Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening BorgerOdoorn 2013-2016
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
1
Inhoudsopgave Inleiding
3
Hoofdstuk 1 1.1. Visie en uitgangspunten gemeente Borger-Odoorn 1.2. Regenboogvisie op het sociale domein
4 4
Hoofdstuk 2 2.1. Schulddienstverlening 2012 2.2. Schulddienstverlening 2013
4 5
Hoofdstuk 3 3.1. Cijfers 2012 3.2. Cijfers 2013
6 6 6
Hoofdstuk 4 Sociale teams in ontwikkeling
8
Hoofdstuk 5 Doelstellingen, gewenste resultaten en kwaliteit
8
Hoofdstuk 6 Verdere ontwikkelingen
9
Hoofdstuk 7 Financiële aspecten 7.1. Kosten schulddienstverlening 7.2. Begroting 2014 en verder
9 9 10
Hoofdstuk 8 Samenvattend
10
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
11 14 15 16 17
1: 2: 3: 4: 5:
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Regenboogmodel Samenwerking in het sociale domein Pijlers integrale schulddienstverlening Schuldhulpverlening 2.0
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
2
Inleiding Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Gemeenten krijgen expliciet de verantwoordelijkheid om schulddienstverlening uit te voeren. De wet schrijft in beperkte mate voor, hoe de gemeente dat moet doen. Preventie en een integrale aanpak zijn belangrijk. Borger-Odoorn bood haar burgers al jaren schulddienstverlening aan en besteedde deze diensten uit aan de GKB en voerde in samenwerking met Welzijngroep Andes het project preventieve schuldhulpverlening uit om te komen tot een integrale aanpak. Deze aanpak wordt nu vernieuwd. Bovendien zijn er beleidsregels vastgelegd waardoor de toelating tot schulddienstverlening is geregeld. Op 21 juni 2012 heeft de raad de gemeentelijke beleidsuitgangspunten aangenomen en het college de opdracht gegeven om verder vorm te geven aan integrale schulddienstverlening. Uit landelijke cijfers blijkt dat er steeds meer mensen te maken hebben met problematische schulden. Meer mensen hebben een hoger inkomen en de schulden worden hoger en ook is het aantal schuldeisers gestegen. Kortom: het werkveld wordt steeds complexer. Door deze beweging wordt de gemeente gedwongen om op een andere manier naar schulddienstverlening te kijken. Er moeten keuzes gemaakt worden over de omvang van de dienstverlening die we kunnen bieden. Daarbij kijken wij niet alleen naar schulddienstverlening, maar naar de algehele herinrichting van het sociale domein. De gemeente staat voor de opgave om de groei op te vangen terwijl de middelen onder druk staan. Voorliggende uitvoeringsnota beschrijft hoe Borger-Odoorn de komende jaren de uitvoering wil kantelen op een wijze die nauw aansluit op de uitgangspunten van de kadernota “Meedoen naar vermogen” en de regenboogvisie op het sociale domein. Burgers zelf, hun sociale omgeving en de wijk waar zij wonen krijgen een nadrukkelijker rol in deze aanpak. Daarbij staat de eigen kracht voorop. Opbouwend geven we aan hoe de schulddienstverlening was geregeld tot nu toe, wat we in 2013 hebben gedaan om deze aanpak te vernieuwen en hoe we verder gaan met de ingeslagen weg om uiteindelijk schulddienstverlening onderdeel te laten zijn van de sociale teams in Borger-Odoorn.
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
3
Hoofdstuk 1 1.1 Visie en uitgangspunten gemeente Borger-Odoorn Het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van alle burgers, jong en oud, in onze gemeente. Met deze missie in het achterhoofd is in de kadernota 2012-2016 “Meedoen naar vermogen” de visie van de gemeente Borger-Odoorn op het sociale domein als volgt omschreven: Het is aan de mensen zelf (en hun eigen omgeving) om iedereen op een gezonde wijze te laten meedoen, jong en oud, gezin of alleenstaande. Waar dat niet lukt, kan de gemeente aanvullende acties ondernemen en het mogelijk maken om dit alsnog (zoveel mogelijk) voor elkaar te krijgen. Dit kader geldt ook voor mensen in de schulddienstverlening. Iedereen doet mee en in eerste instantie worden er geen mensen cq doelgroepen uitgesloten. Het hebben van (problematische) schulden staan ‘meedoen’ en volwaardige participatie in de weg. Wel zijn wij van mening dat iedereen in eerste instantie zelf verantwoordelijk is voor het aanpakken en/of oplossen van schulden. Schulden staan niet op zich en zijn vaak onderdeel van een pakket aan problemen op sociaal, psychisch en/of lichamelijk gebied. Deze visie bevat de uitgangspunten die de komende jaren de basis zijn voor de organisatie van de schulddienstverlening binnen het sociale domein: 1.2 Regenboogvisie op het sociale domein De burger staat centraal: in eerste instantie leven mensen hun eigen leven, met een sociale omgeving. Of nog specifieker: we stellen het gezin centraal. Wanneer er problemen zijn, wordt er opgeschaald: van sociale omgeving naar algemene voorzieningen zoals bv. het opbouwwerk en maatschappelijk werk en naar algemene en collectieve voorzieningen of zelfs individuele voorzieningen als er bijzondere aandacht nodig is. In toenemende mate wordt er dan ingegrepen in de persoonlijke leefsfeer van burgers. En voor al deze zaken is de gemeente straks verantwoordelijk (zie bijlage 2 voor onze ‘regenboogvisie op het sociale domein’). Binnen het sociale domein maken wij daarbij onderscheid in: - 80% van de mensen in Borger-Odoorn is prima in staat om voor zichzelf te zorgen en zijn/haar eigen problemen op te lossen (eigen regie). - 15% kan met kortdurige ondersteuning zijn/haar problemen zelf oplossen (zelfredzaamheid). - 5% heeft langdurige hulp nodig en doet mee vanuit eigen mogelijkheden en wederkerigheid (actief burgerschap). Met de pilot sociale teams hopen wij als gemeente een goede basisinfrastructuur in te richten om de mensen uit Borger-Odoorn te steunen in hun zelfredzaamheid én in hun hulp aan anderen. Met daarin een nadrukkelijke positie/rol voor de schulddienstverlening. Voor mensen die meer nodig hebben is er maatwerk. (zie bijlage 3: Samenwerken in het sociale domein) Hoofdstuk 2 2.1 Schulddienstverlening 2012 De gemeente Borger-Odoorn had de opdracht gegeven aan de GKB Drenthe deze dienstverlening in de gemeente Borger-Odoorn te verzorgen. De klant kon zich zelf melden bij de GKB. Andere partijen zoals bijvoorbeeld het Algemeen maatschappelijk werk, Steunstee’s of de afdeling Sociale Zaken konden de klant ook doorverwijzen naar de GKB. Onder de noemer integrale intake bracht de GKB financieel in kaart wat er nodig was om de situatie in eerste instantie stabiel te
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
4
krijgen en op termijn op te lossen. Dit leidde tot een plan van aanpak waarin de afspraken werden vastgelegd om te komen tot een oplossing van de schuldenproblematiek tussen de klant en de GKB. Hierbij stond met name het oplossen van de financiele problematiek voorop en niet zozeer de achterliggende oorzaken van deze problemen of de motivatie/gedrag van de klant. Het AMW van Andes voerde in het kader van het project preventieve schuldhulpverlening ook integrale intake uit. Dit betrof een rapportage aangaande de situatie van de klant in de breedste zin van het woord. Er werd een gesprek gevoerd met betrokkene waarbij alle levensgebieden behandeld werden om zo tot een beeld te komen waardoor de schulden zijn ontstaan, of er contra-indicaties waren die een traject bij de GKB moeilijker konden maken of dat gezien de omstandigheden een traject wel of niet verstandig zou zijn. Er werd een advies en een visie geschreven op de situatie. Bovenstaande ging dan mee in de beslissing van het GKB of een traject doorgang vond. Echter in de terugkoppeling of het traject doorgang heeft gevonden of wat er verder met de adviezen werd gedaan was nog niet opgenomen in dit traject en vond afhankelijk van de persoon mondjesmaat plaats. Dit kwam ook met name door het feit dat men onvoldoende van elkaar wist wat men van elkaar nodig had. Hier bleek uit dat er ondanks de reeds ingezette samenwerking tussen Andes en GKB, meer organisatie nodig was om te komen tot meer kennisoverdracht en een brede integrale intake. Inmiddels was gestart met een interactief beleidsproces door middel van informerende en meningsvormende bijeenkomsten; 1 voor professionals/intermediairs in september 2012 en 2 bijeenkomsten voor vrijwilligers/ervaringsdeskundigen in april 2013. De Wmo-raad is nadrukkelijk betrokken bij deze bijeenkomsten en heeft in november 2012 adviezen gegeven voor de op te stellen nota. Tijdens deze bijeenkomsten met ketenpartners en de Wmo-raad is nadrukkelijk naar voren gekomen dat het voortraject alvorens te komen tot een traject bij de GKB beter georganiseerd moest worden. Mede door alle veranderingen die op ons afkomen vanuit het sociale domein is er eind 2012 voor gekozen om niet een apart beleidsplan voor schulddienstverlening te maken, maar dit op te nemen in de Kadernota ‘meedoen naar vermogen’ in de vorm van een uitvoeringsnota. Tevens is er ingezet om in 2013 een start te maken met de nieuwe werkwijze integrale schulddienstverlening onder het credo: ‘al doende leert men’. 2.2 Schulddienstverlening 2013 Om het voortraject beter te organiseren is er besloten dat Andes (algemene voorziening), de integrale intake verzorgt. Nieuw is dat we meer gaan sturen op zelfredzaamheid van mensen (zie 1.2 regenboogvisie op het sociale domein). Wat kan iemand zelf of via een netwerk organiseren? De bedoeling is dat mensen na afloop van een schulddienstverleningstraject zelfstandig verder kunnen. Dit proces start al bij het begin van het traject door niet alle verantwoordelijkheid uit handen te nemen. De klant blijft probleemeigenaar. Door nadrukkelijk in te zetten op preventie en vroegsignalering is het mogelijk om escalatie en dure collectieve/individuele zorg te voorkomen. Vanuit de ‘integrale intake’ en ‘het keukentafelgesprek’ kan Andes de ‘vraag achter de vraag’ in kaart brengen, en daar de juiste interventies op (laten) plegen (zie bijlage preventieve schuldhulpverlening 2.0). Om een duidelijke ‘knip’ aan te brengen in preventieve schulddienstverlening (preventie en nazorg) en wat schuldhulptrajecten (stabiliseren/treffen van schuldregelingen) hebben we een duidelijker afbakening van taken en kunnen wij beter onze regierol vervullen. Preventie, vroegsignalering en advies worden een
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
5
algemene voorziening. Het stabiliseren en treffen van schuldregelingen wordt een collectieve voorziening danwel een individuele voorziening. Het gehele traject van dienstverlening dat wordt aangeboden rondom de schuldenproblematiek van inwoners van de gemeente Borger-Odoorn (preventie en nazorg) heet schulddienstverlening. Schuldhulpverlening betreft het traject vanaf het moment vanaf de ondertekening van de aanvraag schuldhulpverlening en er overdracht heeft plaatsgevonden naar de GKB. Het uiteindelijke doel is om schulddienstverlening aan de keukentafel te situeren in de sociale teams om daar te bepalen welke ondersteuning wel of niet moet worden ingezet; ‘schulddienstverlening als het kan, schuldhulpverlening alleen als het moet’ (zie bijlage “pijlers integrale schulddienstverlening”). Hoofdstuk 3 Ook cijfermatig kunnen we inmiddels aantonen dat de nieuwe werkwijze integrale schulddienstverlening haar vruchten begint af te werpen. 3.1 Cijfers 2012 GKB Drenthe Resultaten schuldregeling 20121 2011
2012
Integrale intake Nieuwe trajecten Klant ziet af van verdere deelname (ingetrokken) Afgehandeld Succesvol afgerond Afgewezen
133 104 6 105 58 47
150 116 2 98 49 49
Percentage succesvolle trajecten Percentage afgewezen trajecten
55,24% 44,76%
50% 50%
Uit bovenstaand overzicht van afgesloten schuldhulpverleningstrajecten in Borger-Odoorn in 2012 blijkt dat 50% van de trajecten is gestopt omdat de klant niet aan de voorwaarden voldoet. Dit kan meerdere oorzaken hebben, met name omdat er vaak meer speelt dan schulden alleen. Door beter in het voortraject te kijken of een klant wel of niet geschikt is voor een schuldregeling of dat de klant andere interventies nodig heeft, kan men voorkomen dat klanten onnodig uitvallen. Preventieve schuldhulpverlening Andes in 20122 In 2012 zijn er 238 directe contacten geweest en worden er 88 mensen begeleidt door de budgetcoach. In 2011 zijn er 252 mensen geholpen en is dus relatief hetzelfde gebleven. Het aantal mensen dat begeleidt is door de budgetcoach in 2012 bedraagt 88, daarnaast zijn er 31 kinderen bereikt via groep 7, 8 dmv “Geld is kinderspel”.
Directe contacten Budgetcoach
2011 252 72
2012 238 88
Hierbij is het nog niet inzichtelijk welke directe contacten hebben geleid naar een succesvolle schuldregeling bij de GKB.
1 2
Gebaseerd op jaarcijfers GKB Drenthe 2012 Gebaseerd op jaarcijfers Andes 2012
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
6
Deze cijfers van 2012 geven nogmaals de noodzaak aan om met de nieuwe werkwijze integrale schulddienstverlening aan de slag te gaan in 2013. 3.2 Cijfers 2013 Bij de start van de nieuwe werkwijze zijn we ervan uitgegaan dat door in de beginfase van een traject klanten goed te informeren, de motivatie te toetsen en de voorwaarden met elkaar te bespreken, het slagingspercentage flink kan worden opgeschroefd en tijd efficiënter ingezet kan worden. Andes en de GKB zijn daar, onder regie van de gemeente, mee aan de slag gegaan en onderstaand overzicht laat de resultaten tot nu toe zien. Cijfers Andes 2013 (t/m 15 oktober ’13) Totaal aantal aanmeldingen: 128 Waarvan : 60 via de GKB : 17 de Monden 28 NieuwBuinen 5 Exloo 10 Borger 4 via gemeente 64 op eigen initiatief Van deze 128 zijn 10 contacten na intake afgesloten. Intake gaf geen aanleiding tot verdere inzet. 118 trajecten zijn opgestart. Hiervan worden 8 voortijdig afgesloten op initiatief van de cliënt (niet succesvol traject). 110 succesvolle trajecten: 1) Schuldenproblematiek via ondersteuning Andes opgelost of hanteerbaar geworden. 2) Goed voorbereidde en gedocumenteerde toeleiding naar GKB 3) Nog lopende trajecten Cijfers GKB (t/m sept/okt. ’13)
GKB
2012
2013
Integrale intake Schuldregeling
150
58
116
50
-
Integrale intake: in 2012 waren dat er 150, nu 50 (beperkte) integrale intakes (taken die Andes niet mag uitvoeren, zoals toetsing bij BKR.) Schuldregelingen 2012 116, nu 42.
Het is goed om te zien dat meer dan de helft van de klanten de weg naar Andes weet te vinden als het gaat om schulddienstverlening. Doordat nu aan de voorkant (Andes) beter wordt gekeken of een schuldregeling kans van slagen heeft is de kans op afwijzing nihil en het slagingspercentage flink hoger (van 50% naar 70/80%).
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
7
De incidentele middelen in 2013 zijn door Andes ingezet om de nieuwe werkwijze te implementeren. Moest er in 2012 nog flink bijgeraamd worden aan het budget van de GKB (zie hoofdstuk 7 Financiële aspecten), in 2013 blijkt dit niet noodzakelijk en zijn de kosten voor integrale intakes en schuldregelingen bij de GKB gehalveerd. Hiermee is de integrale intake van een individuele voorziening bij de GKB verschoven naar een algemene voorziening bij Welzijngroep Andes. Het jaar 2013 is door Andes en de GKB gebruikt om te oefenen met deze nieuwe werkwijze integrale schulddienstverlening en om de werkwijze verder te ontwikkelen. Nu is het zaak om de werkwijze te gaan integreren in de sociale teams vanaf 2014 en verder. Hoofdstuk 4 Sociale teams in ontwikkeling De vele veranderingen en nieuwe taken voor gemeenten in het sociale domein, werpen automatisch de vraag op hoe je burgers toegang biedt tot hulp- en dienstverlening. Daarom gaan we, in Borger-Odoorn, aan de slag met het opzetten van sociale teams in de breedste zin van het woord. We willen toewerken naar 1 toegang en 1 aanspreekpunt voor de burger (0-100 jaar) per geografisch leefgebied. Waarbij wij zoveel mogelijk afstemmen en samenwerken met de lokale infrastructuur, basisvoorzieningen en bestaande succesvolle initiatieven maar ook met de de eerstelijns gezondheidszorg en tweedelijns organisaties. Met als specifiek doel: het daadwerkelijk realiseren van 1 gezin/huishouden, 1 plan, 1 regisseur en het liefst ook 1 ontschot budget. Bovendien betaalbaar en met zo min mogelijk bureaucratie, gebruik makend van de eigen kracht van burgers. Per geografisch leefgebied kunnen er andere hoofdthema’s naar voren komen, bijv. financiën, werk en inkomen, laaggeletterd, ouderen, jeugd en gezin enz. Daar wordt het type team en samenstelling op afgestemd. Maar er moet minimaal aanwezig zijn in elk team: Vroegtijdig signaleren Preventief werken Vraag verhelderen Oog voor gezonde leefstijl Matchen van mensen (talenten en vragen) Sociaal vliegwiel zijn Op den duur: zelf indiceren waar mogelijk Zoals genoemd in het regenboogmodel gaan we niet uit van de probleemstellig – bijv. schulden – maar wat is nodig om het gezin te laten ‘draaien’? Als dat inhoudt dat schulden opgelost dienen te worden, zal er integrale schulddienstverlening (algemene voorziening) ingezet gaan worden. Hoofdstuk 5 Doelstellingen, gewenste resultaten en kwaliteit We zijn al goed onderweg en kunnen de ervaringen uit de integrale schulddienstverlening gebruiken voor het inrichten van de sociale teams en verder uitwerken binnen de sociale teams. Er zijn eind 2012 beleidsuitgangspunten vastgesteld en deze zijn aangepast aan de huidige ontwikkelingen op het sociale domein: - Iedereen doet (naar vermogen) mee. De gemeente zet in op het ondersteunen van alle burgers, jong & oud, in het behalen van het hoogst haalbare niveau van zelfredzaamheid middels sociale teams. - Eigen verantwoordelijkheid/eigen kracht staat voorop. - Niet het probleem staat voorop, maar wat is nodig om het gezin te laten ‘draaien’.
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
8
- aandacht voor hoofdthema’s per geografisch leefgebied bijv: Jeugd en gezin, ZZP’ers, laaggeletterden enz. - Regie rol van de gemeente: Gemeente Borger-Odoorn is verantwoordelijk voor herinrichting sociale domein, waaronder schulddienstverlening en de integrale aanpak daarvan. - Er vindt jaarlijks rapportage plaats op behaalde resultaten. Om de effecten van onze inzet te kunnen meten gaan we onze cijfers afzetten tegen de landelijke cijfers van de NVVK en de lokale cijfers van Andes en GKB Drenthe 2012. Het jaar 2013 gebruiken we als nulmeting en zullen we gedurende de looptijd van het beleidsplan (2013 – 2016) jaarlijks toetsen op o.a. de volgende punten: De wachttijd is tijdens deze beleidsperiode niet meer dan 4 weken Het slagingspercentage is minimaal 70% aan het eind van deze beleidsperiode Aantallen gezamenlijke klanten (sociaal team/GKB) Aantallen preventieve contacten/activiteiten Aantallen nazorg trajecten Aantallen beperkte integrale intakes (GKB) Aantallen integrale intakes (sociaal team) Jaarlijks vindt er een evaluatie plaats met de betrokken partijen om te bekijken of de kwaliteit die de gemeente nastreeft, behaald is. Er wordt gekeken of de integrale aanpak goed is verlopen en welke aspecten verbeterd kunnen worden. Tevens wordt bekeken of de extra inzet op preventie en nazorg effect hebben gehad. Hoofdstuk 6 Verdere ontwikkelingen Samenwerking ketenpartners verder uitwerken: Goede voorbeelden zijn: Samenwerkingsovereenkomst Welzijngroep Andes en GKB inzake integrale schulddienstverlening, samenwerkingsovereenkomst woonkansbeleid Lefier, Woonservice, Andes en gemeente inzake voorkomen van huisuitzettingen. Deze goede voorbeelden uitbreiden naar andere ketenpartners waaronder nutsbedrijven, belasting, banken, zorgverzekeraars, lokale schuldeisers. Algemene voorlichting via de gemeentelijke website en in het kader van herinrichting sociaal domein. Samenwerking en afstemming in BOCE-verband als het gaat om ZZP’ers. Preventie en voorlichting op scholen (bo en vo). Inzet van vrijwilligers (wordt ook nog verder uitgewerkt binnen de rol van vrijwilligers/mantelzorgers in sociale teams). Aanbevelingen kinderombudsman; naar aanleiding van het rapport van de kinderombudsman "Kinderen in armoede in Nederland". Hierin wordt geadviseerd een kindpakket samen te stellen en dit de doelgroep aan te bieden: bijv. vouchers voor winterkleding, zwemlessen voor basiszwemdiploma, bibliotheekpasje. Als het om het thema kinderen en armoede gaat, staan de basisbehoeften centraal: is er eten, onderdak, verwarming, kleding en geborgenheid. Als het daar niet goed gaat is specifiek beleid weinig zinvol en misschien wel contraproductief. Dit sluit nauw aan bij het uitgangspunt; wat heeft het gezin nodig om de boel draaiend te houden? Specifieke zaken gericht op kinderen zijn aanvullend en hebben meer te maken met het oplossen van specifieke problemen bij kinderen of het vergroten van de eigen kracht (of met een mooi woord ontplooiing), participatie enz. Ook speelt het voorkomen dat het later mis gaat (met alle gevolgen van dien) hier een rol. Schulden bij werknemers – nog verder uit te werken met o.a. personeelszaken.
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
9
Hoofdstuk 7 Financiële aspecten 7.1 Kosten Schulddienstverlening Begrote kosten
Werkelijke kosten
Begrote kosten
Werkelijke kosten (schatting) 2012 2012 2013 2013 GKB Drenthe € 220.000,€ 307.165,€ 220.000,€ 210.000,Andes € 67.000,€ 67.000,€ 75.000,€ 75.000,Totaal € 287.000,€ 374.165,€ 295.000,€ 285.000,De stijgende kosten t.a.v. schulddienstverlening noodzaakte ook de gemeente Borger-Odoorn om meer met minder middelen te doen en de schulddienstverlening effectiever en efficienter in te richten. De nieuwe werkwijze laat zien dat er ten opzichte van 2012 €89.165,- minder is besteed aan schulddienstverlening in 2013. 7.2 Begroting 2014 en verder In de programmabegroting 2014 is gesteld dat de integrale schulddienstverlening als samenhangend actiepunt is ondergebracht bij herinrichting van het sociale domein en dat de rapportage over de voortgang hiervan (in de bestuursrapportages 2014-I en 2014-II) in een gecombineerd overzicht "Herinrichting sociaal domein" zal plaatsvinden. Structureel budget voor gemeentelijke schulddienstverlening is in 2014 € 250.000. Voor 2015 en verder is het nog moeilijk in te schatten, budgetten binnen het sociale domein zijn rond de mei-circulaire 2014 waarschijnlijk bekend. We hebben gesteld dat ook de integrale schulddienstverlening geïntegreerd wordt in de sociale teams. We verwachten hiermee nog verdere besparingen op de kosten bij individuele voorziening (GKB). Ook komt er nog 100 miljoen beschikbaar tbv. armoede – en schuldenbeleid3. Hiermee zijn er extra middelen om in te zetten voor armoede – en schuldenbeleid om een samenhangend pakket aan maatregelen te treffen om armoede en schulden tegen te gaan. Hoofdstuk 8 Samenvattend Door de toegang tot integrale schulddienstverlening dichtbij te regelen hebben we al een begin gemaakt om te komen tot een integrale aanpak. De ingezette werkwijze heeft ertoe geleid dat minder mensen onnodig in een schuldregeling terechtkomen. Dit in de eerste plaats omdat er meer wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden van de mensen zelf, de oorzaken van de schulden en wat speelt er nog meer? Maar ook door het verbeteren van samenwerking tussen ketenpartners. Doorontwikkeling van deze werkwijze blijft dan ook de komende jaren een onderdeel uitmaken van herinrichting op het sociale domein. Hierbij staan vroegsignalering en preventie voorop. Er wordt niet alleen naar de schulden zelf gekeken, maar óók naar achterliggende oorzaken en problemen. Maatwerk dus!
3
80 miljoen voor armoede en schulden (per 1-1-2014); Dit wordt 100 miljoen per 1-1-2015 (incl. 5 miljoen t.b.v. Sportimpuls en Jeugdsportfonds)
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
10
Bijlage 1 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Deze wet legt een bodem in de schuldhulpverlening die in kwaliteit en effectiviteit nog sterk van gemeente tot gemeente verschilt. De toegankelijkheid van de schuldhulpverlening wordt te beperkt gevonden, het slagingspercentage te laag, de uitval te hoog en de wachttijden te lang. De gemeente moet haar beleid opnieuw vaststellen door de komst van een nieuwe landelijke wet gemeentelijke schuldhulpverlening. De wet bepaalt wat er moet gebeuren, de gemeente stelt vast hoe het wordt uitgevoerd. Belangrijke onderdelen van het wetsvoorstel zijn: Gemeenten moeten beleidsplannen maken die richting geven aan integrale schuldhulpverlening. Preventie is een onderdeel waaraan in ieder geval aandacht moet worden besteed. De plannen voor een integrale aanpak van de schuldhulpverlening worden per gemeente voor een periode van maximaal vier jaar opgesteld. De schuldhulpverlening moet breed toegankelijk zijn: er worden geen groepen mensen op voorhand uitgesloten. Er gelden regels voor wacht- en doorlooptijden: de maximale wachttijd bedraagt 4 weken. Voor bedreigende schulden geldt een maximum van 3 werkdagen. De gemeente geeft globaal inzicht in de doorlooptijd. Dat wil zeggen: het aantal weken tussen het eerste gesprek en het bereiken van resultaat. Door de wet wordt de schuldhulpverlening uit de sfeer van het privaatrecht gehaald en komt deze onder het publiekrecht te vallen. Daardoor wordt bij een aanvraag de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Dat wil zeggen dat er beschikkingen in plaats van brieven zullen worden verstuurd. Ook kunnen cliënten in bezwaar en beroep gaan tegen besluiten en wordt de Wet Dwangsom van toepassing voor als er niet tijdig een besluit wordt genomen. Met de invoering van de wet wordt de schuldhulpverlening een wettelijke taak. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wil in ieder geval de volgende zaken vastleggen: Welke resultaten; Welke maatregelen worden er getroffen om kwaliteit te borgen; Vastleggen van maximale wachttijden voor schulddienstverlening; Hoe om te gaan met gezinnen met minderjarige kinderen. Deze inhoudelijke eisen van de wet treden vanaf 1 juli 2012 in werking. Vanaf juli 2013 is de volgende inhoudelijke eis in werking getreden: Personen die bij de gemeente om schuldhulpverlening hebben verzocht, kunnen in aanmerking komen voor een basisbankrekening. Iedereen boven de 18 jaar moet kunnen beschikken over een bankrekening. Simpelweg omdat anders mensen maatschappelijk worden buitengesloten. Om dat te voorkomen zijn er afspraken gemaakt die het mogelijk maken dat iedereen kan beschikken over een zogenoemde basisbankrekening. Ook bij schulden of als men dakloos is. Wanneer heeft men recht op een basisbankrekening? Men heeft recht op een basisbank rekening als men om wat voor reden dan ook tot op heden niet kon beschikken over een bankrekening, en meerderjarig bent een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft of een postadres bij een erkende hulpverleningsorganisatie of overheidsinstantie beschikt over een geldig identiteitsbewijs.
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
11
Er zijn nog 1 inhoudelijk eis welke voorlopig nog niet in werking is getreden nl: Het college krijgt de mogelijkheid om, onder nog nader te stellen voorwaarden, bij de rechtbank een moratorium (afkoelperiode van max. 6 mnd.) aan te vragen. Daarmee wordt de mogelijkheid geboden om tijdens deze zes maanden tot een regeling te komen met schuldeisers en mag er tijdens deze periode bijv. iemand niet uit huis geplaatst worden, gas/licht/water mogen niet worden afgesloten en zorgverzekering mag niet worden stopgezet. Met deze wet wil het kabinet randvoorwaarden scheppen, waaraan de gemeentelijke schuldhulpverlening zonder meer dient te voldoen. Het gaat daarbij specifiek om de volgende zaken: Het realiseren van een brede toegankelijkheid; Beperken van de wacht- en doorlooptijden; Het tot stand brengen van een integrale schuldhulpverlening en Vervullen regierol.
1.2 Juridische gevolgen invoering Wsg De invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening kent juridische gevolgen voor de dagelijkse praktijk. De beginselen van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op de gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit was voor de invoering van de wet niet het geval. Dit betekent dat aan het indienen van een aanvraag voor schuldhulpverlening juridische gevolgen kleven. Concreet betekent dit dat met de invoering van de wet ook een procesgang naar bezwaar en beroep mogelijk is geworden. De inwoner doet een schriftelijke aanvraag voor toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het college neemt het besluit op de aanvraag. Indien het besluit niet binnen 8 weken is genomen, kan de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in werking treden. Indien de aanvrager zijn aanvraag moet aanvullen met nadere gegevens en de aanvrager dit niet tijdig doet, kan een aanvraag conform de Algemene wet bestuursrecht ook buiten behandeling worden gesteld. De volgende besluiten zijn vatbaar voor bezwaar (en later beroep): • besluit tot het weigeren van schuldhulpverlening; • besluit tot het doen van een aanbod voor schuldhulpverlening; • besluit tot het intrekken van het aanbod dan wel het beëindigen van de regie over de schuldhulpverlening; • besluit tot het wijzigen van het aanbod of het nader invullen daarvan; Als er een aanbod gedaan wordt, kan men het ook niet eens zijn met de inhoud ervan. Dit kan dus een grond zijn om een bezwaarschrift in te dienen. Na inwerkingtreding van de nieuwe wet wordt deze nieuwe werkwijze binnen de gemeente geïmplementeerd. Het mandaatbesluit wordt dan door de gemeente aangepast. In de Beleidsregels Toelating tot Schulddienstverlening Borger-Odoorn zal moeten worden opgenomen wie toegang krijgt tot de gemeentelijke schuldhulpverlening, onder welke voorwaarden, en welke verplichtingen gelden voor het verstrekken van inlichtingen en medewerking. Definitie schuldhulpverlening In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is de volgende definitie vastgelegd
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
12
Het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg. Ook spreekt de wet over integrale schuldhulpverlening, maar geeft daar verder geen definitie aan. Het is aan de gemeenten zelf om hier invulling aan te geven. De NVVK (vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren) heeft de volgende definitie weergegeven: Integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Integrale schuldhulpverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg).
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
13
Bijlage 2
Regenboogmodel
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
14
Bijlage 3
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
15
Bijlage 4
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
16
Bijlage 5 Schuldhulpverlening 2.0
Schuldhulpverlening 2.0 Preventie, vroegsignalering, ondersteuning & nazorg
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
17
Inleiding. Door de economische crisis raken steeds meer mensen in financiële problemen. Tevens veranderen de aard en omvang van de schulden. Schulden zijn de afgelopen jaren hoger geworden en het aantal schuldeisers per schuldenaar is gestegen. Het treft niet alleen mensen met een minimuminkomen maar ook huishoudens uit hogere inkomensgroepen die hun baan kwijt raken en hun financiële lasten niet meer kunnen dragen. Omdat meer dan 20% van de probleemgevallen ouders met kinderen is, neemt de kans op sociale uitsluiting van deze kinderen ook toe. Deze ontwikkeling heeft tot gevolg dat schuldhulpverlening steeds complexer wordt. Hier staat tegenover dat de gemeenten de komende jaren over minder middelen zullen beschikken. Zij staan voor de uitdaging om meer te doen met minder. Al met al reden genoeg om schuldhulpverlening effectiever te maken. Tegen deze achtergrond is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ingediend. Op 1 juli jl. is deze wet in werking getreden. Door deze wet en de toename van de schuldenproblematiek neemt de aandacht voor sturing op de schuldhulpverlening toe. Schuldhulpverlening houdt in de breedste zin in dat er activiteiten worden verricht, gericht op het voorkomen, stabiliseren en regelen van problematische schulden. Er worden wettelijke eisen aan de schuldhulpverlening gesteld. De belangrijkste zijn: 1) 2) 3) 4) 5) 6)
De schuldhulpverlening moet integraal zijn De wachttijden zijn gemaximaliseerd Er moet aandacht zijn voor het borgen van de kwaliteit Er moet aandacht zijn voor preventie en nazorg Maatwerk is uitgangspunt De resultaten van de schuldhulpverlening moeten meetbaar zijn.
De gemeente Borger-Odoorn heeft hier de volgende beleidsdoelstellingen voor geformuleerd:
Iedereen doet ( naar vermogen) mee. De gemeente zet in op het ondersteunen van alle burgers, jong en oud, in het behalen van het hoogst haalbare niveau van zelfredzaamheid. Eigen verantwoordelijkheid staat voorop Niet de schulden, maar het gedrag en de motivatie van degene met schulden staat voorop. Speciale aandacht voor gezinnen met minderjarige kinderen, ZZP-ers en laaggeletterden. De gemeente heeft de regierol Er vindt jaarlijks rapportage plaats op behaalde resultaten.
De gemeente maakt onderscheid tussen de begrippen schulddienstverlening en schuldhulpverlening, waarbij schulddienstverlening een eerstelijns aanbod wordt. Uitgangspunt hierbij is dat schulddienstverlening zo snel mogelijk, zo licht mogelijk en zo dichtbij mogelijk georganiseerd en aangeboden moet worden.
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
18
Daar waar nodig is moet snel, effectief en efficiënt worden opgeschaald naar tweedelijns aanbod. In die situaties zal het complete dossier op orde moeten zijn voor een zorgvuldige overdracht en zal de reeds gedane intake het startmoment vormen voor de verdere hulpverlening in de keten. De gemeente Borger-Odoorn heeft Welzijnsorganisatie Andes gevraagd een offerte uit te brengen voor het product schulddienstverlening.
Exloo, 24 oktober 2012 Greet van Heusden
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
19
OFFERTE De opbouw van de offerte is als volgt: Allereerst worden kort de visie en uitgangspunten van Andes weergegeven. Deze vormen de grondslag en onderlegger van deze offerte. Daarna volgt een schematische weergave van het aanbod zoals Andes dat voor ogen heeft. Per onderdeel zal vervolgens een korte toelichting en uitleg volgen zodat duidelijk is wat met de diverse onderdelen van het plan wordt bedoel en wat onder de diverse termen moet worden verstaan. Uitgangspunten voor de werkwijze van Andes zijn de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. Het gaat hierbij om vraaggericht aanbod: - vraag achter de vraag - eigen kracht - er op af - goede balans tussen formeel en informeel - samenspel tussen collectief en individueel - integraal kijken en werken - resultaat gericht - ruimte voor de professional Bij vraaggericht aanbod hoort een vraaggestuurde organisatie die van haar medewerkers het volgende vraagt: - present ( in de buurt) - krachtgerichte hulp - accent op materiële hulp - generalist - ontmantelen van professionele drukte - niet problematiseren maar oplossingsgericht werken - personal friend - positief/lichtvoetig In het licht van deze uitgangspunten kunnen we de onderstaande zienswijze formuleren: Andes wil door middel van een preventief, integraal schulddienstverleningsaanbod, een constructieve bijdrage leveren aan de noodzakelijke ondersteuning bij het voorkomen en bestrijden van schulden. Klanten worden geholpen om het maximaal haalbare aan ( financiële) zelfredzaamheid te bereiken, zodat dit geen belemmering vormt voor participatie in de samenleving. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de klant. Als iemand niet in staat is om verantwoordelijkheid te nemen zal naar alternatieve ondersteuning worden gezocht. Als extra ondersteuning nodig is zal eerst gekeken worden binnen de bestaande steunstructuur en het vrijwillig kader. Aanvullend hierop is professioneel aanbod conform het bijgevoegde schema. De schuldhulpverlening is onderhevig aan een verandering die te maken heeft met bewustwording dat niet iedereen aan een schuldenvrije toekomst geholpen kan
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
20
worden. “Hanteerbare schulden”zal in sommige situaties het hoogst haalbare blijken te zijn. Deze verandering heeft consequenties voor de organisatie van de schuldhulpverlening. In de nieuwe manier van werken is het van belang dat de schulddienstverlener zo snel mogelijk kan beoordelen wat er in een individueel geval het hoogst haalbare is en vaststelt wat de schuldenaar zelf kan doen en welke ondersteuning geboden moet worden. Deze ondersteuning zal in eerste instantie gezocht worden in de eigen steunstructuur of binnen de informele zorg. Met de klant zal besproken worden of er ingezet wordt op: ondersteuning, doorgeleiding, 100% schuldenvrij of hanteerbare schulden. Om het hoogst haalbare goed in te kunnen schatten is inzicht nodig van het totale schuldenpakket, motivatie van de klant en vaardigheden van de klant. Om hier een goed beeld van te krijgen gaan we werken met zogenaamde klantprofielen. Hierbij wordt is gebruik gemaakt van de zgn. Tilburgse kwadrant, waarbij wordt uitgegaan van de regelbaarheid van de schuld afgezet tegen de regelbaarheid van de klant. De regelbaarheid van de schuld heeft te maken met het wel of niet ontbreken van schulden die niet voor schuldregeling in aanmerking komen zoals sommige CJIBschulden of betwiste schulden. Of de klant regelbaar is hangt af van diens motivatie en vaardigheden. Als iemand onvoldoende of niet is gemotiveerd wordt het lastiger om te bepalen wat het hoogst haalbare is. De vraag is dan of met inzet die redelijk te noemen is, de klant voldoende gemotiveerd te krijgen is om eigen kracht aan te boren en te benutten. Het tekort aan vaardigheden is vatbaar voor compensatie. Motivatie is niet te compenseren en bepaalt uiteindelijk wat het hoogst haalbare is. Welk traject iemand gaat doorlopen hangt af van de mate waarin iemand gemotiveerd is ( te krijgen), de mate waarin ( financiële) vaardigheden aanwezig zijn of aan te leren zijn, en het wel of niet aanwezig zijn van regelbare schulden. Om het tekort op het terrein van (financiële) vaardigheden aan te vullen is cursusaanbod ontwikkeld in de vorm van een budgetcursus of kan gebruik gemaakt worden van vrijwilligers. Als er op het psycho-sociale vlak een oorzaak is die de motivatie negatief beïnvloed wordt vanuit de integrale benaderingswijze professionele ondersteuning geboden met maatschappelijk werk methodieken. Wanneer na de intakefase blijkt dat opschaling richting schuldhulpverlening (GKB) noodzakelijk is zal een compleet dossier worden overgedragen. Waar nodig zal een warme overdracht plaatsvinden zodat de cliënt zeker op de goede plek arriveert. Uitgangspunten van het aanbod: 1) Integrale aanpak door maatwerk. De uitdaging is om het proces schulddienstverlening voldoende flexibel, maar ook voldoende gestructureerd aan te bieden. Dit lijkt paradoxaal, maar als de structuur als basis dient, waarbij flexibiliteit in de verschillende soorten dienstverlening wordt ingebouwd, is dit wel degelijk realiseerbaar. De klant kan dan geholpen
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
21
worden met een plan op basis van de individuele situatie. Om dit te realiseren in de praktijk kan er gebruik gemaakt worden van de bovengenoemde klantprofielen 2) Kijk op de vraag achter de vraag In de praktijk is het realiseren van een schuldregeling centraal komen te staan. De dienstverlening dreigt hierdoor een financieel-technisch karakter te krijgen. Hoe kunnen we de dreiging van een huisuitzetting zo snel mogelijk wegnemen, de situatie stabiliseren, de schuldregeling starten en in overleg gaan met schuldeisers en de schuldenaar tijdens de regeling in bescherming nemen en behoeden voor een herhaling van de ongewenste situatie. De klant zelf dreigt hierbij echter op de achtergrond te komen. Het werken aan motivatie, vaardigheden of achterliggende belemmeringen is ook belangrijk voor een succesvolle integrale aanpak. Welke problemen schuilen achter de ontstane schulden. Problematiek, anders dan inkomengebonden factoren en aspecten. En welke problemen ontstaan er op de diverse levensdomeinen als gevolg van de financiële problematiek. Problematische schulden kunnen zelfs invloed hebben op de algehele kwaliteit van leven, zoals gezondheid, relaties, mate van participatie en voedingspatroon. 3) Snelle aanpak en doorgeleiding. Problematische schuldensituaties moeten zo veel mogelijk voorkomen worden en als mensen dat nodig hebben, moet er voldoende toegang zijn tot diverse soort hulpverlening, waarbij schulddienstverlening als laagdrempelige toegang kan dienen. Denk hierbij aan verslavingszorg, GGZ en Promens care of MEE. 4) Gebruik de eigen kracht De dienstverlening krijgt nog meer een activerend karakter, gericht op het versterken van de financiële kracht van de inwoner met schulden. Niet langer het schuldenvrij maken van de schuldenaar maar een klant die zelf sturing geeft aan en werkt aan het financieel sterker worden is het uitgangspunt. Hierbij hoort dat motivatie ook wordt gevoed door het zelf “kunnen”in plaats van het “toekijken hoe anderen het voor jou doen”. 5) Preventie in drie fases Preventie blijft een belangrijke schakel binnen de schulddienstverlening. Het gaat dan om preventie in brede zin. Niet alleen het voorkomen van schulden maar ook het tijdig opsporen van schulden ( vroegsignalering) en het voorkomen van terugval in schulden ( nazorg). We willen dit doen door het maken van afspraken met andere organisaties waarbij we in het bijzonder denken aan instanties die een structurele financiële relatie met de klant heeft. Ook extra verbinding aangaan met de zgn. vindplaatsen en signaleringnetwerken is hierbij van groot belang. Het proces zal in elkaar over moeten lopen om op die manier het preventieve aspect van nazorg (namelijk het voorkomen van recidieven) te bewerkstelligen. Dit risico wordt vergroot als geen langdurige aanpassing in de levensstijl plaatsvindt 6) Een heldere diagnose en een transparant proces. Succesvolle schulddienstverlening vraagt om een heldere diagnose en een transparant proces. Helderheid richting de klant met betrekking tot het traject en
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
22
wat daarvoor nodig is. Een helderheid in de uitvoeringsorganisatie om de voortgang goed te kunnen registreren en monitoren. Een accurate diagnose is van belang vanwege de bestuursrechtelijke context waarin schulddienstverlening door de nieuwe wetgeving is ingezet. De klant heeft duidelijke rechten en plichten en de aanbieder van het integrale aanbod ( Andes) heeft duidelijke verantwoordelijkheden ten aanzien van regievoering op het dienstverleningsproces. Bovendien moet voor een effectieve dienstverlening de hulpvraag met bijbehorende achterliggende en naastliggende hulpvragen goed in beeld worden gebracht. Voor al deze hulpvragen in gezamenlijkheid zal een strak hulpverleningsplan worden geformuleerd waarbij de klant zich eigenaar voelt van het te doorlopen traject en proces. 7) Extra aandacht voor gezinnen met minderjarige kinderen. Voorkomen moet worden dat kinderen de dupe worden van de schulden van hun ouders. Er is een risico dat de kinderen op latere leeftijd ook schuldenaar worden. Daarnaast hebben deze kinderen een vergrote kans op sociale uitsluiting omdat ouders vaak geen financiële middelen om kinderen deel te laten nemen aan tal van activiteiten, verenigingleven, enz. 8) Extra aandacht voor ZZPers Schulddienstverlening aan zelfstandig ondernemers vraagt speciale aandacht. De schuldenproblematiek is vaak complex en bij ex-ondernemers is de boekhouding vaak niet afgerond. Ook geldt speciale wet- en regelgeving bij het staken van een onderneming of een faillissement. Zelfstandig ondernemers vallen in eerste instantie onder de Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, tenzij de onderneming niet levensvatbaar is. Dan dient de zelfstandig ondernemer de onderneming te beëindigen voordat deze in aanmerking komt voor schuldhulpverlening. We zullen goed moeten kijken of de deskundigheid van de medewerkers van Andes op dit deelterrein toereikend is of dat deze deskundigheid vergroot zal moeten worden. 9) Extra aandacht voor laaggeletterden. In en maatschappij die op steeds meer manieren talig is ingericht, is voor de bovengenoemde doelgroep ingewikkeld om zelfstandig regie te voeren over hun (financiële) huishouding. Vaak speelt schaamte hier een extra rol en staan klanten op meerdere terreinen aan de zijlijn van de samenleving. Het goed bedienen van deze doelgroep vraagt signaalgevoeligheid en tact. Hier is samenwerking met aanbieders van educatieve programma’s van groot belang.
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
23
SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN HET TOTAAL AANBOD PREVENTIEVE INTEGRALE SCHULDDIENSTVERLENING
1. Preventie Op preventie gerichte activiteiten: Informatievoorziening Advies Cursusaanbod Versterken van sociale steunstructuren (rond de specifieke burger maar ook in het algemeen in het kader van de civil society)
2. Vroegsignalering
Org’s: structurele betalingsverplicht.
Vrijwilligersorganisaties
Vindplaatsen
Ketenpartners
Ingang op eigen initiatief
Huur Hypotheek Nutsvoorzieningen Zorgverzekeraars
Kerken Voedselbank Humanitas Sportclubs Verenigingen Aibo
Werkplein WMO-loket Scholen Steunstees Sociaal team
MEE Promens Care Indigo Huisartsen OGGZ
Primaire vraag
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
Verborgen vraag
24
3. Integraal aanbod
PER CLIËNT
Zelf
Netwerk
Vrijwillige inzet
Professionele hulp
Inventariseren Analyseren Stabiliseren Versterken & verbinden Implementeren & duurzaam borgen Nazorg & voorkomen terugval
Inte graal aanb od per cliën t
Per kerngebied:
Financië n
Inventariseren: wat is er? Analyseren: hoe komt dat?
Relaties
Stabiliseren
Opvoeden
Versterken & verbinden
Gezondhei d
Duurzaam borgen &implementeren Nazorg
Participati e
Steeds vanuit vier perspectieven: zelf | netwerk | vrijwillige inzet | professionele hulp
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
25
4. Nazorg
Follow-up bijeenkomsten in groepsverband Strippenkaart, waarbij iemand na een succesvol doorlopen traject nog drie keer een beroep kan doen op schulddienstverlening Een jaarlijkse scan van de financiële huishouding Het buddyprincipe, waarbij iemand gekoppeld kan worden aan een “maatje”die binnen de gemaakte afspraken beschikbaar is op risicovolle momenten en situaties. TOELICHTING OP HET SCHEMA: Module 1: op preventie gerichte activiteiten. De basis voor een goede schulddienstverlening is het aanbieden en of organiseren van preventief aanbod. Onder preventie verstaan we al datgene dat een constructieve bijdrage kan leveren aan het voorkomen van het ontstaan van schulden, of een financieel risicovolle situatie. Naast onderdelen als informatie, advies en cursusaanbod, is ook het aanwezig zijn van een goede steunstructuur in de omgeving van groot belang. Wanneer mensen in financieel kwetsbare situaties een beroep kunnen doen op familie, vrienden of andere voor hen belangrijke personen, kan in een aantal situaties voorkomen worden dat schulden ontstaan ( bv. bij laaggeletterdheid) of onnodig lang duren ( iemand die financieel wil bijspringen) of voorduren ( iemand die op grond van een persoonlijke relatie coachend en/of sturend wil ondersteunen). Module 2: vroegsignalering. Vroegsignalering steekt in op de gedachte dat het snel in beeld krijgen van bv een betalingsachterstand de kans op herstel van financiële gezondheid vergroot. Hiervoor is het belangrijk om met diverse partijen tot afspraken te komen. De module vroegsignalering bestaat uit een vijftal aangrijpingspunten: organisaties met wie burgers een structurele betalingsverplichting hebben. ( huur, hypotheek, nutsvoorzieningen, zorgverzekeraar enz.). Deze organisaties zijn in staat vroegtijdig te signaleren wanneer het betalingsverkeer vertraging oploopt, zeker als dit een regelmatig terugkerend verschijnsel is. Door deze signalen te benutten kan in vroegtijdig stadium bijgesprongen worden. vrijwilligers organisaties ( kerk, voedselbank, sportclubs, humanitas, verenigingsleven, ouderenbond enz.). Ook hier kan in een aantal situaties zicht zijn op financiële problematiek vindplaatsen: werkplein, WMO-loket, scholen, Steunstee enz. Het gaat hierbij om locaties waar mensen “natuurlijk gang” naar toe hebben en waar de signaleringsfunctie uitgevoerd kan worden. ketenpartners: MEE, Promens Care, Indigo, VNN, huisartsen enz. Professionele collega’s die beroepsmatig geconfronteerd kunnen worden met financiële problematiek bij hun cliënt/ klant/ patiënt, maar waarbij schulddienstverlening niet tot hun eigen aanbod en/of takenpakket behoort. eigen initiatief. Mensen die zichzelf aanmelden bij kleine schulden of betalingsachterstand ( primaire vraag) of met een andere vraag waarbij bij
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
26
doorpraten blijkt dat er verborgen financiële problematiek is ( vraag achter de vraag) Deze module vraagt om goede samenwerkingsafspraken met diverse partijen. Afspraken die vast gelegd moeten worden in een convenant of overeenkomst. Als het om vrijwilligersorganisaties gaat kan er mogelijk ook geïnvesteerd worden op het vergroten van signaleringsvaardigheden. Echter: in al deze situaties kan het gaan om het verstrekken van gevoelige persoonlijk informatie of het aanspreken van of bespreekbaar maken van een nijpende situatie die veel mensen als beschamend ervaren. Om hier zorgvuldig in te handelen zouden we de burger, in de vorm van belangenorganisaties, een WMO-raad, cliëntenraad, individuele burgers e.d. actief willen betrekken bij het ontwerpen van bv procedures, richtlijnen, werkwijzen, waarbij de burger zich respectvol bejegend blijft voelen, zich niet in zijn eigen waarde voelt aangetast en correct geïnformeerd wordt over mogelijkheden tot ondersteuning en hulp bij ongewenste en onbedoelde financiële situaties. Module 3: integrale aanpak: Bij de integrale aanpak wordt gekeken naar andere levensdomeinen dan allen de financiële situatie. Dit omdat financiële problemen hun oorsprong kunnen hebben in of hun invloed laten gelden op andere onderdelen van het leven. Hierbij wordt, naast de financiële problematiek, een extra scan gedaan op de domeinen relatie, opvoeding, gezondheid en participatie. Per domein zit een opbouw in de aanpak. Terugkerend patroon hierbij is: - inventariseren ( wat is er aan de hand) - analyseren ( hoe komt dit) - stabiliseren ( rust in de situatie brengen en verder escalatie voorkomen) - versterken en verbinden ( oplossingsstrategieën ontwikkelen en toepassen) - implementeren en borgen ( vaardigheden interneren en werken aan een duurzame oplossing) Bij ieder onderdeel van dit aanbod zal steeds weer de herkenbare opbouw zitten die past bij de overtuiging dat de cliënt/schuldenaar eigenaar is van het probleem en dat dit bijbehorende verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Daarom zal altijd gekeken worden: 1) Wat kan de cliënt zelf 2) Welke hulp kan vanuit de eigen directe omgeving georganiseerd worden 3) Waar kunnen we vrijwilligers bij inzetten 4) Wat blijft over voor de professional Naar mate de cliënt verder groeit in zijn rol als eigenaar van zijn eigen situatie zal de professional zijn rol als regisseur van de oplossing verder zien afnemen. Module 4: nazorg Bij nazorg ligt het accent op het voorkomen van herhaling en terugval in oud gedrag. Binnen deze module kan gebruik gemaakt worden van: follow-up bijeenkomsten in groepsverband
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
27
strippenkaart, waarbij iemand na een succesvol doorlopen traject nog drie keer een beroep kan doen op de schulddienstverlening een jaarlijkse financiële scan van de financiële huishouding het buddyprincipe, waarbij iemand gekoppeld kan worden aan een “maatje” die binnen gemaakte afspraken beschikbaar is op risicovolle momenten en situaties.
RESULTATEN EN VERANTWOORDING Resultaten: De definitie van een geslaagde regeling is het aantal opgestarte regelingen gedeeld door het aantal met een akkoord afgeronde regelingen, zowel minnelijk als wettelijk. Het aantal geslaagde trajecten zoals hierboven aangegeven is van toepassing op schuldhulpverlening. Voor schulddienstverlening zullen we met de gemeente een toetsingssystematiek moeten overeenkomen. In principe dient iedere financiële vraag tot een oplossing te leiden. Dat zou impliceren dat onder een geslaagd traject ook sprake zou kunnen zijn als: - meer mensen met financiële problemen wenden zich tot schulddienstverlening, waarbij een breed pakket van diensten wordt aangeboden ( integrale aanpak). Om dit te bereiken zal in de eerste fase extra geïnvesteerd moeten worden en de inzet op preventie, signalering, samenwerking en toeleiding. vermoedelijk leidt dit tot een toename van het aantal aanmelding bij schulddienstverlening. Op termijn zal deze aanpak moeten leiden tot een afname van zowel het aantal aanmeldingen, de hoogte van de aangemelde schulden en het aantal schuldeisers per klant. - het aantal voortijdig uitvallers tijdens de dienstverlening, omdat geïnvesteerd wordt om de klant gemotiveerd te houden c.q. te krijgen. - tussentijdse uitval loopt terug omdat er vraaggericht gewerkt wordt en maatwerk geboden wordt. - de doorlooptijden worden structureel gehaald - de maximale wachttijden vallen binnen de overeengekomen termijnen ( 4 weken voor een reguliere aanvraag, 3 werkdagen in crisissituaties) - het aantal trajecten dat succesvol wordt afgerond - het aantal trajecten dat compleet en succesvol wordt doorgeleid naar schuldhulpverlening. Op grond van tussentijdse evaluaties zal goed gekeken worden naar het realiseren van kostenreductie en zal getracht worden de te verwachten toenemende vraag ten aanzien van schulddienstverlening in evenwicht te brengen met de beperkt beschikbare middelen. Daarbij moet in samenspraak met de gemeente regelmatig gekeken worden naar toelatingscriteria, preventie-instrumenten, de effectiviteit en doelmatigheid van de ingezette producten. De managementinformatie wordt gebruikt voor het eventuele tussentijds bijsturen van de uitvoering.
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
28
Prestatie-indicatoren. De prestatie-indicatoren zijn onderverdeeld in 5 categorieën: financieel, klantstromen, interne processen, prestaties en kwaliteit en maatschappelijke effecten. De gegevens voor deze indicatoren kunnen opgehaald worden uit de managementrapportages. Financieel: totale kosten kosten gemiddeld per klant/traject benutten van de budgetruimte Klantstromen: nieuwe aanmeldingen afwijzingen trajectplannen aantal uitvallers aantal “draaideurklanten” aantal doorverwijzingen Intern proces: gemiddelde doorlooptijd omvang wachttijden tijdsinvestering per klant aantal contactmomenten per traject vroegsignalering wijze van aanmelding caseload klantmanager Prestaties/kwaliteit slagingspercentage aantal verwijzingen GKB score klanttevredenheid aantal klachten kwaliteit medewerkers Maatschappelijke effecten effect op aantal huisuitzettingen effect op aantal klanten voedselbank effect op aantal energieafsluitingen effect op beroep op maatschappelijke opvang effect op beroep op participatiefonds, jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds effect op aantal re-integratietrajecten effect op aantal kwijtscheldingen effect op benutten van voorliggende voorzieningen. TERMIJNBEWAKING Binnen vier weken na de ( schriftelijke) aanmelding vindt een intakegesprek plaats. Dit is een vereiste. Het doel van het intakegesprek is het maken van een brede
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
29
inventarisatie van zowel de financiële situatie als de bijkomende problematiek. Ook wordt tijdens de intakefase het klantprofiel opgesteld op grond waarvan een goede inschatting gemaakt kan worden op de mate waarin geanticipeerd kan worden op een succesvol traject. Ook kan op grond hiervan een tijdige keus gemaakt worden voor doorverwijzing en/of toeleiding. Op grond van deze intake wordt het plan van aanpak opgesteld. De klant is in principe eigenaar van het plan van aanpak en heeft een duidelijk omschreven verantwoordelijkheid om naar vermogen een bijdrage te leveren aan het succesvol doorlopen van het traject. De klant wordt aangespoord om zijn eigen netwerk maximaal in te zetten bij het weer op orde krijgen van de financiële huishouding. Bij crisissituaties vindt er binnen drie werkdagen een intakegesprek plaats en zo nodig wordt al eerder actie ondernomen richting schuldeisers. Het doel van crisisinterventie is het afwenden van een crisis en daarmee de mogelijkheid te creëren om de klant te helpen via het reguliere aanbod schulddienstverlening. Onder een crisissituatie verstaan we ondermeer aanzeggingen tot huisuitzetting, aankondiging afsluiting gas, water of energie, verkoop eigen woning of een aangekondigde boedelverkoop.
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
30
BEGROTING Product Versterken steunstructuren Informatie voorziening Cursusaanbod divers ( mbo-niveau, 1 professional)
Inzet
Kostprijs
Materiaalkosten per jaar 6x 2,5 uur =15 uur
Totaalprijs Vallend onder reguliere werkzaamheden € 500
€ 55,-
€ 825
€ 5,00
€ 50,00
€ 66,50
Vallend onder reguliere werkzaamheden Vallend onder reguliere werkzaamheden € 133 per traject
( max. 10 deelnemers)
Materiaalkosten ( per deelnemer)
Ontwerpen samenwerkingsafspraken Inspraaktraject burgers Intaketraject
Inventarisatietraject
2 uur Verwachte aantal trajecten 140 6 uur per traject
€ 66,50 (2 uur € 55,00 ( 4 uur)
Begeleidingstraject Warme overdracht GKB Follow-up bijeenkomst Strippenkaart Financiële scan
2 uur ( incidenteel) 5 uur per groep (optioneel) 3 uur per traject ( optioneel) 2 uur per scan ( optioneel)
€ 66,50 € 66,50
Vallend onder reguliere werkzaamheden € 133 per overdracht € 332,50
€ 55,00
€ 165,00
€ 55,00
€ 110,00
€ 66,50
Vallend onder reguliere werkzaamheden € 5320
Bemiddeling maatje Ontwikkeltijd
80 uur (eenmalig)
€ 353,00
De kostprijs genoemd in deze offerte is het uurtarief zoals dat in 2012 voor zowel HBO als MBO niveau in rekening wordt gebracht. Voor deze offerte zal een prijsindexering plaatsvinden. Op dit moment is het tarief voor 2013 nog niet vastgesteld
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
31
Uitvoeringsnota Integrale schulddienstverlening 2013-2016
32