Colofon Het project Skatewijs is ontwikkeld door:
Cubiss Statenlaan 4 5042 RX Tilburg 013 - 46 56 700 www.cubiss.nl
[email protected]
Fotografie en beeldmateriaal Kim Pattiruhu, Kim Pattiruhu Fotografie Ingrid de Jong, Cubiss Feiko Koster Derk Steemers Met dank aan Clavis Uitgeverij Inez van Loon
Cubiss maakt deel uit van de Brabantse Netwerkbibliotheek De inhoud van dit project is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever vermenigvuldigd worden.
Auteurs Jan van Avezaath, Cubiss Sandra van Bruinisse, BasisBibliotheek Maasland Redactie Redactiebureau C-lot, Rosmalen
Skatewijs maakt als project deel uit van Rode Draad en is gebaseerd op het boek Switchflip uit de serie Skatewise van Inez van Loon, uitgegeven door Clavis Uitgeverij (2010). Het programma Rode Draad is ontwikkeld om concreet invulling te geven aan een structurele samenwerking tussen bibliotheek en onderwijs. Rode Draad brengt leerlingen elk jaar in contact met boeken en lezen. Kijk voor meer informatie op www.cubiss.nl/educatieproducten.
Webontwikkeling Ruud van Zetten Design, Tilburg
© Cubiss, 2012
2
Inleiding
Inhoudsopgave
1. Leerdoelen, Kerndoelen en Referentiekader Nederlandse Taal
4
2. Inhoud en opzet project Skatewijs
6
3. Activiteiten leerkracht en leerling
9
4. Suggestielijst boeken, websites, filmpjes en achtergrondinformatie
13
Rode Draad is een programma voor het primair onderwijs. Een belangrijk uitgangspunt van dit programma is dat leerlingen elk schooljaar met boeken en lezen in contact komen. Zo wordt een doorlopende lijn aangebracht van groep 1 tot en met groep 8. Het programma loopt als een Rode Draad door de ‘leesloopbaan’ van elke leerling. Het project Skatewijs maakt deel uit van Rode Draad en is bedoeld voor groep 7 en 8. In groep 7 en 8 is het niet langer alleen het plezier in lezen wat voorop staat. Op deze leeftijd wordt kinderen ook mediawijsheid1 bijgebracht. Van de burgers in Nederland wordt steeds meer zelfstandigheid gevraagd, voor zichzelf en ten aanzien van hun rol in de samenleving. Voor de invulling van dit nieuwe burgerschap zijn toegang tot en kennis van verschillende mediavormen essentieel. Het product Skatewijs is een mooie mix van leesbevordering en mediawijsheid. Leerlingen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs worden uitgedaagd om na te denken over een mogelijk reële situatie in hun omgeving. Vervolgens krijgen ze de gelegenheid om daar actief op te reageren.
1
Mediawijsheid is de verzamelnaam voor alle kennis, vaardigheden en de mentaliteit die
mensen nodig hebben om bewust, kritisch en actief mee te doen in de wereld van vandaag en morgen, waarin media een bepalende hoofdrol spelen. (Bron: Raad voor Cultuur)
3
1. Leerdoelen, Kerndoelen en Referentiekader Nederlandse Taal Leerdoelen mediawijsheid 1. Gebruik • G1 Media-apparatuur kunnen bedienen 2. Begrip • B1 Begrijpen hoe media-inhoud geproduceerd en gedistribueerd wordt • B3 De rol van taal en betekenis bij media-inhoud begrijpen • B4 De rol van representatie bij media-inhoud begrijpen • B5 Begrijpen hoe media-inhoud op specifieke doelgroepen wordt afgestemd 3. Communicatie • C1 De eigen media-inhoud op specifieke doelgroepen kunnen afstemmen • C2 De vormgeving van de eigen media-inhoud op de boodschap kunnen afstemmen • C3 Op een sociale manier kunnen communiceren via media • C4 Risico’s kunnen beperken bij communicatie via media 4. Strategie • S1 Het eigen mediamenu kennen • S2 Media effectief kunnen toepassen • S3 Informatievaardigheden kunnen toepassen De bovenstaande vier competentiegroepen met elk hun kerncompetenties zijn ontleend aan het door Mediawijzer.net geïnitieerde onderzoek Meten van mediawijsheid (juli 2011). De competentiegroepen en kerncompetenties zijn in een overzichtelijke tabel terug te vinden in een andere publicatie van Mediawijzer.net: Helderheid over mediawijsheid, de betekenis van meten van mediawijsheid voor het netwerk (september 2011). In deze publicatie worden de competentiegroepen en kerncompetenties ook kort toegelicht, met uitzondering van kerncompetentie S3. Deze is later toegevoegd (zie voor tabel en toelichting: http://files.beeldengeluid. nl/pdf/educatie_Helderheid_over_mediawijsheid_-30-1-2012.pdf).
Kerndoelen primair onderwijs • Kerndoel Nederlands, mondeling onderwijs: de leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven (kerndoel 1). • Kerndoel Nederlands, mondeling onderwijs: de leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren (kerndoel 2). • Kerndoel Nederlands, mondeling onderwijs: de leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek wat informatief of opiniërend van aard is, en ze leren met argumenten te reageren (kerndoel 3). • Kerndoel Nederlands, schriftelijk onderwijs: de leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen (kerndoel 4). • Kerndoel Nederlands, schriftelijk onderwijs: de leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen (kerndoel 5). • Kerndoel Nederlands, schriftelijk onderwijs: de leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen (kerndoel 6). • Kerndoel Nederlands, schriftelijk onderwijs: de leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten (kerndoel 7). • Kerndoel Nederlands, schriftelijk onderwijs: de leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Daarbij besteden ze aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur (kerndoel 8). • Kerndoel oriëntatie op jezelf en de wereld, mens en samenleving: de leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen (kerndoel 37).
4
• Kerndoel oriëntatie op jezelf en de wereld, mens en samenleving, ruimte (deels): de leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika (kerndoel 47). • Kerndoel kunstzinnige oriëntatie: de leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren (kerndoel 54).
• Leerlingen kunnen relaties leggen tussen de tekst en de werkelijkheid. Ze kunnen spannende, humoristische of dramatische passages in de tekst aanwijzen, en ze zijn in staat om verschillende emoties in de tekst te herkennen, zoals verdriet, boosheid en blijdschap (fundamenteel eindniveau groep 8). Uit: Anita Oosterloo en Harry Paus m.m.v. Amos van Gelderen, Leerstoflijnen lezen beschreven. Uitwerking van het Referentiekader Nederlandse taal voor het leesonderwijs op de basisschool. SLO, december 2010 (www.slo.nl/ downloads/2010/leerstoflijnen-lezen-beschreven.pdf/download).
Uit: Jan Greven en Jos Letschert, Kerndoelen primair onderwijs, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, april 2006 (www.slo.nl/primair/ kerndoelen/Kerndoelenboekje.pdf/download). Referentiekader Nederlandse Taal Met dit project werken leerlingen van groep 7-8 ook aan de referentieniveaus Lezen, zoals opgesteld in het Referentiekader Nederlandse Taal. • Leerlingen kunnen reageren op wat ze gelezen hebben door te praten over leeservaringen, te schrijven, te tekenen of anders beeldend te werken, of met behulp van drama (niveau groep 7/8, fundamenteel eindniveau groep 8). • Leerlingen lezen om te ontspannen, om de fantasie te prikkelen, om emoties een plek te geven, voor informatie, om te genieten, om een eigen normen- en waardenpatroon op te bouwen (niveau groep 7/8, fundamenteel eindniveau groep 8). • Leerlingen kunnen eigen kennis en ervaringen (gevoelens, ideeën, angsten, dromen, wensen, verlangens, normen en waarden) koppelen aan de inhoud van een verhaal of gedicht (niveau groep 7/8, fundamenteel eindniveau groep 8).
5
2. Inhoud en opzet project Skatewijs De lessenreeks Skatewijs bestaat uit drie onderdelen. Centraal in het project staat de website http://www.skatewijs.nl. Het eerste deel betreft het klassikaal lezen van Switchflip, een boek over skaters. Dit boek is geschreven door Inez van Loon (Clavis, 2010). Door het boek gezamenlijk te lezen, kunnen de leerlingen kennismaken met de leefwereld van de personages uit het boek, zoals de skaters Levi en zijn vrienden. Zo gaan het boek én de personages leven bij de leerlingen. Tijdens het tweede deel van de lessenreeks werkt de klas in groepjes samen aan een opdracht rondom een casus over een kwestie die speelt in Switchflip: het wel of niet bouwen van een nieuwe skatebaan. Sommige partijen in het dorp zijn voor de bouw, zoals Levi en zijn vrienden, andere partijen zijn tegen. Doel van dit onderdeel is de leerlingen te laten ervaren hoe het is om in deze kwestie zelf belanghebbende te zijn. Ook leren ze dat er andere partijen zijn, met eventueel tegenovergestelde belangen. Een ander doel is dat de leerlingen leren hoe je hiermee omgaat, als mediawijze burgers in spe. Hoe kom je op voor je belangen in een debat waarin beslist gaat worden wat er gaat gebeuren? Hoe verzamel je de argumenten van je tegenstanders? Hoe doorzie je hun al dan niet verborgen motieven? En hoe bouw je je eigen argumentatie op? Sta je open voor een compromis, of wil je het onderste uit de kan, met het gevaar dat je helemaal niets krijgt? Op de website www.skatewijs.nl zijn acht verschillende groepjes personages terug te vinden: Levi en zijn vrienden, de drie J’s, zwerver Harry, mevrouw Jansen van de gemeente, Simon en Karim, winkelchef meneer Knol, makelaar Roderick en de streetdancers. Elke groep heeft een eigen webpagina en een onderzoekspagina met daarop de verschillende media waar de leerlingen argumenten moeten zoeken, zoals YouTube, Twitter, Blogger, Google+, Hyves,
Trompetter online en Bilderdam. De groepjes leerlingen bekijken eerst de webpagina van hun eigen groepje om elkaar beter te leren kennen. Ook bekijken de leerlingen de webpagina’s van de andere groepjes. Vervolgens gaan ze naar de onderzoekspagina van het groepje wat ze gaan onderzoeken. Ze bekijken de verschillende mediaberichten en kiezen vervolgens per medium uit drie berichten het bericht dat hen het meeste aanspreekt. De leerlingen geven aan of dit bericht volgens hen voor of tegen de komst van een skatebaan pleit. In totaal selecteert elk groepje leerlingen zeven berichten (van elke mediapagina één bericht). Op basis van deze zeven geselecteerde voor en/of tegenberichten besluit elk groepje leerlingen of hun groepje voor of tegen de komst van een nieuwe skatebaan is. Deze keuze maken ze in een slotdebat duidelijk. Dit slotdebat is het derde en laatste deel van de lessenreeks Skatewijs. Voor het debat gebruiken de leerlingen de informatie uit de door hen geselecteerde en niet geselecteerde berichten en maken ze gebruik van wat ze weten van de andere groepjes. Het is belangrijk dat de leerlingen inzicht hebben in het totaal plaatje. Elk groepje maakt een poster ter ondersteuning van hun pleidooi tijdens het debat. Hierop staan hun argumenten in steekwoorden. Het slotdebat wordt klassikaal gevoerd, onder uw voorzitterschap. Het presenteren van argumenten en het voeren van een debat zal voor veel leerlingen nieuw zijn. Alleen al omdat het niet om hun eigen mening gaat, maar om het standpunt van de personages uit het boek die ze vertegenwoordigen. Daarom is het belangrijk dat u als leerkracht de leerlingen hierbij zorgvuldig begeleidt. Te veel sturing zal er voor zorgen dat de leerlingen in een bepaalde richting denken, te weinig heeft als effect dat hun betoog als ‘los zand’ overkomt. Het boek Switchflip is bewust gekozen als uitgangspunt voor dit project, omdat het inhoudelijk gezien veel mogelijkheden biedt tot diepgang. De centrale vraag of er wel of geen skatebaan komt in de cacaofabriek leent zich hier bij uitstek voor, omdat de leerlingen het onderwerp van meerdere kanten kunnen beschouwen.
6
Doelgroep Skatewijs is bestemd voor groep 7 en/of 8 van het basisonderwijs. Achterliggend uitgangspunt Skatewijs Bij de lessenreeks Skatewijs wordt er vanuit gegaan dat het spelen van een rollenspel een zinvolle manier van oefenen is ter verwerving van de competentie mediawijs burgerschap. Via Skatewijs treden de leerlingen de wereld binnen van Switchflip en kruipen ze in de huid van de personages uit het boek, om vervolgens de belangen van deze personages te verdedigen in het slotdebat. Belangrijk uitgangspunt is dat de ervaringen die de leerlingen hierbij opdoen, bruikbaar zullen zijn op het moment dat er in hun eigen leven een vergelijkbare kwestie speelt en ze voor hun eigen belangen moeten opkomen. Duur en opbouw Skatewijs De lessenreeks Skatewijs duurt ongeveer zeven tot tien uur, verspreid over drie weken. Uiteraard staat het u als leerkracht vrij om er meer of minder tijd voor te reserveren. De reeks is als volgt opgebouwd: Week 1
Een korte, algemene introductieles, waarin u uitlegt wat de leerlingen de komende tijd gaan doen: gezamenlijk een boek lezen, in groepjes werken aan een opdracht met behulp van een interactieve website (social media berichten analyseren en mede op basis hiervan als groepje je standpunt bepalen) en een slotdebat voeren.
Week 1
Vervolgens stelt u bepaalde momenten in de week vast waarop het boek Switchflip klassikaal wordt gelezen.
Week 2
Dan volgt weer een introductieles, waarin u het tweede onderdeel van de lessenreeks uitlegt: de casus en de groepsopdracht. Hierbij laat u de website en de klikroutes zien. Tevens verdeelt u de acht verschillende groepen personages uit de casus over de klas. Hiervoor deelt u de klas in in acht groepjes. Elk groepje krijgt een eigen inlogcode en een lesbrief.
Week 2
Ook tijdens dit tweede onderdeel kiest u als leerkracht vaste momenten, verspreid over de week, waarop ieder groepje inlogt op de site en de groepspagina’s bekijkt (waaronder die van henzelf), alle mediaberichten bestudeert en er zeven selecteert (per medium één). Het is de bedoeling dat elk groepje bij de geselecteerde berichten aangeeft of het een bericht voor of tegen de komst van de skatebaan is en waarom dit volgens hen zo is.
Week 3
De leerlingengroepjes bereiden in een les het slotdebat voor. Elk groepje neemt op basis van het verzamelde materiaal in week 2 een standpunt in en zet de hierbij behorende argumenten op een rijtje. Vervolgens maakt ieder groepje een poster met daarop de argumenten in steekwoorden en ondersteunend beeldmateriaal. Deze posters worden opgehangen in de klas, met als doel de andere groepjes te overtuigen.
Week 3
Tijdens een afsluitende les voeren de leerlingen het slotdebat onder uw voorzitterschap. Hierbij worden de posters gebruikt.
7
Te behalen leerdoel bij Skatewijs Leerlingen doen in de rijke leeromgeving van Skatewijs ervaringen op die ze verder zullen helpen op de weg die leidt naar mediawijsheid. Welke stappen elke individuele leerling hierbij zet, zal per leerling verschillen. Van belang is in ieder geval dat leerlingen leerervaringen opdoen (zie ook de ‘Leerdoelen mediawijsheid’ zoals ze in hoofdstuk 1 beschreven worden). Beoordelingscriteria leerlingen bij Skatewijs • De leerling doet actief mee aan het klassikaal lezen van het boek (goede inzet bij leesbeurten en een zichtbare, actieve luisterhouding). • De leerling doet zichtbaar actief mee binnen zijn groepje bij het analyseren en selecteren van de mediaberichten en het bepalen van het standpunt en de strategie van het groepje. • De leerling levert een herkenbare bijdrage aan de poster. • De leerling neemt als lid van zijn groepje actief deel aan het slotdebat en houdt zich hierbij aan de opgestelde debatregels. Benodigde materialen Skatewijs • Het boek Switchflip van Inez van Loon (Clavis, 2010). Dit boek wordt met de licentie meegeleverd (één licentie per groep 7 en/of 8). • Een digibord om de website klassikaal te kunnen uitleggen. Een computer met een beamer voldoet ook. • Minimaal één computer met internetverbinding, maar liever meer. In een ideale situatie heeft elk ingedeeld groepje een eigen computer. Eén computer moet ook aangesloten zijn op een printer, zodat de leerkracht de handleidingen kan printen. • Inloggegevens voor de website. • Geprinte handleiding leerkracht (1 x), geprinte lesbrief leerlingengroepje (8x), geprinte handleiding beheer site (1x). • Voor het maken van de posters: acht A2 of A3-vellen plus illustratiemateriaal (bijvoorbeeld oude tijdschriften en kranten), stiften, scharen en lijm.
8
3. Activiteiten leerkracht en leerling Voorbereiding In de aanloop naar het project Skatewijs bereidt u als leerkracht de lessenreeks van Skatewijs voor. Dit zal ongeveer een uur van uw tijd in beslag nemen. Tijd
Activiteit leerling
Activiteit leerkracht
Hulpmiddelen
Opmerkingen
Computer met internet
• Er is een aparte handleiding voor de
Ontvangt van de bibliotheek de materialen die horen bij Skatewijs: een kaart met de inloggegevens voor de website en het boek Switchflip.
• Logt in met de inloggegevens, print
60 minuten
en leest de handleidingen(handleiding leerkracht, handleiding beheer site, lesbrief leerlingen) en bekijkt de site. • Verdeelt zijn klas over de acht groepjes op de site, voert deze groepjes leerlingen in in het beheersysteem van de website, waardoor elk groepje leerlingen zijn eigen account krijgt (dit account wordt automatisch gegenereerd).
leerkracht waarin staat hoe de site te beheren (Skatewijs Handleiding beheer site). • Alle drie de handleidingen (leerkracht, lesbrief leerling, beheer site) worden als pdf op de site aangeboden nadat u bent ingelogd als beheerder van de site.
Week 1 In deze eerste week introduceert u de lessenreeks Skatewijs in de klas en wordt het boek Switchflip klassikaal gelezen (210 minuten). Tijd
Activiteit leerling
30 minuten
Luistert en stelt eventueel vragen.
Activiteit leerkracht • Introduceert de lessenreeks Skatewijs. Legt kort uit wat de klas de komende tijd gaat doen: gezamenlijk Switchflip lezen (week 1), in groepjes werken aan een opdracht met behulp van een interactieve website (week 2), een slotdebat voeren (week 3). U vertelt er bij dat de opdracht gaat over een kwestie uit het boek, zonder deze te noemen. • Laat heel kort even de homepage van de site zien. Zo kort, dat de leerlingen de openingstekst niet of nauwelijks kunnen lezen.
Hulpmiddelen • Boek Switchflip • Digibord of een computer met internet en een beamer, om de website te kunnen laten zien.
Opmerkingen Doel van de introductie is de nieuwsgierigheid bij de leerlingen op te wekken. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen al tot in detail weten wat ze de komende drie weken gaan doen.
9
Tijd 180 minuten
Activiteit leerling • Luistert en stelt eventueel vragen. • Leest voor als hij een leesbeurt heeft.
Activiteit leerkracht • Leest voor uit boek Switchflip. • Geeft leesbeurten (boek wordt doorgegeven). • Levert commentaar op de inhoud en betrekt de
Hulpmiddelen Boek Switchflip
Opmerkingen • De leerkracht bepaalt op welke momenten in week 1 het boek gelezen wordt.
• Doel van het becommentariëren, is het
klas hierbij.
duidelijk weergeven van de kwestie over de eventuele komst van een overdekte skatebaan. Hierdoor ervaren de leerlingen de opdracht uit week 2 als een logische vervolgactiviteit. • Doel van het commentaar (gesprek) is ook een relatie te leggen met de eigen leefwereld van de leerlingen. De kwestie moet wel onderdeel blijven van het verhaal (belangrijk voor de beleving). Commentaar dus niet te zwaar aanzetten, subtiel houden.
• Let op dat iedere leerling zoveel mogelijk meedoet en actief luistert.
Week 2 In de tweede week laat u de leerlingen de website zien en legt u de casus en de groepsopdracht uit. De leerlingengroepjes loggen in, verkennen de website en voeren de opdrachten uit de lesbrief uit. U houdt hierbij een vinger aan de pols (120 tot 180 minuten). Tijd 60-90 minuten
Activiteit leerling • Luistert en stelt eventueel vragen. • Gaat bij zijn groepje zitten. • Maakt samen met zijn groepje opdracht 1 van de lesbrief. Dit houdt in dat de leerlingen open vragen beantwoorden over de personages van het toegewezen groepje.
Activiteit leerkracht • Legt het tweede onderdeel van de lessenreeks
Hulpmiddelen • Digibord of een
Opmerkingen • Zijn er minder dan acht computers op de
uit: de casus en de groepsopdracht. Hierbij laat u de website en de klikroutes zien. • Verdeelt de acht verschillende groepjes die op de website staan, over de klas. De groepjes gaan bij elkaar zitten. • Geeft elk groepje leerlingen een eigen inlogcode en een lesbrief, waarin staat hoe de leerlingen als groepje inloggen, hoe en wat ze als groepje moeten doen op de website, en hoe ze zich als groepje moeten voorbereiden op het slotdebat. • Geeft de groepjes de opdracht om de lesbrief te lezen tot en met opdracht 1. Daarna loggen de leerlingen in met behulp van de lesbrief en gaan ze naar de groepspagina van hun groepje.
computer met internet en een beamer, om de website te kunnen laten zien. • Acht lesbrieven voor de leerlingen. Deze bevat de inlogcode van een van de acht groepjes op de site. • Acht computers met internet.
school, dan moet de les anders georganiseerd worden. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat de groepjes zo snel mogelijk na de uitleg zelf aan de slag gaan. In ieder geval dezelfde dag, anders vallen er gaten in de beleving. • Opdracht 1 structureert de kennismaking met de personages van het eigen groepje door middel van open vragen.
10
Tijd
Activiteit leerling
Activiteit leerkracht
Hulpmiddelen
Opmerkingen
Daar maken ze kennis met de personages van het groepje wat ze hebben toegewezen gekregen. Gezamenlijk maken ze vervolgens opdracht 1. • Loopt rond en kijkt of de groepjes goed aan het werk zijn. Springt bij, als dit nodig is. 60-90 minuten (verspreid over de week)
Maakt opdracht 2 van de lesbrief (als groepje). Dit houdt in: • Inloggen op de site • Groepspagina’s bekijken • Mediaberichten bestuderen • Zeven berichten selecteren (per medium één bericht) • Geselecteerde berichten beargumenteerd labelen (voor of tegen)
• Geeft de groepjes de instructie om opdracht 2 te
• Acht lesbrieven voor maken. de leerlingen, • Loopt rond en kijkt of de groepjes goed aan het inclusief de werk zijn. Springt bij, als dit nodig is. inlogcode. • Vertelt elk groepje dat opdracht 2 ter • Acht computers met voorbereiding dient van opdracht 3: beslagen ten internet. ijs komen op het slotdebat. • Logt aan het einde van de week in als beheerder en controleert of elk groepje zeven mediaberichten heeft geselecteerd, gelabeld en van argumentatie heeft voorzien. Mocht dit niet het geval zijn, dan zorgt hij er voor dat het leerlingengroepje dit alsnog doet.
• De organisatie van de les is afhankelijk van het aantal beschikbare computers op de school. • Het selecteren en labelen van de berichten (voor of tegen) door de leerlingengroepjes gebeurt online, evenals het voorzien van argumentatie van de geselecteerde berichten. • Aandachtspunt bij het begeleiden van de groepjes is de vraag of de leerlingen echt in de huid kruipen van de personages? Selecteren en labelen ze als het groepje personages dat ze vertegenwoordigen of volgen ze hun eigen hart?
11
Week 3 In deze week bereiden de leerlingengroepjes zich voor op het slotdebat. Hiervoor maken ze een poster. Daarna wordt het slotdebat gevoerd, onder uw leiding (120 minuten). Tijd
Activiteit leerling
60 minuten
Maakt opdracht 3 van de lesbrief (als groepje). Dit houdt in: • Standpunt bepalen op basis van geselecteerde en gelabelde berichten. • Eigen argumenten op een rijtje zetten. • Standpunten en argumenten van de andere partijen inschatten en op basis hiervan strategie bepalen (Wie zijn mogelijke medestanders? Wie de tegenstanders? Zijn we als groepje bereid tot compromissen?). • Poster maken met argumenten in steekwoorden en ondersteunend beeldmateriaal. • Poster ophangen in de klas om de andere groepjes te overtuigen.
60-90 minuten (verspreid over de week)
Activiteit leerkracht • Laat de groepjes opdracht 3 maken. • Loopt rond en kijkt of de groepjes goed aan het werk zijn. Springt bij, als dit nodig is. • Beoordeelt de posters. Is de poster nog niet in orde, dan geeft u aan wat er nog moet gebeuren.
• Houdt namens de eigen groep een pleidooi voor
• Schrijft de debatregels op het bord (voorafgaand
het ingenomen standpunt. • Gebruikt hierbij de poster. • Doet mee aan het debat (als groepje). Houdt zich hierbij aan de debatregels (als leerling). • Stemt mee bij de hoofdelijke stemming (als leerling).
• • • •
Hulpmiddelen • Acht lesbrieven voor de leerlingen, inclusief inlogcode. • Acht computers met internet. • Acht A2-vellen, oude tijdschriften, stiften en scharen.
• Debatregels (op het aan de les). bord geschreven). Licht de debatregels toe. • Acht posters. Opent het slotdebat. Zit het debat voor. Sluit het debat af met een hoofdelijke stemming.
Opmerkingen • Met behulp van opdracht 3 wordt het slotdebat voorbereid.
• Aandachtspunt is de begeleiding van de groepjes bij deze opdracht. Voor veel groepjes is het wellicht te moeilijk om gezamenlijk een strategie te bepalen. Hierbij kunt u ze wat extra ondersteunen. • Posters mogen pas worden opgehangen na uw goedkeuring.
• Debatten kunnen op verschillende manieren worden gevoerd. In dit project is er voor gekozen om elk groepje eerst het eigen pleidooi te laten houden. Na elk pleidooi kan er kort gereageerd worden door de andere groepjes (eerste ronde). Hierna volgt een korte overlegpauze, waarin elk groepje overlegt of het bereid is tot een compromis. Elk groepje dat bereid is tot een compromis, krijgt het woord om hun compromis toe te lichten. Andere groepjes kunnen reageren in de tweede ronde. De hoofdelijke stemming vindt plaats in de derde ronde. • Gebruik een debatwekker. • Voorbeelden van regels: Respecteer elkaars mening. Laat elkaar uitspreken. Probeer de ander te overtuigen met argumenten (dus geef niet alleen je mening). Luister naar de voorzitter. Ga staan als je iets wilt zeggen.
12
4. Suggestielijst boeken, websites, filmpjes en achtergrondinformatie De serie Skatewise werd geschreven door Inez van Loon en bestaat uit vier delen: Skatespotting, Switchflip, SlideSs en Street. Voor dit Rode Draad project is deel twee, Switchflip, als uitgangspunt genomen. YouTube filmpjes • Het boek Switchflip is mede gebaseerd op het verhaal dat Tony Hawk een skatedemonstratie gaf aan weeskinderen in Sierra Leone en het verhaal van de skateboarders van Oeganda (http://www.ugandaskateboardunion.org). • De jongens uit de boeken in de serie Skatewise bestaan echt. Ze zijn nu rond de twintig jaar en zitten allemaal in het Subliminal Team van Amsterdam (http:// www.youtube.com/watch?v=EnhBwop8WD0&feature=player_embedded). • Bij de introductie van het boek Skatespotting in Skatepark Amsterdam is een filmpje gemaakt met het VANS demonstratie team en Nassim Guammaz (jongen met het gele petje), de Europese kampioen (http://www.youtube.com/ watch?v=X-8WIWKxze4&feature=player_embedded). Websites van Inez van Loon Website: http://www.inezvanloon.com Hyves: http://inezvanloon.hyves.nl Facebook: http://www.facebook.com/pages/Skatespotting-Switchflip-enSlideSs/168900339824986 Achtergrondinformatie (afkomstig van Inez van Loon) Skateboarders zijn groepjes kinderen uit de meest verschillende milieus. Ze komen elkaar op straat tegen en vormen hechte vriendengroepjes. De figuur van Harry is steeds belangrijker geworden omdat Inez van Loon na het schrijven van Switchflip zoveel mailtjes over hem kreeg... Hij is razend populair!
Voordat Inez van Loon begon met het schrijven van de boeken heeft ze eerst met een paar honderd kinderen gepraat waarom ze niet lezen. ‘Saai’, was hun antwoord. Vooral jongens houden niet van boeken over ‘problemen’, zoals er tegenwoordig veel zijn. En niet alle kinderen houden van fantasieboeken. Veel kinderen wilden iets lezen wat ze zelf mee konden maken. Daarom laat Inez van Loon de kinderen in de boeken ook nooit zelf grote misdaden oplossen. Als kindercriminologe maar vooral als moeder van een skateboarder heeft ze zich verder altijd geërgerd aan de negatieve publiciteit rond skateboarders. Daarom wilde ze positieve verhalen schrijven over de wijze waarop de meeste skateboarders met elkaar omgaan en werkelijk alles over hebben voor hun sport. Wist je dat… • Skatewise wereldwijd de eerste serie avonturenverhalen over skateboarders is? • De boeken Skatespotting en Switchflip worden vertaald in het Deens? • Axel Cruysberghs (een Belg), de Europees kampioen, een quote op de cover van Switchflip heeft geschreven? • Ook andere kampioenen als Nassim Guammaz en Douwe Macaré, en de Nederlandse en Belgische Skateboard Federatie enthousiast zijn over de boeken? • Er altijd discussie is over de vraag of skateboarden een Olympische sport moet worden of niet? Websites http://www.leestafel.info/inez-van-loon http://skateview.nl/skatewise-inez-van-loon/ http://www.sportenhobby.nl/topics/skateboarden-algemeen/217 http://stuntskate.nl/about/ http://www.skatingonline.nl/skeeleren/skeeleren.htm http://www.inline-skate.nl/skate_links http://www.allesovervrijetijd.nl/topics/Sport-en-Vrije-tijd-Skateboarden/247 http://www.inlineskateschool.nl/algemeen.htm
13
Informatie over Inez van Loon http://www.inezvanloon.com Als kind was ik gek op schaatsen, rolschaatsen, zwemmen en lezen. Ik las altijd stiekem met een zaklantaarn in bed en had al snel de hele bibliotheek uitgelezen. Later kwamen de studieboeken en werd ik socioloog/kindercriminoloog. Uit interesse studeerde ik daarna Oost-Aziatische kunstgeschiedenis en Chinees. Ik heb veel gereisd en de meest uiteenlopende banen gehad: van hoofd van de feestcommissie in een bejaardenhuis tot assistent van een handelaar in zeventiende eeuwse kunst. Nu houd ik van lezen, films, koken, zeilen, skiën en nog steeds van (rol) schaatsen. Ik woon in Amsterdam met mijn man en twee zonen Boris en Mees. http://nl.wikipedia.org/wiki/Inez_van_Loon Inez van Loon schrijft ook meisjesboeken. ‘Twee meisjes en het geluk’ vertelt het verhaal van Lin, die in het Chinatown van nu in Amsterdam woont, en van Mei, de overgrootmoeder van Lin die opgroeit in een pottenbakkersfamilie op het platteland van het Oude China. Het boek geeft veel informatie over de Chinese cultuur.
Suggesties voor mediacoach Tot slot volgen hieronder nog enkele suggesties die een mediacoach van de bibliotheek in overleg met de school in de klas kan uitvoeren. 1. Les over online privacy, waarin leerlingen gewezen worden op de gevaren, risico’s en de positieve kanten van de verschillende media. 2. Les over de verschillende media. Wat is er met YouTube wel mogelijk wat met Hyves niet kan? Wat is het verschil tussen een digitale en een papieren krant? Wat zijn de voor- en nadelen van deze verschillende media? Welk medium gebruik je wanneer? 3. Les over het maken van filmpjes voor YouTube. Zo leren de leerlingen zelf een filmpje te maken over bijvoorbeeld het project Skatewijs, waarin ze hun argumenten voor of tegen laten zien. Ze kunnen ook hun skate- en streetdancekunsten laten zien. 4. Les over profielsites, waarin de positieve en negatieve kanten belicht worden en de mogelijkheden. 5. Les over het maken van een klassenblog voor en over het project Skatewijs. Hoe maak je een blog? Hoe scherm je het af? En wat zijn de voor- en nadelen van een blog? 6. Les over online publicatie van foto’s. Wanneer en welke foto’s zet je wel en niet op internet? Waar moet je op letten? En hoe scherm je ze af? 7. Les over Twitter. Wat is Twitter en hoe ga je er verstandig mee om? 8. Les over websites. Onder begeleiding van een mediacoach kunnen de leerlingen zelf een website maken, bijvoorbeeld over het project Skatewijs. 9. Les over het maken van een krant, bijvoorbeeld over het project Skatewijs. Dit kan digitaal of op papier. Welke kranten zijn er? Wat zijn de verschillen tussen kranten? En wat staat er allemaal in een krant?
14