p a h c p s a n h e c t e s . n . . . . w e . t k n e k j a i j i t w V t k k n a a a r r p V p t t o tto
LU Petit Déjeuner •
1
BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - De la science à la pratique
Plus d’infos : Julie Dodang - 014/24 12 11
I
Van wetenschap tot praktijk...
n dit document willen we u wetenschappelijke resultaten voorleggen, verkregen op basis van meer dan 10 jaar onderzoek, alsook feitelijke gegevens over de voedingsbestanddelen van de koekjes LU Petit Déjeuner. Zo wil de firma LU gegevens ter beschikking stellen opdat voedingsdeskundigen zich een objectief en weloverwogen oordeel kunnen vormen over de koekjes LU Petit Déjeuner.
Deze informatie werd voorgesteld en besproken tijdens een rondetafelgesprek in oktober 2008 met een groep van 23 Vlaamse en Waalse deskundigen, waaronder professoren, onderzoekers, artsen gespecialiseerd in voedingsleer, diëtisten en opleiders inzake diëtetiek. Deze deskundigen hebben de waarde van de verschafte informatie erkend en hadden waardering voor de inspanningen geleverd door de firma LU om de voedingskwaliteit van de koekjes LU Petit Déjeuner te verbeteren. LU wil de consumenten een assortiment koekjes aanbieden die rijk zijn aan granen, met een goede voedingskwaliteit en een lekkere smaak, naast andere koekjes die vooral bedoeld zijn om van te genieten. Uiteraard zijn de koekjes LU Petit Déjeuner niet bedoeld om de traditionele boterham te vervangen, maar wel als extra stimulans voor mensen die niet of niet regelmatig ontbijten, omdat ze geen tijd of geen honger hebben, uit gewoonte of uit vrees dat ze te dik worden als ze te veel calorieën binnenkrijgen. Toch beseffen we dat het altijd beter kan en dus hebben we verschillende projecten opgestart om de voedingskwaliteiten van onze koekjes nog te verbeteren en daarnaast nieuwe nutritionele koeken te ontwikkelen die speciaal geschikt zijn voor het ontbijt, want dit is een voortdurend streven. De voedingskwaliteit zal verbeterd worden in functie van de technologische vooruitgang. In deze context en op basis van de verschafte gegevens hebben de geraadpleegde deskundigen zich bereid verklaard om de koekjes LU Petit Déjeuner aan te bevelen als interessant voedzaam en graanrijk alternatief voor het ontbijt. We hopen dat u in deze brochure nuttige en interessante informatie zult vinden over het assortiment van de koekjes LU Petit Déjeuner. Opmerkingen of vragen? U kunt ons altijd bereiken op het gratis nummer 00800-800-13457.
Julie Do Dang Nutrition manager, LU België 2 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
SAMENVATTING I. ONTBIJT, TE VAAK VERGETEN IN BELGIË II. DRIE GOEDE REDENEN OM TE ONTBIJTEN
1. Rol in het voedingsevenwicht
2. Link met de body mass index (BMI) a. Bij kinderen b. Bij jongeren c. Bij volwassenen
3. Rol in de cognitieve functies a. Niet ontbijten is niet goed b. Kiezen voor producten met een lage glycemische index
III. KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
1. Lage GI, hoog gehalte aan langzaam verteerbare koolhydraten: verband met de fabricagemethode
2. Koolhydraten opgenomen en geleidelijk en continu vrijgegeven gedurende 4 uur: wetenschappelijk bewijs
3. Stricte voedingsvereisten
4. Bijdrage van de koekjes LU Petit Déjeuner aan de eerste maaltijd van de dag a. Toevoer van verzadigde vetzuren b. Toevoer van suikers d. Toevoer van vezels c. Toevoer van natrium
5. Kan er een evenwichtig ontbijt samengesteld worden met de koekjes LU Petit Déjeuner?
IV. ASSORTIMENT VAN DE KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER V. BRONVERMELDINGEN 3 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
I. LeNTBIJT, petit déjeuner, trop souvent oublié en I. O TE VAAK
VERGETEN IN BELGIË
V
olgens de nationale voedselconsumptiepeiling uitgevoerd in 2004 (1) is het ontbijt de maaltijd die het minst vaak genuttigd wordt door de Belgen.
Meer dan 20% van de Belgische bevolking ontbijt niet regelmatig (dat wil zeggen, minstens 5 keer per week), 8,7% ontbijt minder dan één keer per week. Het laagste percentage van ‘regelmatige ontbijters’ vinden we terug bij de groep 19-29 jaar: slechts 50% ontbijt elke dag.
> D eze resultaten worden bevestigd door een enquête uitgevoerd door de Universiteit van Gent naar de eetgewoonten van jongeren tussen 13 en 18 jaar. De steekproef is representatief voor deze bevolkingsgroep wat de criteria geslacht, studierichting, onderwijsnet en belangrijkste pedagogische richtingen betreft (2). Deze studie heeft uitgewezen dat een jongere op vijf nooit of bijna nooit ontbijt. Deze studie toont ook aan dat jongeren die niet ontbijten in het algemeen een tekort hebben aan bepaalde voedingsstoffen, zoals ijzer en vitamine C.
> H et Observatoire de la Santé du Hainaut heeft in oktober 2008 een verslag gepubliceerd over de voedingsgewoonten van 1200 jongeren in Henegouwen. 3 leeftijdsgroepen van elk 400 kinderen werden over een periode van 10 jaar opgevolgd (1997 tot 2006). Het percentage jongeren dat niet ontbijt, bedraagt in 2006 respectievelijk: 15% van de 10-jarigen, 25% van de 13-jarigen en bijna 30% van de 16-jarigen. Er werd ook vastgesteld dat jongeren die niet ontbijten vaak ook geen vieruurtje eten en tijdens elke pauze suiker- en vetrijke producten eten (3).
4 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
II. D RIE GOEDE REDENEN OM TE ONTBIJTEN
1
Rol in het voedingsevenwicht
N
a 8 à 12 uur zonder eten zijn de glycogeenreserves gedaald en stromen er meer vrije vetzuren door ons lichaam.
Door te ontbijten kunnen we onze stofwisseling weer in evenwicht brengen na een nacht slapen. Deze maaltijd is essentieel omdat die een invloed heeft op ons fysieke welzijn, onze intellectuele prestaties en een belangrijke rol speelt in de inname van voedingsstoffen en de verdeling van de energie-inname in de loop van de dag.
> H et ontbijt moet een koolhydratenmaaltijd zijn
om energie te leveren die onmiddellijk opgenomen kan worden door ons lichaam. Graanproducten Een ontbijt nutt moeten dus aan de basis liggen van deze eerste igen verhoogt de kans om even maaltijd. Die bevatten complexe koolhydraten, wichtiger te eten en zo be vezels, vitamines uit de B-groep en magnesium. ter te voldoen Fruit en zuivelproducten, ook belangrijke aan alle aanbevo le n hoeveelheden bestanddelen van elk ontbijt, bevatten mineralen aan micronutrië nten. en vitamines ter aanvulling van de mineralen en vitamines in de graanproducten. Dat alles moet aangevuld worden met een drankje met het oog op de hydratatie.
Bovendien moet een ontbijt ook voldoende calorieën bevatten om te voorzien in 20 à 25% van de dagelijkse hoeveelheid, zoals aangeraden door deskundigen.
> V anuit kwalitatief oogpunt wordt het nuttigen van een ontbijt bij kinderen gelinkt aan een hogere
consumptie van graanproducten, zuivelproducten en groenten (4). Bij volwassen wordt dit in verband gebracht met een hogere inname van volkorengranen en vezels (5). Door het ontbijt over te slaan, kan het ook moeilijk worden om de aanbevolen hoeveelheid micronutriënten tot zich te nemen. Dat is vooral nadelig voor kinderen, die behoefte hebben aan veel calcium dat onmisbaar is voor de vorming van sterke botten (6). Niet ontbijten kan ook leiden tot een tekort
aan andere micronutriënten, zoals ijzer, magnesium of vitamines.
5 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
I. Le petit déjeuner, trop souvent oublié en
II. DRIE GOEDE REDENEN OM TE ONTBIJTEN
2
Link met de body mass index (BMI)
H
et verband tussen ontbijten en BMI werd bestudeerd bij diverse leeftijdsgroepen.
Er wordt algemeen aangenomen dat wie zijn ontbijt overslaat later in de ochtend meer geneigd is om te snoepen, wat een vertekend beeld zou kunnen geven van het hongergevoel voorafgaand aan het middagmaal en in verband kan worden gebracht met het ontstaan van de vicieuze cirkel «niet of onvoldoende ontbijten, slechte verdeling van de energie over de volgende maaltijden met ‘s avonds een te energierijke maaltijd» en zo de gewichtstoename kan bevorderen.
a
Bij kinderen Een recente studie bij 1549 kinderen van gemiddeld 4 jaar heeft het verband onderzocht tussen een overgeslagen ontbijt, energie, gegeten voeding in de loop van de dag en BMI (4). 10% van de kinderen uit deze studie ontbijt niet elke ochtend: de prevalentie van overgewicht in deze groep is twee keer hoger en deze kinderen eten ‘s avond meer calorie- en koolhydraatrijke snacks. Toch verschilt de totale energie-inname niet beduidend van kinderen die elke ochtend ontbijten. Deze studie heeft aangetoond dat kinderen die het ontbijt overslaan een hogere BMI hebben dan de andere kinderen, wat te wijten kan zijn aan een minder goede verdeling van de energie over de verschillende maaltijden in de loop van de dag.
6 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
II. DRIE GOEDE REDENEN OM TE ONTBIJTEN
b
Bij jongeren Onderzoekers hebben onlangs het verband bestudeerd tussen de ontbijtfrequentie bij jongeren en hun gewichtstoename gedurende 5 jaar (7). Ze hebben gekeken naar de eetgewoonten en het gewicht van 2216 jongeren, met correctie van de parameters zoals leeftijd, sociaal-economische situatie, afkomst, fysieke activiteit, … De resultaten van dit longitudinaal onderzoek tonen aan dat de ontbijtfrequentie omgekeerd evenredig is met de BMI. Deze onderzoekers pleiten er dus voor dat jongeren regelmatig ontbijten.
c
Bij volwassenen Onderzoekers hebben gezocht naar het onderling verband tussen ontbijten en gewichtstoename op lange termijn (5). Ze hebben gedurende 10 jaar het gewicht opgevolgd van meer dan 20.000 mannen tussen 46 en 81 jaar. Bij het begin van het onderzoek hadden de mannen die ontbeten een lagere BMI dan de mannen die niet ontbeten (met correctie van de leeftijd). Na 10 jaar werden specifieke analyses uitgevoerd bij 5857 mannen die ten minste 5 kg waren bijgekomen. Binnen deze groep werd een negatieve correlatie vastgesteld tussen ontbijten en het risico om 5 kg bij te komen. Die correlatie varieert op basis van de BMI: bij mannen met een aanvankelijk normale BMI (≤ 25 kg/m2) is die groter dan bij mannen die aanvankelijk een overgewicht hadden (BMI tussen 25 en 30 kg/m2). De auteurs van de studie suggereren dat het nuttigen van een ontbijt in beperkte mate zou kunnen helpen om gewichtstoename te voorkomen bij deze mannelijke steekproef.
t ontbijt aangenomen, is he dt or w n ee m ge n tot wat al te verliezen of ee In tegenstelling ht ic w ge om r ie ede man overslaan, overslaan geen go n die het ontbijt se en M n. ve ha ontbijten. nd te ha nen die regelmatig ge gewichtsverlies de n da I BM een hogere hebben gewoonlijk
7 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
I. Le petit déjeuner, trop souvent oublié en
II. DRIE GOEDE REDENEN OM TE ONTBIJTEN
3
Rol in de cognitieve functies
a
Niet ontbijten is niet goed Het nuttigen van een ontbijt lijkt, op basis van meerdere onderzoeken, een positief effect te hebben op het geheugen (7,8,9).
> E en studie van Benton bij 184 proefpersonen van gemiddeld 22 jaar toont aan dat degenen die ontbeten hadden gemiddeld 22% meer woorden konden onthouden dan degenen die niet ontbeten hadden (10).
> Een andere studie bij 29 leerlingen van gemiddeld 12 jaar toont aan dat leerlingen die ontbeten hadden gedurende enkele uren na het ontbijt beter konden onthouden dan leerlingen die het ontbijt hadden overgeslagen of een glucoserijke drank gedronken hadden (11). Gedurende 4 dagen werden diverse tests gedaan om woorden te onthouden. Dit is het schema van de eerste testdag: om 8 uur ‘s ochtends wordt een eerste test gedaan op lege maag, dan krijgen alle leerlingen een glucoserijke drank en de volgende 4 uur wordt elk uur (om 9, 10, 11 en 12 uur) een geheugentest afgenomen. De 2e dag blijven alle leerlingen, na de eerste test op lege maag, nuchter en worden tests afgelegd in dezelfde omstandigheden als op dag 1. De 3e en 4e dag: opnieuw een eerste test op nuchtere maag, gevolgd door een test om het uur gedurende 4 uur na het nuttigen van een ontbijt (met diverse graanproducten). De resultaten tonen grote verschillen tussen de test om 8 uur en die om 12 uur:
de leerlingen die niet ontbeten hadden, konden zich 12% minder woorden herinneren, degenen die een glucosestroop gedronken hadden 27% minder en de leerlingen die ontbeten hadden, konden zich zelfs 3 à 5% meer woorden herinneren dan bij de eerste test om 8 uur. 8 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
II. DRIE GOEDE REDENEN OM TE ONTBIJTEN
b
Kiezen voor producten met een lage glycemische index De glycemische index wordt gedefinieerd als het incrementele gebied onder de glycemische responscurve na inname van een portie van 50 g beschikbare koolhydraten afkomstig uit een testvoedingsmiddel, uitgedrukt in een percentage van de respons veroorzaakt door een gelijke portie koolhydraten uit een referentievoedingsmiddel (glucose) geconsumeerd door dezelfde proefpersoon (12,13). De GI-waarden worden als volgt ingedeeld: Hoge GI
≥ 70
Gemiddelde GI Lage GI
56 à 69 ≤ 55
Niet alle studies wijzen op een positief verband tussen ontbijten en de cognitieve prestaties. Dat fenomeen zou kunnen worden verklaard door de samenstelling van het genuttigde ontbijt.
> B enton heeft een studie verricht bij 106 proefpersonen (gemiddeld 21 jaar) die een ontbijt kregen
op basis van koekjes met een lage GI (LGI) en op basis van ontbijtgranen met een hoge GI (HGI) (14). Geheugentests uitgevoerd na 30 en 90 minuten hebben geen beduidende verschillen opgeleverd. Na 150 en 210 minuten lagen de scores voor alle geheugentests hoger bij het LGI-ontbijt dan bij het HGI-ontbijt.
> D e verklaring kan mogelijk gezocht worden in het feit dat dit LGI-ontbijt zorgt voor een meer
geleidelijke afgifte van postprandiale insuline. Door de lagere insulinemie wordt er een beperkte hoeveelheid glucose getransporteerd naar de weefsels die gevoelig zijn voor insuline, zoals de spieren, de lever en de vetweefsels. Zo zou er een grotere hoeveelheid glucose naar de hersenen vervoerd kunnen worden.
> Ingwersen en zijn collega’s (15) hebben het effect
bestudeerd van de GI van de producten die gegeten worden bij het ontbijt op de oplettendheid en het geheugen van 64 kinderen tussen 6 en 11 jaar. De testen werden afgenomen net voor het ontbijt, net erna en daarna na 1 en 2 uur. Uit de resultaten blijkt dat de prestaties van de kinderen afnemen in de loop van de ochtend, maar deze daling zou aanzienlijk beperkt kunnen worden door een ontbijt te eten met een lagere glycemische respons. 9
Het eten van ee n ontbijt heeft een posit ieve impact op de cognitieve functies. De aard van deze maaltijd kan een belangrijke rol spelen: een ontbijt op basis van producten met een lage gl ycemische inde x lijkt de voorkeu r te krijgen.
BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
I. petit déjeuner, trop souvent oublié en III.Le KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
1
Lage GI, hoog gehalte aan langzaam verteerbare koolhydraten: verband met de fabricagemethode
E
en hoog zetmeelgehalte betekent niet noodzakelijk een lage glycemische index, alles hangt af van de verstijfselingsgraad van het zetmeel. Bij bepaalde fabricagemethodes veranderen de fysischchemische eigenschappen van het zetmeel nauwelijks, zodat de producten meer langzaam verteerbare koolhydraten bevatten.
> B ij de fabricage van graanproducten wordt het zetmeel afgebroken,
dat noemen we verstijfselen, om zo de verteerbaarheid te verbeteren. Daar spelen diverse parameters in mee:
• Temperatuur: hoe hoger de temperatuur, hoe sterker de verstijfseling • Kooktijd: hoe langer de kooktijd, hoe sterker de verstijfseling • Watergehalte van het deeg: een hoge vochtigheidsgraad zorgt voor een sterkere verstijfseling • Druk: een hoge druk bij het koken zorgt voor een sterkere verstijfseling • Gehalte aan oligosachariden (sucrose, maltose, glucose, ...): in tegenstelling tot de andere parameters, hoe groter de hoeveelheid oligosachariden, hoe kleiner de verstijfseling.
Door al d eze facto ren te contro leren, kan de afbraak van zetme el beperkt w orden en blijft de koolhy draatwaar d e van het gr aanproduc t behouden .
10 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
> De afbraak van het zetmeel kan worden bepaald door het gehalte aan langzaam verteerbare
koolhydraten of Slowly Available Glucose (SAG), te meten aan de hand van een erkende methode (16). Een hoog gehalte aan SAG wijst op een fabricagemethode die de oorspronkelijke structuur van de zetmeelkorrel beter bewaart (17). Omgekeerd, een hoog gehalte aan snel verteerbare koolhydraten of Rapidly Available Glucose (RAG) wijst op een recept dat veel enkelvoudige koolhydraten bevat (en voornamelijk glucose) en/of op een fabricagemethode die de structuur van de zetmeelkorrel ingrijpend wijzigt. Binnen eenzelfde voedingsgroep kunnen de GI en de SAG-percentages
heel sterk schommelen, zoals blijkt uit afbeelding 1 (18).
Afbeelding 1: Verband tussen de fabricagemethodes, de in-vitrometingen van verteerbaarheid volgens de Englystmethode (% SAG / totale koolhydraten) en de glycemische respons (uitgedrukt in de GI)
84
90
SAG/TCHO IG
35%
80
70
70
30%
67 60
% SAG
25%
52 45
20%
50 40
15%
30
10%
20
5% 0%
Glycemic index
40%
10 Extruded cereals
White bread
Cracker
Biscuit A
Biscuit B
> D iverse studies hebben aangetoond dat de verstijfselingsgraad van het zetmeel bij droge koekjes lager ligt dan bij brood en geëxtrudeerde granen (type cornflakes) (17,19,20).
De analyses van Englyst (17) hebben ook gewezen op een sterke correlatie tussen de verstijfselingsgraad, de verteerbaarheid van het zetmeel en de postprandiale glycemische en insulinerespons. 11 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
III. K OEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
I. Le petit déjeuner, trop souvent oublié en
2
Koolhydraten opgenomen en geleidelijk en continu vrijgegeven gedurende 4 uur: wetenschappelijk bewijs
E
en hoog gehalte aan langzaam verteerbare koolhydraten (of SAG) leidt tot een lage GI. Deze twee factoren, aanwezig in de koekjes LU Petit Déjeuner, zorgen in ons lichaam voor een meer gematigde en verlengde aanwezigheid van de glucose in de bloedsomloop.
> B ij de vertering van de koolhydraten treden immers complexe mechanismen in werking
die uiteindelijk leiden tot een stijging van de bloedsuikerspiegel. Langzaam verteerbare koolhydraten (SAG) verschillen van snel verteerbare koolhydraten (RAG) omdat ze langzamer in de bloedsomloop terechtkomen en dus leiden tot een kleinere glycemische piek.
> Toch is er een verschil tussen de inname van exogene glucose en de bloedsuikerspiegel gemeten in het perifeer aderlijk bloed, omdat dat laatste ook gevoed wordt door de endogene glucose die wordt geproduceerd door de lever. Bovendien wordt de glucose tegelijkertijd gebruikt als energiebron door de weefsels. Bijgevolg is de bloedsuikerspiegel gemeten in het perifeer aderlijk bloed het resultaat van de uitwisselingen tussen weefsels die glucose produceren en weefsels die glucose gebruiken.
> D e methode om de exogene glucosestroom afkomstig uit graanproducten te meten, wordt uitgelegd in afbeelding 2 (21). Hierbij wordt de bloedsuikerspiegel gemeten na het eten van graanproducten vervaardigd op basis van bloem waarvan de koolhydratenfractie verrijkt is met koolstof-13 (C13, stabiele isotoop).
Afbeelding 3: Measurement of the flux of glucose in humans, using stable isotopes
13
C
endogenous production of glucose liver
heart
glucose absorption
brain
intestine
C
12
determination of total flux of glucose and flux of exogenous glucose
measurement of total glycemia and of 13C, 12C and 2H
H
2
muscle
perfusion of 6,6-2H2 glucose
12 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
III. KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
> Een studie bij 12 gezonde mannen, met gebruik van de methode van de stabiele isotopen, heeft de mate
van aanwezigheid van exogene glucose na het eten van twee ontbijten vergeleken: een ontbijt op basis van koekjes LU Petit Déjeuner (LPD) en een ontbijt op basis van geëxtrudeerde granen (22). Beide maaltijden hadden identiek dezelfde samenstelling, met dus als enige verschil de aard van de geteste graanproducten, gekenmerkt door verschillende gehaltes aan SAG en door verschillende GI’s, als gevolg van de fabricagemethodes (zie afbeelding 3).
Afbeelding 3: Kwaliteitsverschil van de koolhydraten in de 2 geteste graanproducten.
LPD biscuits
Extruded cereals
458
419
with high SAG content
Energy
in kcal/100g
Carbohydrates
in g/100g
including starch
in g/100g
in g/100g
(% of energy)
including sugars
(% of energy) (% of total carbohydrates)
72
(63%)
50
(69%)
22
(31%)
with low SAG content
81
(77%)
56
(69%)
25
(31%)
Fat
in g/100g
Protein
in g/100g
(% of energy)
(5%)
(6%)
SAG
in g/100g
17,2
1,3
RAG
in g/100g
43,2
69,7
SAG/total carbohydrates
in %
23,2
1,5
SAG (resistant starch)
in g/100g
3,2
2,3
GI
in %
47
65
(% of energy)
16
(32%)
6
13 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
8
(17%)
6
III. K OEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
> D e mate van aanwezigheid van exogene glucose (RaE) ligt beduidend lager na het eten van een ontbijt op basis van koekjes LPD na 90, 120 en 150 minuten, in vergelijking met het ontbijt op basis van ontbijtgranen (afbeelding 4). Tussen 180 en 210 minuten wordt de rangschikking van de mate van aanwezigheid van exogene glucose omgekeerd om na 210 minuten een mate van aanwezigheid te bereiken die beduidend hoger ligt voor het ontbijt op basis van koekjes, in vergelijking met dat op basis van ontbijtgranen.
> D eze studie heeft aangetoond dat de koekjes LU Petit Déjeuner door een hoog SAG-gehalte de glucose langzamer en op een meer continue manier vrijgeven in het bloed (22).
Afbeelding 4: C urves van mate van aanwezigheid van exogene glucose (RaE in mg/kg/min) voor koekjes LU Petit Déjeuner en geëxtrudeerde ontbijtgranen (gemiddelde waarden ± SEM, n=12; *p ≤ 0,05; ** p ≤ 0,01). Breakfast with LPD biscuits Breakfast with extruded cereals
7
RaE (mg/k-g/min)
6 5 4 3 2 1 0
0
60
120
180
240
300
Time (min)
eerbare n langzaam vert aa jk ri r, ne eu ten Petit Déj GI (≤ 55), gege De koekjes LU ge la n ee et m AG) en in het koolhydraten (S ontbijt, zorgen g ti h ic w en ev n een ydraten in het kader va evoer van koolh to ke ij el id le ge n lichaam voor ee r. gedurende 4 uu 14 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
III. KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
3
Stricte voedingsvereisten
H
et assortiment LU Petit Déjeuner (LPD) omvat 5 variëteiten van graankoekjes specifiek ontwikkeld voor het ontbijt.
Strikte voedingsvereisten staan garant voor de kwaliteit op basis van diverse criteria:
• Rijk aan granen: meer dan 40% van het product. In feite schommelt dit percentage tussen 55% en 70%, met een gehalte aan volkorengranen dat kan oplopen tot 40%
• Gehalte aan vetstoffen die zorgen voor 32% tot 35% van de energie • Kwaliteit van de vetstoffen: gebruik van koolzaadolie, zonder gehydrogeneerde vetten.
De koekjes LPD bevatten gemiddeld 39% minder verzadigde vetzuren dan het gemiddelde van andere ontbijtkoekjes*
• Gehalte aan suikers dat zorgt voor 17% tot 27 % van de energie • Een aanzienlijk aandeel aan vezels, schommelend tussen 4,7 g en 5,5 g per 100 g koekjes • Bron van vitamines E, B1, PP • Bron van mineralen: magnesium en ijzer • Lage glycemische index (≤ 55) en een hoog gehalte aan langzaam verteerbare koolhydraten
* Analyses uitgevoerd op alle ontbijtkoekjes in België.
15 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
III. K OEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
I. Le petit déjeuner, trop souvent oublié en
4
Bijdrage van de koekjes LU Petit Déjeuner aan de eerste maaltijd van de dag
G
raanproducten vormen een hoofdbestanddeel in de samenstelling van een evenwichtig ontbijt. Maar binnen deze categorie kunnen de voedingswaarden sterk verschillen.
a
Toevoer van verzadigde vetzuren
> Er worden momenteel te grote hoeveelheden verzadigde vetzuren (VVZ) gegeten. Volgens de
voedselconsumptiepeiling van 2004 (1) bedragen ze 16% van de TEI*, terwijl de aanbevelingen spreken van maximaal 10% van de TEI (23). Een van de doelstellingen van het NVGP-B** is om de consumptie van deze vetzuren te beperken omdat ze een rol spelen in het ontstaan van hart- en vaatziektes.
> D e afbeelding 5 vergelijkt de VVZ-percentages van diverse graanproducten voor het ontbijt.
Een portie koekjes LU Petit Déjeuner bevat een redelijk gehalte aan VVZ, vergelijkbaar met dat van een portie brood-minarine-confituur en 2 maal minder dan dat van de opgenomen koffiekoeken.
Afbeelding 5: Toevoer van verzadigde vetzuren (g/portie) 1,3
40g grijs brood, 20g chocoladepasta
4,7
40g volkorenbrood, 25g kaas in sneetjes
2,0
40g grijs brood, 10g minarine, 15g confituur
5,2
Chocoladecornflakes verrijkt met vitamines, ijzer (40g)
0,1
Cornflakes verrijkt met vitamines, ijzer (40g)
6,8
Krokante muesli met chocolade (40g)
0,8
Zachte muesli (40g)
2,4
LU Petit Déjeuner (Chocolade & Granen) (50g)
2,4
LU Petit Déjeuner (Melk & Granen) (50g)
2,2
LU Petit Déjeuner (Meergranen) (50g)
2,9
LU Petit Déjeuner (Honing & Chocolade) (54g)
2,5
LU Petit Déjeuner (-25% Suikers) (50g)
9,5
Boterkoek (60g)
8,3
Koffiekoek met rozijnen (60g)
6,8
Koffiekoek met chocolade (60g)
8,5
Croissant (50g)
0
1
2
3
4
5
6
7
Voedingswaarden: Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, 4e uitgave, 2004.
* TEI: totale energie-inname - ** Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan
16 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
8
9
10
III. KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
b
Toevoer van suikers
> De consumptie van suikers ligt momenteel veel te hoog. Volgens de huidige voedingsaanbevelingen mogen suikers niet meer dan 10% van de TEI bedragen (23). Een van de doelstellingen van het NVGP-B is ook om de suikerconsumptie te beperken.
> D e afbeelding 6 vergelijkt de suikergehaltes van de diverse graanproducten. Een portie koekjes
LPD “Melk & Granen”, “Meergranen”, of “-25% Suikers” bevat evenveel suiker als een portie grijs brood met chocoladepasta of grijs brood-minarine-confituur. De referentieproducten “Chocolade & Granen” en “Honing & Chocolade” hebben echter een hoger suikergehalte.
Afbeelding 6: Toevoer van suikers (g/portie) 10,6
40g grijs brood, 20g chocoladepasta
0,6
40g volkorenbrood, 25g kaas in sneetjes
10,2
40g grijs brood, 10g minarine, 15g confituur
14
Chocoladecornflakes verrijkt met vitamines, ijzer (40g)
3,2
Cornflakes verrijkt met vitamines, ijzer (40g)
10
Krokante muesli met chocolade (40g)
8,6
Zachte muesli (40g)
15,0
LU Petit Déjeuner (Chocolade & Granen) (50g)
9,5
LU Petit Déjeuner (Melk & Granen) (50g)
11,0
LU Petit Déjeuner (Meergranen) (50g)
15,1
LU Petit Déjeuner (Honing & Chocolade) (54g)
10,5
LU Petit Déjeuner (-25% Suikers) (50g)
5,0
Boterkoek (60g)
6,5
Koffiekoek met rozijnen (60g)
4,9
Koffiekoek met chocolade (60g)
1,4
Croissant (50g)
0
2
4
6
8
10
12
Voedingswaarden: Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, 4e uitgave, 2004.
17 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
14
16
III. K OEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
I. Le petit déjeuner, trop souvent oublié en
c
Toevoer van vezels
> G raanproducten vormen een van de belangrijkste bronnen van voedingsvezels. Het ontbijt is dan ook een maaltijd die aanzienlijk bijdraagt aan de dagelijkse inname van vezels. In België wordt voor volwassenen een inname van 30 g per dag aanbevolen (23).
> D e afbeelding 7 geeft de vezelgehaltes van diverse porties graanproducten weer.
De koekjes LPD bevatten een interessante hoeveelheid vezels, vergelijkbaar met grijs of volkorenbrood met beleg.
Afbeelding 7: Toevoer van vezels (g/portie) 2,4
40g grijs brood, 20g chocoladepasta 40g volkorenbrood, 25g kaas in sneetjes
2,6
40g grijs brood, 10g minarine, 15g confituur
2,6 1,2
Chocoladecornflakes verrijkt met vitamines, ijzer (40g)
1,0
Cornflakes verrijkt met vitamines, ijzer (40g)
2,0
Krokante muesli met chocolade (40g)
3,3
Zachte muesli (40g)
2,7
LU Petit Déjeuner (Chocolade & Granen) (50g)
2,4
LU Petit Déjeuner (Melk & Granen) (50g)
2,8
LU Petit Déjeuner (Meergranen) (50g)
2,6
LU Petit Déjeuner (Honing & Chocolade) (54g)
2,4
LU Petit Déjeuner (-25% Suikers) (50g)
2,3
Boterkoek (60g)
5,2
Koffiekoek met rozijnen (60g) Koffiekoek met chocolade (60g)
0,0 1,2
Croissant (50g)
0
1
2
3
4
5
Voedingswaarden: Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, 4e uitgave, 2004.
18 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
6
III. KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
d
Toevoer van natrium
> N atrium is een nutriënt dat van nature aanwezig is in bepaalde producten, maar ook kan
worden toegevoegd aan producten, zoals bereide schotels, bepaalde ontbijtgranen, snacks … Een te hoge consumptie zou bij bepaalde risicogroepen kunnen leiden tot een verhoogde bloeddruk. Daarom is de vermindering van de zoutinname ook een prioriteit voor de volksgezondheid in het NVGP-B (NB: 1 g zout = 400 mg natrium).
> D e dagelijkse aanbevolen inname van natrium bepaald door de Hoge Gezondheidsraad (23) is 300 mg tot 700 mg voor 4-6-jarigen, maximaal 1200 mg voor 7-10-jarigen, maximaal 1600 mg voor 11-18-jarigen en maximaal 3500 mg voor volwassenen.
> D e afbeelding 8 toont de natriumgehaltes van diverse graanproducten die gegeten worden
bij het ontbijt. De koekjes LPD hebben gemiddeld een natriumgehalte dat vergelijkbaar is met dat van grijs brood met chocolade of confituur.
Afbeelding 8: Toevoer van natrium (mg/portie) 218
40g grijs brood, 20g chocoladepasta
385
40g volkorenbrood, 25g kaas in sneetjes
228
40g grijs brood, 10g minarine, 15g confituur
160
Chocoladecornflakes verrijkt met vitamines, ijzer (40g)
311
Cornflakes verrijkt met vitamines, ijzer (40g)
120
Krokante muesli met chocolade (40g)
4
Zachte muesli (40g)
153
LU Petit Déjeuner (Chocolade & Granen) (50g)
210
LU Petit Déjeuner (Melk & Granen) (50g)
285
LU Petit Déjeuner (Meergranen) (50g)
138
LU Petit Déjeuner (Honing & Chocolade) (54g)
176
LU Petit Déjeuner (-25% Suikers) (50g)
195
Boterkoek (60g)
147
Koffiekoek met rozijnen (60g)
272
Koffiekoek met chocolade (60g)
346
Croissant (50g)
0
50
100
150
200
250
300
Voedingswaarden: Belgische voedingsmiddelentabel, NUBEL, 4e uitgave, 2004.
19 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
350
400
III. K OEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
5
Kan er een evenwichtig ontbijt samengesteld worden met de koekjes LU Petit Déjeuner?
H
et Nederlands Voedingscentrum heeft diverse voedingscriteria opgesteld om de kwaliteit van een ontbijt te kunnen evalueren (24).
Afbeelding 9: Voedingscriteria van de Nederlands Voedingscentrum om een ontbijt te evalueren
Ontbijt te consumeren “bij voorkeur”
Ontbijt te consumeren “volgens de middenweg”
Ontbijt te consumeren “bij uitzondering”
• Verzadigde vetzuren: max. 9% van de energie
• Verzadigde vetzuren: max. 13% van de energie
• Verzadigde vetzuren: > 13% van de energie
• Transvetzuren: max. 1,3% van de energie
• Transvetzuren: max. 1,3% van de energie
• Transvetzuren: > 1,3% van de energie
• Natrium: max. 1,6 mg/kcal
• Natrium: max. 1,9 mg/kcal
• Natrium: > 1,9 mg/kcal
• Toegevoegde suikers: max. 13% van de energie
• Toegevoegde suikers: max. 13% van de energie
• Toegevoegde suikers: > 13% van de energie
• Vezels: min. 1,3 g/100 kcal
• Vezels: min. 0,8 g/100 kcal
• Vezels: < 0,8 g/100 kcal
• Energie: 200 - 350 kcal*
• Energie: 200 - 350 kcal*
• Energie: < 200 kcal of > 350 kcal*
* De aanbevelingen voor de totale energie-inname bij het ontbijt liggen lager in Nederland dan in België (20 à 25% van de TEI) omwille van het aantal dagelijkse maaltijden aanbevolen door het Nederlands Voedingscentrum, dat kan oplopen tot 7 maaltijden, inclusief hoofdmaaltijden.
> D e afbeelding 10 vergelijkt 5 ontbijten op basis van koekjes LU Petit Déjeuner. We stellen vast dat
er beslist een evenwichtig ontbijt kan worden samengesteld met bepaalde koekjes LU Petit Déjeuner. Twee ontbijten vallen echter niet onder de categorie “bij voorkeur” omwille van het gehalte aan toegevoegde suikers (NB: de caloriewaarde van 364 kcal voldoet aan de Belgische aanbevelingen).
20 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
III. KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER: GRAANPRODUCTEN MET EEN BEWEZEN KWALITEIT
Afbeelding 10: E valuatie van een ontbijt op basis van koekjes LPD voor de categorie te consumeren “bij voorkeur” Criteria voor de categorie “bij voorkeur”
Energie 200-350 kcal
VVZ ≤ 9 En%
TVZ Toegevoegde suikers Vezels Na ≤ 1,3 En% ≤ 13 En% > 1,3g/100kcal ≤ 1,6mg/kcal
50 g LPD Meergranen, 125 g magere yoghurt, 1 kiwi (100 g)
344
7,8
0,3
12,8
1,7
0,8
50 g LPD -25% Suikers, 125 g magere yoghurt, 1 kiwi (100 g)
346
8,5
0,3
12
1,6
0,5
50 g LPD Honing & Chocolade, 125 g magere yoghurt, 1 kiwi (100 g)
364
9
0,3
16,6
1,6
0,4
50 g LPD Chocolade & Granen, 125 g magere yoghurt, 1 kiwi (100 g)
346
8,2
0,3
17,3
1,6
0,4
50 g LPD Melk & Granen, 125 g magere yoghurt, 1 kiwi (100 g)
344
8,3
0,3
11
1,6
0,6
> D e afbeelding 11 toont 3 traditionele ontbijten op basis van volkorenbrood met beleg, bestempeld als “light”, “klassiek” en “kinderen”. Alleen het “light” ontbijt valt onder de categorie “bij voorkeur”. De 2 andere vallen onder de categorie “bij uitzondering”: de “klassieke” versie bevat te veel toegevoegde suikers en de versie “kinderen” te veel calorieën.
Figure 10 : E11: valuation de van petits à base Petit la catégorie Afbeelding Evaluatie eendéjeuners ontbijt op basisde vanbiscuits broodLU voor de Déjeuner categorie pour te consumeren “bij voorkeur” «à consommer de préférence» Criteria voor de categorie “bij voorkeur”
Energie 200-350 kcal
VVZ ≤ 9 En%
TVZ Toegevoegde suikers VEZELS Na ≤ 1,3 En% ≤ 13 En% > 1,3g/100kcal ≤ 1,6mg/kcal
“Light” ontbijt: 60 g volkorenbrood, 5 g minarine (25% vet), 20 g confituur met minder suikers, 125 g magere yoghurt 1 kiwi (100 g)
302
4,5
≤ 1,3
12
2,3
1,4
313
4,3
≤ 1,3
16,6
2,2
1,4
363
8,2
≤ 1,3
11,3
2
1,2
“Klassiek” ontbijt: 60 g volkorenbrood, 5 g minarine (25% vet), 20 g gewone confituur 125 g magere yoghurt, 1 kiwi (100 g)
Ontbijt “kinderen”: 60 g volkorenbrood, 5 g minarine (25% vet), 20 g chocoladepasta 125 g magere yoghurt, 1 kiwi (100 g)
jn erg Voedingscentrum zi ds an rl de Ne t he or d do interessant De criteria opgestel gie. Het is dan ook er en en s er ik su e gd Déjeuner strikt voor toegevoe de koekjes LU Petit al pa be et m t da n le te kunnen vaststel engesteld. ijt kan worden sam tb on ig ht ic w en ev n ee 21 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
IV. ASSORTIMENT VAN DE KOEKJES LU PETIT DÉJEUNER
Variétés LU Petit Déjeuner :
-25% Suikers
Chocolade & Granen
Melk & Granen
Teneur en granen (waarvan volkorengranen) Gewicht van een koekje (g)
69,4% (15,8%) 12,5 g
55% (29,5%) 12,5 g
70,7% (19,4%) 12,5 g
ENERGIE kcal / 100 g - kcal / biscuit 450 - 56 450 - 56 445 - 56 % GDA* per biscuit 3% 3% 3% EIWITTEN g / 100 g - g / biscuit 7,7 - 1,0 7,5 - 0,9 8,3 - 1,0 % GDA* per biscuit 2% 2% 2% KOOLHYDRATEN g / 100 g - g / biscuit 69 - 8,6 67 - 8,4 67 - 8,4 % GDA* per biscuit 3% 3% 3% waarvan suikers g / 100 g - g / biscuit 21 - 2,6 30 - 3,8 19 - 2,4 % GDA* per biscuit 3% 4% 3% VETTEN g / 100 g - g / biscuit 16 - 2,0 17 - 2,1 16 - 2,0 % GDA* per biscuit 3% 3% 3% waarvan verzadigd g / 100 g - g / biscuit 5 - 0,6 4,8 - 0,6 4,7 - 0,6 % GDA* per biscuit 3% 3% 3% waarvan transvetzuren g / 100 g - g / biscuit 0,2 - 0,03 1 - 0,13 0,1 - 0,01 VOEDINGSVEZELS g / 100 g - g / biscuit 4,8 - 0,6 5,3 - 0,7 4,7 - 0,6 % GDA* per biscuit 2% 3% 2% NADIUM g / 100 g - g / biscuit 0,351 - 0,044 0,305 - 0,038 0,420 - 0,053 % GDA* per biscuit 2% 2% 2% MAGNESIUM mg / 100 g - mg / biscuit 83 - 10 105 - 13 90 - 11 % ADH** per 100 g 28% 35% 30% IJZER mg / 100 g - mg / biscuit 2,9 - 0,36 5,6 - 0,70 2,8 - 0,35 % ADH** per 100 g 21% 40% 20% VITAMINE E mg / 100 g - mg / biscuit 6,7 - 0,84 4 - 0,50 4 - 0,50 % ADH** per 100 g 67% 40% 40% VITAMINE B1 mg / 100 g - mg / biscuit 0,36 - 0,045 0,28 - 0,035 0,52 - 0,065 % ADH** per 100 g 26% 20% 37% VITAMINE B3 (Vit. PP) mg / 100 g - mg / biscuit 2,7 - 0,34 2,7 - 0,34 1,8 - 0,23 % ADH** per 100 g 15% 15% 10%
INGREDIËNTEN
Granen 69.4 % [tarwebloem 49.7 %, volkorengranen 15.8 % (havervlokken 8.1 %, gerstevlokken 4.1 %, volkorentarwebloem 3.6 %), roggebloem 3.9 %] - Suiker - Plantaardig vet (koolzaad, palm) - Chocoladestukjes 9 % (suiker, cacaomassa, cacaoboter, emulgator: sojalecithine) - Rijsmiddel : ammoniumwaterstofcarbonaat, natriumwaterstofcarbonaat, dinatriumdifosfaat - Vulstof: polydextrose - Glucose-fructosestroop - Aroma’s - Zout - Mineralen : magnesiumcarbonaat, ijzer - Magere melkpoeder - Antioxidant: sojalecithine - Emulgator: E 472e - Vitaminen E, B3 en B1.
Granen 55 % [ volkorengranen 29,5 % (volkorentarwebloem 19 % en gerstebloem, havervlokken 7 %), tarwebloem 22 %, roggebloem ] – Suiker – Chocoladestukjes 13 % (suiker, cacaomassa en cacaoboter, emulgator : sojalecithine) – Plantaardig vet – Magere cacaopoeder 3 % – Rijsmiddel : ammoniumwaterstofcarbonaat , natriumwaterstofcarbonaat, dinatriumdifosfaat – Emulgator : sojalecithine, E 472e – Aroma – Zout – Magere melkpoeder – Mineralen : magnesiumcarbonaat, ijzer – Vitaminen : E, B1, B3.
Granen 70.7 % [Tarwebloem 45.6 %, Volkorengranen 19.4 % (Havervlokken 8.4 %, Volkorentarwebloem 6.3 %, Volkorengerstebloem 4.7 %), Roggebloem 5.7 %] - Suiker - Plantaardig vet (koolzaad, palm) - Volle melkpoeder 2.4 % (equivalent volle melk 19.2 %) - Rijsmiddel: ammoniumwaterstofcarbonaat, natriumwaterstofcarbonaat, dinatriumdifosfaat - Weipoederderivaat, rijk aan calcium - Zout - Emulgatoren: E 472e, sojalecithine - Mineralen : magnesiumcarbonaat, ijzer - Aroma’s (melk, vanilline) - Vitaminen E, B3 en B1.
ALLERGENEN
BEVAT : GLUTEN, SOJA, MELK GEMAAKT IN EEN BEDRIJF WAAR OOK EI, HAZELNOOT EN SESAM WORDEN VERWERKT.
BEVAT : GLUTEN, SOJA, MELK. GEMAAKT IN EEN BEDRIJF WAAR OOK EI, PINDA, AMANDEL, HAZELNOOT, WALNOOT EN SESAM WORDEN VERWERKT.
BEVAT : GLUTEN, SOJA, MELK. GEMAAKT IN EEN BEDRIJF WAAR OOK EI, AMANDEL, HAZELNOOT, WALNOOT EN SESAM WORDEN VERWERKT.
* GDA = Dagelijkse Voedingsrichtlijn voor een volwassene op basis van een gemiddelde behoefte van 2000 kcal. Individuele behoeften kunnen variëren afhankelijk van geslacht, leeftijd, lichamelijke inspanning en andere factoren.
22 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
V. BRONVERMELDINGEN
Meergranen
Honing & Chocolade
70% (40%) 12,5 g
58,5% (33,5%) 13,5 g
445 - 56 450 - 61 3% 3% 8 - 1,0 7 - 0,9 2% 2% 67 - 8,4 67 - 9,0 3% 3% 22 - 2,8 28 - 3,8 3% 4% 16 - 2,0 17 - 2,3 3% 3% 4,4 - 0,6 5,4 - 0,7 3% 4% 0,2 - 0,03 1 - 0,14 5,5 - 0,7 4,9 - 0,7 3% 3% 0,570 - 0,071 0,255 - 0,034 3% 1% 105 - 13 90 - 12 35% 30% 3,5 - 0,44 2,8 - 0,38 25% 20% 6,5 - 0,81 4,5 - 0,61 65% 45% 0,49 - 0,061 0,28 - 0,038 35% 20% 2,7 - 0,34 2,7 - 0,36 15% 15% Granen 70 % [volkorengranen 40 % (havervlokken 20 %, gemoute roggevlokken 20 %), tarwebloem 30 %] – Plantaardige olie (koolzaad, palm) –Suiker – Bruine rietsuiker 7 % – Invertsuikerstroop – Rijsmiddel : ammoniumwaterstofcarbonaat, natriumwaterstofcarbonaat, dinatriumdifosfaat – Zout – Magere melkpoeder – Mineralen : magnesiumcarbonaat, ijzer – Emulgator : sojalecithine – Vitamines : E, B1, B3.
Granen 58,5% [ volkorengranen 33,5 % (volkorentarwebloem 19,5% en gerstebloem, havervlokken 10,5 %), tarwebloem 21,5 %, roggebloem ] – Suiker – Plantaardig vet – Chocoladestukjes 8 % (suiker, cacaomassa en cacaoboter, emulgator : sojalecithine) – Honing 5 % – Glucose-fructosestroop – Rijsmiddel : ammoniumwaterstofcarbonaat, natriumwaterstofcarbonaat – Aroma – Zout – Emulgator : sojalecithine, E472e – Magere melkpoeder – Mineralen : magnesiumcarbonaat, ijzer – Vitaminen E, B1, B3.
BEVAT : GLUTEN, SOJA, MELK. GEMAAKT IN EEN BEDRIJF WAAR OOK EI, PINDA, HAZELNOOT EN SESAM WORDEN VERWERKT.
BEVAT : GLUTEN, SOJA, MELK.GEMAAKT IN EEN BEDRIJF WAAR OOK EI, AMANDEL, HAZELNOOT, WALNOOT EN SESAM WORDEN VERWERKT.
1. De Belgische Voedselconsumptiepeiling 1 - 2004: IPH/EPI REPORTS N° 2006 – 016 2. Matthys C et al. Estimated energy intake, macronutriment intake and meal pattern of Flemish adolescents. Eur J Clin Nutr 2003, 57: 366-75 3. Berghmans Luc et Tellier Véronique. Dix ans d’observation des comportements alimentaires des jeunes en Hainaut. Education Santé, N°238, Octobre 2008 4. Dubois L et al. Breakfast skipping is associated with differences in meal patterns, macronutrient intakes and overweight among pre-school children. Public Health Nutr 2008, 18: 1-10 5. Van der Heijden AA. A prospective study of breakfast consumption and weight gain among U.S. men. Obesity 2007, 15(10) 2463-9 6. Rampersaud GC et al. Breakfast habits, nutritional status, body weight, and academic performance in children and adolescents. J Am Diet Assoc 2005, 105: 743-60 7. Timlin T et al. Breakfast eating and weight change in a 5-year prospective analysis of adolescents: Project EAT (Eating Among Teens). Pediatrics 2008, 121(3): e638-e645 8. Dye L and Blundell J. Functional foods: psychological and behavioural functions. Br J Nutr 2002, 88(Suppl2): S187-S211 9. Benton D. The influence of children’s diet on their cognition and behaviour. Eur J Nutr 2008, 47: S25-S37 10. Benton D, Parker PY. Breakfast, blood glucose, and cognition. Am J Clin Nutr 1998, 67: 772S-778S 11. Wesnes KA et al. Breakfast reduces declines in attention and memory over the morning in schoolchildren. Appetite 2003, 41(3): 329-31 12. FAO/WHO. Carbohydrates in human nutrition. Report of a joint FAO/WHO expert consultation, Rome, Italy, 14-18 April, 1997. FAO Food Nutr. Pap. 66. 1998 13. Wolever TM, Jenkins DJ, Jenkins AL, Josse RG. The glycemic index: methodology and clinical implications. Am J Clin Nutr 1991, 54(5): 846-54 14. Benton D et al. The delivery rate of dietary carbohydrates affects cognitive performance in both rats and humans. Psychopharmacology 2003, 166: 86-90 15. Ingwersen J et al. A low glycemic index breakfast cereal preferentially prevents children’s cognitive performance from declining throughout the morning. Appetite 2007, 49: 240-244 16. Englyst KN, Englyst HN, Hudson GJ, Cole TJ & Cummings JH. Rapidly available glucose in foods: an in vitro measurement that reflects the glycemic response. Am J Clin Nutr 1999, 69: 448-454 17. Englyst KN, Vinoy S, Englyst HN, Lang V. Glycaemic index of cereal products explained by their content of rapidly and slowly available glucose. Br J Nutr 2003, 89: 329-340 18. Foster-Powell K, Holt SH, Brand-Miller JC. International table of glycemic index and glycemic load values. Am J Clin Nutr 2002, 76: 5-56 19. Wootton M, Chaudhry MA. Gelatinization and in vitro digestibility of starch in baked products. J Food Sci 1980, 45: 1783-1784 20. Ross SW, Brand JC, Thorburn AW. Glycemic index of processed wheat products. Am J Clin Nutr 1987, 4(46): 631-635 21. Slowly digestible carbohydrates. Benefits of a diet with a low glycemic index. Nutritopics n°28, 2003. Danone Vitapole. ISSN: 1634-1678. Copyright Danone Vitapole 22. Vinoy S, Normand S, Meynier A, Lang V, Laville M. Low GI plain biscuit based breakfast induced a low insulin response and a sustained release of exogenous glucose appearance rate. Annals of Nutrition and Metabolism 2005, 49(Suppl 1): 394 23. Hoge Gezondheidsraad, Voedingsaanbevelingen voor België, Herziening november 2006, HGR dossiernummer: 7145-2 24. Gezondheidsraad : Richtlijnen goede voeding 2006. Den Haag : gezondheidsraad 2006; publicatie nr 2006/21 en nr A06/08
** ADH : Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
23 BISCUITS LU PETIT DÉJEUNER - Van wetenschap tot praktijk
I. Le petit déjeuner, trop souvent oublié en
24 r e•t e2n4s c h a p t o t p r a k t i j k B I S C U I T S L U P E T ILTUD PÉ eJ EtUi tN EDRé j- eVuanne w