COLOFON ODULPHUSNIEUWS
INHOUD
is een uitgave van het St.-Odulphuslyceum Noordhoekring 99 5038 GC Tilburg
School en veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Hoofdredactie Loes Duindam
Kerst: Geluk geef je door! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Medewerkers Gérard de Laat (archief) Jan Beesems (schoolleiding) Foto’s o.a. Frank van Gils Clasine van Dorst, leerlingen en docenten ‘Ik?’ ‘Maatschappelijke stages’ en “Uitwisseling’
IK? Hockey, toneel, softbal en film . . . . . . . . . . . . . . . .3–6 Afscheid Jo Paffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Column: Gijs schiet raak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Afscheid Janette Lancée . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Afscheid Michiel Weenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 NK Debatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 IK? Schoonspringen, tekenen, zingen, ontwerpen en ijshockey . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11–14
Ontwerp Yvonne Mathijsen
‘Rootsreis’naar Colombia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Druk: ELKA
Maatschappelijke stages . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17–20
Opvattingen, verkondigd in artikelen die met vermelding van de naam van de auteur worden gepubliceerd, zijn niet noodzakelijk dezelfde als die van de redactie of van de schoolleiding.
Touch Down wint EK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Lustrum: 110 jaar Odulphus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
IK? Disco, Tàijí, Chinees, twirling en voetbal . . . .21–24 Drama: 5 havo en Engels theaterfestival . . . . . . . . . . .25 Franse uitwisseling derdeklassers . . . . . . . . . . . . .26–27 Agenda . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
VOORWOORD Wanneer u deze uitgave van het OdulphusNieuws openslaat is 2009 al weer een aantal weken oud. Het wordt een jaar met een bijzonder randje want in september bestaat onze school 110 jaar! En dat gaan we vieren …! Verderop treft u een artikel over de lustrumactiviteiten aan. We hebben er wederom een gevarieerd nummer van gemaakt, met voor elk wat wils. Gesteund door de vele complimenten naar aanleiding van het vorige nummer, houden we ons voorlopig aan dit concept. Ook nu valt er een rode draad te ontwaren. Veel van onze leerlingen hebben heel bijzondere hobby’s. Vaak hebben wij op school helemaal geen weet van die rijk getalenteerde kant. Wel betogen we in onze missie en in het schoolplan dat leerlingen de ruimte moeten krijgen om hun talenten te ontplooien en dat het ons gaat om ‘heel de mens’. Hoog tijd dus om een aantal van hen zelf aan het woord te laten onder het kopje ‘IK?’. En wees er van overtuigd dat deze slechts het topje van de ijsberg vormen! Lees ze! Jan Beesems
2
VEILIGHEID
SCHOOL
EN VEILIGHEID
De gemeente Tilburg, de middelbare scholen, de politie en Bureau Halt hebben samen een convenant gesloten dat de naam draagt ‘School & Veiligheid’. Dat convenant is bedoeld om de samenwerking tussen de genoemde organisaties te regelen voor zover het gaat om de sociale veiligheid van de scholieren. Het convenant bestaat inmiddels al een aantal jaren en dat is soms duidelijk merkbaar op de scholen. Alle scholen zitten in kleinere samenwerkingsverbanden waarin de scholen die bij elkaar in de buurt staan, overleggen met de wijkagent en de gebiedscoördinator van de gemeente. Problemen in de buurt kunnen zo soms samen aangepakt worden. Daarnaast zijn er afspraken met de politie over regelmatige controles en over bezoeken aan de school als dat nodig is vanwege vandalisme, diefstal, geweldpleging, bezit van drugs, dealen, alcoholmisbruik, etc. Convenantpartners spreken regelmatig met elkaar over nieuwe ideeën om het klimaat van sociale veiligheid op de scholen te verbeteren. Zo gaan we onderzoeken of we in het komend schooljaar kleine conflicten tussen leerlingen kunnen gaan oplossen d.m.v. ‘peermediation’. Enkele voorbeelden kunnen verhelderen wat er in het kader van het convenant op onze school gebeurt. Een klein aantal van onze leerlingen veroorzaakt helaas overlast in de buurt. Er zijn twee parken/pleinen waar ze regelmatig te vinden zijn; het Allurepark en het Van den Elsenplein. Wij hebben die plaatsen voor onze leerlingen tijdens de schooltijden tot verboden gebied verklaard omdat het voor de school onmogelijk is om daar toezicht te gaan houden. Op deze plaatsen wordt veel troep achtergelaten en soms ook gedeald. Samen met de politie, de gebiedscoördinator van de gemeente en omwonenden hebben we afspraken gemaakt om onze jeugd daar, in hun eigen belang, weg te
houden. Zo wordt er intensiever gesurveilleerd. Bewoners informeren zowel politie als school als er overlast is of dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen. Op deze manier kunnen we samen de problemen beter aanpakken. Enkele keren per jaar brengt de politie een preventief bezoek aan de school. Er wordt dan gecontroleerd op het bezit van drugs en wapens. Die bezoeken gebeuren voor leerlingen op een onverwacht moment. De politie gaat enkele klassen in, laat alle leerlingen de zakken leeghalen en controleert de boekentassen en andere tassen. Vervolgens worden ook de kluisjes van de leerlingen gecontroleerd. Soms houden we een grootschalige controle. De politie komt dan met hasjhonden. Die controleren alle kluisjes en – steekproefsgewijs – enkele klassen. De klassen worden door de school aangewezen. Soms kun je daardoor proberen meer helderheid te krijgen over bepaalde vermoedens. Bij de controles tot nu toe zijn nooit wapens of drugs gevonden. Slechts bij een persoon ontdekten honden dat er wiet in zijn tas gezeten moest hebben, wat door de persoon werd bevestigd. Deze persoon wordt nog steeds goed in de gaten gehouden en dat weet hij ook. We halen de wijkagent soms ook naar school om te praten met een leerling. Zo was er een leerling die zich in zijn woonomgeving bedreigd voelde door andere jongeren die niet op onze school zitten. In een vertrouwelijk gesprek met de wijkagent kon informatie worden doorgegeven waardoor de politie in staat was maatregelen te nemen. De wijkagent kan ook worden ingeschakeld om te praten met leerlingen die echt over de schreef zijn gegaan. Zo’n gesprek is dan bedoeld om nieuwe misstappen te voorkomen. Kortom, het convenant werkt.
Cor Luijsterburg, conrector
IK ?
IK? IK
HOCKEY IN HET
NEDERLANDS
ELFTAL
Ik ben Lisa Scheerlinck en ik zit nu ongeveer 7 jaar op hockey. Toen ik 7 was ging ik hockeyen bij TMHC Tilburg. Mijn zus zat toen ook op hockey en mijn vriendinnetjes gingen ook allemaal. Dat wilde ik toen ook graag gaan doen. Ik begon bij de huppies en een jaar later ging ik naar de 6-tallen. Daar zat ik 2 jaar in en het jaar daarna ging ik naar de 8-tallen. Een jaar later ging ik naar meisjes D1, toen meisjes C1. Normaal zit je 2 jaar in de C, maar ik ging vervroegd over naar de B1. Toen ik eerstejaars B was zat ik ook in Zuid-Nederland. Met dat team zijn we Nederlands kampioen geworden maar daar is verder niet veel bijzonders gebeurd. Pas dit jaar begon het voor mij allemaal zwaarder te worden. Ik zat opnieuw in Zuid-Nederland. Maar toen hadden we een toernooi met
3
IK ? alle districten uit Nederland, D.O.D (District Ontmoetings Dag). Meteen na de tweede wedstrijd kwam de bondscoach van Nederland Meisjes B, onder de 16, naar mij toe om te vragen of ik in dat team wilde gaan spelen. Dus gelijk die dag was ik geselecteerd voor Nederland. Dat was voor mij iets heel speciaals. Ik zou het wel heel erg druk krijgen. Ik train nu inmiddels op maandag van half 3 tot half 5, 1 uur rust en dan weer van half 6 tot half 8 in Utrecht. Daardoor mis ik een aantal lessen op school. Op dinsdag, woensdag en vrijdag train ik ook nog met Meisjes B1. Met Nederland hebben wij
IK? IK
ook nog een toernooi in Nothingham (Engeland) en in Mannheim (Duitsland). Ik zou graag nog verder willen komen dan alleen Nederland onder 16: ik zou het liefst later gewoon in het Nederlands Elftal willen komen. Met mijn eigen team (Tilburg meisjes B1) hebben wij dit jaar de hoogste competitie gehaald, namelijk landelijk. Nu moeten we ongeveer heel Nederland afreizen om op zaterdag even een wedstrijdje te hockeyen. Ook vorig jaar hebben wij met dat team het Zuid-Nederlands kampioenschap zaalhockey gehaald en daar zijn we tweede
Ik vind het gewoon heel leuk om te hockeyen, omdat het altijd gezellig is. Ik kan hier later heel erg leuk op terugkijken, want dan besef je eigenlijk pas waarom je al die jaren zo hard hebt getraind!
Lisa Scheerlinck, H3L
SPEEL TONEEL
Ik ben Alexander Michielsen. Mijn hobby is toneelspelen. Dit doe ik al sinds mijn tiende. Het begon toen ik een keertje mee ging kijken naar een toneelles. Het leek me wel leuk, en ik ging er steeds vaker naartoe, tot ik zelf op toneelles ging. Daarmee hadden we toen twee keer per jaar een optreden en bij een van die optredens zat een scout in de zaal. Die vond dat ik heel erg goed was en vroeg me of ik mee wilde doen aan de audities van Beauty and the Beast. Dat was voor de vaste productie. Die musical was eerst in heel het land te zien en daarna kwam het in Scheveningen in het Circustheater. Ik deed auditie en de eerste ronde was ik zo door. Er waren kinderen tussen de zes en twaalf jaar. Ik was toen zelf twaalf en voelde me best oud en beter dan die kleine kinderen, want die durfden niks te zeggen.
De cast van Ciske de Rat.
4
geworden. Het jaar daarvoor, met meisjes C1 waren we op het ZuidNederlands kampioenschap zaalhockey eerste geworden en mochten we naar het Nederlands kampioenschap. Daar hebben we het helaas minder gedaan, en zijn we zesde geworden!
De tweede ronde was ik ook door en ze zeiden dat ze telefonisch contact met me op zouden nemen. Dat deden de mensen van de kindercasting en ik kreeg de rol van Jakopje in Beauty and the Beast. Heel de zomervakantie heb ik gerepeteerd en daarna zou ik in de musical spelen.
Carlo Boszhard, Chantal Janzen en Stanley Burleson speelden ook mee. Daar begin je dan na een tijdje ook aan te wennen als je met ze in de pauze iets gaat drinken. Beauty and the Beast was in Nederland afgelopen en zou verder spelen in Antwerpen. Ze hadden me gevraagd (omdat ze me blijkbaar heel goed vonden) om mee te reizen naar België omdat ik daar toch best dichtbij woonde. Dat was ook superleuk, maar ook dat was snel afgelopen. Even was er niks. Ik ging weer naar de toneelschool, ik liep audities af, maar telkens in de laatste ronde was ik toch niet het goede typetje of toch net niet wat ze zochten helaas. Mijn oma is toen doodgegaan, maar voor haar dood zei ze: “Je zult een goede acteur worden! En je gaat in Ciske de Rat spelen!” Want ze wist dat ik daar auditie voor ging doen. Bij die auditie viel ik af. Ik voelde me superschuldig en dacht dat het helemaal afgelopen was met mijn carrière. Ik ben weer audities gaan doen en weer bij de laatste rondes afgevallen. En toen kwam daar ineens een spoedauditie, want ze hadden direct kinderen nodig voor in Ciske de Rat. Dit moest ik niet verpesten, zeker niet voor mijn overleden oma en niet voor mezelf. Dat heb ik gelukkig ook niet gedaan. Ik kreeg na Ciske zelf de grootste kinderrol (Dorus) met een solo. Ik was superblij en moest weer repeteren, repeteren en nog eens repeteren. Mijn haren moesten helaas wel worden afgeknipt. Daar stond weer tegenover dat ik ook €50,- per voorstelling kreeg en ik heb er in totaal een stuk of twaalf gedaan. Er werd gevraagd of ik opnieuw mijn haren wilde afknippen, maar dat wilde ik niet. Dat had toch geen zin, want ik werd ook te groot voor mijn rol. Ik sta ook ingeschreven bij een castingbureau. Daar ben ik wel eens geboekt voor modeshows van Vingino. Het leukste wat ik me kan herinneren was dat ik in ‘Life and Cooking’ in het kerstfilmpje mocht meedoen als Jakopje. En ook dat toen ik in de 1e zat mijn klas was komen kijken. Binnenkort moet ik castings doen voor een film van de makers van ‘Alles is Liefde’ en ‘Zomerhitte’. Ik ben benieuwd!
Alexander Michielsen, G3A
januari 2009
KERST 2008 Geluk geef je door! De kerstvieringen van dit jaar stonden in het teken van de ‘Geluk geef je door actie’ bedacht door een enthousiast kerstcomité. Meerdere klassen hebben zich hiervoor actief ingezet. Klas H2L bedacht een actie om geld op te halen voor 3 FM actie (zie ook http://seriousrequest.3fm.nl/) . Deze jaarlijkse actie van 3 FM en het Rode Kruis, zette zich dit jaar in voor vluchtelingen. Jaarlijks worden 36 miljoen mensen verdreven uit hun woning als gevolg van conflicten. Drie DJ’s van 3 FM hebben zich zes dagen in een glazen studio op de Grote Markt in Breda opgesloten. Zij aten die dagen niets en maakten 24 uur per dag live radio. Het publiek kon tegen betaling verzoeknummers aanvragen en werd uitgebreid geïnformeerd over het doel van de actie. Mentor Esther de Vries was met recht trots op haar leerlingen: “Ik ben heel trots op deze leerlingen. Hun namen zijn: Marlou, Benthe, Cas, Danique, Janne, Vicky, Huguette, Karlijn, Eva, en Micky. Eerst hebben ze liedjes uitgekozen en geoefend. Ze hebben een bord en een ‘spaardoos’ gemaakt om mee in de stad te staan. Toen hebben ze tijdens koopavond twee uur voor Gimbrère staan zingen! Ze hebben echt staan blauwbekken, maar trokken veel belangstelling. Zo hebben we langs zien komen: verschillende (ex-)leerlingen (Floris Weijtjes gaf niets), ouders, docenten (Cobien en Rins en ik), broers en zussen. Ook veel reacties van ‘vreemden’ waren positief. Verder is er door 2L een voetbaltoernooitje georganiseerd, er werd gebakken en verkocht, er werden karweitjes gedaan, echt super!!!. Op vrijdag 19 december hebben zij het geld, bijna 1000 euro, aangeboden aan de DJ’s op de Grote Markt in Breda.” Op pagina 24 staan nog 2 foto’s van de kerstacties.
IK ?
WIJ ? W IJ SOFTBALLEN Wij zijn Eva van Knegsel (14) en Gini Ketelaars (14). Wij doen allebei aan softbal op hoog niveau. We spelen allebei ongeveer al zeven jaar. Deze sport is niet zo heel bekend, maar waarschijnlijk kennen jullie het wel van de gymlessen hier op school.
Onze wedstrijden zijn heel anders dan op school, omdat er veel meer regels zijn, we veel intensiever spelen en iedereen het snapt. Wij vinden het leuk omdat we een heel gezellig team hebben en leuke coaches. We hebben er ook al veel mee bereikt: 2006 Nederlands kampioen, little league, derde van Europa (Kutno, Polen) en kampioen derde klasse pupillen. 2007 Nederlands kampioen, little league, en derde van Europa (Arezzo, Italië). 2008 Nederlands kampioen, junior league, Europees kampioen junior league (Ramstein, Duitsland) en achtste van de wereld (Seattle, Amerika). Over 2008 willen we nog wel meer vertellen. Eerst hebben we selectie gedaan voor het regioteam van Den Bosch. We zijn allebei geselecteerd. Daarna hebben we op het Nederlands kampioenschap een geweldige prestatie geleverd. Ongeveer vier weken daarna mochten we naar het Europees Kampioenschap in Ramstein, Duitsland. Ook daar hebben we gewonnen in de spannende finale tegen Rusland met 14–12. Wat heel verrassend was, omdat we achterstonden met 0–6. Twee weken later mochten we naar de World Series in Seattle, Amerika. Het was een lange vermoeiende reis. Uiteindelijk hebben we er niks kunnen winnen. Maar het was een
5
IK ? hele ervaring om het allemaal mee te maken. We trainen ongeveer twee á drie keer in de week voor twee verschillende clubs: Roef! en Twins. In het speelseizoen hebben we vier wedstrijden per weekend. Het is zwaar, en valt nog net te combineren met school. We hebben het allebei hartstikke naar onze zin en zijn van plan om nog lang niet te stoppen!
Eva van Knegsel en Gini Ketelaars, A2F
IK? IK
SCHRIJF SCRIPTS EN MAAK FILMS
Ik ben Marit de Roij en schrijf nu ongeveer anderhalf jaar scripts en maak film(pje)s. Zo lang heb ik mijn videocamera ook. Soms schrijf ik scripts waar ik niets mee doe, maar meestal voer ik ze uit en maak er een film van. Vaak film ik ook gebeurtenissen zoals uitstapjes, verjaardagen of trouwerijen, om het filmen te oefenen. Ik vind het schrijven van scripts heel leuk, omdat ik er al mijn fantasie in kwijt kan en omdat ik zelf precies kan bepalen wat er gebeurt. Het is heel leuk om mijn eigen gedachten op film te zetten. Vorig jaar heb ik op Odulphus twee filmpjes opgenomen, eentje voor levensbeschouwing en één voor een antirookproject. Die eerste heb ik met drie klasgenoten gemaakt. We hebben gewoon een aantal ideeën op papier gezet en verfilmd. Dat werd de ‘Pestdocumentaire’. Dat filmpje heeft ook op de website van Odulphus gestaan. Voor het antirookfilmpje heb ik een script van één a4’tje geschreven (het mocht maar drie minuten duren) en daarna opgenomen toen we uit waren. Het opnemen is ook altijd erg leuk; het is gezellig en iedereen komt met eigen ideeën. Ik schrijf niet echt een bepaald genre, maar ik schrijf wat er in me op komt. Dat kan overal over gaan. Wel wil ik altijd dat er wat te lachen valt. Meestal speel ik zelf niet in de films, maar af en toe laat ik iemand anders een bepaalde scène filmen en speel ik een klein rolletje. Het leukste project dat ik tot nu toe gedaan heb, is ‘Diederick en de zwerversbende’. Ik heb toen een lang script geschreven van een film die ongeveer een uur zou gaan duren en in de klas affiches uitgedeeld. Na een paar weken had ik voor alle personages mensen gevonden en voor iedereen alvast een samenvatting van het script gegeven. Maar we zaten met het probleem dat het verhaal zich in de lente of zomer afspeelde, terwijl het net winter was. We hadden echt bladeren aan de bomen en struiken nodig voor het verhaal. In eerste instantie wilde ik wachten tot ergens in april voor we zouden beginnen met opnemen, maar het duurde zo lang dat er uiteindelijk niets van is gekomen. De voorbereidingen op zich waren wel al heel leuk. Wanneer ik een film heb gemaakt, schrijf ik altijd in de aftiteling dat het geproduceerd is door Tiram Productions. Al best veel mensen kennen die naam nu. Dat zorgt ook voor een beetje bekendheid. Ik zou hier in de toekomst best iets mee willen doen. Het vak van scenarioschrijver of regisseur lijkt me heel leuk.
6
Marit de Roij, G2A
januari 2009
AFSCHEID
JO PAFFEN
COLUMN
AFSCHEID
Schelden doet wel pijn
VAN EEN MARKANT PERSOON
Een markant persoon heeft afscheid genomen van onze school. In het vorige OdulphusNieuws heeft u hiervan al iets kunnen lezen. Nu willen wij als wiskundesectie nog wat herinneringen ophalen aan onze collega Jo Paffen. Wist u dat…. … Jo vaak geen lokaal had. … hij dat ook niet nodig had. … hij les gaf in de wandelgangen. … leerlingen het niet erg vonden om zich op vrijdag bij de adjunct te moeten melden. … Jo er vrijdags niet was. … Jo graag uit eten gaat. … hij daarom vaak ‘s avonds moest roosteren. … hij een nauw contact had met zijn klassenmentoren. … Jo zijn leerlingen goed kende. … het dus niet vaak voorkwam dat hij eigen leerlingen uit de trein zette. … het docentenvoetbalteam aan spits Jo werd opgehangen. … het team dan ook stond als een huis. … Jo altijd boven bij de biologen op de koffie ging. … Jo nog veel vaker op de koffie ging als hij ergens heerlijke vlaaien of iets anders lekkers rook. … Jo van wijntje en treintje houdt. … hij van beiden een verzameling heeft. … Jo zo’n twintig cakes ‘gestolen’ heeft. Enkele uitspraken van Jo willen wij u zeker niet onthouden: Ten tijde van het wereldkampioenschap voetbal in Japan en Zuid-Korea: “Als Duitsland over twee weken niet terug is, dan krijgen jullie een compo dat niet te maken is!” “Hoe stommer, hoe meer kapsones, da’s de wet van Paffen.” “Wat hoort er bij de raaklijn? Je mag kiezen: vliegtuigje, soep, afgeleide of imam?” “Ik weet gelukkig van mezelf dat ik eruit zie als Tom Cruise.” “Je weet wel, synoniemen: Paffen Zoon.”
Griekse God
Gijs schiet raak
“Hondenlul. Teringleier. Schop um neer!” Zomaar een sfeerimpressie langs de kant van een willekeurige voetbalwedstrijd. Voetbal, echt een volksport. Echt gezellig. Of toch niet? Op een mooie en zonnige zaterdagmiddag ga ik eens naar mijn vrienden kijken die voetballen bij de plaatselijke verenging waar ik zelf jaren lid van ben geweest. Ik neem plaats op de tribune en zie niemand lachen. Iedereen is chagrijnig. Het geschreeuw van twee opgefokte coaches galmt over het veld en in de tribune. De wedstrijd is niet saai, aardig zelfs. Een kwartier voor tijd, bij de stand van 0–0, wordt er een speler van de tegenpartij hard onderuit geschoffeld. Het spel gaat door terwijl hij nog op het veld ligt in een soort foetushouding. Er ontstaat direct onrust op de tribune. Volgens het gezamenlijke standpunt is hij een ‘mietje’. Nadat er wat koel-deo op zijn enkel is gespoten staat hij op en speelt verder. Het standpunt wordt gewijzigd naar ‘matennaaier’. Dat het een smerige overtreding was, wordt niet besproken. Ik vind het allemaal bekrompen. Zelf ben ik om al die bijzaken gestopt met voetballen. Het ging niet meer om de sport en ik veranderde zelf als ik binnen de lijnen stond in een totaal ander iemand. Waar velen hun agressie kwijt kunnen in een sport, kreeg ik ze juist tijdens het voetbal. Ik begon elke wedstrijd met de gedachte NIET te vechten. Maar ik zeg nu: denk NIET aan een roze olifant, en je denkt er aan. Situaties escaleerden vaker en ik kan niet ontkennen dat ik daar niet aan mee heb gedaan. Ik wil mijn zonden zeker niet goed praten maar het is de schuld van alles dat voetbal is min het voetbal zelf. Een soort tweede strijd die gestreden wordt langs de lijn en die overslaat op de spelers. Op een begeven had ik het door: het is in dit geval beter om voor je problemen weg te lopen. Ik rende zo hard als ik kon weg, wil niets meer met voetbal te maken hebben. En voor degenen die dat niet begrijpen spreekt de Heer Johan “Je gaat het pas zien als je het doorhebt.”
Gijs Abrahams, H5K
Hemelse
Maar ook iets bescheidener (nog uit zijn tijd op het van der Puttlyceum): “Ja luitjes, ik weet ook nie alles. Ik ben ook nie Jezus!” “Met mijn manier van lesgeven hoop ik tot de leerlingen door te dringen. Ik wil dat ze iets leren voor hun examen en ik wil het ook leuk houden. Wiskunde is namelijk een stom vak. Het is iets voor idioten en stuuds.”
7
DISCUSSIEAFSCHEID 4 HAVO “Meisjes zijn niet dom, dat denken ze zelf maar. De meisjes denken: ik ga geen wiskunde studeren, want dat kan ik niet. Het is ze onbedoeld aangeluld. In Italië zijn juist de mannen de domme blondjes, maakt niet uit, maar ik maak er wel grapjes over.” Een denkertje om twee hobby’s van Jo te combineren: Twee treinen A en B (A is niet gelijk aan B) rijden elkaar tegemoet. A rijdt met een snelheid van 120 km/u en trein B met een snelheid van 60 km/u. Een vlieg vliegt heen en weer tussen trein A en trein B met een snelheid van 18 km/u. Op het moment dat de vlieg begint te vliegen zijn de treinen 10 km van elkaar. Hoeveel kilometer heeft de vlieg afgelegd op het moment dat de treinen op elkaar botsen? Met Jo Paffen is een bijzondere collega vertrokken. Hij combineert verstand van zaken met een groot hart voor leerlingen. Dit alles op een voor hem typerende humoristische, nononsense manier. Aan vergaderingen heeft hij een broertje dood, maar met vragen kun je altijd bij hem terecht. Grote kans dat je wijzer naar buiten gaat. Tot slot willen wij nog kwijt dat er oneindig veel priemgetallen zijn. Wordt u daar ook zo gelukkig van?
De wiskundesectie
EEN
NIEUWE KONINGIN , EEN NIEUW VOLK
AFSCHEID
VAN
JANETTE LANCÉE
Langzaam rijdt de bus over een drempel. Na een uur hobbelen door kleine Brabantse dorpen geeft de lichtkrant in de bus de Dillenburgstraat aan. Ik stap uit en net op het moment dat ik me afvraag of ik naar links of naar rechts zal lopen, zie ik twee pubermeisjes fietsen met grote rugzakken op. Ik volg hen en zie aan mijn rechterhand het d’Oultremont opdoemen. Een surrealistisch gezicht, een modern gebouw in de vrieskou naast een politiebureau. De ingang zie ik niet meteen. Gelukkig kan ik nog steeds die meisjes volgen en zo beland ik bij de ingang.
8
Na binnenkomst zie ik links een werkkamer. Ik gluur naar binnen en zie een man zitten. Duidelijk niet de goede kamer dus. Mijn zoekende blik wordt beantwoord door een jonge docent. Ik vraag hem waar ik Janette Lancée kan vinden. Een olijke dame hoort mij en wil me wel even brengen. Graag! Ik blijk door de verkeerde ingang te zijn binnengekomen. Dit is de leerlingeningang. Geen wonder, ik volgde namelijk die meisjes. Door een wirwar aan gangen en aula’s haast ik me achter mijn gids aan. Donkergeel en lila voeren qua kleur de boventoon. Er zijn op deze koude vrijdagmiddag niet erg veel leerlingen in de gangen. De leerlingen die ik zie, bekijken me met een open en vriendelij-
ke blik. Dat geeft een goed gevoel. Janette is terecht gekomen op een school met aardige kinderen. Prinsheerlijk zit Janette in haar grote kamer achter een groot bureau. Dat is nog eens wat anders dan haar ‘hok’ op het Odulphus. We gaan aan de ovalen tafel zitten en ze vertelt me over haar ervaringen tijdens de eerste acht weken op het d’Oultremont. Er werken mensen met hart voor de zaak, met passie voor het docentenvak, maar het valt niet mee om ‘bevelen’ uit te delen. Daar oefent Janette nog wat op: “Ineens ben jij degene die tegen de conciërge moet zeggen dat de buitenboel een rotzooitje is en dat een paar leerlingen maar eens stevig moeten corveeën.” Ze zegt: “Ook bleek dat de uitno-
Jannete krijgt een gezichtsbehandeling in het nieuwe lokaal van de afdeling Zorg en Welzijn
diging voor de kerstviering van de docenten niet door de feestcommissie, maar door de directeur de deur uit moest worden gedaan. Tja, als niemand je dat vertelt, dan wordt het lastig.” Janette geniet van haar nieuwe klus. Het is uitdagend om na te denken over een koers voor deze school. Het is spannend om te merken hoe veel impact kleine veranderingen hebben. Zo hing Janette als eerste een lijstje met zieken op het prikbord. Wat wij hier op het Odulphus als heel normaal beschouwen, werd in eerste instantie op het d’Oultremont beschouwd als een inbreuk op de privacy. Inmiddels
januari 2009
AFSCHEID vinden ook Janette’s nieuwe collega’s het prettig om te weten wie ze een kaartje kunnen sturen. Na het uitwisselen van de eerste ervaringen spoeden we ons naar de andere kant van het gebouw voor de opening van een aantal verbouwde lokalen. Onderweg laat Janette me allerlei bijzondere ruimtes zien: computercirkels bij lokalen, een apart gebouw voor de basis- en kaderleerlingen, de personeelskamer, de kleine en de grote aula. Hartelijk en geïnteresseerd toont Janette zich een echte directeur bij ons bezoek aan de nieuwe lokalen van de afdeling Zorg en Welzijn. Praktijklokalen van dit soort kennen we op het Odulphus niet. Met nieuwsgierige belangstelling loop ik met Janette door de ruimtes. De verbouwing heeft plaatsgevonden voordat Janette directeur werd, dus we weten niet hoe de lokalen verbeterd zijn. Gelukkig is Ed, expert op facilitair gebied, meer dan bereid om ons uitleg te verschaffen. We zien een keuken met afwasgedeelte, een kapsalon, een wasruimte, een gedeelte met stoelen waar je kunt leren hoe je schoonheidsspecialist wordt. We zien een werkende balie en een restaurant. Heel bijzonder. De leer-
Het d’Outltremont is een doolhof voor elke nieuwe werknemer. Gelukkig helpen leerlingen Janette uit de brand.
lingen hebben héérlijke banketstaaf met warme kersen erin gemaakt en ook de hapjes met zalm en pesto zijn kakelvers. Lekker hoor. Terug op haar kamer antwoordt Janette op de vraag wat ze het ergst mist van het Odulphus direct: “De leerlingen, het lesgeven, het contact”. Een mooi antwoord voor iemand die wij hier kennen als erg begaan met de derdeen de vierdeklassers van het VWO. Om toch contact te houden met leerlingen, heeft Janette voor maandagmiddag groepjes leerlingen uitgenodigd voor een lunch op haar kamer. De leerlingen
GEEN
STEEK VERANDERD!
AFSCHEID
VAN
MICHIEL WEENEN 1
“Meneer Weenen is geen steek veranderd. De meeste leraren hebben rimpels gekregen, ze zijn grijs of kaal geworden, hebben een buikje ontwikkeld, maar….. meneer Weenen is geen steek veranderd.” Tijdens de massaal bezochte reünie ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan van Odulphus was dit een veel gehoorde uitspraak. Wat mij betreft, was het niet alleen zijn uiterlijke verschijning die de tand des tijds redelijk kon weerstaan, maar ook zijn kijk op onderwijs: enigszins eigenwijs, maar constant van hoge kwaliteit en veel inzet. Zowel leerlingen als collegae konden altijd van hem op aan. Michiel en ondergetekende hebben ruim dertig jaar met elkaar alle facetten van het Odulphiaanse gedeeld. Wij waren zeer goed op de
die uitgenodigd zijn, vinden dat heel bijzonder. Als ze op weg naar huis langs de kamer van Janette komen, roepen ze heel uitbundig naar binnen: “Tot maandag, mevrouw!” Het is goed om te zien dat Janette haar draai lijkt te hebben gevonden op het d’Oultremont. Tuurlijk, wij missen haar, maar onze bijenkoningin lijkt een nieuw volkje gevonden te hebben. Veel succes Janette!
Clasine van Dorst, adjunct 5 en 6 vwo
hoogte van het doen en laten van onze wederzijdse leerlingen en wij gebruikten elkaars informatie om zowel prestaties als het welbevinden van onze leerlingen te verbeteren (en dat zonder Studielogboek!!). Michiel was degene die mij inwijdde in vele buitenlesactiviteiten. Samen organiseerden wij tientallen oriëntatieritten, meerdere buitenlandse reizen, vormingsdagen, diesvieringen en rectorsdagen. Het waren prachtige, maar drukke tijden. Er ging bijna nooit iets fout, want Michiel was een perfectionist tot in alle details. Zowel Michiel als ik zaten vol van onderwijs. Tot in vele late uurtjes – zelfs tijdens de vakanties – discussieerden wij over onderwijs. Vaak heftig. Wat onderwijs betreft zaten we altijd op één lijn: gedegen, hoog niveau, hoge eisen. Maar wat betreft organisatorische zaken waren onze ideeën enigszins verschillend. Medezeggenschap: “onzin”! Onderwijsvernieuwing: “niet doen!” Tweede fase: “afschaffen!” Portfolio: “een dood paard bij een dode boom!” Schoolleiding: “van mijn lessen moeten ze afblijven!” Michiel stak zijn mening niet onder stoelen of banken. Alles wat hem afleidde van het ‘gebeuren in de klas’ verfoeide hij. Odulphus is veranderd, maar Michiel geen steek.
Ad Anssems, doocent scheikunde
9
DISCUSSIEAFSCHEID 4 HAVO
OVER SLIMME ODULPHUS EN AFSCHEID
VAN
LEERLINGEN , HAVOVWO .NL , NOG ZOWAT
MICHIEL WEENEN 2
Hij maakte kennis met Odulphus in 1958, bracht er heel wat jaartjes door en verliet de school in 2008. Michiel Weenen, docent wis- en natuurkunde heeft ze allemaal zien komen, de veranderingen in het schoolsysteem: door de mammoetwet van Cals, de middenschool van Van Kemenade, de ‘ellende’ van Tineke Netelenbos, de basisvorming, de tweede fase en het studiehuis van Visser-’t Hooft en Ginjaar-Maas. Én….. ook zien gaan. Hieronder het verslag van een gesprek dat Anne-Miek Poelmans, oud-hoofdredacteur van het OdulphusNieuws, met hem had.
Je klinkt wel een beetje somber en behoorlijk ouderwets, met het uitspreken van je overtuiging dat het onderwijs vroeger écht beter was?? Ik ben in ‘72 begonnen als leraar natuurkunde. Toen was de mammoetwet net in werking. Het was een prachtig, vernieuwend onderwijssysteem met grote diepgang. Daarna kreeg je de drama’s van de middenschool en later van de basisvorming. Vanaf het moment dat Van Kemenade zich begon te roeren werd de stof – in ieder geval in mijn vak – veel eenvoudiger! De toon lijkt gezet. Weenen windt er geen doekjes om en geeft zonder meer toe dat hij behoudend is.
HET NK
...
We merkten het vrij snel, vooral bij de examenopgaven. 20% mocht onvoldoende zijn; als het meer was, werd de normering aangepast, iedereen kon het vwo halen. Het onderwijs is veel oppervlakkiger geworden en mist diepgang. Maar – godzijdank – zijn er nog steeds héél slimme leerlingen. Die komen er wel, ondanks het feit dat ze té weinig intellectueel voer krijgen aangeboden!
Wat is dan het goede aan het huidige onderwijs? Er is niks goeds aan! Zo kennen we hem weer. De ouwe mopperkont en eigenwijze collega. In een moeite door vertelt hij over al het plezier dat hij heeft gehad met zijn leerlingen en collega’s gedurende de 36 jaar dat hij heeft lesgegeven. Vaak was het een feest om met leerlingen en collega’s iets te ondernemen. Ik deed overal aan mee: het zomerkamp, de reizen, vooral naar Engeland, waarover ik jarenlang de leiding had. De oriëntatietochten, die ik samen met Ad Anssems organiseerde. De bezinningsdagen: in mijn geval hebben we twee keer ‘geëxperimenteerd’, toen nog met jongensklassen. Bij de nonnen in Weelde. Het was een groot succes: het bier was op, slechts trappist bleek in voldoende mate aanwezig. Weenen was een van de eersten op Odulphus die doorhad dat de computer ‘héél belangrijk’ zou worden, op school en in het dagelijks leven.
DEBATTEREN
Op zaterdag, 6 december, heeft het debatteam op het NK debatteren voor scholieren in Leiden flink strijd moeten leveren. Het team heeft 4 debatten gevoerd en één debat daarvan gewonnen. Dat is een prima prestatie als je ziet dat drie van de tegenstanders uiteindelijk bij de eerste 4 van het toernooi zijn geëindigd. Niet de minste teams dus. Stellingen die aan bod kwamen: ‘Kinderarbeid moet worden toegestaan’ en ‘De overheid moet stoppen met het bewaren van surf- en belgedraggegevens’. Het was een supergezellige en leerzame dag!
DE
10
DEELNEMERS:
Janna Vermolen, Barbara Klootwijk, Jeanneke Plettenburg, Juultje Verhaaren, Jeroen van Bussel, Lauren Philipszoon, Arne Barkema, Joep Le Blanc, Imre Gelderblom, Clasine van Dorst en Ingmar America.
januari 2009
AFSCHEID In 1980 heb ik, als eerste kennismaking met het apparaat, met een Commodore 8016 gewerkt, die was aangekocht door de collega’s Vriens en Van Zundert. Een jaar later werkte ik thuis met een Apple II E, van de school, met het roosterprogramma Rostar 4. Hieraan heb ik toen een aantal programma’s gehangen die ik zelf gemaakt had en zo begonnen we – wiskundedocent Ton Klaassen en ik – de eerste roosters te maken met behulp van de computer. Aanvankelijk ging het om de clustering van de bovenbouw havo en vwo, later maakten we de roosters voor de hele school (1100 leerlingen). Het streven was: alles klaar op de laatste schooldag vóór de zomervakantie, wat ons ook meestal wel lukte. Ondertussen hebben we met een aantal collega’s de ICtheek opgezet, waarover ik zo’n tien jaar het beheer heb gevoerd.
Twaalf jaar lang heeft Michiel Weenen ook de lay-out verzorgd voor het OdulphusNieuws en al die jaren heb ik met hem mogen samenwerken als hoofdredacteur van het blad. Ik kan wel zeggen dat de samenwerking –uiteindelijk – steeds prima verliep. Maar mijn streven naar perfectie en zijn eigenwijze ideeën botsten regelmatig. Ja, dan had ik het hele blad klaar, urenlang gewerkt om alle artikelen er netjes in te krijgen, en dan kwam jij weer met een artikel, dat na de deadline was binnengekomen. Dat moest er dan nog per se in!! Moest ik helemaal opnieuw beginnen. Onvoorstelbaar eigenlijk, nú, dat we in de beginjaren van het blad, de floppies met de teksten én de foto’s apart, op de fiets naar de drukker brachten?? Dat is nog maar een paar jaar geleden…. Toen jij in 1958 op Odulphus kwam als eersteklasser werkten ze waarschijnlijk met de stencilmachine? Ongetwijfeld werd de schoolkrant PIT toen gestencild, maar ik heb er verder nooit aan meegewerkt. Ik kwam op Odulphus door mijn vader. Die was toentertijd conrector HBS en ook belast met de verbouwing. Onder zijn leiding is de tweede verdieping op het oude gebouw gezet. Wij – de eerste drie gymnasiumklassen – hadden tijdens de verbouwing les in barakken die ergens achter het Korvelplein stonden. Ik moest van mijn vader naar het gym, maar had er een gruwelijke hekel aan. Ik voerde niets uit en haalde allemaal onvoldoendes. Aan het einde van het eerste trimester werd ik bij conrector Janbroers (de ‘Knipperbol’) ontboden
die op droevige toon mij het heuglijke feit meedeelde dat ik naar de HBS moest.
Het is allemaal goed gekomen met student Weenen. Na de HBS begon hij met zo’n tweehonderd anderen aan een studie wis- en natuurkunde in Nijmegen. Omdat hij ook genoot van het studentenleven duurde een en ander wel zeven jaar. Daarna ben ik vrij snel bij Odulphus begonnen. Er was weinig ander werk omdat we met zovelen waren. Ik heb 36 jaar op Odulphus gewerkt, een buitengewoon plezierige en goede werkgever. En het contact met leerlingen is eigenlijk ook iets heel bijzonders. Je wordt nederig in je houding naar leerlingen. Sommigen bakten er in hun eerste leerjaren he-le-maal niets van. Later, na hard werken en flink doorzetten, slagen ze toch met glans voor hun examen. Dat verwachtte je niet, je had je – negatieve – oordeel eigenlijk al klaar. Daar heb ik echt van geleerd in het begin van mijn docentschap. Het is mij in latere jaren goed van pas gekomen!! Michiel Weenen blijft waarschijnlijk nog lang contact houden met het havo-vwo??? Ja, waarschijnlijk wel, maar niet op de manier die de vraag suggereert. In het begin van de tachtiger jaren heb ik voor het eerst een bundel gemaakt van natuurkundevraagstukken. Leerlingen konden iedere week één vraagstuk maken. Ze kregen het, na correctie, retour met de oplossing. Vaak leverde het de leerlingen heel goede resultaten op voor natuurkunde. Toen internet begon ‘te werken’ realiseerde ik mij dat dat systeem uitermate geschikt was voor internet. We – een oud-leerling, mijn zoon Joris, mijn broer en ik – zijn toen begonnen met het internetbedrijfje havovwo.nl, van waaruit we examenprogramma’s, oefenmateriaal en docentenprogramma’s verstrekken. We vinden het behoorlijk succesvol. Wat ga je nu doen, nu er eigenlijk niets meer te mopperen valt?? Ach, ik kom alweer tijd te kort. Op zijn vleugel staat muziek van Chopin. Hij kan goed pianospelen. Het toetsenbord staat uitdagend open. Ziet er wel iets anders uit dan dat van zijn computer…
IK ?
IK? IK
DOE AAN SCHOONSPRINGEN
Mijn hobby/sport is schoonspringen. Je weet wel, in een zwembad van duikplanken afspringen met salto’s en zo. Ik ben begonnen toen ik elf was en sindsdien ook uitgekomen voor Nederland bij internationale wedstrijden. Sinds drie jaar train ik gemiddeld twaalf uur gedurende vijf dagen per week in het nieuwe bad van ‘De Tongelreep’ in Eindhoven, dat 7 december jl. omgedoopt is tot het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion. Een training is als volgt opgebouwd: eerst een half uur een warming-up, drie kwartier krachttraining (wat trouwens niet echt aan mij te zien is) en vervolgens nog een uur ‘watertraining’. Een zwembad
11
IK ? dat aan de officiële limieten voldoet heeft 1-meterplanken, 3-meterplanken en een toren met plateaus van 3 meter, 5 meter, 7.5 meter en 10 meter hoog. Ik train op al deze verschillende onderdelen. De club, PSV, is erg groot met veel leeftijdsgenoten die op verschillend niveau presteren. Ik heb ongeveer vijf trainers: één hoofdtrainer, de NederlandsHongaarse bondstrainer Balàsz Lígart. Balàsz geeft met name trainingen aan afgevaardigden voor het Nationaal Nederlands team dat vanuit alle hoeken van Nederland naar Eindhoven komt om daar te trainen. Hij geeft 24 uur per week training wat ik dus niet haal, omdat hij ook trainingen onder schooltijd geeft. Ik verkies mijn schoolopleiding boven mijn sport, saai maar waar! Daarom ben ik nog steeds gelukkig op het St. Odulphus in plaats van in een Eindhovens internaat, brrrr. Ik doe mee aan veel nationale wedstrijden en soms ook aan leuke buitenlandse. Gelukkig geeft de school hiervoor altijd toestemming. Ik ben daarom zelf kies-
IK? IK
keurig met betrekking tot de uitnodigingen, anders kom ik voorlopig nooit aan school toe. Een dergelijke wedstrijd vereist toch wel aardig wat planning van
Saskia Kokke, V6G
TEKEN
Mag ik mezelf even voorstellen? Ik ben Ming Ong, zit in de vierde en ik mag graag tekenen. Mij werd gevraagd een stukje te schrijven voor het OdulphusNieuws (Oh nee!). Na een hoop denken en gevloek ben ik nu toch eindelijk voorbij de eerste twee zinnen en zal ik maar eens beginnen. Tekenen doe ik al sinds ik me kan herinneren, dat wil zeggen: vanaf het moment dat ik een potlood vast kon houden. En ik ben er nooit mee gestopt. Als kleuter tekende ik vooral dinosaurussen, want ik zat toen nog midden in mijn ‘dinofase’. Maar mijn interesse verschoof naar het tekenen van mensen toen ik met de Japanse tekenfilms, de anime, in contact
12
school, van thuis en van mezelf, met onder andere huiswerk en het inhalen van proefwerken. Zoals de laatste wedstrijd in Lund (Zweden) die precies in de proefwerkweek viel. Dankzij de inzet van leraren, ouders en trainers lukt dit allemaal. Door heel Europa worden wedstrijden gehouden. Zo ben ik onder andere uitgekomen in Duitsland, Finland, Zweden, Italië en Wit-Rusland. Vorig jaar was ik Nederlands Kampioen synchroonspringen (met tweeën tegelijk), tweede op de 1 meter, tweede op de 3 meter en derde op de toren. Op de Europese Jeugd Kampioenschappen in Triëste, Italië, ben ik achtste geworden. In het verleden heeft Nederland twee bekende schoonspringtoppers gekend, te weten Daphne en Edwin Jongejans. Beiden zijn onder andere Europees kampioen geweest.
kwam. Toen ben ik meer Japanse strips (manga) gaan lezen en heb verschillende stijlen geprobeerd. Nu teken ik vooral realistisch, voor strips gebruik ik meestal de Japanse mangastijl. Omdat het een beetje een obsessie voor me is geworden, teken ik wanneer ik maar de kans krijg. Ik probeer mijn huiswerk voor het grootste deel op school te maken zodat ik thuis meer tijd heb om te tekenen, hoewel dit niet altijd wil lukken. Tussen grote tekeningen door doe ik vooral anatomische studies zodat ik een beter inzicht krijg in het menselijke lichaam. Het tekenwereldje is best wel raar, maar dat boeit me niet echt. Zo heb ik in oktober meegedaan aan de 24 Hour Comics Day, waarbij je binnen 24 uur een strip van 24 pagina’s moet maken. Hoewel het in de stripwinkel nogal stonk en de ventilatie minimaal was, was het wel erg gezellig. Ik teken nu vooral voor onze schoolkrant, de PIT, en voor wat kleine projecten. Voor geld tekenen doe ik nog niet heel erg veel, maar in de toekomst wil ik wat meer freelance werk gaan doen. Ik ben nu bijvoorbeeld erg veel bezig met strips (o.a. manga) en Concept Art. Concept Art behelst het ontwerpen van niet-bestaande wezens en werelden. Dit wordt vooral gedaan voor de game- en filmindustrie, maar is ook toepasbaar op strips. Ik hoop dat ik later van mijn hobby mijn werk kan maken en misschien ook in de kranten te verschijnen. Beroemd of berucht, dat weet ik nog niet.
Ming Ong, V4D
januari 2009
IK ?
IK? IK
ZING IN MUSICALS
Ik ben Joris van Baar. Ik zing al heel lang en ik merkte later dat ik acteren ook heel leuk vind. Toen heb ik auditie gedaan voor Pluk van de Petteflet en Beauty and the Beast. Mijn zang heb ik vooral verbeterd door mijn moeder. In een boek stonden heel goede technieken, waardoor ik erg vooruit ben gegaan. In het dorp speelde ik in een kleine musical en daarna in een toneelstuk. Ik heb met hele leuke mensen gewerkt en de eerste beginselen van het theater geleerd. Ik hoorde via via over The Sound of Music en ik gaf me op voor de audities.
IK? IK
In een grote ruimte in de Efteling hebben we rondgesprongen en opwarmingsspelletjes gedaan. We hebben ‘Do-Re-Mi’ gezongen uit de musical en toen werd er een eerste selectie gemaakt. We moesten zingen en dansen tegelijk, toneelspelen, meerstemmig zingen en in het rijtje passen. Er werd een selectie gemaakt en ik kreeg te horen dat ik in de musical zat. Ik was superblij! Later gingen we voor het eerst repeteren. Je merkte dat alle mensen veel ervaring hadden. We werkten met één groepje kinderen, waar ik altijd mee speel. Ook waren bij de eerste repetities een ander groepje, de regisseur,
ONTWERP
de kinderregisseuse en onze zangcoach aanwezig. Later repeteerden we ook met alle volwassenen, waardoor we vaak in Amsterdam moesten repeteren. De voorstellingen kwamen steeds dichterbij. Na een tijdje gingen we Theater de Efteling in, en gingen we met decor en al repeteren en stagen. Bij stagen ga je kijken waar je moet staan. Achter het podium kun je lopen, en daar staan kasten met allerlei attributen die gebruikt worden. Er staan veel computers en schuivende en draaiende decors. We moesten voor de eerste keer op… Superspannend! Alles ging heel erg goed en op het eind kregen we een groot applaus. Het gaf een hele grote kick om voor zo’n grote zaal zoiets neer te zetten. Even daarna kregen we te horen dat we de première mochten spelen! Toen we het theater binnenkwamen lagen er op onze tafel heel veel kleine cadeautjes: ‘toitjes’. Weer ging heel de musical supergoed. Er werden heel veel foto’s gemaakt en er was een leuk feest. Ik speel nu ongeveer 2 à 3 keer in de maand en het blijft leuk.
Joris van Baar, 1G
T- S H I R T S
Tekenen, ontwerpen, bouwen kortom dingen maken is mijn hobby. Ik ben Tim Voogt en mijn droom is om beroemd te worden onder mijn artiestennaam: VoogtDesignz. Tekenen heb ik altijd al leuk gevonden om te doen. Je weet wel hoe dat gaat op de basisschool: lekker stickers natekenen, dingen knutselen op woensdag omdat het erbij hoort. Maar rond groep 6 ontdekte ik dat tekenen en knutselen niet alleen leuk was om te doen op school maar ook thuis. Met mijn verjaardag, Sinterklaas en Kerst vroeg ik vanaf toen vaak tekenpotloden, schets- en tekenboeken. Zo is het allemaal begonnen. De laatste jaren ben ik bezig met het maken van T-shirts. Want hoe je eruit ziet wordt natuurlijk steeds belangrijker naarmate je de pubertijd ingaat. Ook kleding hoort hierbij en het liefst kleding waar niemand mee loopt. Zo kwam ik op het idee om T-shirts zelf te
13
IK ? gaan maken. Ik stelde dit voor aan een maat van me (Bart van Dongen). Zoals ik al verwachtte, vond hij het een chill idee om uit te voeren. We begonnen met het zoeken naar de mogelijkheden. We kwamen uit op drukvellen die je moest strijken op kleding. Ontwerpen kwamen een voor een boven drijven en slechte ideeën zonken als een baksteen. Uiteindelijk hadden we een eigen kledinglijn: BvD & VoogtDesignZ. We zouden ieder apart ontwerpen maken en ook de betalingen zelf regelen, alleen de site (www.limitededition.nl.tt) zouden we delen. De eerste paar T-shirts stonden op de site en waren al direct besteld door mensen uit mijn familie en uit de klas. Iedereen reageerde positief en er kwamen zelfs vragen naar Custom Design. Zo heb ik voor een vriendengroep van tien man Tshirts gemaakt voor carnaval. Hierop moest tekst in goud komen met diamanten. Ze hebben met het carnavallen veel positieve opmerkingen gekregen. Ook hierdoor heb ik nieuwe klanten gekregen en ook zij zorgden voor meer vraag. Zo ontstond er een beetje een stoomtreintje dat mij best bekend maakte in Tilburg en omstreken. Jammer aan de ontwerpen is dat ik ze alleen op 100% katoenen witte T-shirts kan drukken ter grootte van een A4’tje. Inmiddels zijn er sites waar je ontwerpen naar kunt
MIJN
HOBBY
–
opsturen. Zij bedrukken dan de T-shirts met jouw ontwerp. Alleen vind ik het hierdoor niet meer zo mijn eigen werk. Ook moet ik de verdiensten dan delen en die zijn al niet zo hoog. Een tijdje heb ik niets meer verkocht en is de vraag naar de shirts niet groot geweest. Maar laatst had ik een klant die jullie vast wel zullen kennen: Laura Stijnen van tekenen. Ze vroeg of ik voor haar toekomstige baby’tje – inmiddels is dochter Juul geboren, red. – een rompertje kon maken met leuke felle kleurtjes en poppetjes. Ik heb toen gekozen voor mijn Space Invader poppetjes met leuke felle kleuren, dit uitgewerkt op de pc met mijn tekentablet in combinatie met Photoshop, vervolgens gedrukt op het rompertje en opgestuurd naar haar. Een dag later kreeg ik een mailtje van haar waarin ze zei dat ze het helemaal te gek vond. En dat zijn toch de dingen waarvoor ik het doe.
Tim Voogt aka VoogtDesignZ, H3L
ZEG MAAR PASSIE ?
IJ SHOCKEY
Ik ijshockey nu al ruim tien jaar. Dit klinkt lang, maar tien jaar is op mijn leeftijd heel normaal. Dit komt omdat ijshockey een sport is waar je mee opgroeit. Mensen die pas op latere leeftijd beginnen met ijshockey haken dan ook vaak af omdat ze de discipline niet gewend zijn en omdat ze veel te laat met een te laag niveau instappen.
14
Ik speel op dit moment in de 1e divisie, wat in Nederland hetzelfde inhoudt als de Jupiler League bij voetbal. Ons team heet het Toekomstteam Tilburg Trappers, omdat ze van plan zijn om vanuit dit team over twee/drie jaar spelers over te zetten naar de eredivisie. Het spelen in de 1e divisie houdt in dat we vaak tegen spelers staan die veel ouder en meer ervaren zijn dan wij. Wij mogen ook heel soms meetrainen met het eredivisieteam: de Destil Trappers. Dit is in mijn geval nog specialer dan bij andere spelers, omdat mijn broer hier in speelt. Ook speel ik in jong oranje U17/U18, samen met andere jongens van 16 en 17 jaar uit heel Nederland. Uit deze twee leeftijden wordt een team gemaakt dat Nederland zal vertegenwoordigen op het WK in Estland dit jaar. Het leukste aan ijshockey is dat het een contactsport is. Bij ijshockey betekent dit dat je mensen zo hard als je wilt mag ‘hitten’ (neerhalen), zolang je dit doet met je schouders. Ook trekt ijshockey mij omdat het gedisciplineerd is en het teamverband erg belangrijk is. IJshockey staat natuurlijk ook om zijn vechtpartijen en agressieve spel bekend. Dit hoort erbij, en elke speler weet zijn plek in dit soort situaties. Al deze dingen trekken mij aan en waren allemaal een reden om op ijshockey te gaan. De hoogtepunten in mijn ijshockeycarrière waren het kampioenschap van vorig jaar, waarbij ik samen met drie andere teamgenoten een team lager – het onder-17-jaar team van Tilburg – hielp in de play-offs. Ook het teamuitje naar Canada twee jaar geleden was een hoogtepunt. Als ik dit jaar slaag ben ik van plan om in Canada naar school te gaan en te ijshockeyen. Ik hoop dan college te gaan volgen in Vancouver. Ik ben dan van plan om daar enkele jaren te blijven en mezelf verder te ontwikkelen op het gebied van ijshockey omdat het niveau daar een stuk hoger ligt.
Deniz Mete, H5L
januari 2009
REISVERSLAG
OP ‘ROOTSREIS’ In het vorige OdulphusNieuws toonden wij alle inzendingen van de foto-prijsvraag ‘Odulphus All Over The World’. Helaas konden we daarbij niet alle verhalen publiceren. Carlo Robben stuurde een indrukwekkend reisverslag in. Dat willen we jullie als lezers zeker niet onthouden. Normaal gesproken ben ik tijdens zomervakanties negen van de tien keer in Spanje te vinden. Maar deze keer was dus die ene keer van de tien dat ik daar niet was. Met een groep van vierentwintig mensen gingen we op ‘rootsreis’ naar mijn geboorteland: Colombia. De groep was verdeeld over zes gezinnen, waarvan op twee na iedereen van de jeugd een geadopteerde Colombiaan is. Dat waren er negen in totaal. Zeven van de Colombianen (waaronder ik) hebben een zoekopdracht ingediend bij Wereldkinderen – de organisatie die mijn adoptie en de ‘rootsreis’ mogelijk maakte – om onze biologische moeder (en misschien nog meer familie) te vinden. Eentje ging alleen mee om het land te zien en de ander was een broer van een meisje en moest mee van zijn ouders om ook het land te zien. Bij ieder gezin was de zoekopdracht geslaagd. Daarom is iedereen ook meegegaan. Bij mij was de kans voor vertrek al heel klein dat het zou lukken en tijdens de reis bleek dat een ontmoeting met mijn biologische moeder er niet in zat. Bij mijn zusje eindigde de zoekopdracht wel succesvol; haar moeder is gevonden. Ze is getrouwd met een wereldgozer en heeft daarmee twee geweldige zoontjes, oftewel haar halfbroertjes. Mede daardoor hebben we toch besloten, al is mijn moeder niet gevonden, om toch te gaan. Uiteindelijk geen slechte keuze. Het was er fantastisch en niemand hoeft medelijden met me te hebben dat mijn biologische moeder niet gevonden is. Want ondanks dat, heb ik toch nog Colombiaanse familie, want de familie van mijn zusje heeft mij ook in de armen gesloten. Ik heb er een supertijd gehad en veel andere leuke en lieve mensen leren kennen en ik heb natuurlijk mijn geboorteland gezien.
NAAR
COLOMBIA
Dat was zo’n beetje de voorgeschiedenis van de Colombiareis. Bijgaande foto is op onze eerste volle dag in Colombia gemaakt. Het was nog vrij vroeg in de ochtend – we hadden een positieve jetlag – en we gingen een beetje rondkijken of er in de buurt van ons hotel iets te doen was. Ons hotel was trouwens in de hoofdstad van Colombia: Bogota. We wisten van tevoren dat die dag, 20 juli, dit jaar een dubbele feestdag was. Het is de dag dat Colombia onafhankelijk werd en dit jaar was het ook de dag van Ingrid Bétancourt. Zij was pas vrijgekomen, na jarenlang door de guerrilla’s van de FARC gegijzeld te zijn geweest. Het feest van Bétancourt staat in het teken van vrijheid en vooral geen FARC! Wereldwijd werden er marsen voor de vrijheid georganiseerd door Colombianen en veel prominenten werden ervoor opgetrommeld. Zo waren Bétancourt en zanger Juanes in Parijs en Shakira in het stadje Leticia. Om de mars extra uitstraling te geven kon iedereen een wit shirt kopen met daarop een leus voor vrijheid en tegen de FARC. Wij konden natuurlijk niet achterblijven en hebben ook die shirtjes gekocht. Iedereen heeft op de foto het shirt aan. Bij sommigen is dat niet echt zichtbaar, want zij hadden net een poncho gekocht. Onze foto konden we makkelijk op de weg nemen, want die
was afgesloten voor verkeer. Dat was ook wel nodig, want het was echt druk op straat. Het is trouwens ook standaard dat op zon- en feestdagen wegen worden afgesloten voor verkeer in Bogota. Iedereen liep over de weg, deelnemend aan de mars. En iedereen had ook zo’n T-shirtje gekocht. Sommigen liepen ook muziek te maken en dat allemaal tegen de FARC. Naast witte shirtjes en muziek liepen vele mensen ook met Colombiaanse vlaggen rond, spandoeken en nog veel meer. De auto’s die op de vrije wegen reden, hingen de vlag uit en toeterden uitbundig. Met deze foto en dit verhaal wil ik laten zien dat Colombia vooruitgang boekt. Ik heb gezien hoe er letterlijk aan de weg getimmerd wordt. Er worden bijvoorbeeld ook fietspaden aangelegd (naar Nederlands voorbeeld) en elk dorpje of stad heeft wel een school die groot en goed gevuld is. Onze ouders hebben gezien hoe het was toen ze ons gingen ophalen en hoe het nu is. Ze keken hun ogen uit. Vooral de veiligheid is een stuk beter geworden. In de dikke drie weken dat we er waren hebben we niets gewelddadigs gezien en we hebben ons nooit bedreigd gevoeld.
Onze foto is genomen in Calle 92 in Bogota. Op de achtergrond zie je allemaal Colombianen die deelnemen aan de mars. Achter: Juan Midden vlnr: Milena, Augusto, Guillermo Jessica, Ana en Said Voor: Carlo (ik)
Het enige wat niet veranderd is, zijn de mensen die nog altijd superaardig en behulpzaam zijn. Ik ben blij dat mijn geboorteland de laatste tijd steeds vaker positief in het nieuws komt en dat wil ik ook iedereen laten weten! Kortom, de foto is een bundeling van allemaal fantastische dingen die op één foto samenvallen.
15
LUSTRUM
ODULPHUS
BIJNA
In september 2009 viert Odulphus haar 110-jarig bestaan. Jan Verwey blikt terug… en alvast vooruit.
HET GEHEIM ODULPHUS
VAN
De geschiedenis van onze school kent een aantal vreemde sprongen. Laat ik me beperken tot die bij de start. In 1899, om precies te zijn op 25 september 1899, start in Tilburg een opleiding voor jonge mannen met-eenroeping. Voor wie niet meer weet wat dat betekent: zij ambiëren het ambt van priester, zij zijn ‘geroepen’ tot dit vak. Om toegelaten te worden tot het seminarie – en weer voor wie dit niet meer weet: dat is een opleiding tot rooms-katholieke priester – dien je natuurlijk wel vakken als Latijn en Grieks gehad te hebben en vanaf die datum kun je die leren in Tilburg; deze vooropleiding start in 1899 aan de Lange Nieuwstraat onder leiding van pater Respicius (P.C. de Brouwer). Na allerlei verwikkelingen en getouwtrek tussen het bisdom Den Bosch en het Rijk wordt onze school in 1911 een gymnasium dat door het Rijk wordt erkend en dus ook betaald; in 1918 komt er nog een HBS bij – laten we zeggen het atheneum – en vanaf dat moment heet de school officieel ‘r.k. Sint-Odulphuslyceum’. Dus vieren we het 110-jarig feest te vroeg? Ja, dat is zo, maar dat zeggen we gewoon niemand, dat blijft ons geheim. Eigenlijk vieren we volgend schooljaar dat er 110 jaar geleden een vooropleiding is gestart voor priesters en dat doen we uitgebreid (kan je nagaan wat een feest het wordt in 2011 en – vooral – (ik verheug me er nu al op) in 2018! We hebben dus de komende jaren feest in 2009 (110 jaar), in 2011 (110 jaar), in 2014 (115 jaar) en in 2018 (100 jaar). En dus, ja, dus pakken we goed uit. Om warm te draaien!
PROGRAMMA
16
We beginnen al op dinsdag 22 september; na de lessen – onderwijs ‘geniet’ je, dus de lessen gaan die dag gewoon door – gaan de docenten alle-
110
JAAR OUD
maal ‘s avonds naar The Gallery. En alle leerlingen nodigen we meteen uit om mee te komen feesten en mee te komen dansen! Het thema van de avond is natuurlijk ‘110’. Woensdag en donderdag hebben we een dubbelprogramma: een sportdag en een workshopdag. Sporten doen we voor het goede doel (denk aan het raam met de cultus proximi !): alles zal in het teken staan van ‘110’ om op die manier heel veel geld op te halen voor de stichting Villa Pardoes. We willen minstens een kwart ton bij elkaar sporten, dat is héél erg veel, maar dat gaat ons lukken, let maar op!
geheim. Hoe dat overigens georganiseerd gaat worden, weten we nog niet, want 1600 fietsers vormen een lint door Tilburg van wel twee kilometer! Op z’n Odulphiaans komen we daar wel uit. Daar aangekomen hebben de leerlingen een hele dag een programma, in ieder geval de opdracht zoveel mogelijk ‘vossen’ te vinden en ... een zak met geld te overhandigen! Zaterdag is het de beurt aan de oudOdulphianen: een grootse reünie in een tent op de binnenplaats! Maandag? Dan genieten we weer. Kunnen we plannen gaan maken voor twee jaar later als we wéér 110 jaar gaan vieren.
VILLA PARDOES is een vakantieverblijf, speciaal voor kinderen met een levensbedreigende ziekte. Samen met hun familie kunnen zij hier genieten van een gratis vakantie in een van de acht thema-appartementen, zoals Sneeuwwitje, Barbie, Ridder en Space. Alles is aangepast aan de beperkingen die de ziekte met zich meebrengt. In het unieke gebouw staat hen letterlijk en figuurlijk niets in de weg. Een vakantie in Villa Pardoes is een week onbeperkt toegang tot de Efteling, Beekse Bergen en Toverland. Ook vele andere faciliteiten in de omgeving openen gratis de deuren voor de gasten van Villa Pardoes. Hierdoor beleeft het gezin met elkaar een onvergetelijke tijd, vol warmte, gezelligheid en plezier. Een herinnering die blijft, wat er in de toekomst ook gebeurt! De workshops zijn zeer divers! Wil je nou ‘ns eindelijk de tango leren dansen of ga je liever sieraden maken, zie je meer in smartlappen zingen of gaat je hart uit naar fotografie, wil je met glasin-lood werken of met 110 leerlingen aan percussie doen? Het kan allemaal. De musical ontbreekt natuurlijk niet. Leerlingen kunnen er overdag naar toe, ouders (en opa’s, oma’s, tantes en ooms) ‘s avonds. Cabaret van een oudleerling? Is er ook! Vrijdag zetten we de rector op een fiets aan het hoofd van een stoet leerlingen en personeelsleden (dus zo’n 1600 !!!) en rijden we onder politiebegeleiding een kleine 10 kilometer naar .... tja, dat houden we nog even echt
OPROEP En dan nu de onvermijdelijke oproep: Wie heeft nóg leukere ideeën, wie kan een workshop organiseren, wie kent een dikke sponsor en – nog beter – wie is toch die dikke sponsor onder u? Wilt u graag hand- en spandiensten verrichten? Wij kunnen uw hulp goed gebruiken. Meld u aan bij
[email protected] Wij wachten in spanning op u.....
Namens de lustrumcommissie, Jan Verweij
januari 2009
OP STAGE
MAATSCHAPPELIJKE
STAGES VAN START
Met ingang van 1 augustus 2011 moeten alle scholen voor hun leerlingen een maatschappelijk stage regelen. Zo’n maatschappelijke stage houdt in dat elke leerling tijdens zijn schoolcarrière eenmaal tenminste 72 uur onbetaald vrijwilligerswerk verricht. Dat vrijwilligerswerk is niet bedoeld als een soort beroepenoriëntatie. De achterliggende gedachte is dat de maatschappelijke stage middelbare scholieren in de gelegenheid stelt iets te doen voor een ander om op die manier meer betrokken te raken bij de maatschappij. Het is feitelijk maatschappijleer in de maatschappij. Deze maatregel betekent dat er jaarlijks grote aantallen leerlingen een stageplek moeten vinden. Dat is geen eenvoudige klus, temeer omdat vrijwilligers- en non-profitorganisaties niet altijd zitten te wachten op een stelletje pubers dat door de school daartoe gedwongen, wat uren komt werken. Daarom is er een door de minister van onderwijs betaalde pilot gestart in Tilburg. Voorwaarde voor de betaling is dat alle Tilburgse havo/vwo-scholen meedoen met het aantal leerlingen dat zich als nieuwe brugklasser heeft aangemeld; voor ons zijn er dan ca. 250. De pilot, die speelt in dit schooljaar, moet duidelijk maken of de maatregel kans van slagen heeft. In de gemeente Tilburg is er een professionele organisatie Contour, die de scholen helpt met het vinden van goede stageplaatsen. Onze school doet op twee manieren aan de pilot mee. 1 Binnen de pilot hebben we onze eigen pilot. Wij willen gaan proberen de stages in het lescurriculum in te weven. Belangrijk is dan dat je met een aantal organisaties goede en langdurige contacten opbouwt, waar zowel de organisatie als de school voordeel van kan hebben. Momenteel hebben we twee van die contacten: de politie en de Twern (wijkhuis Tilburg-West). Via deze organisaties kunnen we ongeveer 35 leerlingen aan een stageplek helpen. Het gaat daarbij om zogenaamde lintstages.
MET
Gedurende langere tijd (periode 2 en 3 van het schooljaar) verrichten de leerlingen – in hun vrije tijd – diensten voor de beide organisaties. In periode 4 moet er een eindverslag worden gemaakt en moet er informatie worden doorgegeven aan leerlingen die volgend jaar stage gaan lopen. De stage is bedoeld voor leerlingen uit 4 havo en 5 vwo. Als ze een stageplek krijgen toegewezen, mogen ze vanaf november een keuzevak laten vallen. Voorwaarde is natuurlijk dat de hele stage inclusief verslaglegging goed en serieus wordt afgewerkt. Zo niet, dan hebben ze nog wat in te halen. 2 Alle andere leerlingen van 5 vwo (voor zover ze niet deelnemen aan de uitwisseling met Polen) en van 4 havo en 4 vwo (voor zover ze niet mee op een schoolreis gaan) gaan stagelopen in de reisweek in april 2009. De reisweek is doorgaans een week waarin voor de klassen 1 t/m 4 veel is georganiseerd. De 5e klassen komen er dan bekaaid vanaf. Deze week is dus een ideaal moment voor de stage. Leerlingen mogen zelf met een stageplaats komen. Wie dat niet kan, wordt aan een stageplek geholpen via bemiddeling door Contour. Deelnemen aan de stage is verplicht. De leerlingen zullen binnenkort nader geïnformeerd worden. De stagecoördinatie op de school is in handen van mevr. Roeffen, mevr. Ketelaars en dhr. Beijer. De stages tellen mee in de urendiscussie die nog steeds gevoerd wordt in de scholen en waarover nog steeds geen duidelijkheid is gegeven door de staatssecretaris.
Cor Luijsterburg, conrector Een aantal leerlingen van onze school is inmiddels actief aan de gang. Zij vertellen hieronder met veel enthousiasme over hun eerste ervaringen.
DE JUTEN OP PAD !
Je kent dat wel. Je fietst gewoon rustig naar school. Word je opeens aangehouden door zo’n chagrijnige politieman, omdat je geen licht op je fiets hebt. Huppa, een boete van twintig euro. Nou, dat wordt lopen. Het wordt licht. Je springt weer op de fiets. Je moet oversteken bij het stoplicht, maar het wordt al bijna rood. Nog snel even doorfietsen. En ja hoor: staan ze weer. Een boete van dertig euro voor door het rood rijden. Herken je dat? Elke keer weer hetzelfde gedoe! Ik ga mijn maatschappelijke stage bij de politie lopen. Ik zal die boel daar wel eens opvrolijken!
17
OP STAGE Dertien november heb ik mijn eerste afspraak met mijn wijkagent. Ik kom binnen en daar staat mijn wijkagent in zo’n apepakkie. Hij stelt zich voor als Edwin Huijbregts. Het is de wijkagent van de buurt Wilhelminapark, Besterd en Theresiawijk. Edwin vertelt over wat hij zoal doet in de buurt en over de verschillende projecten die daar lopen. Ze hebben bijvoorbeeld verschillende opvanghuizen voor verslaafde zwervers. Ook gaan ze één keer in de zoveel tijd wietplantages opsporen. Hij vertelt dat er elke dag wel een paar keer wordt gebeld door mensen uit de buurt, die problemen hebben. Bijvoorbeeld dat ze ruzie hebben met de buren of er overlast van hebben. Daar gaan ze dan meestal wel een kijkje nemen.
Vierentwintig november: we gaan vandaag naar een platform. Dat is een ontmoetingsplaats waar mensen uit de wijk, de politie en de gemeente aanwezig zijn. De buurtbewoners kunnen vertellen waar ze last van hebben en wat er verbeterd kan worden. De politie en de gemeente kijken vervolgens wat ze er aan kunnen doen. Je merkt dan pas hoe goed de mensen met hun buurt bezig zijn. Daarna ga ik samen met Edwin nog de wijk in. We zitten in het politiebusje. Op een blaadje staat wat er allemaal gecontroleerd moet worden. We rijden constant door de wijk en noteren alles wat ons niet bevalt. We zijn ook veel langs tentjes gegaan zoals de Chinees, omdat er de laatste tijd veel overvallen plaatsvinden. Er gebeurt uiteindelijk niet veel, maar ik zie dat ze wel degelijk proberen om naar de mensen uit de wijk te luisteren.
MAATSCHAPPELIJKE
Ik had echt helemaal een verkeerd beeld van de politie. Ze doen echt veel goeds voor de buurt en door de vele projecten gaat de buurt er ook een stuk op vooruit. Ik mag dan niet zo veel doen, maar dat komt natuurlijk omdat ik nog geen opleiding heb. Edwin zou er zeker voor zorgen dat er niets met mij zou gebeuren. Hij is echt een supergoede vent. Ik ben erg blij dat hij mijn wijkagent is. Ik ben blij dat ik deze stage aan het lopen ben. In zo’n korte tijd heb ik al zo veel geleerd. Het is leuk om te zien hoe het er aan de andere kant aan toegaat. Ik hoop dat jullie ook een beter beeld hebben gekregen van de politie. Het zijn echt goede kerels.
Jip van der Burght, V5B
STAGE : IEDERE WEEK ANDERS
“Juffrouw Maaike, gaat u mee voetballen?” “Juffrouw Suzanne, gaat u mee kleuren?” En nog veel meer van dit soort vragen worden op woensdagmiddag aan ons gesteld. Wij doen dan namelijk een maatschappelijke stage. We doen dit in wijkcentrum ‘t Kievitslaer in Tilburg. Dit wijkcentrum is een plek waar iedereen van jong tot oud naar toe kan komen om leuke en gezellige dingen te doen. Zo zijn er activiteiten voor ouderen, zoals bingo’s en voorleesmiddagen, maar er zijn ook activiteiten voor kinderen. Bij de activiteiten voor kinderen helpen wij met zijn tweeën een handje. Tien weken zijn wij van half twee tot ongeveer half zes aanwezig in wijkcentrum ‘t Kievitslaer. We zijn daar in totaal ongeveer 40 uur. Aan het begin van de middag is er een kleuterverteluurtje. Er komen dan kinderen van vier tot ongeveer acht jaar luisteren naar leuke verhalen die we soms ook nog naspelen in een toneelstuk. Af en toe komen er ook wat oudere kinderen die dan de kleintjes voorlezen. Wij helpen dan met het lezen of lezen zelf de verhalen voor als de oudere kinderen er niet zijn. Om drie uur komen er meer kinderen. Dit noemen we de knutsel-speurneuzenclub. Soms zijn er wel dertig kinderen! Iedereen tussen de vier en twaalf jaar is hier welkom. Er is wel een vast groepje kinderen bijna iedere week aanwezig. Er worden dan spelletjes gedaan, er wordt gekleurd, geknutseld, poppenkast gespeeld en buiten wordt er gevoetbald. Onze taak is om de kinderen in de gaten te houden, ze te helpen en gezellig met ze mee te doen. We vinden de maatschappelijke stage erg leuk om te doen. In Hilvarenbeek is geen wijkcentrum en we wisten eigenlijk niet hoe dit allemaal in zijn werk ging. Nu we weten wat een wijkcentrum precies is, zijn we eigenlijk alleen maar positief. Voor ons is het leuk om te zien hoe kinderen van verschillende leeftijden en culturen met elkaar omgaan. Het gaat altijd goed en ze spelen en lachen gezellig met elkaar. De kinderen hebben natuurlijk ook wel eens ruzie, maar dat is altijd na vijf minuutjes weer over. We maken door middel van de maatschappelijke stage kennis met kanten van de maatschappij
18 Suzanne en Maaike
januari 2009
OP STAGE waar we nog weinig ervaring mee hadden. Ook ervaren we nu hoe het is om belangeloos iets voor een ander te doen. Het is hartstikke leuk om al die kinderen te zien lachen en om te zien hoeveel plezier ze hebben. De maatschappelijke stage is zo leuk omdat het iedere week anders is. Er is geen enkel kind dat zich iedere week hetzelfde gedraagt. Ook zijn er iedere week andere activiteiten. De ene week knutselen we een portemonnee van lege melkpakken en de andere week kleuren we kleurplaten in van Sint en Piet. Op 3 december mochten wij samen Piet spelen voor alle kinderen uit het wijkcentrum. Er was een Sinterklaas geregeld en Pietenpakken. We werden helemaal omgetoverd tot Pieten en kregen zakken met pepernoten. Niemand van de kinderen herkende ons en we hebben gezellig met zijn allen gezongen. Twee van de oudste kinderen mochten hulppietje zijn. Dat vonden ze erg leuk, want ze mochten toen iets doen wat de andere kinderen niet mochten! Omdat sommige kinderen bijna iedere week komen, leer je ze beter kennen en weet je beter hoe je met ze om moet gaan. Je krijgt een band met de kinderen en komt er zo achter wat er op die leeftijd allemaal speelt. We lachen veel en hebben iedere woensdag weer zin om naar het wijkcentrum te gaan. Als jij nog eens de kans krijgt om een maatschappelijke stage te doen, kunnen we maar een ding zeggen: DOEN!
Maaike Meijs en Suzanne van Hemert, klas 5
‘A C H T E R
DE SCHERMEN ’ IN HET KLOOSTER
Op woensdagmiddag is het voor ons nu even druk; wij lopen namelijk stage. We hoorden over de maatschappelijke stage en wilden graag meedoen. Alleen: waar is het nu leuk om stage te lopen? De Pollepel, politie of ‘t wijkcentrum? Dit waren allemaal opties die je via de school kreeg. We wilden iets anders doen en gingen zelf op pad om een stageplaats te regelen. We zijn op een bijzondere plaats beland. In een klooster, dat gedeeltelijk ook een zorgcentrum is: klooster Notre Dame aan de Bredaseweg in Tilburg. We wonen allebei al een aantal jaren aan de Bredaseweg en waren al een paar keer in het klooster geweest. Kiek kwam er redelijk vaak omdat ze een zuster goed kende. Hoe gaat het daar eigenlijk allemaal? Wonen er veel mensen en wat voor soort mensen wonen er? Dementerenden, nonnen of paters van 60+? Wij wilden wel eens weten hoe het er ‘achter de schermen’ aan toe gaat. Omdat we zelf een stageplaats op het oog hadden, moesten we ook alles zelf regelen. Het was niet zo dat het plan voor ons al klaar lag. We hadden contact gezocht en zijn een middag langs
gegaan voor een kennismakingsgesprek en om uit te leggen wat het doel van de maatschappelijke stage is. We hebben aangegeven dat we allerlei verschillende dingen wilden zien en doen. We hebben een schema opgesteld en het is dus iedere woensdag, vrijdag of soms maandag heel gevarieerd wat je doet. De ene middag sta je bijvoorbeeld in de keuken en de andere middag in de huishouding. We hebben een middag in de keuken samen gewerkt. Verder doen we alles apart. De meeste onderdelen doe je twee keer en zo kom je uiteindelijk aan je veertig uur; zoveel uur moet je namelijk stage lopen.
Het klooster is redelijk groot. Het heeft drie units. In unit 1 verblijven dementerenden, in unit 2 nonnen en in unit 3 paters en broeders. Op unit 3 woont ook één non en dat is best bijzonder. De reden daarvan? Op unit 3 mag je roken en zij wil perse roken in haar kamer en blijft daarom gewoon tussen de mannen zitten. Deze mevrouw blijft volhouden en komt bijna nooit van haar kamer af. Daarom heeft ze een parkietje. Het enige probleem is dat deze nog wel eens wegvliegt en dan zo via het raam ontsnapt. Dat maakt haar niks uit, want de volgende dag heeft ze dan weer een nieuwe parkiet. De eerste woensdagmiddag hadden we keukendienst. De keuken is best groot, maar ze werken er maar met
19
OP STAGE vier mensen. Je moet natuurlijk speciale kleren aan als kok. Ook ik (Eveline) moest eraan geloven. Haarnetje op en een kokspak aan. In het begin is het echt heel stom, maar omdat iedereen het daar heeft, is het niet zo erg. In de keuken heb je nog niet echt contact met de bewoners van het klooster, want de voedingskeuken brengt het eten rond. Na twee woensdagen mocht ik in de voedingskeuken helpen. Nu kwam ik echt in contact met de bewoners en dat heb ik geweten. Toen we het eten op unit 2 aan het rondbrengen waren, stond er een mevrouw die niet lekker was. Een meneer hielp haar en ging haar rolator pakken. Hij vroeg mij of ik haar even wilde vasthouden. Drie minuten later zegt de mevrouw tegen mij: “Ik hou het echt niet meer” en ze kotste vervolgens heel de vloer onder. Het was niet echt heel erg prettig, maar gelukkig kwam de rolator snel ter plaatse en zat mijn taak erop. Een ander onderdeel van de stage is de activiteitenbegeleiding. Op elke unit is een tuinkamer. Dat is een soort bijeenkomstenruimte. De paters en zusters gaan naar deze ruimte zodat ze wat afwisseling hebben. Anders zitten ze ook maar de hele dag op hun kamer.
STREETDANCE
Een gedeelte van deze paters en zusters is aan het dementeren. In deze tuinkamer, ofwel huiskamer, kunnen ze verschillende dingen doen: de krant lezen, tv kijken of lekker op ‘t gemakje breien. Maar er worden ook regelmatig activiteiten georganiseerd. Toen ik (Kiek) bij de tuinkamer was ingedeeld
kwartier! Na ongeveer tien keer hetzelfde gebed werd ik een beetje moe en ondersteunde ik mijn hoofd met mijn hand. Dat had ik beter niet kunnen doen, want ik kreeg (onder het gebed) commentaar van een van de zusters: dat is geen juiste houding voor onder het bidden! Ik ben toen maar meteen rechtop gaan zitten en ben zo blijven zitten totdat ze klaar waren.
Kiek Gimbrere en Eveline Mutsaerts
Eveline Mutsaerts
hebben we bijvoorbeeld kerstkaarten met de zusters gemaakt. Ze waren erg onder de indruk van de mooie glitters op de papieren kerstbomen. En een zuster zou geen zuster zijn als ze niet zou bidden. Dus jawel, om precies kwart over vier werd er gebeden. Ik dacht dat dat ongeveer een kwartiertje zou duren, maar daar heb ik me dus flink in vergist, het duurde namelijk drie
TEAM
TOUCH DOWN
EK
WINT
Touch Down, het streetdance team dat sinds 2004 traint bij Sportinstituut Ooms, is sinds 4 december wereldkampioen streetdance, categorie 16/17 jaar. Tijdens het evenement in Dubna (Rusland) dat duurde van 2 tot en met 7 december, streden teams uit 35 landen in diverse categorieën om de eerste plaats. Twee van onze leerlingen, Anne Kamps en Saïda van Gils, beiden uit klas 5F, maken deel uit van dit team. Vorig jaar berichtten ze zelf al uitgebreid in het OdulphusNieuws over hun streetdance team.
20
Bij deze: PROFICIAT meiden!
januari 2009
IK ? HEB EEN EIGEN DISCO
Toen ik tegen mijn ouders vertelde dat ik een disco wilde beginnen, vonden ze dat heel erg leuk. Je leert dan namelijk ook heel goed om met mensen om te gaan en om te onderhandelen. Ik ben gestart toen ik in groep 8 van de lagere school zat, samen met een vriend van mij, Xavier. We hebben onze disco ‘Disco Trendy’ genoemd. We draaiden toen alleen maar op feesten van kinderen die in groep 7 of groep 8 zaten. Vanaf vorig jaar ging het zo goed met mijn disco dat we op het eind van het schooljaar zo vol geboekt waren dat we mensen moesten gaan afzeggen. Vanaf vorig jaar werd het ook een stuk leuker om te draaien. Dat was ons eerste jaar waarbij we ook op eindexamenfeesten mochten gaan draaien. Ik vind dat zelf de leukste feesten. Daar komen mensen die een beetje van dezelfde muziek houden als ik.
Ik vind het heel erg leuk om dit te doen omdat ik altijd op andere feesten moet draaien en ik heel veel mensen leer kennen. Ook vind ik het heel leuk dat elk feestje anders is. Ik verdien er natuurlijk ook mijn geld mee. Je kan op mijn leeftijd ook gaan afwassen, maar dat vind ik saai omdat dat altijd hetzelfde is. Bij mij is het altijd anders, want soms moet ik bij mensen gaan draaien die net zo oud als mijn ouders zijn, op discofeestjes van groep 8, ‘sweet 16’ feestjes en soms bij feestjes van mijn oude basisschool. En ik vind het veel leuker om een beetje afwisseling te hebben met werken, dan alleen maar glazen af te wassen of vakken te vullen. Ik hoop dat ik nog heel lang door kan blijven draaien en dat ik op een gegeven moment ook op echt grote feesten mag gaan draaien in cafés en disco’s. Misschien word ik dan later wel de nieuwe DJ Tiësto!!!
IK? LEVENSBESCHOUWING, Niet alleen onze leerlingen hebben bijzondere hobby’s buiten school om. Wim Weel, docent levensbeschouwing en Chinees, heeft van zijn hobby zelfs zijn beroep gemaakt. Inderdaad ben ik een van de docenten, die buiten school om een bijzondere hobby heeft. Maar eigenlijk heb ik wel meer dan één liefhebberij en zijn ze niet helemaal buiten de school om: ik heb om het zo maar eens te zeggen van mijn hobby’s mijn beroep gemaakt. Toen ik geschiedenis en levensbeschouwing ging studeren op de lerarenopleiding, deed ik geschiedenis omdat ik graag meer wilde weten van de verleden ontwikkelingen van de mensheid. Vooral van de ‘voortijd’, dat is de tijd vóór de gewone geschiedschrijving, maar geen prehistorie, omdat er wel geschreven berichten zijn, die we echter (nog) niet kunnen lezen en waarin blijkt dat er technologi-
Jasper Tuerlings, H3L
TÀIJÍ EN
sche hoogstandjes geleverd zijn (zoals de piramiden van Gizeh), waarvan we nu nog niet snappen hoe ze het voor elkaar hebben gekregen. Levensbeschouwing is ook een hobby van me en dan gaat mijn interesse vooral uit naar oosterse levensbeschouwingen, met name die van het Chinese daoïsme. Om aan te geven hoe ik tot deze interesse ben gekomen moet ik zo’n dertig jaar terug. Een traditioneel Chinees geneeskundige, die mij toen met acupunctuur behandelde, gaf mij het advies om Chinese gezondheidsoefeningen te gaan doen: tàijí. Ik had sinds mijn jeugd veel last van astma en was zowat de helft van de tijd ziek. Alle medische behandelingen ten spijt werd ik maar niet beter. Erger nog, een medicijnvergiftiging kostte me bijna het leven. Al zoekende naar een goede manier om mezelf te genezen, kwam ik dus zo terecht bij tàijí, en dat hielp. Door dagelijks te trainen in de ochtenduren, werd mijn conditie beter en kon ik op een normale manier de lerarenop-
CHINEES
ˆ
Ik ben Jasper Tuerlings en ik zit in H3L. Mijn hobby? Ik heb een eigen disco, waarmee ik op allerlei feesten muziek draai. Ik heb het altijd al heel erg leuk gevonden om muziek te draaien en mijn vader is ook DJ geweest. Dat vond ik heel erg gaaf, dus toen dacht ik: dat wil ik ook!
21 -
IK? IK
Wim Weel met zijn vrouw Rian in Beijing
IK ? kennis kunnen mensen onzin gaan verkopen en het idee hebben dat het allemaal nog waar is ook. Afijn, we blijven positief en open. Wanneer mensen uit volkomen verschillende culturen elkaar ontmoeten, dan is het van beide kanten nodig extra moeite te doen om elkaar goed te ‘verstaan’. Zo merk ik, als ik in China ben, dat mensen het heel erg waarderen als je de moeite neemt hun taal te spreken. Dat opent deuren en men is geneigd om zelf ook meer moeite te doen voor een goed contact. In dit verband even iets concreets. In het laatste OdulphusNieuws van oktober 2008 staat op pagina 14 onder de rubriek Odulphus Internationaal een alleraardigst artikeltje over de Cursus Chinees met als ondertitel: ‘NI HOA! !’ Dit moet zijn: ‘Ni Hao!’ En dan zouden daar op de juiste klinkers ook nog toontekens op moeten volgens de regels van de internationale standaard pinyinspelling, zoals bij de titel van de Teleac-
bekend dat de Faculteit Sinologie in Leiden, vanwege de groeiende belangstelling voor China, meer studenten mocht aannemen. Ik schreef me in, én werd aangenomen! In de jaren die volgden studeerde ik overdag en gaf ‘s avonds en in het weekend les in Chinese gezondheidsoefeningen. Dit laatste doe ik nu nog steeds, samen met mijn vrouw onder de naam Albeweging, o.a. op zaterdagmorgen in de gymzalen van het Odulphus. Met die studie sinologie is me veel duidelijk geworden. Niet alleen over de daoïstische achtergrond van de oefeningen, maar ook over allerlei vormen van miscommunicatie, die zich voor kunnen doen als er taal- en cultuurbarrières aanwezig zijn. Door gebrek aan
cursus hierboven: ‘Níhao’. Ik bedoel maar… Peking is eigenlijk Beijing. Zo is ook de nu meest gangbare spelling voor tàijí : tai chi, (volgens de oude spelling: t’aichi) maar dat eigenlijk heet: tàijíquán . Tàijí is de naam voor het zogenaamde Yin-Yáng-symbool: ☯ en is dus de naam van het Chinees filosofisch principe van complementaire tegenstellingen (existentiëel-fenomenologisch voor kenners), onderdeel van het Daoïsme, waarbij het gaat om een natuurlijk evenwicht en quán betekent vuist/boksen. Tàijíquán is dus de meest innerlijke vorm van zelfverdediging, vaak solo uitgevoerd in de vorm van langzame bewegingen met oefenprincipes als ontspanning, eenheid en vloeiendheid,
- -
ˆ
-ˆ
-
ˆ
22
die je vooral ‘s morgens in de vele parken in China kunt zien. Daarnaast wordt er ook vaak qìgong ‘energieoefeningen’ beoefend, noem het maar een soort Chinese yoga. Op het Odulphus heb ik inmiddels een aantal workshops tàijíquán (‘taiji’) gegeven in het kader van het jaarlijkse ‘zinposium’ voor 5vwo. Daarnaast is er een paar jaar een korte serie van kennismakingslessen geweest als sportoriëntatie, ook door mij gegeven. Eerst waren mijn bezigheden met Chinees vooral gericht op vertalingen van boeken over de genoemde onderwerpen, zowel in het klassiek Chinees (wényán ) als hedendaagse vakliteratuur. Ondertussen is China onze grootste handelspartner geworden en zijn er steeds meer mensen, die vinden dat Chinees als keuzevak op de middelbare school moet worden aangeboden. Ikzelf heb, zoals uit het voorgaande mag blijken, mijn interesse voor China niet zozeer vanuit economisch oogpunt, gericht op hebben, maar meer op het zijn. China heeft ook wat dat betreft veel te bieden. De afgelopen jaren ben ik me meer gaan richten op het dagelijks gebruik van het modern Chinees, het zogenaamde Mandarijn (‘Algemeen Beschaafd Chinees’). Ik heb me verdiept in de verschillende methoden, die geschikt kunnen zijn voor het middelbaar onderwijs, Engelse en (inmiddels ook) Nederlandse methoden. Op dit moment loopt er het tweejarig OMO-project ‘Chinees (taal & cultuur): ontdekking van een nieuwe wereld’ Hierbij zijn drie scholen betrokken: het St.-Odulphuslyceum, het Theresialyceum uit Tilburg en het Eckartcollege uit Eindhoven. Doel van dit project is zicht krijgen op de mogelijkheden van Chinees in het VO. De pilotgroep met de basiscursus Chinees op het Odulphus, waarvoor ik de lessen verzorg is hier een onderdeel van. Zo heb ik dus ook hiermee van een van mijn hobby’s, Chinees, mijn werk gemaakt. -
leiding volgen. Het werd mijn derde vak waarin ik les ben gaan geven. Omdat het mij hielp, wilde ik er alles van weten en ben ik er boeken over gaan lezen, eerst in het Nederlands en Engels, Duits of Frans, later ook in het Chinees. Veel van de westerse boeken waren vertalingen van vertalingen en er bleek een hoop niet te kloppen. Om te weten, wat ik doe en er op een verantwoorde, authentieke manier les in te geven, zou ik terug moeten kunnen gaan naar de bron en dus Chinees moeten gaan leren. Toevallig opende in 1985 China zijn grenzen en er ontstond hier in het westen veel belangstelling voor de taal en cultuur van dat exotische land. In Nederland kwam er een hele serie van Teleac over China met de cursus ‘Níhao ? ? Chinees voor beginners’. Deze cursus heb ik toen zelfstandig doorgenomen (zoals destijds velen met mij trouwens). Een paar jaar later werd
Wim Weel, docent levensbeschouwing en Chinees
januari 2009
IK ?
MIJN
SPORT?
T WIRLING ...
Ik ben Tara Mallien en mijn bijzondere sport is twirling. Met majorette ben ik begonnen toen ik vijf was. Dat doe ik nog steeds samen met twirling (het lijkt heel veel op elkaar). Ik zag majorettes die op straat liepen en dacht: dat wil ik ook. Mijn moeder heeft vroeger ook op majorette gezeten. Zij heeft me toen ingeschreven. Op mijn zevende ben ik begonnen met solo-onderdelen. Ik zit met mijn team in Waalwijk bij de senioren. Nu ben ik 13 jaar en zit er 8 jaar bij. Met mijn solo-onderdelen heb ik inmiddels al wat titels gehaald. In 2003 (mijn eerste solojaar) ben ik Brabants kampioen majorette geworden en tweede van de majorettes in Nederland. In 2005 ben ik Brabants kampioen majorette geworden en vijfde van de majorettes in Nederland. In 2006 ben ik Brabants kampioen majorette en Nederlands kampioen majorette geworden en in 2007 was ik tweede van de majorettes in Brabant en tweede van Nederland. In dat jaar ben ik gaan twirlen. Zo ben ik derde geworden met een onderdeel op het NK Twirl. En in 2008 heb ik al deelgenomen aan de Brabantse kampioenschappen en ben kampioen geworden en nu komen de Nederlandse kampioenschappen majorette solisten, de Nederlandse kampioenschappen teams, de voorrondes van de Twirl NK’s. Als ik daar doorheen kom, mag ik naar het NK Twirl.
Veel mensen hebben hun mening klaar over majorette of twirling. Ze baseren hun idee op wat ze zien van de traditionele majorettes die op straat lopen. Ze zeggen dan: “O ja, dat is met zo’n stokkie draaien en dan gooien”, terwijl het zoveel meer is dan dat; het gaat niet alleen om gooien en zo. Het gaat om vloergebruik, uitstraling, techniekbeheersing, dans- en batoncombinatie (een baton is een majorettestok), moeilijkheidsgraad van baton, moeilijkheidsgraad van dans, originaliteit, variatie en nog heel veel meer. De jury geeft voor verschillende onderdelen punten en strafpunten. De strafpunten krijg je met drops (als je je baton laat vallen) en nog wat andere dingen. Als alle punten zijn opgeteld en daar de strafpunten weer vanaf gehaald zijn, krijg je de einduitslag. Aan de hand van die punten kan je bijvoorbeeld promoveren naar een hogere klasse of jezelf plaatsen voor een NK. Je hebt ook veel aparte klassen; voor leeftijd, maar ook voor onderdelen. Een van de leukste dingen die ik heb meegemaakt was een paar jaar geleden. Het was het allereerste NK voor mij. Ik was 7 jaar. In de intrainruimte zag ik een cameraploeg van het jeugdjournaal. Dat was echt heel erg leuk. Een ander heel leuk ding was toen ik in 2006 Nederlands kampioen was. Op school hadden een paar vriendinnen de school versierd en ik kreeg veel leuke reacties en kaartjes. Ik werd ook geïnterviewd door de regionale krant van Baarle-Nassau, waar ik woon. Sinds een jaar zit ik bij een vereniging in Waalwijk. In Baarle-Nassau was het niet meer leuk. Op 13 december zijn we met het team in de senior middenNederlands Kampioen geworden!
Tara Mallien, A2F
23
IK ?
IK? IK
VOETBAL BIJ
WILLEM II
Ik ben Wouter Quispel. Ik ben begonnen met voetballen toen ik zes jaar was. Natuurlijk voetbalde ik altijd al op straat en ik vond het superleuk om te doen. Samen met mijn broers en neven en vriendjes naar het pleintje in de buurt. Iedereen die uit de Blaak komt, weet het tere veldje wel te vinden. Ik ben begonnen bij Sarto in de F11 en drie jaar geleden werd ik gevraagd voor Willem II, iets waar ik natuurlijk al superlang van droomde. Ik hou ervan om elke week weer die spanning te voelen voor een wedstrijd en het geeft me een kick als ik goed presteer. Uiteindelijk train je daar toch de hele week voor. Ik heb ook wel eens meegemaakt dat je de hele week keihard traint, maar niet mag spelen. Dat is balen, maar daar moet je je overheen kunnen zetten en je beste beentje weer voorzetten. Ik train op maandag twee keer: een keer krachttraining en een technische training. Op dinsdag train ik ‘s middags drie keer: een krachttraining, een technische en een conditionele training. Woensdag is mijn enige vrije dag van Willem II. Vaak doe ik dan voor mezelf krachttraining in de Pellikaan in Tilburg. Op donderdag en vrijdag train ik maar een keer. Dat zijn allebei tactische trainingen. Het is wel redelijk druk en soms valt het moeilijk te combineren met school. Op dinsdag krijg ik van school om 13:55 vrij om te trainen. Op donderdag zou ik dit ook mogen maar hier maak ik geen gebruik van omdat ik anders heel veel mis van school. Vorig seizoen speelde ik ook voor het Nederlands elftal onder vijftien. Dit jaar zit ik daar niet bij. Ik ben eerstejaars B-speler en daarom speel ik niet alles. Als je echt het hoogst haalbare uit jezelf wilt halen, moet je ook zoveel mogelijk minuten maken. En daar heb ik dit seizoen de kans nog niet voor gekregen. Het is wel een superervaring om voor je land uit te komen. En het is ook allemaal heel professioneel. Voor de wedstrijd het volkslied zingen, mensen die je handtekening willen, vuurwerk op de tribunes en een mooi hotelletje om te overnachten.
Het mooiste wat ik ooit heb meegemaakt is de Nike Premier Cup geweest, waar wij met Willem II de wereldfinales in Manchester haalden, nadat we derde waren geworden op het EK in Polen. Alle wereldploegen waren er, Manchester United, Real Madrid, Juventus, PSG, Fluminense en Willem II natuurlijk. Twintig teams waren er uiteindelijk in Manchester van de 9600 teams die aan het toernooi meededen. Wij zijn uiteindelijk dertiende geworden op het WK. Ik was aanvoerder en had dus het geluk dat ik overal op de podiums mocht komen om met spelers en oud-spelers van Manchester United op de foto te gaan. Ik heb verschillende toppers een hand gegeven: Edwin van der Sar, Rio Ferdinand en Nani om maar eens een paar namen te noemen. Ik hoop later natuurlijk betaald voetbal te mogen spelen en dan het liefst in het buitenland. Engeland spreekt me qua voetbal het meeste aan. Ik zal ook al lang blij zijn om in Nederland op eredivisieniveau te mogen spelen. Ook zou ik graag een keer uitkomen voor het ‘grote’ Oranje. Maar op de eerste plaats komt natuurlijk school (om even mijn moeder gerust te stellen).
Wouter Quispel, A4E
24 H2L in actie voor 3FM
januari 2009
DRAMA
EXAMENVOORSTELLINGEN 5
HAVO
Op woensdag 18 en donderdag 19 maart presenteert de dramaklas van 5 havo zijn examenvoorstelling ‘Open Huwelijk’ van Dario Fo. Een man en vrouw in een huwelijkscrisis besluiten om het volledig open te gooien. De man neemt het er flink van en krijgt de bijnaam ‘Orgasmus van Rotterdam’. Zijn vrouw daarentegen krijgt een serieuze relatie met een jonge en succesvolle professor. Dit tot ongenoegen van de man want “als het open huwelijk wil slagen, kan het maar aan één kant open zijn, aan de kant van de man”. De man wordt gespeeld door Wesley Poulina, Gijs Abrahams en Sander Oostrom. Zijn vrouw Antonia wordt gespeeld door Eva van Beers, Sabrina van den Broek en Jessie van Beurden. De regie is in handen van Michel Pijpers en samen met de tekst van Dario Fo betekent dat een voorstelling vol humor, spanning en spektakel. De voorstellingen worden gespeeld in het theater van het CVA. Dat ligt aan de Ringbaan Oost, vlak naast de bowlingbaan. Ckv-leerlingen kunnen op woensdagmiddag gratis naar de generale, voor de overige voorstellingen kun je kaartjes reserveren via
[email protected]. Als bijdrage in de productiekosten vragen we een entreeprijsje van € 4,-.
‘H E Y ,
S E X Y D E A D G U Y !’
Onze ‘sexy dead guy’ ligt roerloos in zijn kist op het midden van het toneel. Morsdood. Veertien vrouwen verschijnen op zijn avondwake. Wie zijn deze vrouwen, wat is hun relatie met de overledene, maar vooral: wie was deze man? Dit is de essentie van onze nieuwe productie van English Theatre dit jaar. Iedere donderdag zwoegen wij van half vier tot vijf onder leiding van Miss Catherine en Miss Loesy (a.k.a. mevr. Duindam) om al improviserend in het Engels scènes te creëren voor het stuk. Resultaat: Buikspierpijn, zere knieën, overbelaste stemmen, liters zweet ... en oh ja: uiteindelijk een voorstelling. Vorig jaar kwamen we met ons uiteindelijke resultaat terecht op het Artscene Festival in Gent. Jongeren uit Roemenië, Spanje, Frankrijk, Polen, België en Nederland speelden hier hun voorstellingen en deden mee aan workshops. In English! Dit jaar organiseert Odulphus zelf zo’n festival, genaamd ‘All the World’s a Stage’. Van 6 tot en met 9 april mogen wij genieten van de buitenlandse boys ... en meisjes. Jullie zijn allemaal van harte uitgenodigd om onze voorstelling te komen bekijken. Nog één tipje van de sluier: het stuk is opgebouwd uit een sonnet van, hoe kan het ook anders, William Shakespeare. Niet de stoffige schrijver, maar de dichter die het leven en de liefde kan omschrijven in dat prachtige Engels: So long as men can breathe, or eyes can see So long lives this, and this gives life to thee
Nandi van Beurden, Milanne Mulder en Marjolein Roozen, V6B
25
UITWISSELING
INDRUKWEKKENDE ‘F RANSE
3
LEERLING STAAT OP ALS DE DOCENT BINNENKOMT !’
In de week van 20 t/m 24 oktober gingen 21 derdeklassers samen met hun docenten Marianne Lampe, Caecile van Gorp en Sylvie Willekens op uitwisseling naar Sambin in de Loirestreek van Frankrijk. De uitwisseling vond plaats met Franse leeftijdgenoten van het collège Le Prieuré in Sambin. Het zal rond mei van dit jaar geweest zijn dat Jeanine Hamers, een nicht van mijn man, onze school benaderde met de vraag of wij een uitwisseling – un échange – wilden doen met de school van haar twee 15-jarige zoons. Deze school heeft reeds een ruime ervaring op dit gebied. Zo hebben ze contacten met Duitsland, Amerika en zelfs met China. Nederland was tot nu toe nog niet gelukt. De directeur van het collège Mr. Hervier vroeg Jeanine
als Nederlandse contacten te leggen met Nederland. En zo kwam Jeanine bij het Odulphus terecht. Heel wat familie heeft onderwijs mogen genieten of geniet onderwijs (twee neefjes) op het Odulphus, dus ze kent de school. De sectie Frans, altijd op zoek naar middelen om de Franse taal dichtbij te brengen en te laten leven, zei natuurlijk meteen ja!!!!!!!!
26
ÉCHANGE MET KLAS
Al voor de zomervakantie was de inschrijving rond; 21 derdeklassers, havisten, atheneumleerlingen en gymnasiasten zeiden enthousiast ‘Oui’ tegen deze uitdaging. Heel gedurfd, want tijdens deze uitwisseling breng je 5 hele dagen alleen
door in een Frans gezin. En op het Franse platteland spreken ze toch echt alleen maar Frans, de ouders van de jeugd zeker. Op 1 oktober op de ouderavond voor de ouders en de reizigers zelf was het enthousiasme zichtbaar, maar ook de spanning voelbaar; de datum van vertrek kwam snel dichterbij en ja, je moest echt alleen in het gezin en ja, ze spreken er echt alleen maar Frans. In de weken die volgden, konden ze al contact leggen met de Franse familie per mail. Er waren er die ons enthousiast vertelden over de foto’s per mail en in wat voor een groot huis ze wel terecht zouden komen! Of in wat voor een klein huis, waar ze hun slaapkamer zouden moeten delen met 3 gezinsleden! Maandagochtend 20 oktober om 7.30 uur was het dan zover; de bus stond klaar om ons te vervoeren en de chauf-
feur zou ons in Frankrijk ook overal naar toe begeleiden. Wat een luxe! Na een gezellige busreis en ook veel fileleed kwamen we aan op het schoolplein. Wat zijn die Nederlanders groot en die Fransen klein! Sommige ‘Fransjes’ zoals de leerlingen dat zeiden scheelden wel twee hoofden met onze Nederlanders. Nadat de Franse families de Odulphustas en het Odulphusspeldje hadden gekregen ontfermden zij zich over onze leerlingen. En de docenten vertrokken naar de thuisbasis van die week; het huis van Jeanine en haar gezin in St. Georges-sur-Cher; een heus kasteeltje met gastenverblijf op 40 km afstand van Sambin.
De volgende ochtend hadden de leerlingen allemaal hun eigen verhaal; bij de een hadden ze aan huis een dierentuin met echte olifanten, bij de ander een heel park rondom het huis, weer een ander had een uur moeten rijden om bij school te komen en sommigen kwamen aan per car scolaire, heel normaal in Frankrijk om met de schoolbus te reizen, want de afstanden zijn groot en fietsen doen ze niet: te gevaarlijk en de afstanden te groot. Bij één leerling thuis ging om 21.00 uur in het hele huis het licht uit om te gaan slapen en weer een ander had nog een paar uur op de manege rondgehangen, want daar gaf de madame des huizes paardrijles. En alle leerlingen hadden pas rond 20.00 uur gegeten, want dat is de gewoonte in Frankrijk! Die ochtend volgden we lessen op het collège. De rust tijdens de lessen, het feit dat alle leerlingen het huiswerk gemaakt hebben, de vingers om het juiste antwoord te geven, dat de leerlingen gaan staan als de docent binnenkomt, het warme eten voor alle leerlingen in de cantine, de begroeting elke morgen met twee kussen, de vieze wc’s op de binnenplaats, de kleine school van 250 leerlingen, het voetballen tijdens de pauze op het voetbalveld, de lange lesdagen van 8.30 uur tot 17.00 uur, het maakte allemaal erg veel indruk op onze leerlingen. De volgende dagen hebben we vooral veel van de omgeving gezien en geproefd; de kastelen van Chambord en Cheverny, een geitenkaasboerderij, een champagnekelder, een champignonkwekerij, een proeverij op het kasteel van Chissay, waarop ook de plaatselijke krant afgekomen was en een bezoek aan de stad Tours. Op de laatste avond had de school een farewellparty voor ons georganiseerd. In de kantine waren de tafels feestelijk gedekt, alle ouders hadden een Frans gerecht gemaakt; quiche, aardappelgratin, salade, tarte Tatin en mousse au chocolat. Inmiddels waren de vriendschapsbanden tussen de Franse en Nederlandse leerlingen behoorlijk aangehaald. Een Frans meisje was zowaar
januari 2009
UITWISSELING
SAMBIN Een geweldige ervaring! Wij hebben een dagboekje bijgehouden van onze reis naar Sambin en willen jullie een kleine indruk geven van deze geweldige ervaring.
MAANDAG Om half acht werden we door alle ouders uitgezwaaid, op weg naar Frankrijk. Het was heel gezellig in de bus. Na veel gesnoep, drie films en veel geklets kwamen we om kwart voor zes eindelijk aan in Sambin. Op de privé-school werden we hartelijk ontvangen door de directrice. Daar werden we voorgesteld aan ons ‘Fransje’ en mochten we met het gastgezin naar huis. Vanaf toen moest alles in het Frans. Jezelf voorstellen, alles verstaan wat ze zeiden en nog een behoorlijk gesprek voeren. Het was even wennen, maar het werd al snel vanzelfsprekend. Onze gastgezinnen waren heel aardig, we voelden ons meteen een beetje ‘thuis’. Rond half negen gingen we eten, typisch Frans met kaas na het eten. Nog even een spelletje en dan lekker slapen!
DINSDAG Om half acht opstaan, aankleden en lekker ontbijten. Daarna om kwart over acht met de auto naar school. We mochten een halve dag op een Franse school doorbrengen. Eerst met z’n allen tekenen, daarna in groepjes muziek, Frans en Engels. School in Frankrijk is heel anders: je blijft staan totdat de leraar(es) zegt dat je mag gaan zitten, kletsen is ten strengste verboden en je moet goed opletten. De school zelf was ook redelijk armoedig. In de kleine pauze krijgt iedereen ‘pain du chocolat ‘en in de grote pauze warm eten. Ook zit je tot 5 uur op school! ‘s Middags gingen we naar Chateau de Cheveny. Daar kregen we een Franse rondleiding. Daarna nog snel door het Kuifje-museum en toen naar huis.
verliefd geworden op een van onze blonde jongens en bij het afscheid verraste ze hem met een prachtig geschilderd zelfportret! Wat een romantiek. Vrijdag de reis naar huis. De reis duurde lang door alle files maar de chauffeur liet ons wederom niet in de steek. Rond een uurtje of half 9 konden de leerlingen hun eigen ouders weer in de armen sluiten. Wij, de drie docenten, hebben ontzettend genoten van deze uitwisseling en zien uit naar de komst van de Fransen eind januari, begin februari. We zijn wel erg benieuwd naar de shock van de Fransen als ze hier lessen gaan volgen; opstaan als de docent binnenkomt …? Iedereen het huiswerk gemaakt …? De onderdompeling in de Franse taal, de kennismaking met de Franse gewoontes en dagindeling dat is een ervaring die onze leerlingen niet meer vergeten. Dit zegt meer dan drie jaar Frans op Odulphus bij elkaar. Het is de bedoeling dat deze uitwisseling om het jaar gaat plaatsvinden.
WOENSDAG Woensdag gingen we naar de geitenkaasmakerij. Met blauwe zakken om onze schoenen werd alles uitgelegd van ‘geit tot winkel’. Daarna gingen we naar de kelders van Montmouseau. Daar werden flessen met champagne gekanteld, bewaard en ‘versierd’. Na de rondleiding hadden we een ‘piquenique’ aan de Cher. Iedereen had Franse dingetjes om gezellig op te eten bij de rivier. Vanuit de lunchplek liepen we naar een champignonkwekerij. Daar waren heel veel tunnels onder de grond met allerlei soorten champignons. Daarna hadden we een proeverij in het kasteel van Chissay. Een heel chique hotel waar we heel veel geproefd hebben. Na deze drukke dag gingen we eindelijk weer naar huis.
DONDERDAG Donderdag gingen we met de bus naar Tours. Eerst naar het gildenmuseum en daarna shoppen! Je mocht in eigen groepjes doen wat je wilde. Daarna gingen we naar huis om vervolgens weer naar school te gaan. Op school gingen we namelijk met alle kinderen, ouders en de directie eten. Iedereen had heerlijke Franse dingetjes gebakken. Tussendoor ging iedereen buiten met elkaar voetballen. Het was een hele gezellige avond. Helaas gingen we vrijdag met de bus weer naar huis. Nu hebben jullie een indruk van een weekje Frans. Wij vonden het superleuk. En de Franse kinderen komen eind februari naar ons toe. Wij zijn benieuwd hoe ze dat gaan vinden.
Julia van de Winckel & Julia Willemse, G3B
Salut et au revoir,
namens de drie organiserende docenten Frans, Sylvie Willekens
27
JANUARI ‘09 19–23 23 30
Compoweek Holocaust Memorial Day klas 3 Vanaf 19.00 uur: afscheid van mevr. J. Lancée, dhr. J. Paffen en dhr. M. Weenen
FEBRUARI ‘09 4 5 week 7 11 13 16 20 23–27
11.00 uur: aanvraag herkansingen 6 vwo 19.00 uur: opleidingenmarkt 4 havo op het Willem II College Rapportage 2 wordt meegegeven; 40-minutenrooster vanwege leerlingbesprekingen Na de lessen herkansingen 6 vwo Project drama–muziek (leerlingen bovenbouw) 19.00–21.30 uur: Open Avond Project drama–muziek (leerlingen bovenbouw) Ouderavond advies klas 1 Vrije dag Carnavalsvakantie
MAART ‘09 2 en 4 10 en 12 25–31 31
19.00 uur: ouderavond vakdocenten 15.00–17.00 en 19.00–21.00 uur: aanmelden nieuwe leerlingen Compoweek Zinposium levensbeschouwing voor 5 vwo
APRIL ‘09 1 5–9 8 9 10 week 16 13 14–15 16 17 20–24 27–30
20.00 uur: ouderavond Romereis Engels theaterfestival 11.00 uur: aanvragen herkansingen voor alle leerlingen bovenbouw Bezoek TU Eindhoven en Universiteit vanTilburg klas 4 vwo Presentatiemiddag profielwerkstukken klas 4 havo en 5 vwo Goede Vrijdag: vrij Rapportage 3 wordt meegegeven; 40-minutenrooster vanwege leerlingbesprekingen Tweede Paasdag: vrij Herkansingen 6vwo Herkansingen klassen 4, 5 en 6 Herkansingen 6vwo Shell hockeytoernooi Reisweek klas 4, alternatief programma voor overige klassen Vakantie