Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016-2018 Met de jeugd. Voor de jeugd.
Juni 2016
1
Inhoudsopgave Inleiding .............................................................................................................................................. 3 1. Initiatieven en ideeën van jeugd en ouders meer ruimte geven. .................................................. 5 2. Een sterk en gezond opgroei- en opvoedklimaat in het gezin, de school en de wijk..................... 8 3. Tijdig signaleren van opgroei- en opvoedproblemen................................................................... 12 4. Integrale passende jeugdhulp. ..................................................................................................... 18 5. Monitoring, juridische vraagstukken en financiën. ...................................................................... 23 5.1 Monitoring .............................................................................................................................. 23 5.2 Juridische vraagstukken.......................................................................................................... 26 5.3 Financiële uitwerking.............................................................................................................. 27 BIJLAGE Begrippenkader en Afkortingen ......................................................................................... 29
2
Inleiding In december 2015 is het beleidskader ‘Met de jeugd. Voor de jeugd.’ vastgesteld. In dit uitvoeringsprogramma zijn de opgaven en ambities uit het beleidskader met betrokken diensten en partners uit de stad verder uitgewerkt. Hierin kunt u lezen welke resultaten het college in 2018 bereikt wil hebben. Daarbij is er aandacht voor SMART formulering (Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgeboden). Sommige thema’s zijn nog in ontwikkeling of worden met jongeren en (regionale) partners uitgewerkt. Bij deze thema’s worden de smart doelstellingen later uitgewerkt. De doelgroep van het uitvoeringsprogramma Jeugd is de Haagse Jeugd: -9 maanden tot 27 jaar. Elk domein hanteert andere leeftijdsgrenzen. De Jeugdwet en de Wet Publieke gezondheidszorg is gericht op jongeren tot 18 jaar, waarbij ook voor de geboorte aandacht is voor de gezondheid van de moeder tijdens haar zwangerschap. De jeugdhulp kan verlengd worden ingezet tot 23 jaar, indien de hulp niet onder een ander wettelijk kader valt. Ook daarna kan er nog ondersteuning nodig zijn die niet voorhanden is in de hulp voor volwassenen. Uitwerking per opgave Het uitvoeringsprogramma is opgesteld conform de vier inhoudelijke opgaven uit het beleidskader. Tevens is er een vijfde opgave toegevoegd, gericht op monitoring, juridische vraagstukken en financiën. Achtereenvolgens komt aan de orde: 1. Initiatieven en ideeën van jeugd en ouders meer ruimte geven. 2. Een sterk en gezond opgroei- en opvoedklimaat in het gezin, de school en de wijk. 3. Tijdig signaleren van opgroei- en opvoedproblemen. 4. Integrale passende jeugdhulp. 5. Monitoring, juridische vraagstukken en financiën. Per opgave uit het beleidskader wordt kort aangegeven wat de ambitie en doelen zijn uit het beleidskader, wat al in gang is gezet in 2015 en 2016 en wat de prioriteiten zijn t/m 2018. Vervolgens wordt in een tabel per onderwerp uit het beleidskader uitgewerkt welke resultaten in 2018 bereikt worden en welke partners betrokken zijn. In hoofdstuk 5 is de monitoring verder uitgewerkt. Proces totstandkoming uitvoeringsprogramma Voor een succesvol jeugdbeleid is het belangrijk dat het beleid breed gedragen wordt door alle partners in de stad. Daarom is eerst een brede kadernota geformuleerd, waarna met alle betrokken diensten en partners in de stad uitvoeringsplannen zijn opgesteld. Dit is gebeurd langs verschillende lijnen: Gebiedsgericht werken De stadsdelen hebben samen met bewoners wijkprogramma’s opgesteld. Dit heeft tot gevolg dat elk stadsdeel andere prioriteiten kan stellen ten aanzien van jeugd, waarmee we invulling geven aan het gebiedsgericht werken. De ambities uit de wijkprogramma’s zijn meegenomen in het uitvoeringsprogramma Jeugd en uitgewerkt in de uitvoeringsplannen van de wijkprogramma’s. Uitwerking met de stad Jeugd, ouders en partners in de stad zijn betrokken geweest bij de uitwerking. Hiervoor zijn verschillende werkbesprekingen georganiseerd, is het instrument Jongerenstadslab ingezet en er is een eerste bijeenkomst geweest van de stedelijke ouderraad. De opbrengsten uit deze bijeenkomsten zijn verwerkt in dit uitvoeringsprogramma. 3
Regionaal en lokaal inkoopplan Voor 2017 is net als in 2015 een regionaal en lokaal inkoopplan aan de raad voorgelegd. Dit plan voor de inkoop 2017 is op basis van meer informatie opgesteld dan het inkoopplan voor 2016, maar is nog geen resultaat van gestructureerde monitoring. Hiervoor zijn de gemeenten eind 2015 gestart met een meerjarig programma ‘Sturen in de jeugdhulp’, dit als nadere uitwerking van het betreffende hoofdstuk in het Regionaal Inkoopkader 2016-2017. Het programma heeft tot doel het opstellen van een integrale visie op sturen, die in de loop van 2016 aan de 10 Haaglandse Raden zal worden aangeboden. Onderdelen in het programma zijn het doorontwikkelen van sturingsprincipes, nieuwe vormen van bekostiging, informatievoorziening en outcomemonitoring, de inrichting van administratieve processen en het inkoopproces. Het lokale inkoopplan 2017 (RIS 294182) is onlangs naar de raad verzonden. De nieuwe beleidsonderdelen uit het lokale inkoopplan zijn opgenomen in dit uitvoeringsprogramma. Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin Zoals ook toegelicht in het lokaal inkoopplan 2017 (RIS 294182)wordt er verder gewerkt aan de doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Dit doen we langs drie lijnen: 1. CJG als herkenbare identiteit en eenheid, 2. doorontwikkeling van de JGZ waaronder ook de samenwerking met de Jeugdteams en 3. optimalisering van de werkwijze van de Jeugdteams. De doorontwikkeling van het CJG komt terug in alle vier de opgaven en de daarin beschreven doelen en resultaten.
4
1. Initiatieven en ideeën van jeugd en ouders meer ruimte geven. Onze ambitie is dat jeugdigen en ouders op verschillende niveaus meedoen in de stad. Van meedenken over hoe zaken aangepakt moeten worden tot zelf initiatieven ontplooien om de stad nog aantrekkelijker voor de jeugd te maken. Voor deze opgave zijn in het beleidskader drie doelen geformuleerd: I. Jeugd en ouders laten hun stem horen op de onderwerpen die hen aangaan op school, in de wijk, in de hulpverlening en in de stad. II. Beleidsmakers en professionals zijn beter toegerust om jeugdigen en ouders een stem te geven bij de ontwikkelingen en uitvoering van beleid en activiteiten gericht op jeugd. III. Meer kinderen en jongeren doen vrijwilligerswerk en voeren activiteiten uit in de wijk. Wat is al in gang gezet in 2015 en 2016? In verschillende wijken worden kinderraden en jeugdraden opgezet en ondersteund vanuit het welzijnswerk. De lessen van de kindvriendelijke wijken zien we nadrukkelijk terug. Er worden wijkschouwen gehouden en jeugd wordt betrokken bij de herinrichting van pleinen en speelplekken. In verschillende wijken wordt met de inzet van Crownies gewerkt aan meer betrokkenheid van kinderen bij de buurt. De Haagse Jongerenambassadeurs brengen adviezen uit op uiteenlopende thema’s. Zij leggen meer de verbinding met de stadsdelen. Inmiddels is er vier keer een Jongerenstadslab georganiseerd om jongeren te betrekken bij de beleidsvorming. Thema’s waren: het jeugdbeleid, loopbaanoriëntatie, pleegzorg en culturele verschillen overbruggen. Jaarlijks reiken we het Haags Jeugdlintje uit en besteden aandacht aan de Internationale Dag van de Kinderrechten. Daarnaast brengen jongeren uit de cliëntenraden van de jeugdhulp in het Platform ‘Jong doet Mee’ adviezen uit over de inzet van jeugdhulp. Prioriteiten voor 2016-2018: Op verschillende terreinen en manieren is de gemeente in gesprek met jeugdigen en hun ouders om het beleid te verbeteren. Meer kinderen en jongeren organiseren initiatieven en doen activiteiten in de wijk; Meer kinderen en jongeren ontvangen van de stadsdelen een subsidie voor hun initiatief.
1.1
Ambitie uit beleidsnota
Partners
Resultaten
Jongeren en ouders adviseren de gemeente gevraagd en ongevraagd op tal van terreinen die voor hen van belang zijn met als doel om Den Haag ook voor hen een aantrekkelijke stad te laten zijn.
Jeugd en ouders zelf, Jeugdwerk, Haagse Jongerenambassadeurs, scholen, JIP (Jongeren Informatie Punt).
In 2018 zijn in totaal 100 adviezen uitgebracht door de Haagse Jongerenambassadeurs, de wijkplatforms, het Jongerenstadslab, de stedelijke ouderraad en het platform “Jong doet mee”. De Haagse jongerenambassadeurs brengen ook op stadsdeelniveau adviezen uit en werken daarvoor samen met het jeugdwerk en andere jeugdnetwerken. Jaarlijks organiseren we 8 Jongerenstadslabs waarin wethouders, ambtenaren en professionals met jongeren ideeën kunnen ontwikkelen en uitvoeren. In totaal hebben 250 jongeren per jaar deelgenomen aan een stadslab. 5
1.2
Ieder stadsdeel heeft een platform voor en van jongeren. Dit kan zijn in de vorm van een jongerenraad, panel, sociale media etc. Daarbij zal de aanpak per stadsdeel verschillend zijn, afhankelijk van de wensen, vragen en omstandigheden van de jeugd in dat stadsdeel. Het jeugdwerk is de verbindende schakel tussen de gemeente, professionals en jongeren.
Jeugdwerk, Haagse Jongerenambas sadeurs, scholen, JIP en jeugdigen zelf
1.3
Elke jeugdhulpinstelling heeft een actieve cliëntenraad. Het Platform ‘Jong Doet Mee’ adviseert de gemeente (waaronder het CJG) en instellingen over cliëntenparticipatie en hun dienstverlening.
Jeugdhulpinstellingen, Jeugdombudsman, WMOraden.
1.4
Het Centrum voor Jeugd en Gezin haalt input op bij ouders over hun dienstverlening
Ouders, scholen en andere relevante wijkorganisaties
1.5
Jeugdigen worden meer bewust van het bestaan van de rechten van het kind en de mogelijkheden die het verdrag jeugdigen geeft om goed op te kunnen groeien.
Jeugdwerk, JIP, Kinder- en Jongerenrechtswinkel, scholen, Haagse Hoge school, Internationale organisaties van vrede en recht.
Elke bijeenkomst heeft geleidt tot zichtbare aanpassingen van beleid en uitvoering. Verschillende diensten zijn betrokken. Twee keer per jaar adviseert een stedelijke ouderraad de gemeente over thema's rond onderwijs en jeugd. In ieder stadsdeel is een kinder- of jeugdraad actief. We streven naar minimaal 10 actieve kinder- en jeugdraden in Den Haag. Ieder stadsdeel heeft jeugdparticipatie opgenomen in de wijkuitvoeringsplannen. Jeugd is betrokken bij het opstellen. Het netwerk van jeugdparticipatie in de stadsdelen is verbonden op stedelijk niveau o.a. met de Haagse Jongerenambassadeurs, gericht op kennisuitwisseling en ontwikkeling van nieuwe vormen/ideeën. De aanvraagsystematiek voor een subsidie is vereenvoudigd. Jongeren zijn bekend met de mogelijkheid tot een waarderingssubsidie. Jong Doet Mee organiseert twee keer per jaar een grote bijeenkomst voor beleidsambtenaren, jeugdzorginstellingen en andere belangenorganisaties. Een aantal keer per jaar komt de centrale cliëntenraad sociaal domein bijeen, waaraan de deelraad Jeugd via een afvaardiging deelneemt. De deelraad jeugd bestaat uit jongeren (gevormd door Jong Doet mee) en ouders (gevormd door de Haagse ouderraad). Het platform Jong Doet Mee brengt twee adviezen en 1 onderzoek per jaar uit. 12 jongeren (uit de regio) krijgen een ervaringsdeskundigheidstraining. Ouders hebben actief meegedacht over het aanbod van het CJG door middel van bijvoorbeeld ronde tafel gesprekken. De kinderrechten en de Dag van de Rechten van het Kind krijgt breed in de stad aandacht. Organisaties uit de stad hebben activiteiten georganiseerd rond en/of tijdens de Dag van de Rechten van het Kind op 20 november. Jaarlijks is de Kinderrechtenkrant uitgebracht op alle Haagse scholen in groep 6, 7 en 8.
6
1.6
Het jeugdwerk begeleidt jeugdigen bij het actief worden in hun wijk en helpt hen initiatieven te realiseren. De gekozen aanpak is afhankelijk van de wensen, vragen en omstandigheden van de jeugd in het desbetreffende stadsdeel.
Jeugdwerk en andere relevante wijkorganisaties .
1.7
We blijven goede voorbeelden van jeugdigen belonen door het uitreiken van het Haags Jeugdlintje
Scholen, jeugdorganisaties, jeugdwerk, en andere relevante organisaties.
Jeugdigen zijn actiever geworden in hun wijk en voelen zich gesteund bij het realiseren van initiatieven. Deze zijn onder andere gericht op het versterken van hun vaardigheden en het vinden van een passende opleiding en werk. Crownies en Buurtpreventie Projecten zijn ingezet zodat jongeren ervaringen kunnen opdoen voor opbouw van hun CV voor later. Het aantal deelnemers aan de Crownies neemt toe van 488 naar 525. Goede initiatieven worden beloond met een Haags Jeugdlintje. Het aantal aanmeldingen neemt toe van 40 naar 50 aanmeldingen per jaar. Er wordt getracht om de ontvangers van het Haags Jeugdlintje te verbinden aan jeugdparticipatieprojecten en evenementen, zodat ze een voorbeeld kunnen zijn voor anderen.
7
2. Een sterk en gezond opgroei- en opvoedklimaat in het gezin, de school en de wijk. Onze ambitie is dat jeugdigen en ouders gemakkelijk de weg weten te vinden naar alle basisvoorzieningen voor jeugdigen en ouders in de stad, zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin, het Jongeren Informatie Punt (JIP), de brede buurtschoolactiviteiten, het jeugdwerk, de sportverenigingen en de culturele instellingen. Op deze manier worden ze geholpen om op te groeien tot zelfredzame burgers. In deze opgave formuleren we drie doelen: I. De eigen kracht van jeugdigen versterken. II. De opvoedkundige vaardigheden van ouders en hun omgeving versterken. III. Een veilige en leerrijke omgeving creëren voor kinderen en jongeren. Vanuit de gemeente ondernemen we verschillende activiteiten die bijdragen aan bovenstaande doelen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) vormt een belangrijke pijler in de basisvoorzieningen voor jeugd en ouders. Hierin zijn de jeugdgezondheidszorg, het opvoedsteunpunt en het jeugdteam vertegenwoordigd. Jongeren kunnen daarnaast (digitaal) terecht bij het JIP met hun vragen en problemen. Het jeugdwerk is in de wijk aanwezig om jongeren in hun vrije tijd, uit te dagen hun talenten te ontwikkelen en actief en zichtbaar te participeren in de samenleving. Ook stimuleren we de inzet van en het werken met vrijwilligers bij het bieden van ondersteuning en hulp aan jongeren en gezinnen. Wat is al in gang gezet in 2015 en 2016? Met het Jongeren Informatie Punt (JIP) zijn we in gesprek over het verbeteren van de inzet van internet en social media (waaronder de We Hague app) zodat we meer jongeren bereiken. Er is een netwerk opgezet van maatjesprojecten, waarin kennis wordt uitgewisseld om het bereik te vergroten. Tevens wordt de kennis over de inzet van vrijwilligers en maatjesprojecten in het CJG en bij de instellingen voor jeugdhulp vergroot. Met de Haagse Welzijns Organisaties (HWO’s) voeren we een gesprek over het formuleren van prestatieindicatoren voor het welzijnswerk, waaronder het jeugdwerk, zodat we beter prioriteiten kunnen stellen voor de inzet van de HWO’s. Prioriteiten 2016-2018: Het vergroten van het bereik van het Centrum voor Jeugd en Gezin onder moeilijk bereikbare groepen. De zichtbaarheid van het JIP vergroten in de stadsdelen en wijken. Vormen van social media en internet beter inzetten in de communicatie met jongeren. Het jeugdwerk ondersteunt jongeren bij het stimuleren van talent, het opdoen van positieve leerervaringen, opbouwen van cv en netwerk, dat hen kan helpen bij het vinden van stageplekken en werk. Er is aandacht voor de financiële redzaamheid van jongeren, zodat het aangaan van schulden zoveel mogelijk wordt voorkomen.
8
I.
2.1
De eigen kracht van jeugdigen versterken. Ambitie uit beleidsnota Partners Het vergroten van het bereik, de kwaliteit en de inzet van vrijwilligers als kwalitatieve toevoeging op de hulp voor ouders en jeugd en van projecten waarin jongeren en/of ouders elkaar helpen (peer to peer).
Ouders en jeugd, vrijwilligersorganisaties, Haagse Welzijns Organisaties (HWO’s), PEP, JIP, jeugdhulpinstellingen
Resultaten
2.2
Het verbeteren van de aanpak van het JIP, zodat het bereik onder jongeren wordt vergroot.
JIP, Jeugdwerk.
2.3
We onderzoeken hoe we de WeHague jongerenapp of andere vormen van social media en internet beter kunnen inzetten.
Jongeren, JIP, Haagse Jongeren Ambassadeurs, Jeugdwerk
De maatjesprojecten voor jongeren zijn in kaart gebracht en via een sociale kaart op de website van het JIP en PEP makkelijk te vinden. Samen met het netwerk wordt gezorgd dat vraag en aanbod goed op elkaar is afgestemd waardoor matches snel en naar tevredenheid kunnen plaatsvinden. Een keer per jaar vindt er een gezamenlijke campagne plaats in overleg met het netwerk en fondsen met als doel het werven van maatjes. De beroepsmatig coördinatie van vrijwilligers wordt gefinancierd. Jeugdformaat, Ipse de Bruggen en de Jutters zijn ingezet als ambassadeurs voor de inzet van vrijwilligers bij de F12 (grote jeugdhulpaanbieders in de regio) en bevorderen de kennisdeling over vrijwilligers tussen de instellingen. De bekendheid van de inzet van vrijwilligers en maatjes bij het CJG en specifiek de Jeugdteams is vergroot. Vrijwilligers worden ondersteund in hun taken. Daarbij sluiten we aan op de initiatieven vanuit het vrijwilligersbeleid en de vrijwilligersacademie. De zichtbaarheid van het JIP is vergroot in de stadsdelen en wijken. In 2017 start een pilot om jongerenspreekuren uit te voeren in de wijk. Het bereik van het JIP via de app, telefoon en website wordt vergroot van 5.000 naar 6.000 jongeren per jaar. In een Jongerenstadslab is voor en door jongeren een nieuwe communicatie-strategie uitgewerkt en uitgevoerd over welke wijze jongeren informatie willen ontvangen. Hierbij is ook de invulling van de WeHague-app betrokken. Het gebruik van de We Hague-app neemt toe van 3.800 naar 4.800 gebruikers.
9
II.
De opvoedkundige vaardigheden van ouders en hun omgeving versterken. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten
2.4
Het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van alle jeugdigen.
2.5
Het CJG heeft een groot bereik onder jeugdigen en ouders door de zichtbaarheid, herkenbaarheid en bereikbaarheid van het CJG versterken en door het bieden van een passend aanbod.
Scholen, kinderdagverblijven, voorscholen, peuterspeelzalen, HWO’s, andere relevantie wijkpartners, zorgverleners, jeugdhulpinstellingen.
Scholen, kinderdagverblijven, voorscholen, peuterspeelzalen, HWO’s, andere relevantie wijkpartners, zorgverleners, jeugdhulpinstellingen.
2.6
De jeugdgezondheidszorg levert maatwerk door invoering van het Basis Aanbod Preventie (voorheen basispakket & meerwerk) en kan door flexibilisering beter inspelen op de behoeften en vragen van ouders en jeugdigen uit de wijk.
Scholen, kinderdagverblijven, voorscholen, peuterspeelzalen, HWO’s, andere relevantie wijkpartners.
Alle jeugdigen zijn in beeld. De vaccinatiegraad ligt op minimaal 95%. Elk kind is in het 1e levensjaar minimaal 4x keer gezien. (Inspectienorm) Er zijn preventieprogramma’s uitgevoerd voor het beperken van overgewicht bij kinderen - 9 mnd tot 4 jaar zodat overgewicht bij jonge kinderen kan worden voorkomen (zie ook nota volksgezondheid RIS 284021). Voor iedere school worden school- en klassenprofielen opgesteld op basis van verzamelden gegevens over de gezondheid van leerlingen. De preventieve activiteiten van de jeugdgezondheidszorg zijn hierop afgestemd. Het streven is dat in 2018 de bekendheid van het CJG bij ouders met thuiswonende kinderen tot 18 jaar gemiddeld met 3% is toegenomen (bron: stadsenquête). Het aanbod van het CJG is afgestemd op de vraag van ouders en jeugdigen in de wijk en het stadsdeel en resulteert in een agenda per stadsdeel. Het aanbod van het CJG sluit aan op de prioriteiten in het wijkprogramma. Op uitvoeringsniveau vindt structureel overleg plaats tussen het CJG en de relevante wijkpartners, waaronder het sociaal wijkzorgteam, en het serviceplein. Het CJG sluit aan op de wensen van de klant met betrekking tot openingstijden, locatie, tijdstippen fysieke afspraken, (hulp- en cursus)aanbod. Het CJG maakt gebruik van een innovatieve aanpak om het bereik onder moeilijk bereikbare doelgroepen te verbeteren. De medewerkers van het CJG zijn getraind in het omgaan met culturele diversiteit. De verbeterpunten uit de evaluatie van de huidige werkwijze t.a.v. het basisaanbod preventie zijn opgepakt en leiden tot het leveren van meer maatwerk door flexibilisering. De uitvoering van de JGZ is gebaseerd op het landelijk professioneel kader jeugdgezondheidszorg.
10
III.
2.7
2.8
2.9
Een veilige en leerrijke omgeving creëren voor kinderen en jongeren. Ambitie uit beleidsnota
Partners
Resultaten
Vanuit het jeugdwerk is meer flexibele inzet mogelijk, op basis van de vragen van ouders en jeugdigen uit de wijk. Zodat afhankelijk van de situatie per wijk de inzet en prioriteiten voor het jeugdwerk bepaald kunnen worden. Dit doen we samen met de welzijnsorganisaties. Vanuit het onderwijs en het jeugdwerk is er aandacht voor financiële redzaamheid van jeugdigen, zodat het aangaan van schulden zo veel mogelijk wordt voorkomen.
HWO's
Jeugdwerk, JIP, ouders, onderwijsinstellingen, schuldhulpverleners.
We bieden mogelijkheden binnen onze stad om je talenten te ontwikkelen en we willen dit meer en beter bij jeugdigen zelf onder de aandacht brengen. Daarbij koppelen we jeugdigen uit verschillende wijken aan elkaar, zodat ze elkaar kunnen stimuleren en helpen.
HWO's, culturele instellingen, scholen, sportorganisaties, scouting, fondsen, migrantenorgan isaties.
Er zijn nieuwe afspraken gemaakt met de HWO’s over de opdrachtverlening van het welzijnswerk, waaronder ook het jeugdwerk. Samen met de HWO’s zijn prestatieindicatoren geformuleerd voor het jeugdwerk. Het jeugdwerk werkt mee aan de outreachende aanpak in het kader van de wijkbanenplannen om jongeren naar werk en school te begeleiden. Op scholen is meer aandacht voor het leren omgaan met geld en wordt voorlichting gegeven over het voorkomen van schulden; Stimuleren van aandacht voor financiële educatie aan ouders; Professionals op school (schoolmaatschappelijk werk) en het jeugdwerk zijn voldoende toegerust om jongeren snel toe te leiden naar hulp bij schulden. Er zijn netwerken opgezet van organisaties van welzijn, fondsen, culturele en sportinstellingen rondom het ondersteunen van talent in kansarme wijken. Met jongeren zijn de ideeën uit het Jongerenstadslab over talentontwikkeling ‘The Hague got talent’ en culturele en sociaaleconomische verschillen verder uitgewerkt en uitgevoerd.
11
3. Tijdig signaleren van opgroei- en opvoedproblemen. Onze ambitie in deze opgave is om ontwikkelingsrisico’s bij het kind vroegtijdig te zien en kinderen zoveel mogelijk vanuit een samenhangende inzet van beroepskrachten en vrijwilligers in het gezin, op school of in de vrije tijd daarbij te ondersteunen en te begeleiden. Strategisch doel is meer vroegtijdige, preventieve inzet om problemen op latere leeftijd te voorkomen. In de nota zijn daarvoor de volgende doelen geformuleerd: I. Signaleren, samenwerken en voorkomen van problemen tijdens de zwangerschap. II. Op school en in de wijk signaleren, samenwerken en voorkomen van problemen. III. Scholing van professionals, beroepskrachten en vrijwilligers IV. Preventie en signaleren van psychische, sociale problematiek en LVB. Wat is al in gang gezet in 2015 en 2016: De bestaande Haagse Aanpak Perinatale Gezondheidzorg is uitgebreid met een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Den Haag en het Erasmus MC. In het project Healthy Pregnancy 4ALL werkt de gemeente Den Haag samen met het Erasmus MC. Met deze samenwerking geeft de gemeente Den Haag aan dat zij met haar beleid invloed wil uitoefenen op de aanpak van de sociaaleconomische verschillen bij kinderen. Verschillen die effect hebben op het toekomstperspectief van een kind. Een positieve invloed op een succesvol en gezond leven wordt voor kinderen al voor de conceptie en tijdens de zwangerschap bepaald. Vanuit de jeugdteams zijn verbindingen verstevigd met het onderwijs, welzijn, de politie en huisartsen met als doel eerder en beter opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Het doel is eerder inzetten van jeugdhulp en daarmee voorkomen dat er een beroep op specialistische en/of zwaardere hulp nodig is. Zo zijn in 2015 in het voortgezet onderwijs vier VO-jeugdteams gestart. Via deze VO-jeugdteams, schakelt het schoolmaatschappelijk werk rechtstreeks met de jeugdhulp en de JGZ. Er zijn voorbereidingen getroffen dat vanaf schooljaar 2016/2017 het schoolmaatschappelijk werk in het primair onderwijs onderdeel uitmaken van de lokale jeugdteams. In november 2015 is het Boven Stedelijk Jongeren Platform (BSJP) van start gegaan. Het BSJP biedt ondersteuning aan professionals die werken met jongeren met multi-problematiek tussen de 16 en 27 jaar. In het BSJP zitten experts die hun kennis en kunde beschikbaar stellen. Vanaf juni 2015 zijn op politiebureaus gezinscoaches werkzaam. Zij pakken zorgvragen van de politie rond gezinnen op of nemen ze mee naar het jeugdteam. De officiële start is geweest in juni 2015, op vier politiebureaus. De aanpak is in het eerste half jaar van 2016 naar de resterende bureaus uitgerold. Met de huisartsen is een convenant ondertekend. Doel ervan is contact en samenwerking tussen partijen op gang te brengen en te faciliteren. In 2015 heeft de CJG-Academie geïnvesteerd in een trainingsaanbod methode Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoeften en de benaderingswijze Signs of Safety. Ook is op verzoek van de gemeente aan alle CJG medewerkers een themabijeenkomst Radicalisering geboden en is het team Radicalisering extra geschoold. Prioriteiten 2016-2018: Samenwerking tussen jeugdgezondheidszorg en jeugdteams; doorontwikkeling CJG. Het voortzetten Haagse aanpak perinatale gezondheid. Het implementeren van SMW+ als schakel tussen school en jeugdhulp. De CJG Academie ontwikkelt een basis trainingsaanbod en wisselt kennis uit tussen professionals en kennisinstituten. In de wijkuitvoeringsprogramma's worden risicofactoren voor een gezond opgroei- en opvoedklimaat geïdentificeerd en van een agenda voorzien. 12
I.
Signaleren, samenwerken en voorkomen van problemen tijdens de zwangerschap. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten
3.1
Voortzetten Haagse Aanpak perinatale gezondheid
GGD Haaglanden, verloskundigen
3.2
Werken aan vernieuwing en afstemming binnen de verloskundige- en jeugdgezondheidszorg
GGD Haaglanden, verloskundigen
Onder leiding van een GGD projectleider wordt samen met betrokken beroepsgroepen verbeteringen aangebracht in het domein van zwangerschap en geboorte. Concreet 2 pilots: 1. Er worden preconceptiespreekuren (kinderwensspreekuren) georganiseerd in samenwerking met een aantal consultatiebureaus van de JGZ, verloskunde en huisartsen. 2. Verloskundigen gaan ook naar sociale risico's kijken. Hiervoor ontwikkelen we een extra zorgpad waarbij niet alleen medische, maar ook sociale omstandigheden worden meegenomen. Het bereik en effectiviteit van prenatale cursussen worden in 2016 onderzocht Dit leidt tot vernieuwing in het aanbod in 2017 en 2018 Aandachtspunt is prenatale cursussen vanuit het CJG aan specifieke doelgroepen aan te bieden
II.
Op school en in de wijk signaleren, samenwerken en voorkomen van problemen. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten
3.3
De bereikbaarheid en toegankelijkheid van de vrij toegankelijke jeugdhulp vergroten.
Scholen, huisartsen, politie, HWO’s
3.4
De JGZ monitort de lichamelijke, psychische, sociale en cognitieve
Scholen
In 2016 is een analyse uitgevoerd naar nationale en internationale methoden, om het bereik van de (preventieve) jeugdhulp voor moeilijk bereikbare groepen te vergroten. In 2016 is inzichtelijk in welke mate er sprake is van onvoldoende toegankelijkheid en tijdig bereik van ‘moeilijk bereikbare groepen’ en welke methodieken reeds worden toegepast om het bereik te optimaliseren. In 2016 zijn met het werkveld voorstellen uitgewerkt ter verbetering van het bereik van de (preventieve) jeugdhulp. Het aantal jeugdigen (in gezinnen) geholpen door jeugdteams ten opzicht van het aantal jeugdigen in gespecialiseerde zorg stijgt jaarlijks. Het % aanmeldingen van ouders, jeugdigen en het sociale netwerk bij de Jeugdteams is vergroot. De JGZ ondersteunt leerkrachten en scholen bij vragen over opvoeden, ziekte, psychosociale problemen en verzuim en zet 13
ontwikkeling van de kinderen van 0 tot 18 en zet haar expertise in richting scholen en jeugdhulp gericht op preventie en normaliseren.
3.5
Een optimale verbinding tussen de school en de jeugdteams van het CJG.
Scholen, Schoolmaatschappelijk werk
3.6
Het welzijnswerk en de politie gaan beter signaleren en doorverwijzen naar de jeugdteams.
HWO’s, politie
3.7
De samenwerking en Huisartsen doorverwijzing van de huisartsen naar de jeugdteams wordt verbeterd. Hiervoor is in juli 2015 een samenwerkingsconvenant gesloten met de huisartsen.
in op preventie en normaliseren. De JGZ maakt onderdeel uit van de interne zorgstructuur op de voorscholen, de scholen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De JGZ expertise wordt structureel ingezet in de jeugdteams, gericht op preventie en normaliseren. In 2016 is een pilot gestart, waarna de aanpak breder wordt geïmplementeerd. De methodiek Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoefte is geïmplementeerd in de JGZ. In het schooljaar van 2016/2017 maken schoolmaatschappelijk werkers in het primair onderwijs deel uit van de Jeugdteams, waardoor sneller hulp kan worden ingezet. Dit onder de noemer SMW+. In het voortgezet onderwijs wordt al gewerkt met SMW+ en werkt de gemeente Den Haag daarin samen met Rijswijk en LeidschendamVoorburg. Algemeen Maatschappelijk Werk is onderdeel van het jeugdteam. Specifieke welzijnsmedewerkers wijkcontacten en -netwerken hebben als taak de verbindingen tussen CJG en partners in de wijk aan te jagen. In 2016 is op ieder politiebureau in Den Haag een vertegenwoordiging vanuit de jeugdteams. Deze gezinscoaches zijn er voor consultatie, advies, intake en terugkoppeling. Het welzijnswerk legt de verbinding met andere professionals in het vrijetijdsdomein (sport en cultuur) die problemen kunnen signaleren. In 2016 weten huisartsen met welke jeugdartsen en gezinscoaches (met GGZachtergrond) zij in de wijk samenwerken en kennen elkaar In 2016 zijn er afspraken gemaakt over hoe huisartsen en gezinscoaches in de wijk met elkaar samenwerken. In 2016-2017 gaat een pilot met 5 huisartsenpraktijken van start om de doorverwijzing naar CJG/Jeugdteams en wederzijdse samenwerking te ontwikkelen en te versterken. In 2018 zijn er gezamenlijke werkagenda ’s ontwikkelt voor lokale samenwerking in de wijk. In 2018 zijn er afspraken over samenwerking tussen de Praktijkondersteuner huisartsen 14
3.8
Partijen werken beter en sneller samen op het gebied van risicosignalering.
Regiogemeenten en organisaties die werken met jeugd
(POH, betaald door zorgverzekeraar) en CJG. In 2018 is beveiligde elektronische communicatie tussen huisartsen, jeugdartsen en jeugdteams gerealiseerd. in de periode 2016-2018 gaan we het gebruik van de regionale verwijsindex bevorderen door te zorgen voor: uitbreiding naar het voorveld (kinderopvang, scholen, welzijn); aansluiting van de sociale wijkteams; aansluiting van Veilig Thuis; trainingen en voorlichtingen voor nieuw aangesloten organisaties.
III.
Scholing van professionals, beroepskrachten en vrijwilligers Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten
3.8
De CJG Academie ontwikkelt een trainingsaanbod en wisselt kennis uit tussen professionals en kennisinstituten.
Jeugdhulpaanbieders
3.9
Voldoende kennis in de jeugdteams voor wat betreft werken met ouders en kinderen met een beperking.
Jeugdhulpaanbieders LVB
3.10
Deskundigheidsbevordering van docenten onderwijs, CJG en beroepskrachten die met jeugd werken over het herkennen van en omgaan met psychische en sociale problematiek
Scholen, jeugdhulpaanbieder GGZ
De CJG-academie voorziet in de opleidingsen/of bijscholingsbehoefte van medewerkers. Hierdoor voldoen de medewerkers o.a. aan de wettelijke verplichtingen. Ook voorziet de CJG-academie in specifieke opleidingsvragen, bijvoorbeeld op het gebied radicalisering, kindermishandeling, LVB, depressie. 80% van de jeugdteammedewerkers ontvangt in 2016 scholing op het gebied van transformatie en privacy. In 2017 volgt de overige 20%. In 2017 en 2018 verbreden we het scholingsaanbod naar professionals binnen het CJG. Het Jeugdteam onderhoudt relaties met onafhankelijke cliënt ondersteuners zoals het AKJ (organisatie voor vertrouwenspersonen in de jeugdhulp). Kennis van de LVB groep die aanwezig is binnen het gedwongen kader en de jeugdhulp delen met het veld door cursussen vanuit de CJG Academie aan te bieden in 2016, 2017 en 2018. In 2016, 2017 en 2018 wordt vanuit de CJG Academie voor de jeugdteamprofessionals een module signalering (jeugd)psychiatrie aangeboden. Jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, opvoedsteunpunt (ops), jeugdwerkers, sociaal maatschappelijk werk en gezinscoaches zijn getraind in het herkennen en verder helpen van de jonge mantelzorgers. 15
3.11
Kennis bij vrijwilligersorganisaties en zelforganisaties over de praktische uitwerking van de jeugdwet vergroten.
PEP, zelforganisaties en vrijwilligersorganisaties
In samenwerking met PEP geven we voorlichting over de nieuwe Jeugdwet aan vrijwilligersorganisaties en zelforganisaties. Hiermee geven we uitvoering aan de motie (rv 90.2014/25) die werd aangenomen bij de besluitvorming over het beleidskader ‘Heel het kind’ (RIS 276325). In 2016 1x en in 2017 en 2018 2x verzorgt een voorlichtingsbijeenkomst bij de Vrijwilligersacademie over het nieuwe jeugdstelsel. Op thema zal ingegaan worden op de rol van vrijwilligers in de jeugdhulp.
IV.
Preventie en signaleren van psychische, sociale problematiek en LVB. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten
3.12
Het bevorderen van de preventie en signalering van psychische, sociale problematiek en LVB bij jeugdigen zelf op scholen. Op praktijkscholen, VMBO en MBO vergroten we de sociale weerbaarheid gericht op (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Verminderen van risico’s, verhogen weerbaarheid en zelfredzaamheid van kinderen in ongunstige opvoedsituaties. Daarbij definiëren wij de volgende doelgroepen: kinderen van ouders met psychische, psychiatrische of verslavingsproblematiek (KOP-KVO); kinderen van ouders met een licht verstandelijke beperking; jonge mantelzorgers (kent overlap met voorgaande doelgroep); kinderen die te maken krijgen met huiselijk geweld; kinderen die te maken hebben met een vechtscheiding.
3.13
3.14
Scholen, jeugdhulpaanbieders, Verweij Jonker
Scholen
Jeugdhulpaanbieders GGZ en LVB
Op verzoek van scholen organiseren we trainingen voor leerlingen, ouders en docenten over gedragsproblemen, met specifieke aandacht voor kinderen van migranten. Op praktijkscholen, VMBO en MBO worden workshops gehouden: 46 groepen op school ontvangen gerichte workshops (‘Wat jij wil en ‘Jongens’); 12 workshops op MBO scholen. Op 20 basisscholen (waarvan 2 internationale scholen) worden groepstrainingen op het gebied van sociale vaardigheden georganiseerd voor kinderen met (beginnende) psychische klachten. Trainers worden geleverd door de jeugdhulpaanbieder GGZ en een speciaal basisonderwijs docent. Voor het voortgezet onderwijs wordt een vergelijkbare inzet ontwikkeld. In de wijkuitvoeringsprogramma’s 2017 en 2018 worden risicofactoren voor een gezond opgroei- en opvoedklimaat geïdentificeerd en van een agenda voorzien. In deze cyclus werken het stadsdeel en het CJG samen aan deze agenda. Het aanbod van de jeugdhulp GGZ en LVB en specifieke (vaardigheids)trainingen voor kinderen en ouders sluiten hierdoor beter aan op vragen en behoeften in de wijk. Het instellen van een stedelijk preventieteam JeugdGGZ. De preventietaken worden lokaal uitgevoerd in de Jeugdteams, de wijk, op scholen en in de huisartspraktijk. Het bovenstedelijk team is gericht op advies, 16
onderzoek, ontwikkelen en uitzetten van interventies en het onderhouden van netwerken met o.a. de volwassenpsychiatrie en specialistische jeugd-GGZ en verslavingszorg. In 2016 wordt een plan van aanpak opgeleverd voor het bovenstedelijk preventieteam JGGZ en op basis daarvan worden afspraken gemaakt met partijen. In 2017 is er een operationeel bovenstedelijk preventieteam JGGZ.
17
4. Integrale passende jeugdhulp. Onze ambitie is dat jeugdigen en gezinnen de jeugdhulp ontvangen die nodig is en zoveel mogelijk dicht bij huis, in de wijken en samen met de gezinnen zelf wordt ingezet. Er wordt gewerkt volgens het principe één gezin, één plan, één contactpersoon. In de kwartaalrapportages jeugdhulp wordt gerapporteerd aan de hand van zes kritische prestatie indicatoren (KPI’s) om de effecten en kwaliteit van de jeugdhulp in kaart te brengen. Doelen: I. De jeugdteams worden doorontwikkeld met als doel de expertise te vergroten en tegelijkertijd het jeugdhulpveld voor cliënten te versimpelen. De procedure van zorgmeldingen tussen politie, Veilig Thuis en het CJG is verbeterd zodat meldingen van kindermishandeling en huiselijk geweld sneller en adequater opgepakt worden. Er is een gefundeerde keuze voor de organisatievorm van het CJG gemaakt door het College op 26 januari 2016 en de CJG’s worden doorontwikkeld. II. Samenwerking met de regio Haaglanden op het gebied van de inkoop door middel van regionale en lokale inkoopplannen. Er is een lokaal innovatiefonds ingericht. III. Continuering en verbreding werkwijze Jeugdbeschermingstafel. IV. Kennis en expertise rondom hulpverlening aan oudere jongeren (16-27) met multiproblematiek wordt gebundeld. De aanpak voor jongeren zonder vaste woon- of verblijfplaats wordt verbeterd. Wat is al in gang gezet in 2015 en 2016 Met de jeugdteams, de jeugdbeschermingstafel en de uitvoering van de innovatieagenda (verschuiven van zware naar lichte zorg) is Den Haag in 2015 gestart met het vormgeven aan de transformatiedoelen van de Jeugdwet. Ingezette koers hierbij is laagdrempelige hulpverlening aan jeugdigen en ouders bieden door het Centrum Jeugd & Gezin (CJG), samenwerking en afstemming realiseren met ketenpartners in verschillende domeinen en toeleiding organiseren naar gespecialiseerde jeugdhulp (zorg in natura). In bepaalde gevallen kunnen burgers een beroep doen op een persoonsgebonden budget (PGB) in plaats van zorg in natura. Het PGB is een goede uiting van de eigen kracht van ouders en jeugdigen. Een PGB moet burgers in staat stellen zelf de noodzakelijke zorg in te schakelen en te organiseren. De gemeente Den Haag beschouwt het PGB als een goed instrument voor maatwerk. Voor jeugdigen en hun ouders draagt het PGB bij aan het behoud van de regie over hun eigen leven. Zij hebben de vrijheid te kiezen welke zorgverleners zij willen en op welke tijdstippen zij die zorg wensen te ontvangen. Het gesprek wordt gevoerd met ouders en jeugdigen aan tafel om te bespreken welke hulp noodzakelijk is. Dit gebeurt zowel door de gezinscoach binnen het CJG als ook aan de jeugdbeschermingstafel. Aan de Jeugdbeschermingstafel wordt met gezinnen gesproken waarin het opvoedklimaat onveilig is of waarbij anderszins sprake is van een bedreigde ontwikkeling bij een of meerdere kinderen in het gezin. Prioriteiten 2016-2018 Doorontwikkeling CJG’s en voldoende jeugdteams Inkoop afstemmen op de vraag Voorkomen dat jongeren zwerfjongeren worden 18
I.
4.1
De jeugdteams worden doorontwikkeld met als doel de expertise te vergroten en tegelijkertijd het jeugdhulpveld voor cliënten te versimpelen. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten Doorontwikkeling CJG en jeugdteams
Samenwerkingspartners SOJ
4.2
4.3
4.4
Integrale samenwerking door het werken volgens 1 gezin, 1 plan en 1 contactpersoon.
Gecertificeerde Instellingen, HWO’s.
We verbeteren de toeleiding naar en afstemming over in te zetten jeugdhulp door samenwerkingsafspraken te maken met andere wettelijke verwijzers zoals de huisartsen en jeugdartsen (zie ook 3.7) Jeugdteams werken samen met politie en Veilig Thuis
Wettelijk verwijzers
Veilig Thuis, Zorg, Politie, Veilig Thuis
Implementatieplan voor het doorontwikkelen van het CJG in 2017. Onderzoek uitgevoerd ‘gezin aan zet’ vanuit de Academische werkplaats. Op 1 januari 2017 is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend m.b.t. de samenwerking in de jeugdteams. In 2016 is een bijlage over de personele inzet 2016 toegevoegd aan de samenwerkingsovereenkomst. M.b.t. de samenwerking in de jeugdteams. Capaciteit in de jeugdteams is afgestemd op de vraag met een flexibele schil waardoor er geen wachtlijsten zijn. In 2018 is er inzicht in de ontwikkeling van de klanttevredenheid van de Jeugdteams. Het streven is dat de klanttevredenheid is toegenomen. Vanuit de CJG academie wordt een opleidingsprogramma aangeboden aan iedere medewerker De inzet van vrijwilligers borgen in de aanpak werkwijze van de jeugdteams. Actuele inkooplijst aanbieders is jaarlijks beschikbaar voor verwijzers op de website van H10inkoop.nl
Er zijn werkafspraken met vaste contactpersonen tussen politie, Veilig Thuis en het CJG. In de zomer van 2016 is op ieder politiebureau in Den Haag een vertegenwoordiging vanuit de jeugdteams. Aantal aanmeldingen via politie bij het jeugdteam wordt geregistreerd.
19
II. samenwerking met de regio op het gebied van de inkoop door middel van regionale en lokale inkoopplannen. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten 4.5
Efficiënt inkopen met de regiogemeenten en de inkoop wordt afgestemd op de vraag.
H10, samenwerkingspartners SOJ, SPPOH,
4.6
Afspraken met jeugdhulpinstellingen maken over innovatieve en vernieuwende initiatieven
Jeugdhulpinstellingen, H10
Voor de gespecialiseerde jeugdhulp gaat de regio Haaglanden klanttevredenheid meten door cliëntervaringsonderzoek. Aanvullend wordt de klanttevredenheid van de instellingen geanalyseerd aan de hand van de jaarverslagen. Het streven is dat de klanttevredenheid in 2018 is toegenomen. Er is jaarlijks een lokaal inkoopplan jeugdhulp opgesteld. In de samenwerkingsovereenkomst jeugdteams Den Haag is opgenomen welke deskundigheid de medewerkers nodig hebben. Onderzoeksrapport AEF KDC’s/daghulp zorglandschap. Onderzoeksrapport AEF naar kinderopvang i.r.t. jeugdhulp. Specialistische jeugdhulp is verder ingeregeld (LVB, JGGZ). Er ligt eind 2016 een advies voor de regio m.b.t. vernieuwende pleegzorg. Analysetafel levert verbeterpunten op voor de inkoop van hulp. Bestedingsoverzicht lokaal innovatiefonds 2016 is beschikbaar. Bestedingsoverzicht lokaal innovatiefonds 2017 is beschikbaar.
III.
Continuering en verbreding werkwijze Jeugdbeschermingstafel. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten
4.8
Als gemeente nemen we de regie tussen vrijwillige hulp en dwang.
Gecertificeerde Instellingen, Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis.
De procedure toeleiding gedwongen kader is verbeterd. De hulpverlening houdt zich aan de werkwijze van de JBT (bespreken met ouders van het VTO en het maken van een SOS veiligheidsplan met het gezin). Ouders en jeugdigen participeren in werkwijze toeleiding (dit betekent dat er altijd wordt gesproken met het gezin, ook met de kinderen ongeacht de leeftijd en alternatieven in de hulpverlening worden besproken). Signaleringsrol kwaliteit hulpverlening (terugkoppeling van houding en expertise voor en tijdens de JBT) wordt bij iedere casus toegepast. Signs of Safety wordt bij ieder 20
veiligheidsplan dat wordt opgesteld toegepast. Eigen regie burger inzake voogdijmaatregelen wordt bevorderd (maatwerk gericht op het beste voor het kind). Cliënttevredenheidsonderzoek is uitgevoerd onder ouders en kinderen die bij de JBT zijn geweest. Evaluatie effect van de JBT (duurzaamheid van de uitspraken, met andere woorden blijven mensen die uitgesteld onderzoek krijgen ook vaker buiten het gedwongen kader).
IV. Kennis en expertise rondom hulpverlening aan oudere jongeren (16-27) met multiproblematiek wordt gebundeld. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten 4.9
Zorgdragen voor soepele overgangen tussen de jeugdwet en andere wetgeving: WMO, WLZ, ZVW, Passend Onderwijs en Participatiewet
Jeugdhulpinstellingen, JIT, Zorgverzekeraars, Rijk, CIZ
4.10
We werken met toekomstplannen in plaats van hulpverleningsplannen
Jeugdhulpinstellingen, JIT, Jong doet Mee!
4.11
Instellen bovenstedelijk jongerenplatform (BSJP) met domein overstijgende problematiek om snelle en adequater te helpen en te zorgen voor een goede aansluiting met de wijkteams.
ROC, JIT, Jeugdbescherming West, Jutters, IDcollege, Pallier, De Waag
Er is een analysetafel waarin op casusniveau knelpunten in o.a. wetgeving worden opgelost. De jeugdregisseurs voeren procesregie wanneer casussen vastlopen. Met zorgverzekeraars vindt afstemming plaats over overgang 18-/18+ (convenanten). Er is afgestemd t.b.v. inkoop WMO 2017 e.v. Kennis en kunde voor de specifieke doelgroep jongeren met multiproblematiek zijn gebundeld in het BSJP. In het lokale inkoopplan is financiële ruimte geserveerd voor knelpunten in de doelgroep 16-23. Rond het 17e jaar wordt geïnventariseerd wat er nodig is na de 18e verjaardag door de contactpersoon. Dit wordt opgenomen in een toekomstplan. Er is een BSJP. De werkwijze van het BSJP is eind 2016 geëvalueerd. De werkwijze van het BSJP is aangepast na de evaluatie.
21
IV.
De aanpak voor jongeren zonder vaste woon- of verblijfplaats wordt verbeterd. Ambitie uit beleidsnota Partners Resultaten
4.12
We willen voorkomen dat jongeren zwerfjongeren worden
CCP, JIT, Achterban, Leger des Heils
4.13
4.14
We willen eerder zicht op zwerfjongeren door het ontwikkelen van een meer duurzame monitor met betrokken partners in de keten We bieden voldoende hulp en begeleiding voor zwerfjongeren
CCP, JIT, Achterban, Leger des Heils
CCP, JIT, Achterban, Leger des Heils
4.15
We verbeteren de kansen voor (zwerf)jongeren op de woningmarkt
Woningcorporaties, particuliere verhuurders, CCP, JIT, Achterban, Leger des Heils.
Alle instellingen in de jeugdhulp werken met toekomstplannen waarbij tijdig met de jongere een plan wordt opgesteld wat na het afsluiten van de jeugdhulp nodig is. Hierin staan ook afspraken over vervolghulp en/of woonbegeleiding. In de inkoop van de WMO in 2017 worden voldoende voorzieningen voor (woon)begeleiding gericht op risicojongeren ingekocht. In 2016 wordt bij 21 jongeren van 17 jaar of ouder een pilot uitgevoerd met een JB- of JR maatregel met JIT begeleiding. Bij goede resultaten wordt deze aanpak gecontinueerd in 2017 en 2018. Onderzoek wordt in 2016 gedaan naar de omvang van de doelgroep zwerfjongeren, er is een onderzoeksrapport beschikbaar. Aan de hand van dit onderzoek verbeteren we de manier van registratie in 2017. Het Jeugd Interventie Team (JIT) biedt minimaal 600 jongeren intensieve begeleiding op jaarbasis. Via JIT Wonen en het Leger des Heils worden jaarlijks minimaal 138 (15 JIT Wonen, 38 JIT Foyer en 85 Leger jongerenwoningen) plekken voor begeleid wonen voor zwerfjongeren beschikbaar gesteld. De noodopvang biedt voldoende en adequate plekken Op basis van een analyse van de doorstroom bij de opvang en begeleid woonvormen zijn afspraken gemaakt met woningcorporaties welke vertaald zijn in de stedelijke prestatieafspraken. Er wordt in 2016 naar de mogelijkheden voor doorstroming naar particuliere verhuurders gekeken.
22
5. Monitoring, juridische vraagstukken en financiën. 5.1 Monitoring De raad heeft bij vaststelling van het beleidskader Jeugd 2015-2018 ‘Met de jeugd. Voor de jeugd’ ingestemd met het voornemen van het college om in het uitvoeringsprogramma meetbare doelstellingen te formuleren per opgave en de raad jaarlijks te informeren over de voortgang in het realiseren van die doelstellingen. Daarbij heeft de raad in een amendement opgenomen (RIS 288911_151208) welke doelen en indicatoren moeten worden meegenomen. Zie onderstaand kader voor de tekst van het amendement.
1. Initiatieven en ideeën van jeugd en ouders meer ruimte geven. Het aantal adviezen van jeugdigen en ouders dat is uitgebracht door de Haagse Jongerenambassadeurs, de wijkplatforms, het Jongerenstadslab, de stedelijke ouderraad en het platform “Jong doet mee” en de mate waarin die initiatieven in beleid worden opgenomen of worden uitgevoerd. Het streven is dat in 2018 100 van zulke adviezen zijn uitgebracht. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt wat de achtergrond van de jongeren is die de adviezen hebben uitgebracht. Daarnaast wordt in beeld gebracht hoe de participatie van jongeren in specifieke wijken en doelgroepen zich ontwikkelt. De politiek bestuurlijke, maar ook bijv. culturele en sportieve participatie zijn hierbij leidend. Er wordt een concrete ambitie gehangen aan het bevorderen van deze vormen van jongerenparticipatie. 2. Een gezond en sterk opgroei- en opvoedklimaat in het gezin, de school en de wijk. De bekendheid van het CJG en de jeugdteams onder ouders met thuiswonende kinderen tot 18 jaar, zoals onderzocht in het stadspanel, uitgaande van het gemiddelde per jaar. Het streven is dat in 2018 de bekendheid van het CJG bij deze groep gemiddeld met 3% is toegenomen van 79% naar 82%. 3. Tijdig signaleren van opgroei- en opvoedproblemen. Het aantal jeugdigen (in gezinnen) geholpen door de jeugdteams ten opzichte van het aantal jeugdigen in gespecialiseerde zorg. Het streven is dat het relatieve aantal jeugdigen dat geholpen wordt door de jeugdteams tot 2018 jaarlijks stijgt. Het bereik van kinderen in ongunstige opvoedsituaties zoals armoede, jonge mantelzorgers, kinderen van (EU-arbeids)migranten en kinderen van verslaafde ouders of ouders met psychische problemen via het preventieplan jeugd. De wijze van monitoring en bijbehorende doelstellingen worden in het uitvoeringsprogramma nader vastgesteld. De mate waarin beïnvloedbare risicofactoren voor een gezond opgroei- en opvoedklimaat, die per wijk in de jeugdagenda van de wijkuitvoeringsprogramma’s worden geïdentificeerd, worden teruggedrongen. 4. Integrale passende jeugdhulp. Klanttevredenheid van ouders, jeugdigen en professionals over de jeugdhulp. In de tweede kwartaalrapportage van de jeugdhulp 2016, kan voor het eerst over de klanttevredenheid gerapporteerd worden. Streven is dat de klanttevredenheid in 2018 is gestegen ten opzichte van 2016.
23
De gevraagde doelen en indicatoren uit het amendement zijn in dit uitvoeringsprogramma uitgewerkt. In deze paragraaf geven we aan hoe de monitoring per opgave wordt ingevuld. Sinds 2015 wordt de raad al elk kwartaal geïnformeerd over de voortgang van de jeugdhulp (opgave 4 in het uitvoeringsprogramma). Vanaf 2017 zal de jaarrapportage (q4) worden aangevuld met de indicatoren uit het uitvoeringsprogramma. Daarnaast wordt in 2016 ook een meerjarig onderzoeksprogramma opgesteld waarin meer verdiepend kwalitatief onderzoek is opgenomen over de effectiviteit van beleid. Monitoring per opgave Per opgave monitoren we de voortgang op de doelen en resultaten. Over een aantal indicatoren is in 2015 per kwartaal gerapporteerd in de voortgangsrapportages jeugdhulp. In de jaarrapportage worden deze indicatoren opgenomen onder één van de vier opgaven waarop ze betrekking hebben, aangevuld met indicatoren voor het preventief jeugdbeleid. 1. Initiatieven en ideeën van jeugd en ouders meer ruimte geven. • Het aantal adviezen dat is uitgebracht door de Jongerenambassadeurs, de wijkplatforms, het Jongerenstadslab, de stedelijke ouderraad en het platform “Jong doet mee”. In hoeverre adviezen worden uitgevoerd of opgenomen in het te ontwikkelen beleid. Op stadsdeelniveau en waar mogelijk op wijkniveau wordt inzichtelijk gemaakt: het aantal, uit welke wijk afkomstig en de tevredenheid van deelnemers aan de Jongerenstadslabs; het aantal kinder- en jeugdraden; het aantal subsidies verstrekt voor initiatieven van jongeren; aantal deelnemers aan de Crownies; aantal aanmeldingen voor het Haagse Jeugd lintje en aantal uitgegeven Jeugdlintjes; Deze gegevens vullen we aan met onderzoeksgegevens uit de gezondheidsmonitor en/of stadsenquête zoals sportdeelname en vrijwilligerswerk. 2. Een sterk en gezond opgroei- en opvoedklimaat in het gezin, de school en de wijk. Stedelijk monitoren we het volgende: De toename van de bekendheid van het CJG onder ouders met thuiswonende kinderen; vaccinatiegraad; bereik jeugdgezondheidszorg. Op stadsdeelniveau en waar mogelijk op wijkniveau maken we inzichtelijk: bereik van het preventief ondersteuningsaanbod over opvoeden en opgroeien van het CJG onder jeugdigen en ouders; % scholen waarvoor een gezondheidsprofiel is opgesteld; % medewerkers dat is getraind op het gebied van culturele diversiteit; aantal bereikte jeugdigen van het JIP via app, telefoon, website. 3. Tijdig signaleren van opgroei- en opvoedproblemen. In opgave drie zijn vier doelen benoemd, waarvoor we per doel indicatoren hebben geformuleerd. Doel I: Signaleren, samenwerken en voorkomen van problemen tijdens de zwangerschap. • Afname van de perinatale sterfte. • Het bereik van de prenatale cursussen. 24
Doel II: Op school en in de wijk signaleren, samenwerken en voorkomen van problemen. het aantal jeugdigen (in gezinnen) geholpen door de jeugdteams ten opzichte van het aantal jeugdigen in gespecialiseerde zorg. % aanmeldingen van ouders, jeugdigen, sociale netwerk bij de jeugdteams. % verwijzingen van huisartsen naar de jeugdteams. % verwijzingen vanuit onderwijs naar de Jeugdteams. • % verwijzingen vanuit welzijn en politie naar de Jeugdteams. Aantal partners aangesloten op de Verwijsindex en aantal signalen. Doel III. Scholing van professionals, beroepskrachten en vrijwilligers. % CJG-medewerkers getraind in Signs of Safety. % CJG- medewerkers getraind in GIZ . Overzicht van modules die door de CJG Academie zijn uitgevoerd en aantal deelnemers die hebben meegedaan (breder dan alleen gezinscoaches). Aantal vrijwilligersorganisaties en zelforganisaties die zijn bereikt met de voorlichting over de nieuwe jeugdwet. Doel IV. Preventie en signaleren van psychische, sociale problematiek en LVB. Om kinderen in ongunstige opvoedsituaties te bereiken richten we ons op specifiek vijf groepen die een risico lopen: a. kinderen van ouders met psychische, psychiatrische of verslavingsproblematiek (KOP-KVO); b. kinderen van ouders met een licht verstandelijke beperking; c. jonge mantelzorgers (kent overlap met voorgaande doelgroep); d. kinderen die te maken krijgen met huiselijk geweld; e. kinderen die te maken hebben met een vechtscheiding. Daarnaast heeft armoede een negatief effect op de (opvoed) vaardigheden van ouders en mogelijkheden van kinderen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Risico’s die in het onderwijs en de jeugdgezondheidszorg gesignaleerd worden. Om te monitoren in hoeverre we deze groepen bereiken, rapporteren we op stadsdeelniveau en waar mogelijk op wijkniveau over: • aantal scholen in het primair en voortgezet onderwijs met preventieve programma’s; aantal gesignaleerde kinderen in het onderwijs en de jeugdgezondheidszorg; • aantal gezinnen dat preventief begeleid wordt (stut en steun); • aantal kinderen dat deelneemt aan weerbaarheidstrainingen. 4. Integrale passende jeugdhulp. Per kwartaal rapporteren we over de 6 kritische prestatie indicatoren. Aanvullend rapporteren we in de jaarrapportage kwalitatief over de jeugdteams en het functioneren van de Jeugdbeschermingstafel. De 6 kritische prestatie indicatoren zijn: 1. Budgetuitnutting; de feitelijke uitnutting van het begrote jeugdhulpbudget. 2. Van zwaar naar licht; de mate waarin we de innovatiedoelstelling ‘hulp zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig’ halen. We meten dit aan de hand van vier subindicatoren. a. Aantal trajecten jeugdteam ten opzichte van zorggebruik in de regio (2e lijn). Deze indicator is ook opgenomen in de monitoring van opgave 3. 25
b. Aantal verwijzingen van huisartsen naar jeugdteams. Deze indicator is ook opgenomen in de monitoring van opgave 3. c. Afname van het aantal kinderen in gedwongen kader. d. Een verschuiving van het aantal kinderen in de residentiële hulpverlening naar (intensief) ambulante hulpverlening en een verschuiving van (intensief) ambulante jeugdhulp naar preventieve ondersteuning (door jeugdteams). 3. Klanttevredenheid; de tevredenheid over de jeugdhulpverlening door ouders en jeugdigen gemeten. Klanttevredenheid wordt geoperationaliseerd door: a. Toegankelijkheid van de zorg b. Kwaliteit van de zorg c. Effect van de zorg op: - gezond / veilig opgroeien - zelfstandigheid - zelfredzaamheid - maatschappelijke participatie Verder vragen we nog naar een rapportcijfer voor de tevredenheid over de hulp. 4. De effectiviteit van trajecten. Dit meten we aan de hand van twee indicatoren: a. de reden van afsluiting van een traject; b. het ervaren nut van het traject door de klant: dit item maakt onderdeel uit van het klanttevredenheidsonderzoek (zie KPI 3). 5. Kinderen in zorg; met deze indicator presenteren we gegevens over de jeugdigen die jeugdhulp ontvangen in de jeugdteams en de gespecialiseerde jeugdhulp. 6. Werkvoorraad en wachtlijst van de jeugdteams en Veilig Thuis.
5.2 Juridische vraagstukken Privacy is een belangrijk aandachtspunt voor Jeugd. We verwerken persoonsgegevens van jeugdigen en ouders in overeenstemming met uitgangspunten uit de Wet bescherming persoonsgegevens en de Jeugdwet. Uitgangspunt is dat er niet meer gegevens worden verwerkt dan noodzakelijk voor het doel waarvoor de gegevens worden verwerkt en dat we zoveel mogelijk mét ouders en jeugdigen praten in plaats van over hen. In aanloop naar de decentralisatie is er een Privacy Impact Assessment (PIA) uitgevoerd. Het werkproces van de jeugdteams is hierbij doorlopen om mogelijke privacy-risico’s in kaart te brengen en maatregelen te nemen om deze risico’s te beheersen. Naar aanleiding hiervan is er o.a. een privacyreglement opgesteld die is vertaald naar werkinstructies.
5.1
Ambitie uit de beleidsnota
Resultaten
Doorgaan met de verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de verschillende jeugdinstellingen onderling. Wij verwachten bijvoorbeeld nog met de rechtbank(en) t.b.v. de
Knelpunten rondom Jeugdbeschermingstafel worden gezamenlijk met de H10 juristen aangepakt. Er zijn aanvullende PIA’s uitgevoerd op een drietal deelprocessen: zorg in natura, pgb en 26
5.2
Jeugdbeschermingstafel de informatieuitwisseling te kunnen verbeteren. Voor het goed kunnen uitwisselen van informatie en het borgen van privacy en de wet bescherming persoonsgegevens, zullen wij waar nodig dit opnemen in convenanten of samenwerkingsafspraken. In 2016 volgt een evaluatie van de verordening van de jeugdhulp waarop eventueel aanpassing van de verordening plaatsvindt.
de jeugdbeschermingstafel. Er is een privacy audit uitgevoerd ter controle van een aantal genomen privacy-maatregelen. Er zijn waar nodig vervolgacties uitgevoerd naar aanleiding van de PIA’s en de privacy audit.
De verordening en nadere regels zijn geëvalueerd aan de hand van de jaarrapportage 2015. Indien noodzakelijk wordt de verordening in 2016 aangepast.
5.3 Financiële uitwerking
5.3
Ambitie uit de beleidsnota
Resultaten
Het aantal verschillende tarieven en producten in de jeugdhulp terug brengen tot een voor cliënten overzichtelijk aantal .
5.4
De inkoop versus subsidiesystematiek wordt vereenvoudigd zodat de opdrachtverlening en verantwoording tussen de gemeente en instellingen helder en eenvoudiger is. Op basis van de uitwerking van de vier opgaven maken we opnieuw keuzes voor de inzet van subsidies. De herijking van subsidies is gericht op het versterken van het sociale netwerk rond jeugdige en gezin, voorkomen van dubbele opdrachtverlening en structurele borging, integrale benadering, wenselijkheid van cofinanciering en bereik en effect van de voorziening.
De lijst met ingekochte producten wordt gecomprimeerd (producten zijn geharmoniseerd in 2017, tarieven volgen later). Op www.h10inkoop.nl is een lijst te zien met ingekochte jeugdhulp In 2016 is een specifieke subsidieregeling Jeugd opgesteld. In 2016 stellen we een budgetoverzicht Jeugd op, op basis waarvan instellingen hun aanvraag kunnen doen. Het budgetoverzicht is gerelateerd aan de beleidsdoelen uit het beleidskader en geeft weer welk subsidies beschikbaar zijn en onder welke voorwaarden deze subsidies kunnen worden verstrekt. Vanaf 2017 werken we met 1 financieel overzicht voor Jeugd.
27
Meerjarenbegroting 2016-2018 Subsidies Uitvoeringsprogramma Jeugd Ambitie uit de beleidsnota
Budget 2016
Budget 2017
Budget 2018
1. Initiatieven en ideeën van jeugd en ouders meer ruimte geven.
€
€
€
2. Een sterk en gezond opgroei- en opvoedklimaat in het gezin, de school en de wijk. 3. Tijdig signaleren van opgroei- en opvoedproblemen. 4. Integrale passende jeugdhulp.
€ 11.716.000 € 1.240.000 € 5.117.000
€ 11.898.000 € 1.368.000 € 5.200.000
€ 11.905.000 € 1.375.000 € 5.207.000
Aanvullend programmabudget knelpunten en innovatie Onderzoek en monitoring Totaal
€ 595.000 € 209.000 € 19.308.000
€ 700.000 € 351.000 € 20.032.000 1
€ 700.000 € 351.000 € 20.059.000 1
431.000
515.000
521.000
Toelichting In bovenstaand overzicht zijn de subsidie budgetten opgenomen beschikbaar voor de uitvoering van het uitvoeringsprogramma per opgave. De inkoop van de jeugdhulp en de exploitatiekosten voor de CJG’s zijn hier buiten beschouwing gelaten. Dit overzicht wordt verder uitgewerkt in een budgetoverzicht waarin de subsidiebudgetten worden gerelateerd aan doelen en activiteiten. Dit budgetoverzicht wordt in september verzonden naar de instellingen, op basis waarvan zij hun subsidieaanvraag voor 2017 kunnen doen. Omdat we hierin afwijken van de Algemene Subsidie Verordening is een aparte subsidieregeling voor Jeugd opgesteld.
1
In de budgetbedragen voor 2017 en 2018 is rekening gehouden met de voorcalculatie trend 2017. Omdat de nacalculatietrend 2017 en de voorcalculatie 2018 nog niet bekend zijn, is dat nog niet verwerkt in de budgetten.
28
BIJLAGE Begrippenkader en Afkortingen In deze bijlage definiëren wij een aantal begrippen die we hanteren in het uitvoeringsprogramma. Op 20 november 1989 werd het Kinderrechtenverdrag door de Verenigde Naties aangenomen. Jeugdparticipatie is eigenaarschap, betrokkenheid en inbreng van de jeugd bij zaken die hen aangaan, zoals aspecten van onderwijs, opvang, vrijetijdsactiviteiten (waaronder sport en culturele activiteiten), ruimtelijke ordening, jeugdhulp en overheidsbeleid. Preventie is het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren (= handelen voordat het probleem ontstaat) en ageren wanneer eerste signalen zich ontwikkelen en de problematiek aan het ontstaan is. Preventief jeugdbeleid is gericht op het voorkomen van psychosociale en gedragsproblemen bij jeugd door het versterken van de eigen kracht en het sociale netwerk en het tijdig signaleren en plegen van interventies gericht op hulp. Jeugdwerk omvat alle beroepskrachten die werken met jeugdigen in het vrijetijdsdomein. Dit is naast het kinder- en jongerenwerk vanuit welzijn dus ook buurtsportcoaches en cultuurfunctionarissen. Het jeugdwerk zet in op talentontwikkeling, een veilige en leefbare wijk, betrekt kinderen en jongeren bij de buurt en stimuleert vrijwilligerswerk voor en door jongeren. In artikel 1.1 van de wet is jeugdhulp als volgt gedefinieerd: 1°. Ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptie gerelateerde problemen; 2°. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en 3°. Het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht. In het Centrum Jeugd en Gezin zijn per stadsdeel Jeugdteams actief. In een Jeugdteam werken 6 of 7 CJG Gezinscoaches op wijkniveau samen in de hulp aan kind, jongere en ouder. Door de samenwerking in één team kan de hulp snel en efficiënt georganiseerd worden met 1 gezinsplan en 1 aanspreekpunt. De vraag van de ouder(s) en jongere is leidend voor de hulp die door het Jeugdteam geboden wordt. Wat het gezin zelf kan of met hulp van de omgeving staat daarbij centraal. De CJG Gezinscoaches werken nauw samen met onder andere scholen, huisartsen en politie. Ook werken de Jeugdteams altijd samen met de Sociale Wijkzorgteams. De Sociale Wijkzorgteams zijn er voor kwetsbare volwassenen in een wijk. Gecertificeerde instellingen worden in artikel 1.1. van de wet als volgt gedefinieerd: rechtspersoon die in het bezit is van een certificaat of voorlopig certificaat als bedoeld in artikel 3.4 Jeugdwet en die een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoert. Prestatie-indicatoren betreffen indicatoren die de directe voortgang van gemeentelijk beleid laten zien. 29
Effect-indicatoren betreffen indicatoren die de gerelateerde effecten in de samenleving van gemeentelijk beleid laten zien. Kengetallen betreffen een maatschappelijke ontwikkeling waarop de gemeente Den Haag geen directe invloed op kan uitoefenen middels beleid, maar die wel relevant zijn voor dat beleid. Gebruikte afkortingen BSJP CCP CIZ CJG HWO JGZ KDC GGD GGZ H10 JBT JIP JIT LVB PEP PGB PIA ROC SMW SOJ SPPOH VTO WLZ WMO ZVW
Bovenstedelijk Jongeren Platform Centraal Coördinatie Punt GGD Haaglanden Centrum Indicatiestelling Zorg Centrum voor Jeugd en Gezin Haagse Welzijns Organisatie Jeugdgezondheidszorg Kinderdagcentrum Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg De tien gemeenten in de regio Haaglanden Jeugdbeschermingtafel Jongeren Informatie Punt Jeugd Interventie Team Licht verstandelijk beperkt Organisatie voor Participatie Emancipatie Professionals Persoonsgebonden budget Privacy Impact Assessment Regionaal Opleidingscentrum Sociaal Maatschappelijk Werk Samenwerkingsovereenkomst Jeugdteams Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Haaglanden Verzoek tot Onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming Wet langdurige zorg Wet op de maatschappelijke ondersteuning Zorgverzekeringswet
30