Workshops PO-congres VAN GOED NAAR GEWELDIG ONDERWIJS 3 april 2013, Congrescentrum Belmont, Ede
Van Goed naar Geweldig Onderwijs 1 Een pareltje van passend onderwijs Een good practise voorbeeld van integratie tussen regulier basisonderwijs en onderwijs aan leerlingen met een cluster 3 indicatie. Door samenwerking van Zorg, regulier basisonderwijs en cluster 3 onderwijs is er in de Betuwe een prachtige onderwijsvoorziening gerealiseerd waarbij de zich leerlingen optimaal kunnen ontwikkelen en thuisnabij onderwijs kunnen genieten. Door de kracht van de samenwerking en de gedeelde expertise kan er gewerkt worden vanuit het Handelings Gericht Werken waarbij er een grote rol weggelegd is voor de ouders. Dorethea Arissen en Linda van Raaij, basisschool De Esdoorn, Elst
2 Duurzame inzetbaarheid van personeel Vorig jaar heeft CNV Onderwijs een enquête onder de leden in het primair onderwijs gehouden over de CAO-PO. Daaruit kwam overduidelijk naar voren dat personeelsleden in de diverse levensfasen uiteenlopende wensen hebben ten aanzien van bijvoorbeeld scholing en professionalisering, werktijden en taakbelasting, inzet van onderwijsondersteuners, coaching en ten aanzien van het kunnen opnemen van diverse vormen van verlof, waaronder seniorenverlof. In deze workshop wordt op deze wensen en onderwerpen nader ingegaan en zal een discussie plaatsvinden over de toekomst van het primair onderwijs en de gewenste (rechts)positie van personeelsleden daarin. Anja Bartholomeus, beleidsmedewerker CNV Onderwijs
3 Unieke samenwerking tussen basisonderwijs en speciaal basisonderwijs De Brede school Westhof in Poeldijk opende in april 2008 haar deuren. Na de opening betrokken diverse partijen het gebouw. De intentie was en is om onderwijs, zorg en kinderopvang samen te brengen. Er was sprake van een groeimodel, omdat pedagogische, culturele en organisatorische consequenties nog nauwelijks waren uitgewerkt en afgestemd. Wel was een plan van aanpak gemaakt, waarin o.a. een heldere doelstelling van de samenwerking tussen de beide scholen was opgesteld, de randvoorwaarden van de samenwerking waren aangegeven en een onderwijskundig concept was beschreven. De nieuwe directeur kreeg de opdracht de belangen van de diverse partijen samen te brengen en vanuit de algemene visie samen te werken in het belang van het opgroeiende kind.
Inmiddels zijn we bijna 5 jaar verder, zijn de samenwerkende partners naar elkaar toegegroeid en krijgt de samenwerking steeds meer vorm. Het blijkt een interessant concept met veel mogelijkheden! We geven u graag een kijkje in onze keuken! Brede schoolconcept / partners in het gebouw De samenwerkende partners zijn o o o o o o o o
r-.k. basisschool Verburch-hof r-.k. speciale basisschool de Delta Kinderopvang en BSO Catalpa Ambulatorium (logopedie, fysiotherapie, spel- en kindertherapie) Onderwijs Advies: onze taal-leesspecialist verzorgt dyslexiebehandelingen (op detacheringsbasis, vanuit OA) Centrum voor Jeugd en Gezin Bestuursbureau WSKO Diverse partners verzorgen een wisselend buitenschools aanbod, zowel voor volwassenen als voor kinderen (sport, yoga, huiswerkbegeleiding, typelessen, angstreductietrainingen, enz.)
Lia Dane en Karin Schalkwijk, Brede school Westhof, Poeldijk
4 Invloed op passend onderwijs Passend onderwijs krijgt langzamerhand vorm. Sommige zaken spelen op school en teams zijn daarbij betrokken. Maar veel gebeurt ook buiten het zicht van de leerkrachten, soms ook buiten het zicht van de school. Wat moeten samenwerkingsverbanden doen. En waar en hoe kun je als leerkracht, als team, invloed uitoefenen op wat er in het samenwerkingsverband gebeurt? Soms kan dat via de formele weg, de medezeggenschapsraden, soms ook via minder formele wegen. Hans van Dinteren, CNV Onderwijs Academie
5 Professionele ruimte 'Professionele Ruimte' is de ruimte voor de leraar om zijn expertise te benutten ten gunste van onderwijskwaliteit. Het gaat dan om de ruimte om te beslissen over onderwijsinhoud, onderwijsinrichting (didactisch, pedagogisch en organisatorisch) en professionele ontwikkeling. De Onderwijscoöperatie wil werken aan de versterking van de positie van de leraar in de onderwijspraktijk. Krijgt hij ruimte om als professional zijn vak goed uit te oefenen? Welke steun heeft hij nodig en hoe kan hij zich verder ontwikkelen? We gaan in de workshop in op de betekenis van professionele ruimte en bespreken met elkaar wat het voor ieder persoonlijk betekent en hoe dit ingevuld kan worden. Bert Groenewoud, Onderwijscoöperatie
6 IPC Het IPC is een lesaanpak voor zaakvakken zoals geschiedenis, aardrijkskunde en natuur en creatieve vakken zoals tekenen en handvaardigheid. De aanpak is ontwikkeld voor Nederlandse basisscholen die kinderen effectiever willen laten leren. Internationalisering is overal in verweven. Binnen IPC zijn nieuwe inzichten verwerkt over hoe kinderen leren. Negentig procent van wat we weten over hoe onze hersenen werken komt uit onderzoek van de laatste 15 jaar. De activiteiten binnen het curriculum houden rekening met meervoudige intelligenties, emotionele betrokkenheid, geheugen, mindmapping en leerstijlen van kinderen. Met het IPC gaat de discussie niet meer over wat de leerling gaat doen op school, maar over wat deze gaat leren. Dit heeft grote consequenties voor de rol van de leerkracht. Door het aanbieden van thematisch onderwijs is er veel ruimte voor de eigen inbreng van kinderen bij de inhoud en de vormgeving van het leren. In de rol van de leerkracht zal de nadruk komen te liggen op het faciliteren van het leren in plaats van het klassikaal doceren. Het curriculum is onderverdeeld in units. Elke unit start met een enthousiasmerende activiteit, met als doel leerlingen te motiveren meer over het onderwerp te willen leren. Daarna volgt de kennisoogst, waarbij de leerlingen hun voorkennis activeren en vastleggen. Vervolgens informeert de leraar de kinderen over wat ze gaan leren, aan de hand van de gegeven doelen per vakgebied. De lessen die volgen bestaan uit onderzoeks- en verwerkingsactiviteiten. De kinderen behalen de leerdoelen per vak, de persoonlijke doelen en de internationale doelen. De leerdoelen van het IPC zijn geformuleerd voor 4 leeftijdsniveaus. Deze worden mileposts genoemd. Bij elke milepost worden leerdoelen beschreven die kinderen bereikt moeten hebben tegen het einde van het schooljaar waarin zij respectievelijk 6, 8, 10 en 12 jaar worden. Iedere unit wordt feestelijk afgesloten waarbij kinderen de kans kijken terug te kijken en anderen kunnen laten zien wat ze hebben geleerd. De Nederlandse inspectie van het onderwijs heeft het curriculum goedgekeurd. Op 25 Nederlandstalige scholen wordt de Nederlandstalige versie van het curriculum gebruikt. Internationaal draait het IPC in 2009 op meer dan 550 scholen in meer dan 50 verschillende landen. In januari 2009 won IPC Nederland de NOT stimulatieprijs in de categorie "leermiddelen en methodes". De reden hiervoor is het volgende: 'De jury vindt het brengen van een methode in Nederland die duidelijk aansluit bij internationale standaarden een goede zaak. De kwaliteit van het materiaal is hoog en nodigt uit tot gevarieerd gebruik. Er kunnen zeer veel keuzes worden gemaakt, dus het werken met deze methode is steeds verrassend en daarmee voor leerlingen boeiend. Het feit dat er over vakken heen naar één samenhangend geheel in het aanbod wordt gestreefd biedt grote mogelijkheden voor integratie tussen de (zaak)vakken. Een groot pluspunt is dat er meerdere culturen aan de orde komen en er duidelijk wordt gemaakt dat die heel goed naast elkaar kunnen bestaan.' Jan Willem Helmink, IPC Nederland
7 Kernkwaliteiten bij kinderen “Ik heb met Gerda gepraat over haar broertje die al een hele poos overleden is (kernkwaliteit sociale intelligentie).” “Bij een medeleerling helpen in de gymzaal, toen kreeg ik er een fijn gevoel bij. Ik heb geholpen met de was sorteren en ik ben er tevreden over (kernkwaliteit vriendelijkheid).”
“Want ik vertrouwde op God dat Hij mij kracht heeft gegeven (kernkwaliteit spiritualiteit).” “Ik wist dat het moest lukken, dat ik het kon en daardoor ben ik tot taak 4 gekomen. Het is eigenlijk alleen gelukt door mijn zelfvertrouwen (kernkwaliteit optimisme).” Zomaar een paar voorbeelden waaruit bleek hoe leerlingen vanaf groep 4 heel bewust bezig waren om hun kernkwaliteiten te gebruiken. Heeft u wel eens gehoord van de positieve psychologie? En van prof. dr. Kees van der Wolf, die meerdere publicaties heeft geschreven over gedrag? Beiden stellen dat we op de verkeerde weg zijn door zeer de nadruk te leggen op problematiseren en diagnosticeren. Het mooie is dat de positieve psychologie daar wel iets heel waardevols tegenover zet: op basis van empirisch onderzoek mag verondersteld worden dat het heilzaam kan zijn in het onderwijs meer aandacht te besteden aan het versterken van kernkwaliteiten. Over hoe dat kan bij kinderen, is echter nog weinig bekend. Afgelopen cursusjaar heb ik onderzoek gedaan naar de effecten bij leerlingen in het basisonderwijs, wanneer zij zich bewust worden van hun kernkwaliteiten en deze gebruiken. Leerlingen blijken na een korte interventie door hun leraren, redelijk goed in staat te zijn hun kernkwaliteiten te herkennen en die te verbinden met hun gedrag, waarbij we ook langere termijneffecten zagen. Leraren ontdekten dat het bewust worden en inzetten van kernkwaliteiten zinvol is. Uit mijn onderzoek, dat ik onder begeleiding van prof. dr. Fred Korthagen heb uitgevoerd, is gebleken dat het mogelijk is door middel van een eenvoudige activiteit invloed uit te oefenen op de persoonlijke groei van leerlingen. U kunt het zich vast voorstellen dat bewustwording van kernkwaliteiten, zoals blijkt uit de volgende voorbeelden, een bijdrage kan leveren aan het beleven van positieve emoties en het meer oog krijgen voor een ander: Over de resultaten van het onderzoek en hoe dit in fe klas is te gebruiken vertel ik u in de workshop meer. Peter Ruit, Hogeschool Driestar
8 LeerKRACHT: Elke dag samen beter Het Nederlandse onderwijs is beter dan we denken maar niet zo goed als we zouden willen. De regering heeft de ambitie uitgesproken om het Nederlandse onderwijs van goed naar excellent te brengen. Een doelstelling die breed gedeeld wordt en al tot diverse initiatieven heeft geleid. Stichting leerKRACHT sluit hier naadloos op aan met de ontwikkeling van een getoetste, praktische en kopieerbare aanpak waarbij scholen zelf de kwaliteit van hun onderwijs aanzienlijk kunnen verbeteren. In onze aanpak staat de docent centraal. Wij willen in vijf jaar tijd op alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs een cultuur creëren waarbij docenten de verantwoordelijkheid nemen voor hun professionele ontwikkeling en hierbij worden ondersteund door de schoolleiding. Een cultuur van ‘elke dag samen beter’. Stichting leerKRACHT is een initiatief van McKinsey & Company. We werken samen met de Onderwijscoörperatie, 16 pilotscholen en een groot aantal vrijwilligers uit zowel het onderwijs als de private sector. In deze workshop zullen we vertellen wat de aanpak van Stichting LeerKRACHT en het leren van elkaar inhoudt. We geven voorbeelden van hoe leraren binnen dat project van elkaar leren, en hoe dat in de praktijk geregeld Korte uitleg onderzoek is.
Annemieke Schoemaker, CNV Onderwijs Academie