Jaarverslag 2013 in ’t kort
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
Welkom in ons jaarverslag 2013 in ’t kort. Een manier om snel met ons kennis te maken en te vernemen waar we u mee kunnen helpen. Veel leesplezier.
2
Jaarverslag 2013 in’t kort
Over de ombudsvrouw De ombudsvrouw onderzoekt klachten over de werking van: • de stadsdiensten • de politie • het stedelijk onderwijs • de autonome gemeentebedrijven • stedelijke vzw’s • het OCMW • het Zorgbedrijf • de sociale huisvestingsmaatschappijen Ze helpt u verder als u eerst geprobeerd hebt om uw probleem aan te kaarten in een districtshuis of bij de bevoegde dienst. Ze behandelt geen anonieme klachten, klachten over het beleid van het stadsbestuur en klachten van meer dan een jaar geleden.
Wat mag u van haar verwachten? • Onafhankelijkheid: ze werkt onafhankelijk van het stadsbestuur. • Geen kosten: ze werkt volledig kosteloos. • Rechtvaardigheid: ze werkt op basis van wetteksten en reglementen, en het principe van rechtvaardigheid. • Vertrouwelijkheid: ze behandelt haar dossiers vertrouwelijk. • Objectiviteit: ze oordeelt objectief over elke klacht. • Neutraliteit: ze luistert naar alle betrokken partijen. • Preventie: ze doet aanbevelingen om te voorkomen dat dezelfde problemen terugkeren.
3
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
Cijfers en weetjes Totaal aantal afgeronde klachten gegrond
36
gegrond, maar gecorrigeerd
18
terechte opmerking betwist
243 47
ongegrond
203
stopgezet
32
extern onbevoegd
De meest klachtgevoelige thema’s 1. straatbeeld 2. loketwerking 3. wonen
Ombudsnormen die het meest werden geschonden 1. adequate communicatie 2. redelijke behandelingstermijn 3. actieve dienstverlening
Stedelijke diensten met de meeste dossiers 1. districts- en loketwerking 2. stads- en buurtonderhoud 3. lokale politie 4. samen leven 5. sociale huisvestingsmaatschappijen
4
622
4 39
Jaarverslag 2013 in’t kort
Graswaaier Probleem De tuin van de heer C. grenst aan de tuin van een school. Telkens als het gras van de school wordt gemaaid, vliegt het maaisel in zijn tuin. Het afgemaaide gras wordt immers niet opgevangen en waait zo op het dak van zijn tuinhuis, in heel zijn tuin en zelfs door de keukendeur naar binnen. Vooral het werken met een bosmaaier zorgt voor veel overlast. De heer C. zegt al verschillende diensten gecontacteerd te hebben, maar krijgt telkens als antwoord “sorry, daarvoor zijn wij niet bevoegd”. Hij zou graag hebben dat de maaiers het afgemaaide gras opruimen, zodat het niet naar zijn tuin vliegt.
Onderzoek Het groenonderhoud van de scholen van het stedelijk onderwijs Antwerpen gebeurde door de bedrijfseenheid stads- en buurtonderhoud of door haar aangestelde aannemers. Vanaf het schooljaar 2013-2014 staat het autonoom gemeentebedrijf stedelijk onderwijs zelf in voor de organisatie en het uitvoeren van maaiwerken in haar scholen. In het nieuwe contract staat expliciet vermeld dat alle afval en vuilnis van (maai-) werkzaamheden door de aannemer moet worden verwijderd conform de afvalstoffenwet. Hierdoor zou in de toekomst de overlast voor de buren beperkt moeten worden.
Besluit De klacht wordt afgesloten als terechte opmerking. Hopelijk zullen de nieuwe maaiers zorgvuldiger tewerk gaan, zodat de buren geen overdreven overlast meer ondervinden van het maaien.
Een datum is niet zomaar een cijfer Probleem Mevrouw T. contacteert de ombudsdienst. Haar broer heeft de Bulgaarse nationaliteit. Hij tracht sinds april 2012 zijn verblijf in België wettelijk in orde te brengen. Op het vorige adres kon de wijkagent geen positieve woonstcontrole uitvoeren. De man werd daarom ambtelijk geschrapt. Intussen verhuisde hij. Op het nieuwe adres stelt de 5
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
wijkagent vast dat de heer E. er effectief woont. Er wordt een afspraak gemaakt met de dienst vreemdelingenzaken. De afspraak wordt telefonisch vastgelegd: op 3 januari 2013 kan hij langskomen. Er volgt geen bevestiging op papier of via e-mail. Bij het bezoek aan de dienst vreemdelingenzaken blijkt dat nog enkele documenten niet in orde zijn, waardoor een nieuwe afspraak gemaakt moet worden. Dat kan pas in april. Zijn tijdelijke verblijfsvergunning is maar geldig tot 22 januari 2013. Mevrouw vraagt zich af waarom de afspraak van 3 januari 2013 niet op papier is bevestigd, met informatie welke documenten de man mee moest brengen. Dat had de dienst maar ook de klant een extra afspraak bespaard.
Onderzoek Er is een fout gemaakt door een medewerker. Op de originele aanvraag (bijlage 19) werd een foute datum ingevuld. De uiterste datum waarop de heer E. documenten mocht binnenbrengen was 22 januari 2013. De medewerker heeft echter 22 april 2013 ingevuld. Door deze fout werd ook een vervolgafspraak te laat gegeven. De man mag zo snel mogelijk de ontbrekende documenten binnenbrengen. De dienst vreemdelingenzaken zal deze documenten dan bezorgen aan de federale overheidsdienst vreemdelingenzaken in Brussel met de vermelding van de fout die op hun dienst werd gemaakt. Aan de hand van de instructies van de dienst vreemdelingenzaken Brussel zal Antwerpen het dossier dan verder afhandelen. De afspraak van 3 januari lijkt op een misverstand gebaseerd te zijn.
Besluit De klacht wordt afgesloten als terechte opmerking. De ombudsnorm zorgvuldigheid is geschonden. Een kleine vergissing zoals een foute datum kan in bepaalde dossiers ver strekkende gevolgen hebben.
Computer zegt nee… Probleem De heer H. leest een interessante vacature uitgeschreven door de stad Antwerpen en wil deelnemen aan de selectieprocedure. Op zondag 24 februari vult hij alle motivatievelden in van het online sollicitatieformulier. Hij klikt op de knop ‘bewaren’ en sluit af. Niets wijst op een fout. Op maandagavond 25 februari vult hij de kandidatuur aan met zijn 6
Jaarverslag 2013 in’t kort
CV, diploma’s, rijbewijs, enzovoort. Hij vindt echter zijn eerder ingevoerde motivatie niet terug. Hij wilt deze opnieuw invullen, maar dat gaat niet meer. De man wil naar de helpdesk bellen, maar dat gaat niet omdat het al te laat is. De helpdesk werkt ’s avonds niet. De volgende dag, 26 februari, belt hij naar de helpdesk, maar ondertussen heeft hij gemerkt dat de vacature niet meer online staat. Het antwoord van de helpdeskmedewerkers is voorspelbaar: de vacature is afgesloten. Alles is doorgestuurd. Het zal voor een andere keer zijn. Hij vindt het buitengewoon jammer dat hij door een technische fout of een onduidelijkheid niet zou kunnen deelnemen aan het examen voor een functie die hem echt aanspreekt.
Onderzoek De bedrijfseenheid personeelsmanagement ontving voor deze selectie een aantal meldingen van kandidaten die ook lieten weten problemen te ondervinden bij het solliciteren. De kandidaten die dit meldden voor de afsluitdatum, werden toch nog toegelaten tot de selectie. De sollicitant werd, na het bericht van de ombudsvrouw, tijdig gecontacteerd. Hij had verschillende mogelijkheden uitgetest om zich toch in te schrijven: via een andere browser en op de computer bij de buren. Daarnaast stelde de dienst personeelsmanagement in de logbestanden vast dat de man inderdaad moeite heeft gedaan om alles correct in te geven op verschillende momenten. Gelet op de inspanningen die hij deed om zich in te schrijven en het bewijs dat werd gevonden in de databestanden, wordt hij alsnog toegelaten tot de selectie.
Besluit De klacht wordt afgesloten als terechte opmerking. De ombudsnorm bereikbaarheid werd geschonden. Gelukkig kon de situatie voor de sollicitant en een aantal andere kandidaten nog tijdig worden rechtgezet.
Op uitstap naar het containerpark Probleem Begin 2012 wordt aan mevrouw C. de toegang tot het containerpark ontzegd omdat zij zich met een bedrijfswagen aanbiedt. Ze begrijpt dat het containerpark enkel voor particulieren is, maar naast haar werk heeft zij ook een privéleven en daarom wil zij 7
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
graag (terug) naar het containerpark kunnen. De toegang wordt haar echter nog steeds geweigerd. Ze heeft daar verschillende bedenkingen bij. Zij wil weten of zij op een “zwarte lijst” staat en of dit geldt voor haar of voor haar voertuig. Kan ze een schriftelijke, gemotiveerde beslissing krijgen? Tot slot vraagt ze zich af of er een einddatum bepaald is voor het toegangsverbod.
Onderzoek Mevrouw C. bracht een vorige keer inderdaad afval van een poetsbedrijf. De containerparken in Antwerpen zijn enkel toegankelijk voor particulieren en niet voor bedrijven. Men mag als particulier maximaal twee kubieke meter afval per week, per gezin en per voertuig aanbieden. Dat mag enkel huishoudelijk afval zijn en dus geen afval van een bedrijf. De parkwachters moeten dit ook controleren. Het lijkt erop dat de medewerkers de regels niet correct gevolgd hebben bij het bezoek van mevrouw aan het containerpark . Ze staat zeker niet op een of andere zwarte lijst en mag haar eigen afval zeker sorteren en achterlaten in het containerpark.
Besluit De klacht wordt afgesloten als terechte opmerking. Het lijkt erop dat de medewerkers van het containerpark mevrouw C. ten onrechte de toegang hebben geweigerd. Door misbruik van het systeem in het verleden, zijn sommige medewerkers soms té streng en maken ze af en toe een inschattingsfout.
Het mysterie van de verdwenen zwembeurten Probleem Mevrouw B. koopt op 15 juni twee 12-beurtenkaarten, één voor zichzelf en één voor haar zoon. Zij betaalt contant 45 euro. Op 19 juni wil zij haar kaart gebruiken om te gaan zwemmen in zwembad Plantin Moretus, maar daar blijkt dat er geen zwembeurten op de kaart staan. Niet alleen haar kaart is leeg. Ook de kaart van haar zoon is niet met de betaalde beurten opgeladen. De zwembadmedewerkers kunnen mevrouw niet helpen en verwijzen haar naar het zwembad Groenenhoek. Op 21 juni gaat zij naar dat zwembad, in de hoop dit in orde te brengen. Het zwembad is helaas gesloten wegens jaarlijks onderhoud. Mevrouw B. is er niet over te spreken dat zij 45 euro heeft betaald, niet kan 8
Jaarverslag 2013 in’t kort
zwemmen en moet wachten tot ten vroegste 1 juli om het probleem te melden of op te lossen. Zij hoopt dat het opgelost geraakt, want zij heeft geen betalingsbewijs gekregen.
Onderzoek De leverancier van de zwemkaarten stelde vast dat er een technisch probleem was bij de doorstroom van de kaartgegevens naar het zwembad Plantin en Moretus. Mevrouw B. zou in alle andere zwembaden moeiteloos kunnen betalen met haar beurtenkaart. Enkel in het zwembad Plantin Moretus kon de kaart niet gelezen worden. Ondertussen is dit rechtgezet en werkt de zwemkaart ook daar. Ter compensatie van de hinder voor mevrouw worden de twee laatste zwembeurten niet van haar kaart gehaald. Ze reageert nog: “Hartelijk dank! Ik was behoorlijk ontstemd maar door uw goede opvolging, duidelijke communicatie en informatie is dit geheel verdwenen. Ik ben meer dan tevreden!”.
Besluit De klacht wordt afgesloten als terechte opmerking. Het vertrouwensbeginsel werd geschonden. De klacht werd wel hersteld, zowel naar mevrouw B., als structureel.
Tijdelijke parkeerverbodsborden staan er niet zomaar Probleem De heer en mevrouw V. schakelen een verhuisfirma in voor hun verhuis. De verhuizers regelen het plaatsen van de parkeerverbodsborden, maar op de dag van de verhuis staan er in de straat van hun oude woning auto’s geparkeerd. De politie komt, schrijft de voertuigen op en zoekt de eigenaars zodat zij hun voertuig kunnen verplaatsen. Dit duurt een uur. Op het nieuwe adres doet zich hetzelfde voor. Het verhuizend koppel moeten hierdoor 288 euro extra betalen, voor de twee bijkomende uren voor de vier verhuizers. Om een gedeelte terug te kunnen krijgen van de verzekering, zouden zij volgens de verzekeringsagent een proces-verbaal nodig hebben. Uit hun relaas blijkt dat met het opvragen van het proces-verbaal of de nummers ervan één en ander niet duidelijk is.
9
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
Onderzoek De verhuisfirma kreeg inderdaad toelating voor het signaleren van werken en/of verkeersbelemmeringen op de openbare weg en voor het plaatsen van een ladderlift. Bij het plaatsen van de parkeerverbodsborden stond er bij het oude adres al één voertuig geparkeerd, op het nieuwe drie. Voertuigen die al geparkeerd staan bij het plaatsen van de tijdelijke parkeerverbodsborden kunnen niet in overtreding genomen worden. De bestuurders hebben immers geen inbreuk gepleegd op de wegcode. Ze hebben dus ook geen fout gemaakt in de burgerrechtelijke betekenis van het woord, zodat ze ook niet aansprakelijk kunnen gesteld worden voor mogelijke schade. De heer en mevrouw V. zullen de bijkomende kosten spijtig genoeg niet kunnen terugvorderen van die bestuurders. Het zou anders geweest zijn mochten de auto’s geparkeerd zijn nà de plaatsing van de verbodsborden. Dan hadden de bestuurders wél een overtreding begaan. Bij elke oproep wordt een patrouille gestuurd. Die inspecteurs kunnen opdracht geven om maatregelen te nemen, bijvoorbeeld takelen, maar eerst gaan ze na of de bestuurders van de voertuigen bereikt kunnen worden en hun voertuig kunnen verplaatsen. Dit neemt tijd in beslag. Net zoals het oproepen van een takelwagen.
Besluit De klacht wordt afgesloten als terechte opmerking. De politie heeft geen fout gemaakt, maar had in eerste instantie aan de betrokkenen of de verzekeringsmaatschappij meer duidelijkheid over hun manier van werken kunnen geven. Een contact met de ombudsvrouw was dan niet nodig geweest.
Waarom krijg ik geen PV? Probleem Mevrouw M. brengt een bezoek aan een hammam. Zij loopt tweedegraads brandwonden op door een leiding die stoom blaast aan de ingang van een cabine. Wanneer ze het incident bij haar verzekeringsagent meldt, vraagt die om een proces-verbaal te laten opstellen. De verzoekster gaat op 3 april 2013 naar het politiekantoor in Merksem. Volgens haar weigeren de politiemedewerkers om een proces-verbaal op te stellen, omdat het niet gaat om opzettelijke verwondingen. Ze is verwonderd dat de politie niets wil noteren. De volgende dag neemt ze contact op met het politiekantoor in Borgerhout. Hier is men wel bereid om een proces-verbaal op te stellen. Mevrouw vindt dat het niet kan dat de dienstverlening niet gelijk is. 10
Jaarverslag 2013 in’t kort
Onderzoek Over de aangifte van feiten, die geen misdrijf zijn, heeft de procureur des Konings een omzendbrief opgesteld. Hierin wordt vastgelegd welke ambtsplichten de politie moet vervullen. Voor feiten, die van bij de vaststelling of aangifte kennelijk geen misdrijf uitmaken, mag geen proces-verbaal worden opgesteld. In heel wat gevallen is er geen sprake van een misdrijf en beperkt het geschil zich tot een louter burgerlijke aangelegenheid. De politiemedewerkers kunnen de aangifte en/of hun vaststellingen wel noteren in een verslag. Hiervan wordt een attest van aangifte opgesteld en aan de aangever afgeleverd. Vaak wordt het begrip proces-verbaal gebruikt door mensen wanneer zij bij de politie een aangifte komen doen. Men kan niet verwachten dat iedereen exact weet wanneer een proces-verbaal wel of niet mag opgesteld worden. Het is klantvriendelijker om voor te stellen welk document wel kan opgemaakt worden, dan louter aan te geven dat voor de feiten die zich hebben voorgedaan geen proces-verbaal kan opgesteld worden. Naar aanleiding van het ongeluk voerde de milieudienst van de stad een controle uit en werd de eigenaar van de hammam aangemaand om de nodige aanpassingen aan te brengen aan het stoomcircuit.
Besluit De klacht is gegrond. De ombudsnormen actieve dienstverlening en correcte bejegening werden geschonden. Een burger verder helpen en informeren over welke dienstverlening wel geboden kan worden, is veel klantvriendelijker dan een vraag afwijzen en niet ingaan op de mogelijkheden die er wel zijn.
Tuberculose moet wachten Probleem Van 16 juli tot 26 juli 2013 is de heer C. in het Middelheimziekenhuis opgenomen met diverse symptomen die sterk in de richting van tuberculose wijzen. Verdere diagnose en behandeling kan niet worden uitgevoerd, omdat het OCMW weigert om de medische kosten op zich te nemen. De man tekent bij de Arbeidsrechtbank beroep aan tegen die beslissing. Aanvankelijk beslist de Arbeidsrechtbank dat een aanvullend sociaal onderzoek dient te gebeuren. In zitting van 11
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
6 december 2012 beslist de rechtbank vervolgens dat de heer C. recht heeft op betaling van de medische hulp in het Middelheimziekenhuis voor de periode van 16 tot 26 juli 2012, en dat het OCMW de kosten ten laste dient te nemen van de onderzoeken die noodzakelijk zijn. De heer C. meldt zich met het vonnis aan in het Middelheimziekenhuis, maar hij wordt opnieuw naar het OCMW verwezen voor de aflevering van een attest. Het OCMW blijkt niet op de hoogte te zijn van het vonnis en men opent een nieuw dossier. Bovendien blijft de heer C. herinneringen krijgen voor de betaling van zijn openstaande ziekenhuisfactuur van juli 2012.
Onderzoek Het bijzonder comité sociale dienst nam kennis van het vonnis van de Arbeidsrechtbank. Er werd een voorstel goedgekeurd om de medische kosten voor de periode van 16 juli tot 26 juli 2012 te betalen. Ook voor 24 en 25 september 2012 werd een voorstel goedgekeurd. De heer C. kan zich met de facturen voor deze beide periodes aanbieden op het sociaal centrum, zodat ze kunnen worden verwerkt. Het OCMW bevestigt verder dat, bij de aanmelding op het sociaal centrum in januari 2013, een nieuw dossier werd opgestart: de man stelde immers een nieuwe vraag voor een medische waarborg. Intussen werd voor de periode 29 januari 2013 tot 31 mei 2013 de medische waarborg ook goedgekeurd.
Besluit We beoordelen de klacht van de heer C. als een terechte opmerking. Na de uitspraak van de Arbeidsrechtbank op 6 december 2012 moest hij wachten tot midden januari 2013 om aanspraak te kunnen maken op een medische behandeling. De norm actieve dienstverlening en redelijke behandelingstermijn zijn hierbij geschonden. Ook de communicatie over de afhandeling van zijn dossier kon beter.
Eten in het sociaal restaurant tegen verlaagd tarief Probleem De heer D. is een regelmatige bezoeker van de sociale restaurants. De maaltijdkaart voor deze restaurants werd steeds uitgereikt op basis van het omnio-statuut en een inkomensgrens. Bij de verlengingen werd enkel het omnio-statuut nagekeken, wat de 12
Jaarverslag 2013 in’t kort
afhandeling van het dossier veel sneller maakt. Bij de laatste vraag tot verlenging van de maaltijdkaart krijgt de man te horen dat een uitgebreide controle zal worden gedaan en dat de aflevering iets langer zal duren. De heer D. heeft het gevoel dat de regelgeving rond het verlenen van maaltijdkaarten door de sociale centra op verschillende manieren wordt toegepast, afhankelijk van de werkdruk die er is op het ogenblik van de vraag.
Onderzoek OCMW cliënten, maar ook personen die niet als cliënt gekend zijn, kunnen bij het sociaal centrum in hun buurt een identificatiepasje krijgen om tegen een verminderd tarief een gezonde maaltijd te kunnen gebruiken in een sociaal restaurant. De voorwaarden om als niet cliënt een pasje te krijgen zijn: • het omnio-statuut hebben of • recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming ziekte- en invaliditeit bij de mutualiteit, of • in schuldbemiddeling zijn De aanvragen worden individueel bekeken, indien nodig in overleg met het diensthoofd, maar de richtlijnen gelden voor alle sociale restaurants.
Besluit De opmerking van de heer D. is ongegrond. Hij is nu wel correct ingelicht over de mogelijkheden om tegen een gunstige prijs een gezonde maaltijd te kunnen kopen.
Op zoek naar het verleden Probleem Mevrouw M. is wees sinds 1963. In het gezin waren er op dat ogenblik meer dan tien kinderen. De kinderen werden allemaal onder voogdij geplaatst. De voogdes hield er volgens verzoekster ‘speciale’ opvoedingspraktijken op na en deed altijd moeilijk over het verleden van de kinderen. Zodra de kinderen meerderjarig waren, werden ze zonder pardon en zonder financiële ondersteuning de deur gewezen. De voogdes wil al enkele jaren terug contact met de kinderen maar zij hebben het hiermee zeer moeilijk. In 2008 gingen de kinderen op zoek naar hun dossier bij het OCMW omdat ze de waarheid willen kennen in een aantal materies: de voogdes suggereerde wel eens dat de moeder van de 13
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
kinderen een prostituee was. In de zoektocht naar het voogdijdossier komt mevrouw M. terecht bij een medewerker van het OCMW: deze bevestigt dat er een dossier was van het gezin. Voor inzage moet mevrouw M. de toelating vragen aan de voorzitter van het OCMW. Toelating wordt gevraagd en gekregen. Volgens mevrouw M. beginnen dan de problemen in haar zoektocht: de medewerker die ze eerder contacteerde gaat met pensioen en aan mevrouw M. wordt gezegd dat men geen dossier kan vinden. Later krijgt ze een beetje informatie, maar ze blijft aandringen op inzage van het volledige dossier. Na herhaaldelijk aandringen laat men haar weten dat het dossier verloren is. Mevrouw stelt dat bronnen (vroegere medewerkers van de bevoegde dienst) bevestigen dat er wel degelijk een dossier over de familie is. Ze wil nu dan ook eindelijk haar dossier kunnen inkijken.
Onderzoek Het gaat om een papieren dossier ‘jeugdzorg’ uit 1963. De dienst ‘jeugdzorg’ bestaat niet meer en het is momenteel onduidelijk waar de dossiers van deze dienst zich bevinden. Het OCMW wil wel al het mogelijke doen om het dossier terug te vinden. De zoektocht is echter arbeidsintensief en neemt wat tijd in beslag. Enige tijd later laat het OCMW weten dat er pogingen werden gedaan om zowel het dossier van mevrouw M. als dat van de voogdes op te zoeken: men zocht hiervoor in de sociale dossiers vanaf 1956. Het inschrijvingsregister noteert chronologisch de geopende dossiers met vermelding van het dossiernummer en de namen van de cliënten. Aan de hand van de alfabetische toegang op steekkaarten kan het dossiernummer worden opgezocht. De dossiers bevinden zich in de archieven in volgorde van deze dossiernummers. Helaas werd noch in het inschrijvingsregister noch op een steekkaart de naam van mevrouw M. of die van de voogdes gevonden. Dit betekent dat men het dossier helaas niet gevonden heeft. De komende jaren worden de verschillende archieven gecentraliseerd en gedigitaliseerd. Het OCMW stelt dat men de vraag blijft opvolgen en mevrouw M. zal informeren zodra men informatie heeft.
Besluit De vraag van mevrouw M. is begrijpelijk en wordt als een terechte opmerking beschouwd. We kunnen wel vaststellen dat het OCMW heel wat pogingen heeft gedaan
14
Jaarverslag 2013 in’t kort
om mevrouw M. verder te helpen, voorlopig zonder succes.
Levert het OCMW brood aan de nachtwinkel? Probleem Enkele maanden voor zijn contact met de ombudsvrouw merkt de heer L. een wagen van het OCMW op aan een nachtwinkel: de bestuurder komt brood leveren. Omdat de heer L. het zeer vreemd vindt dat het OCMW brood zou leveren aan een nachtwinkel neemt hij telefonisch contact op met de klachtendienst van het OCMW. Hij verneemt daarna niets meer over zijn melding. Op maandag 19 augustus 2013 ziet de heer L. de bestelwagen opnieuw aan de nachtwinkel. Ook aan de nachtwinkel tegenover het Stuivenbergziekenhuis wordt de bestelwagen opgemerkt en wordt door de bestuurder brood geleverd. Omdat de man meent dat het niet om reguliere werking van het OCMW gaat, maar eerder om “malafide praktijken”, krijgt hij graag een antwoord op zijn melding.
Onderzoek Vanuit de klachtendienst van het OCMW was al een onderzoek gestart. De heer L. wenste bij zijn eerste melding anoniem te blijven, dus kon men het resultaat van het onderzoek niet meedelen aan hem. De bestelwagen werd twee jaar geleden verkocht door het OCMW en is sindsdien eigendom van een bedrijf dat gespecialiseerd is in brood en banketproducten. Bij de verkoop van de wagen werd het logo van het OCMW helaas niet verwijderd, waardoor het huidige misverstand is ontstaan. Naar aanleiding van de opmerking werd de standaardprocedure bij verkoop van wagens van het OCMW Antwerpen (waarin het verwijderen van logo’s is opgenomen) opnieuw onder de aandacht gebracht van de betrokken dienst. Onlangs werd de verkoop van dienstwagens ook overgedragen aan de stad Antwerpen, meer bepaald het Voertuigencentrum. Deze dienst zorgt ervoor dat logo’s steeds verwijderd worden zodat gelijkaardige misverstanden worden vermeden. Na de nieuwe melding bij de ombudsvrouw wordt de huidige eigenaar van de bestelwagen gecontacteerd met de vraag om de stickers van het OCMW te verwijderen.
Besluit 15
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
De klacht is gegrond, maar werd gecorrigeerd. Het zorgvuldigheidsbeginsel werd geschonden. De wagens van het OCMW die verkocht worden, maar ook ander materiaal met het logo, kunnen pas verkocht worden als het logo verwijderd is. Indien dat niet gebeurt, kan de indruk ontstaan dat het OCMW allerlei werkjes laat uitvoeren. Dankzij de oplettendheid van deze oplettende man worden alle logo’s verwijderd van materiaal dat verkocht wordt, wanneer het niet meer gebruikt wordt voor het uitvoeren van de taken van het OCMW.
Vier jaar problemen met de riolering in een sociale woning Probleem De heer D. huurt een appartement van de sociale huisvestingsmaatschappij Woonhaven. Al vier jaar is een gemeenschappelijke buis van de riolering stuk in zijn kelder. Dit zorgt niet alleen voor geurhinder, maar de man kan ook moeilijk zijn kelder betreden. Een medewerker van de huisvestingsmaatschappij laat aan de man weten dat hij de zaak beter via zijn verzekeraar kan regelen. Volgens de heer D. wordt het probleem echter niet opgelost, omdat er een conflict is tussen de huisvestingsmaatschappij en de bouwonderneming die de renovatiewerken uitvoerde in 2005.
Onderzoek De loodgieter en de ontstopper brengen opnieuw een plaatsbezoek. Zij beslisten na het huisbezoek om maandelijks de rioolbuis te ontstoppen en indien nodig water weg te pompen, frequenter dan in de meeste gebouwen van de huisvestingsmaatschappij. Uit verder onderzoek blijkt dat de afvoerleiding waarin zich verstoppingen voordoen zich in de gang bevindt dus niet in de kelder zelf zoals de technische dienst eerder dacht. Hier zit een bocht in de leiding waar zich, door verkeerd gebruik door huurders, verstoppingen voordoen. Bij elke ontstopping is bevuiling onvermijdelijk en vandaar dat zelfs na reiniging de kelderdeur van de huurder niet meer zo proper was. De deur werd opnieuw geschilderd.
16
Jaarverslag 2013 in’t kort
Besluit Dit is een gegronde klacht, al werd uiteindelijk een oplossing gerealiseerd. De man trachtte bijna vier jaar om een oplossing te vinden voor het probleem. Pas na inschakeling van de ombudsvrouw werd actie ondernomen. Het is jammer dat zo lang moest worden gewacht op een constructieve oplossing.
Blindengeleidehonden niet in de jeugdbibliotheek maar wel in de volwassenafdeling Probleem Mevrouw S. gaat met haar geleidehond in opleiding naar een jeugdbibliotheek in een district. De toegang met de hond wordt geweigerd. Wanneer zij uitlegt dat het om een geleidehond gaat, blijft de baliemedewerker herhalen dat het dier niet binnen mag. Mevrouw S. stelt dat hulphonden wel degelijk hun baasje mogen vergezellen in een bibliotheek. In de volwassenenbibliotheek stelt zich trouwens geen probleem en mag de hond wel mee binnen. Verder meent mevrouw S. dat de manier waarop de boodschap wordt gebracht niet gepast is: ze zegt dat er werd geroepen van achter een bureau, waardoor het de aandacht trok van de overige bezoekers.
Onderzoek Klantvriendelijkheid is voor de bibliotheek heel belangrijk en men betreurt dan ook de manier waarop de medewerker mevrouw S. aansprak. Voor de medewerker was het niet onmiddellijk duidelijk dat de hond een geleidehond in opleiding was. De medewerker wilde eerst vragen bij de bibliothecaris of de hond mocht worden toegelaten. De bibliothecaris bevestigde dat er geen probleem was en wilde zich bij mevrouw S. verontschuldigen. Mevrouw S. had intussen de bibliotheek al verlaten. De bedrijfsdirecteur, samen met de bibliothecaris en de medewerker, bieden hun excuses aan voor het misverstand, omdat de bibliotheek wel degelijk hulphonden toelaat.
17
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
Besluit De klacht is gegrond. Mevrouw S. werd bij haar bezoek aan de bibliotheek niet op een correcte manier behandeld en aangesproken. Ook de bereikbaarheid van openbare gebouwen voor mensen met een handicap kwam in het gedrang door mevrouw S. de toegang te weigeren. Het personeel van loketdiensten zoals de bibliotheken, wordt er aan herinnerd dat de toegang aan mensen vergezeld van een geleidehond, zelfs deze in opleiding, niet ontzegd mag worden in openbare gebouwen.
De fietsgraveerder is de piste in Probleem Mevrouw W. gaat met haar dochters naar een politiebureau, waar elke tweede woensdag van de maand fietsen gegraveerd worden tot drie uur in de namiddag. Wanneer ze na een tijdje wachten bij het onthaal vraagt wanneer zij aan de beurt zal komen, krijgt ze te horen dat de graveerder al vertrokken is. Er zitten nog meerdere mensen te wachten. Mevrouw W. vindt dit niet ernstig.
Onderzoek De graveerder had nog een andere graveersessie gepland in de buurt en vertrok daarom vroeger. Normaal gezien wordt het onthaal daarvan ingelicht, maar dat was blijkbaar toen niet gebeurd. Als de andere actie in de buurt was, hadden mevrouw W. en haar dochter mogelijk daar kunnen langsgaan om hun fiets te laten graveren, maar daar heeft men op dat moment niet aan gedacht.
Besluit De klacht is gegrond. De aangekondigde graveermomenten moeten zoveel mogelijk volgens planning uitgevoerd worden. Als er wijzigingen zijn in de planning, dient het onthaal altijd op de hoogte gebracht te worden. Zij zijn voor bezoekers immers het eerste aanspreekpunt binnen het politiekantoor.
18
Jaarverslag 2013 in’t kort
Een nieuwbouwproject zonder huisnummers Probleem De heer B. heeft na anderhalf jaar wachten nog steeds geen huis- en busnummers gekregen van de stad voor het nieuwbouwproject dat hij begeleidt. Hij stuurde hierover e-mails naar de stad op 22 december 2011, 16 januari, 15 mei, 21 augustus 2012 en op 14 februari 2013. Hij kreeg de boodschap dat het in orde zou komen, maar na anderhalf jaar wachten klopt hij eind februari 2013 bij de ombudsdienst aan. Om de nutsaansluitingen te kunnen voorzien en het correcte adres te kunnen doorgeven aan de nutsmaatschappijen, wordt het noodzakelijk dat hij over de juiste gegevens kan beschikken.
Onderzoek Een week nadat de ombudsvrouw de bedrijfsdirecteur van districts- en loketwerking hierover contacteert, ontvangt de ombudsvrouw het antwoord dat het dossier in orde is en dat de aanvrager de huisnummers kreeg voor het nieuwbouwproject. De reden waarom het dossier zo lang aansleepte is toe te schrijven aan een administratieve fout. De aanvragen verlopen nog niet digitaal en er is jammer genoeg een papieren dossier zoek geraakt. Uiteindelijk werd dit teruggevonden in een ander dossier van dezelfde straat.
Besluit De klacht is gegrond. Het getuigt niet van een behoorlijke werking van de dienst die deze aanvragen verwerkt, dat de aanvrager tot vijfmaal toe in de loop van anderhalf jaar moet aandringen op een beslissing voor de huisnummers die hij nodig heeft.
Ongewenste stedelijke informatie in mailbox Probleem Mevrouw S. krijgt al geruime tijd mails over culturele evenementen in de stad. Zij heeft al herhaaldelijk laten weten dat ze geen informatie meer wenst, helaas zonder resultaat. Ze blijft allerlei informatie krijgen. Haar e-mailadres is bovendien zichtbaar voor iedereen die hetzelfde bericht krijgt. Ze vindt het een schending van haar privacy. 19
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
Onderzoek De medewerker die normaal de berichten verstuurt en weet hoe dat moet gebeuren, is langdurig afwezig. De verzending gebeurde door een vervanger, die nog geen ervaring had met de opdracht en daardoor de fout maakte dat de mailadressen voor iedereen zichtbaar waren. De reden waarom het e-mailadres van mevrouw S. niet verwijderd werd uit de verzendlijst was van technische aard. Er werd gezocht op een verkeerd e-mailadres. Men ging er dan ook van uit dat het e-mailadres van mevrouw (ondertussen) al was verwijderd uit de verzendlijst. Dat bleek niet zo. Na een manuele controle kon het adres verwijderd worden en kreeg mevrouw S. geen ongewenste culturele e-mails meer.
Besluit Bij het verzenden van e-mails naar een verzendlijst mogen de gegevens niet beschikbaar zijn voor de andere geadresseerden. De klacht is gegrond. De evolutie om meer digitaal te werken, mag niet ten koste gaan van een correcte en klantvriendelijke dienstverlening. Het verspreiden van e-mailadressen, zonder de toestemming van de betrokkenen is een ernstige fout. Helaas was het niet de eerst keer dat dit gebeurde.
Opvang in speelpleinwerking wordt verplaatst Probleem Het kind van verzoekster gaat naar een speelpleinwerking die door de stad Antwerpen georganiseerd wordt. Eerder toevallig hoort zij tijdens de week van 22 augustus van een medewerker van het speelplein dat de kinderen de week nadien elders zouden opgevangen worden. Mevrouw M. had daar nog niets van gehoord. Zij weet niet of het voor haar haalbaar is om haar kind naar een andere locatie te brengen. Ze vreest dat als ze die week wil annuleren, een boete zal volgen.
Onderzoek Bij de start van de inschrijvingen begin mei 2012 is een fout geslopen in het opstellen van de kalender. De speelpleinwerking loopt normaal gezien maar tot de voorlaatste week van augustus, omdat de lokalen tijdens de laatste week klaar gemaakt worden voor het 20
Jaarverslag 2013 in’t kort
nieuwe schooljaar. Toen die fout ontdekt werd, hadden er al verschillende ouders hun kind ingeschreven voor deze laatste week. Om deze ouders niet in de kou te laten staan, zocht men naar een andere locatie voor die week. De dichtstbij gelegen locatie lag 4 kilometer van het speelplein. Half juni 2012 werden alle ouders die hun kind voor die week hadden ingeschreven, telefonisch ingelicht. Als men de telefoon niet opnam, werd een bericht achtergelaten op het antwoordapparaat. Omdat op die manier niet iedereen bereikt werd, werden alle ouders in de voorlaatste week van augustus op het speelplein nog eens aangesproken en werd een affiche opgehangen. Omwille van de fout die bij hen is gebeurd, zullen ze ook flexibel omspringen met de annuleringen en de bijhorende boetes. Annuleringen voor de laatste week zullen worden beschouwd als “tijdige annulering”. Dit betekent dat er geen boete wordt toegepast en dat de ouders 75% van het betaalde bedrag voor de opvang krijgen terugbetaald.
Besluit De klacht is gegrond. Het werd niet duidelijk waarom de ouders in juni enkel telefonisch werden gecontacteerd en waarom de ouders die men toen niet kon bereiken, pas in augustus op de hoogte werden gebracht van de verandering van locatie. Het was logischer om alle ouders al in juni schriftelijk op de hoogte te brengen van de andere locatie, zodat zij tijdig konden beslissen of ze al dan niet zouden annuleren en eventueel een andere oplossing zoeken. Het vertrouwensbeginsel werd hier geschonden. De directeur merkt nog op dat uiteindelijk iedereen koos voor de alternatieve opvang. Er vonden dus geen terugbetalingen plaats.
Een niet begeleide minderjarige verhuist ook wel eens Probleem De heer S. heeft op 14 juni 2013 om 15.15uur een afspraak bij de dienst vreemdelingenzaken om een niet begeleide minderjarige, van wie hij voogd is, van adres te laten veranderen. Deze 16-jarige verhuisde op 2 mei 2013 naar Antwerpen waar hij zelfstandig woont en financieel begeleid wordt door het OCMW. De loketbediende belt naar haar diensthoofd om te vragen wat zij kan doen. Voor een adreswijziging is een toelating nodig van de vrederechter, een toelating van de voogd is onvoldoende. De man vertelt de loketmedewerkster dat hij als ervaren voogd nog nooit van deze regel heeft 21
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
gehoord. De medewerkster beaamt bovendien dat ze dit op haar vorige dienst ook niet moest vragen. De heer S. informeert bij de federale overheidsdienst justitie en bij diverse zeer ervaren en beroepsmatige voogden, daar blijkt ook nog niemand van deze regel gehoord te hebben.
Onderzoek De foutieve inschatting volgde uit onduidelijke onderrichtingen aan de medewerkers voor de adreswijziging van een niet begeleide minderjarige vreemdeling. Bij gebrek aan duidelijke richlijnen heeft de collega de algemene regel gebruikt voor niet begeleide minderjarigen en extra documenten gevraagd in de vorm van een beslissing van de jeugdrechtbank. Naar aanleiding van deze klacht nam de expert bij districts- en loketwerking contact op met de federale overheidsdienst binnenlandse zaken. Bij adreswijzigingen van een niet begeleide minderjarige volstaat de toestemming van de voogd, wat echter niet opgenomen is in de lokale bevolkingsonderrichtingen. Het adres van de minderjarige werd uiteindelijke aangepast.
Besluit De klacht is gegrond, maar werd gecorrigeerd door de betrokken dienst. De dienst bevolking krijgt elke dag te maken met heel wat vragen waar men niet uit het blote hoofd op kan antwoorden. Ook wanneer een vraag wordt gesteld die er uitspringt en waar specifieke kennis bij nodig is, verwacht de klant door een specialist van de (lokale) overheid verder geholpen te worden. Meestal lukt dat, soms loopt het al eens mis en kan de ombudsdienst voor opheldering zorgen door de communicatielijnen te herstellen.
Een factuur van de brandweer: waar rook is, is niet altijd vuur. De ombudsvrouw ontving tussen september 2012 en januari 2013 drie klachten over foutieve facturatie van een brandweerinterventie.
Probleem 1 De heer L. neemt op 28 september 2012 contact op met de ombudsdienst over een factuur die hij ontving voor een interventie van de brandweer, na het verwijderen 22
Jaarverslag 2013 in’t kort
van losse geveldelen aan een buurhuis. Hij nam contact op met de brandweer toen er brokstukken van de gevel van het huis naar beneden vielen. De man betwist de factuur. Hij is niet de eigenaar van het gebouw dat gevaar oplevert voor voorbijgangers. Volgens hem is de stad eigenaar van het gebouw.
Onderzoek Zowel de brandweer als politie zou zich van huisnummer vergist hebben. Het was niet het huis van de man die de oproep deed waar losse stenen van de gevel verwijderd moesten worden, maar het hoekhuis ernaast, zonder huisnummer. De ombudsdienst zoekt uit wie de eigenaar van het gebouw is. De hogere overheid werd eigenaar van het gebouw nadat de vorige eigenaar, zonder erfgenamen, overleed.
Probleem 2 De heer A. ontvangt op 20 november 2012 een factuur van een interventie van de brandweer voor het uitschakelen van een alarm. Zijn pand is niet voorzien van een alarm, er viel dus niets uit te schakelen. Ook in december 2010 ontving hij al eens een factuur voor “wateroverlast door defecte watermeter”, terwijl er noch van een defecte watermeter noch van enige wateroverlast sprake was. Hij vindt dat het factureren van fictieve interventies meer dan één brug te ver is.
Onderzoek Uit intern onderzoek blijkt dat de factuur naar een verkeerd adres gestuurd werd. Voor het afzetten van het alarm belde een buurtbewoner omstreeks 4 uur ’s nachts naar de politie om te melden dat er om zijn hoek een alarm afging. De politie vroeg op haar beurt de brandweer om het inbraakalarm af te koppelen. Het aangegeven adres werd ook als vastgesteld adres opgegeven in het interventieverslag. Blijkbaar was dit niet correct. Voor de wateroverlast werd gefactureerd op grond van het interventieverslag. Daaruit blijkt dat de watermeter werd afgesloten en dat ook het pand werd afgesloten. Uit het handgeschreven verslag van de manschappen, een eerste voorlopige versie van het interventieverslag, blijkt echter dat het in werkelijkheid een kapot gevroren waterkraan betrof in gebruik voor een bouwproject in een aanpalende straat. De kraan bevond zich in een pand in een andere straat. Deze informatie was niet in het verslag opgenomen, waardoor de verkeerde eigenaar een factuur ontving.
23
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
Probleem 3 De heer G. ontvangt op 2 januari 2013 een factuur voor een interventie van de brandweer. De man woont aan de pare kant van de straat. De interventie had plaats aan de oneven kant van de straat. In een vroegere garage was bij afbraakwerken gevaar ontstaan waardoor er glas van een raam naar beneden zou kunnen vallen. De heer G. was op de hoogte van de interventie, maar was niet de melder. Als er dan al een foutief adres werd gebruikt, vraagt hij zich af waarom hij er werd uitgepikt. Hij woont in een appartementsblok met meerdere eigenaars.
Onderzoek In het interventieverslag stond het adres van de melder als adres waar de oproep vandaan kwam. In vele gevallen is het interventieadres identiek aan het oproepadres. De brandweerlui die ter plaatse zijn geweest moeten nadien een interventieverslag opmaken. Hierop wordt het adres van de oproeper vermeld. De brandweerlui vullen dit aan indien het adres waar de interventie plaatsvond een ander adres is. De interventieploeg zag dit over het hoofd, waardoor als interventieadres het adres van de melder genoteerd stond. De man woont in een appartementsblok met meerdere eigenaars. Het retributiereglement van de brandweer bepaalt dat “de begunstigden van de brandweerinterventie solidair en ondeelbaar gehouden zijn tot de vergoeding van de kosten”. Met andere woorden: de brandweer kan de meest solvabele begunstigde aanschrijven en bij die persoon de vergoeding van de totale kost vorderen. Op basis van het adres werd de betrokkene er uitgekozen als één van de mede-eigenaars.
Besluit De klachten zijn gegrond, maar werden gecorrigeerd. Voor alle klachten werden de facturen geannuleerd en uiteindelijk gericht aan de juiste persoon. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste fouten zich voordoen wanneer op het interventieverslag niet expliciet genoteerd wordt op welk adres de interventie werd uitgevoerd en enkel de gegevens van de oproeper vermeld zijn.
24
Jaarverslag 2013 in’t kort
Hinder aan garage-inrit Probleem De heer H. mailt over de moeilijkheden die hij ondervindt om zijn garage te verlaten, ook als wagens op straat reglementair geparkeerd staan. De straat is te smal om de garage te kunnen verlaten wanneer langs beide zijde wagens geparkeerd staan, gelijk met de garagepoort. De man heeft een bedrijf met verhuurwagens op dit adres.
Onderzoek Er wordt principieel niet ingegaan op de vragen van particulieren om verkeersbegeleidende ingrepen te nemen, zoals het plaatsen van paaltjes, beugels en/of voetpaduitstulpingen. Er is één uitzondering: wanneer die aanvragen bijdragen tot de algemene verbetering van de woon- en leefomgeving en in het bijzonder wanneer ze een bedrijfseconomische affiniteit hebben. Het Parkeerbedrijf werkt aan een nota rond de problematiek aan inritten. Deze nota werd afgetoetst met stadsontwikkeling en de politie, maar moet nog worden goedgekeurd. Uit deze nota zullen voorwaarden voortvloeien, zodat zij kunnen nagaan in welke gevallen er bijkomende maatregelen mogelijk zijn. Deze maatregelen zullen zich eerder uiten in het schilderen van haakjes of dergelijke. Structurele maatregelen, zoals het plaatsen van paaltjes, beugels en/of voetpaduitstulpingen voert het Parkeerbedrijf niet uit.
Besluit De klacht is een terechte opmerking. Zodra de nota rond de toegankelijkheid van garageinritten is goedgekeurd, kan het dossier van de heer H. opnieuw onderzocht worden.
SMS-parkeren voor twee wagens Probleem De heer V. bezoekt Antwerpen met een vriend. Hij verstuurt twee sms-en naar 4411 om voor beide wagens een parkeeractie te starten. Wanneer hij terug bij zijn wagen aankomt, merkt hij dat hij een retributie heeft voor de wagen waarvoor hij als eerste een sms verstuurde. Het Parkeerbedrijf laat hem weten dat hij onmiddellijk bij het versturen van de tweede sms een bericht heeft ontvangen dat de eerste parkeeractie gestopt werd. Verzoeker vindt dat 25
Uitgepraat met ’t stad? De ombudsvrouw luistert.
hij te goeder trouw gehandeld heeft en begrijpt niet dat het Parkeerbedrijf de retributie niet wil annuleren.
Onderzoek De heer V. is abonnee bij Proximus. Proximus klanten hoeven zich niet te registreren op www.4411.be en hebben automatisch een zogenaamde ‘Easy account’. In het Easy account is het niet mogelijk om twee parkeersessies gelijktijdig te starten. De reden daarvoor is van praktisch-technische aard. Parkeersessies kunnen pas afgerekend worden nadat ze zijn beëindigd. Indien de klant echter onvoldoende belwaarde heeft (of zijn maandelijkse limiet is overschreden), dan kan de sessie niet worden afgerekend. Wanneer deze klant ook nog meerdere parkeersessies tegelijkertijd kan activeren, dan loopt het bedrag dat potentieel niet kan worden betaald op. Om vervelende situaties te vermijden, kunnen mensen met een Easy account dus telkens slechts één parkeersessie activeren op hetzelfde moment. Registreren zij online en kiezen ze voor een ‘Premium account’ of ‘Pro account’, dan biedt Mobile-for, het bedrijf dat het sms parkeren verzorgt, de mogelijkheid om achteraf een aparte factuur te krijgen. Zo kunnen bestuurders verschillende simultane parkeersessies starten. Wanneer een ‘Easy gebruiker’ een tweede parkeersessie start op het moment dat al een eerste sessie loopt, dan wordt de eerste sessie beëindigd. De retributie wordt niet geannuleerd, omdat de verzoeker binnen de minuut een sms ontving die hem er op attent maakte dat de eerste parkeersessie beëindigd werd. Men heeft dan voldoende tijd om voor de tweede wagen een andere betaalmogelijkheid te kiezen en een parkeersessie te starten (ticket of bancontact).
Besluit De klacht is ongegrond. Hoewel de verzoeker duidelijk de intentie had om voor twee wagens een parkeeractie te betalen, heeft hij het bericht genegeerd dat hem liet weten dat de eerste parkeeractie stopgezet werd.
26
Jaarverslag 2013 in’t kort
Geen recht op bewonerskaart voor mantelzorg Probleem De schoonouders van mevrouw F. zijn 90 en 85 jaar. De boodschappen worden door de kinderen en kleinkinderen gedaan, zodat het bejaarde koppel nog thuis kan blijven wonen. De schoonzoon brengt ‘s morgens de boodschappen naar binnen en vraagt aan zijn moeder het doosje met het kleingeld voor de parkeermeter. Ondertussen komt een parkeerwachter langs. Die wil een boete tussen de voorruit stoppen, waarop de man op een beleefde manier uitlegt dat hij geld is gaan halen. De parkeertoezichter legt uit dat hij dan maar een bonnetje voor 10 minuten moet nemen. Dat mensen die 60 jaar in Antwerpen wonen geen bewonerskaart kunnen aanvragen, dit vinden verzoekers toch echt niet kunnen.
Onderzoek Het gemeentelijk retributiereglement bepaalt dat een gemeentelijke parkeerkaart (bewonersvergunning) enkel kan worden uitgereikt aan bewoners van de stad of aan leden van een erkende autodeelvereniging. De voorwaarden voor het verkrijgen van een bewonersvergunning zijn: • Gedomicilieerd zijn in een zone waar bewonersparkeren van toepassing is; • Beschikken over een eigendomsbewijs van een auto of kunnen aantonen dat hij/zij er een gebruiksrecht op heeft; • Het maximaal toegelaten rijklaar leeggewicht (tarra) van de wagen waarvoor het bewonersvignet wordt aangevraagd overschrijdt de 3.500 kg niet. Aangezien de ouders van verzoeker geen auto bezitten, kunnen zij helaas geen bewonersvergunning aanvragen. De kinderen, schoonkinderen of kleinkinderen zijn zelf niet gedomicilieerd in deze zone. Zij komen dus ook niet in aanmerking voor een bewonersvergunning.
Besluit De klacht is ongegrond voor wat de regelgeving betreft, die wordt immers correct toegepast. We kwalificeerden deze klacht om billijkheidsredenen als een terechte opmerking omdat de parkeermoeilijkheid wel blijft bestaan voor mensen die mantelzorg op zich nemen.
27
Meer info Ombudsvrouw De Coninckplein 25 (ingang via Muizenstraat) 2060 Antwerpen 0800 94 84 3 (gratis)
[email protected] www.antwerpen.be/ombudsvrouw www.facebook.com/ombudsvrouwantwerpen @OmbudsvrouwAntw
Handige telefoonnummers Stad | infolijn Lokale Politie | Blauwe Lijn OCMW | informatiepunt Zorgbedrijf | Klantendienst
03 22 11 333 0800 123 12 03 338 28 28 03 338 92 44
Wettelijk depotnummer: D/2014/0306/25 – Verantwoordelijk uitgever: Karla Blomme, De Coninckplein 25, 2060 Antwerpen