– Uitleg van deze bijbelstudie-methode voor de jeugd In dit pakketje vindt u heel veel informatie en heel veel verschillende vormen om met het onderwerp van deze studie aan de slag te gaan. Eigenlijk vindt u véél te veel informatie om hier slechts één enkele samenkomst mee te vullen. Dit is opzettelijk. Elke groep mensen heeft een unieke samenstelling en dat geldt ook zeker voor jeugdgroepen. De ene groep is wat ‘serieuzer’ en de andere groep wat ‘speelser’. In dit pakket vindt u voor elk wat wils. U kunt er voor kiezen om de onderdelen waarvan u denkt dat deze het beste passen bij uw groep, bij elkaar te gooien en daar één avond mee te vullen. Maar u kunt de onderdelen ook splitsen en er twee avonden mee vullen, die dan elk een unieke invulling krijgen, maar onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De keus is aan u! Hieronder vindt u een uitleg van de verschillende onderdelen die u in dit pakket zult tegenkomen. Beginnen met gebed Voor sommige jeugd is bidden moeilijk en abstract. Hoe doe je dat? En hoe kom je tot bidden? Binnen dit onderdeel proberen we steeds een ‘bijzondere’ manier voor te stellen om tot gebed te komen. Wie is het? Dit zal vaak een spelvorm zijn, waarbij soms het doel is te ‘raden’ wie de hoofdpersoon van deze studie zal zijn en een andere keer weer iets dat veel met de hoofdpersoon te maken heeft. Het verhaal van... Hier wordt het verhaal (of een verhaal) verteld van de persoon om wie het bij deze studie gaat. Dit kan in verschillende vormen gebeuren. Van een simpele bijbellezing tot een rollenspel. Verhaal verwerken Even bezig gaan met hetgeen we net hebben gehoord, maar dan op een andere manier. Dit kan in verschillende vormen worden gedaan, zoals een puzzel of een paar moppen. Graven in de Bijbel Hier wordt de Bijbel geopend en worden er vragen gesteld over de tekst. Het doel is dat de jeugd na dit kopje een beter begrip heeft van het verhaal en de plaats daarvan in de Bijbel. Graven bij elkaar Dit onderdeel bevat meestal een aantal discussievragen, gerelateerd aan wat er in het kopje ‘Graven in de Bijbel’ al is besproken. Het doel is om meningvorming over de Bijbel bij de jeugd te stimuleren. Een extraatje... Dit kan van alles zijn. Vaak zal het hier gaan om een onderwerp dat zijdelings iets te maken heeft met het onderwerp van de studie. Hierover kan worden gesproken of gediscussiëerd. Leuke spelvorm... Na het vele denkwerk, kan het goed zijn en een stimulans om even iets totaal anders te doen. Zo’n spelvorm kan als afsluiting, maar ook in het midden van een bijeenkomst. Afsluitend gebed Dit is niet zo uitgebreid als het startgebed. U kunt er hier voor kiezen om zelf een gebed uit te spreken, maar u kunt ook het gebed bidden dat we hier voor u hebben opgeschreven. Ideeën en suggesties Dit zijn allemaal extra dingetjes, vaak gevonden op het internet, die u tijdens de avond(en) kunt gebruiken als leuke extraatjes, die alles met het onderwerp te maken hebben.
–
Kies één van de creatieve bidvormen uit, die u kunt vinden in het bestand ‘Diverse bidvormen’. Dit document kunt u downloaden vanaf de website van High-Power.
Kopieer een exemplaar van BIJLAGE 1 voor alle jeugd. Zorg er ook voor dat er pennen of potloden aanwezig zijn. Laat ze de woordzoeker oplossen, door alle woorden in het letterveld weg te strepen. Dit kan horizontaal, verticaal of diagonaal zijn. Als alle woorden zijn gevonden, zullen de overgebleven letters een zin vormen:
Weet je wat kosher is of halal? Op deze vraag wordt een antwoord gegeven in het extraatje voor deze Bijbelstudie: BIJLAGE 3.
–
Trillend zit Daniël in een hoekje. Het is niet de kou die er voor zorgt dat de rillingen over zijn rug lopen. Het zijn ook niet de klamme muren die zijn hart abnormaal snel in zijn borstkas laten kloppen. Daniël schrikt op als er weer een zwarte schaduw in beweging komt en hem loom voorbij loopt. Voorzichtig veegt hij zijn voorhoofd af aan de mouw van zijn tuniek, die inmiddels ook al doorweekt is. Voor de zoveelste keer deze dag richt hij zijn gedachten op God. Hij durft het bijna niet met een hoorbare stem te doen, uit angst voor de grommende dieren om hem heen. Toch is hij het gewend om de woorden die hij tot de Allerhoogste richt, zorgvuldig te kiezen en dus uit te spreken. Zacht fluisterend dankt Hij God weer voor zijn leven. Dan vervalt hij weer tot stilte en zijn gedachten. Bidden is het enige wat hij hier, in de leeuwenkuil, kan doen. Maar het is ook bidden dat hem in deze positie heeft gebracht. Zachtjes schudt Daniël zijn hoofd heen en weer. Koning Darius, de enthousiasteling die weer eens een bevel had gegeven, zonder goed na te denken over de gevolgen. Koning Darius, die steeds weer zijn mening liet bepalen door de hielenlikkers die zich adviseurs en bevelhebbers noemden. Hielenlikkers die slechts uit waren op eigen gewin. Een kortzichtige koning en bange leiders. Daniël zucht. De adviseurs en bevelhebbers waren inderdaad bang. Bang voor hem. Bang voor Daniël. En waarom? Daniël tilt zijn schouders even op, als reactie op zijn eigen gedachten. Hij kan er slechts naar raden. Waarschijnlijk omdat Daniël ook raad gaf, maar zonder geheime, egoïstische agenda, zoals de rest. Hij probeerde daadwerkelijk raad te geven die ten goede zou komen aan het hele volk en niet alleen aan de elite die de beslissingen mochten nemen. En wat goed was voor iedereen, was niet noodzakelijk beter voor de elite. In alle eerlijkheid beseft Daniël ook wel dat het vast en zeker te maken heeft met de mededeling van Darius dat hij overwoog om Daniël als een soort onderkoning over zijn hele rijk aan te stellen. Dat zou betekenen dat de adviseurs en bevelhebbers voortaan rekenschap aan Daniël moesten afleggen. Daniël moet toegeven dat ze het wel slim hebben aangepakt. Ze konden Daniël nergens op pakken. Darius beschouwde hem als een vriend en had een schijnbaar grenzeloos vertrouwen in hem. Maar de adviseurs en bevelhebbers speelden de geestelijke kaart. Onder het mom van geestelijkheid speelden ze in op de bijgelovigheid van de koning. Zijn achilleshiel. Als de koning nou eens een wet uitvaardigde, waardoor iedereen werd verboden om tot zijn of haar god te bidden. Zo moest het volk zich er van bewust worden, wie hun heerser was. Zo zouden ze zich beter kunnen focussen op hun 'god op aarde', op koming Darius. En de ijdele Darius had toegestemd. Maar de slimme adviseurs hadden er op aangedrongen dat Darius dit besluit heel bewust en serieus zou nemen. Zo serieus, dat het een wet van 'Meden en Perzen' moest worden. Een onherroepelijke wet, die zelfs de koning niet ongedaan kon maken of kon wijzigen. En weer had Darius toegestemd. Een wet werd opgesteld, waarin werd gezegd dat niemand, gedurende een periode van dertig dagen, mocht bidden of een verzoek mocht richten tot welke god of welke mens dan ook— behalve tot koning Darius. En wie dat wel zou doen, zou in de leeuwenkuil worden gegooid. Een gruwelijke straf. Een onherroepelijke straf. Zuchtend kijkt Daniël om zich heen. Het zachte gegrom in de duistere ruimte verklapt wat er is gebeurd.
– Zijn tegenstanders wisten heel goed dat Daniëls gebeden heilig voor hem waren. Driemaal daags bad hij tot de God van zijn voorouders, vanaf zijn bovenkamer. De ramen geopend in de richting van Jeruzalem. En dat was het moment waarop ze met een groep bij hem inbraken. Ze betrapten hem op heterdaad. Ze brachten hem bij de koning. Een bitterzoet moment. De koning wilde Daniël niet kwijt en deed zijn uiterste best om uitvluchten te verzinnen. Darius was bijna in paniek. Maar de zogenaamde adviseurs bleven maar herhalen dat het een wet was van Meden en Perzen. Onherroepelijk. Darius wist de executie uit te stellen tot het einde van de dag, maar toen kon hij geen redenen meer aandragen. Hij liep zelf mee naar de leeuwenkuil en betuigde zijn spijt aan Daniël, maar uiteindelijk gaf hij toch het bevel om Daniël in de kuil te laten zakken. Terwijl de leeuwen in de richting van de nieuwe bezoeker begonnen te lopen en hem dreigend omcirkelden, werd boven hun hoofden de zware steen over de opening geschoven, Daniël en de leeuwen achterlatend in een schemerig duister. Uit een hoek klinkt een luie brul, die door de duistere, benauwde grot kaatst. Daniël huivert. Hij heeft er geen idee van hoelang hij hier al heeft gezeten. Voor zijn gevoel zijn er al dagen, misschien weken voorbij gegaan. Zijn angst heeft hem geen moment verlaten, maar God ook niet! Na de eerste momenten in de kuil, waarin de leeuwen nieuwsgierig aan hem snuffelden, hadden de dieren zich weer teruggetrokken. Minutenlang had Daniël daar gestaan, wachtend op het einde. Hopend dat het snel zou komen en niet al te pijnlijk. Maar er kwam geen pijn. Er was geen einde. Er waren slechts geeuwende leeuwen en krachtige katachtige schimmen die in het duister rondliepen, hem negerend. Hoeveel tijd er voorbij is gegaan, weet Daniël niet, maar ergens in die tijd is hij in slaap gevallen. Hij schrikt ruw wakker van het schurende geluid van de steen die van de opening wordt geschoven. Zijn ogen moeten wennen aan het licht dat ineens zo fel de kuil binnenkomt, maar daarboven hoort hij een bekende stem bevelen blaffen. Het is koning Darius. Dan buigt een silhouet zich over de rand. "Daniël? Kan het zijn dat je leeft? Is het mogelijk dat je God je heeft gered?" De stem van de koning klinkt moe en klagend. "Daniël? Ben je daar?" Daniël glimlacht en gaat moeizaam staan, onderwijl zijn keel schrapend. "Ik ben hier, mijn koning," antwoordt hij schor. Hij doet een paar stappen en verschijnt dan in het licht, zichtbaar voor Darius. Deze blaft weer een paar bevelen en al gauw verschijnt hetzelfde touw, dat hem een dag eerder in deze kuil had laten zakken. Nog geen minuut later staat Daniël naast zijn vriend. "Hoe?" is alles wat de koning kan uitbrengen. "Ik denk dat God een engel heeft gestuurd om de leeuwenmuilen te sluiten," zegt Daniël. "Hij weet dat ik onschuldig ben en niets verkeerd heb gedaan in Zijn ogen." Aan de ogen van de koning ziet Daniël dat die hem het liefst even had omhelsd, maar dat past niet bij zijn positie. Toch weerhoudt dat Darius er niet van om Daniël een paar flinke meppen op zijn schouder te geven. Terwijl zij weglopen, ziet Daniël hoe er een hele groep mensen naar de kuil wordt gebracht. Een paar ervan komen hem heel bekend voor. "Zijn dat...?" vraagt hij verbaasd. De koning knikt. "Dat zijn de bedenkers van dit belachelijke plan," zegt Darius grimmig. "Met mooie praatjes hebben ze mij misleid, omdat ze jaloers waren op jou. En nu krijgen zij wat ze voor jou hadden bekonkeld." Terwijl Daniël en de koning weglopen, horen ze achter hen hoe de mensen beginnen te schreeuwen en te gillen en de leeuwen beginnen te brullen. Het geluid van de mensen verstomt snel. Weer loopt er een huivering over Daniëls rug. En weer bedankt hij God voor zijn wonderlijke redding.
–
Kopieer BIJLAGE 2 voor alle jongeren. Zorg er ook voor dat ze Bijbels bij de hand hebben, aangezien het de bedoeling is dat ze de antwoorden in de Bijbel gaan opzoeken. Zorg ook voor pennen of potloden. Alle antwoorden staan hieronder.
–
Het Bijbelboek Daniël begint tijdens het bewind van Nebukadnessar II, die over Babylonische rijk heerste van 604 tot 562 voor Christus. Je zou het boek kunnen onderverdelen in twee hoofdgedeeltes: 1. Het leven van Daniël 2. Profetieën van Daniël Het leven van Daniël kun je dan ook weer onderverdelen in een aantal hoofdgebeurtenissen: a. b. c. d. e. f.
Daniël kwam aan het Babylonische hof (ballingschap) Gods plan met de wereld Daniëls vrienden in de brandende oven geworpen (en gered!) Koning Nebukadnessar werd krankzinnig Het schrift op de muur (de zwevende hand) Daniël in de leeuwenkuil (en gered!)
Een paar van deze gebeurtenissen willen we eens even wat beter bekijken, om een beter beeld te krijgen van deze Daniël. Wie is hij nou eigenlijk en waar komt hij vandaan? Lees: Daniël 1: 1-5 Een vervelende situatie. Jeruzalem belegerd en verslagen door het machtige leger van koning Nebukadnessar. Veel mensen werden weggevoerd. Vooral mensen van hogere afkomst, die vaak ook al een goed opleiding hadden gehad. Het was niet zonder reden dat vooral deze mensen werden meegenomen. Zij waren vaak de leiders van het volk. Door hen weg te halen, zou het overgebleven volk zich niet meer zo gemakkelijk kunnen verzetten. De gewoonte bij de Perzen was dat jongens vanaf hun veertiende jaar begonnen met een driejarige opleiding, zodat ze op hun zeventiende konden dienen aan het hof van de koning. De kans is dus ook groot dat Daniël en zijn vrienden ook ergens rond die leeftijd waren. Lees: Daniël 1: 6-7 Een stukje over namen. Iets waar je normaal gemakkelijk overheen zou lezen, maar toch staan we er heel even bij stil. De namen van de vier jongens hadden namelijk allemaal een betekenis die iets met God te maken had:
Daniël God is rechter Hananja Jahweh is genadig Misaël Wie is als God Azarja Jahweh helpt
–
Die namen geven ook al iets aan over de opvoeding van de jongens. Ze kregen namen, waarin duidelijk werd wie God voor hen was. God is de baas, maar God is ook hun helper. Niemand is aan God gelijk en God geeft om mensen. En die God wilden ze niet vergeten. Maar hun heropvoeder, Aspenaz, probeert hen toch los te weken van hun verleden en hun God. Hij doet dit door hen nieuwe namen te geven: Daniël wordt Beltesassar en Hananja, Misaël en Azarja worden Sadrach, Mesach en Abednego. Grappig eigenlijk. Daniël kennen we nog steeds van zijn originele naam, maar de drie vrienden zijn meer bekend geworden door hun nieuwe namen. Lees: Daniël 1: 8-16 Daniël en zijn vrienden zijn bereid om hun oude leven vaarwel te zeggen, maar hun God? Nooit! En dat merk je in dit stukje. Er waren regels, door God ingesteld, waaraan ze zich wilden houden. Het is opvallend dat ze niet vol houden aan hun oude gewoontes ‘omdat het zo hoort’, maar omdat ze begrijpen waarom het beter is! Daarom durft Daniël het ook aan om hun heropvoeder, Aspenaz, een proefperiode voor te stellen. En met succes! (Meer over het eten dat ze wel of niet ‘mochten’ eten, vind je in het extraatje bij deze studie). Lees: Daniël 1: 17-20 En zo begint het. De vier jongens, trouw aan God, blinken uit aan het Perzische hof. God geeft hen wijsheid en inzicht. Maar gemakkelijk krijgen ze het niet! Koning Nebukadnessar is wel in zijn nopjes met de vier intelligente en wijze jongens, maar Nebukadnessar kan soms ook vrij onredelijk zijn. Lees: Daniël 2: 1-5 Hij vraagt niet alleen om een uitleg van de droom, maar wil zelfs niet vertellen wàt hij heeft gedroomd. Dat moeten de ‘wijzen’ hem ook maar kunnen vertellen. En als het niet lukt, zal hij een einde maken aan hun leven. Natuurlijk lukt het niemand. Maar dan krijgt Daniël van God dezelfde droom en een uitleg. En Nebukadnessar is hem heel erg dankbaar. Lees maar! Lees: Daniël 2: 47-49 Maar zelfs nu het viertal zo’n hoge positie bekleedt aan het hof, is het gevaar niet geweken. Verre van dat, zelfs. Want er was nogal wat jaloersheid onder de andere leidinggevend en de andere wijzen. Een paar Judeeërs, leden van een verslagen volk, stond boven hen! Onacceptabel. Lees: Daniël 3: 1-7 Weer een stukje grootheidswaanzin van Nebukadnessar, maar ook een mogelijkheid voor de jaloerse wijzen om die Judeeërs uit de weg te ruimen. Lees: Daniël 3: 8-27 Een wonderlijk verhaal. Een verhaal over een God die redt.
–
Abednego’s eigenlijke naam was Azarja en die naam betekent ‘Jahweh helpt’. En helpen deed hij. Een engel beschermde het drietal tegen de vlammen en ze overleefden het. Maar ook de naam van Sadrach, Hananja dus, kwam uit. Want Jahweh was inderdaad genadig! En het is Nebukadnessar zelf die de naam van Mesach, Misaël dus, laat uitkomen: ‘Wie is als God’. Lees: Daniël 3: 28-29 Er is nog vele meer te zeggen en te vertellen over Daniël, maar dat lukt niet in deze bijbelstudie. In het verhaal dat bij deze studie hoort, kon je al lezen dat de andere leidinggevenden het niet opgaven, wat uiteindelijk leidde tot ‘Daniël in de leeuwenkuil’. Maar in deze studie kun wel goed de balans zien tussen, aan de ene kant, ‘God vertrouwen’ en aan de anderen kant ‘je verstand gebruiken’. Daniël en zijn drie vrienden wisten hier een goede balans in te vinden, al moet het soms ontzettend moeilijk zijn geweest. Toen het aankwam op de wetten aangaande het eten, gebruikten ze hun verstand. Ze volgden niet als makke schapen, maar wisten heel goed waarom ze God moesten gehoorzamen. Maar hier, toen hun leven op het spel stond, waren ze dapper en kozen ze ervoor om God te vertrouwen, zelfs al zou hen dat hun leven kunnen kosten.
–
Inleven: De stellingen en vragen hieronder gaan over Daniël en zijn vrienden. Het gaat er hierbij om dat de jeugd zich probeert in te leven in deze personen. Wat vind je van het idee om de leiders en hoger opgeleiden van een veroverd land weg te voeren? Slim of niet slim? Hoe zou jij het karakter van Nebukadnessar omschrijven? (Intelligent / onnozel / onredelijk / wispelturig / evenwichtig / enzovoorts…) Kun je ook uitleggen waarom? In de Bijbel wordt het niet genoemd, maar waar zouden de familieleden van Daniël en zijn drie vrienden zijn, denk je? Kun je je voorstellen waarom de andere wijzen en leiders zo’n hekel hadden aan de Judeeërs? Nog steeds hebben mensen in de Arabische wereld een hekel aan de Joden. Is er misschien een link? Hoe zou het er in Israël aan toe gaan, denk je, nu hun leiders weg zijn gehaald en ze een bezet land zijn geworden? Zelf leven: Dit zijn meer algemene stellingen en vragen, gebaseerd op Daniël en zijn vrienden, maar er dit keer op gericht om een toepassing, een vertaalslag dus, te maken voor het eigen leven. In de Bijbel zie je vaak dat een naam iets is dat past bij de persoon. Het geeft vaak een streven van die persoon iets. Iets wat hij of zij wil bereiken. Heb jij ook iets waar je naar streeft? Iets dat belangrijk is in je leven en waar je je hele leven naar toe wilt werken? Wat voor ‘naam’ zou jij wel willen hebben? Wat vind jij van de reinheidswetten en dus ook de voorschriften voor het eten. Zie je daar de zin van in? Zou jij daar ook wat mee kunnen / willen doen? (Zie het extraatje bij deze studie voor meer informatie). Wat zou jij doen als je werd gedwongen om iets te doen dat tegen je geloof ingaat? Ben je dan net zo ‘sterk’ als de drie vrienden van Daniël? De andere ‘wijzen’ in het Perzische rijk waren jaloers op de Judeeërs. Ben jij wel eens jaloers? Waarop? En hoe ga je daar dan mee om? Heb jij ook christelijke principes, waaraan je je probeert te houden? Welke? En lukt het je om je aan die principes te houden? Welke zijn gemakkelijk en welke moeilijk?
–
Deze keer een blad met informatie over de term ‘Kosher’. Ook wordt de term ‘Halal’ uitgelegd. Met behulp van dit papier krijgt de jeugd een eerste idee van wat de reinheidswetten inhouden, beginnend met wat je eet.
Kies een spel uit de lijst met spelen (zie website High-Power), of bedenk zelf een leuk spel om met de jeugd te spelen.
Eindig de bijeenkomst / avond met gebed. Dit kan een eigen gebed zijn. Ook kunt u er voor kiezen om het onderstaande gedicht voor te lezen, of dit door één van de jongeren te laten voorlezen. Wij willen U bedanken, Heer, voor wat U heeft gegeven: Ons verstand, ons hart, iedereen om ons heen. Ja, simpelweg ons leven. Wij bidden U om wijsheid, zoals U dat aan Daniël gaf. Wij bidden U om durf, o God. Maak ons toch sterk, niet laf. Wij vragen U om bij ons te zijn, als ons leven lijkt af te branden. Komt U er dan bij en houdt ons vast en Uw eeuwig sterke handen. Wij bidden U om de hoop te zijn als wij ons in de put bevinden. Wees toch het licht in de duisternis. En als wij zoeken, laat U dan vinden. Wij vragen U om Uw zegen Heer, voor nu, voor heel ons leven. En help ons toch om die zegeningen aan and’ren weer door te geven. Amen.
–
Zoek op YouTube naar Daniel in de leeuwenkuil JDannyProductions. Zoek ook eens naar Daniëls vrienden JDannyProductions. Probeer, met deze twee filmpjes als inspiratie, zelf ook zo’n fotostrip te maken. Je kunt de strip vrij gemakkelijk maken met behulp van een fotocamera en een tekstverwerkingsprogramma, zoals Word of OpenOffice. Print daarna de losse foto’s uit en plak ze achter elkaar om de strip te krijgen. Die zou aan een wand kunnen prijken. Zoek op YouTube naar Shadrach, Meshack & Abednego - Moody Bible Story om een filmpje te bekijken over de vurige oven. Het is helaas wel in het Engels gesproken. Zoek op YouTube naar Daniel biblical stories voor een tekenfilm over Daniël. Het is wel Engels ingesproken. Zoek op YouTube naar Stories from the Bible - Daniel and the Lion’s Den voor een tekenfilm over Daniël. Het is Engels ingesproken. Ga naar de volgende website van de EO, om meer informatie over Daniël te verkrijgen: http://www.jongerenbijbel.nl/bijbel/lezen/daniel/1/ Let vooral op de knoppen Introductie van bijbelboek en Thema van bijbelboek. Ga naar http://jufrolanda.yurls.net en klik dan (vrij bovenaan) op Godsdienstlessen O.T. Klik dan op CTRL+F (in de meeste internetbrowsers verschijnt er dan een zoekschermpje) en zoek om het woord ‘Daniël’. Blijf doorklikken om de verschillende materialen te bekijken die hier worden gelinkt over Daniël.
– BIJLAGE 1 – Woordzoeker
L
R
W
E
E
S
A
Z
A
R
J
A
E
T
O
J
E
A
E
W
R
B
A
H
G
W
T
T
G
K
S
O
B
S
S
E
H
A
O
C
N
A
E
E
D
R
N
C
A
S
K
R
U
B
E
O
N
T
A
I
A
Z
O
H
B
E
D
A
O
Y
D
J
N
E
L
J
A
N
R
A
B
N
R
S
E
L
I
R
I
R
N
N
E
E
B
L
G
D
B
S
E
O
U
A
L
A
E
V
Z
H
E
D
A
A
L
A
K
N
E
S
N
P
O
J
C
P
O
E
F
K
N
S
A
I
D
A
S
H
I
A
M
S
H
E
E
U
S
L
L
E
H
A
C
A
R
E
M
I
W
E
I
B
E
E
L
C
W
A
N
D
T
E
U
N
M
N
E
E
A
B
R
A
S
S
A
S
E
T
L
E
B
L
Y
N
D
M
U
E
D
S
E
L
Q
G
D
A
R
I
U
S
V
D
M
U
L
R
E
V
L
I
Z
R
P
Q
I
ABEDNEGO AZARJA BEELD BRONS DANIEL GROENTE LEEUWENKUIL
ARJOCH BABEL BELSASSAR CHALDEEEN DARIUS IJZER MESACH
ASPENAZ BABYLONIE BELTESASSAR CHANANJA GOUD LEEM MISAEL
NEBUKADNESSAR SINEAR WATER
OVEN TEMPELBEKERS ZILVER
SADRACH WAND
__ __ __ __ __ __ __
?
__ __
__ __ __
__ __ __ __ __ __
__ __
__ __
__ __
– BIJLAGE 2 – Bijbelpuzzel
Horizontaal 3. Waar waren de armen van het beeld van gemaakt? (Daniël 2) 4. Wie had de leeuwenmuilen gesloten? (Daniël 6) 7. Hoe heette de vader van Belsassar? (Daniël 5) 8. Hoeveel mensen zagen ze in de oven rondlopen? (Daniël 3) 10. Hoe heette de commandant van de koninklijke lijfwacht? (Daniël 2) 11. Welk woord betekent 'U bent gewogen en te licht bevonden'? (Daniël 5)
Verticaal 1. Wat is de naam van de 'vorst' die de verschijning (engel?) te hulp schoot? (Daniël 6) 2. Waarmee werd de opening van de kuil verzegeld? (Daniël 6) 5. Uit welke stad kwamen de gouden bekers waaruit ze dronken? (Daniël 5) 6. Wie werd als eerste in de vurige oven gegooid? (Daniël 3) 9. Waarvan was het beeld, waarvoor Sadrach, Mesach en Abednego niet wilden buigen, gemaakt? (Daniël 3)
– BIJLAGE 3 – Kosher Koosjer of halal Het verschil tussen deze twee termen is dat ‘Koosjer’ slaat op de Joodse spijswetten. Het woord ‘Halal’ slaat op de spijswetten voor Islamieten. Aangezien het hier gaat om bijbelstudiemateriaal, gaat dit extraatje vooral over het woord ‘Koosjer’, wat verderop wordt uitgelegd. Het woord ‘Halal’ betekent ‘rein’ of ‘toegestaan’. Hiermee wordt aangegeven wat voor moslims toegestaan is. Het tegenovergestelde van dit woord is ‘Haram’.
In het Bijbelboek Leviticus kun je lezen wat een Jood wel of niet mag eten. We vinden deze zogenaamde ‘voedselwetten’ in hoofdstuk 11 van Leviticus. Ze staan ook in Deuteronomium 14. De voedselwetten verdelen het voedsel in twee categorieën: 1. Rein voedsel Dit noemen we ook wel ‘kosjer’ voedsel. Kosjer is het Hebreeuwse woord voor ‘schoon’. Deze dieren moeten minstens acht dagen oud zijn. 2. Onrein voedsel Over het algemeen geldt dat dit dieren zijn die dood aan de kant van de weg zijn gevonden of dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven. De dieren worden in vier soorten onderverdeeld: 1. Zoogdieren Wat mag wel: Een herkauwer (die heeft een extra maag en herkauwt om gras te verteren). Een gehoefd dier (maar dan wel met een gespleten hoef). Schapen Geiten Runderen Gejaagd wild (zoals herten en steenbokken) Wat mag niet: Kamelen (die lijken te herkauwen, maar dat doen ze niet – ze hebben gespleten voeten, maar geen hoef) Varkens (die hebben wel gespleten hoeven, maar ze herkauwen niet)
–
2. Waterdieren Israëlieten zijn van oorsprong geen watervolk. Ze brengen meer tijd reizend door en in de woestijn. Ze hebben dan ook niet veel namen voor waterdieren. Voor schapen en geiten hebben ze tientallen woorden, maar voor waterdieren maar één! ‘Dag’. Een haai is een ‘dag’, maar ook een kreeft is een ‘dag’. Een inktvis is een ‘dag’ en een forel is een ‘dag’. Wat mag wel: De ‘dag’ moet schubben hebben en vinnen.
3. Vogels Bij vogels wordt geen opsomming van eigenschappen gegeven, zoals dat bij de andere dieren het geval is. Er staat in de Bijbel gewoon een lijstje met specifieke vogels, die je niet mag eten. Een paar voorbeelden: Uilen Adelaars Haviken Vleermuizen Het is algemeen bekend dat vleermuizen geen vogels zijn, maar toch horen ze wel in dit rijtje thuis. Dat komt omdat in het Hebreeuws niet het woordje ‘vogels’ staat, maar ‘vliegend wezen’. En dan valt de vleermuis ook onder dit kopje. Alle vogels die je dus niet mag eten zijn vleeseters. De rest van de vogels voedt zich voornamelijk met graan. De oude Israëlieten aten vooral duiven. In de Bijbel zul je dan ook geen kippen vinden. Maar kippen, zoals wij ze nu kennen, gedomesticeerd, waren pas in dat gebied rond het jaar 500 voor Christus.
4. Kruipende wezens Hieronder vallen reptielen en insecten. Wat mag wel: Een insect dat vleugels heeft, op poten loopt en een beengewricht heeft boven zijn lichaam, om te kunnen springen. Krekels Sprinkhanen Er zijn, in dat deel van de wereld, sprinkhanen die groter zijn dan een tosti. Daar kun je je dus lekker vol mee eten! Wat mag niet: Geen enkel reptiel mag gegeten worden.