook in orde toen Milieudefensie Voorschoten eind 2008 startte met het onderzoek door navraag te doen naar toegepast hout in een kinderboerderij. In eerste instantie beweerde de gemeente dat hier duurzaam hout werd toegepast, maar hiervoor was geen beleid en ook geen enkel bewijs. De gemeente was wel van goede wil. Echter, door gebrek aan kennis en (vooral) interne afstemming zijn de mooie ambities, zoals weergegeven in het duurzaamheidsprogramma,
geen werkelijkheid geworden. Van Nieuwkoop kaartte dit aan in gesprekken binnen de gemeente en met de lokale politiek, wat voor veel opschudding zorgde. Haar inspanning heeft vaak geleid tot strenger inkoopbeleid, de formulering van duurzame criteria voor in bestekken en controle hierop bij de uitvoering van alle bouwprojecten, waarvan de gemeente Voorschoten opdrachtgever is. De ontbossing gaat Werner von Scheibler aan het hart. Dat was voor hem reden om in 2009 te starten met onderzoek naar een tweetal bouwprojecten in de gemeente Weert. Bij de gemeente bleek onduidelijkheid te bestaan over wat duurzaam hout is en hoe ervoor te zorgen dat dit daadwerkelijk wordt toegepast. Von Scheibler is met de gemeente in gesprek gegaan en voorzag de gemeenteambtenaren van advies over duurzaam hout. Inmiddels staat de eis in bestekken en contracten. Wethouder Litjens geeft aan “heel blij te zijn met de ondersteuning”. De interne controle op de toepassing van duurzaam hout in bouwprojecten, waar de gemeente Weert opdrachtgever is, is echter nog geen routine geworden. Er is behoefte aan beleid om de inkopers structureel te ondersteunen.
17
Onderzochte projecten Naam
Plaats
Opdrachtgever Kleur
Project 1
Herhuisvesting Belastingdienst Oost
Doetinchem
Rijksgebouwdienst
Project 2
Europol nieuwbouw
Den Haag
Rijksgebouwdienst
Project 3
Nieuwbouw Dienst Uitvoering Onderwijs en Belastingdienst Groningen
Groningen
Rijksgebouwdienst
Project 4
Nieuwbouw en Renovatie Gerechtsgebouw Zwolle
Zwolle
Rijksgebouwdienst
Project 5
Ministerie van Defensie
Den Haag
Rijksgebouwdienst
Project 6
Ministeries van Justitie en BZK
Den Haag
Rijksgebouwdienst
Project 7
Uitbreiding en renovatie Ministerie van EL&I
Den Haag
Rijksgebouwdienst
Project 8
Penitentiaire Inrichting Zaanstad
Zaanstad
Rijksgebouwdienst
Project 9
Uitbreiding en renovatie Raad van State
Den Haag
Rijksgebouwdienst
Project 10
Restauratie Rietveld Paviljoen bij Kröller-Müller Museum
Otterlo
Rijksgebouwdienst
Project 11
Het nieuwe Rijksmuseum
Amsterdam
Rijksgebouwdienst
Project 12
Nederlands Scheepvaart Museum
Amsterdam
Rijksgebouwdienst
Project 13
Hoge Raad der Nederlanden
Den Haag
Rijksgebouwdienst
Project 14
Koninklijk Paleis op de Dam
Amsterdam
Rijksgebouwdienst
Project 15
Maallust-complex
Veenhuizen
Rijksgebouwdienst
Project 16
Tweede Coentunnel en Westrandweg
Amsterdam
Rijkswaterstaat
Project 17
Renovatie Prins Bernhardsluizen
Tiel
Rijkswaterstaat
Project 18
Prinses Beatrixsluizen
Nieuwegein
Rijkswaterstaat
Project 19
Negen ecoducten
Veluwe, Utrechtseen Sallandse Heuvelrug
Rijkswaterstaat
Project 20
A58: Zorgeloze verzorgingsplaatsen (7)
Zeeland
Rijkswaterstaat
Project 21
Floriade 2012
Venlo
Provincie
Project 22
Reviseren deuren 5 en 8 grote sluis Vlissingen
Vlissingen
Provincie
Project 23
Restauratie Paushuize
Utrecht
Provincie
Project 24
Bouw houten brug Molenkrite Akkerwinde
Sneek
Provincie
Project 25
Een nieuw (provincie)huis Noord-Holland
Haarlem
Provincie
Project 26
Nieuwbouw Gemeentehuis Bronckhorst
Hengelo
Gemeente
Project 27
School en brandweer Bloemershof
Dieren
Gemeente
18
43
Haarlem 25
8 55 11 29 16 12 33 14 42 45 Amsterdam
51 13 35 2 7 9 5 6 28 Den Haag
30 23 Ut 37 34 18 50 47 49
41 36
D 31 22
Middelburg 20
Groningen 3
39
Naam
Plaats
Opdrachtgever Kleur
Project 28
Haagse Hopjes
Den Haag
Gemeente
Project 29
Stedelijk Museum
Amsterdam
Gemeente
Project 30
BSO meubel
Utrecht
Gemeente
Project 31 53
Brede School Geeren Noord
Breda
Gemeente
Project 32
Gemeentehuis Hardenberg
Dedemsvaart
Gemeente
Project 33
Noord/Zuidlijn
Amsterdam
Gemeente
Project 34
Vorstelijk Complex
Utrecht
Gemeente
Project 35
Stadskantoor Leyweg
Den Haag
Gemeente
Project 36
Rotterdam Centraal
Rotterdam
Gemeente
Project 37
Muziekpaleis
Utrecht
Gemeente
Project 38
Kenniscluster Rijnboog
Arnhem
Gemeente
Project 39
Gemeentehuis Buitenpost Achtkarspelen
Achtkarspelen Buitenpost
Gemeente
Project 40
Cultureel Kwartier
Assen
Gemeente
Project 41
RandstadRail
Den Haag en Rotterdam
Gemeente
Project 42
Brede School Theophile de Bock
Amsterdam
Gemeente
Project 43
Vernieuwbouw gemeentehuis Castricum
Castricum
Gemeente
Project 44
Bisschopelijk college*
Weert
Gemeente
Project 45
Brede school Michiel de Ruyter*
Amstelveen
Gemeente
Project 46
Ichtushof*
Rotterdam
Gemeente
Project 47
Basisschool de Toonladder* Nieuwegein
Gemeente
Project 48
Nieuwbouw Brandweer Kazerne - Opleidingsinstituut Saasen*
Gemeente GeldropMierlo
Gemeente
Project 49
Sportzaal de Waterlelie*
Nieuwegein
Gemeente
Project 50
Nieuwbouw Stadhuis Nieuwegein*
Nieuwegein
Gemeente
Project 51
Basisschool Het kompas en de Vink*
Voorschoten
Gemeente
Project 52
Bouw bezoekerscentrum (+ Lemmer onderhoud Woudagemaal)
Waterschappen
Project 53
Renovatie gemaal Hongerige Wolf
Waterschappen
Project 54
Waterberging/stuw BeulBeulakerpolakerpolder; Fauna Uiittreed der, OranjePlaatsen Oranjekanaal kanaal
Waterschappen
Project 55
Renovatie Luyendijksluis en brug
Landsmeer
Waterschappen
Project 56
Beschoeiingen (onderhoud) Noordoostpolder
Waterschappen
Leeuwarden 15 24
Assen 40
52 54 56 32
Zwolle 4
Lelystad
26
19
trecht
10
Arnhem 39 1 17
Den Bosch
48 21
44
Maastricht
Finsterwolde, Reiderland
* (onderzocht door vrijwilliger) Meer gedetailleerde informatie over de gevonden houtsoorten bij de verschillende projecten vindt u op www.milieudefensie.nl/bossen 19
4. Conclusie
Overheden blijken de kans op succes aanzienlijk te vergroten wanneer zij met gecertificeerde aannemers en leveranciers in zee gaan. Desondanks biedt ook dit geen garantie: in 35 procent van de projecten waarin overheden uitsluitend met gecertificeerde partijen werken, trof Milieudefensie nog steeds dubieus hout aan.
Van de 56 onderzochte bouwprojecten heeft: • 36 procent (20 projecten) de duurzaamheidseis in het bestek en was (in de praktijkfase) het gebruikte hout ook 100 procent duurzaam; • 39 procent (22 projecten) wel de duurzaamheidseis in het bestek, maar (deels) dubieus hout in de praktijk; • 25 procent (14 projecten) de vraag naar duurzaamheid niet op papier staan en werd in de praktijk dubieus hout geleverd.
De interne controle op de toepassing van duurzaam hout in gemeenteprojecten is nog geen routine geworden. Ook is er behoefte aan beleid vanuit de landelijke overheid om inkopers bij de diverse overheden te ondersteunen.
De provincies en waterschappen lijken de doelstelling van de overheid voor duurzaam inkopen in 2010 te halen. Zij hebben, conform de doelstelling, bij de helft van de door Milieudefensie onderzochte projecten 100 procent duurzaam hout ingekocht. De rijksoverheid en gemeenten daarentegen presteren nog ver onder de maat. Slechts 30 procent van de onderzochte rijksoverheidsprojecten en 35 procent van de gemeenteprojecten voldoet aan het duurzaam inkoopbeleid. En dat, terwijl juist zij de lat hoog hebben gelegd met de doelstelling om 100 procent en 75 procent duurzaam in te kopen.
Het is belangrijk dat de criteria van het duurzaam inkoopbeleid niet verwateren. Daarom moeten systemen die niet voldoen ook niet worden toegelaten. Met haar duurzaam inkoopbeleid heeft de overheid een voorbeeldfunctie en kan ze de lat voor duurzaam inkopen zo hoog mogelijk leggen. De essentie van het duurzaam inkopen is dat de overheid een aanjagersrol vervult en daarmee markten voor duurzame producten (diensten en werken) openbreekt. Het is niet bedoeld om ‘busines as usual’ een duurzaamheidslabel te geven. Het toelaten van systemen als MTCS past, zolang MTCS duurzaam bosbeheer niet kan garanderen, niet in een effectief overheidsbeleid voor duurzaam inkopen.
Alleen de eis van duurzaam hout in het bestek of de aanbesteding is niet voldoende. Zelfs wanneer de overheid wel vraagt om duurzaam hout, wordt er bij het overgrote deel van de projecten toch hout geleverd dat niet gegarandeerd duurzaam is.
I s t oc kp h ot o
Er zijn ondersteunende maatregelen nodig om de controle en monitoring van het beleid te verbeteren, zodat ook in de praktijk de toepassing van duurzaam hout gegarandeerd kan worden. Met de aanbevelingen in het volgende hoofdstuk kunnen het bos en haar bewoners echt gaan profiteren. Het aantal gevallen waarin het Nederlands duurzaam inkoopbeleid slechts een papieren tijger is, kan daarmee sterk worden gereduceerd en uiteindelijk tot nul worden teruggebracht.
20
5. Aanbevelingen
Eis duurzaamheid in aanbestedingsfase en bestek Waarborgen van het toepassen van duurzaam hout in de praktijk begint met een goed geformuleerde eis in het bestek. Dit zou standaard in elk bestek van alle overheden moeten worden opgenomen. De overheden die het in de praktijk goed voor elkaar hebben, eisen “FSC of gelijkwaardig” in bestekken en contracten, als onderdeel van hun inkoopbeleid. Het benoemen van duurzaam hout in bestekken is van essentieel belang. “Het bestek is een overeenkomst met de aannemer. Het juridische stuk. De aannemer is juridisch verplicht om te doen wat er in staat” (Tom Schonenberg, Milieudienst West-Holland). Bovendien benadrukt aanbestedingsadvocaat Gijs Verbern, dat er geen juridische bezwaren zijn tegen het stellen van deze eisen voor de toepassing van een specifiek houtkeurmerk, zolang de woorden “of gelijkwaardig” zijn toegevoegd. Wanneer de duurzaamheidseis niet of onvoldoende vermeld staat in het bestek, wordt duurzaam hout niet of nauwelijks in de praktijk toegepast.
Stel kwaliteitseisen voor hout Toch biedt het specificeren van duurzaam hout in de bestekken van overheden nog geen garantie dat er in de praktijk ook daadwerkelijk duurzaam hout wordt gebruikt. Een veel gehoord argument is, dat niet alle houtsoorten leverbaar zouden zijn in FSC. Echter voor een houtsoort die moeilijk leverbaar is in FSC kan vaak een alternatieve FSC-houtsoort worden gevonden. Het is daarom heel belangrijk dat opdrachtgevers in hun bestekken kwaliteitseisen in plaats van hout soorten benoemen.
meer ruimte om te voldoen aan de duurzaamheidseis met behulp van andere houtsoorten.
Werk uitsluitend met gecertificeerde aannemers Als opdrachtgever maak je het gebruik van duurzaam hout al een stuk zekerder wanneer je uitsluitend in zee gaat met gecertificeerde aannemers en leveranciers. De resultaten van het onderzoek ondersteunen dit. Alleen een gecertificeerde aannemer kan de opdrachtgever de zekerheid bieden, dat het geleverde en toegepaste hout daadwerkelijk uit duurzame bron afkomstig is.22 Dit komt omdat gecertificeerde bedrijven duurzaam hout gescheiden moeten houden van niet-gecertificeerde producten. Ook zijn deze bedrijven verplicht om bij te houden hoeveel gecertificeerd hout er binnen is gekomen en er weer uitgaat (door vermelding op de factuur). Onafhankelijke auditers controleren jaarlijks of aan de bovenstaande eisen wordt voldaan. Zodoende kan de opdrachtgever altijd aflezen op de factuur of daadwerkelijk gecertificeerd hout geleverd is (zie voorbeeldfactuur). Een ‘chain-of-custody’-certificaat of CoC-nummer op de factuur van de aannemer of leverancier maakt het makkelijker, maar is nog geen sluitend bewijs voor duurzaam geproduceerd hout. De claim achter de houtsoort en -hoeveelheid maakt het sluitend. Ze kunnen namelijk ook niet gecertificeerd hout verkopen.
Controleer de facturen en aankoop bonnen tussentijds en neem steekproeven op de bouwplaats
In een bestek vragen opdrachtgevers nu vaak om een houtsoort, bijv. merbau voor deuren. Echter, sommige traditioneel gebruikte houtsoorten zijn niet duurzaam te krijgen, omdat nog weinig bossen waar deze houtsoort voortkomt, voldoen aan de eisen die FSC hieraan stelt.21 Alternatieve soorten met dezelfde kwaliteitseisen zijn vaak wel beschikbaar. Zo geef je de opdrachtnemer dus
Al wordt uitsluitend gewerkt met gecertificeerde aannemers en/of leveranciers dan nog moet de opdrachtgever regelmatig contact hebben met de opdrachtnemer en ook steekproefsgewijs de facturen en aankoopbonnen checken. Zo kan de opdrachtgever precies zien wat er geleverd wordt. De onderzoeksresultaten bevestigen dit. In een deel van de projecten waar uitsluitend
21 FSC-website www.fsc.nl/nl/doc. phtml?p=Veelgestelde%20vragen
22 FSC (2010). Handleiding FSC-Hout: Toepassing van FSC-hout door aanbestedende diensten.
21
Voorbeeldfactuur van www.fsc.nl Op de factuur is de duurzaam heidsclaim bij de houtsoort én het CoC-certificaat duidelijk zichtbaar. De geldigheid van het certificaat kan voor FSC gecontroleerd worden op www.info.fsc.org en voor PEFC op register.pefc.cz.
met gecertificeerde leveranciers gewerkt is, troffen wij alsnog dubieus hout aan.
doen. Voldoende kennis bij deze inkopers is dan noodzakelijk.
Een gecertificeerd bedrijf kán ook niet gecertificeerd hout leveren. Daarom is controle van het geleverde hout tijdens de uitvoering (het bouwproces) noodzakelijk. De gemeenten Boskoop, Leeuwarden en Den Haag ondervinden weinig problemen met de toepassing van duurzaam hout in de praktijk. Deze gemeenten controleren systematisch. Zij gaan niet alleen de bijbehorende factuur en aankoopbonnen na, toezichthouders voeren ook steekproeven op de bouwplaats uit of het geleverde hout een logo draagt van een goedgekeurd certificeringssysteem.
Door hulp in te schakelen van kundige partijen, zoals FSC Nederland23 of Probos24 maken overheden het zichzelf een stuk makkelijker. Met behulp van deze partijen kan de benodigde kennis en een gedegen werkwijze worden ontwikkeld die de toepassing van duurzaam hout in de praktijk waarborgt. Opdrachtgevers weten dan hoe zij de herkomst van duurzaam hout kunnen controleren tijdens en na afloop van het project.
Creëer draagvlak en maak flankerend beleid Om de hierboven genoemde systematische controle te waarborgen, is het belangrijk dat overheden volledig achter het duurzame inkoopbeleid staan. Alle beleidsmakers en betrokken overheidsinkopers moeten het belang ervan inzien, want zij moeten immers de uitvoering 22
De Rijksoverheid moet maatregelen nemen die ertoe leiden dat de opdrachtgevers bij de diverse overheden voldoende kennis en capaciteit hebben om de toepassing van duurzaam hout te garanderen.
23 De goedhoutdatabase, www.goedhoutdatabase.nl en de houtscout, www.houtscout.nl van FSC. 24 Timmer de keten dicht, www.probos.nl/timmerdeketendicht van Probos.
Bijlage I Interviews
Bijlage II Invulformulier
Zowel overheden als bouwprojecten zijn geselecteerd om de toepassing van duurzaam hout op verschillende niveaus te onderzoeken. In totaal hebben wij uitgebreid gesproken met 4 gemeenten, 1 Waterschap, 2 bouwbedrijven, Rijkswaterstaat, FSC Nederland en Milieudienst West Holland.
Invulformulier onderzoek duurzaam inkopen hout door overheden
Lijst met geïnterviewden: 1. Adri van Schijndel, BAM Utiliteitsbouw 2. Annette Augustijn (directeur duurzaamheid), Rijkswaterstaat 3. Arjan Alkema, FSC Nederland 4. Bert-Jan Sprangers, Waterschappen Brabantse Delta 5. Evert Schut, Rijkswaterstaat 6. Gerk Jan Kuipers, Gemeente Leeuwarden 7. Henk van Essen (KAM & FSC coordinator), BAM Utiliteitsbouw 8. Jan Nies, Gemeente Den Haag 9. Rene Van den Bergh, Bouwbedrijf M. J. De Nijs en Zonen B. V. 10. Tom Schonenberg, Milieudienst West Holland 11. Wethouder Dazler, Gemeente Boskoop 12. Wethouder Kervezee, Gemeente Boskoop 13. Xandra Lipzig, Gemeente Apeldoorn
Contactgegevens Naam: ... Functie: ... E-mail: ... Telefoonnummer: ... Adres: ... Projectgegevens Naam van het project: ... Plaats: ... Opdrachtgever: ... Bouwfase: ... Oplevering gepland: ... Duurzaamheidseis hout in bestek? Ja / nee Duurzaamheidseis hout in contract? Ja / nee Gebruikt hout Houtsoort 1: ... Hoeveelheid/volume (in kubieke meters/m3): ... Land/regio van herkomst: ... Toepassing(en): ... Certificaat hout: Ja / nee . Indien ‘Ja’ certificaatnummer: ... Voeg alstublieft een kopie/scan toe van de aankoopbon bij dit invulformulier: Gecertificeerde aannemer? Ja / Nee. Indien ‘Ja’ voeg a.u.b. het nummer in:…........ Houtsoort 2: … Hoeveelheid/volume (in kubieke meters/m3): … Land/regio van herkomst: … Toepassing(en): ... Certificaat hout: Ja / nee. Indien ‘Ja’ certificaatnummer: … Voeg alstublieft een kopie/scan toe van de aankoopbon bij dit invulformulier: Gecertificeerde aannemer? Ja / Nee. Indien ‘Ja’ voeg a.u.b. het nummer in:..….......... Houtsoort 3: Hoeveelheid/volume (in kubieke meters/m3): … Land/regio van herkomst: … Toepassing(en): … Certificaat hout: Ja/nee. Indien ‘Ja’ certificaatnummer: ... Voeg alstublieft een kopie/scan toe van de aankoopbon bij dit invulformulier: Gecertificeerde aannemer? Ja / Nee. Indien ‘Ja’ voeg a.u.b. het nummer in:.….......... Als er meer dan vier verschillende houtsoorten gebruikt worden, herhaalt U dan de vragen voor deze. Ruimte voor opmerkingen, andere of extra gegevens:
23
Milieudefensie – Friends of the Earth Netherlands Postbus 19199 1000 GD Amsterdam servicelijn: 020 6262 620
[email protected] www.milieudefensie.nl
www.milieudefensie.nl 24