Update Wijzigingen Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen Wijzigingen in jaareditie 2014
Professional Practice Department Nummer 8, november 2014
Wijzigingen Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen Wijzigingen in jaareditie 2014
In de jaareditie 2014 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen (RJk-bundel) zijn diverse nieuwe richtlijnen opgenomen. De jaareditie 2014 is van toepassing op verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2015. Enkele nieuwe richtlijnen zijn echter al met ingang van 1 januari 2014 van kracht. Voor alle nieuwe richtlijnen geldt dat eerdere toepassing wordt aanbevolen. Er zijn eveneens nieuwe ontwerprichtlijnen opgenomen. Ontwerprichtlijnen zijn formeel nog niet van toepassing. Wel geven zij vooruitlopend op de definitieve richtlijnen al in zekere mate steun en richting aan de praktijk van de verslaggeving (RJ 100.206). In deze publicatie worden de belangrijkste wijzigingen in de RJk-bundel op hoofdlijnen besproken.
Nieuwe richtlijnen van toepassing voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2014 Pensioenvoorziening directeur-grootaandeelhouder (DGA) Voor pensioenregelingen voor DGA’s die in eigen beheer worden gehouden, moet een voorziening worden opgenomen voor de per balansdatum opgebouwde pensioenverplichting. Deze voorziening wordt gewaardeerd op basis van een in Nederland algemeen aanvaarde actuariële waarderingsmethodiek. Voorheen was het toegestaan om de voorziening volgens de fiscale grondslagen te waarderen. Voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2014 is dit echter niet langer toegestaan. Bij waardering op fiscale grondslagen moet een (hoge) rekenrente worden gehanteerd van 4% en mogen geen leeftijdsterugstellingen worden toegepast. Verder mag bij waardering op fiscale grondslagen geen rekening worden gehouden met toekomstige indexaties, ook niet als die onvoorwaardelijk zijn overeengekomen. Hierdoor wordt de pensioenvoorziening volgens de Raad voor de Jaarverslaggeving te laag weergegeven. De omvang van de te lage waardering is in de loop der jaren toegenomen, vooral door de gedaalde rentestanden. Om deze reden heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving besloten waardering op fiscale grondslagen niet langer toe te staan. Het is kleine rechtspersonen wel toegestaan om de gehele jaarrekening op te stellen op basis van fiscale grondslagen, inclusief de pensioenvoorziening voor de DGA in eigen beheer (artikel 2:396 lid 6 BW). Dit is niet gewijzigd.
Update. nummer 8, november 2014
2
Financiële instrumenten – hedge accounting Als een kleine rechtspersoon hedge accounting toepast, moet zij dat doen conform de bepalingen van RJ 290 ‘Financiële instrumenten’ uit de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor grote en middelgrote rechtspersonen. Daarom zijn wijzigingen in RJ 290 ook relevant voor kleine rechtspersonen die hedge accounting toepassen. In de jaareditie 2014 zijn nadere bepalingen opgenomen over de wijze waarop bij kostprijshedge-accounting ineffectiviteit moet worden bepaald en verwerkt, alsmede additionele toelichtingsvereisten. Financiële instrumenten – afscheiden van embedded derivaten In de RJk-bundel is niets opgenomen over embedded derivaten of over het al dan niet afscheiden daarvan. De RJk-bundel bevat voor dit onderwerp evenmin een verwijzing naar de RJ-bundel. Ook in Titel 9 Boek 2 BW is hierover niets opgenomen. Voorheen werd algemeen aangenomen dat kleine rechtspersonen embedded derivaten nooit hoefden af te scheiden. Middelgrote rechtspersonen waren namelijk ook daarvan vrijgesteld. Vanaf 1 januari 2014 is die vrijstelling voor middelgrote rechtspersonen echter vervallen. De vraag is nu hoe kleine rechtspersonen moeten of kunnen omgaan met embedded derivaten. Omdat de RJk-bundel dit onderwerp niet behandelt en daarin evenmin wordt verwezen naar de RJ-bundel, zal de kleine rechtspersoon zelf een verwerkingswijze moeten kiezen die relevante en betrouwbare informatie oplevert voor de besluitvorming van de gebruikers van de jaarrekening (RJk A1.202). Naar onze mening mogen kleine rechtspersonen de regels voor het afscheiden van embedded derivaten ook toepassen. Of ze dat verplicht zijn is echter afhankelijk van de vraag of afscheiden noodzakelijk is om relevante en betrouwbare informatie te verstrekken. Dat zal per situatie moeten worden beoordeeld. Als embedded derivaten niet worden afgescheiden, worden ze feitelijk veelal tegen kostprijs gewaardeerd en niet afgewaardeerd naar een eventuele lagere reële waarde. Met als gevolg dat eventuele verliezen op die embedded derivaten niet zichtbaar worden.
Voorbeeld: Embedded derivaat in leningsovereenkomst Onderneming A ontvangt een lening van een bank met een looptijd van 10 jaar. In de leningsovereenkomst is afgesproken dat de bank het recht heeft om na de looptijd van 10 jaar, de lening voor 5 jaar te verlengen tegen een vooraf vastgestelde rente (zogenoemde ‘extendible lening’). De bank zal gebruik maken van de optie, als dit op het moment van verlengen tegen voor de bank gunstige voorwaarden is (en dus voor A ongunstige voorwaarden). Feitelijk heeft A een optie verkocht (geschreven) op een renteswap, een zogenoemde swaption. Deze optie betreft een embedded derivaat. Nieuwe richtlijnen van toepassing voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2015 Grondslagen in geval van discontinuïteit Als discontinuïteit onontkoombaar is, moet de jaarrekening ook op die basis worden opgesteld. Tot op heden was niet verder uitgewerkt op welke wijze de grondslagen voor een jaarrekening uitgaande van onontkoombare discontinuïteit moeten worden ingevuld. In RJk A2.216 is daarvoor nu een verwijzing opgenomen naar nieuwe richtlijnen in de RJ-bundel (RJ 170.2). Kort samengevat houden grondslagen op liquidatiebasis in dat het eigen vermogen uitkomt op het verwachte liquidatiesaldo. De grondslagen op liquidatiebasis moeten dus inzicht geven in de mate waarin aan de verplichtingen voldaan kan worden en het saldo dat na afwikkeling van alle verplichtingen (naar verwachting) beschikbaar zal zijn.
Update. nummer 8, november 2014
3
Dat wordt bereikt door (RJ 170.201): • alle activa te verwerken in de balans - ongeacht of deze eerder al in de balans waren opgenomen - en die te waarderen tegen de (verwachte) opbrengstwaarde; • alle posten van het vreemd vermogen te verwerken en te waarderen tegen (de beste schatting van) de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende posten af te wikkelen; en • overlopende posten op te nemen voor verwachte (toekomstige) kosten en opbrengsten tot de verwachte liquidatiedatum. De overgang naar grondslagen op liquidatiebasis wordt prospectief (dat wil zeggen via de winst-en-verliesrekening) verwerkt. De vergelijkende cijfers worden niet aangepast (RJ 170.205). Daarnaast is in RJ 170 aangegeven welke (aanvullende) toelichtingen zijn vereist in geval van onontkoombare discontinuïteit. De jaarrekening wordt alleen opgesteld op liquidatiebasis als de continuïteitsveronderstelling vervalt en een rechtspersoon naar verwachting niet aan al zijn verplichtingen zal kunnen voldoen (RJk A2.213). In situaties waarin een rechtspersoon naar verwachting aan al zijn verplichtingen zal voldoen, wordt de jaarrekening opgesteld uitgaande van de gebruikelijke grondslagen (RJk A2.213a). Dit heeft betrekking op rechtspersonen die zijn opgericht voor bepaalde tijd, of als na de oprichting is besloten de rechtspersoon te liquideren dan wel alle bedrijfsactiviteiten te staken. In deze situaties wordt niettemin het geheel van de werkzaamheden van een rechtspersoon niet (langer) voortgezet. Daarom moeten die situaties wel in de jaarrekening worden toegelicht.
Fusies en overnames tussen ondernemingen onder gemeenschappelijke leiding Fusies en overnames tussen ondernemingen onder gemeenschappelijke leiding mogen alleen worden verwerkt volgens de ‘purchase accounting’ methode, indien daarmee recht wordt gedaan aan de economische realiteit van de transactie (RJk B3.202). De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft niet uitgewerkt wanneer daarvan sprake is. Naar onze mening moet worden beoordeeld in hoeverre de economische realiteit (‘economic substance’) verandert als gevolg van een fusie of overname onder gemeenschappelijke leiding. Indien de economische situatie niet dan wel zeer beperkt verandert, is het naar onze mening moeilijker te verdedigen transacties volgens de ‘purchase accounting’ methode te verwerken. Als verwerking niet plaatsvindt volgens de ‘purchase accounting’ methode moet een keuze worden gemaakt tussen ‘pooling of interests’ methode en ‘carryover accounting’ methode. Bij beide methoden worden de boekwaarden van de activa en de verplichtingen van de betrokken ondernemingen samengevoegd. Daardoor ontstaat geen goodwill. Bij de ‘pooling of interests’ methode wordt de samenvoeging verwerkt alsof deze reeds aan het begin van het ter vergelijking opgenomen boekjaar een feit was. Bij de ‘carryover accounting’ methode wordt de samenvoeging op de overnamedatum verwerkt en worden de vergelijkende cijfers niet aangepast. In alle gevallen moet de gekozen verwerkingswijze worden toegelicht (RJk B3.203).
Update. nummer 8, november 2014
4
Ontwerprichtlijnen Ontslagvergoedingen In ontwerprichtlijnen is verduidelijkt dat ontslagvergoedingen moeten worden onderscheiden van beloningen in ruil voor arbeidsprestaties. Ontslagvergoedingen worden ineens ten laste van de winst-enverliesrekening verwerkt op het moment dat een rechtspersoon zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden om een ontslagvergoeding te betalen. Als het ontslag onderdeel is van een reorganisatie, dient een rechtspersoon de kosten van een ontslagvergoeding op te nemen in een reorganisatievoorziening
Contactinformatie Corné Kimenai RA
[email protected] +31 088 288 0162
drs. Inge van Sloun RA
[email protected] +31 088 288 2699
Deloitte refers to one or more of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, a UK private company limited by guarantee (“DTTL”), its network of member firms, and their related entities. DTTL and each of its member firms are legally separate and independent entities. DTTL (also referred to as “Deloitte Global”) does not provide services to clients. Please see www.deloitte.nl/about for a more detailed description of DTTL and its member firms. Deloitte provides audit, tax, consulting, and financial advisory services to public and private clients spanning multiple industries. With a globally connected network of member firms in more than 150 countries and territories, Deloitte brings world-class capabilities and high-quality service to clients, delivering the insights they need to address their most complex business challenges. Deloitte’s more than 200,000 professionals are committed to becoming the standard of excellence. This communication contains general information only, and none of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, its member firms, or their related entities (collectively, the “Deloitte network”) is, by means of this communication, rendering professional advice or services. No entity in the Deloitte network shall be responsible for any loss whatsoever sustained by any person who relies on this communication. © 2014 Deloitte The Netherlands Update. nummer 8, november 2014
5