Van de redactie Dit is het laatste nummer van het seizoen. Het volgende nummer komt in augustus en kondigt het nieuwe kerkseizoen aan. Maar eerst Pinksteren en het slotstuk van seizoen 2014-2015, en de zomer. In dit nummer de gebruikelijke rubrieken, een interview met ons aller Truus Akkerman, een bericht van onze predikante-met-studieverlof, en een overgenomen artikel uit de Straatkrant. Tot slot een oproep om mee te zingen bij de oecumenische open lucht viering op 4 juli. De redactie: Sanne, Sandra, Nienke en Laura
Van de predikante De mooiste vakantiefoto Het is pas mei, maar toch kun je voelen dat de Grote Zomervakantie eraan zit te komen. Kringen houden hun laatste bijeenkomst van het seizoen. Barbecues en afsluitende uitjes worden gepland. Afspraken worden over de zomer geheveld, omdat er geen datum meer te vinden is waarop niemand van de betreffende commissie op vakantie is. Het mooie weer (in ieder geval op het moment dat ik dit schrijf) helpt ook mee om alvast in vakantiestemming te komen. Veel mensen hebben vakantieplannen voor de komende maanden, van relaxen op een paradijselijk eiland in de Stille Zuidzee, tot bungeejumpen in de Grand Canyon, van zonnebaden aan de Turkse Costa’s tot lekker lezen op Plaza del Balcona. Voor sommigen is de zomervakantie een periode om eens uitgebreid aandacht te besteden aan het gezin. Voor anderen is de zomer een stille en lege periode, omdat vrienden en familie op vakantie zijn en dus niet op bezoek kunnen komen. Iedereen beleeft de zomervakantietijd op een eigen manier. Behalve op reis gaan – of niet, betekent vakantie van oudsher ook fotograferen. Vroeger met de ouderwetse filmrolletjes moest je voorzichtig zijn met foto’s nemen. Je rolletje was zo vol en afdrukken was duur. Na afloop van de vakantie was het telkens weer een verrassing wat je ook al weer gefotografeerd had en hoe de foto’s gelukt waren. Filmrolletjes zijn tegenwoordig vervangen door digitale fotografie. Je hoeft er niet eens meer een apart fototoestel voor te hebben, vrijwel elk mobieltje kan ook foto’s maken. Sinds kort heb ik ook zo’n vernuftig apparaatje. Alleen weet ik niet of ik het nou een telefoon moet noemen waarmee je ook kunt fotograferen, of een fototoestel waarmee je ook kunt bellen. Digitale fotografie heeft zo zijn voordelen. Je ziet meteen of de foto gelukt is, en je kunt je mooie vakantiemomenten direct delen met vrienden en familie. Kijk, hier ben ik, ingegraven in het strand. En hier zit ik op de rug van een olifant. Soms lijkt het nieuwe fotograferen wel een obsessie geworden. Alsof iets pas echt gebeurd is, als er ook een foto van is gemaakt. Liefst een selfie natuurlijk. En dan meteen posten op Facebook. Zo was ik een keer in Artis. Het viel me op dat veel mensen, jong en oud, de dieren bekeken op het schermpje van hun mobiel. Ze probeerden alle dieren, van de kameel tot de kameleon, te fotograferen. En ik dacht: zou je het niet beter kunnen zien met je blote ogen? De fotograferende bezoekers kunnen daar tegenin brengen dat zij de beelden thuis nog eens kunnen bekijken, maar hoe zit dat met de beelden die mijn ogen hebben geregistreerd? Kan ik die herinneringen terughalen? En hoe kan ik die delen met andere mensen, die kunnen immers niet in mijn hersenpan kijken. Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 1 van 21
Ze hebben helemaal gelijk. Aan de andere kant bemerk ik dat de mooiste (vakantie)momenten die ik heb beleefd, niet te vangen waren en zijn in een enkele foto. Ik herinner me een wandelvakantie in een berggebied, waar ik opeens het gevoel had in een achttiende-eeuws schilderij te staan. Als ik terugkijk naar de foto’s van die vakantie, is die beleving niet te zien. Een andere keer was ik in een natuurgebied. Glooiende heuvels met her en der plukjes bomen. Boerderijen en huisjes stonden bijeen in de dorpjes in het dal, enkele als hagelslag gestrooid op de hellingen. De zon scheen, wolken dreven voorbij. Vogels zongen, krekels tjirpten. De wind bewoog de takken. Ik zat op een gedenksteen op de top van een heuvel, in de schaduw van enkele oude pijnbomen. Ik keek uit over het dal. Ik zag de schaduwen van de wolken voorbij drijven, langzaam, waardoor het uitzicht steeds veranderde. Opeens was het alsof alle tijd in één punt samenviel. Alsof heden en verleden en toekomst op dit ene moment tegelijk aanwezig waren. Ik dacht aan de kinderen die hier gespeeld hadden onder de bomen: verstoppertje, tikkertje, dammen bouwen in de kleine beekjes. Ik dacht aan de kinderen die hier in de toekomst zouden spelen, dezelfde spelletjes, maar met een nieuwe naam. Tijd viel ineen. Ruimte werd eeuwig. Alsof de hele wereld werd samengevat in dit stukje aarde. Totdat tijd en ruimte leken op te lossen: er was alleen nog een eeuwig hier en nu, waarin de geest van de Eeuwige speelde. Ik weet niet hoelang het duurde, ik had geen besef van tijd. Toen, alsof ik ontwaakte, zat ik weer gewoon op de heuveltop. De zon scheen, de wind streelde de takken van de bomen, vogels zongen, een kind liep voorbij met zijn vader. Ik heb de heuvels gefotografeerd, het ziet er prachtig uit, maar het lijkt niet op wat ik beleefde, daar onder die oude pijnbomen. Sommige momenten zijn niet te vangen met foto’s. Zelfs met woorden zijn ze moeilijk te vangen. Want ook al heb ik hierboven geschetst wat er gebeurde, kunt u het zich echt voorstellen? Sommige ervaringen zijn alleen te vatten in beeldtaal. Het was alsof… Zo ontstaan verhalen. Die verhalen komen terecht in religieuze boeken. De Bijbel is zo’n boek, vol verhalen en gedichten waarin mensen hebben geprobeerd hun bijzondere ervaringen onder woorden te brengen. Ze vertellen hoe ze God ontmoetten. Over hoe ze geïnspireerd werden. Over het geluk dat hun ten deel viel, geluk dat naar hun gevoel uit de hemel kwam vallen. Dan weer hoe ze hoop vonden in dagen van hopeloosheid, vreugde toen het leven duister leek. Hoe ze zich opgetild voelden door de Eeuwige, vanuit de diepten van het bestaan. Hoe de geest door hun heen waaide. Ieder van ons heeft dat soort verhalen over bijzondere ervaringen die niet vast te leggen zijn in gewone taal. Ook een fototoestel schiet tekort, al kan een foto helpen om je weer terug te brengen naar de herinnering van dat ene moment. Echt terug naar de ervaring van toen kun je niet, maar soms voel je het nagloeien in je hart. Proef je weer even hoe het was om aangeraakt te worden door de Eeuwige. Het is moeilijk om dergelijke ervaringen onder woorden te brengen, toch is het mooi om het wel te doen en dan met elkaar te delen. Dat delen gaat niet zo snel en zo gemakkelijk als een foto op je digitale foto-telefoon-toestel, maar het is de moeite waard, want jouw persoonlijke verhaal van je ontmoeting met de Eeuwige is mooier dan de allermooiste vakantiefoto. Ds. Carolien Cornelissen
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 2 van 21
Van de kerkenraad Pinksteren nadert, de Heilige Geest neemt ons mee op haar onverwachte wegen en wij laten ons inspireren. Tijdens de komende Pinksterdienst zullen uitvliegende duiven dit beeld versterken. De vorig jaar teruggekomen Duif (u weet wel, van het jubileumboek ‘En de duif kwam terug’) die nu in de kerk hangt, zal zich dan verheffen. Pinksteren is ook een tijdstip dat de zomer zich kan laten zien en dat onze gedachten na een prachtig bloeiend voorjaar zich meer richten op naar buiten gaan en het afsluiten van het kerkelijk seizoen. Enerzijds een afsluiten, anderzijds een openen, want ook onze kerk opent haar deuren weer voor het zomerse Kerken Kijken. In de dienst van 3 mei j.l. hebben we br. Kees van den Berg bedankt voor zijn jarenlange werk in de Kunstcommissie. Zr. Anke de Vries neemt zijn plaats over, waarmee de Commissie weer op sterkte is. Het is bijzonder inspirerend dat de Commissie steeds weer creatieve talenten in of nabij de gemeente weet te vinden waardoor er een creatief elan in de gemeentezaal ontstaat. Begin juni wordt de Stenen Camer opgeknapt, het originele okergele houten plafond komt weer in het zicht, de wanden worden geverfd en er komt een laminaatvloer in. Met kerkennacht, op zaterdag 20 juni, hebben we een aantrekkelijk muziekprogramma en een intrigerend cabaretprogramma met de titel Lijden in extase. Zie ook elders in deze MS. In verband met de Tour de France die op 4 en 5 juli in Utrecht start en de daardoor beperkte toegankelijkheid van de binnenstad, zal er op zondag 5 juli geen reguliere dienst zijn in de binnenstadskerken, dus ook niet bij ons. Wel is onze kerk die zaterdag en zondag open voor mensen die in de drukte een moment van rust zoeken. Op de zondagmorgen biedt deze openstelling de mogelijkheid om samen te zingen, te lezen en te bidden. Op deze dagen kunnen we bezoekers en belangstellenden informeren over onze Doopsgezinde achtergrond en over onze gemeente. Op zaterdagavond 4 juli om 19.30 uur zal er op het Nicolaaskerkhof een oecumenische openluchtviering zijn, in het kader van Le Grand Départ: ‘De laatsten zullen de eersten zijn’. Deze bijeenkomst is georganiseerd door de Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken (USRK) en u bent er allen natuurlijk van harte voor uitgenodigd. Een geestrijk Pinksteren wens ik u toe en een goede voorzomer.
Namens de Kerkenraad Teije Bakker
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 3 van 21
Belijdenisjubilea 2014 - 2015 In 2008 is onze gemeente begonnen met het gedenken van belijdenisjubilea. In 2014 waren er slechts enkele broeders en zusters die een dergelijk jubileum vierden. Daarom leek het verstandig – ook gezien de vele bijzondere bijeenkomsten ter gelegenheid van het 375-jarig bestaan van onze gemeente – om de viering van hun belijdenisjubilea te combineren met die van de leden van de DGU die in 2015 50, 45, 40 of 30 of 25 jaar geleden tot een doopsgezinde gemeente als lid zijn toegetreden. Leden die in 2014 en 2015 een belangrijk belijdenisjubileum mogen vieren, hebben reeds een uitnodiging ontvangen voor een feestelijke middag op 20 mei a.s. In de Pinksterdienst op 24 mei zal eveneens kort aandacht worden besteed aan de belijdenisjubilea. Mochten we iemand per ongeluk over het hoofd hebben gezien, neemt u dan contact met ons op. Namens de kerkenraad, Anja Boegborn en Angelique Hajenius
Kerkdiensten: aanvang 10.00 uur, tenzij anders aangegeven Datum
MEI 17 24 31 JUNI 7 14 21 28 JULI 5 12 19 26 AUGUSTUS 2
Predikant
Bijzonderheden
Kom maar in de kring (0-6 jr) **
Kinderdienst (6-12 jr)
Zr. Freddy den Herder Ds. Carolien Cornelissen Ds. Carolien Cornelissen
nee nee nee
nee ja ja
Ds. Pieter Post Ds. Carolien Cornelissen Ds. Alex Noord Ds. Anneke van der Zijpp
nee nee nee nee
ja ja nee nee
nee
nee
nee nee nee
nee nee nee
nee
nee
nee
nee
nee nee nee
nee nee nee
Jong en Oud dienst
aangepaste dienst i.v.m. Tour de France Ds. Margot Trapman Ds. Carolien Cornelissen Ds. Anneke van der Zijpp
9
Voorganger Remonstranten Ds. Alleke Wieringa
16 23 30
Ds. Anneke van der Zijpp zr. Aly Vergouwe-Meijer Ds. Carolien Cornelissen
DoRe dienst in DGU DoRe dienst in DGU DoRe dienst in Geertekerk om 10.30 DoRe dienst in Geertekerk om 10.30
** tot eind juni is er wel iedere week crèche voor baby’s
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 4 van 21
Collecte doelen mei 17
24 31
juni 7
Interkerkelijk Platform voor Studenten Pastoraat Utrecht Projecten van Doopsgezinde zending Stichting Dienstverlening aan Buitenlanders
Zeilstichting Aeolus 21
Stichting Thuis Sterven Utrecht
28
Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid BV
12 19
SDB steunt mensen zonder papieren door sociaal juridische ondersteuning in Utrecht. Voortgekomen uit de Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken
St. Omduw Oecumenisch Diakonaal werk In de stad Utrecht
14
Juli 5
Interkerkelijk werk voor studenten vanuit Protestantse gemeenten in de stad Utrecht; PKN, Lutheranen, Remonstranten, Doopsgezinden
St. Omduw Oecumenisch Diakonaal werk In de stad Utrecht De Huiskamer van de Straatnieuws verkopers Stichting Nahid
26 Stuurgroep Duurzame ontwikkeling Augustus 2 --9 --16 Pastoraal Diaconaal Fonds 23
Joy4You De Burcht-Armenzorg Utrecht
30
Doopsgezinde vrouwenretraites
Menno Sticht 2015 nr. 3
Zeilkampen voor jongeren die om sociale, medische of economische redenen niet op vakantie kunnen. Hulp van vrijwilligers bij ondersteuning van de zorg voor mensen in de laatste fase van hun leven. De stichting zet zich in voor jonge vluchtelingen, kinderen en jongeren in asielzoekerscentra.
De stichting onderhoudt een huis in Kabul, Afghanistan, voor vrouwen zonder sociaal en/of economisch vangnet.
bestemd voor de specifieke taken van de Broederschapshuizen Joy4You helpt mensen die financieel, sociaal of anderzijds een moeilijke tijd beleven. Zij bieden gratis maaltijden aan.
blz. 5 van 21
Agenda Mei 2015 Wo 13 Wo 20 Do 21 Zo 24 Zo 31
Taizédienst Ubi Caritas Starters Repetitie Gemeentekoor Repetitie Jeugdorkest
20.00 19.30 18.30 11.30 11.30
juni 2015 Wo 3 Do 4 Di 9 Wo 10 Vr 12 Zo 14 Zo 14 Do 18 Vr 26 Za 27 Za 27 Zo 28
Tafel van 12 Praten&Proeven Kerkenraad Taizédienst Spraakmakend eten Repetitie Gemeentekoor PR commissie Startersgroep Opening seizoen Kerken Kijken in Nicolaïkerk Wandeltocht i.k.v. de Tour van de Ziel Fietstocht i.k.v. de Tour van de Ziel Repetitie Gemeentekoor
17.30 18.30 19.30 20.00 18.30 11.30 11.30 18.30 15.00 10.30 10.30 11.30
Juli 2015 Wo 1 Wo 4 Zo 5 Wo 8 Do 14
Tafel van 12 Oecumenische openluchtviering Nicolaaskerkhof Vanaf 10.00 uur: Aangepaste dienst i.v.m. de Tourstart Taizédienst Kerkenraad
17.30 19.30 10.00 20.00 19.30
Augustus 2015 Wo 12
Taizédienst
20.00
!! Alvast voor in de agenda: 18 (voor de jeugd), 19 en 20 september: Gemeenteweekend. Meer hierover binnenkort in de nieuwsbrief en eerstvolgende Menno Sticht.
Spraakmakend eten Op vrijdag 12 juni is er weer Spraakmakend eten. We gaan eten. En praten over het volgende thema: “Tour des questions”. De Tour de France is een bijzondere sport. Is het een individuele sport of spreek je van een teamsport? En jij? Hoe zie jij jezelf als individu in het team “Kerk”? Wat is je relatie tot het team? Tijd: 18.30- 21.00 uur. Locatie: In de tuinkamer van de Doopsgezinde gemeente Utrecht. Kosten: 5 euro. Opgave: vóór woensdagavond 10 juni. bij het Kerkelijk bureau Iedereen van harte welkom!
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 6 van 21
Van de predikante Tussentijds bericht studieverlof Gedurende 6 weken heb ik verlof gekregen om aaneensluitend te studeren, iets wat voor dominees in hun werkzame tijden nauwelijks haalbaar is, omdat er telkens weer allerlei zaken van diverse aard moeten worden gedaan, doordacht, en op praktisch gebied worden uitgevoerd. Dat geldt ook voor de weekenden. Daarom is het geweldig dat eens per 5 jaar een driemaandelijkse periode wordt toegekend om je ergens diepgaand mee te conformeren. Zoals ik eerder al schreef heb ik gekozen voor het doordenken van diverse vormen (of stadia) van bewustzijn, met als hoofdthema het zgn. mythisch denken, waaronder m.i. ook het bijbelse gedachtegoed te rekenen is. Waarom koos ik hier ook alweer voor? Dat was omdat het mijn vrijwel dagelijkse ervaring is dat mensen buiten de kerk me bevragen op wat ik daar binnen die kerk nou in vredesnaam aan het doen ben met al die antieke, achterhaalde verzinsels. En binnen de kerk is het een constante uitdaging in gesprekskringen, schrijfsels en kerkdiensten om een verbinding te maken tussen wat er in ons basisgeschrift te lezen is - in de bijbel dus - en de ervaringen die mensen hebben in het leven - zoveel voor- en tegenspoed, zoveel lijden, leed, narigheid, zoveel genade en bevrijdende momenten - dat het een voortdurende zoekpartij is. Dominee zijn in deze tijd is een balanceren op een uitermate smalle richel, waarbij je goed moet uitkijken om niet aan één van beide kanten in de afgrond te tuimelen. Aan de ene kant gaapt het fundamentalisme: het is waar omdat het er zo staat, en omdat het er zo staat is het waar. (Dit is een heel korte samenvatting van hoe sommigen de bijbel lezen.) Aan de andere kant is daar het vrijzinnige denken, dat ik samenvat als een houding van permanent zoeken naar God in deze wereld, en Hem zo nu en dan even vinden in de lege regels van een stuk poëzie. Om in deze beeldspraak te blijven stel ik vast dat wij dominees voeding nodig hebben om te kunnen blijven wandelen op de smalle richel van geloven in God in een tijd waarin dit geloof van alle kanten door mensen en feiten aangevochten wordt. Wil de richel geen scheermes worden heb je houvast nodig, woorden, beelden, gebed en meditatie, gesprekken met collega's en vrienden die eenzelfde verlangen voelen om de doordenking aan te gaan van wat ons leven waardevol maakt, wat de zin of de onzin ervan is, welke hoop en dromen wij mogen koesteren. Ik spreek voor mijzelf uit dat al deze zaken voor mij altijd in de buurt komen van die in wezen onpeilbare, maar altijd ervaarbare werkelijkheid die we God noemen. Zes weken heb ik tijd voor dit alles. In de eerste 2 dagen heb ik me uitgeleefd op het onkruid in mijn tuin, daarna heb ik het eerste boek van de stapel gepakt en ben begonnen met lezen. Vanaf mijn plekje achter het raam kan ik perfect de vorderingen van de lente in de gaten houden. Die lente ontplooit zich in prachtige schakeringen groen en in kleuren zo mooi dat geen mens op aarde ze zou kunnen maken. Het inspireert enorm, het zet mij aan tot eens te meer verbazing over de schoonheid van schepping en natuur. Broeders, zusters en vrienden, ik geniet van mijn boeken en de wijze gedachten die ik her en der vind, ik voel mijn gewandel op genoemde richel meer en meer stevig worden. Na de vakantie (die komt er ook nog aan) zal ik in overleg met de kerkenraad vormen vinden waarin ik al het mooie dat ik lees met u kan delen.
Ds. Anneke van der Zijpp
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 7 van 21
Gedicht
Vertaling:
Let' s do our bit to make the world go better, by deed or word or book or look or letter. Let's do our bit to make some life grow brighter.
Ook kleine dingen kunnen de wereld beter maken, iets doen, iets zeggen, iets schrijven, iemand zien. Ook kleine dingen kunnen glans geven aan het leven. Ook kleine dingen kunnen een hart verzachten.
Let's do our bit to make some heart beat lighter.
Wie dit gedichtje geschreven heeft weet ik niet. Ik vond het ingelijst en op prachtig papier met schoonschrift geschreven bij zr. Margo van Juchem in Bilthoven. Haar lievelingsoom heeft het heel lang geleden voor haar gemaakt. Een indringende boodschap dat we ergens in het grote geheel met een klein gebaar kunnen beginnen met de wereldvrede. Ds. Anneke van der Zijpp
Bericht van de penningmeester Op de ledenvergadering van 12 april 2015 wees br. Han van der Laag er terecht op dat in de (in de Groene Mennosticht) gepubliceerde jaarrekening 2014 bij een aantal posten in de kolom ‘2014 begroot’ afwijkingen waren geslopen, vergeleken met de goedgekeurde begroting 2014. De werkelijke lasten en baten van 2014 zijn wel correct. Inmiddels in de jaarrekening gecorrigeerd. Wie belangstelling heeft voor de correctie versie kan deze bij mij opvragen. Van deze gelegenheid maak ik gebruik om nogmaals leden en vrienden te verzoeken hun toezegging voor de vrijwillige bijdrage over 2015 kenbaar te maken en/of betaling van de bijdrage in hun financiële planning op te nemen. Zoals eerder gemeld zijn de bijdragen in 2014 achtergebleven bij de verwachting en was het percentage niet-bijdragers hoger dan in 2013. Bij de gemeente willen horen behoort toch ook de verplichting het werk van en binnen de gemeente financieel mogelijk te maken! Gaat het lukken het in 2015 beter te doen? Jan Niemantsverdriet, penningmeester
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 8 van 21
Jeugdpagina Palmpasen kinderdienst Op palmzondag waren er veel kinderen in de kerk. We begonnen de kinderdienst met het verhaal van Palmpasen, over de intocht van Jezus in Jeruzalem. Daarna hebben we een palmpaasstok gemaakt. De stok is het symbool voor het kruis waar Jezus aan gestorven is. De takjes die we op de stok hebben gedaan, stellen de bladeren voor waarmee de mensen in Jeruzalem Jezus welkom heetten. De bloemetjes staan voor de lente, en het paasei aan de stok voor nieuw leven. Bovenop de stok hebben we een broodhaantje gezet , omdat de haan kraaide toen Petrus voor de derde keer had gezegd dat hij Jezus niet kende. Natuurlijk waren we de meeste tijd kwijt aan het rijgen van snoepjes. Snoepjes hangen we aan de stok, gewoon omdat het lekker is . Inge Smoorenburg & Ester Meirink
Jeugdorkestje Sinds een tijdje hebben we bij de DGU een soort jeugdorkestje, bestaande uit twee violisten, een trompettist, een hoornist, twee klarinettisten, een dwarsfluitist, een gitarist en natuurlijk een dirigent, allemaal met leeftijd tot 18 jaar. We zijn op het idee gekomen om dit orkestje te beginnen nadat we met zijn allen met kerst een stukje in de kerk hadden gespeeld. Dit vonden we zo leuk dat we dachten, dat willen we meer doen! Het was in het begin een beetje wennen om met zulke verschillende instrumenten samen te spelen, maar al na een paar repetities was het samenspel geweldig en iedereen doet enthousiast mee! Op dit moment spelen we “Hedwig’s Theme” uit Harry Potter, en we zijn al druk bezig met het omschrijven en aanpassen van de partijen van “He’s a pirate” uit Pirates of the Caribbean en “Mission Impossible” die we met zijn allen hebben uitgezocht om binnenkort ook te gaan spelen. Lisanne Hartman
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 9 van 21
Puzzels
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 10 van 21
Domineesvrouw in deeltijd Laura’s man werkt als predikant in Twente. Laura woont in Utrecht en is als domineesvrouw in het weekend vaak in Twente. Als stadse geniet zij van het dorpsleven. Omdat het dit jaar een lustrum-bevrijdingsjaar is, werd 4 mei grootser herdacht dan in andere jaren. We begonnen om 18.30 uur met een oecumenische dienst in de katholieke kerk in het dorp. Dit is een enorm groot betonnen gebouw dat in de jaren zestig gebouwd is voor een alsmaar groeiende parochie. Die groeiende parochie is er inmiddels niet meer, wat er van over is maakt nu deel uit van parochie Oldenzaal. Er waren ook niet veel mensen in deze oecumenische dienst, zo’n tachtig mensen. Het maakte dat ik me wat verloren voelde in de ruimte. De dienst werd geleid door mijn man en een vrouwelijke katholieke voorgangster (die een kwartier te laat kwam). Psalm 25 werd gelezen, een jong meisje las een stukje uit het dagboek van Anne Frank, en andere kinderen waren betrokken bij de gebeden. Ik vind het altijd heel mooi die teksten te horen in het Twentse accent. Er was een dames- en herenkoor, voor ons onzichtbaar op het balkon. Wat ik ook altijd opvallend vind is dat katholieken niet zo gewend zijn om mee te zingen. Misschien omdat het koor dat voor hen doet? Wij zongen nu bijvoorbeeld het mooie lied Geef vrede, Heer, geef vrede (lied 1010- N.B. geschreven door de doopsgezinde predikant Jan Nooter, die ook in Utrecht gestaan heeft) maar veel van de aanwezigen leken dat niet te kennen. Afgezien van het koor en een enkele protestant zong men slecht mee. Na de dienst stelden we ons op voor een stille tocht. Voorop de harmonie-met-omfloerste-trom, daarachter de scouting (heel kleine meisjes in het rood gekleed, verder jongeren van alle leeftijden en hun leiding), kinderen van groep acht van de basisschool, en tot slot de gewone burgers. We liepen een rondje door het dorp. Anders dan in een stad kwamen we bijna niemand tegen. Dat kwam omdat we door een woonwijk liepen met huizen in grote tuinen. Mensen zaten blijkbaar of binnen achter de televisie of ze liepen mee. (Terzijde, de straten waardoor we liepen zou je in Utrecht als een soort goudkust betitelen. Maar hier is het vrij gebruikelijk om een ruime tuin bij je huis te hebben ook al is je huis niet groot.) We eindigden op het RK kerkhof. Daar liggen de twee Weerselo-ers begraven die zijn omgekomen in de oorlog (een militair en een verzetsman), twee Canadese vliegers en vijf Engelse vliegers van een neergeschoten vliegtuig (op 26 juni 1942; zij kwamen terug van een bombardement op Bremen). Van die vijf weten we niet wie wie is. Op de graven staat “Known unto God”. Tegenwoordig zou je dat misschien met dnaonderzoek kunnen achterhalen, maar de organisatie die gaat over de Britse oorlogsbegraafplaatsen (het kerkhof is formeel onderdeel van de Commonwealth War Graves) heeft besloten dat zulk onderzoek nergens zal plaatsvinden. Op het kerkhof een rede door de voorzitter van de Werkgroep Dodenherdenking, muziek van de harmonie, enkele gedichten (waaronder een gedicht gemaakt door een jongen uit groep acht), de Last Post, het Wilhelmus, en de kransleggingen door de gemeente, de dorpsraad, de gezamenlijke kerken en de scouting. En natuurlijk de twee minuten stilte. Het was de hele dag slecht weer geweest maar tijdens de stille tocht en op het kerkhof was het stralend voorjaarsweer. Zoals je je voorstelt dat het zeventig jaar geleden ook geweest moet zijn. Toen we om half negen thuis kwamen, vonden we onze poes dood in de keuken liggen. Dat was niet geheel onverwacht want ze was op een maand na 21 jaar oud. Maar toch… al met al een gedenkwaardige avond die vierde mei. Nog wat triviaals. In het weiland naast de pastorie lopen sinds deze week drie schapen met vijf lammeren. Ze zijn bruin-bont gevlekt. En wat ik niet wist: ze maken enorm veel lawaai met z’n achten. Vanaf vijf uur ’s morgens lopen ze te knorren, te blaten en te mekkeren. Voorlopig vinden we het een gezellig geluid. Laura
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 11 van 21
Het lied dat mij raakte Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt (liedboek 247) Lastige vraag, kies een lied dat je onlangs raakte in een kerkdienst. Eerlijk gezegd zijn de meeste liederen uit het nieuwe liedboek, hoe breed dat ook is opgezet, doorgaans niet echt aan mij besteed. Althans, ik vind sommige liederen wel mooi maar om nou te zeggen: ‘dat lied raakt me altijd zo enorm’, nee dat valt wel mee. Of beter gezegd, tegen. Er zitten genoeg mooie liederen tussen maar echt raken, dat doen ze niet zo vaak. Het is een beetje als luisteren naar de Top 2000, doorgaans een feest der herkenning maar er zitten er maar een paar tussen die echt weten te raken. Maar goed, ik moet een lied uitkiezen dus ik ben er even voor gaan zitten en toen ik terugdacht aan de afgelopen weken, maanden kwam een lied bij me op: Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt. We zongen het in de Goede Vrijdag dienst. Het heeft een mooie treurige melodie met allemaal van hoge naar lage tonen aflopende zinnen. De tekst is wat ouderwets, het blijkt ook een vertaling te zijn waar maar liefst drie mensen zich over hebben gebogen. Blijkbaar was het een lastige klus om het in mooie taal en bijpassend rijmschema te vatten. Uit de tekst spreekt een diepe wanhoop “de nacht valt in, waarin geen licht meer straalt” en er is niemand meer waarop de schrijver kan terugvallen “andere helpers, Heer, ontvallen mij”. Maar ondanks al die droefenis en wanhoop spreekt uit het lied een diep vertrouwen naar God. De enige die nog hulp kan bieden. Een simpel en eeuwenoud thema, maar heel actueel. Het lied paste goed in de Goede Vrijdag dienst, Jezus zou het bij wijze van spreken gezongen kunnen hebben. Die combinatie van zwaarmoedigheid en hoop, ik zou het melancholie noemen, vind ik altijd mooi. In zowel een popsong als in dit geval een kerklied. Rik Harmsen
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 12 van 21
De gedoogpartner1 - vijf vragen aan een niet-doopsgezinde partner In de rubriek ‘vijf vragen aan een niet doopsgezinde partner’ stellen we vijf vragen aan Allard Blankensteijn, man van Anke-Margreet Blankensteijn. 1. Je bent niet doopsgezind. Hoor je bij een andere kerk of ben je niet gelovig? Kun je dat toelichten Ik ben niet gelovig, maar ben in mijn jeugd wel Christelijk opgevoed, Nederlands Hervormd. Ik zie dat andere mensen steun vinden bij hun religie en respecteer dat. Maar zelf vind ik dat een religie te vaak mensen niet vrij maakt, omdat er voor hen bedacht is wat ze moeten denken. Daarnaast ben ik te rationeel om de bedenksels van andere mensen zonder bewijs als waarheid aan te nemen. Ook al geloven nog zoveel mensen dat. Uiteindelijk dacht bijna de gehele wereldbevolking vroeger dat de aarde plat was en ondanks dat is dat niet waar gebleken. Ik denk dat er dingen zijn die wij niet begrijpen, maar om daar zelf een waarheid op te projecteren bij gebrek aan feitelijkheden zonder toetsing gaat voor mij te ver. 2. Wat vind je van de doopsgezinden en de doopsgezinde gemeente Utrecht? Ik vind de doopsgezinde gemeente een sympathiek genootschap, geen scherpslijperij, er is ruimte voor diverse opvattingen. Een paar zaken zijn niet helemaal mijn potje thee: en dat zijn spaarzaamheid en soberheid, ik ben zelf toch meer een bourgondiër. En het pacifisme ben ik ook geen aanhanger van. De enige rechtvaardigheid in de wereld is die wij met zijn allen weten te creëren. En daar zul je soms voor moeten vechten om dat in stand te houden. 3. Ga je wel eens mee naar een dienst van de DGU? Waarom wel of niet? In het begin ging ik vaker mee naar een dienst. Tegenwoordig niet meer zo vaak omdat de preken voor mij meestal niet zo te begrijpen zijn. Voor de overige gemeenteleden zijn ze waarschijnlijk kristalhelder, maar voor mij zijn ze meestal te weinig concreet en te zweverig. Daarnaast zou, als je de lof van God gaat bezingen, de muziek wat vrolijker mogen zijn. Overigens begrijp ik de problematiek daarmee ook weer wel, nl. bij het zingen moet het voor iedereen mogelijk zijn mee te zingen en als er te veel variatie is kunnen de diverse stemmen het bereik dat nodig is niet aan. 4. Hoe is het om als stel niet bij dezelfde kerkelijke gemeente te horen? Dat gaat meestal prima. Wat ik lastig vind is dat ik oprecht respect voor mensen met een religie wil hebben, maar daarnaast toch ook wil kunnen getuigen van het feit dat ik niet geloof en dat ik veel zaken in religiën tamelijk absurd vind. Het is vaak lastig om dat te doen zonder te kwetsen. Een mooi voorbeeld is uit een conference van Hans Teeuwen: hij zegt dat gelovige mensen hem vaak zeggen “er staat geschreven dat”. Waarop hij vraagt: “waar staat dat dan geschreven, wie heeft dat dan geschreven? En waarom is dat dan waar?”. Hij heeft vervolgens ook een boekje (van hemzelf), en daar staat ook in geschreven: “God bestaat niet”. En zegt hij: “Dat staat dus ook geschreven”. Voor mij is dit humor terwijl ik me voor kan stellen dat gelovige mensen zich op hun ziel getrapt voelen. 5. Heb je een tip voor de DGU? Vind ik lastig omdat de sympathieke mensen van de gemeente samen vorm geven aan hun religie en hun kerk en ik daar geen deel van uitmaak. Maar de diensten zouden ook voor anderen aantrekkelijker worden wanneer er meer ruimte zou komen voor bijvoorbeeld muziekuitvoeringen en zoals eerder reeds opgemerkt wat modernere muziek.
1
Deze naam is ontleend aan de naam van een rubriek in de Nieuwsbrief van de Amsterdamse Studentenekklesia Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 13 van 21
Interview met Truus Akkerman Hoe ben je bij de doopsgezinden gekomen? Mijn ouders waren allebei doopsgezind. Ik ging van jongs af aan dus al mee naar de doopsgezinde kerk in Leeuwarden. Toen we wat ouder waren, lieten mijn ouders aan mijn broers en mij de keuze of we meewilden naar de kerk. Ze zeiden: “wij gaan naar de kerk, wat jullie doen moet je zelf weten.” Vanaf dat ik 13 jaar was, heb ik geholpen bij de zondagsschool. Op mijn 17 de ben ik, nadat ik catechisatie gevolgd had, gedoopt door dominee van der Wissel in Leeuwarden. Dat is alweer 70 jaar geleden. Op welke manier ben je na je doop actief geweest binnen de doopsgezinde kerk/wereld? Mijn ouders stuurde mij op een gegeven moment naar de dienstweigeraarsweekenden in Fredeshiem om onder de mensen te komen. Je zult het misschien niet geloven, maar vroeger was echt een grijze stille muis, ik was heel verlegen. Tijdens de dienstweigeraarsweekenden leerde ik steeds meer mensen kennen. Via die groep jongeren heb ik ook Henk leren kennen. Op een gegeven moment waren er een aantal jongens die wilde schaatsen. Toen zei ik ‘dan moet je naar Friesland komen’. Ze planden een weekend om naar Friesland te komen. Eén van de jongens kon toen niet en vroeg of het goed was als Henk Akkerman in zijn plaats kwam. Dat vond ik prima. In dat weekend had ik nog niet zo’n oog voor Henk. Pas later tijdens andere weekenden in Fredeshiem heb ik hem beter leren kennen. Een paar jaar na de oorlog ben ik met de vredesgroep naar Zeist gegaan om daar te koken op Heerewegen. Daarna ben ik bij de MCC in Amsterdam gaan werken, ook in de huishouding. In 1950 ben ik met Henk getrouwd (in Leeuwarden) en zijn we verhuisd naar Edam, omdat hij daar aan het werk kon. We zijn toen lid geworden bij de doopsgezinde gemeente in Edam. In ’53, na de watersnoodramp, zijn jullie naar Zeeland verhuisd, zijn jullie daar toen lid geworden van een doopsgezinde gemeente? In Zeeland was toen geen doopsgezinde gemeente. We zijn toen met een aantal mensen zelf iets begonnen. Ze noemden dat ‘doopsgezinden in de verstrooiing’, omdat we niet gebonden waren aan een doopsgezinde gemeente in de buurt, omdat die er niet was. We waren met circa 15 personen en kwamen één keer in de maand samen en nodigden daar dan meestal een predikant van elders uit het land voor uit. We voelden ons wel een gemeente. Officieel hoorden we bij de doopsgezinde gemeente in Rotterdam, maar we hadden weinig binding met deze gemeente. Wat bijzonder was, was dat toen ik een keer in het ziekenhuis in Rotterdam lag. De avond voordat ik geopereerd moest worden dominee van de gemeente in Rotterdam, dominee van der Zijpp, bij mij langs kwam. Dat vond ik heel attent. Toen Anneke bij ons in de gemeente kwam, wilde ik natuurlijk direct weten of zij familie was van dominee van der Zijpp. Dat bleek haar opa te zijn geweest. Hoe zijn jullie in Utrecht terecht gekomen? Op een gegeven moment kon Henk kiezen tussen een baan bij Rijkswaterstaat in Zeeuws Vlaanderen en een baan bij Stichting oecumenische hulp in Utrecht. Onze kinderen wilden voor geen goud nog verder Zeeland in, ze wilden naar ‘de bewoonde wereld’. Daarom zijn we toen naar Utrecht verhuisd. Dat was in 1970, volgens mij. Wat vond je van de DGU toen? Toen we hier de eerste keer naartoe wilden, konden we, net als veel mensen in deze tijd nog steeds, de doopsgezinde kerk niet vinden. De eerste indruk van de kerk was ‘wat een donkere toestand’. Het glazen voorportaal, zoals dat er nu staat, was toen een houten hok. Ondanks deze donkere entree, zijn we toch maar even binnen gaan kijken. En vervolgens nooit meer weggegaan. Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 14 van 21
In het begin dat we in de kerk kwamen, was er geen dominee. Een jaar nadat we lid waren geworden, werd dominee Nooter aangenomen. Er was wel iets van een zondagschool, maar dat liep niet goed. Ik wilde de zondagschool opnieuw opstarten, maar dominee Nooter vond dat ik dan eerst 7 of 8 assistentes moest vinden. Dat vond ik onzin en heb ik natuurlijk niet naar geluisterd. Samen met Emmy Monkel ben ik begonnen met de zondagschool voor alle kinderen vanaf een jaar of 6. We hadden een groep van ongeveer 20 kinderen. Zijn er verschillen tussen hoe jullie toen de zondagschool deden en nu? Toen we opnieuw begonnen, zijn we volgens de Westhill methode gaan werken. Deze methode werd in de gemeente Aalsmeer al gebruikt en door hen gepromoot. Nieuw aan deze methode was dat je de kinderen veel meer bij het verhaal probeerde te betrekken door hen tekeningen of andere knutsels te laten maken en door met ze te zingen. Toen is ook de traditie ontstaan dat de kinderen af en toe ook in de kerk bij de dienst komen. Op een gegeven moment hadden we een hele grote groep met leiding en kinderen. Ik heb zo’n 10 tot 15 jaar de zondagschool geleid. Sinds die tijd zijn er wel andere methoden gekomen, maar die leken volgens mij behoorlijk op de Westhill-methode. Op welke manier was je nog meer actief binnen de gemeente? Vanaf dat we lid waren, heb ik ook altijd voor de koffie en thee gezorgd. In het begin hadden we geen koster. We werkten toen ook nog niet met wisselende vrijwillige kosters. Ineke en Peter Reinhold hebben ook een hele tijd kostersdienst gedraaid. Verder zijn we op een gegeven moment begonnen met het ophalen van oud papier, dat we vervolgens verkochten en dus wat extra geld uit haalden. Volgens mij was de vader van Marga een van de organisatoren van het inzamelen van oud-papier. Helemaal in het begin dat we dat deden, legden ze het oud papier uit in de hal en rolden tot grote rollen, want dat leverde meer op. Verder ben ik twee periodes kerkenraadslid geweest, maar dat is alweer lang geleden, hoe lang weet ik niet precies. Zijn er gebruiken in de gemeente veranderd? Jazeker, vroeger bestond de kerkenraad alleen maar uit mannen en waren ze allemaal in zwart gekleed met een hoge hoed. De kerkenraadsleden zaten toen nog in de banken naast de preekstoel. Ze kwamen altijd in een mooi stoet binnen en ze hingen allemaal precies tegelijk hun hoge hoed aan het haakje boven hun stoel. Nadat wij lid waren geworden, zijn ze daar vrij snel mee gestopt. Op een gegeven moment mochten er ook vrouwen in de kerkenraad. Ik geloof dat Leny de Groot destijds het eerste vrouwelijk kerkenraadslid werd. Verder is er niet altijd een kerkkoor geweest en het koor is tijden ook wel groter geweest dan het nu is. Van mij mag het koor wel weer wat groter worden. Ook hadden we vroeger meer en gevarieerdere muzikale ondersteuning. Gé Prangsma begeleidde ons bijvoorbeeld een tijd lang op zijn cello. Verder is er eigenlijk niet veel veranderd. Koffie drinken na de dienst doen we al heel lang, net als de startdagen en weekenden. Ook het kerstspel doen we al heel lang. De eterijen op kerstavond en op paasochtend zijn wel van later. Rond het avondmaal is ook wel het een en ander veranderd. Vroeger kwamen de gemeenteleden die wilden deelnemen aan het avondmaal naar voren, rond de tafel staan. Nu wordt er dus uitgedeeld. Daarnaast hadden we vroeger maar twee keer per jaar avondmaal, op witte donderdag en de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Er is een extra dienst bijgekomen waarin we het avondmaal delen. Een grappig voorval dat me te binnen schiet, is dat een gemeentelid op een keer op zijn sokken aan het avondmaal deelnam. Hij had netjes zijn vieze laarzen in de hal laten staan en was op zijn sokken in de kerk aangeschoven. Achteraf was één van de kerkenraadsleden ontzettend boos, ‘hoe had hij op zijn sokken aan het avondmaal kunnen deelnemen’.
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 15 van 21
Is het geloof voor jonge mensen nu anders dan voor jonge mensen vroeger? Ik heb het idee dat jongen mensen nu zich minder erbij horen voelen, ik denk dat jongeren nu meer vrijblijvend lid van een gemeente zijn dan vroeger. Niet dat het daarom minder is. Wat nog wel hetzelfde lijkt is, is de onderlinge band met leeftijdsgenoten. Zoals vroeger de dienstweigeraarsweekend en de kampen ons samenbracht, heb je nu de AKC kampen.
Intussen op de Oudegracht…….
Foto Jan van Strien Dat onze mooie oude vermaning een geliefde huwelijkslocatie is, wist u misschien wel… Maar het Bruidspaar van vorige week had wel heel veel bekijks toen ze na de dienst de kerk verlieten! De bruidegom maakte twee jaar geleden nl. deel uit van het Solar Team Eindhoven en zij waren winnaar van de World Solar Challenge in Australië met de eerste gezinsauto op zonne-energie. Het kostte enige moeite om de bruid met haar lange sleep in de auto te krijgen maar toen ze eenmaal zaten gleden ze geruisloos de gracht af…
Kort nieuws
Op 14 juni Jong-en-Oud dienst. 30-31 mei het laatste afsluitende Regioweekend van dit seizoen, samen met jongeren uit andere regio’s van Nederland. Een unieke kans om leeftijdgenoten te ontmoeten op wat genoemd kan worden ‘mini-AKC-kamp’. Dat wil je niet missen! Meer info bij Wiebe Dijkstra In de week van 15-19 juni verzorgt onze gemeente de diensten in het Stiltecentrum in Hoog Catharijne. Een drietal gemeenteleden en Carolien Cornelissen zullen deze diensten gaan doen. De voorbereidingen voor het gemeenteweekend, 18-20 september, zijn al gestart. Voor de jongeren begint het op vrijdagavond (ook dit wil je niet missen!), volwassenen schuiven zaterdagochtend aan. Er zijn al allerlei leuke ideeën! Onder meer een workshop Kom-maar-inde-kring, voor ouders van kleintjes, en iedereen die wel wil weten wat daar in die Kring gebeurt. Meer info over het weekend bij Anke Margreet.
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 16 van 21
Verrassing Enige tijd geleden kreeg ik een mail van ds. Gerke van Hiele uit Wageningen, waarin hij mij schreef dat een van zijn gemeenteleden beschikt over twee grote geschilderde portretten van ds. Jan Hartog en diens vrouw Guurtje Honig. Omdat ds. Hartog gedurende meer dan dertig jaar doopsgezind predikant in Utrecht was (van eind 1861 tot 1894) en het betreffende gemeentelid op zoek was naar een goede bestemming voor de schilderijen, had Gerke hem voorgesteld om te vragen of onze gemeente er belangstelling en ruimte voor zou hebben. Na telefonisch overleg met de eigenaar togen Teije Bakker en ik naar Wageningen om de portretten te gaan bekijken en nader over een eventuele overdracht te overleggen. Na een kopje thee en een inleidend gesprek gingen we naar boven en daar hing hij, een tamelijk jonge ds. Hartog met lange bakkebaarden. Zijn vrouw Guurtje hing een verdieping hoger. Het bleken twee prachtige portretten te zijn, geschilderd door Jacob Taanman (1836-1923). Taanman was kunstschilder, aquarellist en etser. Zijn schilderijen (portretten, figuur- en genrestukken) zijn verschillende malen bekroond, onder meer met gouden medailles op exposities te Amsterdam in 1877 en 1898. Zijn werk bevindt zich in verscheidene Nederlandse musea. Het was een grote verrassing te horen dat br. Westphal, via zijn moeder een achterkleinzoon van ds. Hartog, en zijn vrouw de schilderijen aan onze gemeente willen schenken. Intussen heeft de kerkenraad deze schenking in grote dankbaarheid aanvaard en zullen er stappen worden ondernomen om deze officieel vast te leggen. Daarna zullen de portretten naar Utrecht overgebracht worden, waar ze in de kerkenraadskamer een prachtige plek zullen vinden, aan weerszijden van de schouw. Angelique Hajenius
Dat koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat? Dat koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat? Vraagt Gerard Reve aan God in een gedicht dat hij maakte ter nagedachtenis aan de broer van zijn buurvrouw, die omkwam vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. Een verzuchting is het, en tegelijkertijd een schreeuw om recht. Hoe kan het dat een jonge jongen, een kind nog, op de vlucht neergeschoten wordt. Die verzuchting herken ik. Hoe kan het dat er mensen in Nederland zijn die geen kant op kunnen, soms al meer dan twintig jaar lang. Ze zijn als illegaal bestempeld en moeten daarom Nederland verlaten, maar kunnen niet terug naar het land van herkomst omdat hun leven daar gevaar loopt en/of omdat het land van herkomst hen niet ‘terug neemt.’ Ze hebben nauwelijks ergens recht op, en zijn daarom afhankelijk van liefdadigheid en zwart werk. Op papier bestaan ze niet. Maar ze zijn hier, ik kom ze wekelijks tegen. Hoe kan het dat kinderen verwaarloosd worden en opgroeien met het idee dat ze niemand vertrouwen kunnen omdat degenen van wie ze het meest afhankelijk zijn, hun ouders of verzorgers, hen aan hun lot over laten of erger nog, mishandelen en misbruiken. Te vaak spreek ik mensen die mij trieste verhalen vertellen over hun jeugd. Ze zijn staande gebleven, maar in hun ogen lees ik pijn. ‘Zoek eerst het koninkrijk van God, en zijn gerechtigheid, en al het andere (eten, drinken, kleding) ontvangt u bovendien’ zegt Jezus tegen zijn leerlingen van toen en nu. Dat koninkrijk komt niet uit de lucht vallen, hoor ik hierin. Wil je het vinden, wil het gestalte krijgen, dan moet je het zoeken. Vinden zul je het daar waar gerechtigheid geschiedt. Gestalte krijgt het daar waar recht gedaan wordt. Daar waar je recht doet. Aan je medemens, en aan jezelf – want als je jezelf voorbij loopt, raak je uitgeput en kun je niets meer. Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 17 van 21
‘Zoek eerst het koninkrijk’ – die opmerking van Jezus doet een appèl op mij, en is tegelijkertijd een vraag: hoe krijgt dat koninkrijk gestalte in mijn leven, wat draag ik bij aan de opbouw ervan. Het nodigt me ook uit: te zoeken naar plekken waar ik het vinden kan, waar ik inspiratie, kracht en goede moed kan vinden, en waar ik bondgenoten kan vinden, mensen die ook verlangen naar vrede en recht, mensen die op hun manier aan het ‘bouwen’ zijn. Het koninkrijk van God – dat is een wereld waarin mensen in liefde leven: liefde tot elkaar, liefde tot God, liefde tot al wat leeft, liefde tot hun leefomgeving. Een rijk waarin wat gebroken is geheeld kan worden – waar plaats is voor vergeving en verzoening. In de Bijbel worden er mooie beelden voor gebruikt: van de leeuw en het lam, van het kind dat speelt met een slang. Te mooi om waar te zijn, zou je zeggen - en dat is het misschien ook wel. Toch laat ik me er graag door bezielen. Omdat, als ik zo in het leven sta, mijn ogen open kan houden voor daar waar het geschiedt. Voorbeelden genoeg: In de Straatnieuws 04, 2015, staat het verhaal van John, die, ondanks het feit dat hij in financiële zin zo goed als niets had, toch heel veel gegeven heeft aan zijn klanten: aandacht, humor, een goed woord. En die nu hij verkoper af is, nog steeds bij klanten betrokken is: een dame helpt met het aantrekken van haar steunkousen, en peetoom geworden is van twee jonge kinderen die zonder vader opgroeien. In de inloop van het Straatpastoraat (elke maandagochtend van 9.30 – 11.30 in de Jacobikerk) zie ik het wekelijks: vrijwilligers die iedere week opnieuw een lekkere brunch klaarmaken, koffie, thee en aandacht schenken. Vrijwilligers die gratis Nederlandse les geven. Bezoekers die op hun beurt elkaar bemoedigen en tot steun zijn, en mensen meenemen ‘die wel wat hulp gebruiken kunnen’. Bezoekers die ons inspireren: met hun veerkracht, hun improvisatie vermogen, hun humor, hun wijsheid. In het Catharijnehuis vind ik het: wanneer ik aan een tafeltje neerzijg krijg ik binnen de kortste keren iets aangeboden door één van de bezoekers: koffie, thee, sap, een pannenkoek of een wafel. Bij de Tafel van 12 van het Straatpastoraat, de feestelijke drie gangen maaltijd waar we maandelijks van genieten met vrienden die we kennen van de straat vind ik het. De maaltijd wordt klaargemaakt door vrijwilligers en bekostigd door een kerk – de plek waar we de maaltijd houden wordt ons ter beschikking gesteld door de Doopsgezinde kerk. De vindplaatsen zijn plekken waar dat koninkrijk als het ware ‘oplicht’ – als plekken waar de zon schijnt, waar je je warmen kunt en je kunt laten koesteren. Bij sommige vindplaatsen ben ik zelf betrokken, andere zijn als cadeaus waar ik bijzonder gelukkig van word – en waardoor ik er des te meer naar verlang deel uit te maken van dat koninkrijk en er aan te bouwen. Daarbij helpen deze plaatsen mij om het uit te houden op plekken waar dat koninkrijk ver te zoeken is. En om daar hopelijk, als is het nog zo bescheiden, iets van dat rijk te kunnen laten oplichten. Zo kan ik dit stuk besluiten met een uitroep: Dat koninkrijk van U, dat wordt wat! Wieke de Wolff, straatpastor Overgenomen uit Straatnieuws nr. 5 Inloop maandagochtend Jacobikerk 3e zondag van de maand viering in de Domkerk 15.30 uur 1e woensdag van de maand Tuinkamer Doopsgezinde kerk, Tafel van Twaalf 17.30 uur
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 18 van 21
Tour van de Ziel – Kerkennacht 2015 Programma Doopsgezinde kerk 20 juni 19.30-22.30 uur 19.30- 20.15 uur
Blokfluittrio Estampie.
20.15-21.00 uur
Trio Movendo o.l.v. Anton Visser barok muziek, Aria’s en sonates, met het thema lijden, en Jiddische muziek.
21.00-22.00 uur
‘Lijden en extase’ Herinneringen aan de Tour in ‘Kerkwijk’ 1996, cabaretier Jan Beuving. ‘De bergrit als kruiswegstatie’ schrijver Peter Sierksma. "De Lieve Heer heeft een paar vleugels van een van zijn engelen gepakt en op Bartali's rug geplakt"
Tijdens de voorstelling in de kerkzaal, blijft de hal van de kerk open voor bezichtiging en met mogelijkheid tot gesprek o.a. presentatie www.Eumen.net
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 19 van 21
Spelletjesdag
Wij genieten nog na van een super gezellige geslaagde spelletjesdag voor Dopersduin. Er zijn verspreid over de gehele dag ongeveer 40 mensen uit het hele land op af gekomen. Ook zijn er verschillende mensen uit de gemeente gekomen om taarten en lekkere hapjes voor de verkoop te komen brengen. We hebben allerlei verschillende spelletjes gespeeld, waaronder het spel “Schransen in Schoorl”, dat speciaal voor deze gelegenheid is gemaakt. De dag heeft, mede dankzij een gulle bijdrage van de gemeente, maar liefst 1000 euro opgeleverd! Bij deze willen we iedereen bedanken voor de gezelligheid, de gulle bijdragen en het spelplezier. Er werden tijdens de dag ook plannen gemaakt voor vergelijkbare spelletjesdagen in Deventer en Groningen. Dus DopersDoen speelt en spaart voorlopig nog even door voor Dopersduin.
Annette Koops
Menno Sticht 2015 nr. 3
blz. 20 van 21
Bericht van de Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken Aan allen die graag zingen, zowel in een (kerk)koor als individueel. Op zaterdagavond 4 juli 2015 houdt de Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken (USRK) een Oecumenische Openlucht Viering op het Nicolaaskerkhof. Hiermee willen de kerken van de stad Utrecht hun enthousiasme delen met de bezoekers van de Tour de France, maar ook aan Utrechters over samen geloven. Het thema van deze Openluchtviering is: ‘De laatsten zullen de eersten zijn’ (Mattheus 20 vers 16): in het geloof zijn er geen verliezers. De viering wordt onder meer opgeluisterd door een samengesteld koor, uit alle kerken van Utrecht. Hierbij nodigen we u van harte persoonlijk uit als ook het koor van uw kerk om zich aan te sluiten bij dit koor. Er zijn geen kosten aan verbonden. Repertoire: Meerstemmig: ’Ave verum corpus’ van Mozart, het ‘Audite silete’ van Praetorius en ‘Irish Blessing’ van Moore. Met twee repetities op de zaterdag moet het lukken om dit vierstemmig te zingen. Daarnaast zingen we de zes liederen eenstemmig, die allen op het thema zijn gebaseerd. Als slotlied zingen we het bekende ‘U zij de glorie’, dat we in vele talen om ons heen zullen horen. Het koor zal bij de uitvoering worden ondersteund door de Koninklijke Brassband Utrecht. Dirigent en begeleiding: Gerard Legeland staat bekend om zijn vaardigheid om in korte tijd mensen aan het zingen te krijgen en muziek te maken. Zie www.zingzang.nl. De repetitietijden zijn als volgt: 13 juni Nicolaïkerk 10.00-12.00 uur 27 juni Nicolaïkerk 14.00 -16.30 uur De locatie is de Nicolaïkerk (naast het Centraal Museum en met buslijn 2 bereikbaar). De generale repetitie is op zaterdagmiddag 4 juli van 17.00 tot 18.30 uur samen met de Koninklijke Brassband Utrecht. De Openlucht Viering begint om 19.30 uur. Wilt u zich opgegeven vóór 24 mei (Pinksteren). Vermeld graag uw stempartij. De partituren zullen u worden toegestuurd.
Data inleveren kopij en verschijning Menno Sticht 2014-2015 Nummer 4 Nieuw seizoen
Menno Sticht 2015 nr. 3
Inleverdatum kopij 2 augustus
verschijningsdatum 14 augustus
blz. 21 van 21