DEZE (LES) METHODE IS ONTWIKKELD DOOR: >> Tonnie Postma >> Annie Heit-Martens >> Geartsje Schram >> Joke Fenenga >> Coby Veenstra >> Ineke de Kuijper >> Riemer Riemersma >> Tjitske Brokking >> Kim Tsai (Projectleider) >> Minke Kloppenburg Met dank aan Liesbeth Dirks (Noorderpoort) en aan alle mentoren, voor hun waardevolle bijdrage aan dit project. De inhoud van deze uitgave mag gebruikt worden, gekopieerd worden en verspreid woren door derden, met de volgende bronvermelding: KIKK Kracht is Kennis en Kunde, een product van Noorderpoort en Friesland College. >> Creatief concept en grafische vormgeving: www.autobahn.nl
KIKK is mede mogelijk gemaakt met financiering van het Europees Integratiefonds.
�������������������������������������������������������� INHOUDSOPGAVE
1/4
> KENNIS 01 > ZELFKENNIS Wat is participatie INSTRUCTIEBLAD De Participatieboom WERKBLAD Participatie TAALWERKBLAD 02 > Waar kom ik vandaan? INSTRUCTIEBLAD Waarden (instructies voor docenten) WERKBLAD Waarden WERKBLAD Waarden Top -13 WERKBLAD Waar kom ik vandaan? TAALWERKBLAD 03 > Dit wil ik, dit ben ik, dit kan ik INSTRUCTIEBLAD Interesselijst WERKBLAD Kwaliteitenlijst WERKBLAD Vaardighedenlijst WERKBLAD Observatie en feedbacklijst WERKBLAD Dit wil ik, dit ben ik, dit kan ik TAALWERKBLAD 04 > Motivatie INSTRUCTIEBLAD Motivatie WERKBLAD Motivatie TAALWERKBLAD 05 > MIJN STAPPENPLAN / KEUZES MAKEN Keuzes maken INSTRUCTIEBLAD Keuzes maken WERKBLAD De 7 keuzestijlen WERKBLAD Keuzes maken TAALWERKBLAD
Pagina
007 008 010 Pagina
012 014 015 017 020 Pagina
022 024 026 028 030 031 Pagina
033 034 035 Pagina
037 038 039 040
�������������������������������������������������������� INHOUDSOPGAVE
06 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 07 > NETWERK INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 08 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 09 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 10 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD
2/4
Pagina Doelen stellen en plan maken Stappenplan algemeen De Trap Dromen Mijn stappenplan
041 043 044 045 046 Pagina
Het belang van Netwerken Netwerken, nuttig en nodig Wie zit in mijn netwerk? Netwerken
048 049 051 052 Pagina
Nieuwe contacten Contacten m.b.t. het zoeken van werk Het leggen van nieuwe contacten Nieuwe contacten
053 054 055 056 Pagina
Elevatorpitch Elevatorpitch Observatie en feedbacklijst Elevatorpitch
058 060 061 062 Pagina
Mentoring Wat is een mentor? Mentee intakeformulier Wat is een mentor?
064 065 066 067
�������������������������������������������������������� INHOUDSOPGAVE
3/4
> KUNDE 11 > COMMUNICATIE INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 12 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 13 > LUISTEREN INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 14 > PRESENTEREN INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 15 > AAN DE SLAG INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD
Pagina Hoe communiceer ik? Communicatie Hoe communiceer ik? Communicatie
068 070 072 073 Pagina
Effecten van communicatie Uitbeelden van activiteiten Observatie en feedbacklijst Effecten van communicatie
074 075 076 077 Pagina
Goed leren luisteren Tips voor goed luisteren, spreken en schrijven Goed leren luisteren Luisteren en gehoord worden Hoe voel ik me vandaag Interpretatie van Gebaar, Gebeurtenis of Woord Luisteren en gehoord worden
079 081 082 084 086 087 088 Pagina
Sociale media Sociale media Sociale media
090 091 093 Pagina
Een baan vinden Een baan vinden Naar het UWV bedrijf Overzicht gevonden vacatures Een baan vinden
094 096 097 098 099
�������������������������������������������������������� INHOUDSOPGAVE
16 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 17 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD WERKBLAD 18 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD WERKBLAD INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD WERKBLAD 19 > INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD 20 > INSTRUCTIEBLAD INSTRUCTIEBLAD INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD INSTRUCTIEBLAD WERKBLAD WERKBLAD TAALWERKBLAD
4/4
Pagina Beroepssectoren Beroepssectoren Handige internetadressen Beroepskeuze
101 102 104 105 Pagina
CV maken CV Voorbeeld laag-middenopgeleiden CV Voorbeeld hoogopgeleiden CV Leeg
108 109 111 113 Pagina
Inschrijven bij een uitzendbureau Inschrijven bij een uitzendbureau Overzicht gevonden vacatures Gesprek bij een uitzendbureau Vacatures analyseren Overzicht gevonden vacatures Analyseren van een vacature Beroepssectoren
115 116 117 118 119 120 121 122 Pagina
Vrijwilligerswerk Wat is vrijwilligerswerk? Vrijwilligerswerk
124 125 127 Pagina
Een sollicitatiebrief Een sollicitatieformulier Een sollicitatiegesprek Lichaamstaal Een sollicitatiegesprek oefenen Sollicitatiegesprek Tips Observatie en feedbacklijst Solliciteren
130 131 132 133 134 135 136 137
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
WAT IS PARTICIPATIE?
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Inzicht krijgen in wat het begrip ‘participatie’ betekent voor de deelnemer
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer krijgt inzicht in zijn/haar eigen gedachten over participatie (en werk) en wat het voor hem/haar betekent. Voor de docent is het belangrijk om te weten welke ideeën de deelnemer over participatie en werken heeft. Zodoende is het makkelijker om de aanpak en begeleiding hierop af te stemmen. De leefwereld van de deelnemer is leidend.
BESCHRIJVING
Het is belangrijk om een definitie van participatie te formuleren. Dit maakt het maken van een eigen toekomstplan makkelijker. Iedereen heeft zijn/haar eigen definitie van participatie. Onderzoek samen wat participatie is: Wat betekent participatie voor jou? Werkblad om (goed) te kunnen participeren in Nederland. Wat zijn de belemmeringen die je bij participatie ondervindt? Noem diverse vormen van participatie in de maatschappij.
AANWIJZINGEN
Oefening: Vul de participatieboom in. De boom kan gebruikt worden als een metafoor voor participatie.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad De Participatieboom
VARIATIES
Om het begrip te vergroten, vul als groep de Participatieboom in van de docent (of van een deelnemer). Gebruik wenskaarten in plaats van de Participatieboom. Deze verzamel je vooraf (allerlei gratis wenskaarten in cafés e.d.). Kies een thema of een vraag, bijvoorbeeld i) jouw leven in Nederland, ii) jouw toekomst in Nederland, iii) participeren/ integreren in Nederland enz. Laat de cursisten een kaart uitkiezen met een beeld dat voor hen synoniem is met het gekozen thema of de gekozen vraag. Ga daarna in gesprek over wat de beelden voor hen representeren en waarom.
AANDACHTSPUNTEN
Voor sommige deelnemers kan het denken in concepten (participatie, participatieboom) moeilijk zijn. Visualisaties kunnen hierbij helpen, maar het is vooral belangrijk dat de opdracht concreet wordt door het gebruik van allerlei voorbeelden (waar nodig uit de eigen ervaringen en praktijk van de docent).
1/1
> WERKBLAD DE PARTICIPATIEBOOM Je kunt de boom op diverse manieren invullen. Zie hieronder voor suggesties:
WAT DE WORTELS
MOGELIJKHEID 1
MOGELIJKHEID 2
MOGELIJKHEID 3
Vul in wat jouw belangrijkste waarden zijn
Vul in wat jouw bagage is (wat heb je in je eigen land gedaan, welke ervaring heb je al)
Vul in wat participatie was voor jou in je eigen land (hoe heb je daar deelgenomen aan de samenleving, wat deed je)
DE BOOMSTAM EN TAKKEN
Vul in wat jouw kwaliteiten en vaardigheden zijn (waar ben je goed in, wat kun je)
Vul in wat je nodig hebt om in Nederland aan de slag te gaan (welke mensen, welke kwalificaties, welke hulp)
Vul in op welke wijze je NU in Nederland participeert (aanvullen met de mensen in je netwerk van NU)
DE BOOMTOP
Vul in wat je in Nederland wilt bereiken (wat is jouw doel)
Vul in wat participatie betekent voor jou
Vul in hoe je in de toekomst wilt participeren in de Nederlandse samenleving en maak het zo concreet mogelijk
DE BOOMTOP:
DE BOOMSTAM EN TAKKEN:
DE WORTELS
> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
aanpak
>
coach
>
cultuur
>
deelnemen
>
doel
>
eigenschappen
>
heden
>
integreren
>
kwaliteiten
>
meedoen
>
mentor
>
nu
>
plan
>
samenleving
>
toekomst
>
vaardigheden
>
verleden
>
verwachtingen
>
wensen
>
DE WERKWOORDSTIJDEN NU
VERLEDEN
Wat doe je nu? Wat doe je vandaag?
Wat heb je gisteren gedaan? Wat heb je vorige week gedaan? Wat heb je vorig jaar gedaan?
>> Ik zit in de klas en luister naar de docent. >> Jij drinkt koffie in de kantine. >> Ik werk op dit moment niet. >> Wij doen vrijwilligerswerk. >> Jullie fietsen naar huis.
TOEKOMST Wat doe je morgen? Wat doe je volgende week? Wat doe je volgend jaar?
>> Ik heb gisteren tot 4 uur gewerkt. >> Hij heeft vorige week met iemand van de gemeente gesproken. >> Ik heb in mijn eigen land als monteur gewerkt.
Vragen Stel vragen aan je buurvrouw/buurman.
>> Je kunt dezelfde vorm gebruiken als in het NU.
>> Wat doe je nu?
>> Ik loop morgen naar school.
>> Werk je op dit moment?
>> Hij werkt vrijdag tot 6 uur.
>> Wat heb je gisteren gedaan?
>> Komen jullie morgen een kwartier eerder?
>> Wat ga je volgende week doen? >> Heb je in je eigen land gewerkt?
Je kunt ook het werkwoord gaan gebruiken.
>> Wat heb je daar gedaan?
>> Wat ga je morgen doen?
>> Wat wil je in Nederland gaan doen?
>> Ik ga morgen werken.
>> Wat doe je over één jaar?
>> Ga jij volgende week naar Assen? >> Zij gaat vrijdag naar een uitzendbureau.
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
WAAR KOM IK VANDAAN?
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Onderzoek naar welke waarden belangrijk zijn .
WAT IS HET DOEL?
Inzicht krijgen in het belang van de eigen en de Nederlandse culturele waarden en hoe deze waarden van invloed zijn op de keuzes die gemaakt worden in het leven.
BESCHRIJVING
Gebruik het werkblad 1 ( kaartjes uitknippen) en laat deelnemers eerst individueel een volgorde maken uit de voor hen belangrijkste waarden. Wat is belangrijk voor jou en waarom? Laat ze daarna in kleine groepjes werken en discussiëren over hun keuzes. Ieder groepje stelt zijn waarden top-13 samen in volgorde van belangrijkheid. Bespreek plenair wat de verschillen en overeenkomsten zijn per groep. Laat de deelnemers daarna kennismaken met de Nederlandse waarden top-13 en die van migranten (zie werkblad 2). Tenslotte gaat elke deelnemer werkblad 2 invullen. De deelnemer gaat nadenken over eventuele veranderingen van waarden (integratie) en hoe deze veranderingen bepalend zijn voor de keuze van een beroep.
AANWIJZINGEN
Het kan nodig zijn om eerst aandacht te besteden aan wat waarden zijn. Als taal een probleem is, vermijd deze termen en praat vooral over concrete voorbeelden en ervaringen. Bedenk in dit geval van te voren verschillende scenario’s en vraag de groep welke keuzes ze in elk scenario zouden maken en waarom. Bijvoorbeeld: je hebt een belangrijke afspraak op je werk, maar je kind is ziek. Wat doe je? Of: je moeder / vader is niet meer in staat om voor haar/ hemzelf te zorgen. Laat je hem/haar bij jou in huis wonen? Of: je moet naar school, maar je krijgt onverwachts bezoek van een vriend/in die van ver komt. Wat doe je? Ga daarna in gesprek over mogelijke culturele verschillen. Vraag ook aan het einde: wat zou een Nederlander in dit geval doen? En waarom?
1/2
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
WAAR KOM IK VANDAAN?
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad: Waarden (instructies voor docenten) Werkblad: Waarden (om kaartjes van te knippen) Werkblad: Waarden Top-13 (uitkomst volgorde voor Nederlanders en migranten & vragen)
VARIATIES
Vraag wat de invloed van de ouders is op de keuzes, die gemaakt worden in het leven. Stel vragen over gewoontes in eigen land versus Nederland, of over rolpatronen tussen man en vrouw, verschil in beroepen etc. Welke kansen en belemmeringen biedt jouw culturele achtergrond voor een succesvolle toekomst in Nederland? Werkblad 2 kan als huiswerk meegegeven worden.
AANDACHTSPUNTEN
Dit soort oefeningen kan confronterend zijn. Soms begrijpen deelnemers niet waarom er gesproken wordt over hun cultuur ( ter vergelijking met de cultuur in Nederland). Het is daarom belangrijk om de verbinding te leggen met de eigen participatiedoelen. Blijf steeds de vraag stellen: welke invloed heeft jouw cultuur op datgene wat je wel/niet kan/wil in Nederland?
2/2
> WERKBLAD WAARDEN (INSTRUCTIES VOOR DOCENTEN) INSTRUCTIES: 1
Kopieer werkblad 1 met waarden erop. Laat de deelnemers de kaartjes knippen. Kopieer werkblad 2 ( uitkomst volgorde voor Nederlanders en migranten + vragen). Pas na de discussie uitdelen.
2
Elke deelnemer gaat voor zichzelf zijn/haar belangrijkste 5 waarden in volgorde leggen.
3
Laat de deelnemers in groepjes van 3 /4 personen samenwerken. Groepjes samenstellen uit verschillende culturele achtergrond.
4
Deelnemers van de groepjes stellen een waarden top-13 samen en discussiëren ondertussen over de betekenis van deze waarden in hun leven.
5
Deelnemers per groep worden het eens over de volgorde van de waarden top-13.
6
De uitkomsten per groep (volgorde waarden) worden naast elkaar gelegd voor de plenaire nabespreking: zijn er gedeelde waarden? Welke waarden zijn controversieel?
7
Uitdelen van werkblad 2: de belangrijkste vraag is: welke waarden zijn belangrijk bij het kiezen van een beroep of werkkring?
8
Laat de deelnemers plenair kennismaken met de waarden top 13 van Nederlanders en van de gemiddelde migrant.
WAARDEN >
TROUW AAN FAMILIE
GEHOORZAAMHEID
MOEDERTAAL SPREKEN
GASTVRIJHEID
GELOOF
WAARDEN >
HULPVAARDIGEID
ZELFSTANDIGHEID
RESPECT VOOR OUDERS
ZELFVERTROUWEN
GOEDE MANIEREN
GOEDE SCHOOLOPLEIDING
EERLIJKHEID
> WAARDEN TOP - 13: EEN VERGELIJKING UIT DIVERSE ONDERZOEKEN ZIJN DE VOLGENDE VERSCHILLEN IN WAARDEN PER GROEP GEBLEKEN Volgorde voor Nederlanders
Volgorde voor Migranten
1
Zelfstandigheid
1
Geloof
2
Zelfvertrouwen
2
Respect voor ouders
3
Goede schoolopleiding
3
Trouw aan familie
4
Nederlandse taal
4
Gehoorzaamheid
5
Eerlijkheid
5
Gastvrijheid
6
Hulpvaardigheid
6
Geode maniere
7
Respect voor ouders
7
Hulpvaardigheid
8
Goede manieren
8
Moedertaal spreken
9
Trouw aan familie
9
Goede schoolopleiding
10
Gehoorzaamheid
10
Eerlijkheid
11
Gastvrijheid
11
Zelfstandigheid
12
Geloof
12
Zelfvertrouwen
13
Nederlandse taal
WAARDEN Als je aan mensen vraagt: Wat is belangrijk voor jou in het leven? krijg je veel verschillende antwoorden. De een zal zeggen: Ik vind vrienden belangrijk. De ander kan zeggen: Voor mij is een goede gezondheid belangrijk. Weer een ander zegt: Een leven vol avontuur vind ik belangrijk. Een waarde is iets wat voor iemand heel belangrijk, waardevol is. Je ziet aan de waarden top- 13 dat er verschillen zijn in wat Nederlanders belangrijk in hun levenvinden en wat migranten belangrijk in hun leven vinden. Wat is voor jou persoonlijk waardevol in het leven? 1
.............................................................................................................................................................................................
2
.............................................................................................................................................................................................
3
.............................................................................................................................................................................................
4
.............................................................................................................................................................................................
5
.............................................................................................................................................................................................
Je woont nu al een poosje in Nederland. Je probeert je een beetje thuis te voelen in dit nieuwe land. Dit heet inburgeren, dit betekent dat je (zonder verlies van eigen identiteit) de waarden uit je eigen land probeert te combineren met de Nederlandse waarden. Vraag: Wat vind je moeilijk aan de Nederlandse waarden? Geef een voorbeeld: >> ............................................................................................................................................................................................. Vraag: Wat vind je goed (leuk) aan de Nederlandse waarden? Geef een voorbeeld: >> .............................................................................................................................................................................................
Ook bij het kiezen van een beroep spelen waarden een rol. De één wil werk waarmee hij/zij veel geld verdient. De ander wil een beroep waarin hij/zij beroemd kan worden. De vijf meest belangrijke waarden voor mij bij een beroep of werkkring zijn: 1
.............................................................................................................................................................................................
2
.............................................................................................................................................................................................
3
.............................................................................................................................................................................................
4
.............................................................................................................................................................................................
5
.............................................................................................................................................................................................
De vijf minst belangrijke waarden voor mij bij een beroep of werkkring zijn: 1
.............................................................................................................................................................................................
2
.............................................................................................................................................................................................
3
.............................................................................................................................................................................................
4
.............................................................................................................................................................................................
5
.............................................................................................................................................................................................
> TAALWERKBLAD WAAR KOM IK VANDAAN? WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
aanpak
>
coach
>
cultuur
>
deelnemen
>
doel
>
eigenschappen
>
heden
>
integreren
>
kwaliteiten
>
meedoen
>
mentor
>
nu
>
plan
>
samenleving
>
toekomst
>
vaardigheden
>
verleden
>
verwachtingen
>
wensen
>
VERTELLEN Vertel je buurvrouw of buurman in de groep: >> wat je gisteren thuis hebt gedaan.
Voorbeeldzinnen:
>> wat er deze week gebeurd is.
Ik heb gisteren de krant gelezen.
>> wat je vorige week hebt gedaan.
Ik ben vorige week maandag naar de huisarts geweest. Ik heb veel nieuwe woorden geleerd.
De vorige les ging over participatie.
Ik heb woorden bij een boom geschreven.
Vertel je buurvrouw of buurman in de groep:
Ik heb verteld wat ik deed in mijn eigen land. Dat ik werkte op de markt en groenten en fruit verkocht.
>> wat voor nieuwe informatie je hebt gehoord of gelezen. >> wat je geleerd hebt in de vorige les. >> wat je gedaan hebt. >> wat je verteld hebt over jezelf. Vertel tenslotte wat je de afgelopen week gedaan hebt voor deze les.
Ik heb in de afgelopen week de woordenlijst gelezen van deze les. Ik heb de nieuwe woorden opgezocht in het woordenboek.
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
DIT WIL IK, DIT BEN IK, DIT KAN IK
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Een zelfonderzoek naar de eigen interesses, kwaliteiten en vaardigheden.
WAT IS HET DOEL?
Ontdekken van (nieuwe) interesses, kwaliteiten en vaardigheden en het nut inzien van deze zelfkennis. Bovendien leert de deelnemer: >> in onverwachtse situaties in het kort vertellen wie je bent, wat je wilt en wat je kunt >> jezelf op een effectieve manier presenteren aan netwerkcontacten >> ervaren hoe jij jezelf steeds beter (=sterker) kunt presenteren op elk moment van de dag >> goed luisteren en leren van een ander zijn/haar kwaliteiten / vaardigheden en hoe die worden ingezet. Deze oefeningen zijn ook een goede voorbereiding op een sollicitatiegesprek.
BESCHRIJVING
Korte uitleg: wat zijn kwaliteiten en vaardigheden Voorkennis activeren (1): waarom is dit belangrijk te weten? Stel de vraag waarom het belangrijk is om te weten wat je eigen kwaliteiten en vaardigheden zijn. Wat levert het op? Voorkennis activeren (2): rondje opscheppen / bluffen. Doe een oefening met de groep waarbij iedereen vertelt op een overdreven manier waar hij/zij goed in is. Dit stimuleert de eigen fantasie en zet mensen aan het denken over het belang van zelfpresenteren. >> Interesselijst invullen Bij wensberoep eventueel vragen welke kwaliteiten / vaardigheden je kunt inzetten >> Kwaliteitenlijst invullen Oefening: geef een voorbeeld van een kwaliteit in een (werk)situatie >> Vaardighedenlijst invullen Oefening: geef een voorbeeld van een vaardigheid in een (werk)situatie HUISWERK 1
vraag iemand die jou goed kent om jouw goede kwaliteiten en vaardigheden te benoemen
2
(werk)situaties bedenken waarin jouw kwaliteiten en vaardigheden tot uiting komen, passend bij het wensberoep
1/2
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
DIT WIL IK, DIT BEN IK, DIT KAN IK
> AANWIJZINGEN WAT HEB JE NODIG?
Minimaal 2 lessen aan dit thema besteden. Bij andere themalessen starten met een rondje opscheppen. Het is belangrijk dit veelvuldig te oefenen. Werkblad Interesselijst Werkblad Kwaliteitenlijst Werkblad Vaardighedenlijst Werkblad Observatie en Feedbacklijst
VARIATIES
De oefeningen: voorbeeld geven van kwaliteit / vaardigheid in (werk)situatie, kan uitgespeeld worden in de zetting van een sollicitatiegesprek. Als je met een groep werkt gebruik de observatie en feedbackformulier. Als een deelnemer een voorbeeld van een kwaliteit of vaardigheid naspeelt (zie aanwijzingen), vraag de anderen om te luisteren en observeren, en om daarna feedback te geven. Kijk ook op de website: www.talentenvertaler.nl
AANDACHTSPUNTEN
Voor migranten zijn dit zeer moeilijke oefeningen omdat ze niet gewend zijn over zichzelf na te denken in termen van kwaliteiten en vaardigheden. Ze zijn in hun cultuur niet gewend om over zichzelf op te scheppen of een verkooppraatje over zichzelf te houden. In de meeste culturen is bescheidenheid een grote kwaliteit. Deze oefeningen vragen om een andere manier van denken. Dit kan weerstand oproepen. Daarom erkenning voor die weerstand geven en positief blijven motiveren.
2/2
> WERKBLAD INTERESSELIJST WAT WIL IK?
Interessetoets Stel je Top 3 samen. Hieronder staan een aantal werkzaamheden die overeenkomen met verschillende beroepen. Kruis aan of je dat graag wilt, of dat je het niet wilt.
WIL IK GRAAG
NEUTRAAL
WIL IK NIET
A>
Praktisch technisch werk met machines en gereedschappen om dingen te maken of te repareren.
B>
Werken met cijfers, rekenen en algemeen administratief werk.
C>
Werken met planten, bloemen, in het milieu, werken in de buitenlucht.
D>
Werken op een laboratorium, chemische of medische monsters nemen en beoordelen en proeven doen.
E>
Sportleider of trainer bij een sportclub.
F>
Werk waarbij je mensen moet overtuigen en producten en ideeën verkoopt.
G>
Verplegen en verzorgen van mensen die ziek, bejaard of gehandicapt zijn.
WIL IK GRAAG
NEUTRAAL
WIL IK NIET
H>
Werken in de buitenlucht op een bouwplaats met groot materieel.
I>
Werken in de scheepsbouw, constructie-werk en lassen.
J>
Werk waarbij de zorg voor andere mensen belangrijk is, zoals: jeugdwerk, werken met asielzoekers, groepsleider in een internaat.
K>
Iets maken van hout zoals kozijnen en meubels.
Bij de kolom: wil ik graag, kijk je wat je hebt ingevuld. Dan stel je een persoonlijke Top 3 samen aan de hand van de letters A t/m K. Eerst het leukste, wat het beste bij je past. Daarna nummer twee en drie. De werkzaamheden uit de interesselijst horen bij vijf verschillende beroepssectoren (sector= gebied). Aan de hand van jouw Top 3 maak je een keus voor een sector. Jouw letters horen bij een sector.
Voeding, natuur en milieu..............................letter C en D
IK HEB GEKOZEN VOOR DE SECTOR:
Bouwtechniek................................................letter H en K
1e keuze�������������������������������������������������������������������
Techniek.........................................................letter A en I
2e keuze�������������������������������������������������������������������
Economie, dienstverlening en handel............letter B, F en L
3e keuze�������������������������������������������������������������������
Gezondheidszorg, welzijn en sport ..............letter E, G en J
Mijn wensberoep is������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������
> WERKBLAD KWALITEITENLIJST WIE BEN IK?
Kwaliteitentoets = kwaliteiten zijn persoonlijke (karakter )eigenschappen. Je hebt ze met je geboorte meegekregen. Ze bepalen voor een deel hoe jij als mens bent. Kruis op de lijst aan wie jij bent.
JA... Ik ben rustig en geduldig
Ik ben iemand die er netjes en verzorgd uitziet
Ik ben vriendelijk
Ik ben gedisciplineerd
Ik ben praktisch /handig
Ik ben leergierig
Ik ben technisch
Ik ben muzikaal
Ik ben creatief (mooie dingen maken)
Ik ben bescheiden
Ik ben gevoelig
Ik ben een actief persoon
Ik ben makkelijk in de omgang
Ik weet te overtuigen
Ik ben enthousiast
Ik ben zelfstandig
Ik ben spontaan
Ik ben tolerant
Ik durf verantwoordelijkheid te nemen
Ik ben ondernemend / avontuurlijk
Ik durf initiatief te nemen
Ik ben een dromer
Ik heb gevoel voor humor
Ik ben flexibel
Ik ben ambitieus
Ik ben assertief
Ik ben behulpzaam
Ik ben idealistisch
Ik heb zelfvertrouwen
Ik ben eerlijk en direct
Ik ben vastberaden
Ik ben besluitvaardig
Ik ben heel precies en ordelijk
( = zich aan regels en afspraken houden)
Kies de 5 beste eigenschappen / kwaliteiten uit de lijst die bij jou passen.
IK BEN ............................................................................................................ IK BEN ............................................................................................................ IK BEN ............................................................................................................ IK BEN ............................................................................................................ IK BEN ............................................................................................................ Noem 1 eigenschap / kwaliteit als voorbeeld in een (werk)situatie Vertel waarom het een goede eigenschap / kwaliteit is Voorbeeld: Ik werk in een schoenenwinkel = werksituatie Ik ben vriendelijk en geduldig = eigenschap /kwaliteit Ik kan mensen overtuigen om iets te kopen = eigenschap / kwaliteit Het resultaat: ik verkoop veel schoenen en ik verdien veel geld
> WERKBLAD VAARDIGHEDENLIJST WAT KAN IK?
Vaardigheden zijn de dingen die je in je leven hebt geleerd. Het zijn dingen waar je goed in bent, de werkzaamheden die je kunt. Kruis op de lijst aan wat jij kan.
JA... Ik kan goed luisteren
Ik kan goed een verhaal schrijven
Ik kan goed organiseren
Ik kan goed afspraken maken
Ik kan goed onder druk werken
Ik kan mij snel aanpassen aan nieuwe situaties
Ik kan goed samenwerken
Ik kan goed tegen kritiek
Ik kan heel netjes en precies werken
Ik kan voor gezelligheid zorgen
Ik kan goed met mensen omgaan
Ik kan met problemen omgaan
Ik kan goed improviseren
Ik kan goed met mijn handen werken = creatief
Ik kan goed mijn gedachten onder
Ik kan goed tuinieren en planten verzorgen
Ik kan goed analyseren
Ik kan goed zorgen voor mens en dier
Ik maak gemakkelijk contact met
Ik kan goed bewaken / controleren
Ik kan zelfstandig werken
Ik kan goed verkopen
Ik kan mensen aanvoelen en begrijpen
Ik kan goed vertalen
Ik kan andere mensen goed helpen
Ik kan autorijden
Ik kan me goed concentreren
Ik kan goed schilderen
Ik kan snel werken
Ik kan goed koken
Ik kan goed nieuwe oplossingen
Ik kan kleding ontwerpen en naaien
(stressbestendig)
woorden brengen
mensen die ik niet ken
bedenken
Ik kan goed rekenen
Kies de 5 vaardigheden uit de lijst die het beste bij jou passen.
IK KAN ............................................................................................................ IK KAN ............................................................................................................ IK KAN ............................................................................................................ IK KAN ............................................................................................................ IK KAN ............................................................................................................ Noem 1 vaardigheid als voorbeeld in een (werk)situatie Vertel waarom je dit goed kunt. Voorbeeld: Ik werk in een autogarage = werksituatie Ik kan goed met mijn handen werken = vaardigheid Ik kan precies werken = vaardigheid Het resultaat: veel tevreden klanten, die ook steeds terugkomen.
> WERKBLAD OBSERVATIE EN FEEDBACKLIJST Positieve en duidelijke feedback helpt mensen begrijpen wat ze goed doen en stimuleert mensen om het een volgende keer weer zo te doen. Mensen leren sneller nieuwe vaardigheden als de aandacht wordt gevestigd op wat zij goed doen in plaats van op wat zij niet goed doen. Positieve dingen waar je op kunt letten zijn:
POSITIEVE DINGEN WAAR JE OP KUNT LETTEN ZIJN:
IK ZAG...
WIJZEN OP NIET UITGESPROKEN GEVOELENS:
OOGCONTACT
ZELFVERZEKERD
DUIDELIJKE COMMUNICATIE
BETROKKEN, INVOELEND, MEELEVEND
EEN PRETTIGE GLIMLACH
WARMTE
EEN RUSTIGE MANIER VAN SPREKEN
INITIATIEF
NUTTIGE VRAGEN STELLEN
CREATIEVE OPLOSSINGEN ZOEKEN
GOED LUISTEREN
VRIENDELIJK
VOOR JEZELF OPKOMEN
OPRECHT
OVERTUIGEN
MOED
IK ZAG...
> TAALWERKBLAD DIT WIL IK, DIT BEN IK, DIT KAN IK WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
argumentatie
>
concentreren
>
creatief
>
eigenschap
>
idee
>
improviseren
>
interesse
>
kritiek
>
kwaliteit
>
oplossing
>
organiseren
>
overtuigen
>
precies
>
redden
>
samenwerken
>
stressbestendig
>
vaardigheden
>
zelfstandig
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
VERTELLEN >> Vertel wat je de afgelopen week hebt gedaan voor deze les
ARGUMENTEREN Voorbeelden: >> Ik ben creatief, omdat ik mooi teken. >> Ik ben precies, omdat ik alles goed doe. >> Ik ben handig, want ik kan dingen repareren >> Ik ben assertief, want ik durf te zeggen wat ik wil.
PRESENTEREN >> Presenteer jouw top 3 in de groep
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
MOTIVATIE
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Een zelfonderzoek naar de eigen motivatie om te participeren/werken
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer kan aangeven waarom hij/zij wil werken (wat is zijn/haar achterliggende motivatie).
BESCHRIJVING
Bespreek eerst de betekenis van motivatie. Dit kan je doen door uit te leggen dat motivatie vergelijkbaar is met de reden waarom je iets doet. Het heeft te maken met de bereidheid om een bepaalde taak te vervullen met enthousiasme (of een gebrek daarvan). Iedere deelnemer vult het Werkblad Motivatie in. De groep wordt daarna verdeeld en deelnemers gaan in kleine groepen in gesprek met elkaar om hun motivaties te vergelijken. Ze schrijven hun belangrijkste (gedeelde) motivaties op.
AANWIJZINGEN
In een groepsgesprek iedereen laten benoemen waarom hij/zij wil werken. De docent kan ook haar/zijn eigen voorbeelden geven en de groep vragen om daarop te reageren. Verzamel de motivatiebronnen op het bord en bespreek ze met de groep.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Motivatie
VARIATIES
>> De docent kan deelnemers vragen om hun drie belangrijkste persoonlijke motivatiebronnen op te schrijven en om deze aan de groep te presenteren. >> Als de docent merkt dat er sterke (culturele) verschillen zijn: vraag de deelnemers om deze te benoemen en te vergelijken. Waarom denken ze dat er zoveel verschillen zijn? Wat ligt achter deze verschillen? En hoe zou het in Nederland zijn met motivatiebronnen? >> De docent kan ook variëren door te vragen of er motivatiebronnen zijn om NIET te werken. Welke zijn dat?
AANDACHTSPUNTEN
Sommige deelnemers vinden het wellicht moeilijk om eerlijk te zijn over hun motivatiebronnen om te werken. Hiervoor is geduld en vertrouwen nodig. Laat ze daarom eerst in kleinere groepen werken.
1/1
> WERKBLAD MOTIVATIE WAAROM WIL JE WERKEN?
Kruis de voor jou vijf belangrijkste redenen om te werken (of participeren) aan:
Omdat ik mijn eigen geld wil verdienen Omdat ik gestudeerd heb Omdat ik het gezellig vind om
Om eigen initiatief te kunnen nemen
Om mensen te zien
Omdat als ik niet werk zullen anderen denken dat ik lui ben
Omdat ik wil leren van andere mensen
Voor mijn persoonlijke ontwikkeling
collega’s te hebben
Omdat ik mensen om me heen nodig heb Om een baas te worden Voor de sfeer, samen lunchen,
Om nuttig te zijn voor de maatschappij
Om niet thuis te hoeven zitten
Om werkervaring op te doen
samen koffie drinken
Om goede gesprekken te kunnen voeren Om te leren van het werk Om veel geld te verdienen
Om een baas te hebben
Omdat het saai is om thuis te zitten
Om waardering te krijgen
Omdat ik mijzelf wil ontwikkelen
Om met bepaalde producten te werken
Voor mijn status
Om een goed voorbeeld te zijn voor mijn kinderen
Omdat ik werk leuk vind
Omdat ik het vervelend vind om een uitkering te hebben
Voor mijn gezondheid
Om lekker druk bezig te zijn omdat ik er niet tegen kan de
Om hogerop te komen
Als ik niet werk ben ik afhankelijk van mijn partner en dat wil ik niet
Omdat het belangrijk is om
Anders, namelijk ..............................................................................
zelfstandig te zijn
hele dag thuis te zitten
.........
> TAALWERKBLAD MOTIVATIE WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
motivatie
>
participatie
>
collega’s
>
sfeer
>
persoonlijke ontwikkeling
>
status
>
hoger opkomen
>
initiatief nemen
>
werkervaring
>
waardering
>
nuttig
>
afhankelijk
>
onafhankelijk
>
lui
>
actief
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
ARGUMENTEREN >> Ik wil werken om financieel onafhankelijk te zijn. >> Ik wil graag werken om mijn talenten te ontwikkelen. >> Ik wil werken om contacten te hebben met de mensen. >> Ik wil graag werken om een goed voorbeeld te zijn voor mijn kinderen. >> Ik wil werken om nuttig te zijn in de maatschappij. >> Ik wil werken om mijn Nederlands te verbeteren.
PRESENTEREN >> Presenteer aan de groep 3 argumenten waarom je wilt werken en actief mee wilt doen in de samenleving. ........................................................................................... ........................................................................................... ...........................................................................................
KENNIS > MIJN STAPPENPLAN������������������������������������
KEUZES MAKEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Hoe maak je goede keuzes ?
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer krijgt inzicht in zijn of haar eigen keuzestijl en onderzoekt welke factoren van invloed zijn om tot een goede keuze te komen.
BESCHRIJVING
Het is belangrijk om een goede keuze te maken en samen te onderzoeken in de groep wat er allemaal bij komt kijken: Over welke keuzes ben je tevreden, welke belemmeringen kom je tegen bij het maken van keuzes nu en in het verleden.
AANWIJZINGEN
Oefening: Wat eet je vanavond en waarom? Welke factoren spelen daarbij een rol bijvoorbeeld: gezond eten, beschikbaarheid, kinderen, vegetariërs, geld, tijd e.d. Oefening: Over welke keuze in het verleden ben je erg tevreden (Dat kan ook heel klein zijn , bijvoorbeeld de aanschaf van huishoudelijke apparatuur) maar ook een life event (keuze voor partner, werk e.d.) Kon jezelf kiezen of werd er voor je gekozen? Oefening: Wat is je keuzestijl ?
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad : Keuzes maken Werkblad: de 7 keuzestijlen
AANDACHTSPUNTEN
Kiezen is een proces en kiezen is de helft verliezen. Als je voor het ene kiest, is een andere weg afgesloten. Cursisten moeten ook kijken naar de haalbaarheid van hun keuze. Na het maken van een weloverwogen keuze kan aan de hand van het stappenplan het einddoel worden uitgewerkt.
1/1
> WERKBLAD KEUZES MAKEN Lees het volgende: Elk mens is anders, elk mens kiest anders Alle mensen maken dagelijks keuzes. Soms gaat kiezen vanzelf, soms moet je er over nadenken. Hoe je keuzes maakt is afhankelijk van het type keuze. Kiezen tussen koffie of thee is heel iets anders dan kiezen of je wel of niet wilt verhuizen. Als je naar jezelf kijkt, dan weet je dat je steeds keuzes maakt. >> Je staat ‘s morgens op en trekt je spijkerbroek aan. Je had ook je zwarte broek aan kunnen doen. >> Je kiest voor thee bij het ontbijt. Je had melk of sap kunnen kiezen. >> Het regent, je kiest ervoor om met de bus te gaan vandaag. Je kunt ook kiezen om te gaan fietsen en een regenpak aan te doen. Hoe maak jij keuzes? Hoe kies jij hoe je verder wilt gaan met je leven? Hoe kies jij om jezelf te ontwikkelen? Lees het werkblad: De 7 keuzestijlen
WAT DENK JE? WELKE STIJL PAST (HET MEEST) BIJ JOU?
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
BEDENK EEN VOORBEELD VAN EEN BELANGRIJKE KEUZE IN JE LEVEN.
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
WELKE STIJL HEB JE (HET MEEST) GEBRUIKT?
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
WAT IS EEN VOORDEEL VAN JOUW STIJL VAN KIEZEN?
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
WAT IS EEN NADEEL VAN JOUW STIJL VAN KIEZEN?
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
> DE 7 KEUZESTIJLEN De denkstijl Je kiest op basis van argumenten. Je kiest vanuit je hoofd. Je beredeneert je keuze. Je denkt logisch na. De gevoelsstijl Je luistert naar je gevoel en je hart.Wat voelt goed? Waar krijg ik bijvoorbeeld buikpijn van? De uitstellende stijl Je stelt je keuze uit. Misschien krijg je nog belangrijke informatie. Waarom nu al beslissen als het nog niet hoeft? De impulsieve stijl 'Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Ik doe gewoon wat het eerste in me opkomt. De eerste indruk is toch vaak de beste.' De eigenzinnige stijl Je weet precies wat je wilt en laat je door niemand van de wijs brengen. De intuitieve stijl 'Ik wist dat het zo moest zijn. Ik voelde het diep van binnen. Ik had al zo’n voorgevoel.' De meegaande stijl Je past je makkelijk aan bij de groep. De verantwoordelijkheid ligt niet bij jezelf, maar bij de ander.
> TAALWERKBLAD KEUZES MAKEN WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
stijl
>
keuzestijl
>
factoren
>
tevreden
>
belemmering
>
beschikbaarheid
>
vegetarier
>
huishoudelijke apparatuur
>
process
>
haalbaarheid
>
weloverwogen
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
........................................................................................... ...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
........................................................................................... ........................................................................................... ...........................................................................................
> >
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
KENNIS > MIJN STAPPENPLAN������������������������������������
DOELEN STELLEN EN PLAN MAKEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Een toekomstplan maken
WAT IS HET DOEL?
Deelnemers zijn in staat om met behulp van een stappenplan en een logboek hun doelen te beschrijven en te onderzoeken op haalbaarheid.
BESCHRIJVING
Aan het begin van het traject beschrijven de deelnemers hun doelen op lange termijn. Gebruik hiervoor het Werkblad Stappenplan algemeen en/of het Werkblad De Trap / Werkblad Dromen. Ze beschrijven wat ze willen en wat ze al weten. Ze maken een plan voor activiteiten die ze nog moeten ondernemen. Per week plannen ze een actie. Deze doelen onderzoeken ze gedurende het traject op haalbaarheid. De doelen worden eventueel bijgesteld.
AANWIJZINGEN
De deelnemers beschrijven per week wat ze gaan doen.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Stappenplan Algemeen Werkblad De Trap Werkblad Dromen
VARIATIES
Bespreek eerst wat een doel is en waarom het belangrijk is om een doel te hebben. Je kunt het ook visueel maken door een mindmap (of sterassociatie) te maken. Schrijf wat je wilt bereiken op een vel papier en schrijf daaromheen allerlei associaties. Je kunt de associaties categoriseren: acties, mensen die je nodig hebt, soort informatie die je moet opzoeken, enz.
1/2
KENNIS > MIJN STAPPENPLAN������������������������������������
DOELEN STELLEN EN PLAN MAKEN
AANDACHTSPUNTEN
>> Als deelnemers vastlopen in het onderzoeken van hun doelen (op haalbaarheid) en het plan moet worden bijgesteld, is intensievere begeleiding nodig (bijv. door middel van coachinggesprekken). >> Het kan zijn dat jouw klant/deelnemer het moeilijk vindt om te plannen, of niet gewend is om een agenda bij te houden. Deze oefeningen kunnen hierbij helpen. Denk erom dat mensen vaak grote doelen hebben die heel ver weg liggen. Dit kan een grote belemmering vormen om te komen tot kleine en concrete stappen. >> Als het moeilijk blijkt om tot een (haalbaar) doel te komen, maak dan de doelen en daarmee de stappen kleiner. Vragen die belangrijk zijn: Wat wil ik bereiken? Wat heb ik daarvoor nodig (welke informatie)? Wie heb ik daarvoor nodig? Waar moet ik zoeken? Wat is mijn allereerste stap? Sommige deelnemers hebben hele algemene uitspraken, zoals ‘ik wil werken’ of ‘ik wil studeren’. Het moet concreter! Blijf doorvragen en onderzoek waarom iemand iets wilt en welke aannames ze daarbij hebben (bijv. ik wil niet in de techniek werken omdat het vies werk is). Veel migranten denken dat ze alleen aan de slag kunnen als ze een Nederlandse diploma hebben. In sommige gevallen kan dit kloppen, maar niet altijd. Onderzoek welke ervaring en welke diploma’s iemand al heeft. Het is nuttig om deze vragen veelvuldig te herhalen en om de stappen steeds kleiner te maken. Maak concrete afspraken over de stappen en de (wederzijdse) verwachtingen.
2/2
> WERKBLAD STAPPENPLAN ALGEMEEN WAT ZIJN MIJN (TRAJECT) DOELEN EN/OF LEVENSDOELEN? >> Welke doelen wil ik bereiken tijdens dit traject? Bedenk 3 doelen. >> Neem 1 doel en vertel dat aan je mede-deelnemer of aan je docent. >> Heb je al lange termijn doelen? Hieronder invullen.
DOEL 1:
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
DOEL 2:
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
DOEL 3:
��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� Eindpunt - Waar wil ik zijn over:
DOEL 1:
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
DOEL 2:
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
DOEL 3:
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
Welke stap neem ik vandaag?
���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
> WERKBLAD DE TRAP Begin altijd met iets wat je wel kunt
MIJN DOEL IS:
BEGIN HIER
De treden zijn de tussenstapen onderweg naar je doel.
1
Bovenaan de trap ligt je einddoel – wat je wilt bereiken.
4
2
De treden zijn allemaal tussenstappen onderweg naar je doel.
Je wilt uitkomen met de handelingen waarvan je zeker weet dat je het kunt.
5
Maak je gedrag meetbaar (meten), actief (wat je wel gaat doen) en persoonlijk (jouw acties en niet die van anderen).
3
Redeneer vanuit je doel en kijk welk gedrag en handelingen je nodig hebt in de tussenstappen om je doel te bereiken.
MIJN DOEL IS: ��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� OVER MIJN EINDDOEL WEET IK AL:����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
MIJN TUSSENSTAPPEN ZIJN:��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
> WERKBLAD DROMEN DIT ZIJN MIJN DROMEN VOOR DE TOEKOMST:
��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������
> TAALWERKBLAD MIJN STAPPENPLAN WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
logboek
>
stappenplan
>
onderzoeken
>
korte termijn
>
lange termijn
>
doel
>
traject
>
levensdoel
>
tussenstap
>
redeneren
>
trede
>
meten
>
meetbaar
>
bijhouden
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
VERTELLEN >> Ik wil over 3 jaar een opleiding in de zorg volgen >> Ik wil dit jaar vrijwilligerswerk vinden >> Ik ga meehelpen op de basisschool van mijn kind >> Ik ga een afspraak maken met een Nederlander. Hij/zij doet hetzelfde werk als ik ook graag wil doen. >> Ik zoek informatie over een opleiding, die ik wil gaan volgen >> Ik ga een beroepstest doen op internet
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
HET BELANG VAN NETWERKEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Ontdekken hoe belangrijk het is om een goed netwerk te hebben
WAT IS HET DOEL?
Belang van netwerk inzien Eigen netwerk in kaart brengen
BESCHRIJVING
In groepjes spreken over het nut van netwerken a.h.v. Werkblad Netwerken, Nuttig en Nodig. Antwoord geven op de vragen: >> Hoe is het met jouw netwerk? >> Hoe groot/klein is die? >> Wil je er iets aan veranderen/aanvullen? >> Wat mis je of wat heb je goed voor elkaar? >> Is je netwerk wederkerig? Noem een paar voorbeelden. Breng je eigen netwerk in kaart
AANWIJZINGEN
Om uit te leggen wat een netwerk is, gebruik het Werkblad Wie Zit in Mijn Netwerk. De informatie van dat werkblad kan plenair worden besproken of als leesopdracht worden aangeboden. Bespreek de verschillen in contacten. Welke contacten kunnen van belang zijn voor werk?
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Netwerken, Nuttig en Nodig Werkblad Wie Zit in Mijn Netwerk
VARIATIES
Onderzoek het verschil in contacten maken. Welke contacten kunnen je naar werk helpen?
AANDACHTSPUNTEN
Het concept ‘netwerken’ kan ingewikkeld zijn voor veel migranten. Maak het concreet door te laten zien hoe jouw eigen netwerk eruit ziet – wie er allemaal bij hoort. Terwijl netwerken in eigen land heel gewoon is, vinden veel migranten het moeilijk om in Nederland contacten te maken en/of begrijpen ze niet hoe een netwerk ingezet kan worden. Dit vraagt veel uitleg en oefeningen in het zichtbaar maken van wat een netwerk is. Visualiseren door middel van plaatjes helpt.
1/1
> WERKBLAD NETWERKEN, NUTTIG EN NODIG Iedereen heeft een netwerk nodig. Vooral als je pas in een land bent komen wonen of als je als nieuweling binnenkomt, mis je vaak een uitgebreid netwerk. Je bent nog aan het bouwen met vrienden, kennissen, instanties en werkzaamheden. Mensen uit je netwerk geven je: >> Emotionele hulp Contacten geven je vertrouwen, troost en waardering. >> Praktische hulp Bijvoorbeeld met een verhuizing helpt je netwerk mee tillen, inrichten en vervoeren. >> Informatieve hulp Mensen uit je netwerk kunnen je bijvoorbeeld de weg wijzen naar instanties of vertellen over regels of procedures die je niet kent. >> Feedback Via contacten kun je meer inzicht krijgen in je eigen functioneren. Een netwerk waar je goed gebruik van kunt maken is: >> Groot genoeg Je hoeft dan niet altijd op dezelfde mensen aanspraak te maken en het geeft meer mogelijkheden. >> Wederzijds Jij betekent ook iets voor de ander. >> Langdurig Des te langer je elkaar kent, des te meer vertrouwen kan er ontstaan. >> Bereikbaar Bereikbaar in de zin van dichtbij of ver, maar ook in de zin van communicatie via telefoon of internet.
IK
> WERKBLAD WIE ZIT IN MIJN NETWERK? EEN NETWERK IS HEEL BELANGRIJK
Veel mensen vinden een baan via hun netwerk (ongeveer 63% volgens onderzoek). Natuurlijk moet je blijven zoeken via advertenties, door je CV op te sturen, of door te reageren via internet, maar het is zeer belangrijk om je netwerk in te zetten als je op zoek bent naar een baan. Jouw familie, vrienden en kennissen kunnen hulp bieden met het vinden van geschikte vacatures; ze kunnen je ook informatie geven over stages en opleidingen. Als je op zoek bent naar een baan, laat dit zoveel mogelijk mensen in je netwerk weten. Vertel ze wat voor soort werk je wilt doen en verwacht niet dat ze een baan voor jou gaan regelen. Maar misschien kennen ze andere mensen (in hun eigen netwerk) die wel iets meer weten of die wel kunnen helpen. De meeste mensen kennen veel meer mensen dan ze in eerste gedachte denken. Kijk eens wie jij kent. Gebruik de onderstaande lijst om achter te komen wie je allemaal in je netwerk hebt.
FAMILIE
Je man / vrouw Je schoonouders Zwager Schoonzus Broer Zusters Oom
VRIENDEN OF KENNISSEN
Tante Neven Nichten Moeder Vader
Buren (huidige en vorige) Ex-collega’s Familiekennissen Medestudenten Huisarts Docent Cursusleiders
Ken je andere mensen? Wie? >> ������������������������������������������������������������������������������������������ >> ������������������������������������������������������������������������������������������ >> ������������������������������������������������������������������������������������������
Mensen van de kerk Consulent van de gemeente Winkelpersoneel Kapper Postbode Vrienden
> TAALWERKBLAD NETWERKEN WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
bereikbaar
>
contacten leggen
>
CV (Curriculum Vitae)
>
emotioneel
>
feedback
>
formeel
>
hulp
>
informeel
>
instanties
>
netwerken
>
nieuweling
>
procedures
>
stage
>
troost
>
vacature
>
wederzijds
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
NIEUWE CONTACTEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Het onderzoeken van de contacten die je nodig hebt om je netwerk te vergroten
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer weet na de les >> met welk contact hij zijn netwerk sterker maakt >> hoe hij dat contact kan leggen
BESCHRIJVING
Bespreek (in de groep): Wat ga je ondernemen om je netwerk te verbeteren? >> Gebruik het Werkblad Contacten m.b.t. het Zoeken van Werk om te onderzoeken wie je op weg naar werk kan helpen De deelnemer noteert zoveel mogelijk contacten die hij/zij kunnen helpen bij het vinden van werk. Plenair bespreken van de vraag: wat zou dit contact voor jou kunnen betekenen m.b.t. werk? >> Werkblad Het Leggen van Nieuwe Contacten invullen en bespreken in kleine groepjes Plenair het concrete plan bespreken van het leggen van een nieuw contact. HUISWERKOPDRACHT
Dit nieuwe contact gaan leggen.
AANWIJZINGEN
Als de leesvaardigheid in een groep laag is, kan de docent de werkbladen gebruiken als leidraad voor hemzelf in een groepsgesprek en in kleine groepen de vragen in een rollenspel laten bedenken. Plenair terugkoppelen.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Contacten m.b.t. het Zoeken van Werk Werkblad Het Leggen van Nieuwe Contacten
1/1
> WERKBLAD CONTACTEN M.B.T HET ZOEKEN VAN WERK NAAM
ADRES, POSTCODE EN WOONPLAATS
HUISWERK:
Het leggen van een nieuw contact. Gebruik de werkbladen die je in de les behandeld hebt m.b.t. het leggen van nieuwe contacten. Kies een contact uit je schema of bedenk een nieuw contact.
TELEFOONNUMMER
EMAIL
Vertel bij de presentatie in de groep over: >> De gegevens van het contact >> Waarom heb je voor dat contact gekozen? >> Hoe heb je het contact benaderd? >> Hoe ging het gesprek? >> Wat heeft het je opgeleverd? >> Wat kun jíj voor je contact betekenen? >> Wat heb je geleerd van deze opdracht? >> Wat je verder belangrijk vindt om te vermelden.
> WERKBLAD HET LEGGEN VAN NIEUWE CONTACTEN Bedenk een nieuw contact dat je in de komende dagen aan kan gaan. >> Wie ga je benaderen? >> Met welk doel? >> Wanneer ga je het doen? >> Hoe ga je jezelf voorbereiden? Wat wil je weten? Welke vragen ga je stellen om hierachter te komen? 1
2
3
4
5
6
7
8
>> Heb je hulp nodig? Wie kan je helpen?
>> Wat laat je van jezelf zien? Met welke doel?
> TAALWERKBLAD NIEUWE CONTACTEN WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
benaderen
>
beroepsbeoefenaar
>
concreet plan
>
contact leggen
>
contacten
>
functie
>
netwerken initiatief nemen
>
noteren
>
ondernemen
>
taken
>
toelatingseisen
>
volwassenen
>
werkzaamheden
>
zich voorbereiden
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
VRAGEN STELLEN Vragen (algemeen)
Vragen(opleiding)
>> Kan ik een keertje met u praten?
>> Kunt u mij informatie geven over de opleiding……
>> Ik wil graag een keer met u praten. Kan dat? >> Kan ik hier ergens aan deelnemen?
>> Hoe lang duurt de opleiding?
>> Mag ik u een paar vragen stellen?
>> Hoe duur is de opleiding?
>> Kunt u wat vertellen over de activiteiten?
>> Kan ik studiefinanciering krijgen?
(bibliotheek, basisschool, sportclub enz.) >> Kan ik lid worden? En hoe?
>> Is dit een opleiding voor volwassenen? >> Is er een stage aan verbonden? >> Wat zijn de toelatingseisen?
Vragen (werk) >> Wat is uw beroep? >> Wat zijn uw taken? >> Wat zijn uw werkzaamheden? >> Hoeveel jaar doet u dit werk al? >> Wat is er leuk aan dit beroep? >> Wat is er minder leuk? >> Heeft u een opleiding gedaan? >> Welke opleiding heeft u gedaan? >> Hoeveel collega’s heeft u? >> Hoe groot is dit bedrijf?
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
ELEVATORPITCH
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Het voorbereiden van een elevatorpitch om jezelf beter te presenteren
WAT IS HET DOEL?
Na de les weet de deelnemer hoe hij zich in een onverwachtse situatie in korte tijd kan presenteren. Iedere deelnemer heeft hiervoor een uitgewerkte elevatorpitch op schrift gemaakt.
BESCHRIJVING
Plenair en/of in groepjes het Werkblad Elevatorpitch bespreken a.h.v. een voorbeeld. Bijvoorbeeld een directeur van Gamma stapt bij je in de lift. Gamma is een groot bedrijf met allerlei mogelijkheden van vakken vullen tot administratie. Het lijkt jou leuk om daar te gaan werken: >> >> >> >>
Bedenk een openingszin. Op welke afdeling wil je werken? Wat is je kracht? Hoe sluit je af?
Welke persoon wil jij graag ontmoeten en waarom? Bedenk daarbij een elevatorpitch van 1 minuut. Plenair bespreken. Een paar uitspelen. Feedback geven (als de deelnemers weinig ervaring hebben met het geven van feedback eerst het Werkblad Observatie en Feedbacklijst bespreken) HUISWERK
Ga de elevatorpitch thuis oefenen op allerlei personen.
AANWIJZINGEN
Afhankelijk van de groep is het misschien nodig om eerst tijd en aandacht te besteden aan het geven van feedback.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Elevatorpitch Werkblad Observatie en Feedbacklijst
1/2
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
ELEVATORPITCH
> VARIATIES AANDACHTSPUNTEN
Rollenspel: de directeur stapt in de lift, etc. Afhankelijk van het (opleidings)niveau van de deelnemers kan het nodig zijn om meerdere dagdelen aan dit onderwerp te besteden. Dit om de deelnemers veel oefenmomenten te bieden waardoor hun zelfvertrouwen vergroot wordt. Voor veel deelnemers kan het een grote uitdaging zijn om in eerste instantie een elevatorpitch te bedenken (wat wil ik zeggen, waarom, en hoe moet ik dat zeggen). En in tweede instantie, kan het ook een uitdaging zijn om zichzelf voor een groep te presenteren. Velen zijn hieraan niet gewend en vinden het eng. Geef daarom veel oefenruimte. De uitvoering van de uitgewerkte pitch komt terug in het onderdeel presentatie.
2/2
> WERKBLAD ELEVATORPITCH KOM MAAR OP ALS JE DURFT!
Bij het werk zoeken is het belangrijk om een elevatorpitch paraat te hebben. Een korte presentatie waarin je enthousiast vertelt wie je bent en waar je goed in bent. Vrij vertaald betekent ‘elevatorpitch’ een verkooppraatje in de lift. In de tijd van een ritje met de lift, moet je jezelf presenteren als de ideale oplossing voor het probleem van je gesprekspartner. Waarvoor heb je een liftpraatje nodig? Stel dat je op een feestje onverwachts wordt voorgesteld aan de directeur van een bedrijf, waar je graag zou werken. Hij vraagt wat je zoal doet en na een paar seconden bedenktijd is het enige wat je kunt uitbrengen: ‘Ja, iets met computers.’ Helaas, je hebt de kans van je leven gemist. De ogen van je gesprekspartner zoeken al naar iemand anders om mee te praten. Hoe anders had het kunnen lopen als je hem had kunnen uitleggen, wat een kei van een timmerman je bent? Niet alleen in de lift! De elevatorpitch kan van pas komen in de meest uiteenlopende situaties, bijvoorbeeld tijdens een congres of seminar, op feestjes of in de pauze van een theatervoorstelling. Zelfs bij sollicitaties is de elevatorpitch nuttig. Wie kent niet de gevreesde openingsvraag: ‘Zo, vertelt u maar eens wat over uzelf.’ Met de juiste voorbereiding heb je altijd een vloeiend en passend antwoord paraat.
Maak je eigen elevatorpitch Begin de elevatorpitch met een sprankelende binnenkomer om de aandacht van je gesprekspartner te trekken. Vervolgens vertel je wie je bent, waar je voor staat en wat je kracht is. Vanzelfsprekend spreek je enthousiast en overtuigend, want als jij niet in jezelf gelooft doet niemand het. Eindig met een verzoek. Dat maakt een geïnteresseerde indruk en zorgt ervoor dat je beter in de gedachten van je gesprekspartner blijft. Vraag bijvoorbeeld naar adresgegevens om je cv op te sturen. Je moet je verhaal in ongeveer een minuut kunnen vertellen. Dit betekent dat je honderd tot tweehonderd woorden hebt. Een korte, krachtige presentatie geven is lastig en vergt veel voorbereiding en oefening. Zet de verschillende versies op papier, slaap er een nachtje over en oefen voor je partner en je vrienden. Help het geluk een handje! Soms dient de gelegenheid voor je pitch zich vanzelf aan, maar je kunt het geluk een handje helpen. Als je oprecht belangstelling toont voor mensen, zul je zien dat ze geïnteresseerd zijn in jou. Vroeg of laat komt opeens dat moment waarop de ander je vraagt naar je carrière doel. Zorg dan dat je je elevatorpitch paraat hebt. Samengevat: Een elevatorpitch of kortweg ‘pitch’ is een boodschap van een minuut waarin je een contact vertelt wat voor werk jij graag wilt doen, en in welke sector je ervaren bent. Je verkoopt hierin je sterke punten. Het doel van je liftpraatje is dat degene met wie je praat kan inschatten of hij jou zou kunnen vragen voor een opdracht (of baan).
> WERKBLAD OBSERVATIE EN FEEDBACKLIJST Positieve en duidelijke feedback helpt mensen begrijpen wat ze goed doen en stimuleert mensen om het een volgende keer weer zo te doen. Mensen leren sneller nieuwe vaardigheden als de aandacht wordt gevestigd op wat zij goed doen in plaats van op wat zij niet goed doen. Positieve dingen waar je op kunt letten zijn:
POSITIEVE DINGEN WAAR JE OP KUNT LETTEN ZIJN:
IK ZAG...
WIJZEN OP NIET UITGESPROKEN GEVOELENS:
OOGCONTACT
ZELFVERZEKERD
DUIDELIJKE COMMUNICATIE
BETROKKEN, INVOELEND, MEELEVEND
EEN PRETTIGE GLIMLACH
WARMTE
EEN RUSTIGE MANIER VAN SPREKEN
INITIATIEF
NUTTIGE VRAGEN STELLEN
CREATIEVE OPLOSSINGEN ZOEKEN
GOED LUISTEREN
VRIENDELIJK
VOOR JEZELF OPKOMEN
OPRECHT
OVERTUIGEN
MOED
IK ZAG...
> TAALWERKBLAD ELEVATOR PITCH WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
afsluiten
>
eigen kracht
>
elevator pitch
>
kort en krachtig
>
lef
>
moed
>
onverwachts
>
openingszin
>
oprecht
>
overtuigen
>
uitdaging
>
zelfverzekerd
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
PRESENTEREN Voorbeeld Elevator Pitch >> Mijn naam is… (voor- en achternaam) >> Ik kom hier voor het eerst. Wat een leuk bedrijf. >> Ik zou hier best willen werken. >> Ik ben heel goed in techniek. >> Ik kan heel goed… >> Ik heb veel ervaring in… >> Ik heb gewerkt als… >> Ik kan goed met mijn handen werken >> Ik hou van aanpakken. >> Ik ben een doorzetter. >> Ik kan goed samenwerken. >> Kan ik een keer met u praten? >> Kan ik een afspraak maken?
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
MENTORING
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Inzicht krijgen of de deelnemer gebruik wil maken van een mentor.
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer maakt een keuze voor wel of geen mentor.
BESCHRIJVING
Mentoring levert een wezenlijke bijdrage aan groei en succes. Mentees (cursisten) bereiken hun doel beter en sneller wanneer zij steun en stimulans krijgen van iemand die dezelfde weg al eerder heeft afgelegd. Zij maken gebruik van de levensstrategieën van de mentor. De kracht van mentoring zit in het feit dat alle betrokkenen er baat bij hebben.
AANWIJZINGEN
Bespreek het werkblad: Wat is een mentor? Vul het Mentee intakeformulier in.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad: Wat is een mentor? Werkblad: Mentee intakeformulier
AANDACHTSPUNTEN
Voor sommige deelnemers is een maatje ook voldoende. Daarbij gaat het vooral om de sociale contacten.
1/1
> WERKBLAD WAT IS EEN MENTOR? EEN MENTOR : >> is iemand die naar je luistert. >> is iemand die je advies kan geven. >> is iemand die met jou kijkt hoe je jouw doelen kan bereiken (werk, studie en vrijwilligerswerk. >> is iemand die de weg weet in Nederland. >> is iemand met wie je gesprekken kan voeren. >> is iemand die je kan helpen bij persoonlijke vragen. >> is iemand die bij jou past. >> is iemand die je stimuleert. >> is iemand van wie je veel kunt leren.
WAT WIL JIJ? >> Wat is belangrijk voor jou?
IK WIL GRAAG: >> meer zelfvertrouwen krijgen. >> weten wat mijn competenties zijn. >> de Nederlandse taal beter leren. >> voor mezelf een stappenplan maken. >> beter leren hoe ik dingen zelfstandig kan doen. >> informatie verzamelen en uitzoeken wat mijn mogelijkheden zijn voor mijn toekomst. >> keuze maken voor werk, opleiding of vrijwilligerswerk. >> meer contact met Nederlanders. >> mijn netwerk vergroten. >> ……………………………………………………… >> ………………………………………………………
> WERKBLAD MENTEE INTAKEFORMULIER Naam: …………………………………………………………………………………………
Ja, ik wil een mentor Vertel in het kort waarom je een mentor wilt. ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………. Wat verwacht je van de mentor? ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………. Wat heb je liever?
Man Vrouw Maakt niet uit Datum: ………………………………………………………………………………………….
> TAALWERKBLAD WAT IS EEN MENTOR? WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
het advies
>
bereiken
>
de competentie
>
het doel
>
de keuze
>
de mentor
>
het netwerk
>
passen bij iemand
>
stimuleren
>
verzamelen
>
zelfstandig
>
het zelfvertrouwen
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
KUNDE > COMMUNICATIE����������������������������������������
HOE COMMUNICEER IK?
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Wat is communicatie en hoe communiceer ik?
WAT IS HET DOEL?
Inzicht vergroten in eigen communicatiestijl
BESCHRIJVING
Gebruik de voorbeelden van het Werkblad Communicatie als inleiding. Docent gaat met de rug naar de groep zitten. Communiceert de docent? Onrustig op je horloge kijken en zeggen dat je alle tijd hebt. Welke boodschap zie je? Oefeningen: 1 Alle deelnemers gaan door de klas lopen. Terwijl iedereen loopt en elkaar zogenaamd niet ziet en kent, vertelt de docent dat ze zometeen elkaar gaan begroeten. Het maakt niet uit wie en hoeveel. Je ziet iemand en je bent erg blij! Geef een hand en stel je voor en laat zien dat je blij bent dat je de persoon ziet! Iedereen loopt weer verder en de docent vertelt dat er iets naars gebeurd is; je bent verdrietig. Je geeft nu een hand. Enz., Allerlei emoties komen aan de beurt in het verhaal van de docent. 2
In een kring: Gekke bekken trekken Kijk elkaar heel erg boos aan Kijk heel erg verdrietig Kijk enz., (Als deelnemers niet durven, achter een papier meedoen)
3
De deelnemers staan in een rij (als een trein). De voorste draait zich om en kijkt bijv. blij. De volgende neemt de tijd om de emotie over te nemen op zijn gezicht en draait zich om naar nummer drie. Die neemt weer de tijd om dit over te nemen en draait zich om naar nummer vier. En zo door. De eerste (de bedenker) van de emotie loopt mee om te kijken hoe de emotie in de rij hetzelfde blijft (is de bedoeling) of verandert (gebeurt vaak). En sluit aan achter aan de rij. Nummer twee is nu de voorste in de rij en beeld een nieuwe emotie uit met zijn gezicht. Draait zich om en geeft weer door. Hij loopt nu mee om te kijken. Enz., (We kennen allemaal het doorfluisteren van een zin in een kring van deelnemers. Dit is hetzelfde principe.)
1/2
KUNDE > COMMUNICATIE����������������������������������������
HOE COMMUNICEER IK?
Werkblad Communicatie laten lezen (evt. als huiswerk vooraf of in groepjes) of gebruiken als leidraad voor de docent in groepsgesprek. Werkblad Hoe Communiceer Ik? bespreken in kleine groepjes. Daarna plenair.
AANWIJZINGEN
Bereid eventueel van te voren een aantal situaties in de oefening met begroeten voor.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Communicatie Werkblad Hoe Communiceer Ik?
VARIATIES
Deze les kan ook aansluitend aan het blok communicatie gegeven worden. Voordeel is dat de deelnemers eerst ervaren en daarna de theorie lezen/horen.
AANDACHTSPUNTEN
Voor de les eventueel huiswerk opgeven om Werkblad Communicatie te lezen.
2/2
> WERKBLAD COMMUNICATIE WAT IS COMMUNICATIE?
Als mensen bij elkaar zijn, communiceren ze. Of ze dat nu willen of niet. Ze kunnen niet niet-communiceren. Wat is communicatie? Communicatie is het overdragen van informatie tussen mensen. En als mensen bij elkaar zijn dan dragen ze altijd informatie over. Informatie kun je op de volgende manieren overdragen: >> Verbaal – met woorden >> Non-verbaal – zonder woorden Informatie draag je over door iets te zeggen of te doen, maar ook door juist niets te zeggen of te doen. Iemand die met zijn rug naar de groep zit en naar buiten kijkt, draagt de informatie over: “ik heb geen zin in dit gesprek, laat me maar even met rust”. Voorbeeld: Jim vraagt aan zijn collega Maria of zij tijd heeft om hem even uit te legen hoe hij zijn computer op moet starten. Maria zegt dat ze alle tijd heeft, maar ondertussen tikt ze steeds ongeduldig op tafel met haar pen en kijkt ze steeds op haar horloge. Maria legt op twee manieren contact: >> In woorden: ze zegt dat ze alle tijd heeft. >> Zonder woorden: ze kijkt steeds op haar horloge en tikt steeds met haar pen op tafel. Wat zou Jim nou denken? Dat Maria echt alle tijd heeft? Of dat Maria haast heeft? In woorden kun je namelijk makkelijker “liegen”, dan met communicatie zonder woorden. Non-verbale communicatie bestaat vooral uit lichaamstaal, bijvoorbeeld: gebaren, oogcontact, een
hand geven, hard of zacht praten, de manier waarop je zit, je gezichtsuitdrukking. Non-verbale communicatie is heel belangrijk in samenwerking Want als je goed wilt begrijpen wat iemand bedoelt, moet je vooral oog hebben voor het non-verbale contact dat hij/zij legt. Het gaat er namelijk niet alleen om wat iemand zegt maar het gaat er ook om hoe iemand iets zegt. Iemands stemming zit vooral in zijn non-verbale communicatie. Dus om te begrijpen hoe iemand iets bedoelt, moet je ook oog hebben voor zijn non-verbale communicatie. Waarom is communiceren zo moeilijk? Communicatie zou heel gemakkelijk zijn als we elkaar altijd meteen goed begrijpen. Helaas is dat niet zo. Dat we elkaar niet goed begrijpen heeft verschillende redenen. Bijvoorbeeld: >> Je weet niet goed wat je bedoelt; >> Je zegt niet wat je bedoelt; >> De ander hoort iets anders dan jij bedoelt. Die laatste reden heeft te maken met verschillende dingen. Onder andere met waarnemen. Waarnemen doen we met alle zintuigen: horen, zien, ruiken, proeven. Als de ander contact met jou maakt (communiceert) neem jij dat waar. Je hoort wat iemand zegt en je vangt nonverbale signalen op. Daar is het eerste probleem al. Want je kunt nooit alles waarnemen. Er gebeurt te veel om alles in een keer te zien, te horen, te ruiken, te proeven of te voelen. Je neemt altijd maar een stukje waar van wat er allemaal waar te nemen valt. We nemen dus onvolledig waar.
Daardoor neemt iedereen verschillende dingen waar. Maar, naast het waarnemen van verschillende dingen, nemen we dezelfde dingen ook nog eens verschillend waar. Dit is het tweede waarnemingsprobleem. Drie menselijke waarnemingsfouten: >> Onvolledig >> Verschillend >> Onjuist Er is nog een derde waarnemingsprobleem. Soms nemen we dingen waar die er helemaal niet zijn. Dus: het is erg moeilijk om goed waar te nemen. Interpreteren: Als mensen eenmaal waargenomen hebben is er nog een probleem: we vinden vaak iets verschillend van wat we waargenomen hebben. Dit is interpreteren. Dit betekent dat we verschillende ideeën hebben over wat we waarnemen. Interpreteren is eigenlijk beoordelen wat je waarneemt. Hoe zorg je voor een goede communicatie? Hoe doe je dat: goed waarnemen en goed interpreteren? Als je misverstanden in de communicatie wilt voorkomen, dan zul je in de eerste plaats zo goed mogelijk moeten waarnemen ofwel observeren. Als je zo goed mogelijk wilt observeren, dan moet je je waarneming zo nauwkeurig en objectief mogelijk beschrijven. Met objectief wordt bedoeld dat je iets kunt controleren. Een feit is iets dat controleerbaar is. Je kunt duidelijk zeggen of het wel of niet zo is. Een mening is iets dat jij vindt. Een ander kan dat anders vinden.
Als je feiten constateert, ben je objectief. Wanneer je een betekenis geeft aan die feiten – er een mening over vormt – dan ben je subjectief. Het is bij observeren van het grootste belang dat je de feiten en meningen gescheiden houdt. Als je dit doet, is de kans het grootst dat je elkaar begrijpt.
> WERKBLAD HOE COMMUNICEER IK? >> Hoe communiceren mannen met elkaar in jouw land? Geef een paar voorbeelden. >> Hoe communiceren vrouwen met elkaar in jouw land? Geef een paar voorbeelden. >> Hoe communiceren ouders en kinderen met elkaar in jouw land? Geef een paar voorbeelden. >> Is daarin een verschil tussen de Nederlandse cultuur en de cultuur van jouw land? >> Gebruik je tijdens het praten je handen? >> Praten de mensen uit jouw land veel of weinig met hun handen? >> Laten de mensen uit jouw land veel of weinig merken dat ze luisteren tijdens een gesprek? >> Let jij op iemands gezichtsuitdrukking als hij praat? >> Denk jij na over je eigen gezichtsuitdrukking als je praat? >> Let je op iemands houding als hij met je praat? >> Let jij op je eigen houding als je met iemand praat? >> Raak je mensen aan als je met iemand praat? >> Vind je het prettig als iemand jou aanraakt als hij/zij met je praat? >> Sta je dichtbij iemand als je met hem praat of houd je wat afstand?
> TAALWERKBLAD COMMUNICATIE WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
aanraken
>
afstand houden
>
communicatie
>
feiten
>
gebaren
>
gezichtsuitdrukking
>
houding
>
interpreteren
>
lichaamstaal
>
meningen
>
objectief
>
observeren
>
subjectief
>
verbaal - non verbaal
>
waarneming
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
KUNDE > COMMUNICATIE����������������������������������������
EFFECTEN VAN COMMUNICATIE
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Inzicht in hoe je eigen communicatie effect heeft op andere mensen
WAT IS HET DOEL?
Meer zicht krijgen op eigen communicatie en ervaren wat het effect daarvan is in een groep.
BESCHRIJVING
>> Oefening: Gebruik Werkblad Uitbeelden van Activiteiten (zonder te praten). De docent maakt opdrachtkaartjes van het werkblad. De deelnemers beelden de activiteit uit. In het begin houden ze hun opdracht geheim. De toeschouwers schrijven de activiteit op. Nadat alle activiteiten zijn uitgebeeld, degene die heeft uitgebeeld noemt zijn opdracht. Plenair bespreken a.h.v. de volgende vragen: >> Hoe heb je het werken in tweetallen, halve groep, hele groep ervaren? Wat was makkelijk, moeilijk? Prettig, onprettig? >> Ben je tevreden over de uiteindelijke inhoud van de trommel? Waarom wel/niet? >> Had je het idee dat je je keuzes goed onder woorden kon brengen? Waarom? >> Had je het idee dat er naar je geluisterd werd? Waarom? >> Waar ging het mis, denk je? >> Wat zou je doen als je het nog een keer zou doen? Evt. gebruik maken van het Werkblad Observatie en Feedbacklijst
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Uitbeelden van Activiteiten Werkblad Observatie en Feedbacklijst
1/1
> WERKBLAD UITBEELDEN VAN ACTIVITEITEN OPRUIMEN
SPORTEN
AUTORIJDEN
KRANT LEZEN
>> Instappen
>> Krant openvouwen
>> Iets in de kast zetten
>> Kies een sport, b.v. volleybal
>> Gordel omdoen
>> Lezen
>> Iets weggooien
>> Volleyballen, of anders
>> Sleutel omdraaien
>> Blad omslaan
>> Spullen pakken
>> Rijden
KOFFIE DRINKEN
ETEN
OP BEZOEK GAAN
IN DE TUIN WERKEN
>> Inschenken
>> Tafel dekken
>> Binnenkomen
>> Planten water geven
>> Kopje aangeven
>> Opscheppen
>> Begroeten
>> Gras maaien
>> Koekje geven
>> Eten
>> Jas ophangen >> Gaan zitten
ZWEMMEN
KLEREN KOPEN
KOKEN
OP SCHOOL
>> In het water springen
>> Kleren passen
>> Groenten snijden
>> In de les zitten
>> Zwemmen
>> Voor de spiegel kijken
>> In pan roeren
>> Luisteren
>> Afdrogen
>> Betalen
>> Iets bakken
>> Opschrijven >> Iets vragen
> WERKBLAD OBSERVATIE EN FEEDBACKLIJST Positieve en duidelijke feedback helpt mensen begrijpen wat ze goed doen en stimuleert mensen om het een volgende keer weer zo te doen. Mensen leren sneller nieuwe vaardigheden als de aandacht wordt gevestigd op wat zij goed doen in plaats van op wat zij niet goed doen. Positieve dingen waar je op kunt letten zijn:
POSITIEVE DINGEN WAAR JE OP KUNT LETTEN ZIJN:
IK ZAG...
WIJZEN OP NIET UITGESPROKEN GEVOELENS:
OOGCONTACT
ZELFVERZEKERD
DUIDELIJKE COMMUNICATIE
BETROKKEN, INVOELEND, MEELEVEND
EEN PRETTIGE GLIMLACH
WARMTE
EEN RUSTIGE MANIER VAN SPREKEN
INITIATIEF
NUTTIGE VRAGEN STELLEN
CREATIEVE OPLOSSINGEN ZOEKEN
GOED LUISTEREN
VRIENDELIJK
VOOR JEZELF OPKOMEN
OPRECHT
OVERTUIGEN
MOED
IK ZAG...
> TAALWERKBLAD : EFFECTEN VAN COMMUNICATIE WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
iets weggooien
>
inschenken
>
gras maaien
>
in pan roeren
>
voor de spiegel kijken
>
krant opvouwen
>
gordel omdoen
>
spullen pakken
>
blad omslaan
>
openvouwen
>
opscheppen/bluffen
>
tafel dekken
>
uitbeelden
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
ARGUMENTEREN Voorbeeldzinnen >> Ik vind werken belangrijk, want dan verdien ik mijn eigen geld. >> Ik wil een eigen zaak, omdat ik dan eigen baas ben. >> Ik vind het belangrijk om vrijwilligerswerk te doen om contact met andere mensen te hebben.
KUNDE > LUISTEREN�������������������������������������������
GOED LEREN LUISTEREN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Oefening in het leren luisteren op een actieve manier en in duidelijk spreken
WAT IS HET DOEL?
Ervaren hoe gemakkelijk iets mis kan gaan in interpretatie. Ervaren hoe belangrijk actief luisteren is voor de spreker en de luisteraar.
BESCHRIJVING
>> Inleiding: docent maakt een eenvoudige tekening achter op het bord (in elk geval niet zichtbaar voor de deelnemers). De deelnemers tekenen op instructies van de docent. De bedoeling is dat de tekeningen dezelfde worden als die van de docent. Bespreken met elkaar. >> Spreekopdracht bedenken: zie aanwijzing Bijv. Vertel hoe jouw huis eruit ziet. Wat zou je willen veranderen? Waarmee ben je tevreden? Bijv. Vertel over een belangrijk moment in je leven. In tweetallen om de beurt laten vertellen. >> Werkblad Tips voor Goed Luisteren, Spreken & Schrijven lezen en/of bespreken Plenair een paar tweetallen laten vertellen en luisteren, als uitwerking van de oefening in tweetallen. Wat ging goed? Bespreek aan de hand van het Werkblad Tips Voor Goed Luisteren, Spreken & Schrijven hoe je naar elkaar luistert. Wat zie je concreet bij de ander als hij/zij luistert?
AANWIJZINGEN
Geef veel ideeën om over te praten bij de spreekopdracht. Dit kan door veel vragen te stellen die de deelnemers eerst voor zichzelf beantwoorden. Of door een sterassociatie / mindmap te maken. Schrijf het onderwerp waar je het over wilt hebben in het midden van een vel en schrijf (of bedenk zonder op te schrijven) er zoveel mogelijk woorden omheen (desnoods in je eigen taal of door middel van een tekening).
WAT HEB JE NODIG?
Tekening van docent en tekenmateriaal. Werkblad Tips voor Goed Luisteren, Spreken en Schrijven
1/2
KUNDE > LUISTEREN�������������������������������������������
GOED LEREN LUISTEREN
VARIATIES
De deelnemers maken een eigen eenvoudige tekening. In tweetallen met mondelinge instructie natekenen. Bespreking van Werkblad Tips Voor Goed Luisteren, Spreken & Schrijven kan ook in kleine groepjes met observatoren.
AANDACHTSPUNTEN
Feedback geven: Wat ging er goed? Welke van de punten genoemd op het Werkblad Tips Voor Goed Luisteren, Spreken & Schrijven heb je geobserveerd (bij jezelf/bij de ander)?
2/2
> WERKBLAD TIPS VOOR GOED LUISTEREN, SPREKEN EN SCHRIJVEN Tips voor goed luisteren: >> Kijk of je begrijpt wat de spreker bedoelt (samenvatten of verhelderende vragen stellen) >> Laat zien dat je wilt luisteren en dat je de spreker begrijpt (oogcontact, lichaamshouding, knikken) >> Vraag de spreker om uitleg als dat nodig is >> Wees geduldig, laat de spreker uitspreken, wacht met oordeelvorming >> Geef niet direct je eigen meningen en gedachten, tenzij de spreker ernaar vraagt >> ………………………………………………………………………………………… >> …………………………………………………………………………………………. Tips voor goed spreken: >> Focus op je hoofdpunt (wees kort en krachtig) >> Check of de luisteraar je heeft begrepen door na een aantal zinnen telkens heel even te pauzeren >> Praat rustig en verstaanbaar >> Geef concrete voorbeelden >> Let op een goede lichaamshouding en oogcontact >> Kies zorgvuldig je woorden, wees respectvol >> ………………………………………………………………………………………… >> …………………………………………………………………………………………. Tips voor goed schrijven: >> Beschrijf duidelijk waarom je iemand schrijft (wat je van iemand wilt) >> Controleer goed of de spelling klopt >> Sluit netjes af >> Gebruik geen spreektaal >> Gebruik alinea’s, punten en komma’s >> ………………………………………………………………………………………… >> ………………………………………………………………………………………….
> TAALWERKBLAD GOED LEREN LUISTEREN WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
feedback geven
>
samenvatten
>
verhelderende vragen
>
knikken
>
hummen
>
iemand laten uitspreken
>
oordelen
>
focus
>
spreektaal - schrijftaal
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
VERTELLEN Voorbeeldzinnen feedback >> Ik zag dat je goed oogcontact had. >> Ik zag dat je goed luisterde. >> Ik hoorde dat je goede vragen stelde als dat nodig was. >> Ik hoorde dat je de ander liet uitspreken. >> Ik zag dat je vriendelijk was. >> Ik zag dat je een open houding had. >> Ik zag dat je knikte. >> Ik hoorde dat je humde.
KUNDE > LUISTEREN�������������������������������������������
LUISTEREN EN GEHOORD WORDEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Oefenen in het geven en krijgen van aandacht
WAT IS HET DOEL?
Ervaren hoe belangrijk het is om aandacht te krijgen en gezien te worden als je iets wilt delen
BESCHRIJVING
Gebruik het Werkblad Hoe Voel Ik Me Vandaag? Maak een sterassociatie / mindmap op het bord. De docent noteert alle gevoelens die genoemd worden. Hoe voel jij je nu? Hoe komt dat? Gebruik het Werkblad Luisteren en Gehoord Worden. In tweetallen spreken en luisteren over een onderwerp. De docent bedenkt een mogelijke spreekopdracht. Bv. Dat doe ik nooit weer! of mijn eerste herinnering De luisteraar krijgt de opdracht om allerlei luisterhoudingen uit te proberen. >> negeren >> spelen dat hij of zij geen zin heeft om te luisteren >> veel interesse tonen en zeggen dat het geweldig is wat de spreker vertelt. Plenair nabespreken a.h.v. de volgende vragen. >> Hoe voelde dat? >> Wat vond je prettig? >> Onprettig? >> Ik zag dat je…. Enz., Laat de deelnemers Interpreteren n.a.v. Werkblad Interpretatie van Gebaar, Gebeurtenis of Woord met elkaar bespreken.
AANWIJZINGEN
Geef veel ideeën om over te praten bij de spreekopdracht. Dit kan door veel vragen te stellen die de deelnemers eerst voor zichzelf beantwoorden. Of door een sterassociatie te (laten) maken. Dit doe je door het onderwerp waar je het over wilt hebben in het midden van een vel op te schrijven (of bedenk zonder op te schrijven) erzoveel mogelijk woorden omheen (desnoods in je eigen taal of door middel van een tekening).
1/2
KUNDE > LUISTEREN�������������������������������������������
LUISTEREN EN GEHOORD WORDEN
> WAT HEB JE NODIG? VARIATIES
Werkblad Hoe Voel Ik Me Vandaag? Werkblad Interpretatie van Gebaar, Gebeurtenis of Woord Afhankelijk van de sfeer en de groep, beginnen met de positieve luisterhouding. Daarna fluistert de docent op een bepaald moment een andere luisterhouding in het oor. De spreker is niet op de hoogte van de plotselinge verandering.
2/2
> WERKBLAD HOE VOEL IK ME VANDAAG?
Sterassociatie: Welke gevoelens zie je in de smileys?
GEVOEL
Vragen: Welk gevoel past nu bij jou? Hoe voel je je? Hoe komt dat? Vertel erover
> WERKBLAD INTERPRETATIE VAN GEBAAR, GEBEURTENIS OF WOORD EEN ‘VERKEERD’ GEBAAR. Maria, een Nederlandse verpleegster, werkt in Ethiopië. Ze moet de mensen daar inenten. Elke keer roept ze een patiënt uit de wachtkamer. De patiënt kijkt dan boos. Sommige willen helemaal niet binnen komen. Als Maria de patiënten roept, wijst ze de patiënten aan met haar wijsvinger. Ze gebaart met haar hand om mee te komen. Maria vindt die gebaren normaal. In Ethiopië wijst men alleen maar naar kinderen. Het gebaar om mee te komen, gebruikt men alleen voor honden. Het is dus niet zo vreemd dat de mensen boos zijn.
Ook situaties of gebeurtenissen betekenen soms voor de één iets anders dan voor de ander. Sneeuw is voor een kind positief. Het betekent lekker buiten spelen, een sneeuwpop maken en glijden. Sneeuw is voor een bejaarde vervelend. Het betekent gladde straten. Moeilijk lopen en grote kans om te vallen. Soms heeft een woord heel veel betekenissen: Lekker >> Het is lekker weer (mooi). >> Het eten is lekker (smakelijk). >> Wat een lekker stuk (een leuke man/vrouw). >> Ben je wel helemaal lekker (gek)? >> Ik voel me niet lekker (ziek). >> Ik heb lekker gewerkt (fijn/goed). >> Een lekker boek (goed, leest makkelijk). Woorden, gebeurtenissen en gebaren kunnen dus heel verschillend worden uitgelegd!!
> TAALWERKBLAD : LUISTEREN EN GEHOORD WORDEN WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
gebaar/gebaren
>
gebeurtenis
>
gevoelens
>
interpretatie
>
smiley
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
VERTELLEN Hoe voel jij je vandaag? Vertel eens… >> Ik voel me verdrietig, want mijn oom is gisteren overleden. >> Ik ben blij, want ik heb mijn Nederlands paspoort gekregen. >> Ik voel me niet lekker, want ik heb hoofdpijn. >> Ik ben gelukkig, want ik ben zwanger.
KUNDE > PRESENTEREN����������������������������������������
SOCIALE MEDIA
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Gebruik van sociale media
WAT IS HET DOEL?
De deelnemers krijgen inzicht in wat sociale media zijn en begrijpen het belang daarvan.
BESCHRIJVING
Deelnemers leren wat sociale media is. Ze leren hoe en waarvoor je sociale media kunt gebruiken.
AANWIJZINGEN
Ga in gesprek over wat sociale media is. Vraag de groep om mee te denken over de vraag waarom sociale media belangrijk is: 1) in het algemeen en 2) bij het zoeken van werk of vrijwilligerswerk, 3) opbouwen van een netwerk Gebruik onderstaande vragen: >> Wat is sociale media? >> Welke vormen van sociale media zijn er en welke gebruik ik zelf? >> Wat heb ik er aan als ik sociale media gebruik? >> Wat zijn de voordelen en nadelen van sociale media? >> Wie kan mij helpen bij het gebruik van sociale media? >> Waarom is sociale media belangrijk bij het zoeken van werk of vrijwilligerswerk? >> Waarom is het belangrijk om goed na te denken welke informatie je over jezelf op internet gaat publiceren? Gebruik de werkblad “Sociale Media”. Noem een paar sociale media sites en maak een inventaris in de groep wie wat gebruikt en waarom.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad: Sociale Media Je kunt ook iemand uitnodigen die veel weet over sociale media. Wellicht kent een deelnemer iemand die veel weet over sociale media. Als het mogelijk is kun je de groep opsplitsen en vragen of ze zelf een eigen profielpagina aanmaken bij Facebook of LinkedIn.
AANDACHTSPUNTEN
Veel jongere migranten weten wat sociale media is en zij gebruiken al Facebook en dergelijke sites om in contact te blijven met vrienden in Nederland en in het buitenland. Hoewel ze bekend kunnen zijn met zulke sites, is het belangrijk om na te gaan of ze weten hoe ze dergelijke applicaties kunnen gebruiken om te netwerken en om werk of vrijwilligerswerk te vinden.
1/1
WERKBLAD SOCIALE MEDIA LEESOPDRACHT: Lees de tekst hieronder over sociale media.
WAT IS SOCIALE MEDIA? Sociale media is de naam voor allerlei internet programma’s waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen. Denk aan informatie zoals nieuws en artikelen, maar ook muziek, foto’s en video’s. Een andere naam voor sociale media is sociale netwerken. Het woordje “sociaal” is belangrijk; het betekent samen, met de mogelijkheid tot een openbare dialoog
VOORBEELDEN VAN SOCIALE MEDIA SITES: Bekende voorbeelden van social media sites zijn: Facebook, Linkedin, YouTube, Twitter en WikiPedia, Google (aacounts aanmaken)
>> Nieuwsmakers, journalisten enz: nieuws wordt snel verspreid via sociale media sites. >> Bedrijven: bedrijven gebruiken sociale media om nieuws en informatie te verspreiden over hun producten aan grote groepen consumenten (mensen die producten kopen). >> Bedrijven die nieuwe personeel zoeken: bedrijven verspreiden hun vacatures via sociale media sites (bijv. LinkedIn). Zij gebruiken sociale media sites om informatie op te zoeken over sollicitanten (mensen die bij hun bedrijf willen werken).
WAT ZIJN DE VOORDELEN VAN SOCIALE MEDIA? >> U kunt contact houden met veel mensen tegelijk, in Nederland en in het buitenland. >> U kunt uw netwerk vergroten.
HOE WERKEN SOCIALE MEDIA? Het persoon die de website gebruikt zorgt ook voor de inhoud van de website. De gebruikers van YouTube uploaden zelf video’s. Bij Facebook beslis je zelf wat je over jezelf gaat vertellen en aan wie; hetzelfde geldt voor sites zoals LinkedIn. LinkedIn wordt meer professioneel ingezet (maak onderscheid in). Bij veel sociale media sites kun je ook lid worden van verschillende groepen, volgens interesse, thema of doel.
WIE GEBRUIKT SOCIALE MEDIA? >> Privé gebruik: veel mensen willen in contact blijven met hun vrienden en kennissen via websites zoals Facebook. Ze delen informatie en ervaringen over zichzelf met elkaar.
>> U kunt mensen laten weten dat u werk of vrijwilligerswerk zoekt. >> U kunt makkelijk informatie delen met vrienden en kennissen. >> U kunt zelf berichten plaatsen en delen. >> Sociale media is vaak gratis. >> U kunt sociale media gebruiken om een baan of vrijwilligerswerk te vinden.
OPDRACHT: Bespreek met elkaar de voordelen van sociale media? Zijn er ook nadelen? Denk aan privacy en het beschermen van uw persoonlijke gegevens. Maak een lijst van voordelen en nadelen en deel deze met de groep.
OPDRACHTEN OPTIONEEL: Maak een eigen Facebook of LinkedIn pagina aan, eventueel in groepen doen.
> TAALWERKBLAD SOCIALE MEDIA WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
sociaal netwerk
>
netwerk opbouwen
>
Facebook
>
Linkedin
>
You Tube
>
Twitter
>
Google
>
consumeren
>
privacy beschermen
>
nadelen / voordelen
>
publiceren
>
inventariseren
>
profielpagina
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
EEN BAAN VINDEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Welke vacatures zijn er en waar vind ik ze?
WAT IS HET DOEL?
Deelnemers weten dat er verschillende methodes zijn om vacatures te zoeken en een baan te vinden: >> >> >> >> >>
BESCHRIJVING
netwerken zoeken via internet de krant van zaterdag naar het UWV-WERKbedrijf, banenmarkt inschrijven bij een uitzendbureau
Het Werkblad Een Baan Vinden geeft algemeen informatie over werk. Hetzelfde geldt voor het Werkblad Naar het UWV-Werkbedrijf. Bespreek de verschillende manieren om een baan te vinden en vergelijk deze manieren met hoe het in de eigen land gaat en/of met de manieren die tot nu toe gebruikt zijn. Gebruik vragen zoals: >> Wat is hetzelfde en wat is anders? >> Welke manieren om een baan te vinden ken je al en welke heb je al geprobeerd? De bedoeling is dat de deelnemers alleen of in een groep diverse acties onderneemt om op zoek te gaan naar geschikte vacatures. Ze moeten ervaren hoe het in Nederland werkt. Ze hebben minimaal drie methodes gebruikt om een baan te vinden. Gebruik het Werkblad Overzicht Gevonden Vacatures om een overzicht te maken van de ondernomen acties en de gevonden vacatures.
AANWIJZINGEN
Maak (eerst) een afspraak bij het UWV-WERKbedrijf voor de groep waarbij voorlichting wordt gegeven over de mogelijkheden. Vervolgens kunnen deelnemers individueel een afspraak maken. Het is de bedoeling dat alle deelnemers een aantal methodes gebruikt om zelf te ervaren hoe je aan de slag gaat in Nederland om een baan te vinden. Voordat ze zelf beginnen, kan het nodig zijn om deelnemers hierop voor te bereiden. Laat ze in kranten zoeken tijdens de les, of op internet (banensites, sites van uitzendbureaus).
1/2
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
EEN BAAN VINDEN
> WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Een Baan Vinden Werkblad Naar het UWV-Werkbedrijf Werkblad Overzicht Gevonden Vacatures
VARIATIES
Nodig een uitzendbureau uit om voorlichting te geven aan de groep, of bezoek een banenmarkt. Deelnemers vertellen in de groep (of in tweetallen) over de verschillende zoekmethodes. Hierbij is er aandacht voor positieve en negatieve ervaringen.
AANDACHTSPUNTEN
Bij de module Kennis » Netwerk komt het onderdeel Netwerken ruimschoots aan de orde. Vooral de elevatorpitch is van belang bij het vinden van een baan. Je CV is actueel! (zie onderdeel CV Maken)
2/2
> WERKBLAD EEN BAAN VINDEN Netwerken In de module Kennis » Netwerk leer je veel over het belang van netwerken. Vooral de ‘elevatorpitch’ is van groot belang bij het zoeken naar werk. Dit is een korte presentatie waarin je enthousiast vertelt wie je bent en waar je goed in bent. Vrij vertaald betekent ‘elevatorpitch’ een verkooppraatje in de lift. Zoeken via internet Je kunt veel vacatures vinden op internet. Via zoekmachines (Google, Yahoo) kun je banensites vinden. Je geeft aan wat voor soort werk je zoekt, in welke omgeving, en je wordt doorverwezen naar de pagina’s met meer informatie. Er zijn ook sites zoals nationalevacaturebank.nl of monsterboard.nl of werk.nl waar je rechtstreeks kunt zoeken. De krant van zaterdag De meeste vacatures vind je in de krant van zaterdag. In een krant uit de regio, Dagblad van het Noorden bijvoorbeeld, staan vooral advertenties van bedrijven/ instellingen uit het noorden van Nederland. In landelijke dagbladen zoals het AD, de Volkskrant, de Telegraaf staan advertenties uit heel Nederland. In het Noorden heb je ook ambitie.nl, noorderlink.nl en werkeninfriesland.nl
> WERKBLAD NAAR HET UWV-WERKBEDRIJF Wat doet UWV WERKbedrijf?
Banenmarkt
UWV WERKbedrijf is een onderdeel van UWV. Hun doel is om mensen aan het werk te houden. Dit doen ze door werkzoekenden en werkgevers bij elkaar te brengen. Werkzoekenden en werkgevers vinden elkaar op de website werk.nl
Het UWV WERKbedrijf organiseert ook banenmarkten. Er zijn regelmatig door het hele land banenmarkten. Je ziet dan overal in de stad
Op deze site vind je heel veel informatie die belangrijk kan zijn. Je kunt bijvoorbeeld je CV op de website plaatsen zodat werkgevers jou kunnen vinden. Je vindt er informatie over onder andere solliciteren, scholing en beroep, en mogelijkheden om je kansen op een baan te vergroten.
Op een banenmarkt staan marktkramen (informatiepunten) van verschillende bedrijven en instellingen. Er is van alles te doen; je kunt er praten met personeelsfunctionarissen, je kan er netwerken en je CV achterlaten. Ook zijn er posters met advertenties.
Je kunt bij UWV-WERKbedrijf vrij naar binnen lopen. Er zijn vacatureborden met personeelsadvertenties. Ook kun je naar vacatures zoeken op de computer.
Hieronder vind je een voorbeeld van een advertentie voor een banenmarkt.
Het is wel belangrijk om te weten dat veel diensten alleen online worden aangeboden (via internet). Daarnaast kunnen sommige werkzoekende ook persoonlijke hulp krijgen (vooral mensen met een WW-uitkering, maar soms ook mensen met een WWB-uikering). Je hebt dan een gesprek met een consulent. Je moet wel eerst een afspraak maken. Mensen met een WWB-uitkering (via de gemeente) hebben een klant manager (consulent) van de gemeente die hen helpt met het zoeken van werk.
posters hangen waarop staat wanneer en waar de banenmarkt is.
> WERKBLAD OVERZICHT GEVONDEN VACATURES Er zijn veel manieren om een baan te vinden. Je zult zelf heel actief moeten zijn! Zorg er voor dat iedereen in je omgeving weet dat je een baan zoekt. Dit is namelijk de beste manier om een baan te vinden. Vertel over je beroep en wat voor soort werk je zoekt.
VACATURE: DATUM: VINDPLAATS: NAAM VAN HET BEDRIJF: TELEFOONNUMMER: E-MAILADRES: VACATURE: DATUM: VINDPLAATS: NAAM VAN HET BEDRIJF: TELEFOONNUMMER: E-MAILADRES:
> TAALWERKBLAD : EEN BAAN VINDEN WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
ambitie
>
banenbeurs
>
banenmarkt
>
banensites
>
bedrijven
>
consument
>
CV (Curriculum Vitae)
>
doorverwijzen
>
een Baan Vinden
>
instellingen
>
organisaties
>
personeelsadvertentie
>
scholing
>
solliciteren
>
UWV Werkbedrijf
>
vacature
>
vacaturebord
>
vindplaats
>
werkgever
>
werknemer
>
werkzoekende
>
PRESENTEREN Voorbeeld presentatie van het leggen van een
>> Ik heb een fijn gesprek gehad.
nieuw contact
>> Ik heb vragen gesteld en informatie gekregen.
>> Ik heb gegoogeld op vrijwilligerswerk en UMCG
>> Ik heb een vervolgafspraak gemaakt.
(ziekenhuis). >> Toen kon ik lezen wat ik als vrijwilliger in het ziekenhuis kan doen. >> De functie van gastvrouw of gastheer vond ik goed bij mij passen. >> Ik heb gezocht naar een contactpersoon die ik kon bellen voor het maken van een afspraak. >> Toen heb ik gebeld en heb direct een afspraak gemaakt. >> Ik heb het gesprek voorbereid. >> Ik heb thuis een aantal vragen opgeschreven. >> Ik heb mijn kwaliteitenlijstje nog een keer gelezen. >> Ik heb nagedacht over welke kleding ik aan zou doen en wat ik mee gaan nemen. (lijstje met kwaliteiten, naam, adres en telefoonnummer van de contactpersoon) >> Ik had een afspraak om 2 uur. >> Ik was een kwartier van te voren aanwezig. >> Ik heb me gemeld bij de balie. >> De contactpersoon haalde mij op. >> Ik was best een beetje zenuwachtig.
>> Ik ging met een goed gevoel naar huis.
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
BEROEPSSECTOREN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Beroepssectoren
WAT IS HET DOEL?
Inzicht vergroten in de verschillende beroepen in Nederland
BESCHRIJVING
Bespreek met elkaar wat een beroep is en wat een beroepssector is. Plenair of in kleine groepen gaan deelnemers bespreken wat het verschil is met hun eigen land? Is er meer keuze in Nederland? Wat heb je nodig in Nederland en wat heb je nodig in jouw eigen land om aan het werk te komen in een bepaald beroep of sector? Laat de groep een keuze maken uit verschillende beroepssectoren, volgens hun eigen interesses. Iedere groepje kiest een beroepssector. In kleine groepjes bespreken ze welke banen er zijn in die sector. Wat doe je in dat beroep; wat zijn je werkzaamheden; waar werk je? Wat weten ze precies over die verschillende beroepen? Wil je binnen of buiten werken, alleen of in een team? De groep schrijft de belangrijkste punten op en per groep wordt een kleine presentatie gemaakt over de gekozen beroep. Iedere deelnemer houdt een interview met iemand uit zijn of haar gekozen werkveld.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Beroepssectoren Werkblad Handige internetadressen
VARIATIES
Gebruik het werkblad Handige Internetadressen en laat deelnemers een beroepstest maken of vacatures opzoeken per beroepssector.
1/1
WERKBLAD BEROEPSSECTOREN >> Administratie Administratie vormt de kern van een organisatie. Je houdt bijvoorbeeld cijfers bij over de verkoop, de winst- en verliescijfers, de bedrijfskosten en het ziekteverzuim. Onder administratieve taken vallen onder meer de bedrijfsadministratie, de boekhouding en secretarieel werk. Je bent zorgvuldig, klantvriendelijk en kunt goed communiceren. >> Bouw Een hamer, een troffel, een kwast of een tegelschaar. In de sector Bouw kom je ze zeker tegen. In deze sector bouw of vernieuw je allerlei projecten. >> Dieren Honden, katten, konijnen, koeien, varkens of een vogel: jij vindt het geweldig om op welke manier dan ook met dieren te werken. Ook weet je veel over de voeding en verzorging van dieren. >> Elektrotechniek Het zit in je mp3-speler, je mobiele telefoon, computer en de televisie: elektrotechniek. Dit is nog maar een klein gedeelte van de elektronica, want elektronica wordt bijvoorbeeld ook gebruikt bij hoogspanningskabels. In deze sector heb je verschillende mogelijkheden in de wereld van de energietechniek en/of de informatietechniek. >> Gezondheidszorg Jij staat altijd voor andere mensen klaar. In deze sector geef je mentale en fysieke hulp aan mensen
die dat nodig hebben, zoals zieken, mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking of ouderen. >> Groen & Agrarisch In de agrarische sector zijn er verschillende beroepsmogelijkheden. Zo kun je bijvoorbeeld vee houden, fruit en groenten telen en kweken, land bewerken, noem maar op! >> Horeca Horeca is een afkorting voor hotel, restaurant en café. In deze sector werk je met verschillende mensen samen en heb je veel contacten met klanten. Je werkt in de keuken of het restaurant van een sterrenhotel, maar kunt ook in een cateringbedrijf, snackbar of pizzeria aan de slag. >> Hout Zaagsel, houtvezels, de geur van gezaagd hout, beitels, spijkers, schaven, maar vooral de durf om met machines te werken. Dat is wat je nodig bent in de sector hout. Werkzaamheden in deze sector zijn voornamelijk gericht op de manier van houtbewerking, zodat het bruikbaar wordt voor mensen. >> ICT Je bent de juiste persoon voor deze opleiding als techniek je belangstelling heeft en je het leuk vindt om met computers te werken. In deze sector is interesse in ICT natuurlijk vanzelfsprekend: je weet hoe programma's werken, hoe je zaken kunt aanpassen aan de wens van de computergebruiker, of hoe je bestanden kunt beveiligen. Omdat je veel
contact hebt met mensen, is het belangrijk dat je goed kunt luisteren en begrijpelijk tekst en uitleg kunt geven. >> Installatietechniek Warmte, lucht, gas en water zijn onderdelen van de installatietechniek. Denk aan kachels, Cv-installaties, geisers, gasboilers, verwarmingsen luchtbehandelinginstallaties. Je kunt gaan werken bij installatie- of servicebedrijven die zich bezighouden met het onderhoud van al deze installaties. >> Logistiek Planning, ‘moving’ en people, drie steekwoorden die te maken hebben met de sector logistiek. Het draait in de logistiek allemaal om het verplaatsen van producten en diensten op een snelle en efficiënte manier van A naar B. >> Metaal Metaal is een grote sector in de hele wereld. Overal waar je komt zijn er producten die gemaakt zijn van bijvoorbeeld staal en aluminium. In deze sector ben je bezig met het bewerken van die materialen, met behulp van machines en gereedschap. >> Motorvoertuigen De geur van olie, diesel of benzine daar heb je iets mee, net zoals je dat met auto’s hebt. In deze sector ben je bezig met het onderhoud en reparaties aan auto’s. Dát blijft toch het échte werk! Als jij er ook zo over denkt dan is de sector motorvoertuigentechniek
>> Onderwijs Het onderwijs is een sector waarin het overbrengen van kennis en vaardigheden centraal staat. Je vindt het leuk om andere mensen wat te leren. Wel moet je kennis op een inspirerende manier overbrengen natuurlijk. Je leert kinderen of jongeren te coachen en ze te helpen bij hun ontwikkeling. >> Schilderwerkzaamheden Kennis hebben van verschillende soorten verf, kwasten, kleuren, behang, lijm en glas zijn naast het schilderen kenmerken van schilderwerkzaamheden. Jij bent zorgvuldig, handig en kunt goed in teamverband werken. Je werkt in de nieuwbouw of onderhoud aan oude huizen en panden. >> Sport Of het nu hardlopen is, of oefeningen zijn met een bal, jij vindt het leuk om te sporten en met mensen om te gaan. Een beetje zweten hoort hierbij! Vind je dat geen probleem? Dan is een baan in de sport helemaal wat jij zoekt! >> Transport Bang om vast te roesten achter je bureau? Lijkt het jou wat om te werken en te reizen tegelijkertijd? Dan is de sector Transport iets voor jou. Hier draait het namelijk om transport van goederen en mensen: ter land, ter zee, in de lucht of over het spoor.
> WERKBLAD HANDIGE INTERNETADRESSEN >> Handige internetadressen Kies een onderwerp hieronder en ga op internet. Zoek naar vacatures voor jouw eigen beroepssector, of maak een test. >> Over beroepskeuze: www.beroepskeuze.nl www.arbeidsmakelaar.nl www.vrijwilligerscentrale.nl
>> Banensites: www.nationalevacaturebank.nl www.werk.nl www.banen.nl www.vacatureoverzicht.nl >> testen: www.123test.nl Veel gratis testen op het gebied van loopbaan en persoonlijkheidsontwikkeling. >> Over scholing: www.tkmst.nl www.mbowijzer.nl Zoek ook op de website van jouw huidige school.
> TAALWERKBLAD BEROEPSKEUZE WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
beroep
>
baan
>
beroepskeuze
>
test
>
vrijwilligerscentrale
>
vacature
>
vacaturebank
>
interesse
>
vaardigheid
>
sector
>
werkgebied
>
beroepssector
>
onderwijs
>
zorg en welzijn
>
schoonmaak
>
uiterlijke verzorging
>
administratie
>
techniek
>
motorvoertuigen
>
bouw
>
metaal
>
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
hout
>
schilderwerk
>
electronica
>
logistiek
>
foodindustrie
>
handel
>
mode
>
zakelijke dienstverlening
>
horeca
>
toerisme
>
ict
>
communicatie
>
marketing
>
beveiliging
>
kunst, muziek en cultuur
>
grafische kunst
>
beeldende kunst
>
sport
>
milieu
>
zeevaart
>
...........................................................................................
>
PRESENTEREN Er zijn vele lijsten met beroepssectoren.
>> ................................................................... past bij mij,
De lijsten verschillen veel van elkaar. Ook gebruiken de
omdat ............................................................................
lijsten soms andere namen voor dezelfde sectoren. De
>> ................................................................... past bij mij,
belangrijkste sectoren staan genoemd in de woordenlijst.
>> Kies één of meer sectoren die passen bij jouw interesse. >> Kies één of meer sectoren die passen bij jouw vaardigheden.
omdat ............................................................................
>> Ik interesseer me voor.................................................... daarom kies ik de sector ............................................... >> Ik interesseer me voor.................................................... daarom kies ik de sector................................................
>> Heb je bij de twee vragen dezelfde sectoren gekozen? >> Waarom wel/niet?
>> Ik kan goed..................................................................... daarom wil ik graag........................................................ >> Ik kan goed................................................. daarom wil ik graag Vraag een medecursist. >> Welke sector kies jij? >> Waarom kies je voor die sector? >> Welk beroep in de sector wil je gaan doen? Vertel in het kort in welke sector jij geinteresseerd bent. En waarom.
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
CV MAKEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Hoe maak je een CV?
WAT IS HET DOEL?
De deelnemers begrijpen waarom een (goede) CV belangrijk is. Ze maken een eigen CV.
BESCHRIJVING
In een inleidend groepsgesprek wordt het belang van een CV besproken. Waarvoor is een CV? Waarom moet je een CV hebben? Ook de cultuurverschillen komen aan de orde. Gebruikt men ook een CV in het eigen land? De deelnemers krijgen een voorbeeld van een CV. Gebruik het Werkblad CV Voorbeeld. De diverse items worden besproken en het belang daarvan wordt genoemd. Wat noem je wel, wat niet? Daarna gaan de deelnemers zelf aan de slag.
AANWIJZINGEN
Van te voren Werkblad CV Leeg kopiëren. Het CV kan thuis worden gemaakt of onder begeleiding op school. Er is nog een sjabloon te vinden op de site van Intermediair: Intermediair.nl/artikel/hoe-maak-ik-een-cv/81688/zo-maak-je-eenrelevant-cv.html Er zijn veel invul-CV’s en sjablonen op internet te vinden. Typ ‘voorbeeld cv’ in op Google om ze te vinden.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad CV Voorbeeld laag – middenopgeleiden Werkblad CV Voorbeeld hoogopgeleiden Werkblad CV Leeg
VARIATIES
Voor laagopgeleiden is extra begeleiding nodig bij het maken van een CV. Gebruik hiervoor een heel simpel formaat om te beginnen.
AANDACHTSPUNTEN
Besteed aandacht aan het belang van de leesbaarheid en stijlelementen. Waarom is het belangrijk dat je CV er goed uit ziet? En dat er geen taalfouten erin zitten? Wanneer is een CV goed / effectief? Leg uit dat je niet alles in je CV hoeft te benoemen. Afhankelijk van de baan waarop je gaat solliciteren, probeer je de aandacht op de belangrijkste elementen te richten door bijvoorbeeld de volgorde te veranderen.
1/1
> WERKBLAD VOORBEELD CV LAAG- MIDDENOPGELEIDEN >> Curriculum Vitae Persoonlijke gegevens Naam
: …………………………………………………………………………………
Adres
: …………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
Telefoonnummer
: …………………………………………………………………………………
Geboortedatum
: …………………………………………………………………………………
Emailadres : …………………………………………………………………………………
>> Opleidingen 2008 – 2010
Noorderpoortcollege te Groningen
2005 – 2007
Noorderpoortcollege, school voor Educatie MBO - horeca
Inburgeringsprogramma + examen, niveau 1- 2
Loopbaanoriëntatie 1982 – 1998
Basisschool en Middelbare school te St. Maarten
>> Werkervaring 2008 – heden Noorderpoortcollege, school voor Gezondheidszorg
Functie: catering medewerker
Taken: broodjes en soep bereiden en verkopen, kassawerkzaamheden, inventariseren van de voorraad
2006 – 2008
Verzorgingshuis Hunzerheem te Groningen (stage)
Functie: gastheer recreatieruimte
Taken: gastheerschap, serveren koffie, thee ,dranken
recreatieruimte schoonhouden
2000 – 2004
Hotel Mullet Bay Beach te St. Maarten te Groningen
Functie: voorman huishoudelijke dienst
Taken: gasten ontvangen, aansturen van schoonmaak-personeel, controleren hotelkamers
Overige informatie Talenkennis Ik spreek vloeiend Frans
Ik spreek Engels
Ik spreek Nederlands
Eigenschappen Ik ben flexibel
Ik ben collegiaal
Ik ben betrouwbaar
Vaardigheden Ik kan goed oplossingen bedenken
Ik kan precies en nauwkeurig werken
Ik kan zelfstandig en goed samenwerken
> WERKBLAD CV VOORBEELD HOOGOPGELEIDEN >> CURRICULUM VITAE Persoonlijke gegevens Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: E-mail: Geboortedatum: Geboorteplaats: Nationaliteit: >> Opleidingen Maart 2001 – heden Noorderpoortcollege, Unit Educatie te Groningen Nederlands niveau 1 – 4 Staatsexamen 2 Maatschappijoriëntatie Loopbaanoriëntatie Sept.’93 – Feb.’97 Universiteit “Islamic Azad” te Teheran Studierichting: Accounting (bedrijfsadministratie), Sept.’89 – Sept.’91 Universiteit “Kermanshah” te Teheran Faculteit der Medische Wetenschappen Studierichting: Medisch Laboratorium Sept.’76 – Sept.’88 5 jaar Basisschool te Firouzkouh 3 jaar Middelbare school (algemene vorming) 4 jaar Middelbare school (specialisatie: biologie)
>> Werkervaring 1998 – 2001 Ziekenhuis “Imam Khomeni” te Teheran Functie: Financieel Manager Taken: > verzorgen en controle boekhouding > budgetbewaking > opstellen financiële rapportages en maand – en jaarbalansen > loonadministratie > invoeren boekhoudkundige gegevens(computer) 1991 – 1997 Ziekenhuis “Imam Khomeni” te Teheran Functie: Laborante Taken: > Onderzoek naar bloed, urine, serum etc. >> Overige informatie Vaardigheden: >> Ik spreek vloeiend Farsi (moedertaal) >> Ik spreek Nederlands en Engels >> Ik ben in bezit van een Iraans rijbewijs >> Ik kan goed zelfstandig werken >> Referenties
Eigenschappen: >> Ik ben leergierig >> Ik ben systematisch (ordelijk) >> Ik heb doorzettingsvermogen >> Ik heb goede sociale en communicatieve vaardigheden.
> WERKBLAD CV LEEG Curriculum Vitae Persoonlijke gegevens Naam Adres Telefoonnummer
Geboortedatum
Mobiel
E-mailadres
Opleidingen
Werkervaring Overige informatie
Vrijetijdsbesteding
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
INSCHRIJVEN BIJ EEN UITZENDBUREAU
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Inschrijven bij een uitzendbureau
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer weet dat je werk via een uitzendbureau kunt vinden. Ze gaan zich bij een uitzendbureau inschrijven.
BESCHRIJVING
Bespreek wat de rol is van een uitzendbureau en de verschillende soorten uitzendbureaus die er zijn (per sector enz.). De deelnemers gaan zich voorbereiden op een bezoek aan het uitzendbureau. In kleine groepen praten de deelnemers over wat hun verwachtingen zijn van een bezoek aan een uitzendbureau. Ga samen of alleen naar minstens drie uitzendbureaus bij jou in de buurt. Bekijk advertenties in de etalage en vul het Werkblad Overzicht Gevonden Vacatures in.
AANWIJZINGEN
Als je je niet wil inschrijven, neem dan een inschrijfformulier mee als oefening. Kijk ook eens op de site van een uitzendbureau.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Inschrijven bij een Uitzendbureau Werkblad Overzicht Gevonden Vacatures Werkblad Gesprek bij een Uitzendbureau
VARIATIES
Zoek naar een uitzendbureau voor jouw beroepsgroep. Iedere deelnemer vertelt over het bezoek aan een uitzendbureau.
AANDACHTSPUNTEN
Neem je CV mee
1/1
> WERKBLAD INSCHRIJVEN BIJ EEN UITZENDBUREAU Iedereen met een Burgerservicenummer (BSN) kan zich inschrijven bij een uitzendbureau. Jouw bezoek en inschrijving bij een uitzendbureau is vrijblijvend. Je bent niets verplicht. Er zijn uitzendbureaus voor allerlei soorten werk. Er zijn uitzendbureaus voor bepaalde beroepssectoren zoals gezondheidszorg, techniek, horeca. Ook is er een speciaal arbeidsbemiddelingsbureau voor vluchtelingen: Emplooi (emplooi.net) Bij je inschrijving vul je eenmalig zoveel mogelijk gegevens in. Je kunt je op verschillende manieren inschrijven. 1
Je reageert direct door te solliciteren op een vacature.
2
De intercedent (medewerker) van het uitzendbureau kijkt of jouw CV past bij deze of andere banen.
3
Vind je niet direct een vacature die past bij jouw wensen en mogelijkheden?
4
Dan kun je door je eenmalig in te schrijven je gegevens achterlaten.
> WERKBLAD OVERZICHT GEVONDEN VACATURES Er zijn veel manieren om een baan te vinden. Je zult zelf heel actief moeten zijn! Zorg er voor dat iedereen in je omgeving weet dat je een baan zoekt. Dit is namelijk de beste manier om een baan te vinden. Vertel over je beroep en wat voor soort werk je zoekt.
VACATURE: DATUM: VINDPLAATS: NAAM VAN HET BEDRIJF: TELEFOONNUMMER: E-MAILADRES: VACATURE: DATUM: VINDPLAATS: NAAM VAN HET BEDRIJF: TELEFOONNUMMER: E-MAILADRES: VACATURE: DATUM: VINDPLAATS: NAAM VAN HET BEDRIJF: TELEFOONNUMMER: E-MAILADRES:
> WERKBLAD GESPREK BIJ EEN UITZENDBUREAU Vul onderstaande gegevens in:
NAAM VAN HET UITZENDBUREAU ADRES TELEFOONNUMMER MET WIE HEB JE GESPROKEN (= NAAM VAN DE INTERCEDENT/MEDEWERKER) IS HET UITZENDBUREAU GESPECIALISEERD 1 IN EEN BEPAALDE BEROEPSSECTOR ? 2 IN WELKE SECTOR? 3
ZOEK VACATURES DIE BIJ JOU PASSEN EN SCHRIJF ZE HIER OP
DATUM VAN JE BEZOEK
AFSPRAKEN WELKE AFSPRAKEN HEB JE GEMAAKT?
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
VACATURES ANALYSEREN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Hoe ziet een vacature er uit en wat zegt het over het werk?
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer leert kritisch kijken naar advertenties. De deelnemer kan aangeven of hij/zij geschikt is voor een bepaalde vacature.
BESCHRIJVING
De deelnemers bekijken diverse zelf gevonden advertenties. Met behulp van het werkblad Analyseren van een Vacature gaan de deelnemers meerdere advertenties analyseren. Het is de bedoeling om erachter te komen wat een bedrijf zoekt en wat de verwachtingen zijn. Wat wordt er gevraagd, welke informatie wordt er gegeven? Ben jij de juiste persoon voor deze vacature? Hoe weet je dat?
AANWIJZINGEN
Waar heb je gezocht: internet, kranten, bij kennissen – netwerk? Maak gebruik van het ingevulde Werkblad Overzicht Gevonden Vacatures
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Overzicht Gevonden Vacatures Werkblad Analyseren van een Vacature Werkblad Beroepssectoren
VARIATIES
Deelnemers kunnen individueel zoeken, maar in groepjes kan natuurlijk ook. Ze zoeken dan bijvoorbeeld binnen een bepaalde sector, of naar een speciaal beroep.
AANDACHTSPUNTEN
Voorbereiding: de docent zoekt zelf naar diverse vacatures en advertenties en maakt van te voren kopieën ervan (in het geval dat de deelnemers dat niet hebben gedaan). Gebruik vacatures die realistisch zijn voor de groep en die herkenbaar zijn (op het juiste opleidingsniveau). Gezien de overweldigende keuze in Nederland wat betreft beroepssectoren, kan het handig zijn om eerst in gesprek te gaan over de diverse soorten beroepen. Een verbinding met de eigen kwaliteiten, competenties en werk/studie ervaring is wenselijk. Gebruik het Werkblad Beroepssectoren.
1/1
> WERKBLAD OVERZICHT GEVONDEN VACATURES Er zijn veel manieren om een baan te vinden. Je zult zelf heel actief moeten zijn! Zorg er voor dat iedereen in je omgeving weet dat je een baan zoekt. Dit is namelijk de beste manier om een baan te vinden. Vertel over je beroep en wat voor soort werk je zoekt.
VACATURE: DATUM: VINDPLAATS: NAAM VAN HET BEDRIJF: TELEFOONNUMMER: E-MAILADRES: VACATURE: DATUM: VINDPLAATS: NAAM VAN HET BEDRIJF: TELEFOONNUMMER: E-MAILADRES: VACATURE: DATUM: VINDPLAATS: NAAM VAN HET BEDRIJF: TELEFOONNUMMER: E-MAILADRES:
> WERKBLAD ANALYSEREN VAN EEN VACATURE Het bedrijf
De arbeidsvoorwaarden
In welk werkgebied (sector, beroepsgroep) is het bedrijf actief
Uit hoeveel uur bestaat het dienstverband (fulltime, parttime)
Wat voor product of dienst biedt het bedrijf aan
Is het een tijdelijke of een vaste baan
Hoeveel medewerkers heeft het bedrijf
Welk salaris wordt geboden
Waar zit het bedrijf (adres, plaats)
Welke andere voorwaarden worden geboden (reiskostenvergoeding, mogelijkheid opleidingen te volgen, enz.)
De afdeling Op welke afdeling is de vacature Hoeveel mensen werken op de afdeling Welke functies zijn er op de afdeling De functie-inhoud Uit welke taken bestaat de functie Welke verantwoordelijkheden horen bij de functie Is het zelfstandig werk of werken in een team De functie-eisen Welke opleiding of welk opleidingsniveau wordt gevraagd Welke werkervaring wordt gevraagd Welke kwaliteiten zijn nodig voor de baan (kennis, vaardigheden, eigenschappen) Welke eisen zijn er nog meer (bezit rijbewijs, werken op onregelmatige uren enz.)
De sollicitatieprocedure Wat staat er vermeld over de sollicitatieprocedure Bij wie kunt u meer informatie over de baan krijgen Aan wie moet u de brief richten Wanneer moet uw sollicitatiebrief uiterlijk binnen zijn
> WERKBLAD BEROEPSSECTOREN >> Administratie Administratie vormt de kern van een organisatie. Je houdt bijvoorbeeld cijfers bij over de verkoop, de winst- en verliescijfers, de bedrijfskosten en het ziekteverzuim. Onder administratieve taken vallen onder meer de bedrijfsadministratie, de boekhouding en secretarieel werk. Je bent zorgvuldig, klantvriendelijk en kunt goed communiceren. >> Bouw Een hamer, een troffel, een kwast of een tegelschaar. In de sector Bouw kom je ze zeker tegen. In deze sector bouw of vernieuw je allerlei projecten. >> Dieren Honden, katten, konijnen, koeien, varkens of een vogel: jij vindt het geweldig om op welke manier dan ook met dieren te werken. Ook weet je veel over de voeding en verzorging van dieren. >> Elektrotechniek Het zit in je mp3-speler, je mobiele telefoon, computer en de televisie: elektrotechniek. Dit is nog maar een klein gedeelte van de elektronica, want elektronica wordt bijvoorbeeld ook gebruikt bij hoogspanningskabels. In deze sector heb je verschillende mogelijkheden in de wereld van de energietechniek en/of de informatietechniek. >> Gezondheidszorg Jij staat altijd voor andere mensen klaar. In deze sector geef je mentale en fysieke hulp aan mensen
die dat nodig hebben, zoals zieken, mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking of ouderen. >> Groen & Agrarisch In de agrarische sector zijn er verschillende beroepsmogelijkheden. Zo kun je bijvoorbeeld vee houden, fruit en groenten telen en kweken, land bewerken, noem maar op! >> Horeca Horeca is een afkorting voor hotel, restaurant en café. In deze sector werk je met verschillende mensen samen en heb je veel contacten met klanten. Je werkt in de keuken of het restaurant van een sterrenhotel, maar kunt ook in een cateringbedrijf, snackbar of pizzeria aan de slag. >> Hout Zaagsel, houtvezels, de geur van gezaagd hout, beitels, spijkers, schaven, maar vooral de durf om met machines te werken. Dat is wat je nodig bent in de sector hout. Werkzaamheden in deze sector zijn voornamelijk gericht op de manier van houtbewerking, zodat het bruikbaar wordt voor mensen. >> ICT Je bent de juiste persoon voor deze opleiding als techniek je belangstelling heeft en je het leuk vindt om met computers te werken. In deze sector is interesse in ICT natuurlijk vanzelfsprekend: je weet hoe programma's werken, hoe je zaken kunt aanpassen aan de wens van de computergebruiker, of hoe je bestanden kunt beveiligen. Omdat je veel
contact hebt met mensen, is het belangrijk dat je goed kunt luisteren en begrijpelijk tekst en uitleg kunt geven. >> Installatietechniek Warmte, lucht, gas en water zijn onderdelen van de installatietechniek. Denk aan kachels, Cv-installaties, geisers, gasboilers, verwarmingsen luchtbehandelinginstallaties. Je kunt gaan werken bij installatie- of servicebedrijven die zich bezighouden met het onderhoud van al deze installaties. >> Logistiek Planning, ‘moving’ en people, drie steekwoorden die te maken hebben met de sector logistiek. Het draait in de logistiek allemaal om het verplaatsen van producten en diensten op een snelle en efficiënte manier van A naar B. >> Metaal Metaal is een grote sector in de hele wereld. Overal waar je komt zijn er producten die gemaakt zijn van bijvoorbeeld staal en aluminium. In deze sector ben je bezig met het bewerken van die materialen, met behulp van machines en gereedschap. >> Motorvoertuigen De geur van olie, diesel of benzine daar heb je iets mee, net zoals je dat met auto’s hebt. In deze sector ben je bezig met het onderhoud en reparaties aan auto’s. Dát blijft toch het échte werk! Als jij er ook zo over denkt dan is de sector motorvoertuigentechniek
>> Onderwijs Het onderwijs is een sector waarin het overbrengen van kennis en vaardigheden centraal staat. Je vindt het leuk om andere mensen wat te leren. Wel moet je kennis op een inspirerende manier overbrengen natuurlijk. Je leert kinderen of jongeren te coachen en ze te helpen bij hun ontwikkeling. >> Schilderwerkzaamheden Kennis hebben van verschillende soorten verf, kwasten, kleuren, behang, lijm en glas zijn naast het schilderen kenmerken van schilderwerkzaamheden. Jij bent zorgvuldig, handig en kunt goed in teamverband werken. Je werkt in de nieuwbouw of onderhoud aan oude huizen en panden. >> Sport Of het nu hardlopen is, of oefeningen zijn met een bal, jij vindt het leuk om te sporten en met mensen om te gaan. Een beetje zweten hoort hierbij! Vind je dat geen probleem? Dan is een baan in de sport helemaal wat jij zoekt! >> Transport Bang om vast te roesten achter je bureau? Lijkt het jou wat om te werken en te reizen tegelijkertijd? Dan is de sector Transport iets voor jou. Hier draait het namelijk om transport van goederen en mensen: ter land, ter zee, in de lucht of over het spoor.
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
VRIJWILLIGERSWERK
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Wat is vrijwilligerswerk en hoe vind ik vrijwilligerswerk?
WAT IS HET DOEL?
Deelnemers weten dat je vrijwilligerswerk kan doen en waar je het kan vinden.
BESCHRIJVING
Deelnemers leren wat vrijwilligerswerk is. Zij onderzoeken met elkaar de voor en nadelen van vrijwilligerswerk. Ze gaan op zoek naar vrijwilligerswerk.
AANWIJZINGEN
Bespreek het werkblad: Wat is vrijwilligerswerk? >> Kijk op: www.vrijwilligerswerk.nl Zoek op een plaatselijke vacaturebank zoals: www.vrijwilligerswerkfriesland.nl of www.vrijwilligersgroningen.nl Nodig iemand uit van de lokale vrijwilligerscentrale om een presentatie te geven aan de groep of ga op bezoek naar de vrijwilligerscentrale met de groep. Nodig een vrijwilliger uit om de groep te vertellen over zijn/haar vrijwilligerswerk.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad: Wat is vrijwilligerswerk?
1/1
> WERKBLAD WAT IS VRIJWILLIGERSWERK LEESOPDRACHT: Lees de tekst hieronder over vrijwilligerswerk. >> Wat is vrijwilligerswerk? Vrijwilligerswerk is werk dat onbetaald is en niet verplicht. U doet het voor jouw persoonlijk ontwikkeling, of voor een ander of voor de samenleving. Vrijwilligers werk is meestal niet betaald. Het is in het algemeen belang of in het maatschappelijk belang (u helpt hiermee iemand). Het is niet in de plaats van betaald werk, maar u bouwt wel belangrijke ervaringen op die u later kunnen helpen met het vinden van gewoon werk. Bijna 6 miljoen mensen doen vrijwilligerswerk in Nederland; ongeveer 4 op de 10 Nederlanders doet weleens vrijwilligerswerk. De meeste vrijwilligers (driekwart) doen uitvoerendondersteunend werk, en de rest doet bestuurswerk. Bij uitvoerend-ondersteunend werk kun je denken aan hulp bieden in een verpleeghuis, werken bij de kringloop of het begeleiden van ouderen bij diverse activiteiten. Veel mensen hebben ook meer dan een vrijwilligersbaan. Bijna 30 % van de vrijwilligers heeft twee soorten vrijwilligerswerk. Als u een uitkering heeft, is het wel heel belangrijk dat u toestemming vraagt aan de gemeente voor het doen van vrijwilligerswerk.
>> Wat zijn de voordelen van vrijwilligerswerk? >> U gaat om met andere mensen en daardoor verbeterd uw Nederlands taal. >> U leert de Nederlandse cultuur en gewoonten beter kennen. >> U vergroot uw netwerk. >> U kunt laten zien dat u het belangrijk vindt om andere mensen te helpen. >> U leert nieuwe vaardigheden. >> U ontwikkelt nieuwe competenties. >> U ontmoet andere mensen. >> Het is gezellig en leerzaam. >> U bouwt een nieuwe dagelijkse routine op. Opdracht: Bespreek met elkaar de voordelen van vrijwilligerswerk? >> Zijn er ook nadelen? Maak een lijst van voordelen en nadelen en deel deze met de groep.
LEESOPDRACHT: Lees de tekst hieronder over vrijwilligerswerk. >> Waar zoek ik vrijwilligerswerk? Er zijn verschillende plekken waar u vrijwilligerswerk kunt zoeken. Vraag bij de lokale vrijwilligerscentrale of bij uw gemeente, of direct bij de organisatie waar u aan de slag wilt. >> Vrijwilligerscentrale: Om vrijwilligerswerk bij u in de buurt te vinden, neem contact op met de vrijwilligerscentrale. Zij zijn in bijna alle gemeenten. Ook op www.vrijwilligerswerk.nl kunt u een vrijwilligerscentrale bij u in de buurt vinden. Als u weet welke soort vrijwilligerswerk u wilt doen, kunt u ook direct contact opnemen met de organisatie waar u wilt werken. Opdracht: Bespreek de volgende vragen met elkaar? >> Weet u al welke soort vrijwilligerswerk u wilt doen? >> Wat zijn uw redenen om vrijwilligerswerk te willen doen? >> Waar gaat u vrijwilligerswerk zoeken en wie gaat u daarbij helpen?
> TAALWERKBLAD VRIJWILLIGERSWERK WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
belang
>
bestuurlijke functie
>
positieve benadering
>
vrijwilligerscentrale
>
vrijwilligersvacaturebank
>
vrijwilligerswerk
>
onbetaald
>
samenleving
>
uitvoerend werk
>
ondersteunend werk
>
bestuurswerk
>
toestemming
>
dagelijkse routine
>
organisaties
>
buurt
>
redenen
>
oriënteren
>
arbeidsmarkt
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
GESPREK VOEREN Situatie Een cursist wil zich inschrijven bij een vrijwilligerscentrale.
>> Goedemiddag, ik ben ����������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������� >> Ik wil me graag inschrijven als vrijwilliger. Kan dat? >> Ik heb ervaring als ��������������������������������������������������������� >> In mijn eigen land heb ik gewerkt als ���������������������������� >> Ik ben goed in ���������������������������������������������������������������� >> Ik kan goed �������������������������������������������������������������������� Gebruik ook je Elevator Pitch (zie module 9)
PRESENTEREN >> Presenteer 5 voordelen en 5 nadelen van vrijwilligerswerk. >> Presenteer jouw favoriete vrijwilligersbaan. Wat heeft jouw voorkeur en waarom?
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
EEN SOLLICITATIEBRIEF
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Hoe maak je een sollicitatiebrief?
WAT IS HET DOEL?
Deelnemers weten wat een sollicitatiebrief is en waarom het belangrijk is om een goede brief te maken. Ze kennen de indeling van de sollicitatiebrief en weten globaal wat er in moet staan. Ze hebben kennis genomen van de lay-out van een sollicitatiebrief en zijn op de hoogte van een aantal tips.
BESCHRIJVING
Er zijn verschillende soorten sollicitatiebrieven – open sollicitaties, gerichte sollicitaties, online sollicitaties. Wanneer gebruik je welke soort brief? Bespreek de verschillen klassikaal. De indeling en de inhoud van diverse soorten sollicitatiebrieven wordt vergeleken.
AANWIJZINGEN
Vind een voorbeeld sollicitatiebrief op internet. Er zijn veel voorbeelden op de site www.nationalevacaturebank.nl. Zie: www.nationalevacaturebank.nl/informatie/artikel/sollicitatiebriefmotivatiebrief/389896/voorbeeld-sollicitatiebrief.html Laat de deelnemers oefenen aan de hand van diverse vacatures. Maak gebruik van vacatures die van te voren geanalyseerd zijn (zie module Aan de Slag – vacatures analyseren). Deelnemers bespreken in tweetallen of in kleine groepen hoe een sollicitatiebrief eruit moet zien (aan de hand van een specifieke vacature). Wat moet er geschreven worden en waarom? Waarop focust de brief? Hoe breng je je belangrijkste kwaliteiten naar voren en hoe leg je een verbinding met je eigen ervaring?
VARIATIES
De deelnemers schrijven thuis een brief n.a.v. een door henzelf uitgezochte vacature. De docent en andere deelnemers geven feedback. Voor laagopgeleide deelnemers kan het beter zijn om te werken met een sollicitatieformulier. Typ ‘sollicitatieformulier’ in op Google (je kunt een formulier downloaden van diverse winkels zoals Albert Heijn, Jumbo, Action).
AANDACHTSPUNTEN
Veel materiaal is op internet te vinden, maar het is vaak voor middel- tot hoogopgeleide mensen (MBO+).
1/1
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
EEN SOLLICITATIEFORMULIER
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Een sollicitatieformulier invullen
WAT IS HET DOEL?
Het zelfstandig kunnen invullen van een sollicitatieformulier
BESCHRIJVING
De deelnemers krijgen een voorbeeld van een sollicitatieformulier. Dit wordt klassikaal besproken. Daarna gaan de deelnemers aan de slag met het invullen van een sollicitatieformulier. De docent bespreekt eventuele struikelblokken (taal, werkervaring, wat wel/ wat niet noemen)?
AANWIJZINGEN
Van te voren verzamelt een docent een aantal sollicitatieformulieren. Deze formulieren zijn te downloaden van internet (Gamma, Action, Trekpleister, AH enz.). Typ ‘sollicitatieformulier’ in op Google.
VARIATIES
De deelnemers zoeken op internet een sollicitatieformulier dat past bij hun eigen interesses en mogelijkheden.
AANDACHTSPUNTEN
Het is belangrijk om uit te leggen dat er niet altijd gewerkt worden met sollicitatieformulieren, hoewel solliciteren online steeds populairder wordt. De docent legt uit dat veel uitzendbureaus met invulformulieren werken, terwijl voor de meeste vacatures die via een krant gevonden worden, je een sollicitatiebrief moet schrijven. Het is belangrijk om veelvuldig te oefenen met allerlei vormen van sollicitatieformulieren om gewend te raken aan de taal en aan de verwachtingen.
1/1
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
EEN SOLLICITATIEGESPREK
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Een sollicitatiegesprek voorbereiden
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer weet waar hij/zij op moet letten bij een sollicitatiegesprek.
BESCHRIJVING
Op internet zijn er diverse films te zien als voorbeeld van een sollicitatiegesprek. Zie: Youtube.com/watch?v=qSaMZ3wH97w Deelnemers kunnen zien wat er van een sollicitant verwacht wordt. Bekijk samen een film en bespreek die met elkaar. Wat zag je in de film? Wat viel op? Wat deed de sollicitant goed/minder goed? Daarna doen de deelnemers oefeningen aan de hand van het filmpje. Ze bereiden een sollicitatiegesprek voor m.b.v. een formulier (of brief), hun CV en een door hen meegebrachte vacature.
AANWIJZINGEN
De deelnemers kunnen de voorbereiding doen in kleine groepen. De volgende vragen komen aan bod: >> Welke vragen kun je verwachten tijdens een sollicitatiegesprek? >> Welke kwaliteiten zijn belangrijk voor een bedrijf (refereer aan een concrete vacature)? >> Welke voorbeelden uit mijn eigen werkervaring ga ik gebruiken om mijn kwaliteiten te laten zien?
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad: Lichaamstaal
VARIATIES
Laat de deelnemers werken in een drietal. Een persoon is sollicitant, een is personeelsfunctionaris en de derde persoon observeert en geeft feedback. Ze doen drie rondjes zodat iedereen aan de buurt komt in iedere rol. Als betaald werk (te) ver weg is voor de deelnemers, bereid dan een andersoortig gesprek voor: bijvoorbeeld een gesprek bij de vrijwilligerscentrale of een gesprek met de werkconsulent van de gemeente. Koppel het gesprek aan een concreet doel.
1/1
> WERKBLAD LICHAAMSTAAL De taal die iedereen spreekt: Lichaamstaal
9. Tijdens het gesprek mag je hoofd en handbewegingen maken om jouw woorden kracht te geven.
Tips voor een goede presentatie bij een sollicitatiegesprek.
10. Wees niet bang voor stiltes, je mag best nadenken over een vraag voor je antwoord geeft.
1. Kom op tijd: beter 10 minuten te vroeg, dan 1 minuut te laat. Te laat komen betekent: het gesprek niet erg belangrijk vinden. 2. Bij de kennismaking: Noem je naam, geef een stevige hand en kijk de persoon aan. Een stevige hand = een stevig / stabiel karakter Een slap handje = een slap karakter. De eerste indruk kun je niet overdoen!!!!!! 3. Probeer zo gemakkelijk mogelijk te zitten: rechtop zitten, de rug tegen de leuning en de voeten naast elkaar op de grond. Deze houding betekent dat je de ander respecteert en dat je belangstelling toont. 4. Onderuitgezakt op de stoel zitten of in de stoel hangen kan betekenen dat je geen interesse in de baan hebt. Op het puntje van de stoel gaan zitten betekent dat je gespannen / nerveus bent. 5. Leg je armen op schoot of op de armleuning van de stoel. Kruis je armen niet voor de borst. Doe je dit wel, dan betekent dit dat je onzeker bent, misschien wel bang bent en wil je afstand. Je toont geen open houding. Geef je de indruk bang te zijn, dan geeft men de baan niet aan jou. 6. Zet je tas naast de stoel en niet op schoot. Doe je dit wel, dan wil je afstand. Je toont geen open houding. 7. Rook niet, maar neem iets te drinken aan, als men je dit aanbiedt. 8. Oogcontact is erg belangrijk: wanneer je antwoord geeft op een vraag, kijk de persoon aan die de vraag stelt. Oogcontact betekent dat je respect hebt voor de ander en dat je goed luistert.
11. Goed luisteren, maar begrijp je de vraag niet, vraag dan opnieuw de vraag te herhalen. 12. Je mag best gespannen / nerveus zijn. Dat is heel begrijpelijk en het is een teken dat je het gesprek en de baan erg serieus neemt. Maar ga niet trommelen met je vingers of tikken met een pen!!! 13. Neem pen en papier mee. Tijdens het gesprek mag je dingen opschrijven. Daar maak je een goede indruk mee. 14. Kleding: Trek kleding aan die bij de baan past. Bijvoorbeeld: een costuum en stropdas wanneer je bij een bank gaat solliciteren. In het algemeen geldt: trek kleding aan die lekker zit en bij jou past. Je uiterlijk moet netjes en verzorgd zijn. Make-up is goed, niet te zwaar. Poets je schoenen. Draag nooit sportschoenen en witte sokken. Draag geen pet of hoed, geen zonnebril en geen opzichtige sierraden. En kauw niet op kauwgum. 15. Aan de hand van lichaamstaal wordt gekeken >> hoe onzeker je bent of juist zelfverzekerd. >> of je een druk of juist een rustig mens bent. >> of je stressbestendig bent. >> hoe enthousiast je bent >> of je een aardige man of vrouw bent.
KUNDE > AAN DE SLAG�����������������������������������������
EEN SOLLICITATIEGESPREK OEFENEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Hoe moet ik me gedragen tijdens een sollicitatiegesprek?
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer ervaart in een oefensituatie hoe het is om een sollicitatie – of intakegesprek of een deel daarvan te voeren.
BESCHRIJVING
De deelnemers oefenen een sollicitatiegesprek (of een deel daarvan) zo mogelijk met iemand die ze niet kennen in een rollenspel. De acteur speelt de rol van personeelsfunctionaris. Voor de klas wordt een sollicitatiesetting gecreëerd. Deelnemers hebben hun CV en een vacature bij zich. Het oefening begint met het ophalen van de deelnemer – sollicitant – uit een ‘wachtruimte’. De lengte van het daaropvolgend gesprek kan variëren.
AANWIJZINGEN
De docent, de acteur en de andere deelnemers geven feedback. Gebruik het Werkblad Observatie en Feedbacklijst en/of het Werkblad Sollicitatiegesprek Tips.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Sollicitatiegesprek Tips Werkblad Observatie en Feedbacklijst
VARIATIES
De deelnemers krijgen een gerichte feedbackopdracht. Bijvoorbeeld: let op lichaamstaal, let op het beantwoorden van de vragen. In plaats van een sollicitatiegesprek te oefenen, kunnen deelnemers een (intake) gesprek oefenen met een uitzendbureau of een gesprek met een consulent van de gemeente (vooral als de deelnemer een uitkering ontvangt).
AANDACHTSPUNTEN
Als de drempel te hoog is, kan alleen de eerste minuut van het gesprek worden geoefend.
1/1
> WERKBLAD SOLLICITATIEGESPREK TIPS Sollicitatiegesprek tips – voorbereiden
Sollicitatiegesprek tips – vragen
Zorg ervoor dat je goed voorbereid bent op je gesprek:
Tijdens een sollicitatiegesprek komen geregeld dezelfde soort vragen aan bod. Het bedrijf wil natuurlijk een indruk krijgen van wie je bent en wat je voor het bedrijf kunt betekenen. Het bedrijf is geïnteresseerd in je werkervaring en in waarom je voor het bedrijf wilt werken.
1
Zoek informatie op over de organisatie en bedenk vragen die laat zien dat je geïnteresseerd bent in het bedrijf.
2
Vergeet niet om een kopie van je CV en je sollicitatiebrief mee te nemen naar het gesprek. Lees ze nog een keer door.
3
Lees de advertentie nog een keer en bedenk van tevoren waarom jij geschikt bent voor de functie.
>> Waarom denk je dat je geschikt bent voor deze functie? >> Kun je jezelf in een paar zinnen omschrijven?
4
Bedenk wat voor soort vragen die gesteld kunnen worden. Wat zijn jouw antwoorden hierop?
>> Waarom heb je op deze functie gesolliciteerd?
5
Bepaal van tevoren wat je absoluut wilt vertellen tijdens het gesprek. Welke indruk wil je achterlaten?
>> Wat zijn je positieve en negatieve eigenschappen?
6
Heb je alle belangrijke gegevens opgeschreven: naam contactpersoon, telefoonnummer, adres, tijdstip?
>> Wat vind je het meest interessant in deze functie?
7
Zorg ervoor dat je niet te laat komt.
>> Werk je liever samen of alleen? >> Waarom heb je gekozen voor je (huidige) opleiding? >> Waarom moeten we jou aannemen? >> Waar wil je over 5 jaar zijn? >> Kun je een voorbeeld geven van een probleem dat je opgelost hebt in je vorige baan? Verwacht ook algemene vragen over je CV. BELANGRIJK: Wees voorbereid! Hetzelfde geldt voor een gesprek bij een uitzendbureau, de vrijwilligerscentrale of bij de consulent van de gemeente. Verzamel voldoende informatie van tevoren, zodat je de meeste verwachte vragen kunt beantwoorden. Wees CONCREET met je antwoorden. Dus als jouw consulent / contactpersoon (van de gemeente) vraagt “Wat voor soort werk/studie wil je doen”? — een goed antwoord is NIET “het maakt niet uit, ik kan alles”. Bedenk vooraf wat je PRECIES wilt en kunt en HOUD REKENING met de belangen en beperkingen van de ander, of van zijn organisatie, (bijv. regels en wetten.)
> WERKBLAD OBSERVATIE EN FEEDBACKLIJST Positieve en duidelijke feedback helpt mensen begrijpen wat ze goed doen en stimuleert mensen om het een volgende keer weer zo te doen. Mensen leren sneller nieuwe vaardigheden als de aandacht wordt gevestigd op wat zij goed doen in plaats van op wat zij niet goed doen. Positieve dingen waar je op kunt letten zijn:
POSITIEVE DINGEN WAAR JE OP KUNT LETTEN ZIJN:
IK ZAG...
WIJZEN OP NIET UITGESPROKEN GEVOELENS:
OOGCONTACT
ZELFVERZEKERD
DUIDELIJKE COMMUNICATIE
BETROKKEN, INVOELEND, MEELEVEND
EEN PRETTIGE GLIMLACH
WARMTE
EEN RUSTIGE MANIER VAN SPREKEN
INITIATIEF
NUTTIGE VRAGEN STELLEN
CREATIEVE OPLOSSINGEN ZOEKEN
GOED LUISTEREN
VRIENDELIJK
VOOR JEZELF OPKOMEN
OPRECHT
OVERTUIGEN
MOED
IK ZAG...
> TAALWERKBLAD SOLLICITEREN WOORDENLIJST
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
curriculum Vitae (CV)
>
functie
>
gerichte sollicitatie
>
geschikt
>
iemand aannemen
>
kandidaat
>
lay-out
>
online sollicitatie
>
open sollicitatie
>
opleidingen
>
opleidingsniveau
>
personalia
>
personeel en organisatie (P&O)
>
personeelsfunctionaris
>
persoonlijke gegevens
>
referentie
>
situatie
>
sollicitatiebrief
>
sollicitatieformulier
>
sollicitatiegesprek
>
taken
>
NEDERLANDSE TAAL
BETEKENIS (MAG IN EIGEN TAAL)
uitnodigingsbrief
>
visitekaartje
>
vrijetijdsbesteding
>
werkervaring
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
...........................................................................................
>
GESPREK VOEREN Situatie
Script voor sollicitatiegesprek
Ibrahim Ahmed heeft gesolliciteerd naar de functie
Ibrahim: Goedemorgen, ik ben Ibrahim Ahmed.
van medewerker food-service (restaurant) bij Ikea in
De Vries: Goedemorgen. U komt hier voor de functie
Groningen. Ibrahim heeft een brief ontvangen van Ikea en is uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek in Groningen. Ibrahim heeft een gesprek met de heer Jan de Vries, personeelsfunctionaris van de Ikea vestiging in Groningen.
van medewerker food-service?
Ibrahim: Ja, dat klopt. De Vries: Gaat u zitten. Ik ben de heer De Vries,
personeelsfunctionaris van Ikea in Groningen.
Wilt u een kopje koffie?
Ibrahim: Ja, graag. De Vries: Hier staat suiker en melk als u wilt. Kon u het
makkelijk vinden?
Ibrahim:
Nou, ik heb even gekeken naar de
routeplanner op internet.
De Vries: U komt niet uit Groningen? Ibrahim: Nee, ik kom met de auto uit Leeuwarden. De Vries: Oh, dat is best wel een eindje reizen. Ibrahim: Ja, maar reizen is voor mij geen probleem.
Ik houd van autorijden.
De Vries: Kunt u misschien iets over u zelf vertellen? Ibrahim: Ja, dat is goed. Ik ben Ibrahim Ahmed. Ik kom uit Soedan. Ik ben 35 jaar en woon nu vijf jaar in Nederland. Ik ben getrouwd en heb twee kinderen. Een zoon en een dochter. In mijn eigen land heb ik vijf jaar gewerkt in het restaurant van een klein hotel van mijn broer.
De Vries: Ik lees in uw CV dat u in Nederland drie
pakketten en drankjes aanvullen, maaltijden
jaar hebt gewerkt in de keuken van een
bereiden, tafels opruimen, schoonmaken,
verzorgingshuis?
afval verwerken enzovoort.
Ibrahim: Ja, dat klopt. Kort geleden is mijn contract
De Vries: Hoe vindt u het om samen te werken binnen een team?
niet verlengd, omdat het verzorgingshuis mij geen vaste baan wilde geven.
Ibrahim: Ik vind het prettig om met collega's te
De Vries: Dat is jammer voor U. Wat voor werk deed u
overleggen wie wat gaat doen en als ik het niet weet kan ik advies vragen. Dat je elkaar
in de keuken?
kunt helpen om het restaurant goed te laten
Ibrahim: Verschillende werkzaamheden. Zoals inkopen
lopen.
van etenswaren, koken, schoonmaken, maaltijden klaarmaken, groenten snijden
De Vries: Hebt u misschien nog vragen?
enzovoort.
Ibrahim: Ja, in de vacature staat iets over
De Vries: Waarom solliciteert u naar deze baan?
onregelmatig werken. Wat worden mijn
Ibrahim: Ik wil graag werken. Ik heb een gezin en wil
werktijden?
graag voor mijn gezin zorgen. Ook wil ik graag
De Vries: Meestal werkt u overdag, maar soms ook 's
werk met meer contact met klanten en werk
avonds en een enkele keer in het weekend.
ik graag in een team van collega's.
Ikea heeft ruime openingstijden. Elke week maken we een rooster met de werktijden van
De Vries: Kunt u een belangrijke kwaliteit van u zelf
alle medewerkers in het restaurant.
noemen? Ibrahim: Ik kan goed organiseren. Zowel in het hotel in Soedan als in de keuken van het verzorgingshuis moest ik altijd verschillende dingen doen. Dan moet je goed kunnen organiseren om alles op tijd klaar te hebben. De Vries: Dat komt goed uit, want in deze functie heeft u ook verschillende taken. Voorraden eet
Is dat een probleem voor u?
Ibrahim: Nee hoor. Ik hou wel van variabele werktijden. Ibrahim: Krijg ik ook reiskostenvergoeding? De Vries: Er bestaat een regeling bij ons bedrijf voor woon-werkverkeer. U krijgt de benzinekosten voor de helft vergoed. De andere helft betaalt
u zelf. Ibrahim: Dat is mooi. Ik heb nog een vraag. Hoe gaat de procedure verder? De Vries: Er zijn in totaal vijf kandidaten. Binnen een week krijgt u een brief. Daarin staat of u de baan gekregen heeft of dat u bent afgewezen. Als u de baan krijgt hebben we eerst nog een gesprek over de arbeidsvoorwaarden en het contract. Dan kan ik u ook vertellen wanneer u begint. Ibrahim: Prima. De Vries: Zal ik u het restaurant nog even laten zien? Ibrahim: Ja, dat is fijn.