Van de redactie Fris en uitgerust is de redactie weer terug van vakantie, klaar voor een nieuwe jaargang Menno Stichten. We zijn niet alleen weer op sterkte, we zijn zelfs uitgebreid met een mini‐redactielid: namelijk de dochter van Sanne Weijers, Lieke Josephine. Hoewel Sanne nog met bevallingsverlof is, heeft ze toch kans gezien Angelique Hajenius te interviewen. Zij geeft zo een inkijkje in en een terugblik op ons jubileum. Wij hopen dat de gemeente ook weer uitgerust is en met elkaar een mooi nieuw jaar tegemoet gaat. Met hopelijk een nieuwe predikant (zie het stuk van de kerkenraad). Op 21 september is onze openingszondag. Verder in dit nummer de laatste aflevering van de rubriek “de vijf vragen”, een boekrecensie en een afscheidswoord van Willy van Viegen, en de gebruikelijke rubrieken. Vergeet niet een naam te bedenken voor de studeerkamer! Laura, Sandra, Sanne en Nienke
Van de predikante 'Postbode worden?' Ik kijk wel eens met een vorm van jaloezie naar de postbodes in deze wereld. Nou is jaloezie wel een sterk woord, ik wil hem of haar niet zijn, maar de duidelijke taakomschrijving van zijn of haar beroep trekt me soms wel aan. Zeker als ik in mijn agenda zie staan 'preken in Utrecht/ Leiden/ Den Haag/ Zeist' of waar dan ook. Kijk, hij ontvangt zijn stapel post en alle onderdelen daarvan moeten in de brievenbus met het betreffende adres. Ronde klaar is klaar, lijkt mij. Natuurlijk brengen regen, storm en onbestelbare pakjes voor hem of haar wel zorgen en ongemak mee, maar toch, klaar is klaar. Nu ga ik proberen op de postbode‐wijze mijn dienst voor te bereiden. Ik sta op donderdagmorgen netjes op tijd op en zit ruim voor koffietijd achter mijn computer. Waar zal het over gaan? Een onderwerp wordt bepaald door de tijd van het kerkelijk jaar waar we ons in bevinden, hoewel je met een zekere creativiteit overal wel mee uit de voeten komt. Ik heb bijvoorbeeld wel eens met Kerstmis de lijdende Christus in het kribje gelegd. En ooit heb ik met Pinksteren een dal vol doodsbeenderen behandeld. Voor een dienst van Pasen heb ik allereerst de weeklacht van Job aan het woord gelaten waarna de notie 'leven' pas echt goed tot z'n recht kwam. Ook wat er in de gemeente speelt telt zwaar mee. Zijn er nieuwe baby'tjes? Neemt er iemand afscheid van iets? Ruist er blijdschap of treurigheid door de gemeente? Is er waar dan ook iets te vieren? Hebben we 't warm of koud of zijn we overstroomd? Daarbij klinkt dat wat er in de wereld gebeurt ook door in de gemeente, we dragen onze zorgen over oorlogen en rampen mee in ons hart als we de drempel overstappen. Soms verlangen we er niet eens zozeer antwoorden op, maar is het noemen en delen van wat ons verontrust al genoeg. Maar in de kerk kunnen we het lief en leed van de wereld niet negeren. Ik zit achter mijn bureau en behalve in mijn hoofd (hart en ziel) is er tegen lunchtijd nog niet veel gebeurd. Ik leg naast mijn boterham en mijn beker melk nu wel al de bijbel, daar zal uit gekozen moeten worden. Maar wat past bij wat, dat is nog een volkomen open vraag. Er is natuurlijk ook een leesrooster, maar ten eerste ben ik daar iets te eigenwijs voor; ten tweede krijg je soms de vreemdste teksten voor je neus; ten derde herhaalt het zich voortdurend. Ik probeer nu zo effectief mogelijk de klok te negeren. De klepel heb ik definitief uit mijn geërfde pendule gesloopt. Die herinnerde mij te veel aan de verstreken tijd. Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 1 van 21
Het begint tijd voor thee te worden. Er liggen zes bladwijzers in mijn bijbel. Het onderwerp krijgt vorm in mijn hoofd, maar welke teksten passen daar bij? Ik blader door vele bijbelboeken heen, maar elke mogelijke tekst heeft z'n nadelen. Het woord Israël heeft tot mijn verdriet op dit moment een zware lading. Gelukkig ontdek ik ook 'zomaar' dingen die me raken, woorden, zinnen, teksten waarvan ik denk: daar kan ik voor u staand wel iets mee. Iets zeggen over wat mij in huisbezoeken en gesprekskringen is opgevallen. Iets zeggen over mijn eigen zoektocht naar het mysterieuze krachten‐ en zijnsgebied dat wij 'God' noemen. Ik zoek liederen uit, een heel geblader door meer dan duizend mogelijkheden, maar al wat bloed en schuld bezingt valt bij voorbaat af, dat scheelt wel. Ik stuur ze door en neurie één van de melodieën zachtjes in de oren van de kat. Eigenlijk zou ik nu boodschappen moeten doen, want het loopt tegen de avond. Maar gelukkig heb ik een diepvries en zijn de kinderen de deur uit. Er zijn tijden geweest dat ik zuchtte over het Koninkrijk Gods tijdens het wassen van de spinazie. Of dat ik tijdens de zwemles een begrafenisdienst schreef. Nu kan ik doorschrijven en dat is geweldig, want wat nodig is voor iets goeds is wat ik 'die flow' noem, dat is een innerlijk proces waarbij jouw hele eigen zijn betrokken is bij dat wat ik vermoed in de bijbel te lezen. Met name ook tussen de regels door. Om mij heen liggen open gespreid een aantal commentaren, sommige bieden met één regel een nieuw perspectief op het thema. Andere liggen afgekeurd in een hoek van de kamer omdat ze zeurden of omdat ze veel te zakelijk of oppervlakkig bleven. Het is een puinhoop om mij heen, maar wat maakt het uit als er mooie dingen geschreven worden die de kern van de zaak benaderen? De avond is allang gevallen. Ik heb hetzelfde gevoel als die schilder die voor z'n lege doek stond met alle kleuren van de wereld op het palet naast zich. En die heen en weer keek van het een naar het ander: hoe krijgen we die verf zo op het doek dat het voorstelt wat ik in mijn hoofd (hart en ziel) heb? Ik ben die schilder die nu met een mengeling van trots en verwondering naar zijn creatie kijkt: er is iets zichtbaar geworden. Ik ben een schilder met woorden. Het is erg donker en de nacht kondigt zich aan. De preek is af, zo goed als dat op dit moment mogelijk is, zo goed als ik dit onderwerp in deze levensfase onder woorden kon brengen. Ik trek mijn pyjama aan en besluit de gebeden naar de zaterdag te verplaatsen. Ik denk aan de postbode en ben dankbaar dat het beroep bestaat. Moge het bij hem of haar passen. Maar al ben ik wel eens jaloers op de afgebakende stapel post die hij per dag te bezorgen heeft, we gaan toch maar niet ruilen. Want ik hou van wat ík u te brengen heb, en ieder z'n vak. ds. Anneke van der Zijpp
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 2 van 21
Van de kerkenraad Het is nog volop zomer terwijl deze bijdrage voor het begin van het nieuwe seizoen is geschreven. Dat is altijd een soort dubbelheid: je wilt nog niet aan iets nieuws beginnen terwijl de zomer nog zo volop aanwezig is. Maar na een enerverende zomer, de dramatische ramp met de MH 17 en de oorlogen in het Midden Oosten in ons recente geheugen, beginnen we toch met elkaar aan een nieuw seizoen. Onze startzondag wacht nog even tot 21 september; heeft u zich al opgegeven? Een nieuw seizoen met een goed begin. We kunnen u mededelen dat de Beroepingscommissie een voorstel heeft gedaan aan de kerkenraad voor de kandidaat predikant. Ds. Anneke van der Zijpp en de Kerkenraad hebben kennis gemaakt met deze kandidaat en hebben allen een positieve indruk gekregen. Min of meer gelijktijdig met het verschijnen van deze Menno Sticht zult u van de Kerkenraad een brief ontvangen waarin de kandidaat predikant zich voorstelt en met een uitnodiging voor de kennismakingsdienst op zondag 14 september a.s. Hierna zal aansluitend een speciale ledenvergadering zijn, waarbij ook de vrienden genodigd zijn om mee te stemmen. De Kerkenraad en de Beroepingscommissie zijn blij met deze unanieme voordracht. De Kerkenraad vindt het belangrijk om een financiële bijdrage te geven voor het realiseren van het nieuwe Joodse Monument in Utrecht. Op dit monument staan de namen van de 1224 joodse Utrechters die na de Tweede Wereldoorlog niet zijn teruggekeerd uit de vernietigingskampen. Het monument wordt geplaatst tegenover de ingang van het Spoorwegmuseum, de plek vanwaar de treinen toen vertrokken. In deze zomertijd is het fenomeen Kerken Kijken een geweldige bijdrage aan de vele gezichten die de stad Utrecht heeft. Er ontstaan hierdoor veel ontmoetingen met mensen uit den vreemde maar ook van dichtbij. Mooi dat er zoveel gesprekken onder ons dak plaatsvinden. Ook het nieuwe gedicht “De schuilkerk spreekt” levert veel gesprekstof op. De gidsen doen veel werk en wanneer u hier nog niet bij betrokken bent, laat u verrassen en kom de vrijwillige gidsen bijstaan! Daarnaast is er deze zomer hard gewerkt aan het voorbereiden van de nieuwe Wegwijzer en de nieuwe actuele ledenlijst. Hartelijk dank voor het vele werk dat Angelique Hajenius en Willy van Viegen samen met Peter Reinhold hiervoor hebben verzet! Ook is er nog hard gewerkt om het nieuwe reglement drukklaar te maken. Met name Han van der Laag heeft hier vele uren aan besteed. Het resultaat is er dan ook naar, hartelijk dank! In de periode voordat de nieuwe predikant beroepen en daadwerkelijk in Utrecht aan het werk is, zal onze predikant Anneke van der Zijpp worden bijgestaan door ds. Ineke Reinhold (de huisbezoeken), ds. Corrie van Egmond (de jongeren groep Praten en Proeven) en ds. Sybaut van der Meer uit Haarlem (de Bijbelkring op woensdagmorgen). Namens de Kerkenraad wens ik u een goede afsluiting van onze zomer toe en spreek de wens uit dat we een goed en aandachtig nieuw seizoen tegemoet gaan met bijzondere ontmoetingen. Teije Bakker voorzitter Kerkenraad
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 3 van 21
Kerkdiensten: aanvang 10.00 uur, tenzij anders aangegeven Datum Predikant
Bijzonderheden
Augustus 17 Mw. ds. M. Trapman
Gezamenlijke dienst in de Geertekerk; 10.30 uur 24 Mw. ds. A. van der Zijpp 31 Ds. H. Cuperus September 7 Mw. ds. I. Hasselbach 14 Mw. ds. C. Cornelissen 21 Geen dienst in verband met gemeentezondag 28 Mw. ds. A. van der Zijpp
Kom maar in de Kinderdienst kring (0‐6jr) (6‐12 jr) Nee Nee
Nee Nee Nee Nee
Nee Ja Ja Ja
Nee
Ja
Collecte doelen: Augustus 17 het Pastoraal Diaconaal bestemd voor de specifieke taken van de Fonds Broederschapshuizen 24 Sedidea 31 Stichting Vriendschapsband Project: De strijd tegen huiselijk geweld en aids. Utrecht‐León (Nicaragua) September 7 ST.Omduw Oecumenisch Diakonaal werk In de stad Utrecht 14 Stichting Doopsgezind Wereldwerk 21 Gemeentezondag mennorode 28 Interkerkelijk Platform voor Interkerkelijk werk voor studenten vanuit Protestantse gemeenten in de stad Utrecht; PKN, Lutheranen, Studenten Pastoraat Remonstranten, Doopsgezinden Utrecht Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 4 van 21
Agenda augustus 2014 Zo 24 Repetitie Gemeentekoor Zo 31 Repetitie Gemeentekoor en vergadering september 2014 Wo 3 Tafel van 12 Do 4 Praten&Proeven Ma 8 Ubi Caritas Di 9 Vergadering Kerkenraad Wo 10 Ochtendbijbelkring Utrecht Wo 10 Taizé aan de gracht Za 13 Open Monumentendag Zo 14 Repetitie Gemeentekoor Ma 15 Ochtendbijbelkring De Bilt/Bilthoven Wo 17 Doopgroep Do 18 Startersgroep Zo 21 Gemeente start zondag in Mennorode, Elspeet Wo 24 Kring Geloofsverdieping Za 27 Orgelconcert door Rob van Efferink (Katwijk) Zo 28 Repetitie Gemeentekoor oktober 2014 Wo 1 Ochtendbijbelkring Utrecht Wo 1 Tafel van 12 Do 2 Praten&Proeven Zo 5 12+groep Zo 5 15+groep Di 7 Ubi Caritas Wo 8 Taizé aan de gracht
11.30 11.30 17.30 18.30 18.30 19.30 10.00 20.00 10.00 11.30 10.00 20.00 18.30 10.00 20.00 14.30 11.30 10.00 17.30 18.30 10.00 10.00 18.30 20.00
Naam voor de studeerkamer gezocht De Kerkenraad roept de hulp in van alle leden en vrienden! Wilt u ons helpen een passende naam te bedenken voor de studeerkamer? Deze ruimte zal voortaan door beide predikanten worden gebruikt als flex‐werkplek en door kringen met een beperkt aantal deelnemers. Binnen onze gemeente zijn vast genoeg creatieve geesten die iets origineels weten te bedenken. Stuur uw suggesties graag voor 14 september a.s. naar: DGU, Oudegracht 270, 3511 NV Utrecht t.a.v secretaris Tijdens de Gemeentedag op 21 september a.s. zult u de gelegenheid krijgen uw stem uit te brengen op de ingezonden namen. Over een passende beloning voor de winnende naam wordt nog nagedacht. Ans van Terwisga, secretaris Kerkenraad Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 5 van 21
Interview met Angelique Hajenius Menno Sticht interviewde Angelique Hajenius over haar werk in de jubileumcommissie. Ze droeg zorg voor alle historische elementen van het jubileum en vervulde een belangrijke rol in de publiciteit rond de jubileumactiviteiten. Hoe verliep de samenwerking binnen de jubileumcommissie? “De samenwerking verliep uitstekend! We waren een enthousiast en creatief team. Door veel te brainstormen kregen we allerlei ideeën voor activiteiten. Ieder van ons pakte weer iets anders aan. Teije Bakker was de voorzitter en hield alles in de gaten. Hij coördineerde en overzag waar we allemaal aan moesten denken. Ineke Akkerman heeft de traditionele kleding verzameld en de quilts voor de tentoonstelling geregeld. Harke Hofman was de meest creatieve geest. Naast dat hij een replica van de tongschroef heeft laten printen, heeft hij ook de kroonluchter in de hal gemaakt en de duif in de kerk laten fabriceren. Ik heb me samen met Marga Hofman en Tuut Verloop bezig gehouden met het jubileumboek. Tot zijn vertrek naar Haarlem is Alex Noord ook actief bij de commissie betrokken geweest. We hebben veel vergaderd. De vergaderingen waren meestal bij mij thuis en erg gezellig. De organisatie van het jubileum is een proces geweest dat geheel in samenspraak is verlopen. Dat was leuk! We hielden elkaar goed op de hoogte door altijd alle mailtjes door te sturen.” Bij welke jubileumactiviteiten ben je allemaal betrokken geweest? “Ik ben dus betrokken geweest bij het jubileumboekje. Ik heb de meeste historische stukjes daarvoor geschreven. Naast dat Marga, Tuut en ik zelf stukjes hebben geschreven, hebben we ook anderen gevraagd om een bijdrage te leveren. Met z’n drieën hebben we de eindredactie gedaan. Verder heb ik teksten voor bijvoorbeeld posters gecontroleerd en oude teksten vertaald, waaronder het Olijftakje. Ook een stuk over het proces van Hendrik Eemkens heb ik in modern Nederlands omgezet, zodat Harke er een toneelstukje van kon maken.” Waarom heb je deze activiteiten opgepakt? Wat was je motivatie om dit te doen? “Teije benaderde me al heel vroeg met de vraag of ik mee wilde werken aan de voorbereiding van het jubileum. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Ik vind het namelijk erg boeiend om met geschiedenis bezig te zijn. Als er dingen over de gemeente worden gezegd die niet kloppen, dan gaat me dat aan het hart. Ik vind dat heel jammer. ” Je hebt je ook al eerder verdiept in de geschiedenis van de DGU voor het boek ‘Dopers in de Domstad’. Was dat voor een eerder jubileum? “Nee. Heel lang geleden heb ik wijlen dominee Hofman geholpen met een boekje over de Doopsgezinde gemeente Edam. Toen dat boekje af was, leek het me een goed idee om ook de geschiedenis van de DGU te bestuderen. Ik ben toen, samen met ds. Hofman, het archief van de DGU gaan doorspitten en dat boek is daar het resultaat van.” Je bent voor het jubileum ook een aantal keer geïnterviewd door journalisten. Door welke journalisten precies? Hoe vond je het om geïnterviewd te worden? Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 6 van 21
“Door een paar kranten, onder meer het Reformatorisch dagblad, ben ik telefonisch geïnterviewd. Door RTV Utrecht ben ik ook gefilmd. Dat was wel bijzonder. Ik kwam thuis na een aantal dagen Parijs. Het was al laat, een uur of twaalf ’s avonds, maar ik besloot toch even mijn mail te checken. Daar trof ik een mailtje van Teije met het verzoek of ik de volgende ochtend een journalist van RTV Utrecht wilde bellen en later op die dag iets wilde vertellen over de DGU en doperse plekken in de stad. De volgende morgen heb ik in alle vroegte nog allerlei plekken opgezocht om te laten zien en daarna heb ik met de journalist een heel stuk door Utrecht gelopen. Veel daarvan werd gefilmd, af en toe moesten we ook stukjes overdoen. Wat er uiteindelijk van alle opnamen over is, is niet veel. Meestal vind ik mezelf gek overkomen als ik mezelf hoor praten. Maar als ik het filmpje terugkijk, denk ik ‘wat een keurige oudere dame’. Ik ben er wel tevreden over. Ik heb er ook veel positieve reacties op gekregen.” Vond je het niet spannend om interviews te geven? “Op een gegeven moment krijg je er een beetje routine in. Het is zeker spannend, maar niet eng spannend, meer een gezonde spanning.” Heeft de DGU zich volgens jou met dit jubileum voldoende naar buiten gepresenteerd? Waarom wel/niet? “Evenals Teije denk ik dat we de gemeente aardig op de kaart hebben gezet. Maar of alle publiciteit effect heeft gehad moet zich gaan uitwijzen. Ik hoop dat we met Kerken Kijken meer reacties van mensen van buiten de doopsgezinde wereld ontvangen. Daarnaast draagt Kerken Kijken natuurlijk ook nog bij aan de bekendheid van de DGU, omdat de tentoonstelling de hele periode van Kerken Kijken te bezichtigen is. Met name de replica van de tongschroef en de quilts leiden tot veel reacties van bezoekers.” Wat vond je het leukste om te doen en waarom? “Ik vond het hele organisatieproces leuk. We waren met een enthousiaste club mensen, de vergaderingen waren gezellig en het geven van interviews was leuk. Ik vind dat bijna alle activiteiten goed zijn uitgepakt. Er zijn natuurlijk ook ideeën niet gelukt, maar dan bedachten we weer iets anders. Verder was de medewerking van anderen heel goed.” Maar wat vond je nu het leukste om te doen? “Het leukste vond ik het maken van het jubileumboekje en dus het schrijven van de historische stukken. Ik ben erg blij en tevreden met het boekje.” Wat vond je minder leuk om te doen? “Tekstjes corrigeren vind ik wat minder, maar wel heel belangrijk. Ik ben namelijk een detaillist, voor sommigen pietluttig misschien, maar ik vind het belangrijk dat dingen juist worden weergegeven. Als een journalist die mij had geïnterviewd iets verkeerd in het artikel had weergegeven, dacht ik ‘potverdrie, waarom luisteren ze niet beter’, maar je kunt er niet altijd wat aan doen. De journalist van het Reformatorisch Dagblad sprong er overigens positief uit. Hij had zich goed voorbereid en heeft zijn artikel vooraf nog aan mij opgestuurd en gevraagd om een reactie. Dat vond ik heel netjes.” Welke ervaringen van dit jubileum kunnen we meenemen naar het volgende jubileum? “Het is belangrijk om op tijd te beginnen. We zijn in september vorig jaar gestart, maar eigenlijk is het beter om eerder te beginnen. Dat we met een enthousiaste club mensen waren, heeft een belangrijke rol gespeeld. De samenwerking verliep daardoor goed en was heel leuk. Enthousiaste mensen zijn dus belangrijk. Verder zijn contacten heel belangrijk. Teije had bijvoorbeeld veel contacten bij de burgerlijke gemeente. Met name voor het planten van de boom en de steenlegging hebben we daar veel profijt van gehad. Teije heeft echt ontzettend veel geregeld voor het jubileum. Dat mag nog wel eens gezegd worden, ik vind het bewonderenswaardig!!! Tot slot is PR natuurlijk belangrijk.” En nu zijn bijna alle jubileumactiviteiten achter de rug, val je nu in een ‘zwart gat’? Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 7 van 21
“Na 8 juni was iedereen best gaar. Alles bij elkaar heeft de organisatie van het jubileum ons allemaal veel tijd gekost. Het was erg intensief, maar ontzettend leuk om te doen. Iedereen is er nu even tussenuit. In september is er tot slot een orgelconcert, dat wordt gegeven door organist Rob van Efferink. Hij is de vaste organist van de Vredeskerk in Katwijk. Daar staat het Bätzorgel dat in de 18de eeuw in opdracht van de DGU is gebouwd. Begin september staat nog een afsluitende vergadering van de jubileumcommissie gepland. Teije heeft ons uitgenodigd om bij Renate en hem thuis met elkaar terug te kijken op het jubileum.” “Waar houd je je verder mee bezig?” “Nu ben ik druk met de Wegwijzer. Ook zal ik deze zomer tijdens Kerken Kijken een aantal keer in de kerk musiceren en gidsen. Verder zou ik veel meer moeten doen aan het archief van de DGU, maar daar heb ik niet altijd tijd voor. Ik deed dat vroeger met Henk Akkerman en Kees van den Berg. Nu doe ik het praktisch alleen. Er zou eigenlijk iemand bij moeten. Naast de verschillende activiteiten voor de DGU ben ik vrijwilliger bij het Utrechts Archief. Ik werk daar 2 keer 4 uur per week. “ “Dank je wel voor dit interview en natuurlijk je inzet voor het jubileum.” Sanne Weijers
Kosteren Geloven is een heel persoonlijk iets. Dit in tegenstelling tot Kerk zijn. Dat doe je gezamenlijk. In die gezamenlijkheid vieren we op de meeste zondagen van het jaar ons geloof. In de Kerk, met de kerkbroeders en zusters, vrienden en vriendinnen. Voor die gezamenlijkheid zijn we nog op zoek naar broeders, zusters, vrienden of vriendinnen die een paar keer per jaar op zondag kosterdienst willen vervullen. Voor het vieren van de dienst op zondag moeten er wat dingen klaar gezet worden. Het is niet veel werk, maar het moet wel gebeuren. De belangrijkste taken zijn: even vegen in de Regulierssteeg en voor de voordeur van de kerk, klaarzetten van de kopjes voor de koffiedienst, wat vaak ook samen kan met de koffieschenker, klaarzetten van de apparatuur voor het opnemen van de dienst en het apparaat voor de kerktelefoon, glaasje water klaarzetten voor de predikant en nog een paar van dit soort dingen. Met name de elektronica schrikt veel mensen af, maar het is heel simpel: er hangt een keurige beschrijving naast de apparaten en de eerste paar keer kan je meelopen met een ervaren koster, die alles nogmaals uitlegt. De tijdsinspanning is per keer ongeveer een half uur voor aanvang van de dienst aanwezig zijn. Je kunt dan onder het genot van een door Truus zelf gezet en ingeschonken kopje koffie de taken uitvoeren. Wie o wie geeft zich op om deze leuke taak in de kerk te doen?
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 8 van 21
Geboortedankzegging/kinderopdracht In de afgelopen maanden zijn er binnen de Doopsgezinde Gemeente Utrecht diverse baby'tjes geboren. De namen van deze piepkleine mensjes zijn: Mieke, Lieke en Dina. Ik heet hen namens de gemeente van harte welkom op deze wereld en we zijn allemaal heel blij voor de jonge ouders dat het goed met hen is. Overigens heb ik ook stralende grootouders ontmoet, en ook stralende over‐grootouders.... In Doopsgezinde gemeentes is het gebruikelijk om de ouders van pasgeboren kinderen een speciale dienst aan te bieden: de geboortedankzegging/ kinderopdracht. Niet alle ouders nemen deze uitnodiging aan, daarin is iedereen volkomen vrij. Ieder nieuw leven wordt binnen de gemeente in verwondering en met bewondering ontvangen. Voor die ouders die dat wel willen vieren in een kerkdienst geldt de uitnodiging om dat eind september in een speciale dienst te doen. Om precies te zijn: 28 september is de gekozen datum. Zo'n geboortedankzegging is een typisch Doopsgezind fenomeen, maar het hoe en wat ervan is niet altijd iedereen even duidelijk. Daarom zou ik hierover het volgende willen uitleggen: het is om te beginnen volstrekt géén doop. Die gedachte komt niet op in Doopsgezinde hoofden, omdat het één van de meest duidelijke kenmerken is van een Doopsgezinde gemeente dat de leden zelf kiezen om te worden gedoopt op een zelfgeschreven belijdenis, op een leeftijd waarop zij mondig genoeg zijn om iets van hun geloof te kunnen formuleren. De viering van de geboorte van een nieuw leven heeft twee kanten; er is de dankbaarheid dat ons nieuw leven is geschonken en er is de aanvaarding van de gemeente van haar opdracht om het nieuwe kindje bij te staan om zijn of haar geloof te ontwikkelen en te verdiepen. Vandaar de ietwat ingewikkelde naam van deze speciale dienst. Deze beide aspecten hebben hun wortels in het verleden van onze verre voorouders. In de 16e eeuw vindt de doperse beweging haar oorsprong als mensen in de Schrift gaan bladeren en ontdekken dat de gebruikelijke kerkelijke praktijken oneindig ver af staan van wat ooit de Evangeliën zeiden. In principe wilde men terug over de eeuwen heen reiken naar de allervroegste vorm van gemeente‐zijn. Voor de toenmalige katholieke kerk vormde een dergelijke eigenwijze, in wezen anarchistische vorm van gelovig‐zijn een grote bedreiging. Doopsgezinden zijn uit alle macht vervolgd, gemarteld en vermoord. In die tijd was het dus essentieel dat gemeenteleden steun boden aan elkaar als bondgenoten in deze nieuwe wijze van het christen‐zijn praktiseren. Overal loerde gevaar voor het leven. Daarom verwelkomde men pasgeborenen in hun midden met de aanvaarding van de opdracht om in te staan voor het welzijn van het kleine kindje. Dat betrof de geloofsopvoeding, maar was ook een belofte om zich over het kind te ontfermen als het leven van de ouders gevaar liep. De dankbaarheid voor nieuw leven is van alle tijden. Hoe maakbaar alles ook is, een prachtig mooi nieuw leventje waar je als nieuwe ouders allebei in aanwezig bent, is niet anders te zien dan als een geschenk, waarvoor wij God dankbaar willen zijn. Vandaar dat wij in de DGU op 28 september een feestelijke dienst zullen hebben, waartoe u allen van ganser harte bent uitgenodigd. ds. Anneke van der Zijpp
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 9 van 21
Huissamenkomsten najaar 2014 De Schakelgroep nodigt alle leden en vrienden van harte uit om bij een van de huissamenkomsten aanwezig te zijn. De gastvrouw / gastheer waardeert het als u tijdig van te voren doorgeeft of u wel of niet aanwezig zult zijn; per telefoon, sms of email.
Datum
Aanvangstijd
Di. 28 oktober IJsselstein / Vianen Nieuwegein / Houten/ Culemborg e.o.
20.00 ‐ 22.00 uur
Overvecht / Zuilen Tuindorp / Oog in Al Kanaleneiland e.o.
Wo. 29 oktober
10.30 ‐ 12.00 uur
Centrum e.o.
Wo. 29 oktober
20.00 ‐22.00 uur
Maarssen / Breukelen Do. 30 oktober Vleuten / Leidsche Rijn e.o.
20.00 ‐22.00 uur
Vrij. 31 oktober
10.30 ‐ 12.00 uur
De Bilt / Bilthoven Lunetten/ Maartensdijk e.o.
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 10 van 21
Het lied dat mij raakt Het nieuwe liedboek is, zoals in het voorwoord staat, niet uitsluitend bedoeld voor het gebruik in de kerkdiensten. Zo zijn er verschillende meditatieve teksten, gebeden en gedichten in opgenomen om bij andere gelegenheden te gebruiken. Van de dichter Lloyd Haft zijn er vier ‐ zo door hem genoemde ‐ hertalingen uit zijn bundel De Psalmen, waarvan onderstaand psalm 121 naast de Willibrordtekst. Willibrordvertaling Naar psalm 121 Ik sla mijn ogen op naar de bergen: Niet aan de bergen, van welke berg komt mijn hulp? niet aan de torenende rotsen Van de HEER komt mijn hulp ken ik mijn hulp maar hier: die hemel en aarde gemaakt heeft. achter mijn ogen als ik aan u denk. Waar ik aan u denk Struikelen laat Hij je niet; raakt ook mijn voet de grond, sluimeren doet je wachter niet. mijn schaduw raakt uw aarde. Nee, Hij die waakt over Israël slaapt niet en sluimert niet. Niet in de brandende zon, De HEER is je wachter, niet in de tanende maan: de HEER, de schaduw aan je rechterzij. hier: in waar ik adem, Overdag zal de zon je niet steken uit waar ik adem, en 's nachts de maan niet. want ik adem u. De HEER waakt tegen alle kwaad, de HEER zal over je waken. Hij waakt over je gaan en je komen, van nu tot in eeuwigheid. Deze hertalingen spreken mij persoonlijk zeer aan vanwege het godsbeeld, de godservaring, die eruit spreekt. God is er geen hoge en verheven macht zoals in de originele tekst, geen God die vanuit de hemel straft, zich wreekt of ingrijpt: het is een milde God die ziet en kent, die nabij is, om ons heen, en in ons. De dichter heeft zijn teksten losgemaakt van de historische setting, hij heeft ze tijdlozer en hedendaagser gemaakt. De ik in deze gedichten uit nu eens zijn twijfel, stelt vragen, zoekt, en spreekt zijn verlangen uit naar God om gezien en gekend te worden, dan weer looft en prijst hij, ervaart hij geborgenheid en dank. Wat mij bij lezing steeds weer raakt en ontroert, is hoe de godservaring door de dichter Lloyd Haft poëtisch wordt verwoord en benoemd, door eenvoudige beelden met grote zeggingskracht, zoals: in waar ik adem, uit waar ik adem, want ik adem u. Met de keuze voor dit gedicht ben ik afgeweken van de eigenlijke vraag, en het onderwerp van deze rubriek: het lied dat me raakte. Er staan heel mooie liederen in het Liedboek, en de afgelopen tijd waren er inderdaad ook teksten die me raakten. Toch bleek het niet eenvoudig daarbij een toelichting te schrijven. Daarom heb ik gekozen voor deze tussenweg. Anke de Vries Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 11 van 21
Domineesvrouw in deeltijd Laura’s man werkt als predikant in Twente. Laura woont in Utrecht en is als domineesvrouw in het weekend vaak in Twente. Als stadse geniet zij van het dorpsleven. Deze zomer weer twee gebeurtenissen meegemaakt die voor mij model staan voor het belang dat hier aan de gemeenschap wordt gehecht. Eerst de Passiespelen in een openluchttheater, en toen de inwijding van een nieuwe Maria‐kapel. In Hertme, een klein dorpje, is in de jaren vijftig een groot openluchttheater gebouwd om daar jaarlijks Passiespelen op te voeren. In de jaren zeventig is de traditie verzand en raakte het theater in onbruik. Zo’n vijf jaar geleden is de traditie weer opgepakt en dit jaar werden voor de tweede keer weer de Passiespelen opgevoerd. Ze doen dit met Pinksteren in plaats van met Pasen, omdat het met Pinksteren beter weer is en de bomen in blad staan. Het decor is daardoor mooier. Ik had me voorbereid op iets knulligs, dat “wel leuk” zou zijn. Maar het bleek alles bij elkaar een adembenemende ervaring. Er was een koor van wel tachtig mensen, er waren twee casts met de zeven hoofdrolspelers (dubbele bezetting om risico’s te verkleinen) en in bepaalde scenes liepen er wel meer dan 100 mensen, inclusief kinderen, honden, schapen, paarden, konijnen en nog meer dieren over het toneel. In totaal waren er 230 amateuracteurs en zangers actief. De liederen die gezongen werden, waren bestaande liederen uit allerlei tradities: Bach, Stabat Mater, maar ook moderne liederen. Er werd mooi gezonden, en ook het koor zong echt goed. Als je dan bedenkt dat er achter de schermen nog zo’n honderd vrijwilligers actief zijn (parkeerwachten, mensen achter de bar, enzovoort) en dat ze de voorstelling acht keer uitvoeren voor een bijna uitverkocht theater…. Ik ben vol ontzag voor deze mensen. De volgende keer is in 2019. Zie www.passiespelenhertme.nl
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 12 van 21
Over de Maria‐kapel die door buurtbewoners helemaal zelf gebouwd is, schreef ik al eerder. In juni was de inwijding. Ook weer geen halve maatregel! Vijfhonderd mensen stonden en zaten rond de kapel. Uit de richting van het huis van de initiatiefnemers (een echtpaar met zoon) kwam de processie aangelopen van tien zogenaamde Pinksterbruidjes (meisjes in allerlei leeftijden in witte kleren), twee priesters, vaandels en nog zo wat. Bij de kapel stond een koor dat Maria‐liederen zong. Er waren sprekers en twee priesters, er werden geschenken overhandigd (onder andere een check van de Rabobank), de wethouder sprak, en de pastor wijdde de kapel in met heilig water. Het geheel duurde wel een uur. Daarna wandelden we naar een naastgelegen weiland waar een tent was opgesteld. Niet zo maar een tent, maar een zeer grote en stevige tent. Waar je prima koffie kon krijgen en daarna natuurlijk bier. De organisatoren zeiden verbaasd te zijn over de grote opkomst, maar gezien de grootte van de tent hadden ze wel op veel feestvierders gerekend…. Zie kipboomkapel.nl Laura
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 13 van 21
Vijf vragen aan de woensdagochtend bijbelkring 1. Kan je in vijf steekwoorden je groep omschrijven? Enthousiast, betrokken, belangstellend, inspirerend, open. 2. Waarom maak je deel uit van deze groep? Het antwoord is eenvoudig: omdat iedereen geniet van deze ochtenden, waar vrijuit gesproken kan worden over Bijbelse en religieuze zaken. Deze groep bestaat al heel lang. Meerdere van de nu ongeveer 18 deelnemers namen zo’n 40 jaar geleden al deel aan de bijbelkring Utrecht‐oost onder leiding van ds. Nooter. Toen was het: de dominee sprak, legde uit en er werd in de tuinkamer zwijgend geluisterd. Later bij ds. Van der Laan werd er vanuit de groep inbreng verwacht en zo is het ook onder de volgende predikanten gebleven. De groep breidde uit met belangstellenden uit de hele gemeente. De samenkomsten verhuisden van de tuinkamer naar die huiskamers, waar in de buurt ruime parkeergelegenheid was. De uitleg van de Bijbelteksten bleef en werd zo nu en dan verluchtigd met een rollenspel. Door sommige deelnemers duidelijk niet door andere heel erg gewaardeerd. Onder leiding van ds. Alex Noord verhuisde de groep weer naar de Tuinkamer en werd een gesprekskring met een Bijbelse saus en een door Alex gekozen thema. 3. Wat is het leukste wat je de laatste tijd in de groep hebt meegemaakt? Een gedenkwaardig moment dit jaar was het opstellen van de groep in de tuin met als achtergrond de bloeiende sering waar Jan van Strien een foto maakte voor het herinneringsboek voor Alex Noord. 4. Wat draagt je groep bij aan de DGU? Deze groep is misschien wel een beetje cement tussen de bouwstenen van de gemeente. Door de vele diverse onderwerpen die in de loop van de jaren besproken werden, zijn groepsleden beter in staat naar andersdenkenden te luisteren en gesprekken aan te gaan. 5. Hoe bereiden jullie je voor en vinden jullie je onderwerpen? Aan het einde van het seizoen wordt het thema voor het volgende seizoen gekozen. Iedereen mag wat inbrengen, maar in vele gevallen had de dominee het beste voorstel…….. Hiermee is deze rubriek afgelopen. Alle groepen zijn aan de beurt geweest. In de volgende Menno Sticht starten we een nieuwe rubriek.
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 14 van 21
Herhaalde oproep van de COMMISSIE VIERINGEN (VieCie) In de vorige editie van de Menno Sticht hebben we als VieCie uitgebreid verslag gedaan van onze bijeenkomsten en de diverse voorstellen om de vieringen zo hier en daar wat aan te passen. Op onze oproepen hebben we tot nu toe nog weinig respons gekregen. In de zomertijd is iedereen waarschijnlijk druk in de weer geweest met vakantie houden, genieten van het mooie weer, (klein)kinderen, en vrije tijd. Maar het begin van het nieuwe seizoen nadert snel, en als commissie zouden we graag in september van start gaan met een aantal van onze plannen. Naar onze mening leuke, verfrissende, en samenbindende ideeën; vóór, maar vooral ook dóór de gemeente! Wie hieraan graag een (muzikaal) steentje wil bijdragen, vragen wij even contact op te nemen met een van de commissieleden (Anke de Vries, Rik Harmsen, Jan Niemantsverdriet, Janneke Leerink, Sandra van Slooten, Annemiek Burggraaf en Anneke van der Zijpp). We zijn nog op zoek naar jongeren en volwassenen die het leuk vinden om te helpen bij: * Het lied van de maand. Om meer thuis te raken in de enorme hoeveelheid liederen die we in het nieuwe liedboek vinden, stelt de commissie voor om gedurende één maand eenzelfde (nieuw) lied te zingen. Dat lied komt in elke dienst terug, en zal ong. 2 keer per maand worden 'ingezongen''. We stellen voor om daar in september van dit jaar mee te beginnen. * Daartoe zoeken wij laagdrempelige 'voor‐oefenaars', dwz. mensen die op ontspannen wijze 10 minuten vóór de aanvang van de dienst het nieuwe lied met de aanwezigen doorzingen. Hoewel dit zou kunnen lijken op een taak van het Koor dat deel uitmaakt van de DGU, vinden wij niettemin dat dit meer een liturgische taak is, dan dat het een taak zou zijn die behoort bij het zingen van mooie en bijzondere liederen, zoals het koor dat doet. Maar ook leden van het koor zijn inbegrepen bij deze oproep dat laagdrempelige voor‐oefenaars door ons worden gevraagd zich te melden. * We zoeken mensen die een muziekinstrument bespelen, en die ook bereid zijn om zo nu en dan daarmee mee te doen in een kerkdienst. We hebben in het verleden goede ervaringen met dergelijke muziek naast het orgel, het zou de dienst kunnen verlevendigen en het is weer eens iets anders.
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 15 van 21
Afscheid van Willy van Viegen Dag lieve mensen, Het is inmiddels augustus, en nu ben ik toch echt geen medewerker kerkelijk bureau meer. Daar ben ik nog niet helemaal aan gewend….. maar ja, het was mijn eigen keus! Voor degenen die niet bij mijn afscheid op 29 juni konden zijn, hieronder wat ik toen ongeveer gezegd heb: Het is al ruim een jaar geleden, dat ik begon na te denken over stoppen met werken. Ik heb mijn vertrek toen al bij mijn leidinggevenden aangekondigd, wat betekende dat zij maandenlang hun mondje moesten houden…. In onderling overleg is toen 1 juli als stopdatum uit de bus gekomen. Al snel kwamen de herinneringen boven over het begin, in de herfst van 2004, toen ik aangenomen werd. Ik was niet doopsgezind, maar voelde me meteen al heel welkom. Begin januari 2005 ben ik hier begonnen op het kerkelijk bureau. Ik kwam uit een grote organisatie, het landelijk bureau van de PKN, met zo’n 300 collega’s, en hier had ik maar één officiële collega – wat een verschil! Vanaf het begin heb ik me enorm thuis gevoeld. Ik ben zo dankbaar dat ik dit werk heb mogen doen, werk dat ik echt ongelooflijk leuk vond. In het begin kende ik niemand. Al snel leerde ik veel gemeenteleden kennen, aanvankelijk alleen bij naam, maar al snel nader. Wat boeiend, al die verschillende mensen! Met veel van jullie heb ik samengewerkt of op een andere manier contact gehad. Ik vond dat heel verrijkend en altijd bijzonder prettig. Zo kreeg ik de kans om samen met anderen deze functie te ontwikkelen en vorm te geven. Ik raakte al snel onder de indruk van de vele actieve gemeenteleden, echt heel bijzonder. Anneke zei het al in haar preek van 25 mei: “de DGU is een bloeiende gemeente met een grote schare vrijwilligers.” Dat was wel eens lastig: ik voelde me soms bezwaard, want ik werd voor dit werk betaald, en zij niet….. Elke dag was een verrassing. Wat ik ook van plan was te doen, er kwam eigenlijk altijd wel iets tussen. In het middelpunt van de belangstelling staan (zoals vandaag) is niet bepaald ‘mijn ding’– maar wat was het fijn om hier een middelpunt van deze levendige gemeente te mogen zijn. Bedanken wil ik jullie, en wat zou ik graag namen willen noemen. Maar daartoe laat ik me niet verleiden: het is a. gevaarlijk, want de kans dat ik iemand vergeet is er en b. het duurt te lang, zoveel zijn het. Daarom wil ik wat algemener de mensen die mij in oktober 2004 aangenomen hebben bedanken, en daarna al degenen die mij ingewerkt hebben, zodat ik langzamerhand de boel op poten kon zetten, en later diverse personen die verschillende zaken mee‐ontwikkeld hebben zoals de ledenadministratie, de orde van dienst, de nieuwe huisstijl, een professioneler reserveringsformulier, een nette en goed bruikbare factuur, etc. Mijn KB‐petje geef ik straks aan Marga ‐ wat fijn dat zij mij opvolgt! Ik hoop dat zij met net zoveel plezier en op haar eigen manier invulling geeft aan deze fantastische baan. Lieve mensen, mijn werk bij dit kerkelijk bureau zit erop en ik ga dat zeker weten ontzettend missen, maar ….. met jullie, gemeenteleden, kan ik gewoon verdergaan, en ondertussen van meer vrijheid genieten. Dank aan jullie allen, ook de afwezigen vandaag, dat ik een poosje met jullie mocht mee‐ wandelen, mee‐vieren, mee‐delen, en soms ook mee‐rouwen. Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 16 van 21
DANK JULLIE WEL!!! Ten slotte nogmaals dank aan degenen die dit afscheid tot een klein, maar onvergetelijk feestje gemaakt hebben: de toespraken van br. Teije Bakker en ds. Anneke van der Zijpp, de sketch door zr. Freddy den Herder, zr. Yvonne Wijne, zr. Evelien Niemantsverdriet en zr. Renata Barnard, de spreekstalmeester zr. Freddy den Herder en zeker ook al diegenen die mij van kadootjes, klein en (soms heel) groot voorzien hebben. Willy van Viegen – Hoefnagel
Gemeentezondag 21 september Het nieuwe seizoen start na de zomervakantie op 21 september met de Gemeentedag in Mennorode in Elspeet. Thema dit jaar is “opstandig leven” en de organisatie‐commissie heeft een aantal leuke, inspirerende en pastorale onderdelen rond dit thema bedacht voor de volwassenen. Daarnaast is er voor het eerst een apart programma voor de groep 12+ jeugd onder leiding van Wiebe Dijkstra. Zoals elk jaar wordt er ook gezorgd voor een leuk programma voor de kleinere kinderen. Het is weer mogelijk om met de bus mee te gaan naar Elspeet. Om 9 uur vertrekt de bus van het Moreelsepark en rijdt dan via de carpool plaats op de A28 bij de afslag Zeist, waar om 9.15 uur vertrokken zal worden. We rijden omstreeks 15.30 uur weer terug naar Utrecht, uiteraard weer via de carpoolplaats. Bij deze Menno Sticht vindt u voor het eerst dit jaar geen inschrijfformulier. Bij de digitale nieuwsbrief is wel een opgaveformulier gevoegd. We willen u vragen de gevraagde gegevens liefst per mail aan te leveren op het mailadres
[email protected] Heeft u geen mogelijkheid om de gegevens per mail te sturen naar het bovengenoemde mailadres, dan kunt u opgaveformulieren op papier vinden op de tafel in de hal van de kerk. Deze kunt u opsturen naar het op het formulier genoemde adres. Er zijn geen kosten verbonden aan de Gemeentedag, maar een vrijwillige bijdrage wordt op prijs gesteld. De organisatie is dit jaar in handen van Jan Fokke, Annegreet, Anneke en Anke Margreet. Hen kunt u benaderen voor vragen en opmerkingen. Namens de organisatiecommissie, Anke‐Margreet Blankensteijn
“OPSTANDIG LEVEN” Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 17 van 21
Boekbespreking De Wereldziel, auteur Frédéric Lenoir Tijdens mijn vakantie in Zwitserland had ik alle gelegenheid om een paar boeken te lezen. Over één daarvan, De Wereldziel door Frédéric Lenoir, wil ik jullie graag wat vertellen. De auteur presenteert het boek als een roman, maar die vorm is slechts het raamwerk voor een grote verzameling wijsheden. Zeven wijzen uit alle continenten en met een verschillende religieuze achtergrond krijgen tegelijkertijd een droom of een visioen waarin hun gezegd wordt af te reizen naar Toulanka, een dorpje in Tibet. Ze komen terecht in een klein klooster, waar zij de twaalfjarige Tenzin ontmoeten, de beoogd opvolger van de overleden lama. Hij sluit vriendschap met de even oude Nederlandse Natina, dochter van een van de wijzen. Wanneer de wijzen zich afvragen met welk doel zij naar dit afgelegen oord zijn geroepen, vinden er enkele gebeurtenissen plaats die zouden kunnen wijzen op het naderende einde van de wereld. De wijzen besluiten de kinderen te vertellen over de zeven sleutels van de universele wijsheid, opdat zij die kunnen toepassen, mochten zij overleven. In zeven hoofdstukken belichten zij achtereenvolgens de betekenis van het leven, lichaam en ziel, de ware vrijheid, de liefde, goed en kwaad, hier en nu en het aanvaarden van het leven. Elke wijze spreekt vanuit zijn eigen traditie, maar de nadruk ligt op de overeenkomsten tussen de verschillende spirituele richtingen. Om de beurt nemen zij het woord: “Een wijze nam het woord en zei: ...” Parabels ontleend aan verschillende tradities dienen om het vertelde te illustreren. Zo is er de parabel van de olifant: blinden die een olifant mogen bevoelen, krijgen allen een verschillend beeld van het dier, omdat zij een ander lichaamsdeel aanraken. Zo gaat het ook met de verschillende godsdienstige doctrines. Daarom zullen de wijzen niet praten over God, het Absolute e.d, maar over de Wereldziel als de mysterieuze heilzame kracht in het universum. Hieronder zal ik trachten iets van elk van de zeven hoofdstukken weer te geven. 1. De betekenis van het leven: ‐De mens is het enige levende wezen dat zich vragen kan stellen over de betekenis van zijn bestaan en dat er een richting aan kan geven. Probeer dus te leven en niet te overleven. ‐“Word wie je bent. Doe wat jij als enige kunt. Volg de stem van je hart.” ‐ “Laat je niet meevoeren met de rivier, maar ga terug naar de bron.” ‐“Het geluk hangt niet af van wat je hebt, maar van wat je bent.” 2. Lichaam en ziel: De wijzen onderscheiden het fysieke lichaam, het emotionele en psychische lichaam en de spirituele ziel of geest. Alle drie moeten goed onderhouden worden. 3. De ware vrijheid: ‐ De mens die zijn eigen slaaf is, is innerlijk gevangen. We zitten allemaal min of meer gevangen in onze angsten en driften, in ons karakter, in onze gewoonten en emoties. ‐“Vrij zijn is ook dat je je doen en laten niet laat bepalen door wat anderen ervan vinden. [...] Als we ons te veel aanpassen, blijven we gevangen zitten in de blik van anderen. Wijsheid betekent o.a. dat we ons vrijmaken van die hinderlijke blik.” ‐“Behoefte aan erkenning en een hekel aan kritiek tiranniseren onze ziel. Dat gedrag is normaal voor een kind, maar niet voor een volwassene. Die moet voldoende zelfvertrouwen opbouwen en een gepast gevoel van eigenwaarde hebben, onontbeerlijk voor vrijheid en geluk van de mens.” ‐ Een volwassene zal ook op een constructieve manier de erfenis van familie en cultuur ter discussie stellen. [...] “Zorg dat je niet krampachtig aan oude zekerheden vasthoudt, maar zoek altijd de waarheid... De waarheid zal je vrijmaken.” 4. De liefde: Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 18 van 21
Liefde kan vele vormen aannemen. Naast die van de liefde voor ouders, kinderen, geliefden, vrienden, ook voor een landschap, een kunstwerk [...] Als ons hart meetrilt met de Wereldziel, kan het door een kleinigheid ontroerd raken: een glimlach, een ontluikende bloem, een wolk aan de hemel, de blik van een onbekende op straat [...]. 5. Goed en kwaad: ‐ wees zacht en teder tegenover jezelf en anderen. ‐ verlies je geloof en je vertrouwen niet. Verjaag de bezorgdheid en de twijfel. ‐ wees niet bang voor de waarheid, ook niet als die je soms verdriet bezorgt. ‐ geniet van de eenvoudige dingen en laat je niet leiden door het bezit van anderen. ‐ denk na voordat je handelt en schat de gevolgen van je daden in. 6. Hier en nu: ‐ Alles is vergankelijk en tijdelijk. Niemand behoort ons toe. We moeten bereid zijn om te verliezen wat we hebben gekregen. ‐ “Om de muziek van de Wereldziel te horen, hebben we stilte nodig. [...] Bezinning is de adem van de ziel.” ‐ “Als je verbonden bent met de Wereldziel, brengt deze je plotseling op ideeën die we ingevingen noemen.” ‐ Woorden kunnen zowel wonderen verrichten als schade toebrengen. ‐ “Alle wijsheid van de wereld zit in twee woorden: leef nu.” Houd je aandacht bij alles wat je doet. 7. Aanvaarding van het leven: ‐ Leer dingen los te laten, probeer niet alles onder controle te hebben. Verlang niet dat de dingen gebeuren zoals jij ze wenst. Probeer niet de uiterlijke omstandigheden te veranderen, maar je gedachten daarover. “Ons leven is een weefsel van zichtbare en onzichtbare draden. Wij zien alleen de zichtbare draden, en soms komen we in opstand tegen lot en tegenspoed. Maar als we de onzichtbare draden konden zien, zouden we ontdekken dat iedere gebeurtenis die ons ongunstig voorkomt een diepe verborgen zin heeft die heilzaam voor ons kan zijn.” Het bovenstaande is maar een heel klein gedeelte van de door de wijzen geponeerde uitspraken. Bovendien is de keuze persoonlijk en realiseer ik me dat veel van deze stellingen aanvechtbaar zijn. Dit boek heeft me echter dermate geboeid, dat ik het jullie niet onthouden wilde. Een zakelijker recensie door ds. Bert Altena uit Assen vindt u op Internet. Angelique Hajenius
Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 19 van 21
Kerk in de vakantie Deze zomer hadden wij een wandelvakantie in Engeland. Elke dag verplicht 20 kilometer wandelen, ook op zondag, dus er was geen tijd voor een Engelse kerkdienst. Daarom gingen we toen we weer thuis waren naar de Engelse kerk (Holy Trinity Anglican Church) op het Van Limburg Stirumplein in Utrecht. Daar vielen me een paar dingen op (eigenlijk heel veel dingen, want de vorm van de dienst is niet te vergelijken met de doopsgezinde diensten; maar ik beperk me nu). Op een gegeven moment liep de voorganger door het middenpad tot halverwege de kerk, en daar vervolgde hij de liturgie. Ik denk dat het daar iedere zondag zo gaat, maar voor mij was het verrassend en het werkte goed. Het is me al vaker opgevallen dat als de voorganger of de gemeente op een andere plaats staat dan gebruikelijk, dat er dan wat gebeurt. In dit geval voelde ik me als kerkganger meer aangesproken omdat de voorganger dichterbij kwam. De mensen op de eerste rijen moesten zich omdraaien om de voorganger te kunnen zien en beter te kunnen horen. Het had iets democratisch, dat ook de mensen achterin de kerk de nabijheid van de voorganger mochten meemaken. Verder stond de hele dienst de buitendeur open (het was mooi weer). Daardoor kwamen de mooie zondagochtend en de buitenwereld op een prettige manier de kerk binnen, zonder dat het stoorde. Tot slot ging de voorganger op het eind naar die open deur toe, en gaf de zegen vanaf de deur. Meteen daarna posteerde hij zich voor het handenschudden na de dienst. Ik weet niet of dat gebruikelijk is in een anglicaanse dienst, maar het had ook wel wat. Het adagium “u ontvangt de zegen opdat u voor anderen een zegen bent” werd zo heel inzichtelijk. En er was geen collecte. Wel zongen we twee liederen van Wesley, de oprichter van een opwekkingsbeweging in Engeland in de tweede helft van de achttiende eeuw. Tijdens onze wandelvakantie waren we verschillende keren langs kleine kerkjes gelopen, die waren opgericht door deze beweging. Op die manier kwam de ervaring van de vakantie mooi terug. Iets anders maar wel verwant. In de vakantie keken we ’s avonds naar afleveringen van de BBC‐ serie Rev., een serie waar een predikant in een stadsgemeente de hoofdrol speelt. Zeer amusant en ook informatief. Ik kan het aanraden; te koop bij Bol.com. Op een gegeven moment heeft de voorganger een gesprek met een dakloze zwerver, die overweegt zich te laten dopen. Het volgende gesprek ontspint zich dan: Wat voel ik dan behalve een nat hoofd? Dat God je zijn liefde aanbiedt. Hoe voelt dat? Op een goede dag voelt dat hemels. Dan voel ik me vredig. Ik voel een echte band met anderen. Dan bestaat er geen kwaad. En op sommige momenten heb ik het gevoel dat ik surf op een hoge golf van hoop en liefde. En het allerbelangrijkste is dat je bij een grote, liefdevolle familie hoort. Laura van Rossum du Chattel Menno Sticht 2014 nr. 4
blz. 20 van 21
Data inleveren kopij en verschijning Menno Sticht 2014‐2015 Nummer 5 Herfst 6 Kerst 1 Winter 2 Pasen 3 Pinksteren 4 Nieuw seizoen
Menno Sticht 2014 nr. 4
Inleverdatum kopij 21 september 9 november 4 januari 2015 1 maart 3 mei 2 augustus
verschijningsdatum 3 oktober 21 november 16 januari 2015 13 maart 15 mei 14 augustus
blz. 21 van 21