Streekplatform Westhoek vzw
Van een beetje schaamte tot pure verwondering De definitieve afsluiting van het 5b-programma enkele weken geleden, was de aanleiding om de evolutie van de Westhoek in de voorbije decennia te overschouwen. En wat blijkt? Niets is vergankelijker dan politieke en bestuurlijke structuren. Kieskringen, machts- en beslissingsstructuren blijven niet overeind. Fusies op alle fronten: gemeenten, politiekorpsen, kieskringen, parochies, mutualiteiten, vakbonden, Kamers voor Handel en Nijverheid, ziekenhuizen, centra voor leerlingenbegeleiding, scholen, ... Voor de Westhoek geeft dit vijf treden op de ladder naar de verwondering. 1. Tijdens het interbellum en erna moest een belangrijk deel van de Westhoek fysiek worden heropgebouwd. Dit bracht politieke en vooral financiële zorgen mee voor de gemeenten. Studiewerk na WO II leverde de Westhoek een eerste Belgische klassering op als ontwikkelingsgebied. Dit genereerde in de eerste industriezones. Later kwam de verkeerstechnische ontsluiting (en dit terwijl vijf spoorverbindingen verdwenen). 2. Begin de jaren zeventig ontstonden acties in de sfeer van ‘Onterfd Westland wil leven’. “Westhoek” als gebiedsomschrijving was nog geen feit, er was zelfs wat schaamte van die achterhoek te zijn. Toch leidden dergelijke acties binnen de streek in die periode naar een echte trendbreuk. Van schaamte naar ambitie. 3. In 1982 werden de arrondissementen Veurne-Diksmuide-Ieper door de Europese commissie als eerste gebied in België erkend als Europese ontwikkelingszone. De omschrijving zette de bestuurlijke omschrijving ‘Westhoek‘ op de kaart. Het ‘Geïntegreerd Aktieplan Westhoek’ kwam er.
nr. 18 /
p. 2
ESENKASTEEL
4. De prille ervaringen in stap drie bracht actieve groepen uit het sociaaleconomische, opbouwwerk, en burgemeesters bij elkaar. De vrees voor kernafval was een bindmiddel. Het Westhoekoverleg tussen de 18 gemeenten, het IJzerprojekt, het eerste Regionaal Landschap en Interreg deden in 1992 hun intrede. Later kwam Leader erbij naast het succesvolle en omvangrijke 5bprogramma. 5. De vijfde trede: het opbouwen van een streekconsensus via het Streekplatform, het Westhoekoverleg, de gebiedswerking van de provincie, het Interreg III-programma, 5b Phasing Out. De moeilijke stap naar een gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak Het kwaliteitsthema staat nu vooraan: vertrekken van de kwaliteiten, ook de visuele, van onze dorpen en landschappen. Wat als schaamte werd ervaren ombuigen tot voorsprong, tot pure verwondering. Werk en vreugde voor jaren … Maar eerst even genieten van het voorbije en aan elkeen een beetje vakantie(rust). Jan Durnez Eerste gedeputeerde
ESENKASTEEL
nr. 17 /p.
3
WESTHOEKOVERLEG Aanwerving stafmedewerker Westhoekoverleg Op 24 mei 2002 bevestigde de algemene vergadering van het Westhoekoverleg de aanwerving met ingang van 1 september 2002 van Dieter Hoet uit Roeselare als nieuwe stafmedewerker voor het Westhoekoverleg. Dieter Hoet is Licentiaat in de Politieke Wetenschappen, faculteit Sociale Wetenschappen (KUL).
De houding van Belgacom inzake het realiseren van ADSL-aansluitingen Op het dagelijks bestuur van het Westhoekoverleg werd, op vraag van de burgemeester van Alveringem van gedachten gewisseld over de moeilijkheden die burgers in sommige van de Westhoekgemeenten ondervinden om een aansluiting op het ADSL netwerk te verkrijgen. De situatie van Alveringem stond in deze bijeenkomst centraal. De afstand tot de dichtstbijzijnde centrale en het aantal potentiële klanten lijken bij het Belgacombeleid terzake de meest doorslaggevende criteria. Het Westhoekoverleg richtte een schrijven aan minister Daems en aan Belgacom om hen te attenderen op een aantal aspecten. worden overbrugd zonder bijkomende mobili- Voor de zoveelste keer zijn het rendabiliteitteitsdruk te veroorzaken. ADSL is één van de criteria die bepalend zijn voor het aanbieden dragers die deze communicatievorm voor de van dienstverlening. Plattelandsgebieden zijn plattelandsbewoners op een betaalbare mahiervan - door hun lage dichtheden en grote nier moet mogelijk maken. Het is dan ook afstanden – steeds weer de dupe. dubbel erg dat precies wie het meest nodig - Plattelandsbewoners ondervinden reeds heel heeft, er geen gebruik kan van maken. wat nadelen door de perifere ligging van hun - Verder is het uiteraard erg storend dat woning. Voorzieningen zijn moeilijk bereikBelgacom via zijn promotiecampagne (o.m. baar, openbaar vervoer nauwelijks uitgenaar scholen) dit aanbod aanreikt, terwijl het bouwd, het beschikbare cultureel en comeigenlijk bij navraag niet beschikbaar lijkt. mercieel aanbod is erg beperkt. - Nieuwe communicatietechnieken zijn dan ook erg essentieel. Het is één van de weinige manieren waarbij het afstandsprobleem kan Het Westhoekoverleg vroeg dan ook dat Belgacom bij het uitzetten van zijn toekomstige planning met deze argumenten rekening zou houden. En misschien meer direct, de precieze situatie in een aantal Westhoekgemeenten (o.m. Alveringem) zou onder de loep nemen.
Waterzuivering in landelijke gebieden In opvolging van een vergadering waarin de betrokken Vlaamse diensten samen met de gemeenten overleg pleegden over de ontwikkelingen op het vlak van waterzuivering in het landelijk gebied en na bespreking op het dagelijks bestuur van het Westhoekoverleg, werd afgesproken een brief te schrijven naar Minister Vera Dua met de vraag naar meer duidelijkheid en een aantal specifieke aandachtspunten :
nr. 18 /
-
-
-
p. 4
Duidelijkheid op korte termijn over de zonering van het landelijk gebied : wie zal welke taken op nemen in welke zones op het platteland ? Wat zullen de taken van de gemeente hierbij zijn, zullen de kleine gemeenten hierin begeleid worden en hoe wordt de regeling gefinancierd ? In vele landelijke kernen is er een historische achterstand inzake aanleg van rioleringen. De aansluiting bij de aanleg van rioleringen is dan ook helemaal niet vanzelfspreken. Veel woningen woningen worden niet aangekoppeld. Aangezien het om bestaande situaties gaat, staat de particulier immers veelal voor nogal wat kosten: openbreken vloer, aanleg nieuwe afvoer… Kan er niet, zoals in Frankrijk, gedacht worden aan een subsidie voor de aankoppeling? Een aantal kleinschalige WZI zijn in werking. Er wordt gevraagd naar een goede monitoring en opvolging van deze bestaande kleinschalige waterzuiveringsinstallaties in de Westhoek.
ESENKASTEEL
-
-
Landbouwers en particulieren kunnen gesubsidieerd worden voor de aanleg van waterzuiveringinstallaties. Dit is niet het geval voor de horeca. Nochtans stellen zich in de Westhoek tal van knelpunten. Kan de minister in overleg met de bevoegde minister voor toerisme werken aan een kader voor de horeca met duidelijke regelgeving, financiële stimuli en begeleiding. Dit moet ingepast worden in een ruimere aanpak van milieuzorg. Vanuit de Provincie West-Vlaanderen worden door verschillende projecten de eerste schuchtere stappen gezet. De normen voor waterzuiveringsinstallaties op landbouwbedrijven zijn strenger dan die voor particulieren. Voor de landbouwer zijn ze moeilijk tot niet haalbaar. Voor de landbouwers is dit een reden om geen zuiveringsinstallatie aan te leggen, ondanks de begeleiding en de subsidiering vanuit het landbouwinvesteringsfonds.
Daarnaast wordt ook aandacht gevraagd voor de specifieke positie van de kleine landelijke gemeenten. De voorbije jaren is er versneld werk gemaakt van de zuivering van de stedelijke gebieden. De uitdaging in de landelijke gebieden is groot (lage dichtheden, grote afstanden). De financiële draagkracht van de gemeenten is klein. Kan er in de landelijke gebieden niet gesleuteld worden aan de criteria voor de verdeling waardoor er versneld geïnvesteerd wordt en aan de gemeenten een verhoogde subsidiëring wordt toegekend?
Agrarisch natuurbeheer Tal van gemeenten namen de voorbije jaren het voortouw in het toekennen van subsidies voor het beheer van kleine landschapselementen. Dit gebeurt veelal op basis van eenmalige subsidie bij uitvoering van het beheer van een haag, houtkanten en/of het graven van een poel. Een beperkt aantal gemeenten hebben langlopende overeenkomsten (beheersovereenkomsten) lopen voor het beheer van graslanden. De provincie heeft de gemeenten intens ondersteund bij het tot stand komen ervan en heeft er steeds voor gezorgd dat eigen initiatieven complementair gebeurden. Problemen ontstonden toen het Vlaamse gewest eveneens een besluit nam om beheersovereenkomsten af te sluiten met landbouwers, ook voor wat door tal van gemeenten reeds gebeurde. Dit gebeurde vooraf zonder overleg over afstemming. Op aandringen van de gemeenten en de provincies is een overleg opgestart. Op vraag van de gemeente Koksijde kwam dit ook op de algemene vergadering van het Westhoekoverleg ter sprake. Een uitgebreide nota hieromtrent is op eenvoudig verzoek te verkrijgen bij secretariaat.
ESENKASTEEL
nr. 17 /p.
5
Vormingsreeks voor mandatarissen Op vraag van de mandatarissen werd in samenwerking met de school voor bestuursrecht in het najaar van 2001 een reeks opgezet voor alle gemeentelijke mandatarissen. Ook aan de ambtenaren werd de kans gegeven om deel te nemen. De basisopzet van de reeks bleef echter een aanbod voor mandatarissen en de inhoud werd dan ook hierop afgestemd. Er werden vijf avonden georganiseerd over algemene thema’s nl. gemeentewet, gemeente-financiën, overheidsopdrachten, dossiervorming en ocmw-financiën. We kregen in het totaal 74 deelnemers over de vloer, waarvan 43 mandatarissen en 31 ambtenaren. In navolging van deze reeks wordt in 2002 ook een vormingreeks voor mandatarissen georganiseerd i.s.m. de School voor Bestuursrecht. Vorig jaar waren het algemene thema’s, dit jaar zouden we ons eerder focussen op themagerichte avonden nl. Personeelstatuut Janneke Cocle Ruimtelijke ordening: basis Stephaan Barbery Milieu: basis en het nieuwe convenant Peter Norro en Filip Boury Bestekken en aannemingen Johan Declercq Landbouw en integraal waterbeleid Frans Coussement De geïntegreerde politie Luc Deryckere De reeks gaat door op 25 september, 2–9–16–23 oktober en 6 november telkens om 20 uur en kost €12,00 per avond. Alle raadsleden krijgen nog een persoonlijke uitnodiging.
Overleg OCMW-voorzitters van de Westhoek Op 13 mei vond dit overleg voor de vierde keer plaats in het OCMW van Diksmuide. - Idriss Ibnou–Cheikh en Peter Neyrinck (medewerkers VVSG) lichtten de rol van het OCMW in het “lokaal werkgelegenheidsbeleid” toe. Naast een overzicht van de bestaande tewerkstellingsmaatregelen toegespitst op de OCMW–werking, werd de link gelegd met de actuele of in de nabije toekomst te verwachten veranderingen zoals de oprichting van de werkwinkels en de aankomende leefloonwet. - Het Westhoekoverleg en de gebiedswerking welzijn maakten een overzicht van de bestaande regelingen in de verschillende OCMW ’s mbt “Poetshulp”. De verschillende criteria, de vergoedingen en de organisatie van deze hulp werden in een schema samengebracht. De voorzitters die denken aan bijstelling van de eigen regeling, kunnen nu gericht informatie opvragen bij een collega. - Bijleren in de Westhoek kwam daarna het aanbod van een cursus voor mensen met budgetbegeleiding toelichten. Op de volgende bijeenkomst in Koksijde wordt het voorbije werkjaar geëvalueerd en wordt gekeken of en onder welke formule we een verdere werking zullen uitbouwen.
nr. 18 /
p. 6
ESENKASTEEL
EUROPESE PROGRAMMA’S 5b Phasing Out Westhoek-Middenkust
Ilse Van Houtteghem
Op het managementcomité van 26 maart 2002 werden volgende projecten goedgekeurd:
ONDERSTEUNING VAN DE TOERISTISCHE ONTWIKKELING Maatregel 1.2. - Verbetering van de toeristische infrastructuur - Toeristisch en recreatief fietsroutenetwerk Ieperboog - Weststar
VERSTERKEN VAN HET ECONOMISCH WEEFSEL Maatregel 2.1. – Verbetering van de fysische omgevingsfactoren voor het bedrijfsleven en de meerwaardeneconomie - Modernisering van de ICT-infrastructuur in de bedrijvencentra Ieper en Veurne - Modernisering van de ICT-infrastructuur in het bedrijvencentrum Oostende - Opmaken van bedrijfsvervoersplannen voor de industrieterreinen van Ieper, Veurne en Diksmuide DUURZAME ONTWIKKELING EN LEEFBAARHEID Maatregel 3.4. – Opwaardering van de woon- en leeffunctie van rurale Westhoek - Regionaal Sociaal Verhuurkantoor Westhoek-Zuid
Het volgende managementcomité gaat door op 26 juni 2002.
Op datum van mei 2002 is de stand van zaken van de reeds toezegde Europese steun binnen 5BPO de volgende:
2.500.000
2.000.000
Reeds toegezegde Europese steun aan projecten Saldo (in EUR)
1.500.000
1.000.000
500.000
0 Toerisme
Economie
Leefbaarheid
ESENKASTEEL
nr. 17 /p.
Leader +
Lieven Louwagie
7
Eind vorig jaar werd het Leader+ programma voor Vlaanderen door de Europese commissie goedgekeurd. Dit Vlaamse programma is een kader waarbinnen de verschillende plattelandsregio’s een ontwikkelingsplan kunnen indienen bij de Vlaamse overheid. In dit gebeuren krijgen de provincies een informatieve, coördinerende en adviserende rol. Vlaanderen zal uit de ingediende ontwikkelingsplannen er een 5-tal selecteren, die dan ook op een financiële ondersteuning zullen kunnen rekenen. Het totale budget voor Vlaanderen bedraagt 9.368.100 Euro. Van dit bedrag kan er effectief 8.332.600 Euro ingezet worden voor de verschillende ontwikkelingsplannen. De middelen zullen gelijkmatig verdeeld worden over de geselecteerde gebieden en kunnen aangewend worden tot en met 2008. Het resterende bedrag wordt ingezet op samenwerking tussen de gebieden, netwerkvorming en technische bijstand. Voor de Westhoek werken het Streekplatform Westhoek vzw en de Provincie West-Vlaanderen samen aan de opmaak van een ontwikkelingsplan. Dit plan wordt nog voor de zomer ingediend. Uit een aantal mogelijkheden die in het Vlaamse kaderprogramma opgenomen zijn, wordt er voor de Westhoek gekozen om in te zetten op de ontwikkeling van een duurzame landbouw in de Westhoek. Deze keuze werd gemaakt op basis van een aantal elementen: • •
•
•
De wens om het vrij beperkte budget heel doelgericht en efficiënt in te zetten De andere elementen in de plattelandsontwikkeling, zoals toerisme en recreatie, cultuur, plattelandseconomie en leefbaarheid, komen ruim aan bod in andere Europese programma’s (5b phasing-out, Programma voor Plattelandsontwikkeling) Landbouw is ook wel één van de hoofdelementen van het plattelandsgebeuren van de Westhoek. In het werken rond plattelandsontwikkeling en -vernieuwing, is het nodig om ook de landbouw in de Westhoek te ondersteunen en vooral in zijn evolutie naar duurzaamheid. In de opmaak van het streekcharter voor de Westhoek is er uitdrukkelijk opgenomen dat men een sterke en toekomstgerichte landbouw in streek wenst te behouden en uit te bouwen. Het hefboomproject voor landbouw heet dan ook: “werken aan reconversie en duurzaamheid in de landbouw”
Landbouw staat voor grote uitdagingen, o.a. door de Europese landbouwpolitiek en het wereldmarktgebeuren. Ook zijn er een aantal streekeigen kenmerken van de Westhoeklandbouw, waar er aan moet gewerkt worden. Uit een analyse van het gebied blijkt dat de landbouw in de Westhoek een genuanceerd beeld vertoont. Er zijn sterke kanten, maar ook minder goede elementen Opvallend is in ieder geval de nadrukkelijke aanwezigheid van landbouw in de Westhoek en in het bijzonder in het buitengebied. Dit merken we zowel op het vlak van tewerkstelling, inname van ruimte en zelfs op het vlak van productiewaarde.
Verder heeft de Westhoeklandbouw een goede leeftijdsstructuur en goede opvolgingscijfers. Daarnaast zien we ook wel dat de landbouw hier voor een groot deel geënt is op de klassieke sectoren, waarvan er een aantal weinig toekomstperspectieven bieden. Ook zien we dat de landbouw in de Westhoek op het vlak van economische dynamiek het minder goed doet dan in Vlaanderen. Er is wel sprake van enige vernieuwing, maar er is nog te veel weerstand. Tenslotte heeft de landbouw ook te maken met druk en verhoogde verwachtingen vanuit de hoek van milieu, natuur en landschap.
nr. 18 /
p. 8
ESENKASTEEL
Het is duidelijk dat het nodig is om in deze landbouw te investeren, opdat de plaats en de rol van de landbouw in de Westhoek verder toe-komstgericht kan ingevuld worden. Bouwen aan een toekomstgerichte landbouw betekent dat er gewerkt wordt aan duurzaamheid. Bij de uitwerking van het ontwikkelingsplan komen er 2 grote acties naar voor: stimuleren van verbreding in de landbouw en milieuzorg in de landbouw. Dit zijn 2 belangrijke elementen in de ontwikkeling van een duurzame landbouw. Concreet betekent dit: Stimuleren van de verbreding in de landbouw:
-
natuur- en landschapszorg: verdere aandacht voor de integratie van landbouwbedrijven in het landschap en voor meer natuur op het bedrijf (landschaps- en natuurbedrijfsplannen, agrarische architectuur,…)
zorgboerderijen
-
natuur- en landschapszorg, agrarische vereniging voor landschapszorg
milieuzorg: introductie van milieuzorgsystemen op de hoeve
-
vernieuwende aanpak: integrale aanpak van de milieuzorg op het landbouwbedrijf.
-
landbouwtoeristische initiatieven: bvb: hoevetoerisme, bezoekboerderijen, tuinen, kajak- en fietsverhuur, ….
-
meerwaardenproductie:bvb. hoeveproducten, thuisverkoop, …
-
milieuzorg in de landbouw
extra aandacht kan er gaan naar begeleiding van landbouwers in kwetsbare gebieden of zones onder druk
Concreet kan dit zich vertalen in de volgende acties -
initiatiefnemers (bestaande en kandidaat) worden begeleid in de opwaardering en ontwikkeling van hun initiatief: kwaliteitszorg, kwaliteitsbewaking, milieuzorg, rendabiliteit, economische analyse, professionalisering, ......
-
initiatiefnemers worden begeleid, geïnformeerd bij het uitwerken voor een subsidie-aanvraag voor het Programma voor Plattelandsontwikkeling (o.a. Vlaams Landbouw Investeringsfonds).
-
opleiding en vorming van de initiatiefnemers.
-
met de landbouwbevolking wordt gecommuniceerd aangaande de mogelijkheden betreffende plattelandsvernieuwing
-
ontwikkelen en ondersteunen van koepelstructuren, samenwerkingsverbanden, netwerken om initiatieven te bundelen, te versterken, .....
-
ontwikkelen van promotiestrategieën voor verbredingsinitiatieven, uitwerking arrangementen, communicatie met het ruime publiek, ……..
-
uitwerken van demo-initiatieven
-
aantrekken externe deskundigheid
Tenslotte willen we erop wijzen dat er een ontwikkelingsplan voor de Westhoek wordt ingediend, maar het is niet zeker dat dit plan ook geselecteerd wordt. De Vlaamse overheid voert de selectie. Toch hopen we dat de Westhoek zal kunnen rekenen op deze steun, want de Westhoek is toch wel het plattelandsgebied bij uitstek in Vlaanderen. En Leader+ is nu net bedoeld om plattelandsgebieden in hun ontwikkeling te ondersteunen.
ESENKASTEEL
REGIONAAL LANDSCHAP WEST-VLAAMSE HEUVELS
nr. 17 /p.
9
Dirk Cuvelier
Er is er één jarig! 10 jaar landschapszorg in het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels De technieken binnen de moderne landbouw hertekenden het uitzicht en het karakter van ons landschap. De rijke, kleinschalige variatie van een platteland met hagen, boomrijen, bosjes, kronkelende beekjes en waterplassen wordt steeds schaarser. Nochtans biedt een landschap waar deze elementen wel aanwezig zijn veel meer kans tot (over)leven voor vele wilde planten en dieren. Voor de spontane natuur zijn kleine landschapselementen onmisbaar. Ook voor de moderne landbouwer kunnen ze een belangrijk en rendabel element zijn. Op hellende akkers verhinderen haagstroken de steeds sterker dreigende erosie. Bomenrijen, alleenstaande bomen en houtkanten bieden het grazende vee beschutting. Roofvogels die in hoge bomen wonen, houden het aantal knaagdieren binnen de perken. Reeds tien jaar zijn er heel wat acties voor en met landbouwers, de plattelandsbewoners, het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels, de Provincie West-Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap, Heuvelland, Ieper, Mesen en Poperinge. 10 jaar ‘Behaag het Landschap’, 5 jaar ‘Landschapsbedrijfsplannen’, 5 jaar ‘toelage beheer kleine landschapselementen’ 1 jaar ‘vzw ‘t Boerenlandschap’ een boel redenen tot vieren. En een geschenk? De brochure ‘Behaag het Landschap’ verhaalt over de vele inspanningen die men levert in en voor het landschap; de brochure geeft een overzicht van alle huidige toelagen in de landschapszorg; de plantpakketten komen uitgebreid aan bod en men licht een tipje van de ecologische sluier. Samen bouwen aan ons landschap van morgen. In het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels gebeurt het, vandaag! De brochure vraag je gratis aan op het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels Korte Meersstraat 6, 8900 Ieper, 057/21 72 89
[email protected]
nr. 18 /
p. 10
ESENKASTEEL
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN: GEBIEDSWERKING WESTHOEK Gebiedswerking toerisme en recreatie – Westtoer
Johan Martin
Wandel- en fietsroutes in de Westhoek Onlangs werd onder een stralende lentezon ‘het Dode IJzerwandelpad in Roesbrugge-Haringe’ officieel ingewandeld. Deze wandeling verkent het grenslandschap ten noordwesten van Poperinge. In Merkem, deelgemeente van Houthulst, werd onder een striemende regen het Drie Grachtenwandelpad officieel ingelopen. Het parcours gaat via de Isera-boot over het grondgebied van Lo-Reninge en Merkem. Beide wandelroutes zijn zowat 6,5 km lang en zijn met zeshoekige bordjes bewegwijzerd. Weilanden en akkers zorgen voor een afwisselend landschap met mooie vergezichten over de Ijzervallei. Na regen worden laarzen aanbevolen, want vooral het Dode Ijzerpad komt soms onder water te staan. Voor deze en andere wandel- en fietsroutes kan u binnenkort bestellen via “www.westtoer.be”. Intussen kan u voor bestellingen mailen naar
[email protected]. De meeste wandelroutes kosten €1,24 en de fietsroutes €1,86. U kan de de routes ook rechtstreeks aankopen bij de meeste diensten voor toerisme in de Westhoek. W.O. I in de Westhoek
Evenementen in de Westhoek op het net
Wil u alles weten over de eerste wereldoorlog in de Westhoek of over ‘In Flanders Fields’, dan kan u vanaf nu terecht op de interessante en zeer uitgebreide site: www.wo1.be. Makers van de site zijn de firma Thinso en Jan Matsaert, die al vroeger hun kunnen en kennis hebben bewezen. Vooral Robert Missine gaf inhoud aan deze goed gedocumenteerde site omtrent de eerste wereldoorlog. Onlangs werd de website door T-zine (Financieel Economische Tijd) uitgeroepen tot site van de week.
Voor evenementen in de Westhoek surft u het best naar www.visitflanders.com. U klikt de rubriek “Wat te doen” of “evenementenkalender” aan. U kan zoeken op categorie, op provincie of op gemeente. U kan uiteraard terecht bij de toeristische websites van de Westhoekgemeenten, zie de rubriek ‘info en links’.
Westhoekjes 2002 “Westhoekjes 2002”, de kleine bijbel van de Westhoek met een veelvoud van leuke adresjes, is opnieuw ter beschikking. U kan “Westhoekjes 2002” aanvragen bij
[email protected]. Het gidsje is gratis, maar de portokosten worden u aangerekend. Wie in de Westhoek woont, kan zijn gratis boekje afhalen bij de lokale toeristische dienst.
www.toerismewesthoek.be De nieuwe website van de toeristische regio Westhoek staat sedert enkele weken online. Alles is nog niet af, noch perfect. Dagelijks wordt de website aangevuld met nieuwe informatie. Binnenkort wordt de rubriek ‘Links’ uitgebreid met ‘Info’, zodat de consument ook gratis documentatie en te betalen fiets-, wandel- en autoroutes over de Westhoek kan aanvragen. Wij vragen de gebruikers graag om wat geduld. Ook de digitale foto’s moeten nog worden ingebracht. Geef ‘toerismewesthoek’-website tijd om uit te groeien. De informatie komt daarbij voorop. Heeft u suggesties of verbeteringen mail uw bericht naar
[email protected]. Dank voor uw medewerking
nr. 17 /p.
ESENKASTEEL
Westhoek Vredespark
11
Aleid Hemeryck
Het project Westhoek Vredespark wordt binnenkort vanuit het streekhuis Esenkasteel in Diksmuide gecoördineerd. Zo wordt de brede waaier aan gebiedsgerichte werking en overlegorganen in Esenkasteel aangevuld met een zo typisch gegeven voor de Westhoek, Oorlog en bovendien ook Vrede. De Westhoek is zwaar getekend door het oorlogsverleden. Vooral in de Eerste Wereldoorlog was deze streek het toneel van een stellingenoorlog met zware gevechten en verwoestingen. Deze vier jaar durende oorlog heeft de Westhoek blijvend veranderd. Zo heeft dit gebied sindsdien niet alleen veel bossen verloren. Bijzonder opvallend in het landschap zijn de talrijke militaire begraafplaatsen, de grote en kleine oorlogsmonumenten, de mijnkraters en de diverse relicten. En niet alleen het drukke oorlogstoerisme getuigt van een blijvende belangstelling voor deze ‘Grote Oorlog’. Ook de inwoners van de Westhoek dragen de Eerste Wereldoorlog in hun geheugen. Deze aandacht voor de Oorlog in de Westhoek is er niet zomaar, het wordt vertaald naar een grote ijver voor Vrede. ‘Nooit meer oorlog’ staat in grote letters op de IJzertoren en Ieper wordt de ‘Vredesstad’ genoemd. Talrijke initiatieven en organisaties willen vanuit de West-
hoek een vredesboodschap uitdragen. Deze onmiskenbare gedrevenheid rond Oorlog en Vrede in deze streek wordt nu gebundeld tot één groot dynamisch geheel. Westhoek Vredespark, een initiatief van de Provincie West-Vlaanderen, in samenwerking met Westtoer en de Vlaamse overheid (toerisme en monumenten & landschappen), zal talrijke initiatieven coördineren en zo een meerwaarde creëren op cultuurtoeristisch, economisch en ethisch vlak met een uitstraling voor de hele regio en ver daarbuiten. De rode draad wordt het verhaal van ‘de kleine mens in de grote oorlog’. De herinnering aan de oorlog mag in geen geval verzwakken, de roep naar vrede moet steeds luider klinken. Zowel bezoekers en toeristen als inwoners van de Westhoek zullen het verhaal van de oorlog telkens op een andere manier kunnen beleven via evenementen en manifestaties, tentoonstellingen, educatieve projecten, artistieke creaties en natuurlijk ook de musea, streekbe-
Meer info: Aleid Hemeryck, Esenkasteel
zoekerscentra en de diverse oorlogssites. Westhoek Vredespark was reeds betrokken bij de medeoprichting, de medefinanciering en inhoudelijke begeleiding van het In Flanders Fields Museum en het streekbezoekerscentrum in Ieper en van Westoria, het streekbezoekerscentrum en de IJzertoren in Diksmuide. Diverse projecten hadden alvast plaats in het kader van dit overkoepelende project rond Oorlog en Vrede. Er werden verschillende publicaties gerealiseerd in het kader van Westhoek Vredespark en de fietsroute 14-18 en autoroutes (de Vredesroute en de In Flanders Fieldsroute) werden verwezenlijkt. Voor de toekomst wil het Vredespark blijvend een ‘vredesboodschap’ brengen met een internationale uitstraling en wil het bestaande en nieuwe initiatieven rond het thema ‘Oorlog en Vrede’ bundelen tot een dynamisch geheel.
nr. 18 /
p. 12
ESENKASTEEL
KATERN: WERKEN AAN LEEFBARE DORPEN EEN LEEFBAARHEIDSTRATEGIE VOOR DE DORPEN
S. Vandelannoote S. Lombaert
Leefbaarheid van dorpen in de Westhoek: een kwestie van investeren in de woonfunctie van de plattelandsdorpen Situering “Opwaardering van de woon- en leeffunctie van de rurale Westhoek.” Dit is één van de maatregelen die voorzien zijn in het 5b phasing out-programma. En terecht: in het leefbaarheidsonderzoek blijkt dat het oordeel van bewoners over de leefbaarheid van hun dorp vooral samenhangt met de mate waarin het dorp in kwestie erin slaagt zich als interessante woonplek te ontwikkelen. Een aantal dorpen kennen een spontane dynamiek. Dit blijkt telkens weer te gaan om dorpen die ofwel uitblinken in kenmerken die aansluiten bij het beeld van de “rurale idylle” (zeer mooi, authentiek, stil, autoluw, groen,…) ofwel zeer goed gelegen zijn (dichtbij de grote wegen) en een aantal (relatief goedkope) mogelijkheden hadden om er een nieuwe woning te bouwen. Dorpen die het minder goed doen en stagneren hebben af te rekenen met een aantal handicaps: de glorie en de centrumfunctie van weleer ging te niet en er staan grote (industriële en openbare) gebouwen en infrastructuur te verkommeren, of het dorp mist een echt aantrekkelijk punt of heeft te kampen met de aanwezigheid van druk verkeer of andere storende elementen. Deze dorpen hebben gemiddeld een lager sociaal economisch profiel: een lager gemiddeld inkomen, er zijn relatief veel ouderen in de bevolking, de woningen zijn er vaak van slechte kwaliteit en hebben comfortgebreken. Deze kenmerken kunnen zowel oorzaak als gevolg zijn van de stagnatie, we mogen spreken over een negatieve spiraal. De aantrekkelijkheid van de directe woonomgeving is een bepalend element geworden voor het kiezen van een woning of een woonplaats. In tegenstelling tot de vroegere definiëring van leefbaarheid door bewoners is de aanwezigheid van werk en voorzieningen (winkels, ontspanning, post,…) slechts van tweede orde. Op voorwaarde dat werk en voorzieningen bereikbaar zijn - en dat betekent vaak concreet dat ze op een half uur tot driekwartier (auto-) verplaatsingstijd mogen liggen - blijken ze steeds
minder een motief te zijn om wel of niet in een bepaald dorp te gaan wonen. De enige voorzieningen die men lokaal wel nodig vindt, zijn een basisschooltje en ontmoetingsruimten voor het lokale verenigingsleven. Voor zij die geen auto hebben (vooral jongeren en ouderen) blijft het verdwijnen van de basisvoorzieningen wel een probleem. Zij vragen oplossingen op maat. Voor deze groep bewoners kunnen aparte acties opgezet worden die de bereikbaarheid van voorzieningen moet verhogen. Voor de zwakste groepen op de woningmarkt (die eventueel het slachtoffer van verdringing kunnen worden door een grotere aantrekkelijkheid van de woningmarkt in de Westhoek) kunnen binnen het programma ook acties ondersteund worden die rechtstreeks bijdragen tot een verbetering van hun woonsituatie of acties rond woonbegeleiding. Deze laatste twee (doelgroepgerichte) maatregelen worden niet verder behandeld omdat zij niet gebonden zijn aan bepaalde types dorpen en in de mate van het mogelijke voor de hele Westhoek worden uitgebouwd. We willen verder ingaan op de aanpak van de dorpen zelf.
ESENKASTEEL
nr. 17 /p.
13
Investeren in leefbaarheid: een strategie voor de Westhoek De kleine dorpen in de Westhoek worden ingedeeld in vier groepen: dorpen dynamisch door aantrekkelijkheid, dorpen dynamisch door mogelijkheden, stagnerende oude centra of stagnerende kleine kernen. De eerste twee types doen het spontaan goed. Voor de twee laatste types zijn extra maatregelen en acties nodig om ze de omslag te laten maken tot dynamische dorpen. Op streekniveau kunnen bepaalde ingrepen in dorpen die reeds aantrekkelijk zijn, bijdragen tot een versterking van het imago van de Westhoek als aantrekkelijke leef- en woonomgeving. Wat de concrete acties betreft zijn er drie groepen te onderscheiden: - opwaardering van het publiek domein: dorpskernvernieuwing en doortochten - creatie van ontmoetingsruimte en publieke gemeenschapsvoorzieningen - versterken imago van het dorp door uitspelen van troeven Om een verantwoorde keuze te kunnen maken voor de inzet van extra middelen werden door de provincie een aantal algemene uitgangspunten vooruitgeschoven. Daarnaast zijn er per type ingreep ook nog bijkomende criteria vooropgesteld. Wat het 5b phasing out-programma betreft werden deze uitgangspunten door het Managementscomité onderschreven: 1 Inhoudelijke uitgangspunten -
nadruk op stagnerende plattelandskernen, met prioriteit op oude centra kernen buiten deze dorpentypes enkel als er sprake is van zware problemen i.v.m. verkeersveiligheid en een veelheid van specifieke sociale problemen prioritaire doelgroepen: vervoersafhankelijken en zwakke doelgroepen op de woningmarkt de nodige spreiding van de projecten over de streek wisselwerking met de andere Europese programma’s in functie van de timing, inhoudelijke en territoriale prioriteiten
2. Vormgevingsaanpak Gezien de kwetsbaarheid van de leefomgeving en het belang van een goede vormgeving wordt samengewerkt met de Vlaamse bouwmeester en werd een externe advies- en begeleidingsgroep opgericht. Deze begeleidingsgroep of ‘kwaliteitskamer’ is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Provinciale Planologische Dienst, provinciale milieudienst, de Vlaamse Landmaatschappij, de intercommunales Wvi en Leiedal en een afgevaardigde van uit het team van de Vlaamse bouwmeester. Samen met de projectindiener worden er sleutelmomenten afgesproken waarop het project ter advies voorgelegd wordt. Reeds van in de beginfase wordt er het project zo goed mogelijk voorbereid en wordt er uitdrukkelijk stilgestaan bij het definiëren van het project. Deze projectdefinitie zal het toetsingskader vormen voor de verdere aanpak en te nemen stappen zoals: conceptuele visie met tekst en schetsen; voorontwerp; ontwerp; bouwaanvraag; bij afwerking. 3. Concrete projecten : een overzicht dorpskernvernieuwing (herinrichting / verfraaiing van het publiek domein en opwaardering van het straatbeeld om de attractiviteit te verhogen)
nr. 18 /
p. 14
ESENKASTEEL
Voor de actie dorpskernvernieuwing gelden volgende specifieke aandachtspunten bij het indienen van een project: - akkoord met de aanpak vormgeving (in plannings- en uitvoeringsfase) - leefbaarheidsanalyse waarbij aangetoond wordt dat dorpskernvernieuwing een belangrijke hefboom is voor de ontwikkeling van het dorp - aantonen dat er betrokkenheid is van de bevolking bij het proces Booitshoeke Booitshoeke is een stagnerende kleine kern. Naar aanleiding van geplande ingrepen voor watervoorziening en waterzuivering wil men meteen ook het uitzicht van de woonkern verbeteren. Voor de geklasseerde kerk wordt een pleineffect nagestreefd en wordt de aanpalende weg heraangelegd ‘t Zwaantje Ook ’t Zwaantje is een stagnerende kleine kern en ook hier zijn waterwerken de aanleiding om het uitzicht van de kern op te waarderen. In ’t Zwaantje staat de doortocht centraal en moet de verkeersleefbaarheid aanzienlijk verbeteren. Nieuwkapelle De doortocht, het plein, de bestaande maar verkommerde ontmoetingsruimte, nieuwe sociale woningbouw, recreatieve ontsluiting, fietsverbindingen, …: een veelheid van mogelijkheden en problemen in Nieuwkapelle zal men trachten te vatten in een totaalaanpak. Via de procedure
“open-oproep” – geleid door de Vlaamse bouwmeester – wordt momenteel een ontwerper geselecteerd Jonkershove Dit dorp mist een echt herkenbaar plein en heeft te maken met een specifieke verkeerssituatie: twee grote assen vormen het centrum en domineren het beeld en wegen op het lokaal dorpsleven. Onder begeleiding van de bouwmeester wordt momenteel een ontweper gezocht. Avekapelle Naar aanleiding van plannen voor waterzuivering wordt de mogelijkheid onderzocht of de doortocht veiliger gemaakt kan worden en of het straatbeeld aantrekkelijker kan worden. Beselare Hier wordt een oplossing gezocht voor de verkeersonveilige doorgang. Rekening dient gehouden met de lokale heksenstoet- en nevenactiviteiten.
creatie van ruimtes voor publieke gemeenschapsvoorzieningen Voor dit type ingrepen worden de prioriteiten nog wat verengd nl. - enkel de stagnerende oude centra, omwille van het feit dat het omslagpunt er het moeilijkst te bereiken is en de projecten hebben voor het dorp een multifunctionele invulling (sport, ontmoetingsruimte, onthaal bezoekers,…) Als bijkomende voorwaarde wordt gesteld dat er bij het tot stand komen van de projecten een grote betrokkenheid van de bevolking moet zijn en dat de bevolking verantwoordelijkheid opneemt bij de uitbouw van het centrum. Verder geldt zoals in de vorige maatregel dat de indiener akkoord is met de aanpak vormgeving en dat via een leefbaarheidsanalyse aangetoond wordt dat de ingreep een belangrijke hefboom is voor de ontwikkeling van het dorp. Abele Via de meesterproef konden jonge architecten een voorstel voor een ontmoetingsruimte maken. Ondertussen is een ontwerper geselecteerd en zullen de gesprekken met de lokale bevolking aangevat worden
nr. 17 /p.
ESENKASTEEL
15
Jonkershove Het bestaande parochiecentrum en de bibliotheek zijn aan vernieuwing toe, de kinderopvang zoekt naar een beter onderkomen. Het onderbrengen van verschillende functies in één gebouw dat als dorpshuis leven kan brengen in Houthulst wordt hier voorgesteld. Alveringem In de regio rond Alveringem zijn weinig of geen voorzieningen voor jongeren jonger dan 18 om zich op creatieve wijze te kunnen uitleven. Nochtans bestaat er vanuit deze groep vraag naar de nodige ruimte voor creatieve expressie, repetitielokalen en workshops, voorzien van de nodige technische accommodatie. Deze uitrusting zou ook kunnen dienen voor de organisatie van allerlei activiteiten als toneelvoorstellingen, film, optredens. Voor de uitbouw van de zaal waarin deze mogelijkheden voorhanden zijn, wordt Europese steun gevraagd. het versterken van de positie van het dorp door het investeren in zijn troeven (cultuur, natuur, cultuurhistorisch, recreatieve mogelijkheden) In tegenstelling tot de vorige maatregelen gaat de prioriteit hier naar de in het leefbaarheidsonderzoek aangeduide “dynamische kernen door aantrekkelijkheid”. Het uitspelen van de bestaande troeven is belangrijk voor het imago van de streek als woon- en recreatief gebied. Ook andere kernen kunnen voorstellen indienen als het initiatief een regionale uitstraling heeft en de kern of de site geclasseerd is of geselecteerd is als puntrelict in het kader van de landschapsdatabank.
Als voorwaarden worden naar voor geschoven: het project is inpasbaar in het toeristisch-recreatief actieplan, het project steunt op betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de bevolking, het project toont aan dat het bijkomende kansen biedt voor de leefbaarheid van de bevolking zelf en in de voorstellen is er een bijzondere zorg voor de omgevingskwaliteit en het onder druk komen van de leefbaarheid door een te hoge toeristische druk.
Beauvoorde De site rond het kasteel met het huis de Bryarde, het koetshuis en de school kunnen een belangrijke rol vervullen als uitvalsbasis voor een bezoek aan de Westhoek, maar biedt tevens onderdak aan tal van lokale werkingen. Een grotere toegankelijkheid van de site en medegebruik van dit erfgoed zal verder afstraling hebben op dit dorp als aantrekkelijk woondorp en kan het imago van de Westhoek als aantrekkelijke woonomgeving enkel versterken. 4. Leren uit de aanpak De voorgestelde manier van werken (vanuit de dorpentypologie en met een bijzondere aandacht voor kwalitatieve vormgeving) is een boeiende ervaring. De dorpentypologie laat toe een gefundeerde en gedifferentieerde keuze te maken voor de inzet van (Europese en aanvullende West-Vlaamse) middelen. De begeleiding rond vormgeving en keuze van ontwerper vanuit het team van de bouwmeester en de kwaliteitskamer brengen dikwijls een vernieuwende aanpak met zich mee. Wat de provincie betreft zullen de ervaringen met deze manier van werken, de basis vormen voor de eigen provinciale leefbaarheidsaanpak en de leidraad zijn voor de begeleiding die zij wenst op te nemen bij Europese programma’s waarin “leefbaarheid” centraal staat. Meer info: Stefaan Lombaert/Sofie Vandelannoote, Esenkasteel
nr. 18 /
p. 16
ESENKASTEEL
STREEKPLATFORM WESTHOEK VZW
Andy De Brabander
Hefboomproject : Kwaliteit in het ondernemerschap : Voedingscluster De uitwerking van het hefboomproject “kwaliteit in het ondernemerschap” via clustervorming werd in Veurne, in samenwerking met de Kamer voor Handel en Nijverheid afd. Veurne in de vorm van een voedingscluster gerealiseerd. 6 grotere voedingsbedrijven met name Heku nv, Mortier nv, Veurne Snackfoods bvba, Baronie Chocolates Belgium nv, Frigilunch nv en De Beauvoorder Pate nv, worden via deze voedingscluster bij elkaar gebracht en bespreken gemeenschappelijke knelpunten. Diverse items worden aangekaart zoals een voedingscampagne voor de regio, specifieke opleidingen binnen de voedingssector, mobiliteitsproblemen, milieubenadering, deskundige ondersteuning inzake productieontwikkeling, opleidingen Nederlands voor Franse werknemers, enz.
Via een samenwerking tussen het Streekplatform Westhoek, het STC Oostende-Ieper en de Kamer voor Handel en Nijverheid van Veurne werd het project ‘voedingscluster’ door de Vlaamse ministers Gabriëls en Landuyt voor een bedrag van 34.705€ ondersteund. Via deze middelen volgen momenteel een 70-tal Franse werknemers van de betrokken bedrijven een opleiding Nederlands. Het volgend item die verder zal worden uitgediept, is de realisering van een opleidingscentrum voor de voedingssector binnen de regio.
Hefboomproject : Bedrijfsvervoersplannen Via samenwerking tussen het Streekplatform Westhoek en het STC Oostende-Ieper wordt het hefboomproject ‘opmaak van bedrijfsvervoersplannen voor de industrieterreinen van Ieper, Veurne en Diksmuide door de Vlaamse ministers Gabriëls en Landuyt ondersteund. Naast deze Vlaamse ondersteuning kan het project nog rekenen op ondersteuning van het Europees Programma 5b phasing out en de betrokken steden Ieper, Diksmuide en Veurne. Het project wordt uitgewerkt door het studiebureau Traject die gespecialiseerd is in studies inzake mobiliteit en dat reeds ervaring heeft met het uitwerken van bedrijfsvervoersplannen voor industrieterreinen in een landelijke regio. Het project wordt vanuit het Streekplatform Westhoek gecoördineerd en krijgt ondersteuning via een technische werkgroep bestaande
uit vertegenwoordigers van De Lijn, NMBS, de Kamers voor Handel en Nijverheid, UNIZO, vakbonden, interimsector, WVI en de betrokken steden. Het doel van het project is het ondersteunen van de economie in de Westhoek via een verbetering van de bereikbaarheid van de ambachtelijke en industriële zones.
Dit biedt vele voordelen voor de bedrijven: gemakkelijker rekruteren van werknemers, betere toegankelijkheid voor bezoekers en leveranciers, mogelijkheid tot reduceren van het aantal parkeerplaatsen door een beter aanbod van openbaar vervoer en een hoger aantal fietsers. Zo draagt een betere bereikbaarheid bij tot een hogere kwaliteit voor de industriezone.
ESENKASTEEL
nr. 17 /p.
17
Voor de huidige werknemers kan een betere bereikbaarheid zorgen voor kostenbesparingen. Nu is vaak een wagen noodzakelijk om de werkplaats te bereiken en werkzoekenden zonder wagen maken zo minder kans op de arbeidsmarkt. Het bedrijfsvervoerplan heeft 4 fases die na de nodige evaluatie allemaal doorlopen worden: I. Haalbaarheidsfase tot een ruw ontwerp-actieplan. II. Enquête onder de werknemers (bepalen potentiëlen). III. Finalisatie van een haalbaar actieplan. IV. Uitvoeren van het actieplan en organisatie van evaluatie en opvolging. Na de eerste 2 fasen moet het geheel op zijn haalbaarheid geanalyseerd worden, voordat wordt overgestapt naar de volgende fasen. Het ganse project (de 4 fasen) wordt gespreid over een periode van één jaar nl. van 01/05/2002 t.e.m. 3O/04/2003.
Hefboomproject: Aansluiting en afstemming onderwijs-opleidingswereld-arbeidsmarkt: RTC Westhoek-Middenkust Op 27 mei 2002 werd in het Esenkasteel onder officieel toezicht van Vlaams minister Vanderpoorten het Regionaal Technologisch Centrum (RTC) Westhoek-Middenkust opgericht. Doel : Het activeren en verstevigen van de samenwerking tussen industrie, onderwijs en andere arbeidsmarktactoren in verband met overdracht van hoogtechnologische kennis en vaardigheden. -
Regionaal ankerpunt om de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt te optimaliseren.
-
Coördinatie van een sterke regionale verankering van initiatieven vanuit het bedrijfsleven en vanuit opleidingsinstellingen in verband met opleidingen, permanente bijscholing en levenslang en levensbreed leren.
-
Creëren van een denkplatform dat vanuit de bestaande behoefte op de regionale arbeidsmarkt voorstellen formuleert van innovatieve en vernieuwende technologische processen.
-
Uitbouw van een netwerksysteem op basis van een sterkte-zwakte analyse, dat fungeert als stimulator van nieuwe opleidingen en innovatieve projecten.
-
Introductie van nieuwe en innovatieve technieken in de regio met de ondersteuning van de regionale industrie en dit op een flexibele wijze voor leerkrachten, instructeurs, werknemers, technisch kaderpersoneel, werkzoekenden, studenten tertiair onderwijs en leerlingen secundair onderwijs.
-
Optimalisatie van het gebruik van de bestaande technologische apparatuur in de regio.
-
Sensibilisering en promotie voor het TSO/BSO onderwijs.
De administratieve zetel (parttime administratieve medewerkster – parttime RTC-coördinator) wordt in het Esenkasteel te Diksmuide ondergebracht, zodanig dat de samenwerking met de provincie WestVlaanderen, het Westhoekoverleg, het Eduforum Oostende-Westhoek en het Streekplatform Westhoek vzw een wederzijdse meerwaarde wordt.
nr. 18 /
p. 18
ESENKASTEEL
Streekcharter van en voor de Westhoek Op 7 mei 2002 werd het ontwerp van streekcharter tijdens een interkabinettenvergadering besproken. Algemeen gezien werd het streekcharter voor de Westhoek positief geëvalueerd met bijzondere waardering voor niet enkel de brede geïntegreerde benadering van de economische visie voor de Westhoek, maar ook voor de reflectie hiervan in de hefboomprojecten zelf. Het enige wat uit het ontwerp tot streekcharter dient geschrapt te worden is de benadering inzake de verbinding Ieper-Zonnebeke-Roeslare (N37). In het ontwerp tot streekcharter werd het volgende vermeld: “Voor de verbinding N37 Ieper-Roeselare ontbreekt het stuk tussen Zonnebeke (De Brieke) en Roeselare (R32). Ze sluit aan op de A17, de ring rond Roeselare en de A19. Deze verbinding (een tweevaksweg) is ondermeer cruciaal voor de landbouwsector omdat ze de Reo-veiling van Roeselare volledig zou ontsluiten.
Aan de andere sectoren zou een betere ontsluiting van de tewerkstellingspool Roeselare met een verbetering van het woon-werk en woon-schoolverkeer eveneens ten goede komen.
Daar de N37 een secundaire weg, behoort de inrichting hiervan tot de bevoegdheid van de provincie West-Vlaanderen. Vlaanderen kan hierover dan ook geen uitspraak doen, ze kan enkel beletten dat een secundaire weg het gestalte krijgt van een primaire weg. Het voorstel is dan ook om dit dossier met de provincie West-Vlaanderen te onderhandelen.
Eind juni 2002 wordt verwacht dat de bevoegde Vlaamse ministers het streekcharter voor de Westhoek ondertekenen. Dit wordt dan een document waarbij de Vlaamse ministers zich akkoord verklaren en die de toekomstige socio-economische beleidskeuzes voor de Westhoek richting geeft. De volgende nieuwsbrief wordt dan ook volledig gespendeerd aan een verduidelijking van het streekcharter van en voor de Westhoek.
EDUFORUM OOSTENDE-WESTHOEK
Ria Van Herck
Het Eduforum Oostende-Westhoek is het coördinatie- en overlegplatform van en voor de publieke vormings- en opleidingsverstrekkers (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, Onderwijs voor Sociale Promotie, Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, Centrum voor Basiseducatie, Socio-Cultureel Werk, Landbouwvorming, Derden).
Edufora, een project van de Vlaamse
overheid dat gespreid is over dertien Vlaamse regio’s, loopt in de Provincie West-Vlaanderen in samenwerking met het Provinciebestuur. Voor Brugge, Kortrijk-Roeselare-Tielt en Oostende-Westhoek is telkens een coördinator actief. Toen Edufora in 2000 van start ging, kregen de regio’s een drieledige opdracht mee. Het aanmaken van een educatieve kaart, waarin het opleidingsaanbod gebruiksvriendelijk aangeboden wordt voor opleidingsverstrekkers én voor geïnteresseerden in levenslang leren; een behoefteonderzoek uitvoeren en een educatief richtplan opmaken op basis van het behoeftedetectierapport. In de dertien regio’s van Vlaanderen werkten de publieke opleidingsverstrekkers de laatste tijd samen om tot een educatief richtplan te komen. Ook Eduforum Oostende – Westhoek stelde een Educatief Richtplan voor de regio op.
nr. 17 /p.
ESENKASTEEL
19
Het educatief richtplan van Eduforum Oostende – Westhoek weerhield twee prioriteiten: Nederlands voor anderstaligen in de Westhoek en Technische Opleidingen voor Oostende en de Westhoek Nederlands voor anderstaligen: goede doorverwijzing Nederlands voor anderstaligen (NT2) richt zich voor de Westhoek op ’n zeer verscheiden doelgroep: allochtonen, Franstalige werknemers en Franssprekende Belgen of Fransen die zich definitief in de regio vestigen. In de Westhoek werken we aan een betere bekendmaking van het aanbod Nederlands voor anderstaligen. Enerzijds moeten cursisten op de hoogte zijn van alle mogelijkheden tot het volgen van een cursus Nederlands ; een taalbrochure maakt iedereen wegwijs in het aanbod van de verschillende opleidingsverstrekkers.
Anderzijds willen we sleutelen aan het doorverwijssysteem: één contactpersoon per Westhoekgemeente kan de geïnteresseerden in Nederlands voor anderstaligen doorverwijzen. Een goede doorverwijzing vraagt om afstemming van het aanbod tussen de verschillende NT2 aanbieders. Eens als afspraken tussen de aanbieders vorm gekregen hebben, kan een leertraject Nederlands voor anderstaligen op maat van de cursist aangeboden worden. Wie vanuit de cursist redeneert, weet dat interesse de eerste stap naar opleiding
betekent. Eens aan een opleiding gestart moet je echter op een leuke en voldoeninggevende manier kunnen leren aangepast aan je eigen leerstijl. De leertraject begeleiding gebeurt het best in de organisatie waar de cursist de opleiding genoten heeft, daar kan men het best de verworven competentie en de capaciteit van de cursist kennen en derhalve doorverwijzen naar het volgende traject. Via een overleg voor NT2 focussen we op het naadloos laten aansluiten van de verschillende circuits NT2.
Technische Opleiding Binnen het tewerkstellingsbeleid vormen Technische beroepen reeds langer één van de knelpunten. Technische scholen en opleidingsverstrekkers kunnen immers niet voldoende gekwalificeerd personeel afleveren om aan de vraag van de industrie te voldoen. Publiciteitscampagnes, waaronder ‘pet af voor het technische onderwijs’, trachten de toeleiding naar technische opleidingen en de doorstroming naar de technische beroepen te vergroten. Het Educatief Richtplan koos bouw- en installatieberoepen en voeding/horeca als weerhouden items. De vraag van industrie naar opgeleide werknemers die op de hoogte zijn van de technologische eisen van de job, is niet meer gemakkelijk in te vullen. De knelpuntenlijst voor technische beroepen in Oostende–Westhoek spreekt dan ook boekdelen. Om aan de vraag van de industrie naar gekwalificeerde personeel tegemoet te
komen, staan opleidingsverstrekkers vaak voor zware investering qua infrastructuur en technologische vernieuwing van het machinepark. Er zijn reeds een aantal initiatieven gaande om de mogelijkheden van Technische opleidingen te vergroten. De Kamer voor Handel en Nijverheid werkt aan een voedingscluster (zie ook p. 15), waar o.a. de vraag van de voedingsindustrie en het aanbod van opleidingsverstrekkers op elkaar afgestemd worden. Het recent opgerichte RTC (zie p. 16) wil de band tussen technisch onderwijs en de bedrijfswereld versterken. Het Educatief Richtplan Oostende–Westhoek richt zich voor de samenwerking rond technische opleiding naar deze verscheiden initiatieven. Het doel hierbij is: via een betere afstemming tussen de verschillende publieke opleidingverstrekkers een efficiënt en rationeel gebruik van infrastructuur en apparatuur te bewerkstellingen.
nr. 18 /
p. 20
ESENKASTEEL
VERSTERKING VAN DE RUIMTELIJKE PLANNING IN DE WESTHOEK Niek De Roo In samenspraak met de provincie en de gemeenten heeft de Wvi een project voor versterking van de ruimtelijke planning in de Westhoek ingediend bij het Europese 5b phasing out-programma. Bedoeling is om vanuit het Esenkasteel gerichter en directer de streek in het kader van de ruimtelijke ordening te kunnen ondersteunen in zijn verdere ontwikkeling. Vooral de kleine gemeenten en de bovengemeentelijke ruimtelijke thema’s komen hierbij in het vizier. Het project kreeg de naam ‘Ankerpunt ruimtelijke planning’ en na goedkeuring binnen de procedure voor 5b phasing out, vanaf eind jaar aanspreekbaar zijn in het Esenkasteel. Tijdelijke ondersteuning van de beleidstechnische aspecten van de ruimtelijke ordening in de plattelandsgemeenten Concreet is het ankerpunt in het Esenkasteel aanspreekbaar voor - coachen van nieuw personeel - workshops voor uitwisseling van dagdagelijkse ervaring aanpak GRS registers, helpdeskfunctie - gebundelde contacten rond technisch-uitvoerende aspecten van de ruimtelijke planning met andere niveaus: provincie, Vlaams Gewest, … De aandacht zal hierbij vooral gaan naar de positie van de kleine plattelandsgemeenten binnen een globale regionale ruimtelijke context.
agrarische zones, omgaan met para-agrarische bedrijven, relatie inzake voorzieningen/diensten tussen regionale steden en dorpen, inplanting van toeristische initiatieven (camping), de inpassing van landbouwbedrijven, … Nieuwe ruimtelijke thema’s in het plattelands-denken Het ankerpunt in het Esenkasteel zal gangmaker zijn voor vernieuwende ruimtelijke concepten in het kader van het plattelandsbeleid. Centraal in deze concepten staat het begrip ‘regionale identiteit’. Gezien de samenhang met diverse beleidsthema’s (leefbaarheid, landschap, landbouw, …) zal dit onderdeel in nauw overleg met de gebiedswerking van de provincie worden uitgewerkt.
Overleg rond regionale ruimtelijke thema’s Het ankerpunt Esenkasteel zal de mogelijkheden bieden om rond bovengemeentelijke ruimtelijke thema’s inzicht te verwerven, afstemming te zoeken en afspraken te maken. Dat betekent dat de gemeenten kunnen samenkomen om na te denken en afspraken te maken over bvb. het regionaal ruimtelijk woonbeleid en omgaan met de quota, infrastructuren en mobiliteit, de spreiding van lokale en regionale bedrijventerreinen en (her)lokalisatieaanvragen van bedrijven in de regio, de landschappelijke en natuurlijke structuren, afbakening van bouwvrije zones in de
Communicatie rond ruimtelijke ordening in de Westhoek Vanuit het ankerpunt zal onder verantwoordelijkheid van gemeenten en provincie een goede communicatiestrategie worden ontwikkeld om der ruimtelijke keuzes en toekomst van de Westhoek-Middenkust te verhelderen voor de bewoners. Burgers zullen hierbij uitgedaagd worden, niet alleen om hierover mee te denken, maar ook om zelf mee verantwoordelijkheid te nemen voor een goede en kwaliteitsvolle ruimtelijke ordening.
nr. 17 /p.
ESENKASTEEL
SAMENLEVINGSOPBOUW WESTHOEK vzw Buurteconomie: ‘werk’ maken van leefbaarheid
21
A. Vanhooren
Buurteconomie: een actualiteit als geen ander Het opbouwwerk stelt zichzelf sinds jaar en dag de uitdaging om op een creatieve en innoverende manier tegemoet te komen aan problematieken, noden en behoeften binnen het brede spectrum van leefbaarheid in buurten, wijken en dorpen. Vanuit die blijvende queeste naar vernieuwende methodieken, volgen we reeds een aantal jaar de evoluties rond het concept buurt- en dorpseconomie op de voet. Buurt- of dorpseconomie houdt in dat risico-werkzoekenden aan de slag gaan om een oplos-sing te geven aan lokale leefbaarheidsnoden en -behoeften. Dit betekent dus enerzijds dat we lokale noden en behoeften op vlak van leefbaarheid willen omzetten in tewerkstellingskansen voor werkzoekenden die geen of moeilijk toegang vinden tot het reguliere arbeidscircuit. Meteen ontstaat hier een oplossing voor de werkloosheidsproblematiek van een groep die moeilijker te integreren valt op de reguliere arbeidsmarkt. Vaak kunnen deze mensen om persoonlijke, familiale, medische, psychosociale of praktische redenen niet voldoen aan de soms hoge eisen die de arbeidsmarkt stelt. Deze werkzoekenden worden vaak als moeilijk inzetbaar bestempeld. In projecten buurteconomie willen we de zaken omkeren, en een lokale arbeidsmarkt uitbouwen die zich aanpast aan de eisen, wensen en potenties van werkzoekenden. We gaan er vanuit dat deze mensen over heel wat capaciteiten beschikken en dat ze, mits werk op maat, perfect kunnen ingezet worden om mee te werken aan een leefbare omgeving en lokale samenleving.
Anderzijds vinden we in dit concept een vernieuwende werkvorm om oplossingen te vinden voor een aantal leefbaarheidsnoden en –behoeften die zich lokaal nog steeds stellen. Het kan gaan om een gebrek aan kinderopvang, om de groeiende zorg- en hulpvraag van de steeds grotere groep senioren in de samenleving, om de mobiliteitsproblemen, vooral in landelijke gebieden, om noden die gepaard gaan met het verdwijnend netwerk van diensten en voorzieningen, opnieuw vooral in landelijke gebieden … In de komende jaren willen we het concept verder ontwikkelen en uitdiepen en concrete projecten buurt- en dorpseconomie realiseren. En die intentie komt op zijn minst uit de lucht gevallen. We volgen hiermee immers een actueel spoor, dat zowel vanuit de praktijk, als vanuit beleidshoek stilaan concreet wordt op het terrein. In West-Vlaanderen zijn een aantal dergelijke projecten, vaak in samenwerking met het opbouwwerk, opgestart. Ondertussen groeien ook de beleidskaders die deze initiatieven de nodige structuur en ondersteuning kunnen bieden. De oprichting van de Lokale Werkwinkel ligt volledig in die lijn. Eén van de twee hoofdpeilers van die Lokale Werkwinkel is de ontwikkeling van de lokale dienstenwerkgelegenheid, waarbij men ook de kaart kan trekken van projecten buurteconomie, in al zijn varianten.
nr. 18 /
p. 22
ESENKASTEEL
Het fonds buurt- en nabijheidsdiensten: een unieke kans voor Ieper Eind november 2001 kwam er een extra impuls met de lancering van het fonds buurt- en nabijheidsdiensten, in beheer van de Koning Boudewijnstichting. De middelen voor het fonds werden voor Vlaanderen ter beschikking gesteld door de ministers Vande Lanotte (federaal minister voor Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie) en Landuyt (Vlaams minister voor Werkgelegenheid). Vanuit Samenlevingsopbouw Westhoek zagen we met dit fonds een unieke kans om in de Westhoek een nieuw initiatief op te starten. We speelden immers al een hele tijd met het idee om in Ieper een project buurteconomie op te starten. Sinds 2000 werken we daar, samen met OCMW Ieper en het dienstencentrum De Kersecorf, aan een project buurtontwikkeling in de buurt rond het dienstencentrum. Er startte reeds een bewonerscomité op, dat initiatieven neemt om de leefbaarheid in de buurt te verhogen. Nog in dat kader wordt gewerkt aan de uitbouw van het dienstencentrum tot een Open Huis in de buurt. We ondervonden in de buurt een aantal scherpe, onvervulde noden bij de groep hulpbehoevende senioren, een duidelijke aandachtsgroep in de buurt. Het gaat van de vraag naar poetshulp, over de behoefte aan begeleiding bij doktersbezoek of boodschappen, tot de nood aan gezelschap en ontmoeting. Voor sommige van die noden en
behoeften is er geen aanbod aanwezig, voor andere zijn de bestaande diensten en voorzieningen overvraagd. Doorheen het zoeken naar oplossingen en overleg met de verscheidene bestaande thuiszorgdiensten, bouwden we aan een plan om een groep werkzoekenden uit de buurt letterlijk te laten mee ‘werken’ aan een antwoord op de noden. Op die manier zouden we enerzijds zinvolle arbeid kunnen creëren voor een groep werkzoekenden die nog weinig kans maakt op inschakeling op de reguliere arbeidsmarkt, een groep die eveneens duidelijk aanwezig is in de buurt. Anderzijds zouden we via een dienstenaanbod kunnen tegemoet komen aan een aantal onvervulde noden bij senioren in de buurt, als aanvulling op de bestaande dienstverlening, wel te verstaan. Toen eind november de projectoproep kwam, zijn we het plan, dat rijp was in ons hoofd, verder gaan uitwerken en onderbouwen. We vonden twee partners bereid om het project mee te dragen en
gestalte te geven: OCMW Ieper als lokale beleidsactor, de vzw Werkperspectief als opleidings- en tewerkstellingsinitiatief voor risicowerkzoekenden. Half december kon het dossier op de post. Het Forum van de Lokale Werkwinkel in Ieper werd betrokken en formuleerde een positief advies aan de jury. Eind januari al kwam het verlossende antwoord. Het fonds stelt ons een kleine €100 000 ter beschikking om een concreet project buurteconomie op te starten in de buurt rond het dienstencentrum De Kersecorf in Ieper. Erg veel tijd krijgen we daar niet voor, want het fonds voorziet een opstart vóór november 2002. Gelukkig zijn de visie, de bereidheid en het enthousiasme bij de drie partners heel groot.
nr. 17 /p.
ESENKASTEEL
23
We kunnen aan de slag! Vóór mei 2002 willen we er in zien te slagen de precieze noden bij de senioren te detecteren en de haalbaarheid van verschillende diensten te toetsen. Daarnaast zullen we ook een groep geïnteresseerde laaggeschoolde, langdurig werkzoekenden tegen die datum samenbrengen om er een eerste voortraject mee af te leggen. In mei volgt de matching. Waar liggen raakvlakken tussen vragen van senioren en de potenties en wensen van de werkzoekenden? Welke dienst kunnen we opstarten en op welke manier moeten we die vorm geven? Ook daarbij blijven we bewust trouw aan de uitgesproken visie en methodieken van het opbouwwerk. We willen maatwerk leveren en steeds vanuit participatieve invalshoek vertrekken. In het matchingproces, de keuze voor een bepaalde dienstverlening en de vormgeving ervan, zullen zowel werkzoekenden als senioren een belangrijke stem hebben. Concreet betekent dit bijvoorbeeld voor de werkzoekenden dat we sterk rekening zullen houden met de eigen potenties en wensen, dat we het werk zullen afstemmen op het eigen
kunnen en de eigen situatie (familiaal, fysisch…). De senioren zullen dan weer intensief betrokken worden bij het vastleggen van de kostprijs voor de diensten… Na een intensieve voorbereiding met de doelgroep op het specifieke werk en een duidelijke informatiecampagne naar de senioren, moeten we in september van start kunnen gaan met een aantal diensten. Het spreekt voor zich dat blijvend overleg met verschillende partners een voorwaarde is om het project te doen slagen, en bijgevolg ook boven aan onze agenda staat. Het gaat hier om de actoren uit de zorgsector (thuiszorg, mantelzorg, gezondheidszorg) en de arbeidssector (opleiding en tewerkstelling voor risicowerkzoekenden), maar ook om structurele partners zoals het Forum van de Lokale Werkwinkel, het lokale beleid… We streven ook naar overleg met andere partners die kunnen helpen om dergelijke projecten ook op Westhoekniveau inpasbaar te maken.
Uitdaging: overzetbaarheid van het concept, óók in landelijke context Laat ons ook al even vooruit kijken. De realisatie van het project in Ieper brengt ons onmiddellijk bij een nieuwe uitdaging in verband met buurt en dorpseconomie voor het opbouwwerk in de Westhoek. We willen via de praktijk het concept verder ontwikkelen en verfijnen, en overzetten naar andere buurten of gemeenten. In de komende jaren willen we concreet navolging geven aan het project in Ieper. Meer zelfs, we willen het concept ook hertalen naar de situatie in landelijke context. Dergelijke projecten moeten immers ook een plaats kunnen krijgen in landelijke gemeenten en kleine dorpen, en niet enkel in stedelijke buurten. Dit blijkt echter niet zo simpel te zijn. Een aantal elementen, kritische succesfactoren, die in stedelijke context bepalend zijn en sterk stimulerend en ondersteunend werken, ontbreken immers in landelijke context. Het gaat hier dan vooral om de afwezigheid van een stevig netwerk van diensten en voorzieningen, om de bereikbaarheid van die diensten en voorzieningen, om de mate van verspreiding van de bewoning, en bijgevolg ook van de doelgroepen. Vanuit Samenlevingsopbouw Westhoek schrikken we er zeker niet voor terug om de handschoen op te nemen, maar het is duidelijk dat projecten in landelijke context op een andere en specifiekere manier vorm en inhoud moeten krijgen. Dit vraagt meer verkenning, voorbereiding en tijd. In dat kader is Houthulst, als landelijke gemeente, al geruime tijd onze testcase. INFO Samenlevingsopbouw Westhoek, Tineke Decroos, Esenkasteel 2de verdiep, 051/50.34.86
nr. 18 /
p. 24
ESENKASTEEL
AGENDA’S ALGEMENE VERGADERINGEN WESTHOEKOVERLEG Esenkasteel, 26 maart 2002 Afvalverwerking en de nieuwste ontwikkelingen Dhr. Jacques Soenen, voorzitter van Interafval en verbindingsman bij VVSG, geeft een inleiding omtrent de afvalverwerking gezien vanuit en in het belang van het gemeentelijk beleid. Dhr. Ignace Vanhaecke van Indaver licht de laatste ontwikkelingen ivm Diftar (gedifferentieerde afvalophaling) toe. Daarna volgt een korte reactie door de directeurs van de drie afvalintercommunales, IVVO, IVRO, IVMO, waarin zij hun standpunt duidelijk maken aan de vergadering.
Esenkasteel, 26 april 2002 Werking Westhoekoverleg • Aanwervingsprocedure – stand van zaken en planning • Goedkeuring definitieve afrekening 2001 en begroting 2002 Het nieuwe gemeentedecreet Mevrouw Marian Verbeek van VVSG licht het nieuwe gemeentedecreet toe. Bespreking en vraagstelling.
Esenkasteel, 24 mei 2002 Aanwerving stafmedewerker Westhoekoverleg Bevestiging aanwerving kandidaat selectiecommissie. Samenwerking Noord-Frankrijk – Westhoek en Interreg Christophe Boval, stafmedewerker Noord-Frankrijk bij de Provincie West-Vlaanderen en Filip Boury, coördinator gebiedswerking Westhoek Provincie West-Vlaanderen: de relatie met Noord-Frankrijk en kansen tot samenwerking voor gemeenten. Beheersovereenkomsten tussen landbouwers en VLM De regeling omtrent beheersovereenkomsten voor landbouwers (VLM) krijgt vaste vorm. In het zgn. ‘Supplementendecreet’ is ook een engagement van de gemeenten voorzien. Toelichting en bespreking.