a.
Projectgegevens
Titel project
Bruggen bouwen in Waterland
Projectnummer
IA06019
Begin- en einddatum van het project
Van 01-04-2007 tot 31-03-2010
A. Uitgangspunten voor project 1. Beschrijf kort en concreet de centrale gedachte achter het project. Op welke ontwikkelingen in de regio / sector / opleiding heeft de innovatie betrekking? Centrale gedachte achter het project Ontwikkelingen in de regio tot op heden Het voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs kunnen en moeten samen veel beter presteren. Samenwerking met het bedrijfsleven is hiervoor cruciaal. Te veel leerlingen vallen uit of bereiken niet het onderwijsniveau dat haalbaar is. Ook de aansluiting op de regionale arbeidsmarkt moet beter. Vanuit bovenstaande gedachte heeft Regio College Zaanstreek-Waterland zich stevig verbonden met de Purmerendse Scholengemeenschap, de locatie SG De Triade van het Atlas College in Edam, Don Bosco College in Volendam en Clusius College in Purmerend en de Purmerendse Regio Ondernemers op basis van een Regiovisie. Regio College richt met de PSG in Purmerend een nieuwe, gezamenlijke vmbo/mbo-campus in (bouw start in voorjaar 2007). Zij willen de opleidingen in vmbo en mbo ingrijpend herontwerpen in nauwe afstemming met elkaar, het regionale bedrijfsleven en de maatschappelijke omgeving (vastgelegd in de convenanten ‘Waterlandse Variant’ en ‘Doorstromen in Waterland’). Gemeente, zorginstellingen, regionale bedrijven, ondernemersorganisaties, Kamer van Koophandel NW-H en verschillende samenwerkingsverbanden van werkgevers en kenniscentra, hebben zich aan deze ontwikkelingen gecommitteerd. Concreet werkt men samen aan ontwikkeling van onderwijsopdrachten, het opzetten van leerbedrijven, het uitproberen van nieuwe leer-/werk-constructies, verlengde schooldagtalentenprogramma’s voor en gedeeltelijk door leerlingen, leerlingen-portfolio, coachingstraject docenten en talentenmanagement PSG, de vmbo-mbo-campus Purmerend en de concentratie van de opleidingslocatie Bouw te Edam (per 1 augustus 2007). Centrale gedachte project Partijen realiseren zich dat bovengenoemde, structurele aanpak en samenwerking slechts een deel van de oplossing is. Indien niet tegelijkertijd de loopbaanbegeleiding in samenwerking met het regionale bedrijfsleven en de leerlingen zelf sterk verbeterd wordt, zal het gewenste effect van rendementsverhoging niet tot stand komen. Recent onderzoek (Kuijpers, Meijers en Bakker, 2006) wijst op het grote belang van loopbaanbegeleiding om uitval te voorkomen en een beroepsidentiteit te ontwikkelen. Onderzoekers wijzen erop dat een loopbaangerichte leeromgeving aan 3 condities moet voldoen: 1. Er moet sprake zijn van een krachtige leeromgeving, die praktijknabij is en waarin het leren voor een belangrijk deel wordt gestuurd door realistische praktijkproblemen die een ‘echte’ probleemeigenaar hebben. 2. Er moet sprake zijn van een dialogische leeromgeving waarin reflectieve leerprocessen worden gerealiseerd gericht op identiteitsvorming, later leidend tot beroepidentiteit. Hiertoe moet er vertrouwen zijn tussen leerlingen en docenten en dienen de gedachten en gevoelens van de leerling centraal te staan. 3. Er moet sprake zijn van een participatieve of vraaggerichte leeromgeving. Actieve participatie aan dan wel (mede)zeggenschap over het eigen leerproces is essentieel om de weerstand Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
1
van jongeren tegen reflectie te overwinnen. De onderzoekers geven tevens aan dat van een volledig ontwikkelde loopbaanomgeving (die krachtig, dialogisch en vraaggericht is) nog nergens sprake is. Met name de condities 2 en 3 blijven in de praktijk achter. Dr. Meijers stelt in een presentatie van 25 september 2006 zelfs dat de loopbaangerichte dialoog (en zelfs iedere vorm van echte dialoog tussen docent en leerling) in Nederland ontbreekt op dit moment. Naar zijn mening vergt het realiseren van een dialoog tussen docenten en leerlingen een heuse cultuurverandering. De partners in dit project herkennen deze problematiek. Ook in Waterland dienen er bruggen te worden geslagen: - tussen de huidige generatie leerlingen/jongeren en het onderwijssysteem; - tussen de leerlingen/jongeren van nu en het regionale bedrijfsleven; - tussen onderwijs en bedrijfsleven; - tussen vmbo en mbo. Gezamenlijk vormgegeven loopbaanbegeleiding inclusief een goede loopbaandialoog kan de verbinding maken en vormt als het ware het cement tussen alle afzonderlijke plannen en maatregelen. De partners in dit project willen deze cultuurverandering trachten te bewerkstelligen door al snel te gaan experimenteren met de loopbaangerichte dialoog in nauwe samenwerking met het regionale bedrijfsleven en de leerlingen (en hun organisaties) die het betreft. De kunst is vervolgens om ook echt wat te doen met de vragen en behoeften van leerlingen en bedrijven. Daarvoor is een verdere flexibilisering van de schoolorganisatie nodig. Gaandeweg worden dan begeleidingsinstrumenten toegevoegd die de verbinding leggen met de nieuwe, competentiegerichte kwalificatiestructuur.
2. Beschrijf de doelen in termen van beoogde effecten en resultaten, d.w.z. specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden. Beschrijf het doel en de concrete resultaten waar het project naar streeft Met het project ‘Bruggen Bouwen in Waterland’ willen we primair de volgende doelstelling bereiken: We willen een doorlopende (vmbo-mbo) methodiek van loopbaanbegeleiding ontwikkelen en in een pilot uitproberen in nauwe samenwerking met het regionale bedrijfsleven en leerlingen zelf. Deze methodiek ontwerpen we al werkende en passen we integraal toe in een pilot binnenkring en vervolgens in een pilot buitenkring en stellen we na evaluatie bij. We bouwen hierbij voort op het reeds eerder genoemde onderzoek. In verband met de onzekerheden die de huidige beroepswereld kenmerkt, pleiten de auteurs van het onderaan pagina 6 genoemde onderzoek voor een verbinding van de beroepsidentiteit met meer algemene thema’s van arbeidsidentiteit. Die ontwikkeling zien we overigens weerspiegeld in de ontwikkeling van de kwalificatiedossiers: van branchespecifieke competenties naar een set van 25 algemeen geldende competenties, waarmee de wendbaarheid van beroepsbeoefenaren op de arbeidsmarkt beter gewaarborgd is. In het project zoeken we naar mogelijkheden om het loopbaanleren te plaatsen in de beroepskolom. De methodiek is opgebouwd uit de volgende elementen: 1. Het continue (her)ontwerpen van de loopbaanleeromgeving; benoemen van de wezenlijke elementen van die loopbaanleeromgeving in verschillende fasen van de opleiding en handreikingen voor het doelgericht arrangeren van die verschillende elementen. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan het vormgeven van kritische beroepssituaties in samenwerking met het bedrijfsleven. 2. Een loopbaanleeromgeving heeft praktijknabijheid en vraaggerichtheid als belangrijke kenmerken. Leerlingen moeten zich steeds weer in situaties kunnen begeven waarin het opdoen van Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
2
grenservaringen besloten ligt. Deze kenmerken kunnen alleen gerealiseerd worden met behulp van een flexibele onderwijslogistiek. Onze ervaring is namelijk dat bedrijven en instellingen best willen bijdragen aan praktijkgericht onderwijs, maar dat het onderwijs problemen heeft om hun bijdrage in te passen. Praktijkopdrachten passen niet altijd qua omvang en/of periode of vallen buiten de gangbare schooltijden. Onze ambitie is daarom ook om een model voor een echt flexibele onderwijslogistiek te ontwikkelen door middel van variabele en gevarieerde onderwijseenheden. 3. De vereiste cultuuromslag in de dialoog met leerlingen noodzaakt tot het aanreiken van instrumenten (een model en training voor loopbaanbegeleiders om het model te hanteren) om de intuïtieve zingeving en de rol van emoties te onderzoeken en te kunnen hanteren. 4. Het aanreiken van praktische concepten om de discursieve betekenisgeving1 te ondersteunen. De 25 competenties uit het nieuwe format voor de kwalificatiestructuur zijn te beschouwen als concepten die – mits per fase voldoende geoperationaliseerd – de discursieve betekenisgeving kunnen ondersteunen en de loopbaanontwikkeling (= doelgericht zoeken van grenservaringen) kunnen sturen. De bedoeling is om een handzaam instrument (digitaal, webbased) te ontwikkelen om de competentiegroei van leerlingen in beeld te brengen gebaseerd op het eindniveau mbo, over de volle breedte van het beroepsonderwijs. Leerlingen merken hiervan dat ze niet alleen goed gecoached worden, maar dat ze geleidelijk aan een steeds beter beeld krijgen van de studierichting en het beroep van hun keuze, van wat het beroep van hen vraagt, wat hun kwaliteiten zijn, waar hun hart ligt et cetera. Zij zullen ook daadwerkelijk wat te kiezen krijgen in het onderwijsproces en bewust kunnen versnellen of vertragen, hetgeen zeer stimulerend is. Door het competentiegroei-instrument kunnen zij direct zien hoe binnenschoolse en buitenschoolse leerinspanningen het gestelde doel van competentieverwerving dichterbij brengen. Bij tussentijdse overstap naar een andere opleiding (en bij doorstroom van vmbo naar mbo) kunnen ervaringen in de eerdere opleiding gemakkelijker gehonoreerd worden. Docenten en bedrijven zullen ervaren dat een goed functionerende methodiek van loopbaanbegeleiding leidt tot beter gemotiveerde leerlingen, die weten wat ze willen, wat ze kunnen, hoe ze hun ambities kunnen bereiken en uiteindelijk tot minder tussentijdse switches van studierichting. De methodiek beschrijft niet alleen de inhoud en procesaanpak van de begeleiding, maar ook de randvoorwaarden zoals deskundig personeel, samenwerking met bedrijven en de organisatie ervan. Voor docenten en werkbegeleiders in het bedrijf zal deze nieuwe werkwijze en gerichtheid op loopbaanbegeleiding wel een ingewikkelde omslag in werken vergen. Door een heldere onderwijslogistiek en de aanreiking van een methodiek en instrumenten krijgen zij echter ook de handvatten om met deze ontwikkeling om te kunnen gaan. Bedrijven zullen als gevolg van de gerichtheid op loopbaanbegeleiding en de flexibele onderwijslogistiek gaan ervaren dat er “steeds meer kan” in de samenwerking met vmbo en mbo. Het competentiemeetinstrument faciliteert docenten, werkbegeleiders en beoordelaars op school en in bedrijven bij het handig registreren en vastleggen van de competentiegroei. Het effect van deze nieuwe methodiek van loopbaanbegeleiding zal een complete cultuur- en organisatieverandering van het onderwijs zijn, waarbij de loopbaanbegeleiding leidend is. Wij verwachten hiervan dat de uitval van leerlingen vermindert en het studierendement (sneller, hoger, beter toegerust) toeneemt.
1 Dit is een term van Frans Meijers waarmee wordt bedoeld dat identiteit wordt ontwikkeld door over je ervaringen te praten en ze samen betekenis te geven.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
3
In schema: Project Doel
A (leerlingniveau)
B (schoolniveau) C (maatschappijniveau) Resultaat
Cultuur en organisatieverandering gericht op de omslag van programmagericht ‘oriëntatie op leren en werken’ naar leerlinggericht en activerend loopbaanleren. De leerling kan zijn competenties (kwaliteiten) plaatsen in het perspectief van de eigen loopbaan en de (regionale) arbeidsmarkt. De leerling kan beargumenteren waarom juist hij past in dat beroep(sveld) en wat hij heeft gedaan en gaat doen om zijn loopbaandoelen te bereiken. Toename studierendement vmbo-bovenbouw en mbo leerjaar 1. In de eerste fase van het project zal een nulmeting worden gehouden en worden hier streefpercentages aan verbonden. Vermindering schooluitval. In de eerste fase van het project zal een nulmeting worden gehouden en worden hier streefpercentages aan verbonden. A. In januari 2010 kan de vmbo- en mbo-pilotleerling zijn competenties (kwaliteiten) plaatsen in het perspectief van de eigen loopbaan en de (regionale) arbeidsmarkt. De leerling kan beargumenteren waarom juist hij past in dat beroep(sveld) en wat hij heeft gedaan en gaat doen om zijn loopbaandoelen te bereiken. B. Het studierendement van PSG-vmbo-bovenbouw en aansluitend 1e en 2e jaar mbo bij Regio College neemt toe. Dit wordt gemeten door vermindering van de ongediplomeerde uitstroom als percentage van het cohort. Per 1-10-2006 was deze uitstroom na een jaar ROC 19% (cohort 2005 alle leerwegen), na 2 jaar ROC 28% voor de Theoretische Leerweg en 40% voor de Beroepsgerichts Leerwegen (cohort 2004). Ambitie is de ongediplomeerde uitstroom in 2010 te halveren. In de eerste fase van het project zal deze ambitie nader geoperationaliseerd worden.
producten
Deelprojecten Doel A 1. Doel: Product s Product q Product r
C. Voor de vermindering schooluitval geldt eveneens dat in de eerste fase van het project een nulmeting wordt gehouden waarna hier streefpercentages aan verbonden worden. Fase 1: voorbereidings- en voorlichtingsfase Activiteit 1, product a Activiteit 2, product b Activiteit 3, producten c, d, e Activiteit 4, producten f, g Fase 2: Vooronderzoek en programma van eisen Activiteit 5, producten h, i, j Activiteit 6, producten k, l Activiteit 7, producten Een loopbaanleeromgeving met als kenmerken praktijknabijheid en vraaggerichtheid, waar kritische beroepssituaties zijn vormgegeven waar leerlingen grenservaringen kunnen opdoen overzicht van de wezenlijke elementen van de loopbaanleeromgeving in verschillende fasen van de opleiding handreiking voor bedrijven voor het doelgericht arrangeren van de kernelementen van de loopbaanleeromgeving in een beroepssituatie Een ontwikkelingsprogramma voor loopbaancoaches en andere begeleiders
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
4
Middel: doelgroep 2. Doel: Product t, u Product v, w, x, y, z
Middel: Doelgroep: 3 Doel: Product p Procuct ff, gg Middel:
Doelgroep: 4. Doel:
Product aa, bb, cc
Middel:
a. in samenwerking met bedrijfsleven leeropdrachten, leeromgeving en begeleidingsmethodiek ontwikkelen. b. docentstages Leerlingen leerjaar 3 en 4 vmbo en deelnemers mbo De leerling kan gebruik maken van een op dat moment voor hem meest adequate leeromgeving en –opdracht. uitgetest model voor een flexibele onderwijslogistiek met variabele en gevarieerde onderwijseenheden. v. Model waarin de relaties tussen leerdoelen, leervoorkeuren en leeractiviteiten zijn vastgelegd w. Voorbeeldmatige uitwerkingen van leerroutes voor tenminste 2 opleidingen en voor tenminste 3 verschillende type leerlingen x. Een instrument (papier of elektronisch) voor de loopbaancoach en / of de deelnemer gebaseerd op dit model y. Een handleiding voor de loopbaancoach z. Een trainingsprogramma voor de loopbaancoach gericht op het werken met de leerrouteadviseur Ontwerp en ontwikkeling van een ‘leerrouteadviseur’ Leerlingen vmbo leerjaar 3 en 4, leerlingen mbo. Loopbaancoaches en werkbegeleiders; deelschoolleiders / afdelingsmanagers en roostermakers. Leerlingen zijn in staat om te reflecteren op hun functioneren in relatie tot de gewenste beroepsidentiteit. Een catalogus met voor vmbo- en mbo-leerlingen geschikte reflectieinstrumenten Handboek docentenstages en handboek gastlessen ontwikkelen methodiek t.b.v. cultuuromslag (pilot methodiektoepassing na training loopbaanbegeleiders/docenten/werkbegeleiders) in de loopbaanbegeleiding van leerlingen: van eindtermengericht/competentieprofielgericht naar leerlinggericht. De leerling is uitgangspunt bij de ontwikkeling van zijn beroepsidentiteit. Het bieden van identificatiefiguren voor de ontwikkeling van een beroepsidentiteit. vmbo-leerlingen leerjaar 3 en 4 alle leerwegen en mbo-leerlingen. Docenten vmbo en mbo en bedrijfsmedewerkers. leerlingen kunnen doelgericht werken aan hun loopbaan. Leerlingen zijn in staat betekenis te verlenen aan de (mate van en wijze van hun) competentiegroei voor hun loopbaanontwikkeling. De leerling en begeleider hebben zicht op competentiegroei van de leerling en bewustzijn van de leerling van de betekenis van huidige competentieprofiel voor de ontwikkeling van de beroepsidentiteit. (digitaal, webbased) instrument om competentiegroei van de leerling te meten. Te gebruiken bij de coaching door loopbaanbegeleider (docent, werkbegeleider) en de leerling zelf. Het instrument is gebaseerd op de 25 generieke competenties van de nieuwe kwalificatiestructuur in het BVE. Met behulp van een competentiemeter krijgt de leerling en begeleider zicht op het niveau van de bij de leerling aanwezige en te ontwikkelen competenties in relatie tot specifieke beroepsdomeinen.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
5
Doelgroep:
vmbo-leerlingen leerjaar 3 en 4 basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen en alle niveaus van de mbo-leerlingen. Loopbaanbegeleiders, werkbegeleiders.
3. Thema’s van het project
a. het bevorderen van competentiegericht beroepsonderwijs, met als subthema’s: 1. het versterken van de beroepspraktijkvorming; 2. het optimaliseren en flexibiliseren van de schoolorganisatie; en 3. het verbeteren van de begeleiding van de deelnemer tijdens zijn binnen- en buitenschoolse leertrajecten. b. het verbeteren van de programmatische aansluiting tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, het beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs en de doorstroom van leerlingen in de beroepskolom; c. het optimaliseren van vernieuwing in het beroepsonderwijs met behulp van het bedrijfsleven en van vernieuwing in het bedrijfsleven, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, met behulp van het beroepsonderwijs; d. Het bevorderen van ondernemerschap.
Ja X
Nee
X
X
X
4. Beschrijf de samenstelling, inhoudelijke inbreng en expertise van het samenwerkingsverband Naam partner samenwerkingsverband Regio College Zaanstreek – Waterland
Omschrijving inhoudelijke inbreng
Omschrijving deskundigheid
is penvoerder/aanvrager en levert de projectleider, onderwijskundige, secretariële en financiële ondersteuning.
Purmerendse Scholen Gemeenschap
PSG is de directe vmboontwikkelpartner. Docenten van PSG en Regio College participeren het meest actief in het project. Op deze beide instellingen worden de
Het Regio College heeft de afgelopen jaren ruime ervaring opgedaan met onderwijskundige vernieuwingsprojecten vaak in samenwerking met regionale partners. Voorbeelden hiervan zijn: MTSplus (gericht op het verbreden en vernieuwen van de niveau 4 opleidingen in de techniek), Samenwerken aan vernieuwing (gericht op vernieuwing van het curriculum van de opleidingen voor verzorging en verpleging). O.a. op grond van deze ervaringen brengt het Regio College de volgende expertise in: • Projectleiding • Ontwerp van competentiegerichte curricula • Vormgeving van praktijkgericht en actief leren • Begeleiding gericht op studiesucces • Competentiegericht beoordelen De PSG is initiatiefnemer voor regionale samenwerkingsverbanden op de terreinen onderwijs & arbeidsmarkt (convenant Waterlandse Variant, Regiovisie), leerlingenzorg
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
6
tussenresultaten van het project beproefd.
Partners Regiovisie Waterland: Sg De Triade (locatie van het Atlas College) Don Bosco College Clusius College
Bedrijven ‘binnencirkel’
De Wooncompagnie
(SWV-SVO_VO) en Talentenonderwijs (1e prijs Innovatieregeling VO ‘Vooruit’). De PSG heeft een stevig netwerk van regionale instellingen (culturele-, sport- en wetenschapsinstellingen ) en bedrijven. De PSG en Regiocollege hebben al een stevige samenwerkingsrelatie met elkaar vanwege de gezamenlijke campusvorming in Purmerend gericht op doorlopende leerwegen met een doorlopende zorgstructuur. De VO-partners in Purmerend en treden op als klankbordgroep, volgen de ontwikkelingen en zullen regio Waterland, hebben deskundeze in tweede instantie ook zo digheid opgebouwd met regionale veel mogelijk implementeren. samenwerking in het Samenwerkingsverband VO-SVO, het regionale convenant onderwijsbedrijfsleven ‘De Waterlandse Variant’ en de ontwikkeling van een regiovisie. De individuele leden hebben ervaring met de implementatie van innovatieve vmboprogramma’s, zoals ICT-route en Sport, Dienstverlening en Veiligheid. De genoemde bedrijven, bedrijvenZij leveren informatie over de beorganisaties en samenwerkingsvernodigde regionale werkcompetenties, ondersteunen de loopbaanbe- banden van werkgevers zijn bij geleiding op verschillende manieren uitstek deskundig waar het de regien maken het onderwijs aantrekke- onale arbeidsmarkt en de opleidingsbehoefte van bedrijven belijker, praktijkgerichter en uitdagender door realistische praktijkop- treft. drachten ter beschikking te stellen en stages van docenten te faciliteren. Met alle genoemde bedrijven wordt reeds nauw samengewerkt door Regio College en een aantal ook met de Purmerendse Scholengemeenschap. Wooncompagnie is een woningcorporatie met zo'n 13.000 woningen, verspreid over 13 gemeenten en 51 kernen in Noord-Holland. In elk huis komt wel eens een kleiner of groter technisch mankement voor. In veel gevallen zal Wooncompagnie als eigenaar en verhuurder van de woning dat verhelpen. Met planmatig onderhoud wordt het werk , volgens een onderhoudsplan, uitgevoerd om de woning in goede staat te houden. Daarvoor worden inspecties uitgevoerd en wordt rekening gehouden met de te verwachten levensduur van de bouw en de materialen.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
Al tien jaar lang geeft KwaliteitscentrumWoningcorporatiesHuursector een keurmerk af aan woningcorporaties die voldoen aan kwaliteitseisen die te maken hebben met klantvriendelijkheid. Ook Wooncompagnie heeft dit KWH-label. Het bedrijf is gericht op maatschappelijk ondernemerschap, waarbij ze zich niet alleen richt op woningbouw en -verhuur, maar ook op de samenleving. Wooncompagnie heeft een rijke ervaring aan stagebegeleiding en het opleiden van mbo-leerlingen.
7
Zorgcirkel Waterland
Gemeente Purmerend
Zorgcirkel is een erkend leerbedrijf. Met 14 vestigingen en 1650 medewerkers waarvan 1000 fulltime (66% zorg, 15% facilitair en rest overige ondersteunende functies) één van de grootste werkgevers in de regio. Zorgcirkel heeft de ambitie om over 2 jaar te groeien tot ca. 2000 medewerkers. Er is sprake van een jarenlange intensieve samenwerking met het onderwijs (vmbo, mbo, hbo) onder andere gericht op innovatie en een aantrekkelijk werkomgeving. In samenwerking met het Regio College heeft Zorgcirkel het initiatief genomen tot het starten van een leerafdeling voor BOLleerlingen. Inmiddels is dit project in z’n 2de uitvoeringsjaar. De gemeente ondersteunt actief de Purmerend is centrumgemeente huisvesting van de vmbo-mbovoor de regio Waterland en werkt campus en de Waterlandse Variant samen met omliggende gemeenten (regionale visie op beroepsonderin het Intergemeentelijk Samenwijs). werkingsorgaan Waterland (ISW) De gemeente zal als werkgever ook en in het Regionaal Orgaan Amvolop werkervaringsplaatsen bieden sterdam (ROA) met 15 gemeenten. en werkt mee aan het opzetten van De stad heeft ca. 80.000 inwoners leerbedrijven en nieuwe leer/werken is groeikern voor Amsterdam. arrangementen rond de sloop en Met een wethouder voor zowel Ecoherbouw van een complete wijk. nomische Zaken, Sociale Zaken en Onderwijs en Welzijn behoort een integrale benadering voor een kansrijk opleidingsmilieu voor jongeren tot de mogelijkheden. De Zorgcirkel biedt diverse vormen van zorg, variërend van een beperkte ondersteuning voor mensen in een aanleunwoning tot aan intensieve verpleging van mensen met een chronische ziekte. Zij streven ernaar om in 2016 voldoende capaciteit aan 24-uurszorg te hebben in de regio
Purmerendse Regio Ondernemers
PRO zet zich in voor belangenbehartiging voor haar leden enerzijds en voor het bieden van een podium voor netwerkactiviteiten. Inmiddels telt de PRO zo’n 300 bedrijven/instellingen als lid, het profiel van de leden is zeer uiteenlopend, van eenmansbedrijf tot organisaties met meer dan 100 personeelsleden. De PRO is een belangrijk platform voor kennisoverdracht, participatie van bedrijven en continuïteit en behoud van de projectverworvenheden.
Ooms Transport en Logistiek B.V.
OOMS TRANSPORT EN LOGISTIEK B.V. is een in 1922 opgericht familiebedrijf voor nationale en internationale transporten, groupage en
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
De PRO is actief betrokken bij het regionaal Arrangement waterland en heeft in het Regionaal Economisch Stimuleringsprogramma Zaanstreek-Waterland het beroepsonderwijs tot één van haar speerpunten benoemd. Het ontwikkelen en inrichten van een bureau onderwijs-bedrijfsleven wordt gezien als belangrijke voorwaarde voor de intensivering van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven, met als doelen de kwaliteitsverbetering van het beroepsonderwijs en het behoud van starters op de arbeidsmarkt voor de regio. Het bedrijf is een erkend leerbedrijf en heeft een zeer uitgebreid pakket aan diensten en is in staat om toch op elk van deze gebieden een pure
8
distributie, goederenopslag, overslag en orderpicking.
specialist te zijn met haar 35 vakbekwame medewerkers. Dat is niet zo gek met zo veel ervaring. Die ervaring brengen ze iedere dag weer in de praktijk, en het bedrijf blijft ook steeds vernieuwen en verbeteren. Zij hebben daarbij langdurige ervaring met de stagebegeleiding van vmbo- en mboleerlingen. Het bedrijf is een erkend leerbedrijf en heeft een ruime ervaring in het opleiden van vmbo-, mbo- en hboleerlingen.
Lommers BV Machinefabriek
Met een ervaring van ruim vijfenveertig jaar is Lommers BV een sterke speler in de wereld van de metaalbewerking. Een uitgebreid machinepark en ruime lashal bieden een breed scala aan mogelijkheden voor de constructie en revisie van complete machines, machineonderdelen en deelbewerkingen. Met de modernste machines, het grote vloeroppervlak en een enorme hijscapaciteit kan het bedrijf vrijwel elke opdracht aan. Daarnaast is Lommers ook actief op locatie.
De bedrijven en bedrijfsorganisaties in de buitencirkel: . Voortman Kantoormeubilair, Purmerend . Boon, productiebedrijf, Edam . HSB Bouw, Volendam . Vereniging Ondernemend Waterland . Technocentrum Noord-Holland Noord, Zaandam . Installatiewerk Noord-Holland, Heerhugowaard . SPOS, Amsterdam . SPB Zaanstreek-Waterland, Zaandam
De rol van de leden van de ‘buitencirkel’ is het geven van feedback tijdens platformbijeenkomsten op de (half-) producten van het project. Als stagebedrijven zijn en worden deze bedrijven betrokken bij de Loopbaanoriëntatie van vmboleerlingen, stagebegeleiding van vmbo en/of mbo-leerlingen van alle VO en MBO-partners in de regio. Daarnaast worden deze bedrijven expliciet betrokken bij het geven van feedback op de ontwikkeling van een handboek docentenstages en gastlessen. De VOWA en het Technocentrum fungeren als platform voor de regionale ondernemers, naast PRO. De samenwerkingsverbanden voor de werkgevers in de bouw, schilderen en installatie- en elektrotechniek zullen feedback leveren op de producten vanuit hun expertise.
De deskundigheid van de regionale bedrijven is vooral gericht op de stagebegeleiding van vmbo en mbo en hbo-leerlingen. Waterland heeft relatief zeer weinig grotere bedrijven en relatief veel kleine bedrijven.
Landelijk Aktie Komité Scholieren (LAKS) en JOB
De leerlingen leveren kritische feedback op het verloop van het project (en de deelprojecten) en brengen ideeën in.
Het LAKS is expert op het gebied van meningsvorming en -uiting door leerlingen in het middelbaar onderwijs. Het LAKS heeft sedert 1992 ervaring met het realiseren van hun doelen: inspraak over vorm en inhoud van het onderwijs op de eigen school en het verbeteren en aantrekkelijker maken van de eigen school. Het onderzoeksrapport ‘GO VMBO’
Het LAKS en JOB adviseren bij de wijze van inspraak (wie, wanneer en hoe) en verzorgen deskundigheidsbevordering voor leerlingen die betrokken willen zijn bij het
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
9
geven van feedback op het project.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
(2005) is een voorbeeld van een LAKS-onderzoek naar het oordeel van vmbo-leerlingen. De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs heeft een soortgelijke expertise op het terrein van meebeslissen op school opgebouwd voor leerlingen in het mbo en vmbo. Bekend zijn de activiteiten gericht op beter beroepsonderwijs, de 10 gouden regels voor competentiegericht leren, tips voor het verwerven en behouden van een stageplaats. Ook voor het positief onder de aandacht brengen van het vmbo maakt JOB zich sterk.
10
5. Beschrijf de innovatie in het project Beschrijf de innovatie in het project: Het is de ambitie van dit project om loopbaanbegeleiding gericht op het ontwikkelen van een arbeids- en beroepsidentiteit in te bedden in het herontwerp van een doorlopend curriculum van VMBO en MBO. Het project is experimenteel en innovatief aangezien kwalitatieve en systematische loopbaanbegeleiding in Nederland nog in de kinderschoenen staat, zeker in een doorgaande lijn vanaf het derde jaar vmbo. Uit onderzoek van Kuiper e.a. blijkt dat er van een volledig ontwikkelde loopbaanleeromgeving in Nederland nog nergens sprake is. Indien het ons lukt de loopbaanbegeleiding integraal vorm te geven samen met het regionale bedrijfsleven en de leerlingen dan is dit een doorbraak in de vernieuwing van het (voorbereidend) beroepsonderwijs. Het project combineert een methodiek voor loopbaanbegeleiding met flexibele onderwijslogistiek en instrumenten voor deelnemers en loopbaancoaches: de competentiemeter en de leerrouteadviseur. Deze elementen zijn noodzakelijk om de methodiek voor loopbaanbegeleiding voor docenten hanteerbaar te maken. Een flexibele onderwijslogistiek is een voorwaarde om goede loopbaanbegeleiding vorm te kunnen geven. Tot nu toe zijn keuzes die leerlingen in het onderwijs zélf mogen maken gericht op de toekomst. Ook het model van de “ballenbak” van ROC de Leijgraaf , richt zich voornamelijk op keuzes voor de toekomst, omdat daarin flexibiliteit vooral in verschillende uitstroomkeuzes wordt gezocht en niet in leertrajectkeuzes en individueel maatwerk. Dit project streeft ernaar om leerlingen vanaf het 3de leerjaar keuzemogelijkheden voor het hier en nu te bieden. Hierdoor staan korte feedbackloops die in de loopbaanbegeleiding onderwerp van reflectie kunnen en zullen zijn. Er zijn in den lande nog slechts kleine aanzetten in de richting van een echt flexibele onderwijslogistiek door variabele en gevarieerde onderwijseenheden in te zetten. XL van het Friesland College heeft op beperkte schaal ervaring in het MBO. Het is niet het vooropgezette doel van het project om vanaf het 3de leerjaar van het vmbo álle keuzes aan de deelnemer over te laten. Wél dat gedurende zijn traject van 3de leerjaar vmbo naar een mbo- kwalificatie, geleidelijk de ruimte voor en de drang om zelf keuzes te maken toeneemt. Competentiemeetsystemen zijn wel in ontwikkeling o.a. bij MTSplus (waarin Regio College ook participeert), het PGO-consortium en Noorderpoort College, maar deze voldoen geen van alle aan onze gecombineerde eisen van gebruikersgemak en reikwijdte. Bovendien zoeken wij in dit project aansluiting bij het nieuwste format voor de kwalificatiestructuur. De leerrouteadviseur tenslotte doet recht aan de gedachte dat praktijkleren weliswaar een krachtig middel is om de ontwikkeling van een beroepsidentiteit te stimuleren, maar dat praktijkleren niet voor alle leerdoelen de geëigende vorm is en dat bovendien deelnemers verschillen in hun leervoorkeuren. De leerrouteadviseur helpt deelnemers en docenten bij het maken van adequate trajectkeuzes, rekening houdend met de voorliggende leerdoelen, de geschiktheid van leeractiviteiten voor het realiseren van die doelen en de leervoorkeuren van de deelnemer. Zo’n instrument bestaat volgens ons nog niet.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
11
Overzicht van vernieuwingsprojecten binnen het samenwerkingsverband Naam partner Naam project Korte omschrijving Regio College
MTSplus
Regio College
Samenwerken aan vernieuwing
Regio College
Campusvorming Purmerend
Regio College
Startbaan
Regio College
Tools4Level4
Regio College
Lerend Bouwen Bouwend Leren
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
Samen met 6 andere ROC’s uitgevoerd. Ontwikkeling van een brede niveau 4 opleiding in de techniek. Deelnemers oriënteren zich door middel van prestaties in verschillende velden van de techniek en kiezen vervolgens in welke richting ze verder willen. Deelnemers worden gekwalificeerd conform de geldende kwalificatiedossiers. MTSplus wordt niet alleen gekenmerkt door brede instroom en orientatie maar ook door: • Praktijkgestuurd leren door middel van prestaties (betekenisvolle opdrachten in of van bedrijven) • Theorie-aanbod Just In Time • Intensieve begeleiding in stamgroepen Ontwikkeling van een nieuw en flexibel curriculum voor de zorgopleidingen, inclusief nieuwe vormen van beoordelen. Intensieve samenwerking met het werkveld, praktijk vanaf het begin van de opleiding tenminste 2 dagen in de week. In samenwerking met PSG. Realisatie van doorlopende leerwegen in Purmerend vanuit ALLE leerwegen van het vmbo. Doelstelling is het vormgeven van efficiente leerwegen die aansluiten bij de mogelijkheden van de individuele leerling. In de realisatie ligt het accent op samenwerking van docenten van mbo en vmbo en veel minder op structuur vergelijking en beschrijving. Idem met het voortgezet onderwijs in Zaandam. In dit project ligt het accent op uitwisseling van gegevens en informatieoverdracht. Project waarin een groot aantal ROC’s samenwerken aan de ontwikkeling van projectopdrachten voor ICT-opleidingen. De inbreng van het Regio College richt zich specifiek op de opleiding applicatieontwikkelaar. Regio College participeert in dit project van Fundeon in het kader van de implementatie van de nieuwe kwalificatiestructuur.
12
Regio College Zaanstreek – Waterland en Purmerendse Scholengemeenschap
Purmerendse Scholengemeenschap en de partners: Regio College Kamer van Koophandel NW-H Gemeente Purmerend Vereniging Ondernemend Waterland Installatiebedrijf ROI NH Stichting Zorgcirkel Waterland Avéwé-groep-Assurantiën RABO Volendam Locatie SG De Triade van het Atlas College, Hoorn-Edam Don Bosco College, Volendam Purmerendse Scholengemeenschap
Purmerendse Scholengemeenschap en regionale partners: Regio College Baanstee-werkvoorziening Winkeliersvereniging Stichting Zorgcirkel Waterland
Het Regio College biedt gedurende één middag per week een traject aan voor daarvoor geselecteerde en aangenomen Turbo-route vmbo-tl en gl en kbl-leerlingen. Het met goed gevolg deelnemen aan dit programma én het halen van een vmbodiploma tl, gl of kbl, geeft toegang tot het tweede leerjaar van de niveau 4 opleiding. De term ‘Turbo-route’ heeft betrekking op zowel de efficiëntie (verkorting) als de effectiviteit (juiste opleidingskeuze) van de vmbo-mbo-leerroute. OCW-Regeling ‘Doorlopende In het kader van deze regeling heeft de leerlijnen VMBO-MBO’ 2006: Purmerendse SG instemming om te werken aan: a. Differentiatie in onderwijsconcepten Doorstromen in Waterland binnen alle leerwegen van vmboonderbouw, passend bij de leerstijl van de leerling b. Differentiatie in tempo (slowvariant, regulier – en turbo-variant) voor alle leerwegen vmbo-mbo, passend bij de leerroute van de leerling. Vmbo-mbo-economie:
Natuurlijk Leren vmbotheoretische leerweg
Innovatie Arrangement 2006: GLTL in beroepsperspectief
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
Met ingang van 2005-06 is gestart met een pilot Natuurlijk Leren voor de leerlingen van de Theoretisch leerweg, leerjaar 3, die daarvoor kiezen. De Purmerendse Scholengemeenschap is één van de VO-scholen die deelneemt aan dit 3-jarige project, waarbij in de regio de Purmerendse SG en Regio College in samenwerking met bedrijven lesmateriaal ontwikkelen, zodat TLleerlingen projectmatig leerervaringen op kunnen doen in een betekenisvolle leerwerkomgeving. In kwartetten (docent vmbo-GL, docent vmbo-TL, docent mbo en bedrijfsmedewerker) wordt gewerkt aan leeropdrachten die inspelen op de eisen van bedrijven, vmbo-GL en het mbo, zoals bv een fietsenreparatieproject, .
13
Purmerendse Scholengemeenschap en regionale partners:
OCW-VO-Beleidsregel Vooruit!:
Ondernemerstalent: . Purmerendse Regio ondernemers . Kamer van Koophandel NW-H . Partners Waterlandse Variant . (afd. EZ) gemeente Purmerend
Talentenonderwijs
Kunst- en cultuurtalent: . Openbare bibliotheek . St. CLUP welzijnswerk . Nederlands Kinder Theater . Museum Waterland . Historisch Museum . Historisch Archief . Wherelant, centrum der kunsten Wetenschapstalent: . Béta-Partners (UvA, VU, Jet-Net, NEMO, VO in regio Amsterdam) . regionale instellingen (sterrenlab etc.)
In het kader van de beleidsregel ‘Vooruit!’ heeft de Purmerendse Scholengemeenschap in 2004 de eerste prijs van de minister mogen ontvangen voor het projectplan Talentenonderwijs. Met het project wil de PSG bereiken dat: . elke leerling zijn talenten herkent en resultaatgericht werkt aan zijn talentenportfolio binnen schooltijd en tijdens een verlengde schooldag; . elke docent de talenten van de individuele leerling herkent, erkent en stimuleert. De visie van de PSG, geïnspireerd door de Meervoudige Intelligentie-theorie van Gardner is hiervoor de basis. Het werken met externe instellingen en – deskundigen aan talent-assessments, coachingstrajecten voor elke PSG-docent, een verlengde schooldag en een Loket Onderwijs-Bedrijfsleven voor (maatschappelijke) stages blijkt belangrijke input te leveren voor andere innovatieve onderwijsontwikkelingen.
Sporttalent: . Alle sportverenigingen van Purmerend . (afd. Sport) gemeente Purmerend Sociaal-Maatschappelijk talent: . Vrijwilligerscentrale . i.o. leden Bureau Onderwijsbedrijfsleven (zie ook overige partners)
Heeft het samenwerkingsverband zich georiënteerd op relevant onderzoek en/ of vergelijkbare innovatieve projecten?
Ja
Nee
X
Zo ja, omschrijf de wijze van oriëntatie, de resultaten van de oriëntatie, hoe gebruik is gemaakt van deze resultaten en waarin het eigen project onderscheidend is.
Er zijn recent twee publicaties verschenen waarin de uitgangspunten voor loopbaanleren worden geformuleerd: • Meijers, F., M. Kuijpers, en J. Bakker (2006) Over leerloopbanen en loopbaanleren. Loopbaancompetenties in het (v)mbo. Driebergen: Het Platform Beroepsonderwijs. • Kuijpers, M. F. Meijers en J. Bakker (2006) Krachtige loopbaangerichte leeromgevingen in het (v)mbo. Hoe werkt het? Driebergen: Het Platform Beroepsonderwijs.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
14
Kenmerkend voor beide publicaties is dat de uitgangspunten worden uitgewerkt in het kader van een onderzoek naar de stand van zaken rond loopbaanleren. Dat geeft inzicht in wat vmbo- en mbo scholen in samenwerking met hun partners nu al doen en waar ze nog tekort schieten. Het kader is echter onvoldoende geïnstrumenteerd om loopbaancoaches handvatten te geven voor de dagelijkse praktijk. Dat is de uitdaging die we in dit project op willen nemen. We willen daarbij gebruik maken van de inzichten uit bovengenoemde publicaties, maar daarnaast ook andere bronnen aanboren. Een belangrijke bron zijn de opbrengsten van het lectoraat Reflectie op het handelen van de HvA. In het eindrapport van de gelijknamige kenniskring zijn een groot aantal reflectietools verzameld die we in dit project willen toetsen op hun bruikbaarheid met (v)mbo leerlingen: • Benammar, K. et al. (2006) Eindrapport kenniskring Reflectie op het handelen. Studiejaar 20052006. Amsterdam, HvA In loopbaancoaching staan de keuzes en ervaringen van de deelnemers in het hier en nu centraal. Het is daarom heel belangrijk dat leerlingen al snel relevante praktijkervaringen opdoen. Nijhuis waarschuwt in zijn afscheidsrede voor al te hoge verwachtingen van praktijkleren. Voor sommige leerdoelen is leren in de praktijk nu eenmaal minder geschikt. Voor het ontwikkelen van loopbaancompetenties is het echter een onmisbare schakel. Om er voor te zorgen dat praktijkleren efficiënt wordt ingezet naast andere leeractiviteiten zullen we in de fase vooronderzoek onderzoeksresultaten op het gebied van praktijkleren nader beschouwen. Onderzoeksvragen zijn daarbij: • Welke mix van leeractiviteiten is effectief en efficiënt? • Onder welke randvoorwaarden draagt leren in de praktijk bij aan het ontwikkelen van beroepsvaardigheden en loopbaancompetenties? • Hoe kan competentiegroei worden vastgesteld? Daarbij zullen we ons onder andere baseren op de volgende bronnen: Onstenk, J. (1997) Lerend leren werken. Brede vakbekwaamheid en de integratie van leren, werken en innoveren, Amsterdam: Onstenk Bolhuis, S.M. en Simons (1999) Leren en werken. Deventer: Kluwer Blockhuis, F. (2006) Evidence-based design of workplace learning. Enschede: Blockhuis & LCBB Bronneman-Helmers, R. (2006) Duaals als ideaal? Leren en werken in het hoger beroepsonderwijs. Den Haag: SCP Berg, N. van den (2006) Verbindend beroepsonderwijs. Competentiegericht onderwijs, samenwerking met bedrijven en de bijdrage van lectoraten. ’s Hertogenbosch: Cinop Nieuwenhuis, L.F.M. (2006) Vernieuwend vakmanschap. Een drieluik over beroepsonderwijs en innovatie. Enschede: UT (inaugurele rede) Nijhof, W.J. (2006 Het leerpotentieel van de werkplek. Enschede: UT (afscheidsrede) Naast onderzoeksresultaten zullen we ook praktijkkennis in ons ontwerp betrekken. We zullen resultaten van eerdere innovatieprojecten beschouwen en hun opbrengsten waar mogelijk in onze aanpak verwerken. In de database van het platform herontwerp hebben we een aantal projecten gevonden die op een vergelijkbaar gebied actief zijn. Geen van deze projecten stelt de loopbaancoaching en de ontwikkeling van een arbeidsidentiteit centraal en/of heeft betrekking op de brede doelgroep die in ons project wordt beoogd. We denken daarbij aan • Het meester-gezel leren (project Big Picture) • Persoonlijk leerplan (project Big Picture) • Gepersonaliseerde leertrajecten (project Een leertraject dat bij je past) • Organisatiemodel en model voor structurele samenwerking (project GL&TL in beroepsperspectief) • Leerarrangementen (project Leerdorp Elst) • Competentiemanagement modulen (project E=CM2) De resultaten en ervaringen van deze projecten zullen nader worden onderzocht in de fase vooronderzoek en programma van eisen.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
15
Omschrijf hoe docenten en management bij de ontwikkeling van de innovatie zijn betrokken. Managers worden op verschillende manieren bij het project betrokken. In de eerste plaats participeert het management in de stuurgroep. De leden van de stuurgroep zullen de projectvoortgang agenderen in het managementoverleg van de afzonderlijke instellingen. Daarnaast zullen managers participeren in de centrale projectgroep loopbaancoaching en in de O&O-groep flexibilisering en zullen er ook managers betrokken worden bij de studiedagen voor docenten en in de klankbordgroep regionaal VO. De klankbordgroep met het regionaal bedrijfsleven zal worden voorgezeten door een onderwijsmanager. Door deze rollen te spreiden over verschillende managers ontstaat brede betrokkenheid van het management bij het project. Docenten participeren op allerlei manieren in het project: • Ontwerp: de 3 O&O groepen en de centrale projectgroep zullen grotendeels bestaan uit docenten. Uiteraard participeren er ook docenten in de klankbordgroep van het regionaal VO en in de studiedagen voor docenten. Onderwerpen die in studiedagen aan de orde komen zijn o.a. de resultaten van het vooronderzoeken en de vertaling in een programma van eisen en de resultaten van de ontwerpfase. • Beproeving: de kring van betrokken docenten zal aanmerkelijk worden uitgebreid in de fase beproeving in de pilots. Docenten die gaan beproeven zullen uiteraard ook in de professionaliseringsactiviteiten betrokken worden • Professionalisering: er worden verschillende vormen van professionalisering in het project ondernomen zoals docentenstages, het leren hanteren van reflectie-instrumenten, coachend begeleiden e.d. • Onderzoek: vanuit de PSG en vanuit het Regio College zullen elk 2 docenten deelnemen aan het onderzoeksteam (zie verder vraag 10: onderzoek / evaluatie) Tot slot wijzen we op de participatie van deelnemers in het project: er zal een leerlingenpanel gevormd worden dat in alle fase van het project zal reageren op de ontwerpen en op de onderzoeksresultaten. De projectpartners vinden het bijzonder belangrijk dat deelnemers meedenken over de vormgeving van het onderwijs. Het leerlingenpanel zal worden begeleid door de scholierorganisaties JOB en LAKS.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
16
B. Operationaliseren van aanpak 6. Beschrijf de operationele activiteiten (desgewenst kunt u de samenhang tussen de activiteiten in een schema weergeven) Beschrijf de samenhang en planning van fasering, (operationele) activiteiten en mijlpalen in het project (zoals de tussenrapportage). Fase 1
Fase 1 (1 april 2007 – 31 augustus 2007):
Voorbereidings- en inrichtingsfase Activiteit 1: Inrichten projectorganisatie Activiteit 2: Bemensen projectorganisatie Activiteit 3: Uitwerken van de twee projectlijnen Activiteit 4: Voorbereiden startconferentie begin september 2006 Fase 2
Fase 2 (1 september 2007 – 31 december 2007):
Vooronderzoek en programma van eisen Activiteit 5: Startconferentie met alle betrokkenen Hierna mijlpaal eerste tussenrapportage Activiteit 6: Literatuuronderzoek Activiteit 7: Evaluatie relevante praktijkervaringen Activiteit 8: Opstellen programma van eisen Fase 3
Fase 3 (1 januari 2008 – 31 december 2008):
Ontwerp Activiteit 9: selectie / ontwerp reflectie-instrumenten Activiteit 10: ontwerp loopbaanleerlijn Activiteit 11: ontwerp organisatiemodel voor aantrekkelijk en flexibel keuzeaanbod Activiteit 12: ontwerp en ontwikkeling van de “leerroute-adviseur” Activiteit 13: ontwerp en ontwikkeling van de “competentiemeter” Activiteit 14: ontwerp onderzoek Hierna mijlpaal tweede tussenrapportage: tevens alle ontwerpactiviteiten gereed Fase 4
Fase 4 (1 september 2008 – 31 december 2009):
Beproeving
Activiteit 15: docentstages Activiteit 16: integrale beproeving in de binnenkring Activiteit 17: integrale beproeving in de buitenkring Activiteit 18: Evaluatie- en effectonderzoek Derde mijlpaal: evaluatie gereed Fase 5
Fase 5 (1 september 2007 – 31 maart 2010):
Evaluatie en rapportage Activiteit 19: Kwaliteitsbewaking Activiteit 20: Externe validering en generaliseerbaarheidstoets
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
17
Activiteit 21: Opstellen implementatieplan Activiteit 22: Rapportage Laatste mijlpaal: eindrapportage gereed
Activiteit 1: Inrichten projectorganisatie Omschrijving: De projectorganisatie (zoals hierna globaal beschreven) wordt nader uitgewerkt. Van ieder orgaan in het organogram wordt beschreven wat precies de functie en taakstelling is in het kader van het project en welk type functionarissen aan welk orgaan deel neemt. Tijdplanning: 1 april – 1 mei 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: a. Goed uitgewerkte en beschreven projectorganisatie beschikbaar.
Activiteit 2: Bemensen projectorganisatie Omschrijving: De projectorganisatie en de organen die daar toe behoren dienen te worden bemenst met daarvoor geschikte personen. Voor de betrokken scholen is het van groot belang dat dit gebeurt voor de zomervakantie aangezien dan de planning en roostering van de mensen voor het jaar daarna wordt vastgelegd. Tijdplanning: 1 mei – 1 juli 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: b. Organogram met een concrete invulling van namen bij alle posities.
Activiteit 3: Uitwerken van de drie projectlijnen Omschrijving: Het project bestaat uit de volgende projectlijnen: • Ontwikkeling van een methodiek voor loopbaancoaching • Ontwikkelen van een flexibele onderwijslogistiek als randvoorwaarde voor effectieve loopbaancoaching • Ontwikkelen van instrumenten ter ondersteuning van het proces van loopbaancoaching: - De competentiemeter - De leerrouteadviseur Alle elementen worden afzonderlijk beproefd in de ontwerpfase én integraal beproefd in de fase beproeving. De drie projectjaren (fasen 2 en 4) worden daarbij voorzien van een concrete tijdsplanning en gedetailleerd overzicht van op te leveren producten. Tijdplanning: 1 april – 1 september 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: c. Uitgewerkte projectlijnen voor de methodiek voor loopbaancoaching, de flexibele onderwijslogistiek en de ondersteunende instrumenten d. Een gedetailleerd plan van inzet naar projectfase, naar partners en personen e. Een overzicht van op te leveren producten.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
18
Activiteit 4: Voorbereiden van de startconferentie Omschrijving: Begin september 2007 zal een startconferentie plaatsvinden met alle betrokkenen bij het project. De uitwerking van het project in projectlijnen zal dan uitgebreid met elkaar doorgesproken worden, inclusief de rollen, taken en verantwoordelijkheden die bij de verschillende deelnemende organisatie en personen berusten. Uiteraard komt ook de doelen, de wijze van samenwerking en de concreet beoogde resultaten en producten in projectfase 2 aan de orde. Bijzondere aandacht tijdens de conferentie zal worden besteed aan de combinatie van ontwerp en onderzoek. Gezien de omvang van de projectorganisatie en de heterogene achtergronden van de betrokkenen (van leerlingen tot onderzoekers en van docenten tot zelfstandig ondernemers) vraagt de conferentie een gedegen voorbereiding. Tijdplanning: 1 april – 1 september 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: f. Programma startconferentie g. Uitnodiging aan alle deelnemers voor de zomervakantie 2006 Activiteit 5: Startconferentie met alle betrokkenen Omschrijving: Zie de omschrijving bij activiteit 4 Tijdplanning: begin september 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: h. Alle deelnemers zijn aantoonbaar (bijvoorbeeld middels een enquête) goed geïnformeerd over wat van hen verwacht wordt in het kader van het project. i. Met alle deelnemers zijn concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop zij aan het project meewerken en op welke momenten zij welke bijdragen leveren. j. Eerste tussenrapportage (uiterlijk 2 weken na de startconferentie beschikbaar) Activiteit 6: Literatuuronderzoek Omschrijving: De innovatieve kracht van het project zit hem in het integrale ontwerp van de methodiek voor loopbaancoaching. Dit betekent dat niet alle elementen in het project even nieuw zijn en dat er op deelterreinen geprofiteerd kan worden van reeds beschikbare kennis. In de fase literatuuronderzoek zoeken we naar relevante kennis op de volgende gebieden: • Loopbaanbegeleiding en reflectie • Praktijkgestuurd leren • De relatie tussen leerdoelen, leerstijlen en leeractiviteiten • Competentieontwikkeling en competentiemeting • Flexibele onderwijsorganisatie Het doel van het literatuuronderzoek is om de meest recente inzichten op bovengenoemde gebieden te delen met de betrokkenen in het project, met name diegenen die in de volgende fase het ontwerp van deelproducten ter hand nemen. Per onderwerp wordt een studiemiddag georganiseerd met degenen die in de vervolgfase belang hebben bij de resultaten. Uitkomst van deze studiemiddagen (één dagdeel) zijn conclusies ten aanzien van het programma van eisen. Tijdplanning: 1 september – 31 december 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: k. Een vijftal brochures waarin de resultaten van het literatuuronderzoek voor de betrokkenen bij het traject toegankelijk worden gemaakt. l. Document met conclusies uit het literatuuronderzoek t.a.v. het programma van eisen.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
19
Activiteit 7: Evaluatie relevante praktijkervaringen Omschrijving: Niet alleen recente wetenschappelijke inzichten kunnen mee vorm geven aan de projectresultaten, ook ervaringen met loopbaancoaching en met flexibele onderwijslogistiek die elders reeds zijn opgedaan, zowel bij de onderwijspartners in het project als bij onderwijsorganisaties buiten het samenwerkingsverband. De activiteit bestaat uit het in kaart brengen van relevante praktijken (intern o.a. MTSplus en het project talentontwikkeling; extern o.a. extreme learning van het Friesland College), het selecteren van de meeste relevante voorbeelden en het organiseren van een tweedaagse conferentie waarin deze voorbeelden gepresenteerd en bediscussieerd worden. Tijdplanning: 1 september – 15 november 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: m. Conferentieverslag met conclusies t.a.v. het programma van eisen.
Activiteit 8: Opstellen van een programma van eisen Omschrijving: Voor het programma van eisen zijn er verschillende belangrijke bronnen van input: 1. De conclusies naar aanleiding van het literatuuronderzoek 2. De uitkomsten van de evaluatie van relevante praktijkervaringen. 3. De eisen die de betrokken bij het project stellen op het gebied van praktische uitvoerbaarheid en technische haalbaarheid. Activiteit 7 en 8 leveren conclusies op die meegenomen worden bij het vaststellen van het programma van eisen. Daarnaast bestaat deze activiteit uit het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek naar de technische, praktische en financiële haalbaarheid van de beoogde projectresultaten. De uitkomsten van deze drie activiteiten moeten onderling gewogen en geprioriteerd worden. De uitkomsten van dit proces worden vastgelegd in het programma van eisen. Tijdplanning: 1 september – 31 december 2007 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: n. Programma van eisen ten aanzien van het generieke projectresultaat en ten aanzien van alle deelproducten (zie ontwerpfase voor een overzicht) o. Instemming van alle betrokken partners met de specificaties in het programma van eisen Activiteit 9: selectie / ontwerp reflectie-instrumenten Omschrijving: Belangrijk elementen in de loopbaancoaching is de reflectie op keuzes die gemaakt zijn en grenservaringen die zijn opgedaan. Inmiddels hebben velen zich bezig gehouden met het ontwikkelen van reflectie-instrumenten (o.a. Korthagen en Benammer). Het belangrijkste instrument is ongetwijfeld de persoon van de loopbaancoach. Ook de kwaliteiten van andere begeleiders om op het juiste moment de juiste vragen te stellen, zijn enorm belangrijk. Als we het over instrumenten voor reflectie hebben bedoelen we ook het beschrijven van de kwaliteiten van de loopbaancoach en andere begeleiders en om het ontwerpen van programma’s om deze kwaliteiten te ontwikkelen. In deze activiteit gaat het erom: • Instrumenten te selecteren die aansluiten bij de doelgroep van vmbo resp. mbo-deelnemers en eventueel te bewerken of aanvullende instrumenten te ontwerpen. • Het ontwerpen van een succesvolle mix van reflectie-instrumenten (ervan uitgaande dat afwisseling van instrumenten sleetsheid voorkomt en dat verschillende instrumenten nodig zijn voor deelnemers in verschillende fasen van hun opleiding) • Het ontwerpen van ontwikkelingsprogramma’s voor loopbaancoaches en andere begeleiders. Tijdplanning: 1 januari 2008 – 30 juni 2008
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
20
Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: p. Een catalogus (concept)van voor vmbo- en mbo deelnemers geschikte reflectie-instrumenten q. Een handleiding (concept) voor loopbaancoaches en andere begeleiders r. Een ontwikkelingsprogramma (concept) voor loopbaancoaches en andere begeleiders Activiteit 10: ontwerp loopbaanleerlijn Omschrijving: Naast reflectie-instrumenten is het ook noodzakelijk dat er neen loopbaanleerlijn ontwikkeld wordt. Deze loopbaanleerlijn bestaat tenminste uit • een overzicht van fase en thema’s die successievelijk tijdens de schoolloopbaan van de deelnemer aan de orde moeten komen met het oog op het ontwikkelen van een beroepsidentiteit, loopbaanperspectief en loopbaancompetenties • een overzicht van mogelijke leeractiviteiten gericht op het opdoen van relevante (grens)ervaringen (zie Meijers), geordend per fase van de leerloopbaanontwikkeling. Daarbij is het van belang om vanaf het begin deelnemers – hoe beperkt ook – in staat te stellen zelf keuzes te maken voor activiteiten. Juist keuzes voor het hier en nu leveren feedback op die bij kan dragen aan het ontwikkelen van beroepsidentiteit en loopbaancompetenties. • Een overzicht interventies van de loopbaancoach en andere begeleiders die de reflectie op keuzes en (grens)ervaringen ondersteunen en versterken. Vooralsnog gaan we er vanuit dat de methodiek wordt beschreven ten behoeve van loopbaancoaches en andere begeleiders. In het project zal onderzocht worden of er ook een deelnemersversie van de methodiek zal moeten komen. Tijdplanning: 1 januari 2008 – 30 juni 2008 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: s. Methodiek voor loopbaanleren (concept) - zie overwegingen voor de inhoud
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
21
Activiteit 11: ontwerp organisatiemodel voor aantrekkelijk en flexibel keuzeaanbod Omschrijving: Voor het ontwikkelen van een beroepsidentiteit zijn twee zaken van belang die in het traditionele onderwijsorganisatie moeilijk te organiseren zijn: • Het opdoen van echte betekenisvolle praktijkervaringen • Het maken van keuzes voor het hier en nu: keuzes die betrekking hebben op een overzichtelijk tijdvak en (in eerste instantie) beperkte reikwijdte2. Een flexibele onderwijsorganisatie moet het mogelijk maken om deelnemers keuzemogelijkheden te bieden. Die keuzemogelijkheden kunnen in het begin beperkt zijn, zowel in aantal als in omvang van het gedeelte van het programma waarop ze betrekking hebben, en in de loop der tijd toenemen. De flexibele onderwijslogistiek moet bovendien aansluiten bij de mogelijkheden die bedrijven bieden voor veel verschillende vormen van praktijkleren. Dit vraagt om een omkering van de organisatieprincipes van de school: niet de schoolorganisatie moet leidend zijn bij het invullen van praktijkleren, maar het praktijkleren moet plaats kunnen vinden op die momenten dat het het meest bijdraagt aan de ontwikkeling van de beroepsidentiteit van de deelnemer en het best pas binnen de planning van de bedrijven. Praktijkleren wint immers aan betekenis als de door de deelnemers geleverde prestatie er ook voor het bedrijf toe doet (dit betekent dat praktijkleren niet aan een vaste periode in de week of in het jaar gekoppeld kan worden en dat er evenmin sprake kan zijn van een vaste omvang). Tegelijkertijd moet één en ander wel afgestemd kunnen worden op de noodzakelijke deelname van de deelnemer aan “schoolse”leeractiviteiten. Immers, niet alle onderliggende kennis en vaardigheden, kunnen deelnemers zich eigen maken via praktijkleren. Het doel van dit deelproject is om een organisatiemodel te ontwikkelen dat voldoet aan de volgende eisen: • Geleidelijk toenemende keuzevrijheid van deelnemers • Faciliteren van een variëteit aan vormen van praktijkleren • Aansluiten bij de in de verschillende bedrijfstakken gebruikelijke werkwijzen en organisatievormen (waaronder de personeelsplanning) Tijdplanning: 1 januari - 30 juni 2008 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: t. Organisatiemodel (concept) u. Concretisering van het organisatiemodel (lesaanbod en rooster) voor het projectjaar 2008 2009
2
De traditionele beroepskeuze(begeleiding) wordt juist gekenmerkt door het maken van keuze voor de langere ter-
mijn, keuzes vaak ook nog met een min of meer onomkeerbaar karakter. Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
22
Activiteit 12: ontwerp en ontwikkeling van de leerrouteadviseur Omschrijving: Bij het bepalen van een individueel optimale leerroute spelen verschillende dimensies een rol: • Leerdoelen van de deelnemer (bepaald op basis van vastgelegde einddoelen conform de kwalificatiestructuur én individuele leerwensen) • Leervoorkeuren (leerstijl) van de deelnemer • Effectiviteit en efficiëntie (sommige leervormen zijn voor een bepaald doel veel geschikter dan andere leervormen. Het risico bestaat dat in een praktijkgericht curriculum bepaalde leerdoelen niet goed tot hun recht komen door de keuze van verkeerde leeractiviteiten. De leerrouteadviseur moet hierbij helpen. De leerrouteadviseur legt op modelmatig niveau een verband tussen bovengenoemde dimensies en kan ingevuld worden met de concrete leeractiviteiten die de scholen (in samenwerking met de bedrijven aanbieden) De leerrouteadviseur helpt bij het optimaliseren van de leerroute van individuele deelnemers en schept een zekere garantie voor het realiseren van brede opleidingsdoelen. In zijn minimale omvang is de leerrouteadviseur een papieren hulpmiddel voor de loopbaancoach. In zijn maximale vorm is de leerrouteadviseur een digitaal instrument voor deelnemer en loopbaancoach. Tijdplanning: 1 januari – 31 december 2008 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: v. Model waarin de relaties tussen leerdoelen, leervoorkeuren en leeractiviteiten zijn vastgelegd w. Voorbeeldmatige uitwerkingen van leerroutes voor tenminste 2 opleidingen en voor tenminste 3 verschillende type leerlingen x. Een instrument (papier of elektronisch) voor de loopbaancoach en / of de deelnemer gebaseerd op dit model y. Een handleiding voor de loopbaancoach z. Een trainingsprogramma voor de loopbaancoach gericht op het werken met de leerrouteadviseur
Activiteit 13: ontwerp en ontwikkeling van de “competentiemeter” Omschrijving: De nieuwe kwalificatiestructuur voor het (middelbaar) beroepsonderwijs is gebaseerd op een set van 25 competenties die voor elke opleiding hetzelfde is. Per kwalificatie wordt aangegeven welke competentie en in welke mate ontwikkeld moeten worden. In het kwalificatiedossier worden de competenties beroepsgericht geoperationaliseerd in het licht van de uit te voeren kerntaken en werkprocessen. Deze generieke competenties vormen een goed uitgangspunt om de ontwikkeling van deelnemers te volgen. In dit deelproject beogen we een instrument te ontwikkelen dat • De groei van de deelnemer op de 25 generieke competenties zichtbaar maakt voor deelnemer en loopbaancoach. • De ontwikkeling van de deelnemer in verband brengt met de (loopbaan)keuzes die de deelnemer maakt. Tijdplanning: 1 januari 2008 – 31 december 2008 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: aa. Document waarin de 25 competenties – zoveel mogelijk onafhankelijk van specifieke kwalificaties – zijn geoperationaliseerd op ten minste 4 niveaus. bb. Schema waarin de relaties van deze competenties en hun operationalisaties tot de specifieke beroepsdomeinen is weergegeven. cc. Een elektronisch hulpmiddel om de competentie(ontwikkeling) van deelnemers in beeld te brengen.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
23
Activiteit 14: ontwerp onderzoek Omschrijving: Het doel van deze activiteit is om de in activiteit 9 t/m 13 ontwerpactiviteiten te begeleiden met systematische experimenten en van feedback en verbetervoorstellen te voorzien. De onderzoeksactiviteit draagt bij aan de kwaliteit van de uiteindelijke (deel)producten. De vorm van de experimenten is afhankelijk van het te ontwerpen instrument en verschilt per activiteit. De reden om het onderzoek in een aparte activiteit onder te brengen is om te waarborgen dat het onderzoek plaatsvindt en op een valide en betrouwbare manier gebeurt. Voor de activiteit wordt een apart onderzoeksteam ingericht, dat niet direct bij de ontwerpactiviteiten betrokken is, maar daarop natuurlijk wel afstemt. Tijdplanning: 1 januari 2008 – 31 december 2008 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: dd. Plan van aanpak voor kleinschalige experimenten met deelproducten ee. Onderzoeksrapport per activiteit: a. Reflectie-instrumenten b. Loopbaanleerlijn c. Organisatiemodel d. Leerrouteadviseur e. Competentiemeter In de onderzoeksrapporten wordt aangegeven hoe de experimenten zijn uitgevoerd, met welke resultaten tot welke aanbevelingen dit heeft geleid en hoe de aanbevelingen in het uiteindelijke product / instrument zijn terug te zien.
Activiteit 15: docentstages en gastlessen Omschrijving: Eén van de succesfactoren voor de ontwikkeling van een beroepsidentiteit is de beschikbaarheid van identificatiefiguren. Dit vraagt minimaal om docenten (loopbaancoaches) die het werkveld goed kennen en weten welke dilemma’s beroepsbeoefenaren op de werkplek tegenkomen. Het werkt het beste als die kennis gebaseerd is op recente ervaringen. Docentenstages zijn onder bepaalde condities hiervoor een goed instrument. Een tweede mogelijkheid om deelnemers identificatiefiguren te bieden (buiten de BPV) is mensen uit het bedrijfsleven de school binnen te halen voor gastlessen. Deze gastlessen moeten een goede inbedding hebben in het curriculum en in de schoolorganisatie. In het project ontwerpen we de condities voor waardevolle gastlessen. Doel van deze activiteit is: • De goede condities creëren voor het beproeven van de methodiek van loopbaancoaching door de loopbaancoaches recente werkervaring op te laten doen in een relevant werkveld. • Docenten laten kennismaken met de reflectie-instrumenten (zie activiteit 9) in het kader van hun eigen ontwikkeling. • Het op gang brengen van een permanente uitwisseling tussen school en bedrijven. • Vastleggen van de condities voor betekenisvolle docentenstages en gastlessen. Tijdplanning: 1 januari 2008 – 31 december 2009 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: ff. “Handboek”docentenstages: leer- en ontwikkelingsdoelen, organisatievormen gg. “Handboek” gastlessen: leerdoelen, didactische organisatie, randvoorwaarden
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
24
Activiteit 16: integrale beproeving in de binnenkring Omschrijving: Het doel van de beproeving in de binnenkring is tweeledig: • Evalueren van de bruikbaarheid van het instrumentarium en het organisatiemodel in hun onderlinge samenhang. • Evalueren (en eventueel bijstellen) van de methodiek voor loopbaancoaching vanuit het oogpunt van effectiviteit. De deelnemers in de binnenkring beginnen in september 2008 met het beproeven van de instrumenten in hun onderlinge samenhang. De precieze samenstelling van de deelnemersgroepen die in de beproeving participeren, zal nader worden uitgewerkt in het projectplan. Daarbij zullen de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: • Van meet af aan worden instrumenten zowel in vmbo als in mbo uitgeprobeerd. • De beproeving vindt gespreid plaats in de sectoren techniek, economie en zorg. • De keuze van onderzoeksgroepen wordt zodanig gemaakt, dat in de projectperiode in ieder geval ook de cruciale overgang van vmbo naar mbo kan worden gevolgd. Tijdplanning: 1 september 2008 – 31 december 20093 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: hh. Bijgestelde methodiek, organisatiemodel en instrumenten Activiteit 17: integrale beproeving in de buitenkring Omschrijving: Het doel van beproeving in de buitenkring is tweeledig: • vaststellen van de validiteit en betrouwbaarheid van de aanpak • In kaart brengen van de randvoorwaarden voor implementatie van de methodiek De criteria voor het selecteren van deelnemersgroepen zijn gelijk aan die bij activiteit 16, met dien verstande dat het binnen de looptijd van het project niet mogelijk zal zijn om ook in de buitenkring de overgang van vmbo naar mbo te volgen. Tijdplanning: 1 september 2009 – 31 maart 20104 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: ii. Evaluatierapport met aanbevelingen voor het implementatieplan.
Activiteit 18: Evaluatie- en effectonderzoek : Omschrijving: Door middel van cohortstudies zullen we de effectiviteit van het ontwikkelde instrumentarium onderzoeken. Hiertoe zal in de periode 1 januari – 1 sept 2008 een 0 –meting worden uitgevoerd op basis van bij de partners beschikbare data. Tijdplanning: 1 januari – 2008 – 31 maart 2010 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: jj. Onderzoeksplan evaluatie- en effectstudies kk. Twee tussentijdse evaluatiestudies: 31 maart 2008 – 30 sept 2008 ll. Eindrapport evaluatie- en effectonderzoek
3
De beproeving loopt door tot 30 juni 2011, maar de formele beproeving in het kader van het project wordt op 31
december afgesloten ten behoeve van de eindrapportage. 4
De beproeving in de buitenkring wordt op een zo laat mogelijk moment afgesloten, om zoveel mogelijk resultaten in
de eindrapportage mee te kunnen nemen. Overigens loopt ook de beproeving in de buitenkring door tot juni 2011. Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
25
Activiteit 19: Kwaliteitsbewaking Omschrijving: De kwaliteit van het project zal gemonitord worden door een commissie van 3 externe deskundigen. Elke deskundige vertegenwoordigt een specifiek perspectief: school • bedrijfsleven • wetenschap en onderzoek Zij zullen aan het eind van elke fase het project onderzoeken aan de hand van de mijlpaalproducten en eventueel aanvullende gesprekken Tijdplanning: 1 jan 2007 – 31 maart 2010 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: mm. Vier kwaliteitsrapporten met conclusies en aanbevelingen voor het project
Activiteit 20: externe validering en generaliseerbaarheidstoets Omschrijving: De projectresultaten zullen op regelmatige basis (5-6 x gedurende de projectperiode) worden gedeeld met partijen van buiten het samenwerkingsverband. Vooralsnog denken we hierbij vooral uit collega scholen voor vmbo en mbo. Dit zal in conferentievorm gebeuren. Bij de organisatie van deze conferenties werken we samen met het samenwerkingsverband rond ROC de Leijgraaf. Op die manier kunnen we resultaten van verwante projecten vergelijken en aan derde partijen vragen om kritische reflectie. Tijdplanning: 1 september 2007 – 31 maart 2010 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: nn. Programma en verslag van studieconferenties oo. Verantwoording van de projectresultaten in het licht van de aanbevelingen van de studieconferenties (in eindrapportage)
Activiteit 21: opstellen implementatieplan Omschrijving: In het implementatieplan zullen de acties worden uitgezet die leiden tot integrale implementatie van de methodiek voor loopbaancoaching bij alle projectpartners en bij alle partners van het Regio College in Zaandam. Tijdplanning: 1 januari 2010 – 31 maart 2010 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: pp. implementatieplan
Activiteit 22: rapportage Omschrijving: Opstellen van het eindrapport. Tijdplanning: 1 januari 2010 – 31 maart 2010 Beoogde resultaten in prestatie-indicatoren: qq. eindrapport
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
26
7. Beschrijf de projectorganisatie Beschrijf de projectorganisatie a. Primaire projectorganisatie (werkorganisatie) Het project wordt geleid door de centrale projectgroep loopbaancoaching. Deze projectgroep wordt voorgezeten door de projectleider (= programmamanager onderwijsvernieuwing Regio College). Aan deze projectgroep wordt deelgenomen door alle deelnemers aan het project in de binnenkring, dat wil zeggen: de 6 hiervoor genoemde organisaties (Wooncompagnie, Ooms Transport en Logistiek, Zorgcirkel, Purmerendse Regio Ondernemers, Gemeente Purmerend en Lommers Machinefabriek) en leerlingen (ondersteund door LAKS en JOB) en personeel vanuit Regio College en PSG. Frans Meijers en het APS zullen de projectgroep regelmatig adviseren. Deze projectgroep voert de dagelijkse regie over het project (met name de projectleider), zorgt voor de planning en afstemming tussen de onderdelen van het project, beoordeelt producten en resultaten van het project en legt verantwoording af aan de Stuurgroep van het project. De projectgroep zal tenminste vierwekelijks bijeen komen en indien nodig vaker. Onder • • •
deze centrale projectgroep functioneren 3 Onderzoeks- & Ontwikkelgroepen, namelijk: O&O-groep loopbaancoaching O&O-groep flexibilisering O&O-groep competentiegroei-instrument
De O&O-groep loopbaanbegeleiding zal praktijkonderzoek doen naar de ervaringen met loopbaanbegeleiding en de effecten daarvan en de doorlopende methodiek van loopbaanbegeleiding ontwikkelen. Ook is een belangrijke taak van de O&O-groep loopbaanbegeleiding het voorbereiden en organiseren van de pilots loopbaanbegeleiding die in de loop van het project ondernomen worden. De O&O-groep loopbaanbegeleiding zal worden voorgezeten door een onderwijsmanager van Regio College met ervaring met loopbaanbegeleiding en wordt ondersteund door een onderwijskundige van Regio College gespecialiseerd in loopbaanbegeleiding en een LC-docent van het vmbo (PSG). De overige samenstelling van deze werkgroep zal in fase 1 van het project worden ingevuld. Waar nodig zal de werkgroep zich laten ondersteunen door externe expertise. De werkgroep beslist zelf over de frequentie van de werkgroepbijeenkomsten. Deze zullen in sommige fasen van het project intensiever zijn dan in andere fasen. De werkgroep legt opzet van onderzoek, resultaten van onderzoek, methodieken, werkwijzen, plannen e.d. steeds voor aan de centrale projectgroep loopbaanbegeleiding. De O&O-groep flexibilisering zal de regie nemen over de noodzakelijke flexibilisering van het onderwijs. Hier zal een nieuw onderwijskundig model en uitgangspunten voor ontwikkeld worden door deze werkgroep. Ook zal de werkgroep er voor zorgen dat het ontwikkelde model in de praktijk wordt beproefd in enkele pilots. De O&O-groep flexibilisering zal worden voorgezeten door een onderwijsmanager van Regio College met ervaring met en visie op flexibilisering van het onderwijs. De O&O-groep flexibilisering zal worden ondersteund door een onderwijskundige van Regio College die ervaring heeft met flexibilisering en een vmbo-bovenbouw deelschoolleider van de PSG met expertise op het gebied van planning en roostering. De overige samenstelling van deze werkgroep zal in fase 1 van het project worden ingevuld. Aan de werkgroep zullen in ieder geval docenten, managers en leerlingen deel nemen vanuit PSG en Regio College. Waar nodig zal de werkgroep zich laten ondersteunen door externe expertise. De werkgroep beslist zelf over de frequentie van de werkgroepbijeenkomsten. De werkgroep legt uitgangspunten, tussenresultaten, modellen, plannen, opzet van pilots ter beproeving van het model e.d. steeds voor aan de centrale projectgroep loopbaanbegeleiding. De O&O-groep instrumenten zal beginnen met het regionaal inkleuren van enkele competentieprofielen in overleg met het regionale bedrijfsleven, om gevoel voor de mogelijkheden en onmogeSubsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
27
lijkheden te krijgen. Vervolgens zullen uitgangspunten worden geformuleerd waaraan een systematiek om competentiegroei te meten (die ook de loopbaanbegeleiding goed moet ondersteunen) moet voldoen. Tenslotte zal de werkgroep onderzoeken of er op de markt inmiddels systemen zijn die aan de gestelde uitgangspunten voldoen en kunnen worden ingekocht of dat zelf ontwikkeld of aangepast moet worden, eventueel in samenwerking met externe partijen. Bij de uitwerking van het model zal op gezette tijden feed-back worden gevraagd aan bedrijven en leerlingen. Indien mogelijk qua tijd zal het ontwikkelde of ingekochte instrument in de praktijk worden beproefd om de toepasbaarheid in het kader van loopbaanbegeleiding te beoordelen. De O&O-groep instrumenten zal worden voorgezeten door een onderwijsmanager van Regio College met ervaring met en visie op systemen en instrumenten in het onderwijs. De O&O-groep zal worden ondersteund door een onderwijskundige van Regio College die ervaring heeft op dit terrein en een LC-docent met expertise op het gebied van assessmentinstrument Meervoudige Intelligentie (PSG). De overige samenstelling van deze werkgroep zal in fase 1 van het project worden ingevuld. Aan de werkgroep zullen in ieder geval docenten deel nemen vanuit PSG en Regio College. Waar nodig zal de werkgroep zich laten ondersteunen door externe expertise. De werkgroep beslist zelf over de frequentie van de werkgroepbijeenkomsten. De werkgroep legt tussenproducten, uitgangspunten, modellen, plannen, opzet van pilots ter beproeving van instrumenten e.d. steeds voor aan de centrale projectgroep loopbaanbegeleiding. De centrale projectgroep loopbaanbegeleiding legt verantwoording af aan een Stuurgroep. Deze Stuurgroep wordt voorgezeten door de voorzitter CvB van Regio College. Deelnemers aan de Stuurgroep zijn voorts de algemeen directeur Purmerendse Scholengemeenschap, het lid CvB Regio College, een directielid Purmerendse Scholengemeenschap en de projectleider. De Stuurgroep bestuurt het project. Zij komt daartoe tenminste tweemaandelijks bijeen. b. Draagvlak, klankbord en monitoring Het is van groot belang dat het project en alle uitwerkingen, modellen en werkwijzen die tot stand gaan komen op draagvlak kunnen rekenen bij de primair betrokkenen en dat zij in de gelegenheid zijn om tussenproducten te becommentariëren. De centrale projectgroep zal hier veel aandacht aan besteden door middel van de volgende activiteiten en structuren: Studiedagen voor docenten: De centrale projectgroep zorgt er voor dat docenten van Regio College en PSG goed betrokken worden bij het project door tienwekelijkse studiedagen te organiseren voor een brede groep van docenten die betrokken dienen te worden. Als gevolg van de input op deze dagen kunnen werkwijzen, modellen en instrumenten bijgesteld worden. In een latere fase van het project worden de volgscholen ook betrokken d.m.v. studiedagen. Klankbordgroep regionaal voortgezet onderwijs: Alle VO-partners van de Waterlandse Variant en het Samenwerkingsverband SVO-VO Waterland worden regelmatig plannen, ontwerpcriteria, tussenproducten en dergelijke voorgelegd. De frequentie hiervan is momenteel gesteld op twee keer per jaar. Indien wenselijk zal vaker bijeen gekomen worden. Als gevolg van reactie in de klankbordgroep kunnen werkwijzen, modellen en instrumenten bijgesteld worden. In de klankbordgroep zal ook besproken worden welke overige bijdragen de partners op welk moment kunnen leveren. Klandbordgroep voor bedrijfsleven: Alle bedrijven, bedrijvenorganisaties, samenwerkingsverbanden van werkgevers, technocentrum en gemeente Purmerend zullen in een klankbordgroep plaats nemen waaraan regelmatig plannen, ontwerpcriteria, tussenproducten en dergelijke worden voorgelegd. De frequentie hiervan is momenteel gesteld op twee keer per jaar. Indien wenselijk zal vaker bijeen gekomen worden. Als gevolg van reactie in de klankbordgroep kunnen werkwijzen, modellen en instrumenten bijgesteld worden. In de klankbordgroep zal ook besproken worden welke overige bijdragen de partners op welk moment kunnen leveren. Leerlingenpanel: Van groot belang is dat leerlingen van PSG en Regio College (ondersteund door hun organisaties LAKS en JOB) van meet af aan in de gelegenheid worden gesteld het project mee te richten en te becommentariëren. Een vertegenwoordiging van de leerlingen is reeds opgenomen Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
28
in de projectgroep. Om de leerlingen te faciliteren en de voorbereiding van de feed-back goed te organiseren zal vanuit de projectgroep een tienwekelijks leerlingenpanel worden georganiseerd. Hier worden met name de zaken besproken die de leerervaringen van leerlingen rechtstreeks beïnvloeden. Als gevolg van reactie in de klankbordgroep kunnen werkwijzen, modellen en instrumenten bijgesteld worden. Externe monitoring: Intern wordt er door de O&O-groepen aan onderzoek gedaan. Wij hechten echter ook aan onafhankelijke monitoring van het project. We willen onszelf scherp houden door projectvoortgang, resultaten en effecten regelmatig te evalueren. We denken daarbij aan systematische bevraging van docenten, bedrijven en leerlingen. Zij moeten de voortgang en de resultaten en beoogde effecten immers merken. Frans Meijers zal adviseren over de inrichting en uitvoering van de monitoring. Bij de uitvoering denken wij aan samenwerking met ROC de Leijgraaf, die met een soortgelijke ontwikkeling is gestart. Denkbaar is dat gemengde teams vanuit beide ROC’s de monitoring o.l.v. Frans Meijers ter hand nemen. De concrete systematiek van monitoring zal in fase 1 van het project worden uitgewerkt. (Overigens ligt het ook voor de hand dat samen met ROC de Leijgraaf studiedagen zullen worden georganiseerd en een lerend netwerk wordt gevormd.)
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
29
8. Maak een organigram om de projectorganisatie in beeld te brengen Organigram Een organigram van de projectorganisatie ziet er als volgt uit:
• Stuurgroep
Projectleider Studiedagen docenten
Externe monitoring in samenwerking met ROC de Leijgraaf en Frans Meijers
Centrale docenten Sturdiedagen Projectgroep Loopbaan Coaching
Klankbordgroep regionaal VO
Klankbordgroep bedrijfsleven
Leerlingenpanel
•
• O&O groep loopbaancoaching
• •
Pilots
•
•
O&O groep flexibilisering
• O&O groep • systemen
• •
Pilots
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
• •
Pilots
30
9. Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten worden gerealiseerd Het verspreiden en implementeren van projectresultaten zijn geen activiteiten die voor subsidiering vanuit de Regeling Innovatiearrangement 2006 tot en met 2009 in aanmerking komen. Tegelijkertijd is in het kader van de regeling van belang dat perspectief op implementatie bestaat. Beschrijf de implementatieactiviteiten, planning en betrokkenheid van de partners van het samenwerkingsverband. Geef aan welke afspraken zijn gemaakt, hoe de financiering is geregeld en hoe de projectresultaten publiek beschikbaar komen. Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten wordt gerealiseerd Verspreiding Landelijk Op relevante bijeenkomsten van Het Platform Beroepsonderwijs en het Consortium voor Innovatie worden scholen over dit project geïnformeerd en (tussentijdse) resultaten gepresenteerd. Op de website van de PSG en Regio College wordt een aparte informatieplek georganiseerd, die voor iedere geïnteresseerde toegankelijk is. Er zullen 5 nieuwsbrieven verschijnen met good practices vanuit het project. Aan het eind van het project worden good practices gepresenteerd in een publicatie. Op verzoek wordt gepresenteerd op andere landelijke onderwijsdagen. Regionaal Jaarlijks vindt een bijeenkomst plaats voor geïnteresseerde medewerkers van de leden van het Regionaal Arrangement Waterland. Jaarlijks worden de vorderingen, tussentijdse resultaten en (half-)producten besproken op een themabijeenkomst/ledenvergadering van de Purmerendse Regio Ondernemers en geïnteresseerde bedrijven uit het netwerk VOWA (Vereniging Ondernemend Waterland). Na de projectperiode zullen regionale driehoeken (bestaande uit mbo, vmbo en bedrijven) volgscholen ondersteunen en zo een grotere spreiding realiseren van de ontwikkelde producten en halffabrikaten. Schoolintern De projectleider draagt er zorg voor dat er tenminste twee maal per jaar over het project (doel, voortgang, producten, pilots) gecommuniceerd wordt op schoolinterne vmbo-mbo-studiedagen. In het schoolblad (vmbo en mbo) zal een reeks van artikelen staan, geschreven door directie, leerlingen en docenten. Voorlichting voor ouders en leerlingen van groep 2, 3 en 4 vmbo en leerjaar 1 van de mboopleidingen over het project vindt plaats vanaf januari 2009. Implementatie Voor de implementatie van de projectresultaten na de projectperiode is het management van de betrokken scholen en partners verantwoordelijk. De meest ingrijpende implementatie vindt plaats op de scholen (zowel vmbo als mbo). Voor alle deelnemende scholen geldt dat dit project de kern van de nagestreefde onderwijsvernieuwing bevat. Het management zal derhalve sterk sturen op de implementatie van de resultaten. In de praktijk zijn er reeds voorzieningen in de scholen beschikbaar (bijvoorbeeld programmamanagers, onderwijskundigen, innovatie-expertise) die behulpzaam kunnen zijn bij de implementatie. De meeste implementatiekosten gaan zitten in de deskundigheidsbevordering van het personeel. Hier is extra vernieuwingsbudget voor beschikbaar (bijvoorbeeld innovatiebox voor het mbo en middelen doorontwikkeling voor het vmbo). De scholen hebben zich gecommitteerd om de implementatie effectief te ondersteunen en daadkrachtig ter hand te nemen. Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
31
10. Beschrijf de wijze van onderzoek/evaluatie van het project. (Geef hierbij aan of er onafhankelijke onderzoekers zijn betrokken.) Onderzoek/Evaluatiemethode Er wordt een apart onderzoeksteam gevormd bestaande uit 2 docenten van PSG en 2 docenten van het Regio College. Als projectleider van dit deelproject zal een onderzoeker van de dienst Onderwijs & Kwaliteit van het Regio College deel uit maken van de onderzoeksgroep. De onderzoeksgroep zal extern worden begeleid door een ervaren onderzoeker (Frans Meijers). De onderzoeksgroep is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het ontwerp- en het evaluatieonderzoek. De docenten in de onderzoeksgroep zullen niet als ontwerper of als uitvoerder in het project betrokken worden. De onderzoeksgroep maakt in de fase vooronderzoek een onderzoeksplan. In de ontwerpfase voert de onderzoeksgroep ontwerp onderzoek uit met de volgende kenmerken: • kleinschalig gericht op het meten van directe, korte termijn effecten van een specifiek instrument • Pre- en posttest • Werken met een onderzoeksgroep en een controlegroep (match pairs) In de beproevingsfase voert de onderzoeksgroep evaluatiestudies uit die zowel kwalitatief (casestudies) als kwantitatief van karakter zijn. Onderzoeksvragen in deze fase zijn: • Bevordert de methodiek voor loopbaancoaching de ontwikkeling van beroepsidentiteit en loopbaancompetenties? • Draagt de inzet van de methodiek voor loopbaancoaching bij aan studiesucces van leerlingen (en vermindering van de uitval)? • Welke voorwaarden gelden voor een succesvolle implementatie van de methodiek voor loopbaancoaching? In het vooronderzoek zullen een aantal belangrijke meetpunten worden vastgesteld om het succes van de methodiek op te beoordelen. Tevens zal in die fase een 0-meting worden uitgevoerd. Aan het eind van het project zal de tussenstand worden opgemaakt en kunnen 1ste conclusies over de effectiviteit van de methode getrokken worden. De looptijd van het project is te kort om definitieve conclusies over de effectiviteit van de methodiek te kunnen trekken. Daarvoor moet tenminste één cohort van 3 vmbo-leerlingen gevolgd worden. Daarvoor zijn (uitgaande van de huidige nominale studieduur) tenminste 4 leerjaren nodig vanaf het moment dat de beproeving begint (1 september 2008). De betrokken instellingen zullen het evaluatieonderzoek dan ook voortzetten na afloop van de projectperiode.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
32
C. Samenvatting 11.
Geef een samenvatting van uw project in maximaal 1 A4 De hier gegeven samenvatting wordt mede gebruikt voor communicatiedoeleinden als het project wordt toegekend. Geef kort een samenvatting met achtereenvolgens doelen, activiteiten en beoogde resultaten en kern van de innovatie in het project.
Het project “Bruggen bouwen in Waterland” heeft tot doel om een methodiek van loopbaanbegeleiding te ontwikkelen, gericht op het ontwikkelen van een arbeids- en beroepsidentiteit, die ingebed is in het herontwerp van een doorlopend curriculum van VMBO en MBO. De ontwikkeling van deze methodiek vindt plaats in nauwe samenwerking met het regionale bedrijfsleven en leerlingen (en hun organisaties LAKS en JOB) zelf. De methodiek wordt in eigen beheer ontwikkeld, na literatuurstudie en evaluatie van relevante praktijkervaringen. Externe deskundigen (Frans Meijers en APS) zullen het project adviseren. De • • • • •
inhoudelijke ontwikkelactiviteiten bestaan uit: selectie of ontwerp van reflectie-instrumenten; ontwerp van een loopbaanleerlijn; ontwerp van een organisatiemodel voor flexibele onderwijslogistiek en keuzeaanbod; ontwerp en ontwikkeling van een leerrouteadviseur; ontwerp en ontwikkeling van een (digitale) competentiemeter.
Het project wordt begeleid door flankerende activiteiten zoals permanent onderzoek, docentenstages en gastlessen, samenwerkingsprojecten onderwijs-bedrijfsleven. De ontwikkelde instrumenten worden uiteindelijk beproefd in een binnenkring en een buitenkring, waarna evaluatie en effectonderzoek wordt uitgevoerd. De binnenkring bestaat uit het Regio College Zaanstreek – Waterland, de Purmerendse Scholengemeenschap, 6 werkgevers en JOB en LAKS. De buitenkring bestaat uit 3 andere VO-scholen en een aantal andere bedrijven(organisaties). De innovatie in het project bestaat uit het vormgeven van een goed ontwikkelde, doorlopende loopbaanleeromgeving vanaf het derde jaar vmbo. Bovendien heeft het project de ambitie de loopbaanbegeleiding integraal vorm te geven samen met het regionale bedrijfsleven en de leerlingen zelf. Als dit lukt betekent dit een doorbraak in de vernieuwing van het (voorbereidend) beroepsonderwijs. Voorts is bijzonder dat het project een methodiek voor loopbaanbegeleiding combineert met flexibele onderwijslogistiek en instrumenten voor deelnemers en loopbaancoaches: de competentiemeter en de leerrouteadviseur. Deze elementen zijn noodzakelijk om de methodiek voor loopbaanbegeleiding voor docenten hanteerbaar te maken.
Subsidieaanvraag Innovatiearrangement 2006 Regio College “Bruggen bouwen in Waterland”, projectnummer IA06019
33