Uitvoeringskader horeca 2015
Pagina | 1
Inhoud 1. Inleiding ......................................................................................................... 3 1.1 Aanleiding uitvoeringskader horeca 2015 ......................................................... 3 1.2 Opbouw ....................................................................................................... 3 2. Wijzigingen in de uitvoering ........................................................................... 4 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Inleiding ...................................................................................................... 4 Begripsbepalingen ......................................................................................... 4 Exploitatievergunning .................................................................................... 7 Ontheffing sluitingstijden ............................................................................... 8 Minimale leeftijdsgrens .................................................................................. 8 Geluidnormen bij melding incidentele festiviteiten ............................................. 8
Bijlagen .............................................................................................................. 9 Bijlage 1: wet- en regelgeving Bijlage 2: APV artikelen horeca Bijlage 3: aanwijzingsbesluit openbare inrichtingen waarvoor geen exploitatievergunning geldt
Pagina | 2
1 Inleiding 1.1
Aanleiding uitvoeringskader horeca 2015
De gemeente Amstelveen zet steeds meer in op deregulering en vermindering van administratieve lasten ten gunste van ondernemers. Daarnaast blijken bepaalde regels in de praktijk niet voldoende duidelijk. In dit uitvoeringskader wordt daarom aandacht besteed aan deregulering en aan enkele vereenvoudigingen en verduidelijkingen van de uitvoeringsregels voor horeca. In 2008 is de horecanota 2008-2012 vastgesteld door de gemeenteraad. Inmiddels wordt al enige jaren gewerkt met dit horecabeleid en zijn de uitgangspunten van het vastgestelde horecabeleid niet gewijzigd. De Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) stelt regels omtrent horeca-exploitatie. De APV wordt op basis van dit uitvoeringskader aangepast, waarbij het uitgangspunt is dat waar mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de model APV van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG). In bijlage 1 bij dit uitvoeringskader is een overzicht opgenomen van overig flankerend beleid met betrekking tot horeca.
1.2
Opbouw
In het voorliggende uitvoeringskader zijn de wijzigingen in de uitvoering opgenomen ten opzichte van het uitvoeringskader horeca 2008. Hierdoor wordt duidelijk wat de verschillen in de uitvoering zijn. In het voorliggende uitvoeringskader wordt achtereenvolgens ingegaan op een vijftal technische wijzigingen in de uitvoering, te weten: a. definities voor ondergeschikte horeca en daghoreca; b. de exploitatievergunning vrijstellen voor bepaalde categorieën openbare inrichtingen; c. maximumstelsel voor ontheffing afwijking sluitingstijden; d. afschaffen van de minimale leeftijdsgrens van 21 jaar voor de beheerder van een alcoholvrije openbare inrichting; e. geluidsnormen voor incidentele festiviteiten.
Pagina | 3
2 Wijzigingen in de uitvoering 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden enkele vereenvoudigingen en verduidelijkingen van de uitvoeringsregels voor horeca gegeven en toegelicht. Dit betreft: a. definities voor ondergeschikte horeca en daghoreca; b. de exploitatievergunningplicht vrijstellen voor bepaalde categorieën openbare inrichtingen; c. maximumstelsel voor ontheffing afwijking sluitingstijden; d. afschaffen van de minimale leeftijdsgrens van 21 jaar voor de beheerder van een alcoholvrije openbare inrichting; e. geluidsnormen voor incidentele festiviteiten. 2.2
Begripsbepalingen
De modelverordening van de VNG kent een andere begripsomschrijving voor horeca dan de oude APV van Amstelveen. In plaats van de term 'horecabedrijf' wordt in de APV de term 'openbare inrichting' gebruikt. In de Drank- en Horecawet wordt namelijk met 'horecabedrijf' alleen gedoeld op bedrijven waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt voor gebruik ter plaatse, oftewel de 'natte horeca'. De bepalingen in de APV betreffen juist ook de bedrijven waar geen alcoholhoudende drank wordt verstrekt, oftewel de 'droge horeca'. Dit betreft tearooms, lunchrooms en dergelijke. Vanuit het oogpunt van deregulering is er behoefte om minder regels te stellen aan bepaalde typen horeca, zodat bijvoorbeeld de vergunningplicht per type horeca kan verschillen. In deze paragraaf wordt een begripsbepaling gegeven voor ‘ondergeschikte horeca’ en ‘daghoreca’. Met dit uitvoeringskader is het uitdrukkelijk niet de bedoeling bestaande bijzondere vormen van horeca te beperken, maar juist nieuwe mogelijkheden te creëren voor ondernemers die mengvormen willen realiseren. Daarnaast is een duidelijke afbakening van het begrip ondergeschikte horeca bedoeld om de toetsing van vergunningaanvragen en de handhaving te vereenvoudigen en te verduidelijken. Ondergeschikte horeca Ondergeschikte horeca is horeca die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie volgens het bestemmingsplan en de kwaliteit van de hoofdfunctie vergroot of complementeert. Er moet duidelijk sprake zijn van een waarneembare ondergeschiktheid van de horecafunctie gelet op het vloeroppervlak, inzet van personeel en onderdeel van de begroting. Dit betreft bijvoorbeeld een koffiecorner bij een bakker. Het uitgangspunt is dat deze vorm van horeca een minimale invloed heeft op de woon- en leefsituatie in de omgeving en er geen risico is voor de openbare orde. Deze vorm van horeca wordt daarom net als in Amsterdam vrijgesteld van de exploitatievergunningplicht (zie paragraaf 2.3). Voor de begripsbepaling van ondergeschikte horeca wordt aangesloten bij de criteria uit de Detailhandelsnota 2008-2012. In de Detailhandelsnota wordt uitgegaan van het begrip 'ondersteunende horeca'. In dit uitvoeringskader, het aanwijzingsbesluit dat bepaalde categorieën openbare inrichtingen vrijstelt van de exploitatievergunningplicht (zie bijlage 3) en in de nieuw op te stellen Detailhandelsnota wordt dit begrip vervangen door het begrip 'ondergeschikte horeca'.
Pagina | 4
Begripsbepaling 'ondergeschikte horeca':
Horeca-activiteiten die ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie die ter plaatse is toegestaan ingevolge het bestemmingsplan, maar daarmee wel een duidelijke relatie hebben; Horeca-activiteiten waarvan de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit; Horeca-activiteiten waarbij geen alcoholhoudende dranken worden geschonken 1; Horeca-activiteiten waarbij de toegang tot de horeca-activiteit uitsluitend via de hoofdactiviteit is; Horeca-activiteiten waarbij het aantal m² ondergeschikte horeca maximaal 20% van het totale vloeroppervlak van het bedrijf is (toiletruimte, keuken en opslag t.b.v. horeca worden hierbij niet meegerekend).
Aan ondergeschikte horeca worden voorwaarden gesteld om te waarborgen dat de horeca een minimale invloed heeft op de woon- en leefsituatie in de omgeving en er geen risico is voor de openbare orde en veiligheid. Voorwaarden voor ondergeschikte horeca: 1. het is niet toegestaan dat de ondergeschikte horecaruimte wordt verhuurd of anderszins in gebruik wordt gegeven aan derden ten behoeve van feesten en andere partijen; 2. de horeca mag niet zelfstandig worden uitgeoefend; 3. de horeca moet geëxploiteerd worden door dezelfde ondernemer als die van de hoofdfunctie; 4. het is niet toegestaan gevelreclame te maken voor de horeca; 5. het is niet toegestaan een terras te voeren, met uitzondering van direct aan de gevel grenzende gevelbanken of statafels, mits een vrije doorgang voor voetgangers wordt gewaarborgd van 1,50 meter breed. De voorwaarde dat geen alcohol mag worden geschonken komt voort uit de Drank- en Horecawet (hierna: DHW). Deze stelt namelijk in artikel 14 dat detailhandel niet gecombineerd mag worden met het schenken van alcoholhoudende drank. Indien niet aan bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan en bijvoorbeeld wel een terras gevoerd wordt, in afwijking van het bepaalde onder punt 5 van de voorwaarden voor ondergeschikte horeca, valt de openbare inrichting onder één van de horecacategorieën (en niet meer onder ondergeschikte horeca) en moet een exploitatievergunning worden aangevraagd. Uitzonderingen Bioscopen, theaters, musea, schouwburgen, poppodia en Geitenboerderij de Ridammerhoeve zouden aangemerkt kunnen worden als ondergeschikte horeca omdat de hoofdactiviteit anders is dan horeca. Door deze categorieën openbare inrichtingen als ondergeschikte horeca aan te merken zouden zij echter beperkt worden in hun bedrijfsuitvoering. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat er vaak alcoholhoudende dranken worden geschonken en dat de horeca bij een tentoonstelling bijvoorbeeld langer open is dan de openingstijden van de hoofdactiviteit. Bioscopen, theaters, musea, schouwburgen, poppodia en Geitenboerderij de Ridammerhoeve worden daarom niet gezien als ondergeschikte horeca.2
1 2
Dit is niet van toepassing op ondergeschikte horeca in bestemmingsplannen. De Verordening paracommercie gemeente Amstelveen blijft van toepassing.
Pagina | 5
Daghoreca In de Amstelveense bestemmingsplannen wordt onderscheid gemaakt tussen vijf verschillende categorieën horeca (zie tabel 1). De laagste, oftewel de minst belastende, categorie is horecacategorie I. Deze categorie betreft daghoreca. Tabel 1: categorieën horeca volgens bestemmingsplannen Categorie: Horeca I Horeca II Horeca III Horeca IV Horeca V
lunchrooms, koffie-/theehuizen, ijssalons en afhaalrestaurants restaurants, fastfoodrestaurants, cafetaria's, snackbars, shoarmazaken (eet)cafés, bars dancings/discotheken, nachtclubs hotels
De sluitingstijden voor daghoreca worden geregeld in bestemmingsplannen, de APV en in de Winkeltijdenwet. Alle drie deze regelgevingen stellen andere sluitingstijden voor daghoreca. Dit is weergegeven in tabel 2. Tabel 2: sluitingstijden daghoreca Regel / wet Bestemmingsplan
Sluitingstijden Daghoreca moet gesloten zijn tussen 21.30 en 06.00 uur.
Oude Amstelveense APV
Alle horeca moet gesloten zijn tussen 02.00 en 07.00 uur
Winkeltijdenwet
Ruimten waar etens- en drinkwaren kunnen worden afgehaald zijn winkels en moeten gesloten zijn tussen 22.00 uur en 06.00 uur op werkdagen en gesloten zijn op zon- en feestdagen.
Uitzonderingen Een aantal bestemmingsplannen kent deze regel. Nieuwe bestemmingsplannen kennen deze regel niet. In het weekend moet horeca gesloten zijn tussen 03.00 en 07.00 uur. Volgens de Verordening Winkeltijden Amstelveen 2013 moeten alle winkels in Amstelveen op zondag gesloten zijn na 18.00 en voor 12.00 uur.
Om duidelijkheid te scheppen wordt één sluitingstijd gehanteerd voor daghoreca. Hierbij wordt aangesloten bij de Winkeltijdenwet, omdat de gemeente geen invloed heeft op deze wet. Daghoreca heeft daarnaast een duidelijke relatie met winkels, waardoor het voor de hand ligt om de sluitingstijd van de Winkeltijdenwet aan te houden voor daghoreca. Dit houdt in dat daghoreca alle dagen van de week gesloten is tussen 22.00 en 06.00 uur. Hierdoor worden de mogelijkheden voor daghoreca verruimd en is op meer locaties daghoreca mogelijk. Het is immers niet altijd even wenselijk voor de directe omgeving van de daghoreca als deze doordeweeks tot 02.00 uur of in het weekend tot 03.00 uur open is. In de APV wordt het begrip ‘daghoreca’ inclusief bijbehorende sluitingstijden opgenomen. Hierbij wordt daghoreca gelijkgesteld aan horecacategorie I uit het bestemmingsplan. De begripsbepaling voor daghoreca is hieronder weergegeven. Begripsbepaling ‘daghoreca’: Openbare inrichtingen die vallen onder categorie I van horeca-activiteiten volgens het bestemmingsplan. Lunchrooms, koffie-/theehuizen, ijssalons en afhaalrestaurants vallen daarmee onder dit begrip.
Pagina | 6
Voorwaarden voor daghoreca: 1. Een exploitant dient in het bezit te zijn van een exploitatievergunning voor een openbare inrichting op grond van de APV en een vergunning op grond van de DHW voor het schenken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse; 2. De daghoreca is alle dagen van de week gesloten voor 06.00 en na 22.00 uur. De bestemmingsplannen, de APV en de Verordening Winkeltijdenwet Amstelveen zullen hierop moeten worden aangepast. Aanpassing bestemmingsplannen In een aantal bestemmingsplannen is opgenomen dat horecacategorie I, oftewel daghoreca, gesloten moet zijn tussen 21.30 en 06.00 uur. In een aantal bestemmingsplannen is tevens een maximum aantal m² horeca bepaald binnen o.a. een bestemming Gemengde- of Centrumdoeleinden. In nieuwe bestemmingsplannen worden geen sluitingstijden meer geregeld voor daghoreca en de beperking in aantal m² horeca binnen een bestemming zal niet meer gelden voor daghoreca (horecacategorie I). Alle bestemmingsplannen zullen hier via reguliere herziening (eens per tien jaar) op worden aangepast. De nieuwe regeling zal nog tien jaar leiden tot strijdigheden met bestemmingsplannen die nog niet herzien zijn. Tijdens de transitieperiode zal bij strijdigheid met een bestemmingsplan worden afgeweken van de voorschriften middels een omgevingsvergunning voor een kleine planologische afwijking (oftewel een kruimelgeval). Hiervoor zal in 2015 het ‘Kruimelgevallenbeleid’ worden aangepast. Aanpassing APV Het begrip ‘daghoreca’ met bijbehorende sluitingstijden en overige voorwaarden worden in de APV opgenomen. De APV wordt hierop aangepast. Aanpassing Verordening Winkeltijden Amstelveen In de Verordening winkeltijden Amstelveen 2013 is opgenomen dat alle winkels op zondag gesloten moeten zijn na 18.00 en voor 12.00 uur. Voorgesteld wordt om de Verordening Winkeltijden Amstelveen aan te passen zodat ruimtes waarin etens- en drinkwaren kunnen worden afgehaald net als in de APV alle dagen van de week gesloten zijn voor 06.00 en na 22.00 uur. 2.3 Exploitatievergunning Een horecaexploitant mag pas starten met de exploitatie van een openbare inrichting indien: 1. hij een exploitatievergunning heeft op grond van de APV, tenzij de openbare inrichting is vrijgesteld van deze vergunningplicht; 2. hij een drank en horecavergunning heeft, als alcoholhoudende drank wordt verstrekt; 3. bij een nieuwe onderneming voor ingebruikname van de inrichting een ‘melding brandveilig gebruik’ en ‘milieumelding’ is gedaan. De model APV van de VNG kent de mogelijkheid om voor openbare inrichtingen de exploitatievergunningplicht vrij te stellen indien zich geen incidenten voordoen. In Amstelveen wordt er niet voor gekozen om de algehele exploitatievergunningplicht te laten vervallen. De reden hiervoor is dat het zonder exploitatievergunning lastig is om controle uit te oefenen op openbare inrichtingen. Bovendien vervalt voor alcoholvrije openbare inrichtingen de volledige vergunningplicht waardoor er geen bibob-toets meer kan plaatsvinden. De model APV geeft in navolging van de gemeente Amsterdam tevens de mogelijkheid om voor bepaalde categorieën openbare inrichtingen de exploitatievergunningplicht vrij te stellen. De reden hiervoor is dat bepaalde categorieën openbare inrichtingen een minder grote invloed hebben op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en er een lager risico is voor openbare orde. In Amstelveen worden deze openbare inrichtingen net als in Amsterdam opgenomen in een aanwijzingsbesluit. Het betreft de volgende categorieën openbare inrichtingen: hotels; ondergeschikte horeca; religieuze gebouwen; bedrijfskantines en -restaurants; sport- en dansscholen;
Pagina | 7
sauna’s en zonnecentra; sportvoorzieningen; ziekenhuizen, verzorgingshuizen en verpleeghuizen; voor het publiek toegankelijke inrichtingen waar bedrijfsmatig, of in een omvang alsof bedrijfsmatig: o kookcursussen worden gegeven, waarbij de eindproducten ter plaatse worden geconsumeerd door de deelnemers aan de cursus; o wijncursussen worden gegeven waarbij ter plaatse wijnen geproefd worden met het oog op educatie. gemeenschappelijke ruimten op volkstuinencomplexen aangesloten bij de Bond van Volkstuinders; uitvaartcentra, begraafplaatsen en crematoria;
Wel exploitatievergunningplichtig Hoewel deze categorieën openbare inrichtingen een minder grote invloed hebben op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en er een lager risico is voor de openbare orde, kunnen zich bij deze openbare inrichtingen incidenten voordoen. Het is onwenselijk als er in dat geval geen exploitatievergunning is die beperkingen oplegt aan de openbare inrichting. In het aanwijzingsbesluit (zie bijlage 3) is daarom opgenomen dat wel een exploitatievergunning nodig is indien zich incidenten voordoen bij een openbare inrichting of indien de openbare inrichting een negatieve invloed heeft op de directe omgeving van de openbare inrichting. De gedachte achter het aanwijzen van de genoemde categorieën openbare inrichtingen is dat de horeca-activiteiten ondergeschikt zijn aan de reguliere uitoefening. Indien de horeca-activiteiten niet meer ondergeschikt zijn aan de reguliere uitoefening, is er sprake van invloed op de directe omgeving van de openbare inrichting en is een exploitatievergunning nodig. 2.4
Ontheffing sluitingstijden
Tot nu toe was in de Amstelveense APV in artikel 4.5 geregeld dat exploitanten van openbare inrichtingen per jaar maximaal 5 ontheffingen kunnen krijgen om bij bijzondere omstandigheden af te wijken van de standaard sluitingstijden. De ervaring heeft geleerd dat exploitanten van openbare inrichtingen deze ontheffingen veelal vragen rond kerst en Oud en Nieuw. Vanuit de politie is verzocht om meer spreiding te bevorderen. Hiertoe wordt in de nieuwe APV in artikel 2:29 opgenomen dat exploitanten van openbare inrichtingen per maand maximaal 2 ontheffingen kunnen krijgen. Het maximum van 5 ontheffingen per jaar blijft daarbij van kracht. 2.5
Afschaffen minimale leeftijdgrens beheerder alcoholvrije openbare inrichting
De DHW stelt dat leidinggevenden van een horecabedrijf minimaal de leeftijd van 21 jaar moeten hebben bereikt. Deze eis is overgenomen in de Amstelveense APV voor beheerders en houders, maar belemmert ondernemers jonger dan 21 jaar in het starten van een alcoholvrije openbare inrichting. Onder andere broodjeszaken en snackbars kunnen om die reden pas worden gestart nadat de minimumleeftijd van 21 jaar is bereikt. Conform de model APV van de VNG, die deze eis niet kent, en om het ondernemersklimaat voor jonge ondernemers te bevorderen, wordt de leeftijdgrens van 21 jaar afgeschaft voor alcoholvrije horeca. De leeftijdgrens wordt dan ook uit de APV verwijderd. 2.6
Geluidnormen bij melding incidentele festiviteiten
Een melding incidentele festiviteiten is bedoeld om binnen een inrichting op grond van de Wet milieubeheer de standaard geluidnormen tijdelijk te mogen overschrijden. Veel horecagelegenheden maken hier gebruik van. Een incidentele festiviteit mag maximaal 12x per jaar worden gemeld. Amstelveen kende geen eindtijden en maximale geluidnormen bij een incidentele festiviteit. Om de overlast te beperken worden er in de nieuwe Amstelveense APV eindtijden opgenomen conform de Evenementennota en een maximale geluidsnorm die buiten mag worden ondervonden door een incidentele festiviteit binnen. Festiviteiten mogen wel langer duren maar dan enkel binnen de geluidsnormen van het activiteitenbesluit.
Pagina | 8
Bijlagen Bijlage 1: wet- en regelgeving 2.1 Inleiding In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van de wettelijke en de gemeentelijke kaders die betrekking hebben op horeca. De wettelijke kaders en gemeentelijke verordeningen en beleidstukken worden hierbij kort benoemd. 2.2 Landelijke wet- en regelgeving Landelijke wet- en regelgeving op het gebied van horeca betreft onder andere de Drank- en Horecawet (DHW) en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet bibob). In dit uitvoeringskader worden deze wetten gehanteerd als basis. 2.3 Lokale regelgeving en beleid Hieronder worden achtereenvolgens de relevante beleidskaders voor horeca beschreven, te weten: 1. Algemene Plaatselijke Verordening 2. Bestemmingsplannen 3. Winkeltijdenwet 4. Verordening paracommercie gemeente Amstelveen en Nota paracommercieel beleid 5. Bibob-beleid 6. Economische Visie Oude Dorp 7. Hotelnotitie 2009 8. Detailhandelsnota 2008-2012 Ad. 1 Algemene Plaatselijke Verordening De Algemene Plaatselijke Verordening stelt regels omtrent horeca-exploitatie. De APV wordt op basis van dit uitvoeringskader aangepast, waarbij het uitgangspunt is dat waar mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de modelverordening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Ad. 2 Bestemmingsplannen De bestemmingsplannen regelen waar horeca is toegestaan. De bestemmingsplannen bieden echter niet overal de mogelijkheid voor horeca en per bestemmingsplan kan de regeling met betrekking tot de horeca verschillen. Ad. 3 Winkeltijdenwet Zodra er in een ruimte etens- en drinkwaren worden verkocht die op een andere plek worden genuttigd, valt deze ruimte onder de Winkeltijdenwet. Dit houdt in dat de ruimte gesloten moet zijn op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur en op zondagen na 18.00 en voor 12.00 uur 3. In veel restaurants, cafetaria's, pizzeria's, e.d. wordt de mogelijkheid geboden de etens- en drinkwaren af te halen, naast het nuttigen van de etens- en drinkwaren ter plaatse. Als het afhalen in dezelfde ruimte plaatsvindt als het eetgedeelte, dan valt deze gehele ruimte onder de Winkeltijdenwet en onder de sluitingstijden van de Winkeltijdenwet. Het restaurant, de cafetaria, de pizzeria, e.d. moet dan gesloten zijn op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur en op zondagen na 18.00 en voor 12.00 uur. Deze beperking geldt niet als er een aparte ruimte is voor het afhalen. Alleen het afhaalgedeelte valt dan onder de sluitingstijden van de Winkeltijdenwet.
3
Verordening winkeltijden Amstelveen 2013.
Pagina | 9
Ad 4. Verordening paracommercie Gemeente Amstelveen en Nota paracommercieel beleid De verordening paracommercie Gemeente Amstelveen en de daarop betrekking hebbende beleidsregels in de Nota paracommercieel beleid zijn tot stand gekomen na invoering en inwerkingtreding van de nieuwe DHW per 1 januari 2013. In de nieuwe wet is namelijk de verplichting opgenomen voor gemeenten om een verordening vast te stellen specifiek gericht op paracommerciële horeca. Doel van de wetgever is de reguliere horeca beter te beschermen tegen oneerlijke concurrentie en alcoholgebruik onder met name jongeren te beperken. Ad. 5 Bibob-beleid De Wet bibob en het Amstelveense bibob-beleid zijn gericht op het tegengaan van criminele activiteiten van horeca-exploitanten en stellen het bevoegd gezag in staat vergunningen te weigeren als er gevaar bestaat dat er in de openbare inrichting criminele activiteiten plaatsvinden. De afgelopen jaren is gebleken dat een aantal typen horeca niet leidt tot risico’s en om die reden een bibob-toets achterwege kan blijven. Ad. 6 Economische Visie Oude Dorp In de afgelopen jaren heeft zich in het Oude Dorp veel nieuwe horeca gevestigd. Dit leidde tot de vraag of er voldoende duidelijkheid bestond over de balans tussen levendigheid en leefbaarheid in het Oude Dorp. Bewoners en ondernemers zijn daarom gevraagd mee te denken over de ontwikkeling van een economische visie voor het Oude Dorp. Deze visie is begin 2015 vastgesteld door de gemeenteraad. In de Economische Visie Oude Dorp is over horeca onder andere het volgende opgenomen: “De bewoners zijn over het algemeen van mening dat er voldoende horeca is en ook ondernemers hebben in de enquête en het rondetafelgesprek niet aangegeven dat er meer horeca toegevoegd zou moeten worden om het dorp te verbeteren. Reuring overdag is belangrijk, dus toevoeging van ‘daghoreca’ in aanvulling op wat er al is, werd wel benoemd. Echter, daghoreca kan de gemeente in haar vergunning niet afdwingen, omdat de sluitingstijden niet beperkt kunnen worden. Op dit punt zal de nieuw te maken horecanota meer mogelijkheden kunnen bieden, maar vooralsnog kan dat niet afgedwongen worden. Bovendien is het in het kader van deregulering nog niet duidelijk of de gemeente deze regels wil opnemen in de toekomst.” 4 Op bovenstaande tekst, afkomstig uit de economische visie Oude Dorp, wordt met betrekking tot de categorie ‘daghoreca’ in dit uitvoeringskader nader ingegaan (zie paragraaf 2.2). Ad. 7 Hotelnotitie 2009 In dit uitvoeringskader wordt niet nader ingegaan op hotelfuncties. De actualisatie van dit uitvoeringskader heeft dan ook geen invloed op de kaders van de hotelnotitie. In de horecanota van 2008 is aangegeven dat hotelfuncties niet zouden worden meegenomen in het horecabeleid, maar dat aan hotels apart aandacht zou worden besteed. Dat resulteerde in 2009 in een hotelnotitie. In de hotelnotitie wordt specifiek ingegaan op de hotelbranche op lokaal en regionaal niveau. Ad. 8 Detailhandelsnota 2008-2012 In de Detailhandelsnota is over horeca het volgende opgenomen: “Gelet op de trends en ontwikkelingen zal het uitbreiden van een winkel met horeca-achtige activiteiten steeds vaker voorkomen. In de horecanota staat specifiek over dit onderwerp het hiernavolgende opgenomen. Deze detailhandelsnota sluit hierbij aan. Ondersteunende horeca kan voor komen bij detailhandel (een koffiecorner bij een bakker of viszaak of een boekwinkel) en bij bijzondere en recreatieve doeleinden (horecagelegenheden in een museum, theater, wijkcentrum of sportgelegenheid e.d.). Men spreekt van ondersteunende horeca in plaats van paracommerciële horeca wanneer de horeca bij instellingen die zich richten op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard is uitbesteed aan derden. Ondersteunende horeca is alleen toegestaan als de volgende criteria gelden: 4
Bron: Economische visie Oude Dorp
Pagina | 10
1. de horeca-activiteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit maar heeft daarmee wel een duidelijke relatie; 2. de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit; 3. de toegang tot de horeca-activiteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit, er is dus geen aparte ingang; 4. het aantal m² ondersteunende horeca is gemaximeerd ten opzichte van de hoofdfunctie; 5. bij afwijking van één of meer van de criteria 1-4, is sprake van (zelfstandige) horeca. In geval van detailhandel mag van het totale vloeroppervlak van het bedrijf maximaal 20 m² en niet meer dan 25% van het totale vloeroppervlak aan ondersteunende horeca worden besteed. In geval van detailhandel is het nuttigen van alcoholische drank niet toegestaan.” 5 De begripsbepaling voor ondersteunende horeca (in het uitvoeringskader horeca 2015 aangeduid met de term ondergeschikte horeca) in de Detailhandelsnota 2008-2012, zoals hierboven geciteerd, dient als leidraad voor de begripsbepaling van horeca die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit in dit uitvoeringskader (zie paragraaf 2.2).
5
Bron: Detailhandelsnota
Pagina | 11
Bijlage 2: APV artikelen horeca Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen Artikel 2:27 Begripsbepalingen 1. In deze afdeling wordt verstaan onder: a. openbare inrichting: i. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis; ii. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid. b. terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar staof zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. c. daghoreca: openbare inrichtingen die vallen onder Categorie I van horeca-activiteiten volgens het bestemmingsplan. 2. Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting 1. Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. 2. De burgemeester weigert de vergunning indien de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit. 3. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 van deze verordening kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren indien: a. naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed; b. de exploitant van de openbare inrichting in enig opzicht van slecht levensgedrag is. c. het terras: i. schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg; ii. de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; iii. niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. 4. Geen vergunning is vereist voor door de burgemeester aan te wijzen categorieën van openbare inrichtingen die naar zijn oordeel geen invloed hebben op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en geen risico vormen voor de openbare orde. 5. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:28a Verbod verstrekken alcoholhoudende drank door commerciële horeca in paracommerciële omgeving 1. Het is verboden buiten de genoemde tijden in artikel 2 van de Verordening paracommercie gemeente Amstelveen alcoholhoudende drank te verstrekken in een openbare inrichting, niet zijnde een paracommerciële inrichting, welke: a. deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt om onderwijs te geven aan leerlingen die merendeels de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt; b. deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties; c. deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als gemeentelijk wijkgebouw of buurthuis; d. deel uitmaakt van een gebouw, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer sportorganisaties of -instellingen. 2. In de in het eerste lid bedoelde inrichtingen, met uitzondering van onderdeel c., is het verboden sterke drank te verstrekken. 3. De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid. 5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Pagina | 12
Artikel 2:29 Sluitingstijd 1. Openbare inrichtingen zijn gesloten op maandag tot en met vrijdag tussen 02.00 uur en 07.00 uur, en op zaterdag, zondag en reguliere feestdagen tussen 03.00 uur en 07.00 uur. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op openbare inrichtingen waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt. Gedurende de tijden genoemd in het eerste lid mag geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. 3. Terrassen zijn gesloten tussen 01.00 uur en 07.00 uur. 4. Daghoreca is gesloten tussen 22.00 uur en 06.00 uur. 5. Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers in de inrichting te laten verblijven, na sluitingstijd. 6. De burgemeester kan per openbare inrichting 5 keer per kalenderjaar ontheffing verlenen van de sluitingstijd. Per openbare inrichting kunnen maximaal 2 ontheffingen per kalendermaand worden verleend; 7. In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester categorieën van openbare inrichtingen aanwijzen waarvoor andere sluitingstijden gelden. 8. In afwijking van het eerste lid en het derde lid kan de burgemeester gebieden aanwijzen waarvoor andere sluitingstijden gelden. 9. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Wet milieubeheer is voorzien. 10. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer openbare inrichtingen tijdelijk andere sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin artikel 13b van de Opiumwet voorziet. Artikel 2:31 Verboden gedragingen 1. Het is verboden in een openbare inrichting: a. de orde te verstoren; b. zich als bezoeker te bevinden na sluitingstijd of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn op grond van een besluit krachtens artikel 2:30, eerste lid; c. op het terras spijzen of dranken te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van het terras. 2. Lid 1 sub b is niet van toepassing op openbare inrichtingen waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt. Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen 1. In dit artikel wordt onder handelaar verstaan: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. 2. De exploitant van een openbare inrichting staat niet toe dat een handelaar of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt. Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan Indien een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college bij de toepassing van artikel 2:28 tot en met 2:30 op als bevoegd bestuursorgaan. Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan [gereserveerd]
Pagina | 13
Bijlage 3: aanwijzingsbesluit openbare inrichtingen waar geen exploitatievergunning voor geldt
Aan wijzin gs bes l u it openbare inrichtingen waar geen exploitatievergunningplicht voor geldt
De burgemeester van de gemeente Amstelveen, gelet op artikel 2:28, lid 4 van de APV Amstelveen dat stelt dat: geen vergunning is vereist voor door de burgemeester aan te wijzen categorieën van openbare inrichtingen die naar zijn oordeel geen invloed hebben op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en geen risico vormen voor de openbare orde. Besluit 1. de volgende categorieën openbare inrichtingen aan te wijzen waarvoor geen exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de APV Amstelveen is vereist: hotels; ondergeschikte horeca; religieuze gebouwen die in gebruik zijn voor religieuze doeleinden; bedrijfskantines en –restaurants; sport- en dansscholen; sportvoorzieningen; sauna’s en zonnecentra; ziekenhuizen, verzorgingshuizen en verpleeghuizen; voor het publiek toegankelijke inrichtingen waar bedrijfsmatig, of in een omvang alsof bedrijfsmatig: o kookcursussen worden gegeven, waarbij de eindproducten ter plaatse worden geconsumeerd door de deelnemers aan de cursus; o wijncursussen worden gegeven waarbij ter plaatse wijnen geproefd worden met het oog op educatie gemeenschappelijke ruimten op volkstuinencomplexen aangesloten bij de Bond van Volkstuinders; uitvaartcentra, begraafplaatsen en crematoria. 2. dat voor bovenstaande categorieën openbare inrichtingen wel een exploitatievergunning is vereist als: er incidenten plaatsvinden bij de openbare inrichting gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel; er een terras wordt geëxploiteerd aan de openbare weg; er een weigeringsgrond aanwezig is als bedoeld in artikel 1:8 en 2:28. 3. dat onder ondergeschikte horeca wordt bedoeld openbare inrichtingen: niet zijnde bioscopen, theaters, musea, schouwburgen, poppodia en Geitenboerderij de Ridammerhoeve; die ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie die ter plaatse is toegestaan, maar daarmee wel een duidelijke relatie hebben; waarvan de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit; waarbij geen alcoholhoudende dranken worden geschonken; waarbij de toegang tot de horeca-activiteit uitsluitend via die van de hoofdactiviteit is; waarbij het aantal m² ondergeschikte horeca maximaal 20% van het totale vloeroppervlak van het bedrijf is (toiletruimte, keuken en opslag t.b.v. horeca worden hierbij niet meegerekend); die voldoen aan de volgende voorwaarden: o de ondergeschikte horecaruimte wordt niet verhuurd of anderszins in gebruik gegeven aan derden ten behoeve van feesten en andere partijen; Pagina | 14
o o o o
de ondergeschikte horeca wordt niet zelfstandig uitgeoefend; de ondergeschikte horeca wordt geëxploiteerd door dezelfde ondernemer als die van de hoofdfunctie; er wordt geen gevelreclame gemaakt voor de ondergeschikte horeca; er wordt geen terras gevoerd, met uitzondering van direct aan de gevel grenzende gevelbanken of statafels, mits een vrije doorgang voor voetgangers wordt gewaarborgd van 1,50 meter breed.
Pagina | 15