Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
VOORNAAMSTE WIJZIGINGEN VOOR AANSLAGJAAR 2013 Zoals vermeld in de laatste editie van het Fiscaal Memento, vindt u hierna een overzicht van de maatregelen die ten laatste op 6 april 2012 in het Belgisch Staatsblad werden gepubliceerd. De beschrijving houdt dus rekening met de voornaamste wijzigingen die werden aangebracht door de wet houdende diverse bepalingen van 28 december 2011 (BS van 30 december 2011) en door de programmawet van 29 maart 2012 (BS van 6 april 2012). Wat de indirecte belastingen betreft, geeft dit bijvoegsel de toestand weer die van kracht is op 1 april 2012. 1
Nieuwe berekening van het voordeel van alle aard met betrekking tot de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen
Een nieuwe forfaitaire berekening is in werking getreden voor het voordeel van alle aard (VAA) met betrekking tot de terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen (met inbegrip van het woon-werkverkeer). Zij werd ingevoerd door bovenvermelde wet van 28 december 2011 en gewijzigd door de programmawet van 29 maart 2012. De nieuwe berekening wordt toegepast op de voordelen van alle aard die vanaf 1 januari 2012 worden toegekend 1. 1.1
Berekening van het voordeel van alle aard voor de verkrijger van het voertuig
OUDE BEREKENING VAA
Sinds 1 januari 2010 wordt het CO2-uitstootgehalte van het voertuig in rekening gebracht bij de forfaitaire evaluatie van het voordeel van alle aard. Voor het aanslagjaar 2012 werd het voordeel van alle aard met betrekking tot het persoonlijke gebruik van een bedrijfswagen berekend als volgt: VAA = aantal voor persoonlijk gebruik afgelegde km * CO2-uitstoot/km * CO2eur- coëfficiënt Voor het aanslagjaar 2012 bedroeg de CO2-coëfficiënt 0,00216 euro per gram CO2 voor voertuigen met een benzine-, LPG- of aardgasmotor, en 0,00237 euro per gram CO2 voor voertuigen met dieselmotor. Om het voordeel te bepalen, wordt het aantal in aanmerking te nemen kilometers per jaar in het algemeen vastgesteld op 5.000 km als de afstand woonplaats-werkplaats (heen) gelijk is aan of lager is dan 25 km, en op 7.500 km als deze afstand woonplaats-werkplaats hoger is dan 25 km. Het bedrag van het voordeel kan niet lager zijn dan 0,10 euro per in aanmerking te nemen kilometer. 1
Wat de bedrijfsvoorheffing betreft, kunnen de wijzigingen die door de programmawet van 29 maart 2012 werden ingediend (nieuwe definitie van de cataloguswaarde, inclusief de werkelijk betaalde btw en de korting betreffende de leeftijd van de wagen) echter slechts toegepast worden op de vanaf 1 mei 2012 toegekende voordelen van alle aard. Voor de voordelen van alle aard die tussen 1 januari 2012 en 30 april 2012 werden toegekend, zijn de regels van de wet van 28 december 2011 van toepassing.
1 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
NIEUWE BEREKENING VAA
Het voordeel van alle aard wordt voortaan berekend door een CO2-percentage toe te passen op 6/7 van de cataloguswaarde van het voertuig, namelijk VAA = cataloguswaarde * % (CO2-coëfficiënt) * 6/7 De CO2-basiscoëfficiënt bedraagt 5,5% voor een referentie-CO2-uitstoot van 95 g/km voor voertuigen met dieselmotor, en voor een referentie-CO2-uitstoot van 115 g/km voor voertuigen met benzine-, LPG- of aardgasmotor. Wanneer de CO2-uitstoot hoger ligt dan de referentie-CO2-uitstoot wordt het basispercentage met 0,1% per gram CO2 vermeerderd, tot maximum 18%. Wanneer de CO2-uitstoot lager ligt dan de referentie-CO2-uitstoot wordt het basispercentage met 0,1% per gram CO2 verminderd, tot minimum 4%. Als de bedrijfswagen uitsluitend door een elektrische motor wordt aangedreven, is het toegepaste CO2-percentage gelijk aan het minimum, namelijk 4%. Het voordeel kan nooit lager liggen dan 1.200 euro, geïndexeerd bedrag voor het aanslagjaar 2013. BETROKKEN VOERTUIGEN
Er zijn geen wijzigingen op dit punt ten opzichte van het oude stelsel. Worden beoogd de personenauto's, de auto's voor dubbelgebruik, de minibussen en de "onechte" lichte vrachtwagens (namelijk de lichte vrachtwagens die niet beantwoorden aan de fiscale definitie van de lichte vrachtwagens en die bijgevolg worden belast als gewone wagens) . CATALOGUSWAARDE
Eén enkele definitie van de cataloguswaarde wordt toegepast op alle bedrijfswagens, zowel voertuigen in nieuwe staat als tweedehandse wagens of leasingwagens. De cataloguswaarde is de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde 2 belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno. Om de cataloguswaarde te bepalen wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de opties en de toebehoren. IN AANMERKING NEMEN VAN DE LEEFTIJD
De vastgestelde cataloguswaarde wordt verminderd, in functie van de leeftijd van het voertuig, met 6% per jaar tot maximum 30%. Er wordt bijgevolg rekening gehouden met de periode die verstreken is vanaf de datum van eerste inschrijving van het voertuig.
2
Er wordt bijgevolg geen rekening gehouden met de (fictieve) btw die op deze catalogusprijs zou verschuldigd zijn indien een toegekende korting, vermindering, rabat of restorno niet toegepast was bij de berekening van de btw.
2 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
Periode verstreken sinds de eerste inschrijving van het voertuig (*) 0-12 maanden 13-24 maanden 25-36 maanden 37-48 maanden 49-60 maanden Meer dan 60 maanden
Percentage van de cataloguswaarde voor de berekening van het voordeel in aard 100% 94% 88% 82% 76% 70%
(*) Een begonnen maand telt voor een volledige maand. Voorbeeld: een voertuig werd voor de eerste keer op 21 maart 2012 ingeschreven bij de Directie voor de Inschrijving van de Voertuigen. Het in aanmerking te nemen percentage van de cataloguswaarde bedraagt 100% van 1 maart 2012 tot 28 februari 2013 en 94% vanaf 1 maart 2013.
1.2
Nieuwe verworpen uitgave voor de vennootschappen
In de afdeling met betrekking tot de aftrekbaarheid van de kosten en de verworpen uitgaven (VU) moet een element toegevoegd worden aan de lijst van de voornaamste VU’s: de kosten van voertuigen, ten belope van 17% van het voordeel van alle aard voor het persoonlijk gebruik van een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig (zie blz. 81 Fiscaal Memento versie januari 2012). 2
Percentage van de opties op aandelen voor de forfaitaire berekening van de waarde van het voordeel van alle aard
(zie blz. 31 Fiscaal Memento versie januari 2012) Het percentage dat wordt gebruikt om de waarde van het voordeel van alle aard forfaitair vast te stellen in geval van toekenning van opties op aandelen, wordt verhoogd van 15% tot 18%. Het nieuwe percentage wordt toegepast op de opties op aandelen die vanaf 1 januari 2012 worden toegekend. 3
Nieuw stelsel met betrekking tot energiebesparende investeringen
(zie blz. 48-50 Fiscaal Memento versie januari 2012) 3.1
Uitgaven voor werkzaamheden verricht met het oog op energiebesparingen
Het nieuwe stelsel treedt in werking in het aanslagjaar 2013. Het gaat echter gepaard met overgangsmaatregelen. a) De belastingverminderingen voor de werkzaamheden die worden verricht met het oog op energiebesparingen, worden afgeschaft vanaf het aanslagjaar 2013. De volgende uitgaven worden bijgevolg niet meer in aanmerking genomen: -
onderhoud van een stookketel vervanging van oude stookketels waterverwarming door middel van zonne-energie plaatsing van zonnepanelen plaatsing van dubbele beglazing plaatsing van thermostatische kranen of kamerthermostaten met tijdinschakeling energie-audit van de woning 3 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
b) De belastingvermindering voor de isolatie van het dak is echter behouden maar zij wordt voortaan vastgesteld op 30% als de overeenkomst na 27 november 2011 werd gesloten. c) Einde van de overdraagbaarheid naar de volgende drie belastbare tijdperken en einde van het belastingkrediet. De mogelijkheid tot overdracht naar de drie belastbare tijdperken volgend op dat waarin de uitgaven werden gedragen, wordt afgeschaft. Wat betreft de belastingvermindering betreffende de uitgaven die in 2012 werden betaald voor de isolatie van het dak, wordt de mogelijke omzetting in een belastingkrediet ook afgeschaft. d) Een overgangsmaatregel werd ingevoerd. Wat betreft de uitgaven die werkelijk in 2012 werden gedaan voor werkzaamheden verricht in het kader van een vóór 28 november 2011 ondertekende overeenkomst, blijft de bestaande maatregel van toepassing, ook voor de isolatie van het dak: belastingvermindering ten belope van 40%, mogelijkheid tot overdracht naar de volgende drie belastbare tijdperken, omzetting in een belastingkrediet. 3.2
Woningen met een laag energieverbruik (passiefhuizen, lage-energiewoningen, nulenergiewoningen)
De belastingvermindering voor passiefhuizen, lage-energiewoningen en nulenergiewoningen wordt vanaf het aanslagjaar 2013 afgeschaft. De woningen waarvoor ten laatste op 31 december 2011 geen certificaat “passiefhuizen”, “lage-energiewoningen” of “nulenergiewoningen” werd afgegeven, worden niet meer in aanmerking genomen voor de belastingvermindering. De belastingvermindering wordt bijgevolg wel nog toegekend voor de in 2011 of vroeger gecertificeerde woningen. Er werden echter overgangsmaatregelen ingevoerd: de certificaten waarvoor een aanvraag ten laatste op 31 december 2011 werd ingediend en die ten laatste op 29 februari 2012 werden afgegeven, worden beschouwd als op 31 december 2011 uitgegeven certificaten. 3.3
Groene leningen
De belastingvermindering met betrekking tot “groene leningen” bedraagt voortaan 30% van de werkelijk betaalde intresten, na aftrek van de Staatstussenkomst in de vorm van een intrestbonificatie. De vermindering van 40% tot 30% van de belastingvermindering geldt voor de vanaf 1 januari 2012 betaalde intresten van een groene lening. Ter herinnering: de groene leningen moeten tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011 gesloten zijn.
4 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
4
Hervorming van de roerende inkomsten
(zie blz. 22-25 Fiscaal Memento versie januari 2012) Deze hervorming werd al behandeld in het hoofdstuk met betrekking tot de roerende voorheffing van de laatste editie van het Fiscaal Memento. Zij is ook van toepassing in de personenbelasting vanaf het aanslagjaar 2013. De belastingplichtige is voortaan verplicht alle roerende inkomsten te melden, met uitzondering van de interesten en dividenden die onderworpen zullen worden aan de bijkomende bronheffing van 4% bovenop de roerende voorheffing. De roerende voorheffing op de inkomsten uit onder meer auteursrechten en naburige rechten is aldus niet meer bevrijdend voor de vanaf 1 januari 2012 toegekende inkomsten. Er is bijgevolg een meldingsplicht van deze inkomsten in het aangifteformulier in de personenbelasting. Ter herinnering: het percentage van de roerende voorheffing blijft 15% voor de andere inkomsten van kapitalen en roerende goederen dan interesten en dividenden, alsmede voor de diverse inkomsten van roerende aard (inkomsten afkomstig van de onderverhuring van onroerende goederen, opbrengsten uit de verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrecht, loten van effecten van leningen). Wat betreft de vanaf 1 januari 2012 toegekende of betaalbaar gestelde inkomsten, zijn de wijzigingen aangebracht aan de afzonderlijke aanslagvoeten die worden toegepast op de roerende inkomsten in de personenbelasting, dezelfde als die aangebracht aan de tarieven van de roerende voorheffing.
5 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
Aanslagvoeten van de voornaamste inkomsten van kapitalen en roerende goederen (inkomsten 2012 t.o.v. inkomsten 2011) DIVIDENDEN EXCLUSIEF BONI
Inkomsten 2011
Inkomsten 2012
Van aandelen uitgegeven vanaf 1 januari 1994 door het openbaar aantrekken van spaargelden
15%
21%
Van aandelen uitgegeven vanaf 1 januari 1994 ingevolge inbrengen van kapitalen in geld en die vanaf hun uitgifte hetzij het voorwerp hebben uitgemaakt van een inschrijving op naam bij de uitgever, hetzij in België in open bewaargeving zijn gegeven bij een financieel bemiddelaar, hetzij op een effectenrekening bij een vereffeningsinstelling zijn ingeschreven
15%
21%
Van aandelen uitgegeven door beleggingsvennootschappen, anders dan bij gehele of gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijk vermogen of verkrijging van eigen aandelen
15%
21%
Van ter beurs genoteerde AFV-aandelen, voor zover de vennootschap die de inkomsten uitkeert, onherroepelijk heeft verzaakt aan de overdracht van de voordelen uit de vrijstelling van vennootschapsbelasting, of uitgekeerd door vennootschappen waarvan een deel van het kapitaal is ingebracht door een PRIVAK (*)
15%
21%
Dividenden uitgekeerd door een coöperatieve participatievennootschap in het kader van een participatieplan (wet van 22.05.2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen)
15%
21%
Van andere aandelen
25%
25%
LIQUIDATIEBONI
10%
10%
BONI VOOR DE TERUGKOOP VAN EIGEN AANDELEN
10%
21%
INTERESTEN, ROYALTY’S, LIJFRENTEN EN TIJDELIJKE RENTEN Inkomsten uit vanaf 1 maart 1990 gesloten overeenkomsten
15%
21%
Inkomsten uit vóór 1 maart 1990 gesloten overeenkomsten
25%
25%
Inkomsten uit bepaalde gemeenschappelijke distributiebeleggingsfondsen
25%
25%
15%
15%
AUTEURSRECHTEN
(*) En waarvan de aandelen voor meer dan 50% toebehoren aan natuurlijke personen die de meerderheid van het stemrecht vertegenwoordigen.
6 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
5
Wijziging van de regels van onderkapitalisatie
(zie blz. 83 Fiscaal Memento versie januari 2012) De nieuwe regels beogen de wijziging van het stelsel betreffende de uitgesloten aftrek van de interesten in de vennootschapsbelasting, dat wordt toegepast onder bepaalde voorwaarden wanneer de verhouding schuld/eigen middelen wordt niet nageleefd. Deze verhouding bedraagt voortaan 5/1 in plaats van 7/1. Andere wijzigingen worden aangebracht aan de regels van onderkapitalisatie: -
-
het stelsel wordt voortaan ook toegepast wanneer de effectieve verkrijger van de interesten deel uitmaakt van een groep waarbij de schuldenaar behoort. Onder het begrip “groep” wordt verstaan het geheel van verbonden vennootschappen in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen; bij het controleren van de verhouding schuld/eigen middelen wordt er geen rekening meer gehouden met de leningen die worden toegekend door in de Europese Economische Ruimte gevestigde financiële instellingen.
De inwerkingtreding zal ten laatste per 1 juli 2012 door de Koning via in Ministerraad overlegd besluit bepaald worden. 6
Belastingaftrek voor risicokapitaal 3
(zie blz. 90-91 Fiscaal Memento versie januari 2012) Vanaf het aanslagjaar 2013 kan het tarief van de aftrek voor risicokapitaal niet hoger zijn dan 3%. Voor vennootschappen die op grond van artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen als KMO worden aangemerkt, blijft het tarief van de aftrek met 0,5 punt verhoogd. 7
Op aandelen verwezenlijkte meerwaarden
(zie blz. 114 Fiscaal Memento versie januari 2012) De vrijstelling van op aandelen verwezenlijkte meerwaarden wordt onderworpen aan de voorwaarde “belast te zijn” die geldt voor definitief belaste inkomsten (DBI). Een bijkomende voorwaarde wordt voortaan opgelegd, volgens welke de aandelen gedurende een ononderbroken periode van minstens één jaar in volle eigendom moeten worden behouden. De meerwaarden op aandelen, die sinds minder dan één jaar worden behouden, worden belast tegen het tarief van 25% (verhoogd met 3% aanvullende crisisbijdrage, dus in feite 25,75%). Het stelsel betreffende minderwaarden is ongewijzigd gebleven. Het gewone tarief blijft van toepassing wat betreft de belasting op reeds belastbare meerwaarden op aandelen, in de mate dat de inkomsten daaruit niet in aanmerking komen voor de DBI-aftrek. Het nieuwe stelsel treedt vanaf het aanslagjaar 2013 in werking, maar het wordt onder bepaalde voorwaarden reeds toegepast op de vanaf 28 november 2011 verwezenlijkte meerwaarden.
3
De andere geplande wijzigingen in het kader van het stelsel van de notionele intresten, namelijk de afschaffing van de overdraagbaarheid en de nieuwe berekening in de vennootschapsbelasting voor de in het verleden opgebouwde voorraad, worden noch in de wet houdende diverse bepalingen (BS 30.12.2011) noch in de programmawet (BS 06.04.2012) opgenomen. Zij zullen bijgevolg later behandeld worden.
7 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
UITSLUITING VAN TRADINGVENNOOTSCHAPPEN
De vrijstelling van meerwaarden op aandelen, en het verbod van de aftrek van minderwaarden en waardeverminderingen op aandelen zijn niet langer van toepassing op de effecten die behoren tot de handelsportefeuille van bepaalde tradingvennootschappen. 8
Nieuwe belasting op de inverkeerstelling in het Vlaams Gewest
(zie blz. 259 van het Fiscaal Memento versie januari 2012) Vanaf 1 maart 2012 is de belasting op de inverkeerstelling (BIV) in het Vlaams Gewest voor particulieren en voor rechtspersonen (behalve ondernemingen met leasingactiviteiten) grondig hervormd. Vanaf die datum houdt men bij de bepaling van de belastbare grondslag rekening met de milieukenmerken van het voertuig: het brandstoftype, de Euronorm (luchtkwaliteit) en de CO2-uitstoot (klimaat). 8.1
Belastbare voertuigen
De nieuwe berekening van de BIV is van toepassing op personenauto's, auto's voor dubbel gebruik en minibussen die worden geacht in het verkeer te zijn gesteld in het Vlaams Gewest. Voor voornoemde voertuigen die worden geacht in het verkeer te zijn gesteld door vennootschappen, autonome overheidsbedrijven en verenigingen zonder winstgevend doel, met leasingactiviteiten blijft het oude stelsel van toepassing. 8.2
Belastbare grondslag
De belasting is verschuldigd op grond van de milieukenmerken van het voertuig, namelijk in functie van de CO2-uitstoot en de milieuklassen volgens de Euronormen 0 tot 6. De aanwezigheid van een roetfilter wordt eveneens in rekening gebracht. In bepaalde gevallen wordt ook rekening gehouden met het vermogen van de motor, uitgedrukt in hetzij fiscale paardenkracht (PK), hetzij in kilowatt (kW). 8.3
Bedrag van de belasting
ALGEMENE REGELING
De BIV wordt berekend volgens de volgende formule: BIV in euro = (((CO2*f + x)/250)6 * 4500 + c) * LC waarbij: CO2 = CO2-uitstoot van het voertuig in g/km, zoals gemeten tijdens de homologatie van het voertuig volgende de geldende Europese regelgeving; f=
0,88 voor voertuigen aangedreven door LPG, 0,93 voor voertuigen aangedreven door aardgas, 0,744 voor voertuigen aangedreven door zowel aardgas als benzine en voor zover ze als benzinewagen ingeschreven zijn en 1 voor andere voertuigen;
8 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
x=
CO2-correctieterm in functie van de technologische evolutie. De waarde x is gelijk aan 0 g CO2/km en wordt vanaf 2013 jaarlijks verhoogd met 4,5 g CO2/km;
LC =
leeftijdscorrectie, bepaald op basis van de ouderdom van het voertuig. De ouderdom wordt vastgesteld op grond van de datum van de eerste inschrijving van het voertuig, in het binnenland of in het buitenland. De waarde LC wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel:
Ouderdom van het voertuig Minder dan 12 volle maanden Van 12 t/m 23 volle maanden Van 24 t/m 35 volle maanden Van 36 t/m 47 volle maanden Van 48 t/m 59 volle maanden Van 60 t/m 71 volle maanden Van 72 t/m 83 volle maanden Van 84 t/m 95 volle maanden Van 96 t/m 107 volle maanden Vanaf 108 volle maanden c=
Waarde LC 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%
constante (luchtcomponent) die functie is van de euronorm en de brandstofsoort van het voertuig, overeenkomstig de volgende tabellen:
Diesel
Euronorm Euro 0 Euro 1 Euro 2 Euro 3 Euro 3 + roetfilter Euro 4 Euro 4 + roetfilter Euro 5 Euro 6
Bedragen in euro 2.130,32 625,00 453,37 357,23 337,66 337,66 331,92 331,92 12,25
Benzine, LPG en aardgas
Euronorm Euro 0 Euro 1 Euro 2 Euro 3 Euro 4 Euro 5 Euro 6
Bedragen in euro 847,31 378,93 113,31 71,08 17,06 15,34 15,34
De BIV bedraagt nooit minder dan 40 euro en nooit meer dan 10.000 euro. Voor voertuigen die minstens 25 jaar geleden een eerste maal in het verkeer gesteld zijn, bedraagt de BIV forfaitair 40 euro. De bedragen van de component "c" (luchtcomponent) en de minimum- en maximumbedragen van de BIV worden jaarlijks per 1 juli aangepast op grond van de schommelingen van het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen.
9 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
Er wordt geen BIV geheven op voertuigen die uitsluitend aangedreven worden door een elektrische motor of door waterstof. Op plug-in hybride voertuigen wordt evenmin BIV geheven. Een plug-in hybride voertuig is een voertuig aangedreven door een elektrische motor en een verbrandingsmotor, waarvoor de energie geleverd wordt aan de elektrische motor door batterijen die volledig kunnen worden opgeladen via een aansluiting aan een externe energiebron buiten het voertuig. ALGEMENE OVERGANGSMAATREGELEN VOOR DE PERIODE VAN 1 MAART 2012 TOT EN MET 30 APRIL 2012
Voor voertuigen die van 1 maart 2012 tot en met 30 april 2012 ingeschreven zijn of moeten zijn, wordt de BIV vastgesteld op het laagste bedrag van de volgende twee berekeningen: a. de berekening zoals hierboven beschreven; b. dezelfde berekening, maar met de volgende twee wijzigingen: * de algemene formule wordt: BIV in euro = (((CO2*f + x)/250)6 * 6000 + c) * LC * voor de waarde "c" (luchtcomponent) wordt voor dieselvoertuigen de volgende tabel gebruikt: Diesel
Euronorm Euro 0 Euro 1 Euro 2 Euro 3 Euro 3 + roetfilter Euro 4 Euro 4 + roetfilter Euro 5 Euro 6
OVERGANGSMAATREGELEN VOOR TWEEDEHANDSWAGENS VAN 1 31 DECEMBER 2013 INGESCHREVEN DOOR EEN NATUURLIJKE PERSOON
Bedragen in euro 8.521,27 2.500,00 1.813,47 731,42 190,89 190,89 93,72 93,72 49,01
MAART
2012
TOT
EN
MET
Voor voertuigen die van 1 maart 2012 tot en met 31 december 2012 ingeschreven zijn of moeten zijn, wordt het bedrag van de BIV berekend door 33% te nemen van het bedrag zoals dat uit het nieuwe stelsel voortvloeit (zie hierboven "Algemene regeling") en 67% van het bedrag zoals dat uit het oude stelsel (geldig tot 29 februari 2012) voortvloeit. Voor voertuigen die van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 ingeschreven zijn of moeten zijn, bedragen deze percentages respectievelijk 67% en 33%. Deze overgangsmaatregelen gelden niet voor voertuigen die uitsluitend door een elektrische motor of door waterstof worden aangedreven of voor plug-in hybrides. Op deze voertuigen wordt dus geen BIV geheven.
10 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.
Bijvoegsel bij het Fiscaal Memento versie januari 2012
Voorbeelden
1. Een dieselauto die beantwoordt aan de Euro 5-norm en die een CO2-uitstoot van 104 g/km heeft, wordt op 2 april 2012 voor de eerste keer in het verkeer gesteld. De BIV bedraagt 124,80 euro. 2. Een dieselauto die beantwoordt aan de Euro 5-norm en die een CO2-uitstoot van 104 g/km heeft, wordt op 21 mei 2012 voor de eerste keer in het verkeer gesteld. De BIV bedraagt 355,23 euro. 3. Een dieselauto met de volgende kenmerken wordt op 2 april 2012 door een natuurlijke persoon opnieuw in het verkeer gesteld. De eerste inverkeerstelling vond plaats op 3 januari 2011. De auto beantwoordt aan de Euro 5-norm, heeft een CO2-uitstoot van 104 g/km, een fiscaal vermogen van 8 PK en een motorvermogen van 81 kW. De BIV bedraagt 111,24 euro. 4. Een dieselauto met de volgende kenmerken wordt op 21 mei 2012 door een natuurlijke persoon opnieuw in het verkeer gesteld. De eerste inverkeerstelling vond plaats op 3 januari 2011. De auto beantwoordt aan de Euro 5-norm, heeft een CO2-uitstoot van 104 g/km, een fiscaal vermogen van 8 PK en een motorvermogen van 81 kW. De BIV bedraagt 179,67 euro. 5. Een benzineauto die beantwoordt aan de Euro 5-norm en die een CO2-uitstoot van 134 g/km heeft, wordt op 2 april 2012 voor de eerste keer in het verkeer gesteld. De BIV bedraagt 122,04 euro. 6. Een benzineauto die beantwoordt aan de Euro 5-norm en die een CO2-uitstoot van 134 g/km heeft, wordt op 21 mei 2012 voor de eerste keer in het verkeer gesteld. De BIV bedraagt 122,04 euro. 7. Een benzineauto met de volgende kenmerken wordt op 2 april 2012 door een natuurlijke persoon opnieuw in het verkeer gesteld. De eerste inverkeerstelling vond plaats op 3 januari 2011. De auto beantwoordt aan de Euro 5-norm, heeft een CO2-uitstoot van 134 g/km, een fiscaal vermogen van 7 PK en een motorvermogen van 77 kW. De BIV bedraagt 110,41 euro. 8. Een benzineauto met de volgende kenmerken wordt op 21 mei 2012 door een natuurlijke persoon opnieuw in het verkeer gesteld. De eerste inverkeerstelling vond plaats op 3 januari 2011. De auto beantwoordt aan de Euro 5-norm, heeft een CO2-uitstoot van 134 g/km, een fiscaal vermogen van 7 PK en een motorvermogen van 77 kW. De BIV bedraagt 110,41 euro.
11 Het Fiscaal Memento mag niet beschouwd worden als een administratieve circulaire, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Versie april 2012.