Voorwoord In dit wat ongebruikelijke voorwoord willen we graag één van onze werkgroepleden het woord geven. Haar getuigenis is indringend en beklijvend en bevat veel elementen die tijdens ons project aan bod zijn gekomen. Daar staan we als trekkende organisaties ook voor: geef mensen het woord … bij deze dus … “Ik ben gescheiden in ‟98. Na mijn echtscheiding is alle miserie begonnen. Ik ging van het ene vluchthuis naar het andere. Tussendoor logeerde ik ook af en toe bij vrienden en geloof me dat het waar is dat men in nood zijn vrienden kent! Ook mijn familie zie ik niet meer sinds mijn echtscheiding en ook dat is hard. Uiteindelijk ben ik in Sint-Niklaas in het Doorgangshuis terecht gekomen. Van februari 2004 tot augustus 2004 verbleef ik in het Doorgangshuis. Het is verschrikkelijk om op straat te staan in een vreemde stad. Je kent hier niemand. Ik had het toen heel moeilijk. Ik heb dan uiteindelijk zelf een gemeubelde studio gevonden. Ik betaal 364 euro per maand aan huur. Dit bedrag is zonder EGW. Ik heb gelukkig een budgetmeter. Ik vind dat goed, nu kan ik het geld dat ik die maand kan missen op mijn kaart zetten voor elektriciteit. Bijna de helft van mijn inkomen gaat naar huur! Het was dat pakken of nog langer in het Doorgangshuis blijven of terug naar een ander opvanghuis. Dat zag ik niet meer zitten, dus heb
ik mijn kans gegrepen! Ik ben nu vooral blij dat ik een dak boven mijn hoofd heb. Ik woon er nu bijna drie jaar en ik woon er graag, maar ik wacht toch echt op een sociale woning! Ik sta nu al drie jaar op de wachtlijst voor een sociale woning. In maart 2007 zei men me dat ik nu ongeveer op de 700ste plaats sta. Het kan gemakkelijk nog een jaar duren. Huisbazen beseffen volgens mij niet wat het is om met zo‟n klein inkomen zoveel huur te moeten betalen. Ik trek mijn plan financieel. Ik kijk goed uit en ik heb een voedselpakket. Ondertussen woon ik graag in SintNiklaas. Ik heb hier een vriendenkring opgebouwd, ik werk hier, ik doe hier vrijwilligerswerk,… Veel mensen weten niet hoe het is om onder de armoedegrens te leven. Het is niet gemakkelijk, maar we trekken onze plan. We klagen niet, maar willen wel gehoord worden! We hopen dat er vanaf nu anders over ons gedacht wordt en dat we echt kansen krijgen … op een menswaardig leven!” (Anoniem)
… een kans op een menswaardig leven … recht op kwaliteitsvol en betaalbaar wonen maakt daar fundamenteel deel van uit ! … ze wil ook – samen met alle anderen van de werkgroep - gehoord worden! Namens de leden van de werkgroep hopen we dat deze brochure – als neerslag van onze werkzaamheden in de voorbije jaren, u – beleids- en huisvestingsactoren - kan overtuigen om naar hen te luisteren en met hen in dialoog te treden als gelijkwaardige partners, elk vanuit zijn eigen expertise. Misschien kunnen de woonwensen en beleidssuggesties uit deze brochure een eerste aanzet tot gesprek geven? Nicole Formesyn Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw
Carina Vergauwen Inloopcentrum Den Durpel
1
Els van de Steene Welzijnsschakels vzw
V O O R W O O R D
I N H O U D S T A f E L
Inhoudstafel
- Voorwoord
p1
- Inhoudstafel
p2
- Woonlied – Vierdewereldlied
p3
- Samenwerkingsverband * Inloopcentrum Den Durpel * Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw * Welzijnsschakels vzw
p p p p
- Historiek van het project
p8
- Structuur van het project
p9
- Werkgroepleden nemen het woord!
P 12
- Onze 6 thema‟s * Huurcontract * Kwaliteit en gezondheid * Zoektocht naar een woning * Huurprijs en waarborg * Sociale huisvesting * Relatie huurder-verhuurder
p p p p p p p
- Deelproject “Klimaat op maat”
p 29
- Het eindproduct: de woonwandeling en marktactie 19 juni 2007: een einde, maar ook een nieuw begin …
p 31
Bijlage 1: Uitnodiging woonwandeling en marktactie
p 33
Bijlage 2: Programma woonwandeling en marktactie
p 34
Bijlage 3: Reacties vanuit de werkgroep op het witboek van het nieuwe stadsbestuur
p 35
Bijlage 4: Open brief van de werkgroep wonen aan de Sint-Niklase maatschappij voor huisvesting
p 37
2
4 4 6 7
14 14 16 19 22 25 27
Het lied van de Vierdewereld - Woonlied
‟t Is niet fijn in een krot te wonen Vocht en kou en duisternis De huisbaas wil het maar niet horen ‟t Is alsof hij potdoof is. Wij zijn geen onderdanen En vragen hele dagen Een huis! Kom en zing met ons tezamen Wij zijn meer en beter waard Wat wij steeds opnieuw herhalen ‟t Is wat ons hier samen draagt. Wij zijn geen onderdanen En vragen hele dagen Ons recht! Met dank aan VORMEN vzw (www.vormen.org)
Wie ons rechten blijft afwijzen Weigert onze waardigheid Ons altijd met de vinger wijzen Brengt ons tot opstandigheid. Wij zijn geen onderdanen En vragen hele dagen Ons recht! Wanneer zal de tijd opdagen Dat wij mensen mogen zijn En niet langer moeten vragen Om erkend en vrij te zijn. Wij zijn geen onderdanen En vragen hele dagen Ons recht! Eén sociàle woning vinden ‟t Is een heel eenvoud‟ge klus Wachten, wachten en nog eens wachten meer kan je niet doen, en dus: Wij zijn geen onderdanen En vragen hele dagen EEN HUIS!
3
W O O N L I E D
S A M E N W E R K I N G S V E R B A N D
Een samenwerkingsverband – Drie organisaties in vogelvlucht In 2004 groeide langzaam het idee om een project uit te werken rond huisvesting en recht op wonen voor mensen met een bescheiden inkomen, die huren op de private huurmarkt. Zij bleken immers het kwetsbaarst op de huisvestingsmarkt. Twee organisaties vonden elkaar om samen hun schouders te zetten onder dit project. Het CAW, afdeling Inloopcentrum den Durpel en Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw, afdeling Sint-Niklaas startten met de uitbouw van een project: “Recht op wonen voor iedereen.” Later kwam Welzijnsschakels het project inhoudelijk versterken … het samenwerkingsverband was geboren! Hieronder stellen deze drie organisaties zich kort voor.
Inloopcentrum Den durpel Den durpel is een zeer laagdrempelige ontmoetingsplaats voor mensen die in armoede leven met als doel hun sociaal isolement te doorbreken en hun maatschappelijke participatie mogelijk te maken. Den durpel is centraal gelegen in de binnenstad van Sint-Niklaas en twee dagen per week (dinsdag en donderdag) van 10.00 tot 17.00 uur open voor bezoekers. Ze kunnen er tegen bodemprijzen een drankje en een hapje nuttigen, een krant of een tijdschrift lezen, een gezelschapsspel spelen,… Per dag krijgen we gemiddeld 60 à 70 bezoekers over de vloer, zowel mannen als vrouwen al dan niet vergezeld van hun kinderen. Onze prioriteiten zijn: werken aan de kennis in eigen situatie, verwerven van weerbaarheid en opkomen voor zichzelf. We hanteren daarvoor zeer diverse werkmethoden. Zo zijn er vooreerst de inloopmomenten waarop mensen met allerhande vragen in Den durpel terecht kunnen. Daarnaast zijn er de vormingsactiviteiten die we organiseren en de socio-culturele activiteiten waaraan we in groep deelnemen: toneel, film, stadsbezoek, vrije ateliers, reuzenhuis, museabezoek,… . Het is onze ambitie om in de nabije toekomst een vierdewereldbeweging op te starten. Daarnaast is er de thematische werking. Drie werkgroepen buigen zich, elk op een specifieke manier, over een aantal centrale thema‟s: opvoeding, wonen en onderwijs. Het is de bedoeling om de bezoekers op een gestructureerde manier zoveel mogelijk zelf het woord te laten nemen en uiteindelijk te komen tot een rapport dat wordt doorgestuurd naar de overheid. Den durpel werkt momenteel met twintig vrijwilligers die na een selectieprocedure en het ondertekenen van een afsprakennota meewerken in het inloopcentrum. Zij spelen een cruciale rol in het goed functioneren van het inloopcentrum.
4
Ook de samenwerking met lokale diensten en organisaties is ontzettend belangrijk. Zij leiden zeer regelmatig cliënten toe naar het inloopcentrum en geven feedback op onze werking, waardoor we regelmatig kunnen bijsturen en inspelen op de maatschappelijke noden bij de doelgroep. De effecten van onze werking zijn duidelijk. Zo bijvoorbeeld zijn de reacties van de doelgroep zeer positief. Ze verwoorden dit door te vertellen dat er „eindelijk iets is op hun maat‟. De mond aan mond reclame bij de bezoekers doet zijn werk. Sinds de opening van het inloopcentrum merken we bovendien dat sociale contacten voor onze doelgroep gemakkelijker zijn vanwege het informele karakter van het project. Waar de doelgroep anders geen gebruik maakt van het socioculturele aanbod, zien wij nu dat via het inloopcentrum de weg naar deze activiteiten gemakkelijker is.
Contactgegevens: Inloopcentrum Den durpel Carina Vergauwen -Coördinator Mercatorstraat 91, 9100 Sint-Niklaas. 03/ 778 23 12.
[email protected]
5
S A M E N W E R K I N G S V E R B A N D
S A M E N W E R K I N G S V E R B A N D
Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen (voorheen RISO Oost-Vlaanderen) is een onafhankelijke en pluralistische vzw, opgericht in 1985. De organisatie is door de Vlaamse Gemeenschap erkend als instituut voor maatschappelijk opbouwwerk en is actief in 5 lokale afdelingen: Aalst, Dendermonde, Meetjesland, Ronse en SintNiklaas. De werking krijgt financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap, de provincie Oost-Vlaanderen, lokale besturen en diverse fondsen. Het is de opdracht van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw om een bijdrage te leveren aan het wegwerken van maatschappelijke achterstelling van de meest kwetsbare groepen in de samenleving: mensen die minder toegang hebben tot de sociale grondrechten, die in min of meerdere mate te kampen hebben met vormen van sociale uitsluiting en/of met gebrekkige maatschappelijke integratie en participatie. Voor deze groepen zet Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen zich in als professionele, ondersteunende en belangenbehartigende organisatie. Concreet vertaalt zich dat in projectwerkingen die steeds vertrekken vanuit de noden die de kansengroepen zelf ervaren en waarbinnen we proberen om samen met hen tot wenselijke en duurzame oplossingen te komen. Niet zelden leidt dit tot vernieuwende oplossingen voor maatschappelijke noden of problemen die zich stellen. Om dit mogelijk te maken is onze werking dan ook zeer sterk gericht op samenwerking en netwerkvorming met andere organisaties en lokale en bovenlokale overheden. Centraal in onze aanpak staat ook het verhogen van de zelfredzaamheid en de mogelijkheden van de groepen waarmee we werken. Onze werking in Sint-Niklaas is daar een perfecte illustratie van. Zo bijvoorbeeld is in de jaren ‟90 de sociale werkplaats Mo-Clean ontstaan uit een tewerkstellingsproject van Samenlevingsopbouw en stonden wij in de jaren ‟80 aan de wieg van het Woonfonds en de sociale huurdersorganisatie Waasland. Ook in de uitbouw van het sociaal verhuurkantoor in Sint-Niklaas had Samenlevingsopbouw een aandeel. Nog in de jaren ‟90 was Samenlevingsopbouw lange tijd actief in het Reynaertpark en de Griffithwijk en stonden wij ook in voor de uitbouw en de ondersteuning van de Woonhoek Sint-Niklaas. Thans is Samenlevingsopbouw in Sint-Niklaas actief met het project „Recht op wonen voor iedereen‟ en zijn we lid van de stedelijke woonraad. Het is de bedoeling van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen om rond het thema wonen actief te blijven in Sint-Niklaas.
Contactgegevens: Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw, afdeling Sint-Niklaas Nicole Formesyn en Lieselotte Reynvoet - Opbouwwerkers Knaptandstraat 44, 9100 Sint-Niklaas. 03/ 777 12 14
[email protected] [email protected]
6
Welzijnsschakels vzw Sint-Niklaas Welzijnsschakels vzw Sint-Niklaas is een vereniging waar armen het woord nemen en als dusdanig erkend door het Vlaams Netwerk van Verenigingen Waar Armen Het Woord Nemen. Zij bouwt aan een bondgenootschap met mensen met een laag inkomen in de eigen gemeente. Tijdens een huisbezoek stellen de vrijwilligers hun werking voor. Er is het maandelijkse contactmoment bij het afhalen van een voedselpakket en er zijn groepsactiviteiten (cultureel, ontspannend, vormend, actiegericht,...) De oorzaken van armoede en sociale uitsluiting worden aangepakt in themagroepen. Mensen in armoede gaan zelf in gesprek met de gemeente, het OCMW, het onderwijs, huisvestingsdiensten,... Er is een schakelwerking op verschillende terreinen: Vrijwilligers en mensen met een laag inkomen leren elkaar kennen en gaan samen op weg Ze luisteren naar elkaars verhaal Er wordt een schakel gelegd naar de professionele hulpverlening en het beleid Er worden banden gesmeed tussen mensen met een laag inkomen
Contactgegevens: Els Van de Steene - Groepswerker Welzijnsschakels vzw Sint-Niklaas 03/ 777 53 69 (enkel di-woe vm-do)
[email protected]
7
S A M E N W E R K I N G S V E R B A N D
H I S T O R I E K
Historiek van het project “Ieder heeft recht een menswaardig leven te leiden. Dit recht omvat het recht op een behoorlijke huisvesting.” (Artikel 23 in de Belgische grondwet) Eerdere opbouwwerkprojecten in Sint-Niklaas maakten ons bewust van de grote woonproblematiek in deze stad. Bijkomend literatuuronderzoek, de conclusies van de lokale woonraad en gesprekken met diverse Sint-Niklase welzijnsorganisaties en bevoorrechte getuigen bevestigden deze vaststelling. Groeiende wachtlijsten in de sociale huisvestingssector, stijgende prijzen en discriminatie op de private woonmarkt, en een beperkte kennis van de woonactoren en de rechten en plichten op de woonmarkt bleken bovendien vooral kwetsbare huurders op de private woningmarkt te treffen. Voor Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen en CAW Waasland voldoende aanleiding om samen het project „Recht op wonen voor iedereen‟ op te zetten. Later kwam Welzijnsschakels het project als partner versterken. Het project dat van start ging eind 2004 en nog doorloopt tot midden 2007 wil kwetsbare huurders op de private woningmarkt greep laten krijgen op de eigen woonsituatie. Vanuit dat betere begrip van de woningmarkt wordt vervolgens beoogd om bij lokaal en bovenlokaal beleid ruchtbaarheid te geven aan hun woonwensen en -behoeften. Dit draagt ertoe bij dat via beleidsbeïnvloeding de eigen situatie en die van lotgenoten op de private huurmarkt verbetert. Vertrekkende vanuit een open bevraging in het Inloopcentrum Den Durpel, het Doorgangshuis (zowel mannen- als vrouwenafdeling) en De Brug (opvang voor jongeren) en na een eerste bijeenkomst met een groep kwetsbare huurders op de private woningmarkt in februari 2005 werkte het project met een groep bewoners rond onderwerpen als huurprijs en huurcontract, woningkwaliteit en gezondheid, het zoeken van een woning, de relatie huurder-verhuurder en sociale huisvesting. Per thema werden de ervaringen en leervragen van de leden van de kerngroep gebundeld om van daaruit een vorming of een dialoog met beleid of andere woonactoren aan te gaan. De ervaringen en bevindingen van de kerngroep worden ten slotte via een woonwandeling en bijhorende brochure zichtbaar gemaakt voor een grotere groep kwetsbare huurders en beleidsmakers die een aantal beleidsaanbevelingen mee krijgen. Het project krijgt (ook financiële) steun van het stadsbestuur van Sint-Niklaas. Een stuurgroep van lokale woon- en welzijnsactoren ondersteunt het project.
8
Structuur van het project De kerngroep binnen het project is zonder twijfel de werkgroep wonen. Maandelijks kwamen we samen met kwetsbare huurders om thematisch hun ervaringen en vragen te bundelen.
De open leeractiviteiten werden open gesteld voor een grotere groep. Zo gingen we in Ronse naar een toneelstuk over armoede en het recht op wonen kijken, gingen we met een groep Doel bezoeken en organiseerden we met de Huurdersbond een activiteit over huurcontracten. LOGO Waasland kwam bij ons op bezoek om ons meer informatie te geven over gezonde woningen en via een beluikenwandeling leerden we ook Kortrijk beter kennen. We namen deel aan de startavond van Welzijnszorg over “Huishouden vraagt energie”, we gingen in Antwerpen op stap in de stationsbuurt en kregen aldaar een geleide multiculturele wandeling. We namen ook deel aan het kunstenproject van het Sociaal Verhuurkantoor bij de verhuring van zijn 100ste woning en gaven onze mening op het Sociaal congres van Sint-Niklaas. We wandelden in Mechelen: “Vergeten straten, achtergestelde wijken, huisvesting en stadsvernieuwing” en deden een uitstap naar het Kiel in Antwerpen waar we gegidst werden door 80 jaar sociale huisvesting!
Uitstap naar Doel – 12 april 2005
Op stap in Antwerpen – even op adem komen 24 januari 2006
9
S T r U C T U U R
S T R U C T U U R
Gezond wonen Tips om er zelf aan te werken!
Nel Van lent MMK bij LOGO Schelde-Dender en LOGO Waasland
Van Logo kregen we tips om zelf aan gezond wonen te werken – 25 december 2005
Uitstap naar het Kiel – 8 maart 2007 bovenop een groot appartementgebouw met zicht op Antwerpen
Een afvaardiging van de werkgroep nam ook deel aan de vergaderingen rond wonen in het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen. Zo werkte onze werkgroep onder andere intensief mee aan het idee van een huurwaarborgfonds. Enkelen onder ons zijn zelfs in de Senaat het huurwaarborgfonds gaan verdedigen!
Getuigenis in de Senaat: “De huurwaarborg is zo hoog omdat de huurprijzen te hoog zijn. Vele mensen in armoede besteden minstens 35% van hun inkomen aan de huur van een woning. De huurprijzen van kwaliteitsvolle woningen bedragen minstens 450 euro en niet zelden meer dan 500 euro! „Een kwaliteitsvolle woning huren op de privé-markt, als je moet leven van een leefloon of van een andere lage uitkering, is onmogelijk !”
Enkele leden van de werkgroep wonen stellen in de Senaat onze visie op een huurwaarborgfonds voor op 23 maart 2006
Jammer genoeg is het voorstel van het huurwaarborgfonds afgevoerd ondanks de inspanningen van velen in Vlaanderen om dit goede voorstel erdoor te krijgen!
10
Dialoog met beleids- en oplossingsactoren Naast onze inspanningen om samen met andere verenigingen en organisaties via het Vlaams Netwerk mee op het Vlaams en federaal woon- en huurbeleid te wegen, gingen we ook lokaal in dialoog met beleids- en oplossingsactoren. Zo ontmoetten we in november 2006 Mike Nachtegael, toenmalig voorzitter van de Sociale huisvestingsmaatschappij. Hij vertelde ons over de werking van de Sociale huisvestingsmaatschappij en we konden met al onze vragen bij hem terecht! In april 2007 traden we in dialoog met schepen van huisvesting, Mark Heynderickx, naar aanleiding van het witboek dat de nieuwe ploeg aan het middenveld voorlegde. In bijlage 3 vindt u de open brief die naar aanleiding van het witboek naar het schepencollege vertrok. Dat was het startpunt om
elkaar te ontmoeten. Ook daar bleek onze dialoog constructief. Een aantal van onze voorstellen vielen in goede aarde en worden verder door het stadsbestuur onderzocht. We kijken alleszins uit naar het vervolg! In juni 2007 ontmoetten we de nieuwe voorzitter, Walter Pauwels, en de directeur, André Van den Berghe, van de Sint-Niklase maatschappij voor huisvesting. Ook deze ontmoeting was een gevolg van een open brief die vanuit de werkgroep naar de Sociale Huisvestingsmaatschappij vertrok. U vindt deze in bijlage 4! Het gesprek met de Sint-Niklase maatschappij voor huisvesting werd een eerste verkennend gesprek. We leerden elkaar kennen en spraken onze verwachtingen naar elkaar uit. Ook hier kijken we uit naar wat er met onze aanbevelingen zal gebeuren.
De stuurgroep bestaande uit lokale woon- en welzijnsactoren ondersteunt en stuurt het project inhoudelijk. Volgende organisaties zijn lid van de stuurgroep: - De Brug - Huurdersbond - Inloopcentrum Den durpel - Logo-Waasland vzw - Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen - Stad St-Niklaas - Huisvestingsambtenaar - Stad Sint-Niklaas - Kansenwerker - Stad Sint-Niklaas – Woonloket - Sociaal Verhuurkantoor Waasland - Universiteit Gent- vakgroep Sociologie - Welzijnsschakels vzw
11
S T r U C T U U R
W E R K G R O E P L E D E N
N e m e n H e t w o o r d
Werkgroepleden nemen het woord. De titel verwijst naar een centraal gegeven binnen het project “Recht op wonen voor iedereen”, namelijk dat we de mensen het woord willen geven en geloof ons, het woord werd genomen … we hebben gevloekt, we hebben gelachen, we hebben gehuild, we hebben vooral gedeeld: pijn, verdriet, frustratie, kwaadheid maar ook plezier en blijdschap … Tijdens het project werkten we meestal thematisch met de leden van de werkgroep wonen, maar levensverhalen, verdriet en pijn zijn moeilijk in thema‟s en vakjes in te delen. Daarom willen we hier toch graag één - wat “vollediger” verhaal opnemen in deze brochure. “Mijn verhaal begint in 1998. Ik was zelfstandig garagist, had een bloeiende eenmanszaak met veel tevreden klanten. Mijn vrouw hielp me regelmatig in de zaak met allerlei praktische klussen. Door familiale omstandigheden kon zij zich hiervoor moeilijker vrijmaken, waardoor er meer werk op mijn schouders terecht kwam. Klanten werden niet meer zo vlug bediend als vroeger. Ze stonden af en toe al eens voor een gesloten garagedeur omdat ik op dat moment om wisselstukken was. Het gevolg was snel voelbaar. Sommige klanten bleven weg. Minder inkomsten betekende ook meer facturen die onbetaald bleven. Zo kon ik na een tijdje ook de huishuur niet meer betalen en stapelden de maanden achterstallig huurgeld zich op.
me dat ik hun werk zou onderbreken. Ook mijn kinderen, die toen ziek waren en daardoor niet op de schoolbanken zaten, hebben moeten toekijken hoe hun spulletjes werden ingeladen. Een Sint-Antoniusbeeld van mijn moeder, video‟s van de eerste communie van mijn zoons, ja, zèlfs hun medicatie was voor de gerechtsdeurwaarder blijkbaar van zo groot belang dat het meegenomen werd... Het lege huis werd afgesloten en vergrendeld...wij stonden op straat. “Gelukkig” konden wij terecht in een caravan van een kennis en mocht ik een wagen van een vriend gebruiken. Maar het was herfst, en dan wordt het wonen in een caravan al heel wat minder idyllisch dan het lijkt: geen water, geen verwarming, geen verlichting, ... en dat alles met twee schoolgaande kinderen. Ik klopte opnieuw aan bij het OCMW. De caravan werd niet aanvaard als vast domiciliëringsadres, dus kon ik geen uitkering krijgen (Ik weet dat hier ondertussen al oplossingen voor bestaan). Vermits de caravan bovendien in Stekene stond, werd ik naar het OCMW van die gemeente doorverwezen. Uiteraard hanteerde men daar dezelfde regel in verband met de domiciliëring. Ik eindigde weerom zonder uitkering.
Ik kreeg van de huisbaas via het vredegerecht enkele maanden tijd om dit probleem op te lossen. Ik klopte aan bij verschillende diensten in de stad zoals OCMW en het Sociaal centrum van het CAW. Ik merkte echter niet veel vooruitgang. Ik hoopte dat zij hadden kunnen bemiddelen bij de huisbaas om me wat meer tijd te geven, maar dat was blijkbaar onmogelijk. Ik zag de tijd die me nog restte steeds korter worden maar nergens kwam een oplossing uit de bus. Ik stond met mijn rug tegen de muur. In september 1998 reed ik op een middag naar huis. Toen ik onze straat indraaide zag ik al van ver wat er aan de hand was en wat ik al lang had gevreesd. Verscheidene mensen liepen in en uit mijn huis om al mijn meubelen en ander huisraad mee te nemen. Politieagenten verhinderden
12
Zes maand verbleef ik overdag in mijn garage en ‟s avonds in de caravan. Dankzij een broeder Hiëronymiet uit de stad kon ik in februari intrekken in een huis. Hij stond gedeeltelijk in voor de waarborg ... ik ben er hem nog steeds dankbaar voor. Het huis zelf vertoonde vele gebreken. Nog steeds is het een voordurend onderhandelen met de eigenaar over noodzakelijke herstellingen en verantwoordelijkheid naar betaling ervan. Maar we hadden een dak boven ons hoofd en vooral: we hadden een vast domicilie. Dit opende deuren naar een uitkering van het OCMW. Veertien dagen nadat ik ingetrokken was in dit huis kreeg ik weer gerechtsdeurwaarders aan mijn deur. Eén ervan raadde me aan het faillissement aan te vragen én verschoonbaarheid van schulden. Het faillissement werd uitgesproken in juli; de verschoonbaarheid kwam in oktober. Sindsdien leef ik van
uitkeringen en ondertussen van een pensioen. Vanuit een bezoek aan het Sociaal verhuurkantoor met de werkgroep wonen hier in Sint-Niklaas én in een dialoog met een medewerker van het VOB in de overleggroep wonen op het Vlaams Netwerk in Brussel stel ik vast dat voor deze groep van mensen nog niet veel veranderd is op de huisvestingsmarkt. Uithuiszetting omwille van een gerechtelijke procedure zoals bij mij is nog steeds géén prioritaire reden om een beroep te kunnen doen op een woning bij een sociaal verhuurkantoor. Noodwoningen zijn er nog steeds te weinig, hoewel we ondertussen vernomen hebben dat stadsbestuur en OCMW inspanningen doen om er enkele te voorzien in de stad. Ik kan vanuit mijn eigen verhaal getuigen dat het uiterst noodzakelijk is om dit punt bovenaan de politieke agenda te plaatsen, en er blijvende aandacht aan te besteden.” (Guido)
W E R K G R O E P L E D E N
N e m e n H e t w o o r d
13
Z E S T H E M A ’ S
Onze zes thema’s Vanuit de veertig interviews die bij aanvang van het project werden afgenomen bij kwetsbare huurders, kwamen zes thema‟s sterk boven drijven: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Huurcontract Kwaliteit en gezondheid Zoektocht naar een woning Kosten voor huisvesting Sociale huisvesting Relatie huurder-verhuurder
Het project werd verder zo opgebouwd dat we met een groep kwetsbare huurders telkens gedurende enkele maanden aan één van deze thema‟s hebben gewerkt.
Thema 1: Huurcontract “Ik heb een huurcontract voor drie jaar en kan hierdoor niet weg uit de woning. Mijn vriend en ik zijn ondertussen uit elkaar en ik kan de huur eigenlijk niet meer betalen. Maar als ik wegga verbreek ik het contract en moet ik nog eens drie maand huur op tafel leggen, dat kan ik ook niet. Ik zie echt geen oplossing! Gelijk hoe, kom ik in financiële problemen: als ik blijf en als ik wegga!” “Ik heb geen schriftelijk contract en ik moet de huur elke maand cash in het handje gaan betalen. Ook mijn waarborg zit ergens in de zakken van de huisbaas. Ik heb daardoor het gevoel dat ik geen rechten heb. Ik weet ook niet wat mijn plichten zijn. Je hoort je rechten en plichten te kennen, allemaal goed, maar ik heb nog veel andere zorgen aan mijn hoofd.” “Da‟s nu al de tweede keer dat ik in een huis woon, er mijn nest maak en dat de huisbaas me er laat uitzetten omdat hij er zogezegd zelf in komt wonen.” “Ik woon sinds kort in een huis van heel slechte kwaliteit. Ik heb het genomen omdat ik anders op straat zou gestaan hebben, maar nu zit ik eraan vast voor enkele jaren. Ik kan nu niet meer naar iets beters zoeken, want ik zit vast aan het contract dat ik getekend heb.” Huurcontracten blijken voor onze werkgroepleden vaak onduidelijk en moeilijk geschreven te zijn. Er kwamen tijdens de eerste bijeenkomst over het huurcontract allerlei vragen naar boven: - Het kuisen van de schouw, moet dit jaarlijks? - Bij lekken: wie moet wat betalen? - Mijn huurwaarborg staat niet op een geblokkeerde rekening. Mag dat eigenlijk wel? - Wie moet de kosten betalen voor de plaatsbeschrijving? - Registreren: Wat is dat? Hoeveel kost dit? Waar? Wat heb je eraan? - Wat zijn onze plichten en wat onze rechten? - Wie moet de brandverzekering voor het huis betalen?
14
Z E S De volgende bijeenkomst werd er aan de hand van een modelhuurcontract van Testaankoop gezocht naar antwoorden op alle vragen van de werkgroepleden. Op veel vragen vonden we hierin een antwoord. Als afsluiting van dit thema nodigden we de Huurdersbond bij ons uit om hun organisatie te komen voorstellen en om vragen, die nog niet beantwoord waren, aan hen voor te leggen.
Enkele cijfers uit het jaarverslag 2006 van de Huurdersbond Waasland. Het gaat hier wel over de cijfers van huurders die bij de Huurdersbond langsgingen! - 96,7% van de huurders hebben een schriftelijk huurcontract. Het aantal mondelinge contracten neemt gelukkig jaarlijks af. - 92,4% van de contracten is niet geregistreerd. - 68,2% van de huurders beschikt niet over een plaatsbeschrijving. - slechts bij 62,9% van de huurders staat de waarborg op een geblokkeerde rekening.
Ideeën, vragen, woonwensen en beleidsaanbevelingen van de werkgroep: -
-
Er wordt gevraagd om duidelijke, verstaanbare contracten te maken. Een duidelijk (verplicht?) standaardcontract zou veel problemen kunnen oplossen en zelfs voorkomen. De beperkte opzegmogelijkheden blijken voor velen een probleem te zijn. Ook in de bevraging was dit naar voor gekomen. Anderzijds is dit ook een bescherming van de huurder omdat ook de eigenaar hem niet zo gemakkelijk uit zijn woning kan zetten. Na discussie besloten we volgende stelling in te nemen: “Huurders zouden in uitzonderlijke situaties (inkomensverlies, bijvoorbeeld bij ontslag of overlijden, …) zonder extra kosten uit hun woning moeten kunnen.”
15
T H E M A ’ s
Z e s t h e m a ’ s
Thema 2: Kwaliteit en gezondheid “De huisbaas ontvangt enkel de huishuur en trekt zich voor de rest niets van ons aan. Het dak lekt, het regent erdoor en de schouw moest gerenoveerd worden. Het raakt maar niet gerepareerd.” “Mijn woning is heel oud en de kwaliteit ervan is slecht. De badkamer heeft enkel een rooster, geen venster. Dit zorgt voor vochtplekken.” “Ik betaal 450 euro per maand zonder nutsvoorzieningen. Dit is schandalig. Er is schimmel en vocht onder de trap en het bezetsel valt van de muur. Ook in de slaapkamer is er vocht, het behangpapier valt zelfs naar beneden. De huisbaas reageert niet. Ik heb dit zelf al proberen te verhelpen maar zonder resultaat.” “Als je echt weg wil uit het opvangcentrum kan je direct het goedkoopste nemen. Dit is dan wel van slechte kwaliteit en het zorgt voor een bijkomend probleem: je zit er een hele tijd aan vast. Als je een contract tekent moet je ook onmiddellijk de waarborg betalen. Dit is direct veel geld. Ofwel moet je heel lang wachten om te sparen, ofwel moet je iets slechts nemen. Dat is het dilemma waar je hier voor staat.” “In maart 1988 vestigde ik mij door omstandigheden hier te Sint-Niklaas. Mijn eerste huis lag nabij de spoorweg. Gedurende vijf à zes jaar verbleef ik daar, wel degelijk in erbarmelijke toestand. Toen ik er mijn intrek nam, zag het er schappelijk uit. Oud en dik behang was er te bespeuren en zo waren alle fouten onzichtbaar. Zoals iedereen graag wat gezellig woont, begon ik alles wat op te knappen. Toen ik het oude behang van de muren had gehaald (vijf lagen papier), kwam ik uit op asbestplaten die deels aan de binnenmuren waren bevestigd. Ik hield de moed erin en knapte mijn huisje op. Nadat al het werk verricht was, en ik er al enkele maanden woonde, kwamen de verrassingen te voorschijn. Een vochtplek hier, een vochtplek daar… Als ik had gedweild, duurde het bijna een halve dag voordat de vloer droog werd. De boiler voor de douche was op een zeker ogenblik defect, en zoals iedere huurder zou doen, deed ik beroep op de huiseigenaar om hem te laten herstellen. Dit scheen ook al een hopeloos geval te zijn. Nadat de loodgieter was geweest, scheen de boiler oud en onherstelbaar en zou er een nieuwe boiler moeten worden geplaatst, doch daar heb ik nooit iets van gezien. Allez, dan maar je plan trekken, zoals gewoonlijk! De huishuur bleef ieder jaar met de index omhoog gaan, maar verbeteringen of herstellingen gebeurden er niet! Op den duur dan maar staken met huishuur betalen. Na enkele vermaningen, wegens het niet naleven van het huurcontract, moest ik het huis dan verlaten. Oplossingen waren er niet, en op de duur, na omzwervingen bij vrienden en familie, kwam ik terecht in het opvangtehuis. (Dagprijs 17,50 euro per dag). Nu woon ik gelukkig weer alleen, op een klein appartementje – met mijn hond - , (huurprijs 320 euro per maand + onkosten) en dankzij de – afwachtende huursubsidie – kan ik mij terug vestigen, in afwachting op een sociale woonst.” (Remy)
16
Z e s
Bij de bespreking van dit thema werd met de werkgroepleden vooral rond een gezonde en energiezuinige woning gewerkt omdat dit elementen zijn die zijzelf in de hand hebben: ventileren, veilige woningen, vocht vermijden, hoe goed verwarmen, waar besparen op energie,… Daarom ook werd er met LOGO Waasland een vormingsactiviteit opgezet over „gezond en veilig wonen‟ en werkten we vanuit Samenlevingsopbouw intensief mee aan het project “Klimaat op maat” van de stedelijke milieudienst . Verder in deze brochure vindt u de resultaten van dit deelproject. Een terechte opmerking van de werkgroepleden is echter dat structurele mankementen niet worden opgelost via het handelen en denken van de huurder, maar dat de verhuurder daarvoor aanspreekbaar moet zijn.
Enkele cijfers uit de woonsurvey 2005 (Vlaanderen)*: - 230 000 woningen in Vlaanderen zijn van slechte kwaliteit. - 16,1% van de private huurders vindt dat zijn huurwoning van slechte kwaliteit is. - 2,7% van de private huurders vindt zijn woning van zeer slechte kwaliteit. - 6,1% van de woningen op de private huurmarkt hebben een ontoereikende kwaliteit. - 29,1% van de woningen op de private huurmarkt hebben enkel de basiskwaliteit. - Meer dan 50% van de private huurders zijn alleenstaanden of eenoudergezinnen. - Het huurprijsverschil tussen goede en slechte woningen is niet zo groot. Dat stimuleert verhuurders niet om te investeren … maar dat kleine huurprijsverschil kunnen mensen met een laag inkomen er nu net niet bijnemen! Gegevens uit woonfiche van de provincie Oost-Vlaanderen - NIS, SEE 2001**: - In Sint-Niklaas hebben 34,20% van de woningen geen centrale verwarming, 3,50% (1018) hebben geen badkamer en 2,80% (709) van de woningen hebben geen toilet. - In 2002 werden 51 woningen in Sint-Niklaas ongeschikt/of onbewoonbaar verklaard, 173 woningen stonden leeg. (Bron: Arohm) - Uit het verslag van de Vlaamse wooninspectie blijkt dat er in 2006 meer dan 800 gevallen van huisjesmelkerij werden vastgesteld. * Voor meer info: zie www.bouwenenwonen.be ** Voor meer info: zie Sociaal economische enquête 2001, van het Nationaal instituut voor statistiek.
17
t h e m a ’ s
Z e s t h e m a ’ s
Ideeën, vragen, woonwensen en beleidsaanbevelingen van de werkgroep:
-
-
-
-
We lezen dat het stadsbestuur beschikt over efficiënte instrumenten om verkrotting tegen te gaan en behoorlijke woonkwaliteit af te dwingen. Nochtans merken we dat velen van ons nog steeds in woningen leven die qua kwaliteit te wensen over laten. We durven immers geen stappen zetten omwille van onze zwakke positie op de huurmarkt. Eén van de instrumenten is ongetwijfeld de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring waarmee de slechtste woningen uit de markt worden gehaald. Dikwijls leidt een dergelijke maatregel effectief naar een verbetering van de woning, maar dikwijls ook naar de verkoop van de woning. Bij onbewoonbaarverklaring kan de huurder ook niet in de woning blijven en komt hij niet zelden in een nog slechtere woning terecht. Daarom dat kwetsbare huurders meestal aarzelen om de stap naar ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring te zetten. Er moeten dus meer garanties komen om de huurder te beschermen. We zouden de instrumenten, waarover het stadsbestuur beschikt, graag beter kennen! De oprichting van een woonwinkel kan een oplossing bieden. Ook het systeem van renovatiepremies voor eigenaars en verhuurders vinden we een goede zaak, maar we willen hier ook benadrukken dat het dan ook van het grootste belang is dat de Stad en de Vlaamse overheid er ook echt op toeziet dat een renovatiepremie niet leidt tot een verhoging van de huurprijs. Het verbod op huurprijsverhoging na renovatie (met premie) is van het hoogste belang voor de zwakste huurders! Kan er geen koppeling komen van een huurprijs en kwaliteit eventueel via de conformiteitsattesten?
18
Thema 3: Zoektocht naar een woning “Mijn verhaal begint in 1991. Ik was 18 jaar en moest vertrekken uit de instelling waarin ik enkele jaren verbleven had. Mijn zoektocht naar een woning begon. Ik had een eigen inkomen; ik dacht dat dit dus makkelijk zou lukken. In het immokantoor vond ik een woning die mij wat huurprijs betreft wel haalbaar leek. De waarborg die men mij vroeg kon ik echter niet voorleggen. Ik vertelde hen dat dit via het OCMW wel kon geregeld worden. Mijn dossier was ineens gesloten. Dat de waarborg via het OCMW moest betaald worden, was voor hen blijkbaar reden genoeg om mij niet te aanvaarden als kandidaat-huurder. Ik had toch een eigen inkomen? Ik zou de huur toch betalen? Dan maar geprobeerd via een ander immo-kantoor, maar ook daar kreeg ik dezelfde boodschap te horen: wij aanvaarden geen OCMW-waarborg. Uiteindelijk kon ik, met de medewerking van enkele opvoeders uit de instelling, terecht in een appartement van het Koningin Fabiolapark. Veiligheidshalve liet ik me ook opschrijven op de wachtlijst van de sociale huisvestingsmaatschappij. Enkele jaren gingen voorbij. In 1993 werd mijn eerste dochter geboren. Het appartement werd te klein; ik moest opnieuw op zoek naar een grotere woning. Bij de huisvestingsmaatschappij was er nog steeds geen woning beschikbaar. Ik ging opnieuw langs bij een immo-kantoor. Weerom moest ik vaststellen dat het voorleggen van een OCMW-waarborg voor hen een reden was om mij een huis te weigeren. Waar moeten mensen zoals ik dan naartoe? Ondertussen zijn we vele jaren verder en heb ik meegewerkt aan de bespreking van een voorstel tot het oprichten van een huurwaarborgfonds. We hebben het wetsvoorstel gelezen en besproken samen met andere mensen die in dezelfde situatie staan. We hebben onze suggesties voorgelegd aan vele politici tijdens een werkbezoek in de senaat. Jammer genoeg is van ons vele voorbereidende werk niet veel overgenomen en is het idee van een huurwaarborgfonds eigenlijk opnieuw afgevoerd. Voor politici is dit dossier gesloten, voor ons blijft de deur van het immo-kantoor gesloten...” (Peggy) “Eens je in het Doorgangshuis zit, zijn ze ook minder geneigd om iets aan ons te verhuren. Ze hebben schrik om hun geld niet te krijgen. Dit is deels uit ervaring, deels uit angst.” “Huisbazen doen moeilijk als je geen vast inkomen (lees: werk) hebt. Ze verhuren zelfs niet als je een waarborg van het OCMW hebt, of als je alleenstaande bent. Mensen worden geweigerd omdat ze de waarborg niet zelf kunnen betalen.” “De meeste immo-kantoren vragen je loonfiche van de laatste drie maanden: ze willen zekerheid dat er betaald wordt. Om een woning te zoeken stap je toch het makkelijkst naar een immo-kantoor of doorblader je de krant.” “De zoektocht naar een woning zorgt voor veel stress. Het weegt zwaar op je.” “Sommige huisbazen hebben problemen met je leeftijd. Een meisje van twintig jaar met twee kinderen wordt niet goed bekeken.”
19
Z e s t h e m a ’ s
Z e s t h e m a ’ s
De werkgroep vatte de bespreking van dit thema aan met een rondvraag: “Hoe zoek je een woning?” , “Waar let je op als je een woning zoekt?”en “Welke problemen kom je tegen bij je zoektocht?” Vooral de uitsluiting omwille van hun financiële situatie stuit de mensen erg tegen de borst.
Enkele gegevens uit de woonsurvey 2005 en de woningschouwing 2005: Volgens de verhuurders: Bezwaren tegen potentiële huurders: - Van een andere afkomst: * Zoekt een andere huurder: 26,6% * Vindt het minder prettig, maar aanvaardt: 30,8% - Alleenstaande met kinderen: * Zoekt een andere huurder: * Vindt het minder prettig, maar aanvaardt:
10,6% 12,6%
- Iemand die afhankelijk is van een huurwaarborg van het OCMW: * Zoekt andere huurder: 40,5% * Vindt het minder prettig, maar aanvaardt: 16,5% Uit de jaarverslagen van de Sint-Niklase onthaalcentra (Doorgangshuis en de Brug) blijkt dat er in 2006 - 826 aanmeldingen zijn geweest van mensen zonder onderdak.
Ideeën, vragen, woonwensen en beleidsaanbevelingen van de werkgroep: -
-
-
-
Het stadsbestuur zou met de immo-kantoren in gesprek kunnen gaan over de discriminatie van mensen die het al moeilijk hebben. Een ethische code voor immo-kantoren en private verhuurders, zoals vermeld in het lokaal sociaal beleidsplan, vinden wij een goed voorstel. Het uitbouwen van een woonwinkel – éénloketfunctie, zodat we niet meer van het kastje naar de muur worden gestuurd! Woonzoekbegeleiding moet hierin een plek krijgen! De oprichting van een sociaal immo-kantoor zoals er sociale interimkantoren bestaan. Volgens de nieuwe huurwet moeten huurprijzen duidelijk vermeld staan op affiches en in advertenties. Maar de gemeentebesturen zeggen: als we geen extra personeel krijgen, kunnen we deze controle niet doen. Met andere woorden: er verandert dus niets. Dat vinden we jammer. De zoektocht naar een woning wordt een pak gemakkelijker als de huurprijs op voorhand gekend is. We weten dat het stadsbestuur momenteel werk maakt van noodwoningen. Wij vinden het hierbij echt belangrijk dat ook mensen die omwille van wanbetaling op straat staan, hierin een plaats kunnen krijgen. (Vertrek je vanuit een schuldmodel: ‟t is hun eigen schuld of vertrek je vanuit een structureel armoedemodel?)
20
-
-
De computer is een hedendaags middel om een woning te zoeken. Velen van ons hebben er geen en via de bibliotheek (te beperkte periode) is de toegang moeilijk. Is het niet mogelijk om ergens (Inloopcentrum Den Durpel, het OCMW, de toekomstige woonwinkel, …) enkele computers te voorzien waar mensen op zoek kunnen gaan (onder begeleiding) naar een woning? We vragen ons af of we bij uitsluiting op de woningmarkt omwille van ons inkomen of omwille van het gebruik van een OCMW-waarborg met een klacht terecht kunnen bij het Centrum voor gelijke kansen en voor racismebestrijding?
Z e s t h e m a ’ s
21
Z e s t h e m a ’ s
Thema 4: Huurprijzen en waarborg “Ik vind niets op de gewone markt, de prijs is te hoog. Een huishuur loopt al gauw op tot € 500 euro en nu betaal ik al € 325 per maand. Ik heb alle nutsvoorzieningen in mijn huis, elektriciteit, bad, alles is er. De huishuur valt mee maar de kwaliteit is er ook naar.” “De huishuur is te hoog. Het is niet te betalen. Ik ben zeker naar honderd huizen gaan kijken. Ik heb gezocht bij immo-kantoren en in kranten, Ik heb veel rondgereden en veel gezien. Allemaal voor veel geld en dikwijls nog niet leefbaar.” “Ik vond dan eindelijk een huis, van +/- 300 euro, maar kreeg het niet omdat ik werkloos was. Nochtans was net dit huis betaalbaar.” “Ik woonde samen, maar wou weg. Nu woon ik in het Doorganghuis en ben ik werkloos. Ik heb vaak gehoord dat het moeilijk is om iets te vinden. De prijs is nog steeds hoog, maar ik heb iets gevonden van 420 euro.“ “Ik heb lang gezocht naar een betaalbare woning. Meer dan een studio heb ik niet gevonden. Alles is veel te duur. Nu betaal ik € 250 euro. Ik heb anderhalf jaar in de Bremstraat (Doorgangshuis) gewoond, omdat ik geen betaalbare woning vond.” “Bij een immo-kantoor moet je nog 1 maand extra commissie betalen: direct vijf maand huur. Het is toch niet serieus: het immo-kantoor levert diensten aan de verhuurder en ik als huurder moet hen dan betalen.” “ Mijn inkomen bedraagt 766 euro per maand, ik betaal 364 euro per maand huur voor een kleine studio. Dat is bijna de helft van mijn inkomen. Na aftrek van de vaste kosten blijft er nog 200 euro per maand over om van te leven. Dat is nog geen 7 euro per dag om voeding, kledij, GSM-kaart, vervoer en dergelijke van te betalen.” In de werkgroep waren we eigenlijk nogal vlug uitgepraat over de huurprijzen. Een algemene vaststelling is dat de huurprijzen voor kwaliteitsvolle woningen op de private huurmarkt onbetaalbaar zijn voor mensen met een laag inkomen. Bovendien is de concurrentie binnen de laagste prijsklasse zo groot dat huisbazen voor woningen van slechte kwaliteit een vrij hoge huurprijs kunnen vragen. Ook de huurwaarborg blijkt een zware hap te nemen uit de gezinsbudgetten van mensen met een laag inkomen. Daarom heeft onze werkgroep – samen met andere groepen uit Vlaanderen en het Vlaams netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen – meegewerkt aan een voorstel voor een huurwaarborgfonds. De werkgroepleden zijn dan ook enorm teleurgesteld dat hun werk geen vruchten heeft afgeworpen. Het huurwaarborgfonds werd op federaal niveau afgevoerd onder het zware lobbywerk van de banken.
22
Z e s
Enkele cijfers (Bron: woonsurvey 2005) Maandelijkse huurprijs zonder bijkomende kosten: * Minder dan 200 euro: 4,3% * 200 – 300 euro: 10,5% * 300 – 400 euro: 26,2% * 400 – 500 euro: 29,3% * 500 – 600 euro: 16,7% * 600 euro en meer: 13,0% Gemiddelde huurprijs: Bijkomende kosten:
431 euro 127 euro
Gemiddelde woonquote (Dat is het deel van hun inkomen dat mensen aan huur uitgeven)
* * * *
0 – 20% > 20% > 30% > 40%
28,7% 71,3% 39,2% 17,3%
Ideeën, vragen, woonwensen en beleidsaanbevelingen van de werkgroep: -
-
-
Wij zijn een absolute voorstander van huurprijsregulering. Ook het linken van kwaliteit en huurprijs vinden we belangrijk. De Vlaamse huursubsidies schieten hun doel toch wel enigszins voorbij. De procedure is veel te lang. Het duurt maanden vooraleer er iemand langskomt om te zien of je aan alle criteria voldoet, dan duurt het nog eens maanden vooraleer je de eerste uitbetaling krijgt. Wij kunnen dus geen betere woning met huursubsidies huren, want wij kunnen die huursubsidies geen maanden voorfinancieren. Misschien kan de Stad SintNiklaas in afwachting van een betere procedure een soort rollend fonds voorzien dat de huursubsidie voorschiet. Er zijn alleszins gemeenten in Vlaanderen die dit doen. We vinden het zeer onlogisch dat wij het immo-kantoor een maand commissie moeten betalen, terwijl zij toch vooral diensten aan de verhuurder bieden. In sommige regio‟s is dit anders. Kan dit niet gereglementeerd worden? Borg op afbetaling is voorzien in de nieuwe huurwet, maar hoe moet dat dan in de praktijk en waarom moeten mensen die hun huurwaarborg afbetalen 3 maand borg betalen terwijl dit maar 2 maand is voor wie die in één keer betaalt. We hebben het al zo moeilijk en dan moeten we nog meer betalen dan een ander. De huisbaas blijft op deze manier ook weten of je een spaarpotje hebt om op terug te vallen of niet. Wij hopen dat de politici de moed hebben het voorstel van het huurwaarborgfonds terug op te vissen en door te voeren!
23
t h e m a ’ s
Z e s
-
De prijzen op de private huurmarkt zijn echt bijna niet te betalen voor mensen met een laag inkomen. Wij stelden aan het stadsbestuur voor om aan mensen die al lang op de wachtlijst voor een sociale woning staan huursubsidies te geven om de wachtperiode te overbruggen. Het stadsbestuur schreef ons een brief dat ze deze piste voor Sint-Niklaas zullen onderzoeken. We zijn benieuwd!
t h e m a ’ s
(met dank aan Hanne Fabri en Samenlevingsopbouw Gent voor het uitlenen van deze cartoon)
24
Thema 5: Sociale huisvesting “Ik heb één jaar in het vluchthuis in de Bremstraat gewoond. Ik stond al drie jaar opgeschreven voor een sociale woning of appartement met twee slaapkamers (één voor mij en één voor mijn gehandicapte zoon). Toch was het nog steeds niet mijn beurt. Ik ben dan maar naar iets op de private huurmarkt gaan zoeken. Ik heb toen een studio gehuurd in de Kleine Peperstraat. Daar woonde ik 6 maand helemaal boven. Mijn gehandicapte zoon kon niet naar huis komen omwille van de beperkte woonruimte in mijn studio. We hadden het er allebei behoorlijk moeilijk mee dat we elkaar bijna niet meer konden zien. Ik kon wel eens bij hem op bezoek gaan in de instelling, maar in het weekend of de vakantie kon hij nooit naar huis komen. Toen heb ik een brief geschreven naar koningin Fabiola. Ik vroeg haar me te helpen om een woning te vinden waar ik mijn zoon kon ontvangen. Zij antwoordde me dat ze me zou helpen en mij het beste wenste met mijn zoon. Enkele maanden later kreeg ik een appartement toegewezen in Sinaai. Ik vond dit eerlijk gezegd niet zo leuk, want ik ben een geboren Sint-Niklazenaar en ik had het er moeilijk mee mijn vertrouwde omgeving achter te laten. Toch ben ik dan naar Sinaai verhuisd. Ik vraag me nu nog dikwijls af hoe lang ik nog had moeten wachten als ik de koningin niet had aangeschreven. Ik heb eerst zeven jaar op het eerste verdiep gewoond. Later mocht ik dan een appartement op het gelijkvloers betrekken. Dat is beter voor mijn zoon. Ik woon ondertussen eigenlijk wel graag in Sinaai en Sint-Niklaas ligt nu niet aan het einde van de wereld. Ik ga vaak eens met de bus naar Sint-Niklaas. Aan mijn appartement is er een prachtig tuintje. Ik heb echter geen achterdeur. Ik moet langs de voordeur, door de stal om naar mijn tuin te gaan. Ik vraag al vier jaar aan de Sociale huisvestingsmaatschappij om een achterdeur te plaatsen. Ik ben zelfs tot aan het rijksfonds voor mindervaliden geweest. Zij wilden ook tussen komen, maar ik moest dan zelf nog een groot deel zelf betalen en dat kan ik jammer genoeg niet met een overlevingspensioentje! Nu hebben ze me beloofd dat de deur er dit jaar komt. Eerst zien en dan geloven!” (Emmy)
“Ik heb twaalf jaar in een huis van de sociale huisvestingsmaatschappij gewoond. Het was een bel etage woning. Beneden was er een garage en een soort hobbykamer, een gang en een wc. Dan had je de trap naar het eerste verdiep waar zich de living en de keuken bevonden. Op de tweede verdieping hadden we drie slaapkamers, een wc en een badkamer met ligbad en lavabo. Ik heb er heel graag gewoond! Het was er rustig wonen. In de zomer zaten we vaak in de tuin. Dan speelden de kinderen er lustig op los. Er was ook nog een zolder aan het huis. Die hadden we ingericht tot een speelkamer voor de kinderen. Mijn kinderen hebben er echt graag gewoond. Daarom wil ik hier ook een oproep doen voor speelruimte voor kinderen! Ik moet dan denken aan de vele kinderen die in een appartement van de Sociale huisvestingsmaatschappij wonen. Daarom zijn we vragende partij om in elke wijk zeker speelruimte voor onze kinderen te voorzien!“ (Marina)
25
Z e s t h e m a ’ s
Z e s t h e m a ’ s
“Ik ben ingeschreven voor een sociale woning en sta op de 75 ste plaats. Dat is nu het derde jaar, wat bewijst dat het moeilijk is. Toen ik ging informeren, vertelden ze me dat het nog anderhalf jaar kan duren!” Sociale huisvesting was een hot item in de werkgroep wonen. Vooral de lange wachtlijsten zijn voor velen een doorn in het oog. We vatten dit thema aan met een ontmoeting met de toenmalige voorzitter van de Sociale huisvestingsmaatschappij, Mike Nachtegael. Hij beantwoordde al onze vragen over wachtlijsten, voorrangsregelingen, mutatieregels, kosten, ... Met onze rugzak vol informatie gingen we aan de slag om een open brief te schrijven naar de Sociale huisvestingsmaatschappij. We dachten samen na over wat er nog beter kon. Dat resulteerde in een “Open brief aan de Sociale huisvestingsmaatschappij: Enkele tips om het nog beter te doen.” U vindt deze brief in bijlage 4. Naar aanleiding van deze open brief gingen we ook de dialoog aan met de Sociale huisvestingmaatschappij. We bezochten met de werkgroepleden ook het Sociaal verhuurkantoor (SOVEKA Waasland), waar we informatie kregen over het ontstaan van SOVEKA en over de toewijzingscriteria bij sociale verhuurkantoren. Het viel ons echter vooral op dat ook daar lange wachtlijsten het systeem vastzetten. Voor ons blijft de hamvraag: Waar kunnen mensen met een laag inkomen terecht … als ze op de private huurmarkt geen betaalbare woning vinden.
Enkele cijfers - Meer dan 300 mensen staan momenteel op de wachtlijst van het Sociaal verhuurkantoor Waasland. Zij hebben iets meer dan 100 woningen in beheer. - 1481 gezinnen staan op de wachtlijst van de Sint-Niklase maatschappij voor huisvesting – dat is meer dan het aantal sociale wooneenheden die zij in beheer hebben, nl. 1469. - Uit de woonsurvey 2005 blijkt dat slechts 5,6% van de huurders in Vlaanderen huren op de sociale huurmarkt. De nood is veel groter dan het aanbod! In de ons omringende landen ligt het percentage sociale huurders opvallend hoger: namelijk Frankrijk: 17%, Nederland: 35%, Verenigd Koninkrijk: 21%.
Ideeën, vragen, woonwensen en beleidsaanbevelingen van de werkgroep: -
-
Er zouden veel meer sociale woningen, zowel van het Sociaal verhuurkantoor, als vanuit de Sint-Niklase maatschappij, moeten komen. We lezen in het lokaal sociaal beleidsplan dat het stadsbestuur ernaar zal streven dat de wachtlijst beperkt wordt tot 20% van het patrimonium. Er is op dit vlak dus veel werk aan de winkel! In beide gevallen (SOVEKA en Sint-Niklase maatschappij voor huisvesting) is de wachtlijst groter dan hun patrimonium! Voor onze andere voorstellen in verband met sociale huisvesting verwijzen we graag naar onze open brief in bijlage 4.
26
Thema 6: Relatie huurder-verhuurder “De Huurdersbond heeft een brief opgesteld waarin alle pijnpunten van mijn woning opgesomd worden. Die brief moet ik dan onder mijn eigen naam opsturen. Gevolg: ik ben zelf de klos. Ik heb geen bescherming tegen de verhuurder. Het is niet plezant om steeds in twist te leven, ook al stel ik de huisbaas gewoon voor de feiten. Door een tekort aan degelijke, betaalbare woningen trekt de huisbaas aan het langste eind. Je bent gebonden aan de huisbaas. Je bent tevreden dat je daar kan blijven wonen, want ik heb al eens zes maanden op straat gewoond.” “De eigenaar is ook niet snel met herstellingen en biedt totaal geen hulp. De Huurdersbond helpt, maar zorgt wel voor een etiket van „ambetante huurder‟.” “Ook eigenaars maken veel mee, de problemen liggen vaak bij de huurders. Ik heb nooit problemen met de eigenaars gehad.” “Ik heb geen problemen, ik heb een goede huisbazin. Als er iets is, wordt dit opgelost. De huur slaat niet op. Mijn man doet zelf veel in het huis en ik onderhoud mijn huis zeer goed! We betalen per maand 425 euro. De gemiddelde huishuren in de straat liggen tussen de 525 euro en 625 euro. We mogen dus tevreden zijn. Mijn man heeft slaapkamers gemaakt op zolder. De huisbaas betaalde al het materiaal. Ze nodigen ons zelfs soms uit. We blijven daar wonen omdat we een goede huisbaas hebben” “Je moet je ook eens in de plaats van de verhuurder durven stellen. Je zou zelf ook aan zekerheid denken. Ze denken: een man alleen, die is niet proper en zal niet goed voor de woning zorgen. Koppels zonder kinderen krijgen altijd voorrang.” “Mijn huidige huisbaas brengt het huis perfect in orde. Zonder te vragen kreeg ik laminaat. Hij nodigde me zelfs uit om samen verf te gaan kiezen. Hij heeft het zelf geschilderd, ik heb zelf niets moeten doen. Er is wel elk jaar een indexaanpassing. Jammer dat de huur op die manier naar omhoog gaat. Het wordt op die manier een dure woning. En daar heb je zelf niet voor gekozen.” Enkele leden van de werkgroep hebben hun ervaringen over de relatie met hun huisbaas aan de andere leden van de werkgroep verteld. Er kwamen zowel positieve als negatieve ervaringen met verhuurders aan bod. Bij de negatieve ervaringen vielen vooral de onderliggende gevoelens op: onzekerheid over hun woonsituatie (de huisbaas gaat verkopen), machteloosheid (herstellingen laten op zich wachten), angst om hun huis te verliezen (ik durf niets zeggen, want anders zet hij mij buiten en deze huishuur kan ik net betalen), … Opvallend in dit gesprek was ook dat vele huurders de houding van verhuurders ook probeerden te begrijpen: “We weten ook wel dat sommige huurders het bont maken, alleen vinden we dat verhuurders dat niet mogen veralgemenen naar iedereen met gelijkaardige kenmerken”.
27
Z e s t h e m a ” s
Z e s t h e m a ’ s
Enkele cijfers: (Bron: Woonsurvey 2005) Volgens de huurders is de relatie met de verhuurder (sinds aanvang huurcontract): * Zeer goed: 43,9% * Goed: 40,1% * Noch goed, noch slecht: 12,7% * Slecht: 2,2% * Zeer slecht: 1,1% Heeft conflict gehad met verhuurder (sinds aanvang huurcontract): 23,7% De meeste conflicten met verhuurders gaan volgens de huurders over: uitvoering herstellingswerken (12,1%), verdeling kosten herstellingswerken (6,1%), privacy (3,6%), storten huurwaarborg op een geblokkeerde rekening (2,4%). Volgens de verhuurder is * Zeer goed: * Goed: * Noch goed, noch slecht: * Slecht: * Zeer slecht:
de relatie met de huurders (in het algemeen): 45,3% 41,8% 8,7% 3,7% 0,6%
Heeft ooit een conflict gehad met huurders: 62% De meeste conflicten met huurders gaan volgens de verhuurders over: betaling huur (29,8%), uitvoering herstellingswerken (11,8%), opzeg huurcontract (11,9%), storten huurwaarborg op een geblokkeerde rekening (10,6%).
Ideeën, vragen, woonwensen en beleidsaanbevelingen van de werkgroep: -
-
Om eigenaars die een goede verhouding met hun huurders onderhouden en daar ook een erezaak van maken als dusdanig te erkennen zou bijvoorbeeld een label “ethische verhuurder” kunnen worden ontworpen en uitgereikt. Er zou, naar analogie met het experiment dat nu onder andere in Gent loopt, een bemiddelingsprocedure kunnen worden uitgewerkt voor huurders en verhuurders die een conflict hebben. De Stad Sint-Niklaas zou hiervoor een huurbemiddelaar kunnen aanstellen.
28
Deelproject “Klimaat op maat” In oktober 2006 kreeg Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen de vraag van de Stad Sint-Niklaas, dienst milieu om het project “Klimaat op maat” mee te helpen realiseren in Sint-Niklaas. We gingen daar graag op in. Binnen het project “Recht op wonen voor iedereen” vonden we het immers ook belangrijk met mensen op weg te gaan rond: „Wat kan ik zelf doen om mijn woonsituatie te verbeteren?‟ Dit deelproject paste perfect binnen deze doelstelling. ―Klimaat op maat‖ in ’t kort De Bond Beter Leefmilieu en partners zetten een weddenschap op tussen gemeenten, OCMW‟s en sociale huisvestingsmaatschappijen (de organiserende partners) enerzijds en groepen bewoners anderzijds om binnen vier maanden – van 1 december tot 31 maart – acht procent energie te sparen. De groep die de weddenschap aangaat, wordt gesteund door één of meerdere energiemeesters. De groepen deelnemers zijn mensen uit kansengroepen. De energiemeesters zijn professionele krachten van de organiserende partners of vrijwilligers. “Klimaat op maat”, dat is energiebesparing zonder grote investeringen. In essentie zorgt “Klimaat op maat” voor een reflex: door het bijhouden en opvolgen van de meterstanden, geraak je geïnteresseerd in je energieverbruik en begin je stil te staan bij de hoogte van je verbruik. Deelnemers aan “Klimaat op maat” doen dat bovendien in groep, wat veel leuker is dan alleen. Iedereen heeft wel een eigen tip om het energieverbruik te doen dalen. “Klimaat op maat” is uiteindelijk ook hulp krijgen van een energiemeester. Iemand die je ondersteunt in energiebesparing, maakt de inspanning vlotter verteerbaar. In Sint-Niklaas waren er twee energiemeesters aan het werk binnen het project “Klimaat op maat”. Vanuit Samenlevingsopbouw begeleidden we gedurende vier maand acht gezinnen om energie te gaan besparen. Bij zeven van de acht gezinnen is dat gelukt. Eén gezin heeft een groot meerverbruik, maar dat is veroorzaakt door overmacht. De pomp van de verwarmingsketel is een tijdje kapot geweest bij dat ene gezin … dat heeft hun verbruik enorm de hoogte in geduwd. Hieronder vindt u de resultaten van het project:
Registratie energiebesparing Gezin
A B C D E F G I
Verbruik
11622,5 17245 13525,5 40597,5 39590,5 18616,5 14342,5 19160
Verbruik na “Klimaat op maat” 10055 7106 12665 31701,5 54529,5 16383,5 13121 18465
29
Besparing
-13,49% -58,79% -6,36% -21,91% 37,73% -11,99% -12,44% -3,62%
K l i m a a t o p m a a t
o p m a a t
Evolutie verbruik 60000 50000 40000 Verbruik 30000 (kWh) 20000
Verbruik Verbruik na Klimaat op maat
10000 0 A
B
C
D
E
F
G
I
Gezin
energiebesparing
energiebesparing
80,00% 60,00%
Besparing (%)
K l i m a a t
40,00% 20,00% 0,00% -20,00%
A
B
C
D
E
F
G
I
-40,00% -60,00% Gezin
Als groep (15 gezinnen) haalden we de uitdaging net niet, we bespaarden als groep immers 7,63%. Toch vinden zowel de gezinnen, als de energiemeesters het project meer dan geslaagd. We hopen dan ook dat de stad volgend jaar opnieuw deze uitdaging met nieuwe gezinnen aan gaat!
30
Het eindproduct van ons project: de woonwandeling en marktactie - 19 juni 2007 – een einde, maar ook een nieuw begin …
Als eindpunt voor het project “Recht op wonen voor iedereen?” kozen we ervoor een woonwandeling en marktactie te organiseren. De voorbereidingen voor de marktactie en woonwandeling waren velerlei: we tekenden een parcours uit, we beschilderden spandoeken, we maakten teksten op bestaande melodieën over wonen, mensen schreven getuigenissen uit, er werden brochures, affiches, uitnodigingen in elkaar gebokst, …Kortom we hebben er ons werk van gemaakt!
Beschilderen spandoeken
31
W o o n w a n d e l i n g E n m a r k t a c t i e
W o o n w a n d e l i n g E n m a r k t a c t i e
Deze woonwandeling en marktactie hebben verschillende doelstellingen. Vooreerst willen we daarmee enkele woondiensten (het Sociaal verhuurkantoor, de Huurdersbond en het Woonloket, …) bekender maken bij het publiek. Die bekendmaking ondersteunen we bovendien door de uitgave van een brochure met informatie over de lokale woondiensten. Daarnaast willen we onze woonwensen meegeven aan beleidsmakers en oplossingsactoren … het einde van ons project, … het begin van het aan de slag gaan met onze tips en ideeën door beleidsmensen … liefst in dialoog. Wij volgen alleszins op wat er met onze tips gebeurt! Daarom pleiten wij ook voor het opstarten van het armoedeplatform (vermeld in het lokaal sociaal beleidsplan) waarin rechtstreeks in overleg kan worden gegaan met armen. Dit overleg mag evenwel niet worden opgesloten in welzijn. Ook de hardere sectoren moeten oog hebben voor de noden en bekommernissen van de kwetsbare groepen in de maatschappij! “Armoede gaat niet alleen over weinig of te kort hebben, armoede gaat vooral over niet meetellen, niet gehoord worden … als je ons minder arm wil maken … moet je ons vooral au serieus nemen!” Daarin lag voor de werkgroepleden ook de meerwaarde van dit project. Zij werden beluisterd en mochten hun zeg doen … tegen elkaar, tegen de groepswerkers, tegen andere organisaties maar ook tegen beleidsmakers en andere oplossingsactoren en dat deed deugd. “Als je in miserie leeft, word je onzichtbaar … mensen kijken liever weg, dat is gemakkelijker. Ook zelf willen we soms liever in een hoekje kruipen, maar door in groep over onze problemen te praten, merken we dat we niet alleen zijn. Dat doet deugd, dat maakt ons sterker. Nu durven we naar buiten komen … als groep … want ook wij hebben recht op goed wonen! Beste beleidsmakers, beste woondiensten, Mogen wij op jullie rekenen, om samen met ons, het “recht op wonen voor iedereen” waar te maken?”
Onze spandoeken zijn af! Nu nog goed weer!
Is het nu “onbewoonbaar verklaard” of “onverklaarbaar bewoond”?
In bijlage 1 vindt u de uitnodiging voor de woonwandeling en marktactie “Recht op wonen voor iedereen?” In bijlage 2 vindt u het programma!
32
Bijlage 1: Uitnodiging Woonwandeling en marktactie
―Woonwandeling en marktactie: Recht op wonen voor iedereen?‖
Wanneer?
Dinsdag 19 juni 2007 - vertrek woonwandeling om 9u30 aan den Durpel (Mercatorstraat 91— Sint-Niklaas) -marktactie, Grote markt, Sint-Niklaas - 14u
Waarom?
Omdat iedereen recht heeft op goed wonen en we dat met velen moeten laten zien en horen aan het beleid! Ook jouw aanwezigheid is belangrijk!
Meer info en inschrijvingen? - In Inloopcentrum Den Durpel, Mercatorstraat 91, Sint-Niklaas - 03/ 778 23 12 - Bij Els Van de Steene van Welzijnsschakels - 03/777 53 69 - (
[email protected]) - Bij Nicole Formesyn van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen - 03/ 777 12 14 (
[email protected])
33
u i t n o d i g i n g
p r o g r a m m a
Bijlage 2: Programma woonwandeling en marktactie
―Recht op wonen voor iedereen?‖
Beste,
Bij deze nodigen we je hartelijk uit om mee te stappen op onze woonwandeling en deel te nemen aan onze marktactie op dinsdag 19 juni! Je vindt het programma en de inschrijfstrook hieronder!
Programma woonwandeling -
9u15 9u30 9u45 10u20 10u30 11u30 11u45 12u15
-
Welkom Vertrek woonwandeling aan Den Durpel Kort bezoek aan het „Sociaal Verhuurkantoor‟ Getuigenis over “de zoektocht naar een woning” Kort bezoek aan de „Huurdersbond‟ met koffiepauze Getuigenis over “sociale huisvesting” Getuigenis over “kwaliteit van woningen” Kort bezoek aan het „stedelijk woonloket‟
Programma marktactie
- Doorlopend - van 12u30 tot 15u – woonmarkt: woondiensten stellen zich aan u voor! - 12u30 - 13u45 - 14u - 14u30 - 15u
- Aankomst op de markt - Middagpauze met gratis broodje + drankje voor de woonwandelaars (mits inschrijving op voorhand)! - Muzikale omlijsting –we zingen onder andere samen het woonlied! - Getuigenissen - Overhandigen van onze brochure + reactie van de beleidsmensen - Afsluiting
Jij komt toch ook? Ook jouw aanwezigheid is belangrijk!
34
Bijlage 3: Reacties van de werkgroep wonen op het witboek van de Stad Sint-Niklaas Project “Recht op wonen voor iedereen!”
Wie zijn we? Sinds 2004 loopt er in Sint-Niklaas een project “recht op wonen voor iedereen.” Dit project is een initiatief van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw, afdeling Sint-Niklaas i.s.m. CAW Waasland, afdeling Inloopcentrum Den Durpel en Welzijnsschakels. We brengen kansarme huurders op de private en sociale huurmarkt regelmatig samen om hun ervaringen te beluisteren en ze met hen te bundelen om zo stem te geven aan hun woonwensen en –behoeften naar oplossings- en beleidsactoren. Wij hopen dat dit ertoe bijdraagt dat de eigen situatie en die van lotgenoten op de private (en sociale) huurmarkt verbetert. Hoewel we beseffen dat het behoorlijk laat is, willen we vanuit de werkgroep wonen toch graag nog reageren op het witboek. We hopen dat er nog rekening gehouden wordt met onze suggesties en bedenkingen, die hieronder volgen.
Reacties vanuit de „werkgroep wonen‟ op het witboek – deel wonen p 13 – 15: Eerst en vooral willen we benadrukken dat we blij zijn met de aandacht in het witboek voor de realisatie van “het recht op wonen” voor iedereen in onze stad!
1. De lokale woonraad – p13 Het is een goede zaak, dat de lokale woonraad actief zal betrokken worden bij de totstandkoming van het woonplan. We merken echter op dat bepaalde „doelgroepen‟ wel en andere niet rechtstreeks en actief betrokken worden bij de lokale woonraad. Wij (en misschien ook nog andere doelgroepen?) zijn dan ook vragende partij om actief te participeren aan het woonbeleid van onze stad.
R e a c t i e s O p h e t
2. De woonwinkel – p14 We lezen over de stedelijke woonwinkel en zijn daarover verheugd. We hopen echt dat die er komt en dat dan ook alles wat met wonen te maken heeft daar geconcentreerd zal zijn. Voor gezinnen in moeilijkheden is het heel belangrijk dat ze op één plaats terecht kunnen en niet van het kastje naar de muur worden gestuurd!
3. Meer sociale woningen – p14 Ook de intentie om een topprioriteit te maken van het verhogen van het aanbod sociale woningen, juichen we toe. Mogen we hier de nadruk leggen op de nood van grote gezinnen? De wachttijd voor een sociale woning voor een groot gezin loopt momenteel gemakkelijk op tot zeven tot acht jaar. Misschien kan hier “een idee van elders” de hoogste nood van deze gezinnen al ledigen?
35
w i t b o e k
R e a c t i e s O p h e t
EEN TIP VAN ELDERS – OOK VOOR ST-NIKLAAS? De stad Roeselare geeft huursubsidies aan gezinnen die al langer dan drie jaar op de wachtlijst van de sociale huisvestingsmaatschappij staan! Dit lijkt ons een goede regulering We hopen dat het stadsbestuur het procentueel aandeel sociale woningen bij nieuwe van de huisvestingsmarkt. Zij die moeilijk kunnen huren op de privé-markt, maar omwille van woonprojecten (p 15 bovenaan) kan waarmaken. Het is een goed en vooruitstrevend de lange wachtlijsten bij de sociale huisvestingsmaatschappij noodgedwongen moeten huren instrument om het aantal sociale woningen te doen stijgen! op de private markt, worden ondersteund eens de wachttermijn voor een sociale woning te lang wordt.
4. Woonkwaliteit We lezen dat het stadsbestuur beschikt over efficiënte instrumenten om verkrotting tegen te gaan en behoorlijke woonkwaliteit af te dwingen. Nochtans merken we dat velen van ons nog steeds in woningen leven die qua kwaliteit te wensen over laten, maar we durven geen stappen ondernemen omwille van onze zwakke positie op de huurmarkt. We zouden die instrumenten graag beter kennen! Ook het systeem van renovatiepremies voor eigenaars en verhuurders vinden we een goede zaak, maar we willen hier ook benadrukken dat het dan ook van het grootste belang is dat de stad er ook echt op toeziet dat een renovatiepremie niet leidt tot een verhoging van de huurprijs. Het verbod op huurprijsverhoging na renovatie (met premie) is van het hoogste belang voor de zwakste huurders!
5. Noodwoningen Een aantal onder ons – vaak diegenen die al eens aan den lijve ondervonden hebben wat het betekent om met je gezin op straat te staan – vinden de realisatie van de noodwoningen een absolute prioriteit! Iemand getuigde nog niet zo lang geleden: “Tien jaar geleden stond ik door omstandigheden met heel mijn gezin op straat. Het doet me echt pijn en het maakt me opstandig als ik merk dat er nog niet veel veranderd is sindsdien. Er is nog altijd geen degelijk systeem van noodwoningen in Sint-Niklaas. Nog steeds komen mensen noodgedwongen bij vrienden, familie of in crisisopvang of op straat terecht.” Mogen we dan ook vragen dat hier echt onverwijld werk wordt van gemaakt door het stadsbestuur? Ook de begeleiding naar een permanente woonst vinden we heel belangrijk. Een noodwoning moet immers een noodwoning blijven … we pleiten dan ook voor strikte criteria en een strikte beperking in tijd voor het wonen in een noodwoning. We hopen dat er iets met onze tips zal gebeuren!
w i t b o e k
De werkgroep wonen van het project “Recht op wonen voor iedereen” – een initiatief van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw in samenwerking met het CAW – Inloopcentrum Den Durpel en Welzijnsschakels.
36
Bijlage 4: Open brief aan de Sociale huisvestingsmaatschappij
Project “Recht op wonen voor iedereen!”
Open brief: Enkele tips voor de Sint-Niklase maatschappij voor huisvesting om het nog beter te doen Wie zijn we? Sinds 2004 loopt er in Sint-Niklaas een project “recht op wonen voor iedereen”. Dit project is een initiatief van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw, afdeling Sint-Niklaas i.s.m. CAW Waasland, afdeling Inloopcentrum Den Durpel en Welzijnsschakels. We brengen kansarme huurders op de private en sociale huurmarkt regelmatig samen om hun ervaringen te beluisteren , met hen te bundelen om zo stem te geven aan hun woonwensen en –behoeften naar oplossings- en beleidsactoren. Wij hopen dat dit ertoe bijdraagt dat de eigen situatie en die van lotgenoten op de private (en sociale) huurmarkt verbetert. De laatste twee maand hebben we vooral rond sociale huisvesting gewerkt. Wij ontmoetten in november Mike Nachtegael. Wij kregen een heldere uitleg over de werking van de sociale huisvestingsmaatschappij in Sint-Niklaas en kregen de kans enkele vragen te stellen en bedenkingen te formuleren. We merkten dat er al veel inspanningen worden geleverd om een moderne en communicatieve maatschappij te zijn voor uw huurders. Proficiat daarvoor! Toch kan het altijd nog beter … Daarom volgen hieronder enkele suggesties vanuit onze werkgroep wonen naar de Sint-Niklase maatschappij voor huisvesting. Wij hopen dat u het kan bekijken als opbouwende kritiek vanuit ervaringsdeskundigen, namelijk mensen die dagelijks aan den lijve ondervinden waar de gebreken en moeilijkheden liggen o.a. binnen het domein wonen.
Inschrijvingen en wachtlijsten “Ik sta nu al 3 jaar op de wachtlijst, ik sta op nummer 135. Dat hebben ze me gezegd bij de maatschappij. Men zegt me dat ik het op internet kan opzoeken, maar ik ben hier niet vertrouwd mee. Ik weet niet hoe dat moet en ik heb geen computer. En … wat wil dat zeggen nummer 135? Moet ik nu nog één, twee of drie jaar wachten op een sociale woning?”
→ Gezinnen vragen duidelijke, eenvoudige, eenduidige informatie bij inschrijving: over de wachtlijsten, over de gemiddelde duur van toewijzing van een woning, over de „herinschrijving‟ na twee jaar, over rechten en plichten, … → De meeste gezinnen vonden het oude systeem van wachtlijsten (per aantal slaapkamers) eenvoudiger en doorzichtiger. Zij zijn vragende partij voor een eenvoudig en eenduidig systeem van wachtlijsten.
37
O p e n b r i e f
O p e n b r i e f
Mensen hebben heel veel vragen: -
“Mag mijn hond mee als ik naar een sociale woning verhuis?” “Wanneer is een weigering gegrond en wat gebeurt er bij een weigering van een woning?
Enkele ideeën:
een checklist voor iedere medewerker die inschrijvingen doet, zodat de meest gestelde vragen preventief aan mensen worden beantwoord een eenvoudige folder met de antwoorden op de meest gestelde vragen van kandidaat-huurders
“Als je in miserie leeft, heb je soms niet de moed om van piet naar pol te lopen om alles in orde te krijgen. Voor het Sociaal verhuurkantoor kunnen we inschrijven aan het woonloket ; waarom kan dat niet voor de St-Niklase maatschappij voor huisvesting?.”
→ Gezinnen vragen naar een centraal infopunt voor alle woongebonden materie. Het stedelijke woonloket neemt nu gedeeltelijk deze functie op. Enkele ideeën:
Uitbouw van een woonwinkel in St-Niklaas waar onder andere de inschrijvingen voor zowel het Sociaal verhuurkantoor, als voor de StNiklase maatschappij voor huisvesting centraal kunnen gebeuren.
EEN TIP VAN ELDERS – OOK VOOR ST-NIKLAAS ? De stad Roeselare geeft huursubsidies aan gezinnen die al langer dan drie jaar op de wachtlijst van de sociale huisvestingsmaatschappij staan! Dit lijkt ons een goede regulering van de huisvestingsmarkt. Zij die moeilijk kunnen huren op de privé-markt, maar noodgedwongen moeten – omwille van de lange wachtlijsten bij de sociale huisvestingsmaatschappij – worden ondersteund eens de wachttermijn voor een sociale woning te lang wordt.
Communicatie en briefwisseling met huurders en kandidaat-huurders “Ik krijg regelmatig brieven van de St-Niklase huisvestingsmaatschappij over forfaits en opslag huur. Ik versta ze niet altijd even goed.”
→ Gezinnen vragen duidelijke informatie rond facturen, forfaits en opslag huur. Ze willen graag dat er duidelijke en eenvoudige taal wordt gebruikt. “Herstellingen laten vaak lang op zich wachten en als je er dan probeert achter te zitten, geven ze je gauw het gevoel dat je een “lastpak” bent.”
→ Gezinnen vragen minder lange wachtlijsten voor herstellingen. “We zitten in een afhankelijke positie en sommige medewerkers van de sociale huisvestingsmaatschappij laten ons dat graag voelen. We zouden het fijn vinden mochten we als volwaardige gesprekspartner aan de tafel mogen zitten.”
38
→ Gezinnen willen graag met respect behandeld worden en vragen om als volwaardige gesprekspartner gezien te worden. Enkele ideeën:
Er bestaan heel wat vormingsmogelijkheden over schriftelijke en mondelinge communicatie met kwetsbare gezinnen. Misschien een idee voor de medewerkers van de Sint-Niklase maatschappij voor huisvesting?
Betere verhouding huizen – appartementen “Voor een sociaal huis of appartement met 4 à 5 slaapkamers moet je vaak al tot 8 jaar wachten! Voor grote gezinnen met financiële problemen is dat echt een ramp!”
→ Gezinnen vragen dat er ook bouwplannen voor grotere sociale huizen en appartementen worden voorzien. De wachttijd voor grote gezinnen wordt echt als onredelijk gezien.
Meer speelruimte voor kinderen “Onze kinderen willen ook spelen in open ruimte. Het is niet omdat we door omstandigheden in armoede terecht zijn gekomen en in een sociale woning wonen dat onze kinderen niet mogen bewegen en spelen. Kinderen in sociale woonwijken worden vaak in hun spel beperkt (bijvoorbeeld: “verboden te voetballen”). Kan er geen speelruimte voor kinderen voorzien worden in elke wijk?”
→ Gezinnen vragen in elke wijk (een ingerichte) speelruimte voor kinderen.
39
O p e n b r i e f
O p e n
Controle van afspraken en regelgeving
b r i e f
→ Gezinnen vragen een oplossing voor het onderhouden van tuinen. We weten dat een aantal huurders door ouderdom of problemen moeilijk aan onderhoud kunnen doen.
“Ik heb een appartement geweigerd omdat ik mijn hondje niet mocht meenemen. Ik ken nochtans veel mensen die „sociaal wonen‟ en wel een hond hebben. Hoe kan dat nu! Waarom ik niet en zij wel?”
→ Gezinnen willen graag meer controle op het naleven van de regels in verband met huisdieren. Zij hebben soms het gevoel dat er willekeur speelt. Eenduidige regels, die dan ook voor iedereen toegepast worden, zouden veel duidelijkheid brengen. “Mijn buurman zijn tuin is een oerwoud. Hij werkt er nooit in. Ik schaam mij dan in zijn plaats als ik bezoek krijg. Onze wijk zou er zo mooi kunnen uitzien als iedereen zijn tuintje onderhoudt.”
Enkele ideeën:
Er zijn zoveel mensen, die zich willen inzetten (vrijwillig of betaald). Misschien is het mogelijk hiervoor vrijwilligers (of betaalde langdurig werklozen) in te schakelen?
Nood aan noodwoningen “Vijftien jaar geleden stond ik door omstandigheden met heel mijn gezin op straat. Het doet me echt pijn en het maakt me opstandig als ik merk dat er nog niet veel veranderd is sindsdien. Er is nog altijd geen degelijk systeem van noodwoningen in Sint-Niklaas. Nog steeds komen mensen noodgedwongen bij vrienden, familie of in crisisopvang of op straat terecht.”
→ Gezinnen vragen noodwoningen, zodat niemand op straat hoeft te staan! Enkele ideeën:
Kunnen er niet een aantal woningen van de Sociale huisvestingsmaatschappij als noodwoning dienen (in samenwerking met de stad)? We weten dat er al lange wachtlijsten zijn, maar toch … soms staan een aantal woningen lang leeg omwille van renovatieplannen, kunnen deze dan niet tijdelijk als noodwoning dienen?
We hopen dat er iets met onze tips zal gebeuren! De werkgroep wonen van het project “Recht op wonen voor iedereen” – een initiatief van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen vzw in samenwerking met het CAW – Inloopcentrum Den Durpel en Welzijnsschakels.
40