Uitprobeerpakket Toetsboek 8 • groep 8 • blok 4
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
BASISTOETS
Taalbeschouwing BLOK
4
1
Maak de zin af. Een accent is vaak nodig ___
Q als je een woord moet afbreken. Q voor de uitspraak van een woord. 2
Welke woorden zijn goed gespeld? Q creme of Q crème Q sáte of Q saté Q scène of Q scéne
3
Waarom staan er streepjes op het woord héél? Lianne heeft héél lang geslapen.
Q om het woord héél in de zin te benadrukken Q omdat héél een Frans leenwoord is Q op het woord héél horen altijd streepjes
Hoe kun je een woord afbreken als het niet op de regel past? Q Je schrijft één of een paar lettergrepen op een regel. Op de volgende regel schrijf je een afbrekingsstreepje en de rest van het woord. Q Je zet een afbrekingsstreepje na een lettergreep van het woord. De rest van het woord schrijf je op de volgende regel.
5
Hoe verdeel je de woorden in lettergrepen? Kruis voor elk woord het goede antwoord aan. Q stu-kje of Q win-kel of Q hond-je Q stuk-je of Q wink-el of Q hon-dje
6
Hoe moet je het woord afbreken? Zet een streep onder de eerste letter die op de nieuwe regel komt. herfstblad
Welk woord is goed verdeeld in lettergrepen? Q af-me-ting Q pla-tte-grond Q schild-er-we-rk
8
BLOK 4
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
7
versie 1, geen kopieermateriaal
4
27
8
In welke zin staan de leestekens goed? Q Jim zegt: dat hij vroeg naar huis gaat. Q Lia heeft een warme, dikke winterjas. Q Tera vraagt? ‘Mag ik jouw fiets lenen.’
9
In welke zin staan de leestekens goed? Q Linda zegt, Wat aardig dat je mij geholpen hebt! Q Linda zegt: ‘Wat aardig dat je mij geholpen hebt!’ Q Linda, zegt ‘Wat aardig dat je mij geholpen hebt!’
10
In welke zin staan de hoofdletters en de leestekens goed? Q Groep 8 had vandaag een Gesprek, over heimwee hebben. Q ‘Heeft iemand van jullie wel eens heimwee gehad’, vroeg de meester? Q luuk stak meteen zijn vinger op, om iets te zeggen. Q We wisten het allemaal, dat hij zijn oude huis in Middelburg erg miste.
Schrijven Wanneer kun je het best een formele brief schrijven? Q als je een klacht hebt over een game die steeds vastloopt Q als je je vrienden wil uitnodigen voor een groot feest Q als je wilt laten weten dat je vandaag niet kunt trainen
12
Wat schrijf je in een brief met een verzoek? Q Waar jij veel over weet. Je schrijft informatie over het onderwerp in de brief. Q Wat er volgens jou ergens aan moet veranderen. Je geeft er ook argumenten bij. Q Wat je ergens van vindt. Je schrijft erbij waarom je dat vindt.
13
Welk stukje komt uit een ingezonden brief? Q Een burgemeester mag zijn vakantie niet door een bedrijf laten betalen vind ik, want dan laat hij zich omkopen. Q Morgen komt de burgemeester terug van vakantie. Vanaf maandagochtend kunt u weer terecht op het spreekuur. Q Nederland kreeg in 1946 de eerste vrouwelijke burgemeester. Nu is ongeveer één op de vijf burgemeesters vrouw.
14
Wat hebben de twee zinnen met elkaar te maken?
Q het gaat om de reden Q het gaat om een tegenstelling
28
8
BLOK 4
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
In sommige landen is het verboden om kinderen die jonger zijn dan negen jaar alleen naar de speeltuin te laten gaan. In Nederland zijn daar geen regels voor.
versie 1, geen kopieermateriaal
11
15
Waarmee geef je meer uitleg bij de tekst? Remco en Dees doen vaak klusjes voor mensen in de buurt. Soms geven de mensen hun daar iets voor. Maar Remco en Dees vinden het niet erg als ze niets krijgen. Ze vinden het leuk om te doen.
Q Eric woont in dezelfde straat als Remco en Dees. Hij houdt niet zo van klusjes.
Hij gaat liever voetballen. Q Voorbeelden van klusjes die ze doen, zijn boodschappen doen, de hond
uitlaten en op kleine kinderen passen.
Woordenschat 16
Welke uitdrukking past erbij? Luister goed en onthoud wat ik zeg, ik zeg het maar één keer.
Q in je oren knopen Q met rode oortjes Q tot over je oren 17
Wat is de documentaire? Q een apparaatje dat in het lichaam wordt gebracht Q een programma over iets wat echt is gebeurd Q een tekening waarop je kunt zien wat iemand hoort
18
Hoe kun je het anders zeggen? Rens kan zijn oren niet geloven.
19
Wat betekent de zin? Met die vuile kleren kan Kim zich niet op school vertonen.
20
Hoe noem je een leraar die mensen helpt bij het beter leren praten? Q de audicien Q de kno-arts Q de logopedist
8
BLOK 4
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Q Kim kan zich beter niet op school laten zien met die vuile kleren. Q Kim krijgt straf als ze met die vuile kleren op school komt. Q Kim zorgt dat niemand op school weet dat ze vuile kleren heeft.
versie 1, geen kopieermateriaal
Q Rens hoort niet goed, er is iets mis met zijn oren. Q Rens is erg verbaasd over wat hij hoort. Q Rens vergeet altijd meteen wat hij hoort.
29
21
Wat betekent revalideren? Na de ingreep moet Marcel revalideren.
Q begrijpen wat iemand zegt door naar de lippen te kijken Q iets opnieuw leren na een operatie, bijvoorbeeld lopen of horen Q met gebaren duidelijk maken wat je bedoelt 22
Wat betekent de zin? ‘Voor wat, hoort wat’, zegt Astrid.
Q Als iemand iets voor je doet, moet jij ook iets terugdoen. Q Het is niet aardig om stiekem iemand af te luisteren. Q Wie niet goed luistert, weet niet wat hij moet doen. 23
Welke zin past er het best bij? Berber luistert maar met een half oor naar de meester.
Q Berber denkt dat het niet waar is, wat de meester zegt. Q Berber kan niet zo goed verstaan wat de meester zegt. Q Berber luistert niet zo goed naar wat de meester zegt. 24
Wat betekent de zin? Sep vraagt wie zin heeft om te gaan schaatsen. Daar hebben de meeste kinderen wel oren naar.
25
Wat doet een tolk? Q apparaten die kapot zijn repareren Q wat iemand zegt in een andere taal vertalen Q zorgen dat het geluid goed in de ruimte klinkt
V
versie 1, geen kopieermateriaal
Q De meeste kinderen denken dat Sep hun iets wijsmaakt. Q De meeste kinderen doen net of ze het niet hebben gehoord. Q De meeste kinderen hebben wel zin om mee te gaan.
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
30
8
BLOK 4
EXTRA TOETS BLOK
4 Schrijven 1
Je gaat een brief met een verzoek schrijven. Lees waar de brief over gaat. Stel je voor: over een tijdje gaan alle kinderen van groep 8 naar nieuwe scholen kijken op een open dag. Jij en je klasgenoten hebben er veel zin in, maar jullie vinden het ook spannend. Het liefst zouden jullie alleen met de kinderen uit jullie eigen klas naar de open dag willen gaan. En niet meteen met kinderen van de andere basisscholen erbij. Je gaat een brief met een verzoek schrijven aan de middelbare school, waarin je vraagt of dat kan. Je kunt die brief sturen aan mevrouw Jongmans. Denk alvast na over de reactie van de school. Ze kunnen misschien niet alle basisscholen apart laten komen omdat er maar een paar dagen zijn waarop dat kan. Bedenk wat je daarover kunt schrijven en welke argumenten je kunt gebruiken.
Aantekeningen
versie 1, geen kopieermateriaal
8
BLOK 4
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Schrijf de brief. Schrijf duidelijk op wat je wilt vragen, en leg goed uit waarom je dat wilt. Dat kun je doen door voorbeelden te geven of erbij te schrijven wat je ergens precies mee bedoelt. Je mag er zelf meer bij bedenken. Zet bovenaan je woonplaats en de datum. Zet een aanhef boven de brief en sluit af met een groet.
31
De Scholengemeenschap Straatweg 2 2311 KB Leiden ,
(plaats en datum) , (aanhef en naam)
versie 1, geen kopieermateriaal
(naam)
32
8
BLOK 4
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
(afsluitende groet)
Lees je brief nog een keer als hij af is. Heb je goed opgeschreven wat je bedoelt? Staan er geen fouten in? Verander of verbeter je brief als dat nodig is. 2
Bekijk de afbeelding van kinderen die op school lunchen. Bedenk wat je vindt van wat ze eten.
Zet een kopje boven je brief, en vergeet je naam niet.
8
BLOK 4
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Let in je brief op goede zinnen en op de samenhang: wat je opschrijft, heeft met elkaar te maken. Dat kun je bijvoorbeeld laten zien door signaalwoorden en verwijswoorden. En ook door de volgorde duidelijk te maken, een opsomming, tegenstelling of vergelijking te geven.
versie 1, geen kopieermateriaal
Stel je voor dat deze afbeelding in een kinderkrant staat. Schrijf op de volgende bladzijde in je toetsboek een ingezonden brief naar de krant. In de brief schrijf je wat je ervan vindt en waarom je dat vindt. Moeten er strengere regels komen voor wat er in de broodtrommels zit? Of juist niet? Geef er argumenten bij en eindig de brief met een conclusie of belangrijke slotzin.
33
versie 1, geen kopieermateriaal
34
8
BLOK 4
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
V
Lees je ingezonden brief nog een keer als hij af is. Heb je goed opgeschreven wat je bedoelt? Staan er geen fouten in? Verander of verbeter je brief als dat nodig is.