Informatiebrochure groep 4 tot en met 8 (actuele versie sept. 2014)
Beste ouders / verzorgers, Voor u ligt de informatiebrochure. Deze brochure bestaat uit twee delen: het algemene gedeelte en het specifieke gedeelte. In het algemene gedeelte wordt u geïnformeerd over de inhoud van de belangrijkste leer- en vormingsgebieden in de groepen 4 t/m 8. In het specifieke gedeelte staan een aantal specifieke zaken van de groep waarin uw kind dit schooljaar zit. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u uiteraard terecht bij de groepsleerkracht.
Wij hopen ook dit schooljaar op een prettige samenwerking.
Team basisschool Op Weg
1
ALGEMEEN GEDEELTE
Het begin van de dag..... In het algemeen willen de kinderen wat vertellen als ze ’s morgens op school komen. (spreekvaardigheid) Daarvoor krijgen ze dan ook de gelegenheid. Van belang hierbij is ook dat de kinderen goed naar elkaar leren luisteren en leren reageren op elkaar. vervolgens nemen we met de kinderen de dag door. Dit gebeurt met behulp van pictogrammen, zodat de kinderen de structuur van de dag goed kunnen overzien. Dit biedt houvast en geeft duidelijkheid. Er is in de klassen een opbouw te zien van een planbord in groep 1 tot en met een weektaak in groep 8. EEN HOMOGENE OF HETEROGENE (COMBINATIE-) KLAS Dit jaar zitten de kinderen van groep 4, 5, 6 en 7 in een combinatieklas. In het begin van het jaar krijgen ze de tijd om te wennen. Sommige dingen zijn anders dan in een homogene groep (dan zitten alle kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar), maar we hebben vooral veel overeenkomsten. We werken in alle groepen met dezelfde systematiek voor het zelfstandig werk. In de hele school werken we aan uitgestelde aandacht door middel van het blokje met 3 kleuren. We zullen vooral tijdens vakken die gezamenlijk gegeven worden, werken als één groep. Een verschil met een homogene groep is dat de leerkracht aan twee groepen instructie geeft. Dat wil in de praktijk zeggen dat eerst de ene en dan de andere groep instructie krijgt. De groep die geen instructie krijgt, heeft werk gekregen waarmee ze zelfstandig aan de slag kan.
ZELFSTANDIG WERKEN Sinds een aantal jaren zijn wij bezig met het zelfstandig werken in de klas. Zelfstandig leren krijgt meer aandacht omdat; de samenleving steeds meer om vormen van leren vraagt, die een leven lang meegaan; het inzicht groeit dat leerprestaties toenemen als de aandacht van de leerkracht verschuift van leerproduct naar leerproces; als de leerlingen zich zelf ook actief bezighouden met hun leerproces nemen de leerresultaten nog meer toe; de leerkracht zal als begeleider van het leerproces, de leerlingen meer aanspreken op hun (vaak nog te ontwikkelen) vermogen actief en bewust te gaan leren. Dit wordt vanuit groep 1 steeds verder uitgebouwd met als einddoel de volgende klassenorganisatie: De kinderen krijgen aan het begin van de dag instructie voor de diverse vakken. Daarna gaan zij zelfstandig aan het werk. Deze blokken van zelfstandig werken worden regelmatig onderbroken door enerzijds de pauze en andere activiteiten. Ook houden de kinderen op hun dag- of weektaak bij wat ze die dag moeten doen tijdens het zelfstandig werken. Tijdens het zelfstandig werken maken we gebruik van een blokje. Hierop staan de kleuren: Geel: Als de kinderen tijdens hun werk niet gestoord willen worden dan leggen ze hun blokje op geel. Groen: Dit wil zeggen dat je andere kinderen wilt helpen als dit nodig is. Rood: Als de kinderen een vraag hebben dan leggen ze hun blokje op rood. Het kan zijn dat de vraag binnen het groepje al beantwoord wordt, anders komt de leerkracht om te helpen. Als die niet meteen kan komen, dan pakken de kinderen ander werk. Zo leren ze omgaan met uitgestelde aandacht.
2
Op deze manier worden kinderen zelfstandiger en zal de leerkracht groepjes kinderen intensiever kunnen begeleiden.
Het zelfstandig werken vereist heel wat vaardigheden van de kinderen, deze beheersen zij niet meteen maar geleidelijk leert de leerkracht dit aan.
NEDERLANDSE TAAL Voor Nederlandse taal gebruiken we de nieuwe methode Taal Actief. Taal actief is een resultaatgerichte en praktische methode met een duidelijke structuur, doordachte leerlijnen en veel houvast voor iedereen. Taal actief bestaat uit de onderdelen taal, spelling en woordenschat extra. Elk thema begint met een verhaal, geschreven door een bekende kinderboekenauteur. Daarin komen al enkele taaldoelen en spellingdoelen aan bod. Met Taal actief werken de kinderen op hun eigen niveau. Alle lesdoelen zijn op 3 niveaus uitgewerkt. Voor taalbegaafde kinderen heeft Taal actief een plusboek met uitdagende opdrachten . Voor kinderen met een beperkte woordenschat heeft Taal actief het programma woordenschat extra. In dit programma worden eenvoudige woorden aangeboden om deze kinderen extra te helpen.
LEZEN Lezen is een centraal onderdeel van de Nederlandse taal. Op school krijgt uw kind onderwijs in technisch lezen en begrijpend lezen. Voor technisch lezen gebruiken we de aanpak van Estafette en voor begrijpend lezen Tussen de Regels. De kinderen met een Avi-plus niveau kunnen ook met “nieuwsbegrip” aan de slag zodat zij extra uitdaging en aanbod hebben. A) Technisch lezen Bij het lezen in groep 4 leren kinderen vloeiend lezen, dus zonder hakkelen of lange pauzes. Daarnaast komt er meer aandacht voor het lezen van zinnen op toon, de leestekens en het lezen in een goed tempo. Nadat het voortgezet technisch lezen in groep 4 volop in gang is gezet, gaan we daarmee in groep 5 en 6 door. Bij het voortgezet technisch lezen gaat het om het goed verklanken van de woorden, het lezen in logische woordgroepen (zinsdelen), het lezen van de zinnen op een toon die bij de tekst past. De leerlingen gaan bij het oefenen hiervan steeds beter inzien dat de leestekens zoals komma, punt, vraagteken, uitroepteken, dubbele punt enz. een belangrijke hulpfunctie vervullen bij het nauwkeurig lezen van een tekst. In groep 7 en 8 concentreren we ons op het voortgezet technisch lezen. Vooral bij het lezen van de diverse teksten van bijvoorbeeld wereldoriëntatie. Verder kunnen we gebruik maken van Estafette en nieuwsbegrip.
3
Ook is er voldoende tijd om “vrij” te lezen. Kinderen kiezen dan zelf een boek, op hun niveau en lezen zelfstandig op eigen tempo. Om plezier in lezen te promoten doen we ook mee aan het project De rode draad. Dit is een initiatief van de biblio-theek. Daarnaast kunnen de leerlingen meedoen aan de kinderjury en besteden we aandacht aan de Kinderboekenweek in oktober. B) Begrijpend Lezen Voor begrijpend lezen gebruiken we de methode Tussen de regels. Het hoofddoel van Tussen de regels is om leesbegrip te kweken. Dit wordt geprobeerd door een aantal vaardigheden aan te bieden, namelijk: -
leesvaardigheden studievaardigheden opzoekvaardigheden.
Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van andere lesvormen en materialen, zoals bijvoorbeeld poëzie en de lessen ‘met andere ogen’, waarin met andere ogen naar een tekst wordt gekeken. De methode biedt extra ondersteuning aan leerlingen die gebaat zijn bij extra hulp. Een gevolg hiervan is dat kinderen zelf teksten uit hun lesboek mogen kiezen en dus niet automatisch alle teksten behandelen. U zult aan het einde van het schooljaar dan ook een werkboekje zien wat niet helemaal ingevuld is. Er zijn lessen waarin kinderen zelfstandig moeten werken, lessen waarbij ze samen moeten werken en er zijn lessen waar de kinderen instructie krijgen van de leerkracht. De thema’s en teksten sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen.
SCHRIJVEN Voor schrijven gebruiken we de methode “Pennenstreken”. In groep 3 hebben de kinderen via deze methode het verbonden schrift geleerd. Er wordt o.a. gelet op de penvoering (hanteren van het schrijfmateriaal), de regelmaat van het schrift en de algehele schrijfhouding. Elk jaar worden de regels waartussen men schrijft kleiner. In groep 4 leren de kinderen de hoofdletters. In groep 5 wordt aandacht besteed aan de verdere ontwikkeling van een goed leesbaar handschrift. Het gebruik van de hoofdletters wordt geautomatiseerd. In groep 6 wordt het gebruik van hoofdletters en de leestekens verder geautomatiseerd. Verder leren de kinderen ook steeds meer om op tempo te schrijven. In groep 7 wordt er nog steeds geschreven in het zogenaamde schuine verbonden schrift. In groep 8 ligt de nadruk op het ontwikkelen van een persoonlijk handschrift. Criteria daarbij zijn netheid en regelmaat.
Pennen: om de kinderen goed te leren schrijven hebben we er voor gekozen om met ingang van dit schooljaar te gaan schrijven met rollerpennen waar inktpatronen in kunnen. Die pennen hebben een soft grip in de vorm van een driehoek en dat komt de pengreep ten goede. Alle kinderen van groep 4 t/m 8 krijgen eenmalig zo'n pen van school. Mocht de pen kapot of kwijt zijn, dan moet er een nieuwe aangeschaft worden. Daarvoor vragen we dan een bijdrage van 4 euro per pen. We beseffen ons dat het niet goedkoop is, maar voor de schrijfontwikkeling van de kinderen is het goed. Naast deze rollerpen krijgen de kinderen geen andere pennen meer van school. Als ze met een balpen willen schrijven, mogen ze er een van thuis meebrengen. Desgewenst mogen de kinderen ook een etui meebrengen voor gebruik op school. 4
REKENEN We werken in groep 3 t/m 8 met de rekenmethode Alles Telt. De methode staat voor: interactief onderwijs zelfstandig werken met aandacht voor zelfstandig leren evaluatie van het leerproces Deze didactiek is in de opbouw van de gehele methode verwerkt: leerkrachtgebonden lessen voor interactief onderwijs, leerkrachtvrije lessen voor zelfstandig werken, leren van leervaardigheden en regelmatig toetsen om leerprocessen te evalueren. Verder gaat de methode uit van: één onderwerp per les speciale aandacht voor zwakke rekenaars 40% van de tijd instructie, 60% zelfstandig werken verschillende automatisering- en oefenvormen binnen de rekentijd realistisch in inhoud en beeld Vanaf groep 6 biedt Alles telt drie leerwegen die inhoudelijk en organisatorisch volledig op elkaar zijn afgestemd. De leerlingen volgen allemaal hetzelfde lesritme. Na de gezamenlijke, interactieve les verwerkt iedere leerling op eigen niveau de stof. Eventueel in een speciaal hiervoor bestemd werkschrift: het Maatschrift. Deze manier van werken sluit goed aan bij de weg die wij bij rekenen al ingeslagen zijn, namelijk het werken op verschillende niveaus. Dit is ook terug te zien in de groepsplannen waarin alle kinderen ingedeeld zijn op hun eigen niveau.
Maatschriften en Plusschriften vanaf groep 4 De Maatschriften kunnen in de groepen ingezet worden voor leerlingen voor wie de basisstof lastig is. De Plusschriften voor verbreding en verrijking. Dus voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben. Alles telt en ICT De leerlingen van groep 3 tot en met 8 oefenen op de computer of doen rekenspelletjes. De activiteiten sluiten aan bij de oefenstof in de zelfstandige werklessen. Door de individuele registratie per leerling hebben we een goed zicht op de leervorderingen. Daardoor hebben we de mogelijkheid om tijdig te ondersteunen of verdieping in stof aan te bieden. Internet: Bij Alles telt is een internetsite www.allestelt.nl ontwikkeld. Hier is actuele en algemene informatie over de methode te vinden. De site biedt activiteiten voor de leerlingen die afgestemd zijn op Alles telt en sluiten aan bij actualiteiten. Tafels Graag willen wij uw speciale aandacht vragen voor de tafels. Dit is een belangrijk onderdeel. Als kinderen de tafels kennen hebben ze hier in het verdere rekenonderwijs voordeel van. Het komt namelijk steeds weer terug; bij het delen, bij de breuken en bij de procenten. In groep 4 wordt gestart met de tafels 1 t/m 5 In groep 5 de tafels 1 t/m 10. In groep 6 en 7 komen de tafels ook regelmatig aan de orde. We willen u vragen om thuis ook regelmatig aandacht te besteden aan de tafels. Op de site www.rekenweb.nl zijn diverse oefeningen te vinden waarmee uw kind spelenderwijs aan de slag kan. 5
WERELDORIËNTATIE A) De blauwe planeet: Dit is de aardrijkskundemethode: kinderen worden op tal van manieren in contact gebracht met mensen in verschillende leefsituaties, zodat ze inzicht krijgen in situaties en processen die de inrichting van de ruimte om ons heen beïnvloeden. De aardrijkskundige thema’s zoals wonen, werken, reizen, recreëren, water, landbouw en landschap komen aan de orde. Groep 4: de eigen en ruimere leefomgeving. Groep 5: kaartvaardigheden, uitgangspunt is de directe leefomgeving, later wordt dit uitgebreid tot Nederland. Groep 6: Nederland staat centraal. Voor het eerst wordt ook de topografische kennis van de kinderen getoetst. In groep 6 is dat de topografie van Nederland. Groep 7: De leerstof behandelt Europa. Allereerst een algemene verkenning. Ook de topografie van Europa wordt getoetst. Groep 8: een globale verkenning van de wereld (werelddelen, oceanen) en de topografie daarvan. Tevens komt er in groep 5 t/m 8 natuur en milieu aan bod en wereldburgerschap. Er is speciale software bij deze methode aanwezig en internetopdrachten. B) De Trek: We werken met de geschiedenismethode De trek. http://www.detrek.nl/web/Over-De-Trek/Uitgangspunten-1.htm Met de multimediale geschiedenismethode De Trek zitten kinderen midden in de geschiedenis. Bijvoorbeeld door een ruilhandel tussen jagers en boeren na te spelen. Door met een speer te jagen op rendieren in een interactief spel. Door een Romeinse gevechtshelm te maken. Of een tv-interview over de Tweede Wereldoorlog te maken. Ze ervaren hoe het is om in een bepaalde tijd te leven en te denken. Vanuit die ervaring krijgen kinderen een realistisch beeld van de geschiedenis. De Trek daagt kinderen uit zélf onderzoek te doen, zélf vragen te stellen en zélf oplossingen te zoeken.
Stappenstructuur Elke module bestaat uit 8 stappen (lessen). De doelstelling en de aanpak van elke stap is in elke module gelijk. Dit maakt dat leerlingen zonder problemen zelfstandig aan de slag kunnen.
Blokken De Trek is opgebouwd uit blokken. In elke jaargroep worden 4 blokken behandeld. De trek doorloopt de geschiedenis 2 keer gedurende de groepen 4 t/m 8.
C) Binnenstebuiten Vanaf schooljaar 2013-2014 werken we met Binnenstebuiten. (gr. 5, 6 en 7 en z.s.m. voor gr. 8: als de methode klaar is) Dit is een compleet nieuwe methode voor natuur en techniek. Binnenstebuiten werkt vanuit het principe ‘voelen is onthouden’. Het prikkelt leerlingen om zelf te willen weten en onderzoeken hoe iets zit. 6
-Elke les geeft een nieuwe uitdaging: Hoe kun je een tornado maken? Hoe erg is het wanneer jouw favoriete dier uitsterft? Hoe maak je appelsap? -Binnenstebuiten laat kinderen stap voor stap ontdekken en ervaren. Met prachtige foto’s, grappige filmpjes en haalbare proeven en onderzoekjes, waarna ze de wereld nooit meer hetzelfde zullen zien. -Kinderen begrijpen de leerstof sneller en onthouden het beter omdat ze met Binnenstebuiten zelf zien, voelen en samen beleven. -Input uit de praktijk: Samen met wetenschappers en het Science Center Nemo hebben ze vele leerzame, leuke proefjes ontwikkeld waarmee kinderen de wereld zelf ontdekken. Nieuwsgierig geworden? Kijk voor meer informatie op www.binnenstebuiten.nl
Beoordelingen wereldoriëntatie: de methodes van wereldoriëntatie kennen een aantal toetsen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur. Daarnaast zijn er presentaties waarin kinderen laten zien wat zij geleerd hebben en waarop ze worden beoordeeld. Naast de methodes wordt er ook ruimte gemaakt voor actuele thema’s. Onder andere door het bezoeken van Bezoekerscentrum Slabroek (natuureducatie). Ook kijken we naar verschillende t.v.series van de NOT. Dit wordt zoveel mogelijk geïntegreerd in het onderwijsaanbod zodat het geen op zichzelf staande zaken zijn. TECHNIEK Wij werken op onze school met de “Techniek Torens”. De techniektorens bestaan uit 3 opbergmeubels waarin de lessen (lesmappen) en leskisten overzichtelijk zijn opgeborgen. *Onderbouw Toren (voor groepen 1 en 2) *Middenbouw Toren (voor groepen 3, 4, 5) *Bovenbouw Toren (voor groepen 6, 7,8) Er zitten voor iedere groep 10 techniek leskisten in. Er is sprake van doorlopende leerlijnen voor constructie, transport, communicatie en productie. Daarbij komen ook chemie, elektrotechniek, spiegeling, licht, klimaat, temperatuur, weer en duurzame energie aan bod. EHBO Ook dit jaar zullen de leerlingen van groep 8 weer in de gelegenheid gesteld worden het jeugd-EHBO-A diploma te halen. Hiervoor werken we samen met vrijwilligers met een EHBO-diploma die vanaf maart enkele weken leerlingen, onder schooltijd, begeleiden. Voor de diploma-uitreiking zullen de ouders een uitnodiging ontvangen. VERKEER De methode Klaar over…! laat de kinderen kennis maken met allerlei verkeerssituaties in hun directe omgeving. Er wordt 2 weken aan 1 thema gewerkt. Deze methode wordt regelmatig aangepast zodat de kinderen altijd de nieuwste verkeersregels aangeleerd krijgen. Daarnaast verzorgt onze eigen werkgroep BVL-verkeerscommissie activiteiten om middels praktijkervaringen de veiligheid van de kinderen als verkeersdeelnemer te waarborgen. Bijv. Fietsparcours; verlichting; dode – hoek les. In groep 7 wordt er extra getraind, d.m.v. proefexamens, voor het schriftelijk- en praktisch fietsverkeersexamen.
7
SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING
Methode Goed Gedaan! Hoe begroet je anderen? Wat doe je als je boos bent? Wie zijn ‘vrienden’ op internet? Om respectvol met elkaar om te kunnen gaan, moeten kinderen een breed scala aan sociaal-emotionele competenties ontwikkelen. De belangrijke basisvaardigheden komen in elke groep aan bod, telkens afgestemd op de leeftijd. Het ‘probleem’ en de ‘oplossing’ worden daarbij schoolbreed zoveel mogelijk met dezelfde woorden omschreven. Teamleden kunnen daardoor ook op het schoolplein eenduidige, voor alle kinderen bekende, concrete instructies geven bij plagerijen, ruzies en ander ongewenst gedrag. Elke les heeft een ouderbrief met informatie over de les en met tips voor thuis. Daarmee kunnen ouders op de hoogte blijven en hierop aansluiten. Scoll is het registratiesysteem waarmee we de soc. emotionele ontwikkeling volgen.
KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE/ EXPRESSIEVAKKEN Door middel van een kunstzinnige oriëntatie maken kinderen kennis met kunstzinnige en culturele aspecten/disciplines in hun leefwereld. Het gaat bij dit domein om kennismaking met dié aspecten van cultureel erfgoed waarmee mensen in de loop van de tijd vorm en betekenis hebben gegeven aan hun bestaan. Het gaat bij kunstzinnige oriëntatie ook om het verwerven van enige kennis van de hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit. Dit vindt zowel op school plaats, als via regelmatige interactie met de (buiten)wereld. Kinderen leren zich aan de hand van kunstzinnige oriëntatie open te stellen: ze kijken naar schilderijen en beelden, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging. Kunstzinnige oriëntatie is er ook op gericht bij te dragen aan de waardering van leerlingen voor culturele en kunstzinnige uitingen in hun leefomgeving. Ze leren daarnaast zichzelf te uiten met aan het kunstzinnige domein ontleende middelen: ze leren de beeldende mogelijkheden van diverse materialen onderzoeken aan de hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie; ze maken tekeningen en ruimtelijke werkstukken; ze leren liedjes en leren ritme-instrumenten te gebruiken als ondersteuning bij het zingen; ze spelen en bewegen.
Waar mogelijk worden daarbij onderwerpen gebruikt die samenhangen met die uit andere leergebieden. Het onderwijs wordt daardoor meer samenhangend en mede daardoor betekenisvoller voor leerlingen. Maar voorop staat natuurlijk de authentieke bijdrage van kunstzinnige oriëntatie aan de ontwikkeling van kinderen. Hieronder vallen o.a. de vakken tekenen, handvaardigheid, foto-film- media, muziek, drama. Deze vakgebieden stimuleren de creatieve ontwikkeling van de kinderen. De groepen 1 tot en met 3 en groep 4 tot en met 8 werken gezamenlijk, dus verschillende leeftijden bij elkaar, aan een kunstdiscipline. Het doel hiervan is dat leerlingen een actieve en zelfstandige rol krijgen tijdens het werken in verschillende werkvormen.
8
LICHAMELIJKE OPVOEDING Bij de gymlessen werken we volgens de methode Planmatig bewegingsonderwijs. De methode geeft veel mogelijkheden tot bewegen op het gebied van turnen, spelen en atletiek. Er zijn twee gymlessen per week, waarvan 1 keer in de week een toestelles en 1 keer in de week een spelles. De nadruk ligt op veel en veelzijdig bewegen, waarbij elk kind zich individueel kan ontplooien; naar eigen talent, interesse en voorkeur. Het meermaals kunnen deelnemen aan voor hen bekende bewegingssituaties is hierbij een voorwaarde. De kinderen die dit willen en een handdoek bij zich hebben kunnen na afloop de voeten wassen. (vrijblijvend) Men kan er ook voor kiezen om na schooltijd thuis te douchen.
ENGELS Het vak Engels wordt gegeven in de groepen 1 tot en met 8. We gebruiken hiervoor de nieuwe methode Take it Easy. Het accent ligt op luisteren naar, en spreken van de Engelse taal, om zo vertrouwd te raken met het leren van een vreemde taal. De thema’s liggen dicht bij de belevingswereld van de kinderen. Take it easy heeft een concentrische opbouw. Het digibord staat centraal. Deze methode Engels dompelt leerlingen daarmee onder in de Engelse taal: van begin tot het einde van de Engelse les wordt Engels gesproken. Door onderdompeling en herhaling, stijgt het taalniveau van leerlingen snel. http://www.takeiteasy.nu/artikelen/zo-werkt-take-it-easy.html
COMPUTERONDERWIJS Diverse methoden zijn uitgerust met computerprogramma’s, zoals Alles Telt en Taal Actief. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van het internet. ( bijv. www.schooltv.nl/beeldbank en www.teleblik.nl ) Kinderen maken gebruik van de computer, voor bijvoorbeeld het maken van werkstukken en verslagen. HUISWERK Groep 4 en 5: Het is van belang dat u regelmatig thuis samen de tafels oefent. Incidenteel wordt er ook WO-, lees- en rekenhuiswerk meegegeven. Groep 6: De leerlingen krijgen één huiswerktaak per week, op een vaste dag. Het moet de week daarop weer ingeleverd worden. Dit is om de week rekenen of taal. Incidenteel wordt er ook leeshuiswerk en ander werk meegegeven. Daarnaast zijn er proefwerken van wereldoriëntatie die thuis geleerd kunnen worden. Groep 7: De leerlingen krijgen wekelijks taal- en rekenhuiswerk, op vaste dagen. Het moet de week daarop weer ingeleverd worden. Daarnaast zijn er proefwerken van wereldoriëntatie die thuis geleerd kunnen worden. Groep 8: De leerlingen krijgen wekelijks taal- en rekenhuiswerk. Daarnaast zijn er proefwerken van wereldoriëntatie die op school en thuis geleerd kunnen worden. Ook moeten de kinderen thuis tijd besteden aan een boekbespreking, nieuwskring en een enkele andere presentatie. Hierbij oefenen zij in het nemen van eigen verantwoordelijkheid met ondersteuning van de leerkracht en de ouders. Dit is tevens een voorbereiding op het voortgezet onderwijs. 9
CITOTOETSEN Naast de methodegebonden toetsen worden er door het jaar heen in alle groepen ook een aantal niet methodegebonden toetsen afgenomen. De zogenaamde Cito-toetsen. Dit om een beeld te krijgen waar de school en uw kind in het bijzonder staat ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde. De meeste van deze toetsen zijn afkomstig van Cito. Deze toetsen geven naast de andere gegevens in het leerlingvolgsysteem een beeld van de ontwikkeling van uw kind. SCHOOLADVIES VOORTGEZET ONDERWIJS GROEP 7 EN 8 In mei doen de kinderen van groep 7 mee aan de CitoEntreetoets. Deze toets maakt deel uit van het leerlingvolgsysteem. De uitslag van de toets wordt ook gebruikt voor het groepsplan in groep 8 en voor een preadvies / indicatie voor het voortgezet onderwijs. De uitslag van de entreetoets wordt per post naar de ouders verstuurd en tijdens de eerst daaropvolgende oudergesprekken met de ouders besproken. Dit zodat de ouders deze uitslag rustig thuis met hun kind kunnen bespreken en tijdens de oudergesprekken vragen kunnen stellen. Alle leerlingen van groep 8 maken in april de nieuwe centrale eindtoets PO. (primair onderwijs). Eindtoets A en eindtoets B De Centrale Eindtoets PO taal en rekenen is er op twee niveaus: - eindtoets A: voor leerlingen van wie wordt verwacht dat zij het best passen in een brugklastype basisberoepsgerichte leerweg of kaderberoepsgerichte leerweg; - eindtoets B: voor leerlingen van wie wordt verwacht dat zij het best passen in een brugklastype gemengde / theoretische leerweg of hoger. Het onderdeel Wereldoriëntatie wordt op één niveau afgenomen. Rapportage In het leerling rapport worden de resultaten per onderdeel weergegeven. Het rapport bevat ook een totaalscore van de leerling en een toelichting daarop ten behoeve van het advies voor het best passende type voor voortgezet onderwijs. De school ontvangt naast de leerlingenrapporten ook verschillende rapportages op schoolniveaus. Deze rapportages geven de school inzicht hoe de resultaten zich verhouden tot het landelijk gemiddelde.
INTERNE RAPPORTAGE De vorderingen van uw kind worden de gehele basisschooltijd bijgehouden in de interne rapportage oftewel het leerlingvolgsysteem. Drie maal per jaar worden de groepen doorgesproken met de Interne Begeleider. In overleg met haar wordt bekeken op welke manier kinderen geholpen kunnen worden om de gestelde doelen te halen. Dit wordt vastgelegd in een groepsplan.
10
SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK/SMW
Een aantal keren per jaar komt een, aan onze school verbonden, schoolmaatschappelijk werkster om leerlingen door te spreken met de intern begeleider en eventueel de groepsleerkracht. Dit kan gaan om problemen zoals bijvoorbeeld het functioneren binnen een groep maar ook over (kleine en grote) opvoedingsvragen. Wij bespreken geen kinderen zonder toestemming van de ouders. Wel hebben we de mogelijkheid om een casus in te brengen zonder naam om zo handvatten te krijgen om een kind in de groep te kunnen ondersteunen op sociaal-emotioneel vlak. Wilt u zelf contact met de schoolmaatschappelijk werkster dan kunt u zich hiervoor via de groepsleerkracht aanmelden bij de Intern Begeleider. De zaken die door u en de maatschappelijk werkster worden besproken worden niet teruggekoppeld naar school, tenzij u hiervoor toestemming geeft. FOTOGRAFEREN
Tijdens activiteiten bij ons op school waar alle klassen aan deelnemen hebben we ervoor gekozen om met één persoon foto’s te maken. We hebben hiervoor onze schoolfotograaf Liesbeth van Asseldonk. Ouders worden bij deze gevraagd om geen foto’s te maken tijdens activiteiten op school. Liesbeth maakt foto’s van de kinderen tijdens een viering of activiteit. Ouders kunnen middels de website de foto’s van de activiteiten die door het jaar heen hebben plaatsgevonden bekijken. Tijdens een klassenexcursie maakt de contactouder/leerkracht of stagiaire foto’s voor op de website. BIEBPUNT OP SCHOOL:
Alle kinderen gr. 3 t/m 8 kunnen elke dinsdagmiddag boeken lenen onder schooltijd bij het officieel biebpunt in de school. Alle boeken kunnen namelijk in elke bieb ook weer ingeleverd worden.
Middels deze brochure hopen wij u over het reilen en zeilen op onze school zo volledig mogelijk te informeren. We realiseren ons dat er altijd nog vragen, opmerkingen of onduidelijkheden kunnen zijn. Loop gerust na schooltijd even binnen of bel voor het maken van een afspraak voor een gesprek waarin wij u graag te woord staan.
Met vriendelijke groeten, Namens het team van Op Weg, Ria Bongers
11