Uitval project Door!
Uitval project Door! mevrouw drs. T. Rietveld P. van Daal
PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant mei 2007
Het PON heeft dit onderzoek verricht in opdracht van: Stuurgroep Door! ISBN 978-90-5049-415-1 © 2007 PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant. Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm dan dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het PON. Deze publicatie is te bestellen onder vermelding van PON-publicatie 07-16 PON Postbus 90123 5000 LA Tilburg Telefoon: (013) 535 15 35 Fax: (013) 535 81 69 E-mail:
[email protected] Internet: www.ponbrabant.nl
Inhoud 1
Inleiding
2
Criteria voor toelating Criteria Door! Gehanteerde criteria instellingen De Combinatie Geestelijke gezondheidszorg Eindhoven en De Kempen (GGzE) JobFellows Leger des Heils MAJ Neos Novadic-Kentron Orthopedagogisch Centrum Brabant Welzijn Eindhoven St. Annaklooster Deelnemende corporaties Samenvattend
7 7 7 8 8 9 9 10 10 11 11 12 12 13 13
Begeleiding in project De begeleiding vanuit de plaatsende instellingen Begeleiding vanuit de corporaties De nazorg Samenvattend
15 15 17 18 18
4.1 4.2 4.3
Plaatsing en uitval Plaatsing en uitval per instelling De definitie van uitval Uitval en redenen daarvoor
20 20 23 23
5
Ervaring project Door!
25
6
Conclusies en aanbevelingen
27
2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9 2.2.10 2.3 2.4
3 3.1 3.2 3.3 3.4
4
Gesprekspartners
5
31
1
Inleiding Korte omschrijving project Door! In DOOR! werken vier corporaties en tien opvanginstellingen1 uit de regio Eindhoven samen om (een deel van) de uitstroom van opvanginstellingen te realiseren. Via DOOR! krijgen cliënten van opvanginstellingen een kans om in een individuele woonsituatie met begeleiding de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om zelfstandig te kunnen wonen. De cliënten die aangemeld kunnen worden zijn in drie groepen te verdelen: - Mensen die nog niet zelfstandig wonen, en door de opvanginstelling worden aangemeld en onder voorwaarde van een woonbegeleidingscontract aanspraak kunnen maken op woonruimte. - Mensen die over zelfstandige woonruimte beschikken, maar gevaar lopen dat de huurovereenkomst vanwege persoonlijke en sociale problemen ontbonden dreigt te worden. - Cliënten die al eens uitgezet zijn geweest maar nu weer gehuisvest dienen te worden. De opvanginstellingen brengen de cliënten in tijdens de werkgroepvergadering van Door! Daar wordt de cliënt besproken en wanneer de cliënt voldoet, aangemeld voor Door! Een van de corporaties biedt een woning aan, de opvanginstelling die de cliënt heeft aangemeld zorgt voor de begeleiding. Het eerste jaar staat de woning op naam van de begeleidende instelling. De cliënt betaald de huur aan de instelling terug. Als alles goed gaat, wordt na het jaar het huurcontract op naam van de cliënt overgezet, dit wordt de zogenaamde omklap genoemd. Het is mogelijk de omklap een half jaar uit te stellen. Naast de werkgroep Door! is er een stuurgroep Door! actief. De werkgroep vergadert maandelijks, de stuurgroep twee maal per jaar. Door! is een samenwerkingsovereenkomst. Er is bewust gekozen geen rechtspersoon te starten Een van de corporaties verzorgt de coördinatie en het secretariaat. De kosten hiervan worden, volgens en verdeelsleutel, door de 14 organisaties gedragen. Door! wordt nog steeds uitgebreid. Corporaties vanuit de omliggende gemeenten gaan participeren.
De vraagstelling van voorliggend onderzoek Het uitvalpercentage (het aantal cliënten dat voortijdig het begeleid wonentraject beëindigt) blijkt in de praktijk per deelnemende opvanginstelling te verschillen. De oorzaken daarvan zijn niet bekend. Daarom wil de stuurgroep graag inzicht hebben in mogelijk achterliggende redenen die aan deze verschillen ten grondslag liggen. Aan het PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling is gevraagd daar een onderzoek naar te doen.
1
De Combinatie, Domein, GGzE, JobFellows, Leger des Heils, MAJ, Neos, NovadicKentron, OCB, St Annaklooster, Trudo, Welzijn Eindhoven, Woonbedrijf en Wooninc.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
5
De centrale vraag in het onderzoek is de vraag naar de verklaring van het verschil in uitvalpercentages. Deze vraagstelling is verbreed zodat meer inzicht ontstond in de wijze waarop het product DOOR! ervaren wordt door de partners. Dat geeft de stuurgroep de gelegenheid om mogelijke maatregelen te kunnen nemen in een bredere context. Dat kan de kwaliteit van de besluitvorming ten goede komen. In het onderzoek is aandacht besteed aan de volgende resultaten items: 1 Beschrijving van de criteria die betrokken instellingen hanteren bij toelating tot het project en inzicht in de doelgroep die de betrokken instellingen voordragen voor project DOOR! 2 Beschrijving van de wijze waarop de opvanginstellingen de begeleiding vorm geven. 3 Een overzicht van de opvattingen die de opvanginstellingen hebben over het aanbod van DOOR! met inbegrip van de splitsing van ‘begeleide plaatsen’ en de zogenaamde ‘PEC-plaatsen’ (woningen voor uitstroom zonder begeleiding) en het onderscheid in doelgroepen die zij daarvoor aanmelden. 4 Beschrijving van de wijze waarop de opvanginstellingen DOOR! effectief vinden voor hun doelgroep en welke andere producten volgens hen eventueel beter op hun doelgroep zouden passen. 5 Beschrijving van de wijze waarop de betrokken corporaties het project ervaren en de eventuele knelpunten die zich daarbij voordoen. Aan de hand van bovenstaande uitkomsten worden in deze rapportage aanbevelingen gedaan die betrekking hebben op: 1 Voorstellen om de grote verschillen in uitval in de toekomst te voorkomen, bijvoorbeeld door aanscherping of harmonisatie van toelatingscriteria. 2 Voorstellen om de effectiviteit van DOOR! te verbeteren dan wel tot productdifferentiatie over te gaan.
Aanpak De kern van onze aanpak bestond uit de consultatie van de betrokken instellingen. Van alle instellingen is gesproken met een vertegenwoordiger van de werkgroep en meestal ook met een vertegenwoordiger van de stuurgroep. Een overzicht van de gesprekspartners vindt u in de bijlage. Om extra inzicht te krijgen in de redenen van uitval uit het project is een vragenlijst gemaakt die voor de uitvallers uit het project in 2005 en 2006 moest worden ingevuld. Ter begeleiding van het onderzoek is vanuit de stuurgroep een klankbordgroep geformeerd, bestaande uit vertegenwoordigers van Domein, GGzE en Novadic-Kentron. Met de klankbordgroep is aan het begin en eind van het onderzoek contact geweest. Bovendien hebben de leden van de klankbordgroep meegedacht over de te stellen vragen.
6
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
2
Criteria voor toelating In dit hoofdstuk geven we antwoord op de vraag welke criteria gehanteerd worden bij toelating tot het project.
2.1 Criteria Door! De criteria om iemand voor Door! aan te melden zijn omschreven in het schema Uitgangspunten Door! 2006. In dit schema staan de volgende punten genoemd: - De cliënt moet aantoonbaar in een van de aangesloten gemeenten ingeschreven staan of woonachtig zijn voor een periode van minimaal 6 maanden. - Er moet woontraining in de woning noodzakelijk zijn als doorslaggevend onderdeel van een integratie of re-integratietraject. - De cliënt moet niet op de lijst ‘moeilijk plaatsbaar’ staan. In uitzonderingsgevallen kan echter een speciale procedure gevolgd worden. - De cliënt moet niet in aanmerking komen voor een andere vorm van wonen. - De cliënt mag geen mislukte plaatsing in Door! hebben meegemaakt, tenzij de situatie geheel anders is. - De cliënt moet in staat zijn een huishouden te voeren. - Wanneer sprake is van huurschuld dan mag deze niet langer dan 2 jaar geleden zijn ontstaan, 50% moet zijn afbetaald en voor het overige deel moet een betalingsregeling zijn geregeld. Deze criteria zijn vooral voor de corporaties van belang. Het is voor hen de basis waarop zij een cliënt kunnen toetsen. De corporaties kijken in de werkgroep mee naar de door de plaatsende instellingen gehanteerde criteria. De corporaties hebben naast bovengenoemde criteria een sanctie- en kansenbeleid opgesteld waarin ze duidelijke richtlijnen aangeven. Voor de maatschappelijke instellingen blijkt dat in de praktijk soms lastig te zijn omdat ze cliënten moeilijk geplaatst kunnen krijgen.
2.2 Gehanteerde criteria instellingen Alle instellingen, zo blijkt in de praktijk, committeren zich aan bovenstaande criteria. Meestal hanteren zij naast het schema nog eigen criteria, of combineren zij de criteria uit het schema met eigen criteria. We beschrijven hieronder de criteria per instelling. Allereerst geven we een korte beschrijving van de instelling, vervolgens een korte schets van de klantgroep en tot slot de door de instelling gehanteerde criteria.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
7
2.2.1 De Combinatie Stichting De Combinatie Jeugdzorg is een organisatie voor jeugdhulpverlening die werkzaam is in regio Zuidoost-Brabant. Zij ondersteunen ouders/verzorgers bij de opvoeding van hun kind. Hulp wordt gegeven aan kinderen en jongeren van 0-18 jaar, in een aantal gevallen zelfs tot 23 jaar. Afhankelijk van de leeftijd en de situatie kan de nadruk liggen op hulp aan de jeugdige en/of diens ouder(s). De Combinatie Jeugdzorg telt meer dan 500 medewerkers, verspreid over een groot aantal locaties in Zuidoost-Brabant, Hun hulpverlening is zeer uitgebreid en divers en varieert van hulp in de thuissituatie, daghulp, dag- en nachtbehandeling tot verblijf in een pleeggezin. De hulpverlening wordt in verschillende werkvormen uitgevoerd: ambulante hulp, dag- en nachthulp daghulp opvoeding in pleeggezinnen en overige vormen van hulp.
Klantgroep voor Door! De Combinatie plaatst jongeren voornamelijk jongeren van 18 tot 21 jaar, en soms tienermoeders vanaf 16,5 jaar. De meeste jongeren die geplaatst worden, komen uit de eigen organisatie. Dat is een bewuste keuze omdat men die het beste kent. Van de jongeren die geplaatst worden, wordt verwacht dat zij na een jaar zelfstandig kunnen wonen, behoudens de eventueel flankerende begeleiding zij dan nog nodig hebben.
Aanvullenden criteria voor aanmelding Men moet een inkomen van minimaal 650 euro per maand hebben, anders is het financieel risico te groot. - De verwachte mate van begeleiding moet helder zijn. Daarnaast spelen individuele zaken als de verwachte mate van zelfverzorgendheid, verwachte kans op overlast, verwachte houding ten opzichte van begeleidingsafspraken en het hebben van zinvolle dagbesteding. -
2.2.2 Geestelijke gezondheidszorg Eindhoven en De Kempen (GGzE) GGzE biedt zorg aan mensen met (ernstige) psychosociale en psychiatrische problematiek. Ze heeft tevens een preventieve en dienstverlenende taak. De preventieactiviteiten zijn erop gericht (verergering van) psychische en psychiatrische problematiek te voorkomen. De dienstverlenende functie betreft het geven van voorlichting, advies, consultatie en scholing aan hulpverleners en andere instellingen. Daarnaast is de GGzE een erkende praktijkinstelling voor een aantal (specialistische) opleidingen.
Klantgroep voor Door! De GGzE plaatst cliënten die langdurig in zorg zijn en waarbij een langdurig vervolgtraject noodzakelijk is. De grootste groep mensen die aangemeld worden zijn cliënten die nu beschermd wonen en cliënten die na een crisis een vervolgtraject hebben doorlopen hebben en komen voornamelijk uit het programma Psychose of het programma Autisme.
8
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
Aanvullende criteria voor aanmelding GGzE hanteert streng criteria vanwege het grote cliëntenbestand. Belangrijke criteria zijn: - De cliënten die in aanmerking komen moeten nog begeleiding nodig hebben om zelfstandig te wonen. De aangemelde cliënten zijn ook na een jaar nog op ambulante begeleiding aangewezen. - Doordat een aantal cliënten van Door! voor plaatsing uitvielen heeft GGzE de interne procedure aangepast. Er is voor cliënten een beperkte bedenktijd ingevoerd voordat men wordt aangemeld voor Door!.
2.2.3 JobFellows JobFellows heeft als doel mensen met een verslavingsproblematiek terug te brengen in de maatschappij. JobFellows heeft zich gespecialiseerd in de doelgroep ‘mensen die vroeger middelen hebben gebruik, maar nu aantoonbaar clean zijn’. JobFellows biedt hiervoor reïntegratiediensten aan een brede groep van opdrachtgevers zoals gemeenten, UWV, instellingen et cetera. Om mensen een werkervaringsplaats te bieden heeft JobFellows een eigen ‘workcenter’ opgezet. Naast het bieden van een werkervaringplek, wordt ook woonbegeleiding geboden. Zij hebben een tijd een appartement gehad waarin 9 mensen konden wonen, maar de kosten daarvoor werden te hoog. Ze hebben nu afspraken met particuliere woningaanbieders.
Klantgroep voor Door! JobFellows plaatst cliënten die naast hun verslaving hulp nodig hebben op andere leefgebieden. Werk staat daarbij voorop; wonen, vrije tijd en financiën zijn gebieden waarop de cliënten meestal ondersteuning nodig hebben.
Aanvullenden criteria voor aanmelding -
Cliënten moeten aan hun (financiële) verplichtingen kunnen voldoen. De cliënt moet uitzicht hebben op zinvolle dagbesteding of een baan. Men moet sociaal vaardig zijn. Men moet middelenvrij zijn.
2.2.4 Leger des Heils Het Leger des Heils biedt begeleiding en opvang aan mensen die verder nergens terecht kunnen. De cliënten zijn vaak verslaafd, hebben psychische problemen en/of komen uit detentie. In eerste instantie bood het Leger des Heils begeleiding en onderdak in hun 24 uursvoorzieningen Domus en Vast en Verder. Omdat er voor een aantal cliënten doorstroommogelijkheden werden gezien, biedt het Leger des Heils nu ook begeleid wonen aan. Het Leger des Heils bezit een flat waarin 12 mensen woonbegeleiding krijgen en ook 18 mensen verspreid door de stad krijgen woonbegeleiding in Door! Het Leger des Heils is een laagdrempelige instelling, waar cliënten steeds weer een nieuwe kans wordt geboden.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
9
Klantgroep voor Door! Het Leger des Heils plaatst meestal cliënten die uit hun 24-uursvoorzieningen komen. De overstap voor deze cliënten is soms nog wel te groot, zodat ook naar tussenoplossingen gezocht wordt, bijvoorbeeld tijdelijk kleinschalig wonen.
Criteria voor aanmelding - Cliënten dienen een dagbesteding te hebben, van minimaal enkele uren per dag. - De schulden dienen ver opgelost te zijn (verder dan in de criteria voor Door! zijn beschreven).
2.2.5 MAJ MAJ is ontstaan als een organisatie van vrijwilligers die een intermediaire brugfunctie vervullen tussen cliënten en algemene instellingen. In 2003 werd het Stichting MAJ Brabant, en heeft MAJ zich ontwikkeld tot een organisatie met foyerwoningen en projecten. MAJ Breed is gericht op de ondersteuning van jongeren en hun ouders in de gezinssituatie. MAJ Tienermoeders vangt (aanstaande) tienermoeders en hun kinderen op. MAJ Direkshon nos propio Kas begeleidt Antilliaanse en Arubaanse risicojongeren richting zelfstandigheid en zelfstandig wonen. MAJ Rumbo Nobo ondersteunt Antiliaanse en Arubaanse jongeren via opleiding en/of re-integratie een startkwalificatie te halen.
Klantgroep voor Door! MAJ plaatst jongeren die uit hun foyers komen, die aantoonbaar aan hun problemen werken en aan alle criteria voldoen.
Criteria voor aanmelding -
De sociale vaardigheden van de cliënt moeten goed zijn. De woonvaardigheden moeten in orde zijn. Cliënten moeten hun budget kunnen beheren. Cliënten moeten een zinvolle dagbestedingen hebben. Cliënten moeten uit de uitkeringssituatie zijn.
2.2.6 Neos Neos is in 2000 ontstaan uit een fusie van een zevental organisaties voor opvang. Dit waren organisaties op het gebied van vrouwenopvang, dak- en thuislozenzorg, crisisopvang en sociale activering. Inmiddels is Neos één organisatie, met een grote verscheidenheid aan opvanglocaties en diensten en heeft de krachten gebundeld in de keten van preventie, opvang en herstel binnen Eindhoven. Neos biedt vanuit een veelzijdig perspectief mensen onderdak en begeleiding en ondersteunen hen bij het opbouwen van een menswaardig, zo zelfstandig mogelijk en autonoom bestaan.
Klantgroep voor Door! Het gaat om personen van 18 jaar en ouder die in de 24-uurs opvang van Neos gezeten hebben. bij potentiële Door! kandidaten is de verwachting dat ze na een jaar begeleiding weer zelfstandig kunnen wonen.
10
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
Criteria voor aanmelding -
Beheersbare verslavingsproblematiek. Voldoende woonvaardigheden. Voldoende sociale vaardigheden. De financiële situatie en omgang met geld moet voldoende zijn. Voldoende zelfredzaamheid. Voldoende oplossingsvaardigheden.
2.2.7 Novadic-Kentron Novadic-Kentron is het expertisecentrum op het gebied van gebruik van middelen, verslaving en verslavingszorg. Zij geven informatie over alcohol, drugs en gokken via de mail, telefoon of door bezoek. Zij geven ook opvoedingsondersteuning aan ouders en kunnen helpen bij het opzetten van een schoolgezondheidsbeleid over het gebruik van genotsmiddelen. Novadic-Kentron begeleidt cliënten in een klinische setting, maar hebben ook andere mogelijkheden, zoals groepsbegeleid wonen, individuele woonbegeleiding, begeleiding extern wonen, en begeleid zelfstandig wonen.
Klantgroep voor Door! Novadic-Kentron plaatst cliënten die meestal al geruime tijd in behandeling zijn. De meeste plaatsingen zijn van cliënten die uit hun groepsbegeleid wonen en begeleid extern wonen komen. Plaatsingen vanuit de klinische setting is meestal een te grote stap.
Criteria voor aanmelding -
Cliënten mogen niet uitsluitend een huisvestingsprobleem hebben, maar ook een woonvaardigheidprobleem. Cliënten moeten een daginvulling hebben. De financiën moeten geregeld zijn.
2.2.8 Orthopedagogisch Centrum Brabant Het OCB is een orthopedagogisch centrum, dat zorg en hulp verleent aan kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking tot 21 jaar en aan hun ouders/verzorgers. Het gaat daarbij om (gezinnen met) kinderen en jongeren, die moeilijk lerend genoemd worden, of ook wel: kinderen/jongeren met een licht verstandelijke handicap en die op een of andere manier in hun ontwikkeling dreigen vast te lopen. Het OCB heeft zijn Centraal Bureau in Breda en biedt zijn hulp in en vanuit diverse vestigingen, verspreid over drie regio's.
Klantgroep voor Door! OCB plaatst licht verstandelijk gehandicapte cliënten die de zelfstandigheidtraining hebben gevolgd. OCB heeft zelf niet veel huisvesting, dus niet veel aanmeldingen voor Door!.
Criteria voor aanmelding -
Zelfstandig kunnen wonen en daarvoor voldoende vaardigheden bezitten. Voor de cliënt is een Wajong-uitkering geregeld.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
11
2.2.9 Welzijn Eindhoven Welzijn Eindhoven informeert, adviseert en ondersteunt mensen met vragen op sociaal/maatschappelijke terreinen bij het vinden van het juiste antwoord of het zorgen voor een verwijzing naar de juiste organisatie of aanbieder. Zij geven informatie en advies aan alle burgers in Eindhoven. Zij kunnen er terecht voor een breed scala aan onderwerpen. Welzijn Eindhoven zorgt ervoor dat mensen verder wordt geholpen.
Klantgroep voor Door! Het gaat om personen van 18 jaar en ouder die een breed spectrum aan problemen kunnen hebben (relationeel, psychisch, sociaal et cetera). Bij plaatsing wordt moeten de problemen op het terrein van woonvaardigheden (omgaan met financiën, hebben van dagstructuur, aangaan van sociale contacten et cetera) van dien aard zijn dat zij naar verwachting binnen een jaar zijn op te lossen.
Criteria voor aanmelding - De hulpvraag moet op woonvaardigheden betrekking hebben. - Er moet voldoende hulpvraag zijn, maar ook niet te veel. De indicatie vindt vervolgens plaats met een door het NIZW ontwikkeld intakemodel en door een eigen scoringsformulier (op basis van M.O. ontwikkeld).
2.2.10 St. Annaklooster St. Annaklooster is een organisatie die haar oorsprong vindt bij de Zusters van Liefde. Men ontwikkelde professionele zorg voor zusters en langzamerhand is vandaar uit de zorg veralgemeniseerd tot een organisatie die thuiszorg levert en waartoe een hospice en een logeerhuis behoren. In 2005 is men gestart met het project Rentree en onlangs is men gestart met een zorghotel voor dak- en thuislozen die tijdelijke worden opgenomen om te stabiliseren. Het project Rentree is bestemd voor sociaal kwetsbare personen die een sociale binding hebben met de gemeente Eindhoven. Het zijn vooral personen die een zelfstandig leven willen leiden maar dat om diverse redenen nog niet kunnen. Het gaat vaak om mensen met een dubbeldiagnose (psychische en verslavingsproblematiek). Vaak gaat het om mensen die in aanraking zijn geweest met de politie (verslaafde veelplegers). Rentree beschikt over een woning voor groepswonen en biedt ook dagbesteding aan.
Klantgroep voor Door! De mensen die voor Door! in aanmerking komen uit het project Rentree. Niet iedereen stroomt door. Voor Door! komen personen in aanmerking waarvan verwacht kan worden dat zij in staat zijn om na een jaar zelfstandig te kunnen wonen.
Criteria voor aanmelding -
12
De cliënten moeten hun financiën kunnen beheren. Men moet zinvolle dagbesteding hebben. Men moet voldoende sociale vaardigheden bezitten. Men moet in staat zijn om in praktische zin een huishouden te voeren. Men moet drugsvrij zij
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
2.3 Deelnemende corporaties In het project Door! nemen de volgende vier corporaties deel. Domein Domein is een vastgoedbedrijf met een sociaal hart; Domein zoekt klanten op en biedt hen keuzes in wonen. Zij binden zich aan wijken en buurten en werken daar samen met bewoners en partners, aan een goed leefklimaat; De medewerkers zetten zich vooral in voor mensen die op eigen kracht niet kunnen voorzien in hun woonbehoefte. Daarnaast willen zij door middel van intensieve samenwerking met zorginstellingen woningen bouwen en beheren voor ouderen én voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Trudo Trudo is een wooncorporatie in Eindhoven. Hun doel is ervoor zorgen dat mensen in een prettige, comfortabele, veilige en geborgen omgeving kunnen wonen, werken en recreëren. Naar eigen wensen, mogelijkheden en voorkeur. Dat realiseren ze in nauwe samenwerking met andere partijen. Ze kennen een groot aantal duurzame samenwerkingsverbanden met onze stakeholders: gemeente, partners, leveranciers, bewonersorganisaties en maatschappelijk middenveld. Trudo heeft een afdeling ‘Bijzondere klanten’, met daarin het project Door!, huisvesting voor statushouders en projecten woonvormen met hulpverlenende organisaties. Wooninc. Wonninc is een woningcorporatie die in de Regio Eindhoven meer dan 6600 woningen exploiteert. Wooninc. combineert maatschappelijk en commercieel ondernemerschap en er wordt veel met partijen samengewerkt. Zoals binnen de ketennetwerken wonen-welzijn-zorg en wonen-leren-werken. De visie van Wooninc. is het beiden en optimaliseren van woonplezier, waarbij mensen die moeilijk zelfstandig kunnen voorzien in hun woonbehoefte kunnen rekenen op ondersteuning. Woonbedrijf Woonbedrijf is op 1 april 2005 van start gegaan. De nieuwe organisatie is in eerste instantie gericht op het optimaliseren van de dienstverlening aan zijn klanten. Daarnaast zet Woonbedrijf zich in voor de ontwikkeling van nieuwe woongebieden en het verbeteren van de kwaliteit van bestaande woningen en hun omgeving. Woonbedrijf manifesteert zich als een netwerkorganisatie. In samenwerking met andere maatschappelijke dienstverleners en overheden zet Woonbedrijf haar expertise, operationele capaciteit en marktpositie in om de woonkwaliteit in de regio Eindhoven een impuls te geven.
2.4 Samenvattend Door! Blijkt toegankelijk voor verschillende klantgroepen. Er passen mensen met verschillende problematiek binnen Door!. Alle instellingen kennen de eisen die Door! aan plaatsing stelt. Daarboven op hebben plaatsende instellingen hun eigen intakecriteria die onderling deels overeen komen, maar ook gelinkt zijn aan de eigen klantgroep. De extra criteria liggen vooral op het terrein van sociale- en woonvaardigheden en bij een overzichtelijk budgetbeheer. In veel gevallen wordt aangegeven dat het
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
13
alleen regelen van een uitkering niet een voldoende oplossing is. Ook een vinden van daginvulling is van belang, om terugval in eerder gedrag te voorkomen. Men plaatst alleen cliënten die uit de eigen organisatie afkomstig zijn. Die kent men het best en men vergroot daarmee de kans op succes. Instellingen die geen cliënten hebben, zoals Welzijn Eindhoven, consulteren de verwijzer bij de intake voor Door!. Bijna alle instelling praten over het al dan niet hebben van ‘voldoende woonvaardigheden’. De omschrijving daarvan is niet scherp afgebakend. Wat opvalt is dat medewerkers aangeven dat zij in de loop van de tijd zelf veel geleerd hebben en zodoende betere inschattingen kunnen maken of cliënten een plaatsing in Door! aankunnen. Instellingen hebben in de loop van de tijd ook intern de eisen aangescherpt, om uitval te voorkomen. De uitval valt niet rechtstreeks in verband te brengen met een of meerdere criteria (zie ook hoofdstuk 3 en 4). Wel kan gezegd worden dat de criteria in Door! aangescherpt moeten worden met zaken waarvan stellig de indruk is dat ze mede bepalend voor succes zijn. Naast het regelen van huurschuld kan het financiële criteria scherper worden gemaakt met het geregeld hebben van de maandelijkse inkomsten. Daarnaast is het hebben van een zinvolle dagbesteding een belangrijk punt.
14
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
3
Begeleiding in project In dit hoofdstuk beschrijven we de wijze waarop de plaatsende instellingen de begeleiding vormgeven. Daarbij maken we een onderscheid tussen de begeleiding vanuit de (zorg)instellingen en de begeleiding van de corporaties. Nazorg, de begeleiding die na de omklap in Door! wordt geboden, beschrijven we als apart onderdeel.
3.1 De begeleiding vanuit de plaatsende instellingen Een van de vereisten van Door! is dat cliënten na plaatsing woonbegeleiding nodig hebben. De begeleiding die de cliënten krijgen is verschillend van aard. Naast woonbegeleiding ontvangen de meeste cliënten nog andere (reeds aanwezige flankerende hulp), meestal vanuit één van de participerende instellingen. Hieronder beschrijven we per instelling een aantal specifieke begeleidingsaspecten.
De Combinatie vindt de begeleiding een belangrijke succesfactor bij plaatsing. Men heeft geleerd van enkele incidenten. Men heeft (zeker in de beginperiode) minimaal één keer per week contact met de jongere. Men doorloopt één keer per maand het huis op vreemde zaken (heeft te maken met het feit dat een jongere met een weetplantage was gestart). Men houdt toezicht op de financiën. De huur loopt via een automatische incasso bij de corporatie. Als er onverhoopt toch iets mis gaat, trekt men zo vroeg mogelijk aan de bel bij corporatie om dat recht te zetten. Als er betalingsachterstanden zijn, komen de aanmaningen bij de Combinatie binnen, zoadat men onmiddellijk op kan treden. Welzijn Eindhoven biedt outreachende begeleiding. Ze hebben prestatieafspraken met gemeente over maximale begeleidingstijd. Zij zitten derhalve strak in het pak, maar kunnen het gemiddeld wel redden. 80 à 90% zit in budgetbeheer: de automatische incasso van vaste lasten is via een budgetbureau geregeld, voor de rest krijgt men wekelijks zakgeld. De financiële vrijheid wordt langzaam opgevoerd. Men gaat in het begin twee keer in de week op huisbezoek. Tot omklap gemiddeld één keer per week. Er is een goede samenwerking met corporaties: deze mensen weten in de ogen van Welzijn Eindhoven goed met lastige klanten om te gaan.
OCB heeft cliënten die vaak een levenslange begeleiding nodig hebben. Voor hen is het daarom moeilijk om een afweging te maken wie van de cliënten in Door! past. De omschakeling naar volledig zelfstandig wonen is vaak wel erg groot voor de cliënten. Cliënten hebben vaak al een woontraining gehad, deze wordt nu voortgezet in de eigen woning. Daarnaast hebben de meeste cliënten van OCB een levenslange begeleiding nodig, vanwege een laag IQ.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
15
JobFellows werkt met ervaringsdeskundigen, die een professionele opleiding hebben genoten. Zij begeleiden de cliënten. Het uitgangspunt van het werken is om de betrokken mensen werk, vrije tijd en huisvesting aan te bieden. De aanpak is niet zozeer therapeutisch, eerder praktisch. Het gaat erom het leven van de cliënten te normaliseren. Dit houdt ook in dat cliënten niet in groepen bij elkaar gaan wonen, omdat dat vaak weer recidief gedrag oproept. Door! past daarom erg goed bij deze doelgroep. De GGzE heeft een groot cliëntenbestand, rond de 18.000. De GGzE heeft ongeveer 1800 medewerkers in dienst. Veel van hen zijn hulpverleners, die individueel cliënten begeleiden. De begeleiding is voor het grootste deel ambulant, maar ook wordt begeleiding op het terrein geboden. Elke cliënt heeft een casemanager. De diverse hulpverleners blijven zelf bij hun cliënt betrokken wanneer ze naar Door! gaan. De GGz heeft afspraken met het zorgkantoor en kan zodoende, wanneer meer begeleiding nodig zou zijn, dit ook aan cliënten aanbieden. De begeleiders van MAJ kennen hun cliënten erg goed door de intensieve begeleiding die zij de cliënten bieden. Ze bouwen een goed contact op met de cliënt. Onderling wordt door de begeleiders ervaringen uitgewisseld, zodat iedereen van alle bijzonderheden betreffende de jongeren op de hoogte is. De jongeren krijgen zo niet de mogelijkheid ‘mensen tegen elkaar uit te spelen’.
Neos hecht naast een goede inschatting van de problematiek veel belang aan goede begeleiding. Daarin is naast hulpverlening ook uitdrukkelijk aandacht voor woonbegeleiding en financiële begeleiding. Neos gaat één keer per week langs. Ook is er belangstelling voor sociaal netwerk en is er de mogelijkheid dat ook andere hulpverleners van Neos langskomen. Neos besteedt ook veel aandacht aan nazorg. Na de één jaar periode volgt na drie maanden een folluw up gesprek. Overigens blijft ook na de omslag hulpverlening mogelijk hetzij via de AWBZ hetzij vrijwillig. Neos geeft aan dat zij ‘er bovenop zitten en zodoende tijdig kunnen ingrijpen wanneer dat nodig mocht zijn’. Novadic-Kentron geeft aan dat een geleidelijk overgang van klinische setting, groepsbegeleid wonen, wonen in een kleinere groep en dan begeleid zelfstandig wonen een optimale gang van zaken is. Het is voor cliënten altijd moeilijk om een verandering in omstandigheden door te maken, de kans op terugval is dan reëel aanwezig. Novadic-Kentron kan ongeveer vier uur begeleiding per week aanbieden.
St. Annaklooster voert minimaal één keer per week een individueel gesprek met de cliënt. Dat kan ook op kantoor van St. Annaklooster zijn. Daarnaast komt men nog één keer in de week langs. In het weekend worden de cliënten steekproefsgewijs bezocht. Daarnaast is er ruimte om, afhankelijk van de behoefte, extra begeleiding te bieden. Bovendien blijven sommige cliënten de dagbesteding van St. Annaklooster bezoeken, waardoor er ook via dat kanaal contact is.
16
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
Uit de ingevulde vragenlijsten over de uitvallers van Door! blijkt dat de begeleidingsbehoeften van cliënten die geplaatst worden varieert van 1-13 uur per week aan woonbegeleiding. Daarnaast wordt vaak ook nog flankerende hulpverlening vanuit de instellingen gegeven. De begeleiding die daadwerkelijk geboden wordt, was in een aantal gevallen minder dan de het aantal uren dat aan de start van het wonen in Door! was afgesproken. Enkele keren kwam dat omdat de cliënt begeleiding weigerde, een paar keer omdat de instelling door omstandigheden minder begeleiding kon bieden. Als reden voor uitval werd bij negen uitvallers aangegeven dat de begeleiding die geboden werd niet voldoende was. Bovendien bleek vier keer dat de begeleiding niet de juiste was. Uit de gesprekken bleek dat de aard en intensiteit van begeleiding een belangrijke succesfactor is bij het welslagen van het traject Door!. ‘Wanneer je er dicht bovenop zit met de begeleiding, dan gaat het beter met cliënten’. Een aantal organisaties zoals MAJ, Neos en JobFellows doen dat, en hebben weinig uitvallers. Alleen is het niet te zeggen of dat dit de enige verklaring daarvoor is.
3.2 Begeleiding vanuit de corporaties De vier betrokken corporaties doen vol overtuiging mee aan Door! maar leggen in de wijze waarop zij met de Door!-bewoners omgaan wel verschillende accenten die met de filosofie van de corporatie te maken hebben. Trudo heeft in 2006 het initiatief genomen om met instellingen te inventariseren welke woonwensen er zijn voor speciale groepen. De aanvragen die in 2007 gehonoreerd kunnen worden zijn in het werkplan van Trudo opgenomen. Trudo heeft vanuit het bestuur ook opdracht gekregen om woonondersteuning te bieden (4 maal per jaar), na te denken over de dagbesteding van mensen en te kijken naar de budgettering. Ze willen een signalerende en preventieve functie vervullen. Ook Domein hecht aan een goed inzicht in de huurders die via Door! geplaatst worden. Samen met Trudo zijn zij een aantal maanden geleden begonnen met de zogenaamde kwartaalmonitor, waarbij men vier keer per jaar bij de klant op bezoek gaat. Men vindt het als corporatie belangrijk om te weten hoe de betrokkene woont. Dat maakt het zicht op de betrokken persoon na de omslag ook makkelijker, men kent de persoon. Ook de wijkbeheerder is dan op de hoogte van de persoon en kan eventuele ruis bij vermoedens van overlast beter inschatten. Woonbedrijf en Wooninc. staan meer op het standpunt dat de huurders die via Door! binnenkomen in principe gewone huurders zijn en in die zin niet anders benaderd worden dan hun andere huurders. Beide corporaties hebben in elk geval een klantcontact bij de omklap, als het huurcontract met betrokkene moet worden getekend. Wooninc. heeft ook altijd klantcontact bij de intake. Bij het Woonbedrijf is dat, vanwege het grote aantal plaatsingen, niet altijd mogelijk. Beide instellingen houden wel bij hoe het gaat met de samenwerking en begeleiding van de plaatsende instellingen. Wooninc. heeft geen aparte afdeling voor plaatsing en begeleiding van aparte doegroepen. Deze cliënten vallen onder het gewone rayon.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
17
In het algemeen geven de corporaties aan dat de contacten omtrent de begeleiding met participerende instellingen goed zijn. Zij zien wel verschil in begeleiding. Zij zijn van mening dat enkele plaatsende instellingen zijn, vanwege hun grootte, wat minder flexibel zijn in de omgang, ze opereren stroperiger, waardoor in concrete gevallen niet altijd tijdig kan worden ingegrepen. Bij aanmelding voor Door! wordt door de corporatie rekening gehouden met een geschikt woonmilieu voor de cliënt, waardoor de slagingskans toeneemt. Dat neemt niet weg dat er vanuit de woonomgeving van de cliënt bij de corporatie soms (vage) klachten binnenkomen over overlast. Dat is vaak meer gevoel (‘er wonen veel Door!-klanten in de wijk’ terwijl er maar twee wonen) dan werkelijkheid. Corporaties geven daarom aan dat het ook van belang is dat de wijkbeheerder goed ingelicht is over de plaatsing, waardoor de signalen beter in perspectief gezet kunnen worden.
3.3 De nazorg Nazorg heeft te maken met de begeleiding die geboden wordt na de omklap. Hierover zijn nog niet echt vastomlijnde afspraken gemaakt, maar er wordt wel over gesproken met elkaar, vooral in de werkgroep. De begeleiding die na de omklap geboden wordt is ook divers. Enkele organisaties, bijvoorbeeld Welzijn Eindhoven, geven aan dat ze geen middelen hebben om na de omklap woonbegeleiding te bieden. De meeste plaatsende instellingen zijn echter AWBZ-gefinancierd waardoor ze afspraken met het zorgkantoor kunnen maken. Indien na de omklap nog (woon)begeleiding noodzakelijk is kan dat worden geïntegreerd in de flankerende hulpverlening die buiten Door! om wordt gegeven. Een aantal organisaties geeft aan dat hun cliënten een levenslange begeleiding nodig hebben en kunnen hen dat ook bieden. Enige maanden geleden is men in de werkgroep begonnen met actieve monitoring tot 3 jaar na de omklap. Tijdens de maandelijkse vergaderingen wordt zo de vinger aan de pols gehouden. Alle cliënten die in Door! geplaatst zijn, passeren de revue. Kort lichten de instellingen hun begeleiding en de voortgang toe.
3.4 Samenvattend Elke plaatsende instelling streeft naar een goede begeleiding, die tijdens het project Door! in een aantal gevallen nog is aangepast (vaak geïntensiveerd) op basis van ervaringen. Dat laat onverlet dat er verschillen zijn in aard en intensiteit van de begeleiding. Dat heeft te maken met de problematiek van de cliënten uit de plaatsende instellingen die niet onderling vergelijkbaar is. Het heeft ook te maken met de wijze waarop de begeleiding wordt vormgegeven en die vaak eigen is aan de sector waartoe de plaatsende instelling behoort en waarbij accenten in de begeleiding (woonbegeleiding versus hulpverlening) kunnen verschillen.
18
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
Tot slot kan de schaal waarop de plaatsende instelling opereert van invloed zijn. Bij kleinere instellingen lijkt de betrokkenheid van de begeleider met de klant vaak groter dan bij grotere instellingen, omdat bij grotere instellingen het begeleidingsproces over meer schijven verloopt. Daardoor verloopt ook de communicatie over de begeleiding tussen plaatsende instellingen en corporaties met kleinere instellingen doorgaans beter dan bij grotere instellingen.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
19
4
Plaatsing en uitval
4.1 Plaatsing en uitval per instelling In 2005 zijn 102 woningen voor Door! aangeboden, in 2006 waren dat er 122. Uit het jaarverslag van 2006 blijkt dat er in 2005 26 uitvallers waren en in 2006 waren dat er 37. Van in totaal 32 van deze cliënten is een ingevulde vragenlijst ontvangen. De verdeling van de woningen in Door! wordt in de stuurgroep bepaald op basis van de wensen en mogelijkheden van de instellingen. De feitelijke toewijzing van woningen aan cliënten vindt in de werkgroep plaats.
De Combinatie heeft in 2005 en 2006 respectievelijk 7 en 6 jongeren aangemeld. Het betreft vooral jongeren van 18-20 jaar. De meeste jongeren die geplaatst worden, komen uit de eigen organisatie. Dat is een bewuste keuze omdat men die het beste kent. De Combinatie had twee uitvallers in 2005 en één in 2006. De uitval had met begeleiding te maken. In één geval wisselde de begeleiding waardoor de problematiek van de jongere onvoldoende werd onderkend. In het tweede geval bleek net vóór de omklap toen begeleiding iets was teruggelopen dat jongere beïnvloedt was door buurtgenoot en een weetplantage in huis had. In 2005 en 2006 zijn respectievelijk 15 en 16 jongeren van MAJ in project Door! terecht gekomen. De meeste jongeren zijn onder toezicht (OTS), hun eventuele kinderen ook. De afgelopen twee jaar had MAJ één uitvaller. De GGzE heeft de afgelopen twee jaar respectievelijk 23 en 20 mensen per jaar kunnen plaatsen. De geregistreerde uitval was daarbij 4 cliënten in 2005 en 9 in 2006. Van deze 13 uitvallers zijn er 9 uitgevallen vóórdat ze in een huis uit het project woonden, De GGzE vind dit geen echte uitvallers. De uitval van de negen cliënten die voor de aanvang van het traject uitvielen, is verschillend: 1 cliënt kocht een woning, 1 cliënt trok zich terug, in 1 geval trok de casemanager de aanvraag in, 1 cliënt weigerde de toegewezen woning, 1 cliënt was spoorloos verdwenen, 1 cliënt durfde niet te starten, 1 cliënt kon de financiën niet rond krijgen, van 1 cliënt was de moeder het niet met de aanvraag eens en 1 cliënt raakte in de psychose. De GGzE ziet 6 cliënten die als ‘echte uitvallers’ worden beschouwd. 3 Van hen zijn uitgevallen door overlast, 2 door huurachterstand en 1 door heropname in de psychiatrie. Eén van de ‘echte’ uitvallers is gedurende het eerste jaar gaan samenwonen. Deze cliënt heeft het traject wel goed doorlopen. De GGzE heeft haar interne selectie aangepast om de uitvallers voor de aanvang van Door! te verminderen. Zo wordt nog nauwkeuriger het netwerk betrokken, de financiën en de specifieke woonwensen bekeken en wordt er een interne bedenktijd van 1-2 maanden ingelast. Dit lijkt te werken.
20
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
JobFellows heeft tot nu toe 5 cliënten in Door! geplaatst. De plaatsing werd via Novadic-Kentron verzorgd, maar het is de bedoeling dat ze dat nu zelf gaan doen. Er is enige tijd geleden een fout gemaakt in de plaatsing door JobFellows, ze hebben daar van geleerd en hopen als volwaardig lid van de Door! groep te kunnen gaan meedraaien. Er is nog geen uitval bij hun cliënten geweest. De gesprekspartners denken zeker dat dit te maken heeft met de strenge eisen die ze stellen om cliënten voor te dragen voor een plaats in Door!
Het Leger des Heils heeft de laatste jaren respectievelijk 8 en 10 cliënten in Door! geplaatst. De eerste jaren is er erg veel uitval van cliënten geweest: in 2005 waren dat er 9 en in 2006 waren dat er 8. De redenen van uitval waren in veel gevallen overlast en nieuwe contacten met justitie. De cliënten hadden weinig perspectief; ze hadden geen werk of scholing en vielen terug in oude gewoonten. Opvallend is dat de meeste uitvallers jongens van Antilliaanse afkomst zijn. Jongeren vallen ook vaker uit dan volwassenen, waarschijnlijk omdat jongeren het ‘vanzelfsprekend vinden’ dat ze een woning krijgen. Volwassenen stellen zich bescheidener op, omdat ze al veel meer hebben meegemaakt. Het Leger des Heils heeft inmiddels de eisen aangescherpt en ook de medewerkers hebben veel van eerdere plaatsingen geleerd. Aanmeldingen voor Door! zijn nu veel meer onderbouwd. De cliënten van het Leger des Heils staan vaak onder bewindvoering. Dit biedt voor hen ook meer mogelijkheden om door te kunnen stromen naar een andere woonvoorziening. Het Leger des Heils laat cliënten meestal eerst in het eigen woonbegeleidingsproject wonen, voordat ze voor Door! in aanmerking komen. Ze hebben daarom niet veel aanbod voor Door! Ook hebben potentiële cliënten van Door! veranderende wensen wat wonen betreft en kiezen ze minder voor een woning van Door!. Voor dit jaar heeft het Leger des Heils 6 woningen ter beschikking.
Neos heeft in 2005 12 cliënten en in 2006 20 cliënten bij Door! geplaatst. Neos plaatst alleen mensen die uit hun 24-uursopvang komen. Die kent men. Men plaatst geen mensen die uit de preventieve hulpverlening komen omdat men die onvoldoende kent. Neos heeft in 2005 en 2006 telkens één uitvaller gehad. Deze laatste had niet de juiste begeleiding gehad, er was te weinig inzicht in zijn doen en laten.
Novadic-Kentron heeft de afgelopen twee jaar 14 respectievelijk 17 cliënten binnen Door! geplaatst. In 2005 waren er 8 uitvallers, in 2006 waren er 6. De uitval in 2006 betrof één persoon vóór de plaatsing en de overige vijf hadden te maken met financiën, in de meeste gevallen gecombineerd met overlast. Ook is door een aantal organisatorische zaken de begeleiding niet altijd op maat geweest. Er was geen goede visie en er werd een star beleid gevoerd. Ook de reorganisatie heeft ertoe geleid dat woonbegeleiders te weinig aanspraak konden maken op andere ondersteuning. De cliënten kwamen daardoor op een wachtlijst en werden dus niet op een adequate manier geholpen. Intern werd niet altijd een goede afweging gemaakt welke cliënt in aanmerking zou komen voor Door! Ook zijn er veel wisselingen geweest van woonbegeleiders.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
21
Het OCB is enige tijd minder actief geweest in de plaatsingen. Dit had interne oorzaken (2 in 2005, 1 in 2006, er waren in die periode ook 3 uitvallers, ook van eerdere plaatsingen). Nu is dat weer opgepakt en verwachten ze weer een aantal mensen te kunnen plaatsen. Het is voor medewerkers niet altijd duidelijk geweest wanneer iemand aangemeld kon worden, ze zijn daarin zoekende geweest. Nu hebben medewerkers er een beter beeld van. Naast de eis van mogelijk zelfstandig kunnen wonen en daarvoor voldoende vaardigheden te bezitten stelt men nu ook de eis dat de Wajong-uitkering is geregeld. Plaatsingen zijn een paar keer misgelopen vanwege financiële redenen.
Welzijn Eindhoven had in 2005 20 plaatsingen en in 2006 22 plaatsingen. De uitval bedroeg 1 in 2005 en 7 in 2006. Volgens eigen zeggen had dit laatste aantal zijn eigen redenen. Eén is gevlucht omdat ze bedreigd is en de persoon die bedreigde is in detentie gesteld. Eén vrouw is bij dochter ingetrokken, één man is bij vriendin gaan wonen. Een persoon is ontruimd na de omklap, wegens huurschuld, zonder dat Welzijn Eindhoven hiervan op de hoogte was. Er resteren derhalve twee ‘echte‘ uitvallers in de ogen van Welzijn Eindhoven: één persoon die terugviel in drugsgebruik en één persoon vanwege overlast. St. Annaklooster is vanaf 2005 betrokken bij Door! en heeft in 2005 en 2006 respectievelijk 1 en 5 personen aangemeld. Het zijn persponen die uit het project Rentree komen. St. Annaklooster had in 2005 geen uitvallers en in 2006 twee. In één geval is de persoon niet geplaatst omdat hij voordat het traject startte, afhaakte. De andere persoon is uitgevallen vanwege terugval in drugsgebruik. De corporaties De corporaties participeren met plezier in Door!. Zij zien ook in dat het om een risicovolle doelgroep gaat, waarmee altijd iets mis kan gaan. Dat laat onverlet dat zij kritisch zijn om de uitval zo laag mogelijk te houden. Soms kan uitval van invloed zijn op het imago van het woningbezit van de betreffende corporatie. Wanneer er iemand in een flat uitvalt bijvoorbeeld vanwege overlast, dan is het soms moeilijk om in die flat, en ook in de aanpalende flats, nog iemand te plaatsten. Aan de andere kant wordt door corporaties aangegeven dat cliënten die nu via Door! worden aangemeld, normaal gesproken ook een cliënt van de wooncorporatie zou kunnen zijn. Het is dan alleen maar prettig dat er begeleiding vanuit de instellingen wordt gegeven. De kans dat het mis gaat is dan veel kleiner. Men constateert ook dat de intake van cliënten de laatste twee jaar aan scherpere criteria is onderworpen en dat dat ook goed is. Vertrouwen is belangrijk, ‘je moet erop aankunnen dat de begeleiding goed gebeurt, dat is het belangrijkst’, zei een corporatiemedewerker. Ook een goede match tussen een cliënt en een bepaalde wijk is belangrijk. Cliënten kunnen een voorkeur voor een bepaalde wijk uitspreken, zodat rekening kan worden gehouden met een zo geschikt mogelijk woonmilieu. Volgens een gesprekspartner zit het succes van Door! vooral in de zorgvuldigheid van het proces. Door! is iets sociaals dat in een zakelijke vorm is gegoten.
22
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
4.2 De definitie van uitval In de praktijk zijn er verschillende redenen waarom cliënten uitvallen De huidige definitie van uitval biedt ruimte voor uiteenlopende redenen om tot de uitvallers gerekend te worden. Als we de uitval analyseren dan zien we verschillende redenen: - Een cliënt is een Door!-cliënt als hij een nummer heeft. Maar soms blijkt dat hij voordat hij geplaatst is het woonbegeleidingscontract niet ondertekent, of dat hij onvoldoende geld heeft. Op dat moment wordt de klant niet geplaatst en geldt hij als uitvaller. Er is bewust gekozen voor deze opzet omdat er al veel werk in een klant gaat zitten voor deze een nummer heeft. - Ook het tussentijds verhuizen van een klant (wegens samenwonen met iemand anders) wordt als uitval gezien, terwijl hier lang niet altijd een problematiek aan ten grondslag ligt. - Daarnaast is het in de afgelopen jaren voorgekomen dat klanten uitvielen vanwege gebrek aan begeleiding bij de plaatsende instellingen. Het lijkt er op dat de plaatsende instellingen daarvan geleerd hebben en hun interne procedures hebben aangepast. - In de ogen van de plaatsende instellingen zijn de echte uitvallers degenen die vanwege overlast, financiële problemen, verslaving et cetera uitvallen.
4.3 Uitval en redenen daarvoor Om de uitval te analyseren hebben we de plaatsende instellingen een vragenlijst toegezonden met betrekking tot de uitvallers van de afgelopen twee jaar met de vraag daarop ook de reden voor uitval te vermelden. Van de in totaal 63 uitvallers hebben we 32 vragenlijsten terug gekregen. Het betrof voornamelijk gegevens over de uitvallers in 2006, een aantal instellingen heeft de vragenlijsten over de uitvallers in 2005 niet ingevuld.
Kenmerken van de uitvallers Geslacht man
21
vrouw
11
18-24 jaar
17
25-34 jaar
9
35 jaar en ouder
6
Nederlands
17
Antilliaans
9
Marokkaans
2
overig
4
Leeftijd
Etniciteit
TOTAAL
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
32
23
Alle uitvallers zijn zonder partner in Door! gegaan, vier van hen zijn met een of meerdere kinderen in Door! gegaan. 21 Van de uitvallers hadden nog niet eerder zelfstandig gewoond, 6 waren al eens uitgezet en kregen nu een nieuwe kans. In 2005 waren er 102 aanbiedingen en 26 uitvallers (ongeveer 22% uitval), In 2006 waren er 122 aanbiedingen en 37 uitvallers (ongeveer 30% uitval). Er is dus sprake van een toename. De uitval in een bepaald jaar, kan ook betrekking hebben op plaatsingen in het jaar daarvoor. Zoals we eerder aangaven zijn de redenen voor uitval niet altijd eenduidig. Vaak gaat het om een combinatie van overlast en problematiek. Soms gaan deze redenen vergezeld van een onvoldoende begeleiding. Desondanks hebben we de uitval geanalyseerd op grond van de hierboven genoemde mogelijke reden van uitval. We komen dan tot het volgend resultaat:
Redenen van uitval in 2005 en 2006 Vóór daadwerkelijke plaatsing
11*
Tussentijds verhuizen/verandering burgerlijke staat
3
Gebrek aan begeleiding
5
Problematiek
24
TOTAAL
42
*
Van 10 cliënten die al voor daadwerkelijke plaatsing zijn uitgevallen, is geen ingevulde lijst ontvangen. In dit overzicht zijn zij wel meegenomen.
Uit de tabel blijkt dat ongeveer 57% van de uitval te maken heeft met de problematiek van de betrokken cliënt. Vaak lagen meerdere oorzaken in combinatie met elkaar ten grondslag aan de uitval. Als we naar de belangrijkste reden van uitval kijken dan werd het veroorzaken van overlast was (7 keer), financiële problemen en het niet nakomen van afspraken werd elk 3 keer genoemd. Drugsgebruik werd 2 maal genoemd, psychische problematiek en het opzetten van een hennepplantage werd elk één keer genoemd. De overige redenen voor uitval zijn (deels) beïnvloedbaar. Als Door! haar uitval wil beperken zal met name gekeken moeten worden naar een goede intakeprocedure om de uitval vóór plaatsing te voorkomen en naar een optimalisering van de begeleiding, waar veel instellingen overigens aan werken.
24
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
5
Ervaring project Door! De doelstelling Alle participerende organisaties staan volledig achter de doelstelling van het project. Door! is een unieke kans voor cliënten om zelfstandig te kunnen wonen en wordt daarom als een belangrijke toevoeging aan bestaand aanbod gezien. Succes zit vooral in het feit dat vraag en aanbod goed op elkaar passen oftewel het product past goed bij de vraag.
De werkwijze en structuur Er is grote tevredenheid over de manier van werken bij Door! De structuur wordt als helder ervaren. De ondersteuning vanuit de corporaties wordt door de plaatsende instellingen als goed, gestructureerd en duidelijk ervaren. Wel wordt enkele keren opgemerkt dat het administratief gedeelte erg goed loopt, maar tegelijk ook zorgt voor strakke kaders, zodat er geen plaats is voor aparte gevallen en leren van elkaar. In Door! zitten zowel de zorg- en welzijninstellingen als de corporaties aan tafel, dat was voorheen nooit het geval en maakt de lijnen kort en elkaars werk inzichtelijk. Deelname in Door! is volgens alle betrokkenen ook goed om onderling vertrouwen te kweken en tot netwerkvorming te komen. De splitsing werkgroep-stuurgroep is helder en wordt gewaardeerd. De taken van zowel werkgroep en stuurgroep zijn bekend en duidelijk. Wel wordt aangegeven dat in de stuurgroep misschien ook over andere onderwerpen gesproken zou moeten worden, zoals over de verdere ontwikkeling van Door!, het toelaten van nieuwe doelgroepen, het gezamenlijk starten van andere initiatieven zoals een zorghotel, iets voor jongeren en dergelijke. De samenstelling van de werkgroep staat niet ter discussie. Het wordt als belangrijk ervaren dat deelnemers allemaal vertegenwoordigd zijn en dat de aanmelding van cliënten en de voortgang goed in de agenda van de werkgroep zijn ingebed. De opkomst in de werkgroep is goed en dat tekent het belang dat er aan gehecht wordt. De werkgroep is een belangrijke dobber waarop het project drijft en waarover alle betrokkenen positief zijn. Over de samenstelling van de stuurgroep is meer discussie. ‘Hoe werkbaar blijft een stuurgroep wanneer er steeds meer mensen aanschuiven?’ Daar staat tegenover: ‘wat gebeurt er als er maar een beperkt aantal organisaties zitting hebben in de stuurgroep, zijn dit dan automatisch de grote clubs en zijn de belangen van de kleintjes dan nog wel goed vertegenwoordigd?’ Een actuele vraag is of de gemeente aan moet schuiven in de stuurgroep. Een aantal van de zorginstellingen vindt van wel, de corporaties hebben twijfels. Deze vragen zullen beantwoord moeten worden.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
25
Een punt van aandacht voor zorginstellingen is in hoeverre het stuurgroepoverleg zich verhoudt tot andere stedelijke overleggen. Bijvoorbeeld in de Stuurgroep Stedelijk Kompas zitten veel dezelfde mensen. Dit punt wordt echter niet door iedereen gedragen. De corporaties nemen geen deel aan het Stedelijk Kompas. De doelgroep van het Stedelijk Kompas wordt als problematischer ervaren en de goede effectieve samenwerking in Door! als te waardevol. Sommigen hebben moeite met de wisselende samenstelling van de stuurgroep. De stuurgroep komt twee maal per jaar bijeen waardoor wisseling van de wacht of absentie meteen tot informatieachterstand bij betrokkenen leiden. Soms hebben mensen het idee ‘dat er weer van voor af aan dingen uitgelegd moeten worden’. Een goede map met relevante stukken die aan nieuwe deelnemers kan worden uitgereikt wordt gemist.
De resultaten De resultaten in Door! worden door bijna iedereen als positief ervaren. Het project levert meer op dan alleen het kunnen plaatsen van cliënten. Ook de onderlinge samenwerking en het onderlinge vertrouwen worden bevorderd. De uitval wordt door sommigen nog als te hoog ervaren en blijft aandacht verdienen. De definiëring van ‘uitval’ verdient met name volgens de plaatsende instellingen aandacht. Zij zien uitval vóór plaatsing niet als echte uitval, terwijl de woningen wel voor de doelgroep verloren gaan. Door! zorgt voor een win-win situatie. De zorg- en welzijnsinstellingen kunnen mensen plaatsen, die anders moeilijk plaatsbaar zouden zijn geweest. Voor veel cliënten levert dat zichtbare verbetering in hun situatie op: het zelfbeeld en het zelfvertrouwen nemen toe. Voor de corporatie is Door! profijtelijk: als Door! er niet was kwamen de klanten toch wel als huurder binnen. Nu worden ze door zorginstellingen begeleid.
Contacten Door! heeft geleid tot goede onderlinge contacten tussen zorg- en welzijnsinstellingen en de corporaties. Men ervaart een goede onderlinge samenwerking. De lijnen zijn over het algemeen kort waardoor ook individuele gevallen snel besproken kunnen worden. Het gebruik maken van elkaars expertise zou volgens sommigen nog wat geïntensiveerd kunnen worden, bijvoorbeeld om ervaringen uit te wisselen omtrent de begeleiding. Novadic gaat met Trudo een project opzetten waar mensen vanuit detentie of een klinische setting geplaatst kunnen worden.
26
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
6
Conclusies en aanbevelingen
- Positiviteit over de hele linie: houd Door! in stand Uit het onderzoek is gebleken dat de participerende organisaties erg tevreden zijn. Hun cliënten worden geholpen, er is aandacht voor een grote groep cliënten, die anders niet aan de bak zouden komen. Ook de samenwerking wordt uitgebreid en organisaties leren van elkaar en maken gebruik van elkaars expertise. Door! is ook effectief Dit alles wordt als waardevol gezien en verdient in stand gehouden te worden. Men hecht aan de zelfstandigheid van het project Door! en heeft twijfels als Door! bijvoorbeeld ondergebracht zou worden bij het Stedelijk Kompas.
Aanbeveling In de stuurgroep moet een standpunt worden ingenomen over de positionering van Door!. Er moet helderheid komen of de stuurgroep alleen voor Door! blijft bestaan of dat men ook andere doelgroepen (met andere projecten) wil gaan bereiken. In dat laatste geval zou ook de gemeente moeten aanschuiven.
- Uitval heeft geen éénduidige oorzaak. Definitie van uitval herdefiniëren De laatste twee jaar bedroeg de uitval in Door! gemiddeld 28%. De definitie van uitval is breed, waardoor er zowel proceduregerelateerde als probleemgerelateerde redenen voor uitval zijn. Cliënten die zijn aangemeld in de werkgroep, maar niet in het project terecht zijn gekomen, om welke redenen dan ook, worden volgens de afspraken in Door! als uitvallers gezien. De plaatsen die beschikbaar worden gesteld, komen op deze manier niet aan de doelgroep ten goede. Een aantal cliënten staan als uitvaller te boek, terwijl ze hun leven op dusdanige manier op orde hadden en bijvoorbeeld zijn gaan samenwonen. Zij zijn dus goed geslaagd in het zelf oppakken van hun leven en zouden op een andere manier geregistreerd moeten worden. Ervaring van de afgelopen twee jaar leert dat ongeveer 50% van de uitval te wijten is aan problemen met of door de betrokkene, de overige uitval is niet probleemgerelateerd.
Aanbeveling De uitval van Door! moet transparanter in beeld gebracht worden. De redenen voor uitval zouden beter gerubriceerd kunnen worden en aan moeten passen bij de gehanteerde terminologie (zoals bijvoorbeeld in H5 is gebeurd.). Dat levert ook een reëler beeld op van de effectiviteit van Door!. Een aantal redenen voor uitval zijn (deels) beïnvloedbaar. Als Door! haar uitval wil beperken zal met name gekeken moeten worden naar een goede intakeprocedure om de uitval vóór plaatsing te voorkomen en naar een optimalisering van de begeleiding, waar veel instellingen overigens aan werken.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
27
- Intake intern aanscherpen + aanscherpen algemene eisen en criteria Door! Verschillende keren per jaar maken cliënten die zijn aangemeld geen gebruik van de toegewezen woning. De oorzaken zijn divers: niet in een bepaalde wijk willen wonen, financiën niet op orde hebben, geen instemming hebben van het sociale netwerk. Vaak zijn dit oorzaken die van te voren bekend hadden kunnen zijn. Dit leidt tot uitval die deels voorkomen had kunnen worden. Een aantal organisaties stelt voor hun cliënten al extra criteria met betrekking tot het hebben van dagbesteding en invulling van de vrije tijd, het beschikken over middelen en afspraken maken over automatische incasso. Dit werpt vruchten af. Met name waar het gaat om de uitval vóór plaatsing te verkleinen. Diverse keren wordt gesproken over het hebben van woonvaardigheden, terwijl nergens duidelijk omschreven staat welke vaardigheden daaronder worden verstaan. Er blijkt, naast het bestaan van de criteria, ook een intakemodel te bestaan, wat bij niet veel mensen (meer) bekend is.
Aanbeveling Inmiddels hebben plaatsende instellingen zelf veel ervaringen opgedaan met plaatsingen. Zij kunnen inmiddels een betere inschatting maken of een cliënt voor Door! in aanmerking komt, en hebben hun criteria soms aangescherpt. Binnen de werkgroep zal dit punt van overleg moeten blijven. Het stroomdiagram voor aanmelding van Door! dat inmiddels niet meer door iedereen gebruikt wordt, zou met de ervaringen van de plaatsende instellingen kunnen worden geactualiseerd. De ervaringen leren dat een intensieve begeleiding, het op orde hebben van financiën en het beschikken over een daginvulling positief lijken te werken. Zonder dat met zekerheid te stellen is dat de effecten helemaal causaal zijn, zijn dit wel criteria die in de intake/aanmelding voor Door! opgenomen kunnen worden. Daarnaast zal het criterium ‘woonvaardigheden’ duidelijker omschreven moeten worden. Het al eerder opgestelde intakemodel zal aangepast moeten worden en weer onder ieders aandacht gebracht moeten worden.
- Begeleiding inzichtelijk en flexibel maken Alle instellingen nemen de begeleiding van de cliënt serieus. Desondanks verschilt deze in aard en intensiteit. Er is geen een-op-een-verband met begeleiding en het al dan niet slagen van een plaatsing in Door! aan te geven. Daarvoor is de problematiek waarmee de cliënten van Door! te maken hebben te complex en te uiteenlopend. Toch wijst een hechte band en intensieve begeleiding van cliënten wel in de richting van een positieve slagingskans. De begeleidende organisaties dienen ervan overtuigd te zijn dat zij daadwerkelijk de juiste en voldoende begeleiding kunnen geven voordat ze de cliënt aanmelden.
Aanbeveling De begeleiding die de diverse plaatsende instellingen leveren dient regelmatig te worden geëvalueerd in de werkgroep. Daarmee creëert men de mogelijkheid om van elkaar te leren en succesvolle methodieken over te nemen. Om te sturen op kwaliteit en om de kwaliteit te kunnen borgen zal de begeleiding inzichtelijk gemaakt moeten worden, zodat er ook meer verbanden te zien zijn.
28
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
- Ook aandacht na de omklap De omklap betekent niet het onmiddellijk loslaten van een cliënt, maar het goed blijven monitoren. Dus ook de mate van (woon)begeleiding na de omklap moet inzichtelijk gemaakt worden. Inmiddels is men begonnen met een actieve monitoring tot drie jaar na de omklap. De wijze waarop corporaties omgaan met cliënten na de omklap verschilt. Sommige corporaties hebben de wijkbeheerder ingelicht over de plaatsing en het vervolg daarvan. Bij eventuele signalen van overlast kan de wijkbeheerder deze dan beter onderzoeken. Zo kan uitval ná de omklap ook gereduceerd worden.
Aanbeveling De corporaties zouden de procedures ná de omklap beter op elkaar af kunnen stemmen, uiteraard met behoud van eigen inbreng. Uitval of overlast na de omklap, die sporadisch plaatsvindt, zouden zo voorkomen kunnen worden.
- Door! maakt ook andere behoeften aan begeleid wonen zichtbaar De samenwerking binnen Door! maakt ook wensen ten aanzien van aanvullende mogelijkheden voor begeleid wonen zichtbaar. Volgens sommige instellingen is het voor bepaalde cliënten noodzakelijk om een tussenoplossing te zoeken voordat ze in Door! terecht kunnen. Deze cliënten vallen volgens sommige instellingen nu buiten de boot. Zo zou er de mogelijkheid moeten zijn om mensen eerst in een klein groepje te laten wennen aan het zelfstandig wonen, met begeleiding dichtbij. Het kan voor deze mensen goed zijn om niet met personen met vergelijkbare problematiek samen te wonen, omdat mensen dan snel in oude gewoonten kunnen terugvallen. De begeleidende organisaties zouden dat samen op moeten pakken. Het zorgen voor een tussenoplossing zou waarschijnlijk de uitval in Door! kunnen beperken. Daarnaast vraagt het succes van Door! ook om uitbreiding. Uitbreiding naar andere doelgroepen, zoals moeders met kinderen, cliënten met schulden, jongeren, maar ook mogelijke uitbreiding voor mensen van buiten Eindhoven.
Aanbeveling De stuurgroep zou zich over de wens tot uitbreiding moeten uitspreken. Daarbij is aan de orde of er mogelijkheden voor uitbreiding zijn en in welke richting die dan zouden moeten gaan. Op de tweede plaats moet duidelijk worden of uitbreiding van mogelijkheden voor begeleid wonen binnen de verantwoordelijkheid van de stuurgroep moet vallen.
- PEC-contingent wordt onvoldoende benut Voor de groep cliënt die geen (woon)begeleiding nodig hebben, zijn al woningen beschikbaar (het PEC-contingent). Deze zijn echter bij de organisaties niet goed in beeld. Er worden daarvoor op dit moment weinig mensen aangemeld.
Aanbeveling Het PEC-contingent dient nogmaals en herhaaldelijk onder de aandacht van plaatsende instellingen te worden gebracht.
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
29
- Omvang project Door! is geen vaststaand gegeven, en kost tijd! Door! heeft zich door de jaren heen uitgebreid met relevante organisaties op het gebied van begeleid wonen. De werkgroep, maar ook de stuurgroep heeft daarmee meer deelnemers gekregen. De vraag is hoe groot een project kan worden op een manier dat het nog werkbaar is. In het algemeen wordt de structuur zoals die nu bestaat gewaardeerd. Met name de gezamenlijk gecreëerde werkwijze in de werkgroep is de dobber waarop het project drijft. Aangegeven wordt dat de procedures, vanwege de toename van cliënten, steeds meer tijd kosten, wat moeilijk door een medewerker ‘erbij gedaan kan worden’.
Aanbeveling Door! moet een werkbare schaal houden. Het succes van Door! zit met name in het gezamenlijk optrekken in de werkgroep. Om daarin continuïteit te bewaren is, naast een werkzame schaal, ook van belang dat Door! haar uitgangspunten en werkwijze goed registreert. Indien zich veranderingen voordoen in personele bezetting of door uitbreiding zal een goed overzicht van relevant materiaal en de afspraken daarover nodig zijn. Dit materiaal dient gebundeld te worden.
Aanbeveling Gekeken moet worden hoe op een praktische manier eenduidig met de procedures omgegaan kan worden. De procedures dienen gelijk te blijven in iedere instelling. De mogelijkheid om iemand daarvoor verantwoordelijk te maken dient onderzocht te worden. Bovendien zal de mogelijkheid van digitale registratie onderzocht moeten worden.
30
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
Gesprekspartners De Combinatie
Thomas Ruitenbeek, Frans Vijgen
Domein
Jack vd Bent, Arnie vd Veerdonk, William v Vugt
GGzE
Peter Damen, Marie-Louise Vossen
JobFellows
Alphonse Franssen, William Heijmans
Leger de Heils
Rian van Hagen. Adryio Toorians
MAJ
Cynthia Deane, Sirelda Jackson
Neos
Inge van Herk, Marlies Hoosemans
Novadic-Kentron
Hans Delleman, Pim Dijkstra
OCB
Annelies Flipsen
St. Annaklooster
Saskia de Wit
Trudo
Christa van Bochem, Hilde vd Ven
Welzijn Eindhoven
Hans de Bruin, Willem van de Veen
Woonbedrijf
Angelique Bellemakers, Petra van Kessel
Wooninc.
Sandra van Lierop, Myreen Minnaar
PON-rapportage: UITVAL PROJECT DOOR!
31