– Uitleg van deze bijbelstudie-methode voor de jeugd In dit pakketje vindt u heel veel informatie en heel veel verschillende vormen om met het onderwerp van deze studie aan de slag te gaan. Eigenlijk vindt u véél te veel informatie om hier slechts één enkele samenkomst mee te vullen. Dit is opzettelijk. Elke groep mensen heeft een unieke samenstelling en dat geldt ook zeker voor jeugdgroepen. De ene groep is wat ‘serieuzer’ en de andere groep wat ‘speelser’. In dit pakket vindt u voor elk wat wils. U kunt er voor kiezen om de onderdelen waarvan u denkt dat deze het beste passen bij uw groep, bij elkaar te gooien en daar één avond mee te vullen. Maar u kunt de onderdelen ook splitsen en er twee avonden mee vullen, die dan elk een unieke invulling krijgen, maar onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De keus is aan u! Hieronder vindt u een uitleg van de verschillende onderdelen die u in dit pakket zult tegenkomen. Beginnen met gebed Voor sommige jeugd is bidden moeilijk en abstract. Hoe doe je dat? En hoe kom je tot bidden? Binnen dit onderdeel proberen we steeds een ‘bijzondere’ manier voor te stellen om tot gebed te komen. Wie is het? Dit zal vaak een spelvorm zijn, waarbij soms het doel is te ‘raden’ wie de hoofdpersoon van deze studie zal zijn en een andere keer weer iets dat veel met de hoofdpersoon te maken heeft. Het verhaal van... Hier wordt het verhaal (of een verhaal) verteld van de persoon om wie het bij deze studie gaat. Dit kan in verschillende vormen gebeuren. Van een simpele bijbellezing tot een rollenspel. Verhaal verwerken Even bezig gaan met hetgeen we net hebben gehoord, maar dan op een andere manier. Dit kan in verschillende vormen worden gedaan, zoals een puzzel of een paar moppen. Graven in de Bijbel Hier wordt de Bijbel geopend en worden er vragen gesteld over de tekst. Het doel is dat de jeugd na dit kopje een beter begrip heeft van het verhaal en de plaats daarvan in de Bijbel. Graven bij elkaar Dit onderdeel bevat meestal een aantal discussievragen, gerelateerd aan wat er in het kopje ‘Graven in de Bijbel’ al is besproken. Het doel is om meningvorming over de Bijbel bij de jeugd te stimuleren. Een extraatje... Dit kan van alles zijn. Vaak zal het hier gaan om een onderwerp dat zijdelings iets te maken heeft met het onderwerp van de studie. Hierover kan worden gesproken of gediscussiëerd. Leuke spelvorm... Na het vele denkwerk, kan het goed zijn en een stimulans om even iets totaal anders te doen. Zo’n spelvorm kan als afsluiting, maar ook in het midden van een bijeenkomst. Afsluitend gebed Dit is niet zo uitgebreid als het startgebed. U kunt er hier voor kiezen om zelf een gebed uit te spreken, maar u kunt ook het gebed bidden dat we hier voor u hebben opgeschreven. Ideeën en suggesties Dit zijn allemaal extra dingetjes, vaak gevonden op het internet, die u tijdens de avond(en) kunt gebruiken als leuke extraatjes, die alles met het onderwerp te maken hebben.
–
Kies één van de creatieve bidvormen uit, die u kunt vinden in het bestand ‘Diverse bidvormen’. Dit document kunt u eventueel downloaden vanaf de website van High-Power.
Kopieer het spelblad van bijlage 2a. Kopieer bijlage 2a zo vaak uit als u jeugdleden heeft en kopieer de vellen van bijlage 2b, 2c en 2d één keer uit. Knip de stroken op de vellen van bijlage 2a, 2b en 2c ook uit. De getallen op de stroken corresponderen met de nummers van de vragen. Leg het spel uit: Ik ga jullie aanwijzingen geven voor een woord. Als je denkt dat je mijn aanwijzing snapt en het woord weet, steek dan je vinger omhoog. Weten jullie een woord te raden dan krijgen jullie hiervoor één of meerdere letters. Die letters kunnen jullie dan opschrijven op jullie vel papier. Als we alle vragen hebben gehad, kunnen jullie gaan puzzelen met die letters om er twee woorden van te maken, die alles te maken hebben met het onderwerp van deze maand. U houdt strook 1 omhoog. Leg daarbij uit: Jullie zien op deze strook de eerste letter van het woord al staan en een aantal streepjes daarachter. Op elke streep hoort een letter. Zo kun je zien hoe lang het woord is dat je moet raden. Geef nu steeds de aanwijzing en laat steeds de strook zien die daarbij hoort. Op de strook staat de aanwijzing ook steeds. Achter de te raden woorden, hieronder, staat ook steeds een letter, met daarbij een getal. Bijvoorbeeld: W (2). Dit betekent dat de jeugd, als ze dit woord hebben raden, twee keer de letter W moeten opschrijven, omdat deze letter twee keer voorkomt in het uiteindelijke antwoord. Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Omschrijving / aanwijzing Hij is de Zoon van God Iets wat eigenlijk niet kan, maar toch gebeurt Deze zitten helemaal onderaan je benen Hier kun je mee varen Geen zee, maar toch veel water Dit heb je als je bang bent Een witte, doorzichtige, mensachtige verschijning Dit heb je nodig in geval van nood, als je het alleen niet redt Bewegend water Heftige wind en donder en bliksem
Uiteindelijk te raden woorden: WATER WANDELING
Te raden woord Jezus Wonder Voeten Schip Meer Angst Spook Hulp Golven Storm
Letter T L A (2) E (2) G W (2) D I R N (2)
–
U kunt er voor kiezen om het onderstaande verhaal(naar Mattheüs 14: 6-33) voor te lezen, als een alternatieve bijbellezing. Maar u kunt dit verhaal ook gebruiken als vertelschets, waarbij u het verhaal zelf, zonder papier, probeert te vertellen. Misschien vanuit het standpunt van één van de discipelen. De leerlingen van Jezus waren kapot. Bekaf! Ze hadden een ontzettend heftige dag achter de rug en deze nacht was hen ook geen rust gegund. De wind waaide fel en de stevige windstoten zorgden ervoor dat ze allemaal mee moesten helpen om er voor te zorgen dat het schip niet om zou slaan. De dag was al zo verschrikkelijk negatief begonnen. Ze waren net wakker geworden toen er een paar leerlingen van Johannes de Doper aan waren komen lopen. Die hadden verschrikkelijk nieuws gebracht. Ze vertelden dat Herodus het bevel had gegeven om Johannes de Doper te onthoofden, op verzoek van zijn pleegdochter Herodias. Nadat de leerlingen van Johannes de Doper het lichaam hadden begraven, waren ze direct bij Jezus en zijn leerlingen gekomen. Jezus had hier vrij emotioneel op gereageerd. Johannes was per slot van rekening familie van Jezus. Een achterneef. Hij vroeg zijn leerlingen om hem even weg te brengen van de mensen, die tegenwoordig bijna dagelijks in grote drommen naar Hem toekwamen om naar Hem te luisteren. Dus waren zijn leerlingen die dag, voor de eerste keer, in het bootje gestapt. Ze brachten Jezus naar een afgelegen plaats, zodat Jezus daar even alleen kon zijn met zijn verdriet. Maar er werd Hem geen rust gegund. Een paar mensen hadden gezien waar het schip langs voer en nog maar net na het uitstappen, stond de menigte mensen alweer voor hun neus. Toen kon je ook het hart van Jezus goed zien. Hij zag hoe ernstig zieke mensen met de groep waren meegestrompeld en soms door vrienden waren getild. En Hij zag de hoop in hun ogen. In plaats van boosheid, kregen de mensen liefde. Jezus zette zijn eigen pijn en verdriet even van zich af, om hen te helpen en te genezen. Tegen de avond waren de leerlingen van Jezus bij Hem gekomen. Ze wezen Hem erop dat dit een vrij afgelegen plaats was en de mensen nu toch echt weg moesten gaan, wilden ze nog eten kunnen kopen in de dichtstbijzijnde dorpen. Maar Jezus kon het niet over zijn hart verkrijgen om ze nu weg te sturen. „Ze hoeven niet weg,” antwoordde hij, „jullie kunnen er toch wel voor zorgen dat ze wat te eten krijgen?” De leerlingen hadden met de handen in het haar gezeten. Globaal geteld zaten er zo’n vijfduizend mannen. En dan waren de vele vrouwen en kinderen nog niet eens meegeteld. En hoe moesten zij hen op zo’n korte termijn van eten voorzien? Toen stelde één van de leerlingen voor om gewoon eens te gaan kijken of de mensen zelf misschien iets hadden meegenomen. Dus gingen ze op onderzoek uit. Maar de uitslag viel nogal tegen. Ze vonden één jochie dat vijf broden en twee vissen bij hem had. Dit nieuws gaven ze aan Jezus. Die reageerde heel rustig. „Breng dat maar bij mij,” zei Hij slechts. De leerlingen zorgden ervoor dat iedereen ging zitten en toen gebeurde het wonder. Jezus bad eerst voor het eten en begon toen de broden te verdelen, door er steeds grote brokken af te scheuren. Die brokken gaven de leerlingen weer door aan de mensen. Het was ongelooflijk. Jezus bleef maar brokken afscheuren, maar de broden werden amper kleiner. Duizenden brokken brood werden onder de mensen verdeeld en toen begon Jezus aan de vis. En dat ging op dezelfde manier. Jezus bleef maar delen en alle aanwezigen aten en waren volgegeten. Daarna gaf Jezus zijn leerlingen opdracht om de overgebleven brokken brood en vis te verzamelen. Twaalf manden vol, sprokkelden ze nog bij elkaar. Dat is nou typisch Jezus. Hij hield meer over dan waar Hij mee begon. Ongelooflijk, maar waar. Ze waren er zelf bij.
–
Toen stuurde Jezus zelf de mensen weg. Hij legde ze uit dat Hij vandaag net had gehoord van een sterfgeval in zijn familie en dat Hij graag even alleen wilde zijn met zijn verdriet en met God. Dit accepteerde de mensen en ze gingen weg. Daarna vroeg Jezus zijn leerlingen of zij ook weg zouden willen gaan. Hij wilde graag wat privacy. Ze moesten maar weer in de boot stappen en op weg gaan naar de overkant. Jezus zou hen daar wel vinden. De leerlingen hadden het begrepen en waren direct in het scheepje gestapt en begonnen te varen. In de verte zagen ze Jezus een stukje bij een berg op lopen. Toen het nacht werd, kregen de leerlingen er wel een vervelend gevoel bij. Nu lieten ze Jezus alleen achter, in het donker, in een afgelegen stuk land. Maar aaan de andere kant wisten ze ook wel dat Jezus niet zomaar iemand was. Hij had hier zelf voor gekozen. Lang om daar over na te denken, hadden ze ook niet. Want de wind werd steeds heftiger. En gedurende de hele nacht, bleef de wind maar aanhouden. Inmiddels was het bijna ochtend. De lucht werd iets lichter, maar nog steeds was het nacht en de leerlingen waren ontzettend moe van het constante sjorren aan touwen en trekken aan het roer. En toen begon de paniek. In de verte zag één van de leerlingen een lichte vlek. Hij kon het niet goed thuisbrengen. Hij wees één van de anderen, die iets scherpere ogen had, op de vlek. Die zag dat de vlek een menselijke vorm had en raakte in paniek. „Een spook, een spook!” fluisterde hij eerst en schreeuwde hij even later. De anderen kwamen ook kijken en naarmate de vlek dichterbij kwam, raakten ze allemaal overstuur en schreeuwde ze door elkaar heen. Ze waren er van overtuigd dat dit hun einde zou betekenen. Ze zagen een spook, een wezen van buiten hun eigen werkelijkheid. Een verborgen werkelijkheid waar ze op korte termijn ook een deel van zouden uitmaken. De vlek die ze zagen was geen spook, maar het was Jezus. Hij wandelde over het water, alsof het een verharde weg was. Toen Hij dichtbij de boot was gekomen en hoorde hoe zijn leerlingen paniekerig door elkaar schreeuwden, riep Hij hen toe: „Wees niet bang. Blijf kalm. Ik ben het. Je hoeft niet bang te zijn!” Petrus was de eerste die reageerde, nadat hij van zijn verbazing was bekomen. „Jezus? Bent U het?” vroeg hij verbaasd. „Mag ik dan met U over dit water lopen? Kan dat?” Jezus zei niet ja of nee. Hij zei slechts: „Kom.” Petrus, enthousiast en impulsief als hij was, stapte ogenblikkelijk over de rand van de boot. De andere leerlingen keken er verbaasd naar. Sommigen wilden hem tegenhouden, omdat het tegen hun gezonde verstand in ging, maar even verder zagen ze Jezus ook op het water staan, dus hielden ze zich stil en keken ze slechts naar wat er gebeurde. Petrus stapte op de golven en de eerste paar stappen genoot hij van het ongelooflijke dat hem overkwam. Hij liep over het water, over de golven. Maar toen bracht een stevige windvlaag hem een beetje uit balans en kwam er een klein angstig stemmetje in zijn hoofd. Hij werd bang. Hij besefte dat de golven hem droegen. Hij besefte ook dat, als hij door de golven zou zakken, wat op zich niet zo vreemd zou zijn, hij vrij zeker zou verdrinken. De twijfel sloeg toe. En toen begon Petrus te zinken. Weer voelde hij de paniek opkomen, net zoals even tevoren, toen ze dachten dat er een spook aankwam. „Heer, red me!” schreeuwde Petrus naar Jezus en hij stak zijn hand uit. Jezus strekte ogenblikkelijk zijn eigen hand uit en pakte die van Petrus vast en hij hielp hem weer op de golven. „Je hebt zoveel van mij gezien, Petrus,” zei Jezus tegen hem, „en toch geloof je niet in mij? Je had geen reden om aan mij te twijfelen, Petrus.” Toen stapten ze samen terug naar de boot en ze stapten in. Zodra ze instapten ging de wind liggen. Echt op dát moment. Toevallig? Daar geloofden de leerlingen niet meer in. Die stevige wind en wat er net op dat water gebeurde, dat was een les. Ze waren per slot van rekening Jezus’ leerlingen, toch?
–
Print de puzzel op bijlage 1 uit voor de jeugd en laat ze proberen deze op te lossen. Dat kan zo nu en dan nog vrij pittig zijn. De antwoorden vindt u hieronder.
De woorden hieronder hebben allemaal te maken met het bijbelverhaal dat gaat over Jezus die loopt over het water. Maar de letters van de woorden zijn door elkaar gehusseld. Schrijf de woorden, maar nu met de letters in de correcte volgorde, in de hokjes. TUSREP SEUZJ TOOJBE MERE MORTS WETRA POENL ZINNEK POENER SOOKP SANTG EVGNOL LUPH NDHA GOHOOM METTAUSH
P J B M S W L Z R S A V H H O M
E E O E T A O I O P N O U A M A
T Z O E O T P N E O G L L N H T
R U T R R E E K P O S G P D O T
U S J
S E
M R N E N E N K T E N
O H
G E
U S
De letters die je hierboven hebt opgeschreven in de grijze hokjes, zijn onderdeel van een zin. Ga met die letters puzzelen en zet ze op de juiste volgorde in de hokjes hieronder om de zin te lezen. H
i
j
i
s
d
e
z
o
o
n
v
a
n
G
o
d
–
Het verhaal van Petrus die over het water loopt, legt de nadruk op Petrus. Hij is zonder twijfel de meest opvallende leerling van Jezus. Hij is enthousiast en impulsief. Hij reageert snel, maar vaak ook zonder na te denken, wat hem nog wel eens in een vervelende situatie brengt. Laten we eens kijken naar een paar van die ‘impulsieve’ momenten van Petrus:
Lees Johannes 21: 4-11 Waaraan kun je zien dat Petrus echt een man van actie is? - In vers 7 springt Petrus pardoes overboord, om naar Jezus toe te gaan. - In vers 11 is het Petrus die als eerste reageert op de opdracht van Jezus in vers 10. Lees Lucas 24: 10-12 Wat voor karaktertrek ontdek je hier bij Petrus? - Hij heeft hoop. Alle anderen vonden het kletspraat, maar Petrus had al ontdekt dat bij Jezus werkelijk àlles mogelijk is. Dus, typisch voor Petrus, staat hij op en hij loopt niet, maar hij rent! En lees nu het gedeelte van de storm op het meer in Mattheüs 14: 22-33 Kijk nu naar vers 28 en 29. Vergelijk dat eens met de bijbelteksten die je net hebt gelezen. Valt je nu ook iets op aan het gedrag van Petrus? Anders gezegd: Wat wil Petrus heel graag? - Petrus wil steeds weer heel dicht bij Jezus zijn. Hij springt overboord en laat alles en iedereen achter zich. Hij rent naar het graf, omdat Jezus daar misschien wel is. Hij wil overboord springen in een storm, om maar dichter bij Jezus te komen.
Je moet niet vergeten dat Petrus niet wist waarom Jezus bepaalde dingen zei en deed. Als je zo kijkt naar zijn acties, dan ontdek je dat Petrus iemand was die heel veel van Jezus hield en Hem wilde beschermen voor gevaar, als hij de kans kreeg. Maar omdat Petrus Jezus niet begreep, sloeg hij ook vaak de plank mis en deed hij Jezus soms zelfs verdriet. Zoek de volgende bijbelteksten maar eens op: Lees Johannes 13: 36-38 Petrus begrijpt Jezus verkeerd. Maar wat wil Jezus hier zeggen? Waar gaat Hij naar toe? - Het is erg belangrijk om hier te kijken naar het woordje ‘nu’ of ‘nog’ (afhankelijk van welke vertaling u gebruikt). Petrus zal Jezus uiteindelijk wel volgen naar de Vader (God), maar nu nog niet. Jezus gaat hier later ook verder op in Johannes 21: 18 en 19. Daar geeft Jezus aan dat Petrus zal sterven tot eer van God. Volgens de vroegchristelijke traditie is Petrus de kruisdood gestorven.
–
Lees Johannes 13: 3-9 Als je kijkt naar vers 8, kun je je dan voorstellen waarom Petrus in eerste instantie weigert om zijn voeten door Jezus te laten wassen? - Het wassen van voeten is een werkje dat in principe alleen werd gedaan door slaven. Dus eigenlijk een vernederend werkje. Petrus kan het niet aanzien dat Jezus dat vernederende klusje gaat opknappen, dus weigert hij het. Het is dus uit respect voor Jezus dat hij weigert. In vers 8 lees je ook het antwoord van Jezus en in vers 9 weer de reactie die Petrus daar op geeft. Dat lijkt heel erg overdreven, maar wat wil Petrus dus heel graag? - Hij wil heel graag bij Jezus horen. Hij wil niets liever. De voeten wassen om bij Jezus te horen? Geweldig, maar vanuit zijn beleving zal hij dan nog wel veel meer bij Jezus horen als hij zich helemaal door Hem laat wassen.
Het is niet moeilijk om de verhalen te vinden van Petrus, die zichzelf ergens doldriest instort, om vervolgens zijn vingers te branden. Zo is er het verhaal van Malchus, een slaaf van de hogepriester, die één van de mannen is die Jezus gevangen neemt. Petrus slaat zijn oor er af. Maar Jezus zet het oor er weer aan. (Johannes 18: 10-11 en Lukas 22: 49-51) Of het verhaal van Jezus op de berg, waar Mozes en Elia verschijnen. Petrus weet niet wat hij moet zeggen, maar voelt zich gedwongen om wat te zeggen en stelt dan maar voor om wat tenten op te zetten. (Mattheüs 17: 1-8) Maar toch moeten we niet vergeten dat Jezus juist Petrus uitzoekt. Want Petrus kan het ook hebben als iemand tegen hem zegt dat hij het fout heeft.
Lees Handelingen 15: 4-11 Dit is een moeilijk gedeelte. Het gaat hier om de vraag of niet-Joden ook moeten worden besneden. Paulus zegt van niet, maar de rest zegt van wel. Paulus en zijn reisgenoot Barnabas worden zelfs bij de apostelen geroepen om de boel daar eens even uit te leggen. Het wordt een vrij felle discussie, maar uiteindelijk is het Petrus die toegeeft dat Paulus gelijk heeft.
In de Bijbel kun je héél veel verhalen vinden over Petrus. En steeds weer zie je hoe Petrus maar één doelstelling heeft: dichter bij Jezus komen. Niet alleen op een ‘geestelijk’ vlak, maar ook heel letterlijk, heel lichamelijk. Hij wil graag dicht bij Jezus zijn. Petrus is een visser van mensen (Mattheüs 4: 18-19) en houdt de mensen het aas voor. Hij wil graag dat ze happen en zich laten vangen in Gods netten. Hij haalt ze op uit het gevaarlijke water en geeft ze een beter leven, dicht bij Hem. En dat aas heeft in Petrus’ ogen een naam: Jezus.
–
Inleven: De stellingen en vragen hieronder gaan Petrus en Jezus. Het gaat er hierbij om dat de jeugd zich probeert in te leven in deze personen. Jezus heeft niet op het water gelopen. Dat kán helemaal niet! Petrus heette eigenlijk ‘Simon’. Jezus gaf hem de bijnaam Petrus, wat ‘rots’ betekent. Wat zou Jezus daarmee bedoeld hebben? Zouden de andere leerlingen zich ook aan Petrus geërgerd hebben op sommige momenten? Waarom wel of niet? Zou de vrouw van Petrus het ook vervelend hebben gevonden dat Petrus zich zo totaal focuste op Jezus? (Petrus was getrouwd: Lees eventueel Mattheüs 8: 14-15) Jezus noemde Petrus ‘satan’, wat aanklager betekent. Hoe bedoelde hij dat, denk je? (Extra informatie: Jezus had een moeilijke beslissing gemaakt, om te sterven. Petrus klaagde Hem nu aan.) Zelf leven: Dit zijn meer algemene stellingen en vragen, gebaseerd op Petrus, maar er dit keer op gericht om een toepassing, een vertaalslag dus, te maken voor het eigen leven.
In sommige dingen lijk ik misschien wel een beetje op Petrus. Ik kan het me wel voorstellen dat ik voor iemand zou willen vechten. Helaas ken ik niet de drang om dichter bij Jezus te komen, maar dat zou ik wel willen. Als jij op dat scheepje was, was je dan meer een Petrus, die zomaar overboord zou stappen, omdat Jezus het zei, of zou je één van de andere leerlingen zijn, die op afstand gingen toekijken. En waarom? (Even een rondje maken langs alle aanwezigen) Petrus zei dat hij Jezus niet kende. Hij was bang en durfde er niet voor uit te komen. Dat heb ik ook wel eens.
Lees en bespreek bijlage 3a en bijlage 3b. Dit is wat extra informatie over een apocrief boek, genaamd de ‘Handelingen van Petrus’. Ook bevat het een legende, geschreven door Goethe, waarin Petrus de hoofdrol speelt. En tenslotte nog wat informatie over een aantal symbolen in de kunst, waarmee vaak naar Petrus wordt verwezen.
–
Kies een spel uit de lijst met spelen (zie website High-Power), of bedenk zelf een leuk spel om met de jeugd te spelen.
Eindig de bijeenkomst / avond met gebed. Dit kan een eigen gebed zijn. Ook kunt u er voor kiezen om het onderstaande gebed voor te lezen, of dit door één van de jongeren te laten voorlezen. Als ik doldriest handel, zonder na te denken, wil ik U vragen: Heer, kalmeer mij toch. Als ik pijn heb en geen uitkomst zie, wil ik U vragen: Heer, hoe lang nog? Als ik bang ben en me schaam voor U, wil ik U vragen: Heer, vergeef mij. Als ik bedroefd ben en mijn hoofd laat hangen, wil ik U vragen: Heer, maak me weer blij. Want ik weet wel wat U van mij vraagt. En U weet wat mijn geweten soms plaagt. Ik snap U vaak niet, maar wil toch lopen, achter U aan. Help me toch op weg, Vader, als ik soms stil blijf staan. Amen.
Luister (YouTube) en bespreek het volgende lied: Lied van Petrus (Stef Bos). Zoek ook de tekst op het internet op en print deze voor iedereen uit, zodat deze, na het luisteren, kan worden besproken. Zoek op YouTube naar ‘Liquid Mountaineering’. Dat gaat over daadwerkelijk lopen over het water. De vraag is natuurlijk of dit ‘echt’ is, of ook weer een truuk? Zoek op YouTube naar ‘Mythbusters-Walking on “Water”. Op een hele creatieve manier krijgen de mannen van Mythbusters het voor elkaar om op water te lopen. Jezus had geen truukjes nodig!
– BIJLAGE 1 – Husselpuzzel over Jezus die loopt op het water
De woorden hieronder hebben allemaal te maken met het bijbelverhaal dat gaat over Jezus die loopt over het water. Maar de letters van de woorden zijn door elkaar gehusseld. Schrijf de woorden, maar nu met de letters in de correcte volgorde, in de hokjes. TUSREP SEUZJ TOOJBE MERE MORTS WETRA POENL ZINNEK POENER SOOKP SANTG EVGNOL LUPH NDHA GOHOOM METTAUSH De letters die je hierboven hebt opgeschreven in de grijze hokjes, zijn onderdeel van een zin. Ga met die letters puzzelen en zet ze op de juiste volgorde in de hokjes hieronder om de zin te lezen. i
d
– BIJLAGE 2a – Spelvorm ‘Letters’
Schrijf de letters die je krijgt, op in de vakken hieronder. Heb je ze compleet? Probeer dan de twee woorden te maken, die je onderaan deze bladzijde in kunt vullen.
Zet de letters in de juiste volgorde en je krijgt twee worden. Schrijf ze hieronder op:
– BIJLAGE 2b – Spelvorm ‘Letters’
– BIJLAGE 2c – Spelvorm ‘Letters’
– BIJLAGE 2d – Spelvorm ‘Letters’
– BIJLAGE 3a – Apocrief en legende
De Handelingen van Petrus: Dit is een apocrief boek. Het woord ‘apocrief’ komt uit het Grieks en betekent ‘verborgen’. Met apocrieve geschriften worden religieuze teksten bedoeld die niet tot de officiële bijbelteksten worden gerekend. De meeste zijn ontstaan tussen de tweede eeuw voor en na christus. Apocrieve geschriften worden vaak gezien als niet volledig betrouwbare geschriften. Hieronder een paar voorbeelden uit de Handelingen van Petrus. Oordeel zelf maar.
De kruisiging van Petrus In de apocriefe Handelingen van Petrus staan veel verhalen opgetekend van de daden van Petrus. Tijdens de vervolging onder keizer Nero stierven veel christenen. Uit angst kozen velen ervoor de stad te verlaten. Ook Petrus verkoos veiliger oorden. Tijdens zijn vlucht ontmoette hij Christus in een visioen, die zijn kruis droeg. Petrus vroeg met ongeloof: 'Quo vadis, Domine?' (Waar gaat u heen, heer?) Jezus antwoordde hem: 'Eo Romam iterum crucifigi' (ik ga naar Rome om opnieuw gekruisigd te worden). Dat antwoord van Jezus bevestigt Petrus' rol als plaatsbekleder van de Heer. Petrus keerde dan ook terug en nam zijn verantwoordelijkheid op. Hij keerde terug naar Rome, zijn marteldood tegemoet. Petrus werd - op eigen verzoek omdat hij niet op dezelfde manier als Jezus wilde sterven - ondersteboven gekruisigd, met het hoofd naar beneden. Petrus vond zijn laatste rustplaats vlak bij het stadion van de Vaticaanse heuvel waar hij was gekruisigd. De vroegchristelijke traditie gaat er overigens wel van uit dat Petrus inderdaad op zijn kop, op eigen verzoek, in Rome is gekruisigd. Of Petrus ook daadwerkelijk dat visioen heeft gezien, blijft de vraag.
Simon de tovenaar Deze Simon komen we voor het eerst tegen in de Bijbel, waar hij de uitstorting van Heilige Geest van Petrus en Johannes wil kopen (Handelingen 8: 4-25). Maar dat verhaal krijgt in de Handelingen van Petrus een staartje. Daarin vertelt Petrus het verhaal van Simons dood. Simon Magus was in het Colosseum om zijn mogelijkheid om te vliegen te demonstreren aan keizer Claudius. Petrus vond dit echter godslastering en bad tot God om hem te laten vallen, die zijn verzoek inwilligde, en Simon Magus stortte neer. Hij brak zijn been op 3 plaatsen en werd gestenigd door de volgelingen van Petrus.
De hoefijzer-legende van Goethe Jezus ging met zijn discipelen langs de weg en zag een hoefijzer liggen en verzocht Petrus het op te rapen. Die doet alsof hij niet hoort wat zijn Meester zegt waarop Jezus het hoefijzer opneemt. In de stad gekomen verkoopt Jezus het ijzer voor drie penningen en koopt er op de markt een handvol kersen voor. Ze gaan weer de stad uit in de brandende zon. Wat zou Petrus voor een slok water over hebben, hij sterft van de dorst. Jezus laat ongemerkt een kers vallen die door hem haastig opgeraapt en gegeten wordt. Zo een tweede en derde etc., telkens bukt Petrus zich om de dorstlessende vrucht te grijpen. Dan spreekt de Meester aldus: “Petrus, hoe dikwijls heb je al nu niet moeten bukken naar de kersen omdat je niet eenmaal wilde bukken voor het hoefijzer.....leer voortaan de waarde van ‘t kleine beseffen.
– BIJLAGE 3b – Symbolen
De symbolen van Petrus In de beeldende kunst gebruikt men symbolen of duidelijk te maken welke persoon of figuur is afgebeeld. Zo’n symbool noemen ze ook wel een ‘attribuut’. De apostel Petrus heeft diverse attributen. Hieronder staan er een paar.
De haan Tot drie keer toe verloochende Petrus de Heer Jezus in de nacht dat hij werd opgepakt in de tuin Getsémane. Tot drie keer toe zei hij dat hij Jezus niet kende. Toen de haan daarna kraaide, zoals Jezus al had voorzegd, begon Petrus te huilen. Hij had diepe spijt. Later vraagt Jezus tot drie keer toe aan Petrus of deze echt van Hem houdt. En tot drie keer toe bevestigd Petrus dat dit zo is. Dan mag Petrus op de kudde van Jezus passen, zo zegt Jezus hem toe.
Sleutels In de geloofsbeleving van de Rooms-katholieken heeft Petrus een bijzondere positie onder de apostelen. Hij wordt daarom met twee sleutels, de "sleutels van Petrus" afgebeeld die symbolisch de hemelpoort en de wereld ontsluiten. De sleutels, één van goud (macht over het bovennatuurlijke), de andere van zilver (macht over de gelovigen) vinden we tegenwoordig nog terug in het wapen van de pausen en in wapens van basilieken. Ze worden in het wapen van de paus met een koord samengebonden.
Het Petruskruis De Alexandrijnse student Origenes was de eerste die met het verhaal kwam dat Petrus "met zijn hoofd naar onderen gekruisigd werd, omdat hij had gevraagd op deze manier te lijden". Sommige katholieken gebruiken dit kruis als symbool voor nederigheid en onwaardigheid aan Christus. Het wordt ook vaak gekoppeld aan satanisme. Aleister Crowley (oprichter van de satanskerk) geloofde dat dit kruis een symbool was voor tegenovergestelde goedheid, of afstoten van Christus’ goedheid. Als resultaat hiervan is dit symbool zeer populair geworden binnen heavy metal, black metal en deathmetal. Veel artiesten dragen omgekeerde kruisen om hun nek of op hun lichaam. Na afloop van een van de laatste bezoeken van Paus Johannes Paulus II aan Israël, circuleerde een foto van hem met een petruskruis op de achtergrond wereldwijd op het internet. Hierna groeide de overtuiging van sommigen dat de Katholieke Kerk is verbonden met satanisme. In werkelijkheid is de foto gerelateerd aan de katholieke traditie dat de paus een opvolger is van Petrus, en het petruskruis dus een logisch symbool is voor het hoofd van de Katholieke Kerk.