KENNISBUNDEL
ZZP EN DE
STAD Stad met een hart
inhoud1
Voorwoord2 Minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Introductie4 ZZP BV: van programma naar werkelijkheid
Interview7 Jacques van Ek en Jim Schuyt
Onderzoek12 Op basis van de evaluatie van ZZP BV Amersfoort en ervaringen van andere G32-gemeenten worden tien eerste lessen getrokken. Door Arjan van den Born van Universiteit Utrecht.
Pilotprojecten wijkeconomie46 Door Ruud Dorenbos van Nicis Institute
Zzp’ers in stedelijk economisch beleid54 Door Ruud Dorenbos van Nicis Institute
Verslag62 Conferentie ZZP en de stad
Duurzame zzp’ers: kansen voor de stad?74 Nawoord78 Wethouder Gert Boeve van Economie en Wonen, Zorg en Welzijn, gemeente Amersfoort
2
Kennisbundel ZZP en de stad
INTRODUCTIE
MAXIME VERHAGEN
Zzp’ers staan samen sterker DE RUIM 700.00 ZZP’ERS IN NEDERLAND ZIJN ESSENTIEEL VOOR ONZE ECONOMIE. ZE LEVEREN SPECIALISTISCHE DIENSTEN OF PRODUCTEN. MET HUN KENNIS, VAARDIGHEDEN EN ERVARING DRAGEN ZE BIJ AAN HET SUCCES VAN ANDERE VAAK GROTERE - ONDERNEMINGEN. DE STEEDS GROTERE GROEP ZZP’ERS IN ONS LAND ZORGT VOOR WERKGELEGENHEID, INNOVATIE EN ECONOMISCHE VOORUITGANG.
voorwoord3
De zzp’ers die ik ontmoet zijn creatief, vernieuwend en hebben een flinke dosis passie. Natuurlijk zijn zij ook enorme doorzetters, anders red je het niet in je eentje. De naam ‘zelfstandige zonder personeel’ zegt het eigenlijk al: het is een vrij solitair bestaan. Dat heeft voordelen, maar het is ook weleens lastig. Want hoe zorg je er als zzp’er voor dat je grote klussen binnenhaalt, als je die in je eentje niet aankunt? Waar haal je een klankbord vandaan als je wilt brainstormen over de toekomst van je bedrijfje? Bij wie vind je inspiratie, nieuwe ideeën en een luisterend oor? Juist: bij ándere zzp’ers. Zzp’ers staan samen sterker. Als zzp’ers een netwerk vormen, kunnen ze samen veel grotere projecten aannemen. En zelfs meedingen naar Europese aanbestedingen. Ik vind het belangrijk dat zzp’ers netwerken vormen. Gemeenten kunnen helpen door huisvesting voor groepen zzp’ers te faciliteren en goede dienstverlening te bieden. Natuurlijk heeft het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie ook een rol. Ik zorg dat ondernemen makkelijker wordt: door minder tijdslurpende regeltjes, toegankelijker financiering en eerlijkere kansen voor zzp’ers bij aanbestedingen. Maar uiteindelijk draait het om de zzp’ers zélf: dat ze de deur uitgaan, anderen opzoeken en zich aansluiten bij een professioneel netwerk. Of meerdere netwerken. Dat geeft hun onderneming én henzelf een boost! Ik heb veel bewondering voor het project ZZP BV Amersfoort. Iedereen die meegewerkt heeft: geweldig gedaan! Ik hoop dat dit mooie initiatief volop navolging krijgt. Maxime Verhagen Minister van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie
4
Kennisbundel ZZP en de stad
INTRODUCTIE
INTRODUCTIE ZZP BV: van programma naar werkelijkheid DEZE KENNISBUNDEL BIEDT EEN OVERZICHT VAN DE RESULTATEN VAN ZZP BV AMERSFOORT. DIT PROGRAMMA WERD ONDERSTEUND DOOR HET TOENMALIGE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, DAT SUBSIDIE AAN ZZP BV AMERSFOORT TOEDICHTTE. HET PROGRAMMA ZZP BV KENDE EEN GROOT AANTAL PROJECTEN. HET NETWERK EN DE BELANGENBEHARTIGING WORDEN VOORTGEZET DOOR DE ONLANGS OPGERICHTE VAZ, DE VERENIGING AMERSFOORTSE ZELFSTANDIGEN. MAAR WE BEGINNEN BIJ HET BEGIN.
introductie5
Het begon in januari 2009, toen de Commissie Van Ek haar Economische Visie Amersfoort 2030 ‘Een vitale stad in een complete regio’ aanbood aan het college van burgemeester en wethouders. In tijden van economische recessie is het versterken van de lokale economie nog belangrijker. De Commissie Van Ek constateerde dat de economie van Amersfoort al sinds 2001 haperingen laat zien, terwijl de economische groei voor die tijd vanzelf leek te gaan. Een belangrijke aanbeveling in de visie was om te investeren in specifieke voorzieningen voor zzp’ers en startende ondernemingen. Amersfoort is een mkb-stad met veel zzp’ers. Ongeveer de helft van de bedrijven in Amersfoort is een eenmansbedrijf en meer dan twee derde heeft minder dan tien arbeidsplaatsen. De Commissie Van Ek stelde in haar visie dat Amersfoort aantrekkelijke wijken buiten het centrum nodig heeft met aandacht voor meer diversiteit en menging van wonen en werken. Voor het versterken van de wijkeconomie en zzp’ers stelde Amersfoort daarom een programma op, onder de titel ZZP BV Amersfoort. DE VRAAG VANUIT HET MINISTERIE In 2009 ging het Rijk zich meer richten op de economisch toegevoegde waarde van zzp’ers voor de Nederlandse economie. Binnen het Grotestedenbeleid (GSB) werd vanuit het ministerie van Economische Zaken een subsidiemogelijkheid uitgezet voor steden die een voortrekkersrol hadden met betrekking tot het faciliteren van zzp’ers. De drie hoofdvragen van het ministerie waren: 1. Wie zijn de zzp’ers? 2. Waar zijn ze gevestigd? 3. Waar hebben ze behoefte aan? De kernpunten die daarbij genoemd werden: huisvesting, dienstverlening en netwerkvorming. In totaal had het ministerie 6 miljoen euro vrijgemaakt voor gemeenten die op een voortvarende manier met hun wijkeconomie, en dus ook zzp’ers, bezig waren. Amersfoort voelde zich geroepen om aan deze oproep van het ministerie te voldoen, want er was door de gemeente immers al geconstateerd dat de zelfstandigen zonder personeel een groeiende economische markt vormden. In tegenstelling tot het reguliere bedrijfsleven zitten zzp’ers niet op een vaste plek, niet bij elkaar. De gemeente wilde inzicht krijgen in dezelfde vraag die
6
Kennisbundel ZZP en de stad
het ministerie had: waar hebben zzp’ers behoefte aan? En wat kan de lokale overheid voor hen betekenen? Om deze vragen te beantwoorden zocht de gemeente Amersfoort samenwerking met een aantal partners, waaronder Kamer van Koophandel Gooi-, Eem- en Flevoland, HU Amersfoort, woningcorporatie Portaal, woningcorporatie De Alliantie, Syntens, Agentschap NL, Stichting Discover!, Het Netwerkkantoor en De NetwerkOnderneming. Dit alles op initiatief en met persoonlijke betrokkenheid van wethouder Economische Zaken Gert Boeve. ÉÉN PROGRAMMA, MEERDERE PROJECTEN De samenwerking leidde tot het programma ZZP BV Amersfoort, met meerdere projecten verdeeld over de drie pijlers die het ministerie had meegegeven: dienstverlening, netwerkvorming en huisvesting. De opzet, ervaringen en resultaten van de projecten staan beschreven in deze kennisbundel. Het programma werd als subsidievoorstel bij het ministerie ingediend, waarop een positieve reactie van de minister volgde. Met de toekenning van de subsidie eind 2009 is de gemeente Amersfoort met haar partners aan de slag gegaan. Het project ging dynamisch van start met een ‘roadshow’ door de verschillende Amersfoortse wijken. Deze had tot doel de zzp’er te informeren over de activiteiten van ZZP BV en bood tevens de gelegenheid tot netwerken en kennisdeling door middel van diverse workshops. Het was een vliegende start van een reeks aan projecten. Op de pagina’s hierna leest u alles over de verschillende projecten, de resultaten én de voortgang. Ook komen verschillende projectleiders van ZZP BV aan het woord en vertelt Jim Schuyt, voorzitter van de Raad voor Economische Ontwikkeling regio Amersfoort (REO), wat het regionaal belang is van ZZP BV.
interview7
Jacques van Ek en Jim Schuyt, oud-voorzitter en voorzitter REO
‘Zzp’ers: hollen of stilstaan’ DE AANLEIDING VOOR HET ZZP BV-PROJECT IS INDIRECT AFKOMSTIG VAN DE REO, DE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE ONTWIKKELING REGIO AMERSFOORT. OUD-VOORZITTER JACQUES VAN EK EN HUIDIG VOORZITTER JIM SCHUYT VERTELLEN OVER HET ONTSTAAN VAN ZZP BV EN DE RESULTATEN VOOR NIET ALLEEN DE STAD AMERSFOORT, MAAR OOK VOOR DE REGIO. SCHUYT: ‘ZZP’ERS FOCUSSEN ZICH STERK OP DE INHOUD, MAAR UITEINDELIJK MOETEN ZZP’ERS OOK ONDERNEMERS ZIJN.’
8
Over Jacques van Ek Jacques van Ek was tot september 2011 voorzitter van de Raad voor de Economische Ontwikkeling (REO) regio Amersfoort. Daarvoor was hij CEO van ASR Nederland en president-directeur van De Amersfoortse Verzekeringen. Momenteel bekleedt hij verschillende bestuursfuncties, waaronder het voorzitterschap van de Taskforce Innovatie van de Provincie Utrecht.
Kennisbundel ZZP en de stad
interview9
‘Uit een analyse van de stad Amersfoort bleek dat bijna 50 procent van het aantal bedrijven uit eenmanszaken bestaat’, vertelt Jacques van Ek, die tot voor kort voorzitter was van de REO. ‘Later bleek dat deze cijfers ook voor de regio als geheel gelden. Dat is, ten opzichte van andere stedelijke regio’s, een hoog percentage. De redenen die we daarvoor vonden, waren een centrale ligging en een prettig woonklimaat van de regio Amersfoort. Bovendien hebben we destijds vastgesteld dat het een structurele trend is. Echter, mede door de recessie is er een extra toename van zzp’ers, en hebben zzp’ers in bepaalde branches het zwaarder dan voorheen. Alle reden dus voor de gemeente Amersfoort om daarin te investeren.’ Deze conclusies brachten de gemeente en haar partners dan ook tot de opzet van het ZZP BV project, waar het ministerie subsidie voor toekende. ‘Het is een pilotproject geweest, en heel belangrijk is dat het zich in de regio heeft uitgebreid’, vertelt Van Ek. ‘Er is gekeken naar bijvoorbeeld de huisvestingbehoefte en aanbestedingsvormen. Het aspect samenwerken is daarbij heel belangrijk, en dat gebeurt op regionale schaal.’
Wil je blijven bestaan in deze lastige tijden, dan moet je in staat zijn om van buiten naar binnen te kijken bij een klant, om zo zijn wensen echt te begrijpen. Ik vind het zelf vaak erg charmant, die focus op het vak, maar uiteindelijk moeten zzp’ers ook ondernemers zijn. Ik zie vaak dat zzp’ers kunnen verbeteren op het procesmatige vlak. Het is hollen of stilstaan, er zit te weinig continuïteit in. Begeleiding daarbij is belangrijk, maar het bieden van netwerkmogelijkheden even goed. Ik vind het dan ook erg goed dat de gemeente Amersfoort zo focust op het bieden van netwerken, zowel fysiek als digitaal. Dat is volgens mij ook de rol van een gemeente, het is een algemeen belang. Let wel, zzp’ers zijn in korte tijd een flink deel van de lokale economie gaan vormen.’
Wat is het belangrijkste advies dat de REO zzp’ers wil meegeven? Het belangrijkste advies dat Jim Schuyt, huidig voorzitter van de REO, heeft aan zzp’ers is er een die ondernemers mét personeel zich in de oren kunnen knopen: ‘Verplaats je in je klant. zzp’ers zijn vaak heel goed in de inhoud, in hun vak, maar ze zijn minder goed in staat om de wens van de klant te vertalen naar business. Terwijl dat natuurlijk cruciaal is.
Over Jim Schuyt Jim Schuyt is sinds september 2011 voorzitter van de Raad voor de Economische Ontwikkeling (REO) regio Amersfoort geworden. De REO is een adviesorgaan dat gevraagd en ongevraagd adviezen geeft aan het Amersfoortse gemeentebestuur, regiogemeenten, partnerorganisaties en bedrijfsleven. Schuyt is werkzaam als voorzitter van de directieraad van woningcorporatie de Alliantie.
Betekent dit dat ook de REO zich op zzp’ers gaat richten? Schuyt: ‘Wij vinden dat de gemeente Amersfoort dit heel goed oppakt, maar zien tegelijkertijd het belang voor de hele regio. Met een FoodValley naast de deur is het logisch dat er steeds meer zzp’ers een plaats vinden in onze regio. Het genereert werk, en daar haken onder andere zzp’ers op aan.’ Wat volgens Schuyt niet wil zeggen dat Amersfoort zich moet focussen op bijvoorbeeld de voedselsector. ‘Diversiteit biedt veel meer kansen, zeker voor zzp’ers.’
10portret
INTRODUCTIE
‘De volgende stap’
Pauline Maring, Visionsinc en DenkTank ZZPid: ‘Op een gegeven moment vraag je je af wat je de rest van je werkende leven wilt doen. Wat is de volgende stap in je carrière? Als zelfstandig ondernemer kun je dat naar eigen inzicht vormgeven. Mijn hart ligt bij organisatie-ontwikkeling en ik ben een creatief denker. In mijn twee bedrijven heb ik dit met elkaar verbonden. Bij de denktanks die ik organiseer, staat een organisatievraagstuk bij een grote organisatie centraal en bedenk ik met zeven zzp’ers en met creatieve denktechnieken oplossingen. Hiermee won ik vorig jaar samen met Jan Krediet de vakjuryprijs van de ZZP BV Contest. Het is ook voor zzp’ers een heel mooi concept: ze breiden hun netwerk uit, leren creatieve denktechnieken toe te passen en de bedoeling is natuurlijk ook dat het bedrijf vervolgens één of enkele van deze mensen inhuurt. Dit vind ik het interessante aan ZZP BV: zzp’ers kunnen elkaar versterken en de krachten bundelen voor commerciële opdrachten.’
hoofdstuk11
12
Kennisbundel ZZP en de stad
INTRODUCTIE
ONDERZOEK De gemeente als kickstarter? MET DE GROEI VAN HET AANTAL ZZP-ERS IN NEDERLAND WORDT OOK HUN SOCIAALECONOMISCH BELANG GROTER. WAT BETEKENT DEZE GROEI VOOR DE ROL VAN DE GEMEENTE? VERANDERT DEZE ROL IN DE MODERNE NETWERKECONOMIE WAAR ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS EN PROFESSIONALS OP VERSCHILLENDE MANIEREN EN MET ELKAAR SAMENWERKEN? OP BASIS VAN DE EVALUATIE VAN ZZP BV AMERSFOORT EN DE ERVARINGEN VAN ANDERE G32-GEMEENTEN WORDEN IN DIT ONDERZOEK TIEN LESSEN GETROKKEN.
DOOR: ARJAN VAN DEN BORN, UNIVERSITEIT UTRECHT
onderzoek13
ACHTERGROND EN AANLEIDING De groep zzp’ers in Nederland groeit gestaag. Tussen begin 2006 en eind 2011 is het aantal zzp’ers met ruim 25% toegenomen. Deze groei is opmerkelijk robuust. Zowel in de jaren van economische voorspoed (2006-2008; +16%) als in de economische recessie (2009-2011; +6%) is het aantal zzp’ers toegenomen1. Daarbij is de groei zichtbaar in bijna alle sectoren en beroepen. Het aantal zzp’ers neemt toe van architectuur tot zakelijke dienstverlening en van bouw tot zorg. De gemeente Amersfoort heeft eind 2009 een tweejarig programma opgestart onder de titel ZZP BV Amersfoort. Het doel van dit programma was om een extra impuls te geven aan het ondernemerschap in de wijken door het stimuleren en ondersteunen van de groeiende groep zzp’ers in Amersfoort. Dit gemeentelijke programma is niet het enige landelijke voorbeeldtraject dat zich richt op zzp’ers, maar wel het grootste met bijna 30 verschillende initiatieven voor zzp’ers. Het belang van het programma ZZP BV overstijgt daarom de gemeentegrenzen van Amersfoort; de lessen die we in Amersfoort geleerd hebben in 2010 en 2011 zijn wellicht ook van belang voor andere gemeenten in Nederland. Wij hopen dat u door deze transparante evaluatie onze successen overneemt en verder brengt, en dat u enkele van onze valkuilen vermijdt. GROTE DIVERSITEIT AAN ZZP’ERS Dé zzp’er bestaat niet. Sommige zzp’ers zijn hoogopgeleid, anderen laagopgeleid. Sommige zzp’ers verkopen diensten, andere producten. Sommige zzp’ers hebben consumenten als klant, anderen richten zich op het grotere bedrijfsleven. Sommige zzp’ers zijn geboren ondernemers, anderen zijn vooral professionals en kanjers in hun vak. Dat alles maakt het niet eenvoudig om projecten uit te voeren die alle zzp’ers even veel aanspreken. Toch is er één algemeen kenmerk van alle zzp’ers: het zijn allemaal kleine ondernemingen. Dit ene feit heeft echter twee belangrijke gevolgen. Ten eerste betekent dit dat zzp’ers kwetsbaar zijn. Dit blijkt ook uit landelijke cijfers: gemiddeld is na zes jaar ongeveer de helft van de gestarte zzp’ers gestopt. Dat hoeft geen probleem te zijn. De grote meerderheid van de zzp’ers vindt zijn weg. Zij gaan in loondienst, met pensioen, hebben een andere onder-
14
Kennisbundel ZZP en de stad
onderzoek15
neming opgericht of zijn gefuseerd met vergelijkbare ondernemingen. Maar in een aantal gevallen is het wel een probleem en is de onderneming failliet gegaan, zijn schuldeisers en belasting niet betaald en is de ondernemer afhankelijk geworden van bijstand om in het levensonderhoud van het gezin te voorzien. Ten tweede betekent dit dat een zzp’er een grote verscheidenheid aan taken heeft. Het managen van een kleine onderneming is immers bijna even divers als het managen van een grote multinational. Net als een grote multinational, zoals Philips, moet een zzp’er leiding kunnen geven (de rol van de CEO), zijn vak kunnen uitoefenen (COO), de financiën kunnen beheren (CFO), marketing, netwerken en acquisitie verrichten (CMO), inkopen (CPO) en de communicatie en IT regelen (CIO). Om over zaken als agendabeheer (bestuurssecretaris) en juridische verwikkelingen nog maar te zwijgen. Deze complexiteit betekent dat elk uur kostbaar is en zzp’ers moeten afwegen waar ze tijd in investeren.
nanciële zaken, enzovoort. Maar het betekent wel dat de overheid moet zorgen dat zij net zo toegankelijk is voor zzp’ers als voor grote ondernemingen, door diensten beter toegankelijk te maken voor de individuele zzp’er, door netwerken van samenwerkende zzp’ers dezelfde kansen te geven als grote ondernemingen en door regionale netwerken van zzp’ers een stem te geven.
DE ROL VAN DE GEMEENTELIJKE OVERHEID Deze beide aspecten (de kwetsbaarheid van zzp’ers en de diversiteit aan taken) hebben implicaties voor de rol van de gemeentelijke overheid. Het is zeker niet zo dat de gemeentelijke overheid elke zelfstandig ondernemer die in de problemen zit te hulp moet komen. Deze ondernemers hebben immers zelfstandig gekozen voor het risico dat hoort bij ondernemerschap. Ondernemerschap is ook een vak dat mensen moeten leren. Tegenvallers horen daarbij en dit versterkt op termijn de kwaliteit van de ondernemer (what does not kill you makes you stronger). Maar het kan in bepaalde gevallen voor gemeenten verstandig zijn om kleine ondernemers in nood voortijdig te helpen om faillissement, gezinsproblemen, ontslagen en langdurige bijstand te voorkomen. De beperkte tijd van zzp’ers betekent dat zij ook behoefte hebben aan meer en betere regionale ondersteuning dan grotere ondernemingen. Dit onderscheidt de zelfstandige ondernemer van het grote bedrijf dat personeel vrij kan maken om zaken zelf te regelen en dat beschikt over de noodzakelijke contacten op het juiste niveau. Deze ondersteuning hoeft echter lang niet altijd direct van de overheid te komen. Steeds meer landelijke en regionale netwerken ondersteunen zzp’ers met het verkrijgen van opdrachten, het ontwikkelen van kennis, innovatie & productontwikkeling, administratie & fi-
Het recente onderzoek van Glaeser en Kerr (2010) aan Harvard University is in dit opzicht interessant. Zij tonen aan dat in de Verenigde Staten de regionale economische groei sterk samenhangt met het aantal kleine bedrijven in een regio. Zij betogen dan ook dat regio’s moeten zorgen voor een ondernemend klimaat met veel kleine, ondernemende bedrijven. Gemeenten moeten niet te veel energie verspillen aan het binnenhalen van grote bedrijven. Dit zorgt weliswaar voor aanlokkelijke krantenkoppen, maar niet voor economische groei op de lange termijn. Wellicht is enige nuance op zijn plaats. Shane (2008) stelt terecht dat lang niet alle kleine ondernemers zorgen voor economische groei. De meeste startende ondernemers groeien niet of nauwelijks. Hij stelt dan ook dat de overheid alleen moet investeren in jonge ondernemingen met groeipotentie. De Nederlandse overheid lijkt die weg te willen volgen door ambitieuze ondernemers te ondersteunen: de overheid als incubator of broedplaats. Het is echter de vraag of dit de juiste weg is. Het is namelijk niet eenvoudig om de groeiende ondernemingen te voorspellen en overheden zijn hier traditioneel nog slechter in dan commerciële investeerders. Daarnaast is het de vraag of te veel ondersteuning niet juist zorgt voor luiheid en een gebrek aan ondernemerschap; wordt deze groeiende ondernemer niet te veel gepamperd. Gezien het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het niet eenvoudig is om de exacte rol en houding van de gemeente ten aanzien van de kleine ondernemer te bepalen. Is de gemeente toeschouwer, toezichthouder, architect, bouwer, opdrachtgever, promotor, investeerder of supporter? En wanneer neemt de gemeente welke rol in? We hopen dat de ervaringen van ZZP BV en de andere gemeentelijke projecten u enig inzicht geeft in wat werkt en wat niet werkt.
Kennisbundel ZZP en de stad
onderzoek17
DE ZZP’ER IN AMERSFOORT Begin 2009 was ongeveer 7% van de potentiële beroepsbevolking in de gemeente Amersfoort zzp’er. Amersfoort was daarmee volgens Blommesteijn, Brukman en Mevissen (2010) een gemiddelde gemeente (figuur 1). Grosso modo kan geconcludeerd worden dat gemeenten met grote creatieve, dienstverlenende en kennisintensieve sectoren ook worden gekenmerkt door grote aantallen zzp’ers. Amsterdam, Maastricht, Groningen, Ede en Utrecht zijn voorbeelden van zulke steden. De oude industriële steden hebben in de regel veel minder zzp’ers. Schiedam, Alkmaar en Dordrecht zijn
voorbeelden van gemeenten met relatief weinig zzp’ers. Toch zijn er opmerkelijke verschillen. Zo valt op dat er relatief veel zzp’ers zijn in Hengelo (9%) en Almelo (8%), maar duidelijk minder in buurgemeente Enschede (6%). Het aandeel zzp’ers in Leiden (6%) en Zoetermeer (5%) lijkt weer vrij beperkt te zijn gezien het aandeel in buurgemeente Den Haag (9%).
Zwolle Zoetermeer Schiedam Dordrecht Alkmaar Zaanstad Venlo Sittard-Geleen Leiden Heerlen Enschede Deventer Breda Lelystad Haarlemmermeer Emmen Eindhoven Amersfoort Almere Tilburg Rotterdam Nijmegen Leeuwarden Helmond Haarlem Arnhem Apeldoorn Almelo Hengelo Den Haag Utrecht Groningen Ede Den Bosch Maastricht Amsterdam 0%
2%
4%
6%
8%
10%
Figuur 1: Percentage zzp’ers per gemeente (2009)
12%
14%
16%
DE ONTWIKKELING VAN ZZP’ERS IN AMERSFOORT In de periode 2006-2011 is het aantal zzp’ers in Amersfoort sterk gegroeid. In 5 jaar tijd is het aantal zzp’ers gestegen van 3.551 naar 6.823: bijna een verdubbeling. In dezelfde periode is het aandeel in de werkgelegenheid gestegen van 5,4% naar 8,7%. De zzp’er wordt dus een steeds belangrijker economisch fenomeen. Uit figuur 2 blijkt de enorme dynamiek die er in de populatie zzp’ers is. Van de 3551 zzp-ers in 2006 bestonden er nog 2260 in 2011. Maar liefst 1291 zzp’ers was 6 jaar later geen zzp’er meer. Soms hadden ze hun bedrijf uitgebreid met werknemers in loondienst en soms starten zij een andere onderneming. Sommigen zzp’ers gingen in loondienst, anderen gingen met pensioen, werden werkloos of stopten gewoonweg. En in een aantal gevallen gingen ze failliet.
Bron: Blommesteijn, Brukman en Mevissen (2010), gebaseerd op CBS.
16
7000 6000
bestaande zzp’ers jaarlijkse aanwas
1351
5000
1093 900
1083
4000
927
994
819 880
3000
786
722
2000 3551
3132
2006
2007
2850
2626
2412
2008
2009
2010
1000 0
Figuur 2: Ontwikkeling zzp’ers in Amersfoort (2006-2011)
18
Kennisbundel ZZP en de stad
onderzoek19
Er kwamen in de jaren 2007-2011 echter bijna 6000 nieuwe zzp-ers bij; meer dan 1000 per jaar. Deze continue aanwas van starters (vaak zonder eerdere ondernemerservaring) bepaalt deels ook de behoefte van deze club mensen. Een deel van de zzp’ers groeit op termijn uit tot een groter bedrijf. Dit hoeft lang niet altijd tot uiting te komen in de cijfers. Netwerkorganisaties waar groepen zzp’ers samenwerken in één organisatie maar formeel zelfstandig zijn, komen steeds vaker voor. Tabel 1 geeft de personeelsgroei van zzp’ers weer. Een behoorlijk aantal ondernemers die in de periode 2006-2010 begonnen als zzp’er, had in 2011 personeel aangenomen. Het valt daarbij op dat de groei van het aantal personeelsleden terugvalt in 2008-2010; tijdens de crisis.
DE WIJKEN IN AMERSFOORT; DIVERSE WIJKEN, DIVERSE ONDERNEMERS Net als andere grotere steden in Nederland heeft ook Amersfoort een grote diversiteit aan wijken. Opvallend is dat het aandeel zzp’ers in de periode 2006-2011 enorm gestegen is in álle wijken. Zowel in de centrumwijken (Stadskern en Zonnehof), de gegoede wijken (de Berg Noord & Zuid) en de nieuwe wijken (Kattenbroek, Nieuwland, Vathorst) als in de oude volkswijken c.q. krachtwijken (Kruiskamp, Liendert) en op de oude bedrijventerreinen (Isselt, Calveen, Valleipoort) is het aandeel zzp’ers fors toegenomen. Het ondernemerschap trekt heel veel verschillende soorten mensen aan. In de meeste wijken is de zzp’er verantwoordelijk voor 60 tot 70 procent van alle bedrijvigheid. Wel zijn er opvallende verschillen in het soort ondernemers dat zich in de wijken vestigt. In de nieuwbouwwijken is er sprake van een redelijke diversiteit aan ondernemerschap, zoals gezondheidszorg (vrije beroepen), onderwijs (coaches) en de toegepaste creatieve sector (ontwerp, vormgeving, reclame), maar ook wel handel en bouw. In de krachtwijken is er vooral sprake van de bouw, de detailhandel, de zorg (onder andere thuiszorg) en het onderwijs (zoals autorijschool). In de gegoede wijken zitten de zakelijke dienstverlening, de zorg en de architecten & ingenieurs. En op de oude bedrijventerreinen zitten de groothandel, de ICT, de bouw en de autohandelaars.
Tabel 1: Ontwikkeling personeelsleden voormalig zzp’ers in Amersfoort Personeelsleden
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Voltijd werknemers
0
207
322
246
279
441
Deeltijd werknemers
621
720
645
714
760
769
Totaal
621
927
967
960
1.039
1.210
DE INDUSTRIEËN IN AMERSFOORT Het aandeel zzp’ers verschilt heel erg per sector. Sommige sectoren worden gedomineerd door zzp’ers, andere sectoren zeker niet. In Amersfoort is er een aantal sectoren waarbij het aandeel van zzp’ers in de totale werkgelegenheid groter is dan 25%. Denk daarbij aan de kunst (aandeel: 72%), industrieel ontwerp & vormgeving (66%), reclame & marktonderzoek (39%), dienstverlenende informatievoorziening (36%) en algemene & utiliteitsbouw (27%). In een aantal sectoren, zoals de overheid (0,0%) en de financiële dienstverlening (0,2%) is het officiële aantal zzp’ers nihil, hoewel veel zzp’ers deze bedrijven wel als opdrachtgever hebben. De meeste Amersfoortse zzp’ers werkten in 2010 in de zakelijke dienstverlening (1.087 zzp’ers), de creatieve sector (1.080); detailhandel, horeca & dienstverlening aan consumenten (893); bouw (770); zorg (486), IT (471), onderwijs (398) en de groothandel (317). Dit is een heel diverse groep met verschillende wensen en behoeften.
ONDERNEMENDE MANNEN EN VROUWEN IN AMERSFOORT In Amersfoort is bijna één op de drie voltijd zzp’ers vrouw (2132 vrouwen en 4.672 mannen). Het aandeel vrouwen is echter erg afhankelijk van de sector. De zorg, de maatschappelijke dienstverlening en de wellness worden gedomineerd door vrouwen (meer dan 60%). Aan de andere kant zijn er nauwelijks vrouwen te vinden in de bouw, autoreparatie, groothandel, IT en landbouw. In sectoren als detailhandel, kunst, industriële vormgeving en onderwijs is het aandeel vrouwen tussen de 35 en 50% en zijn vrouwelijke ondernemers goed vertegenwoordigd. Er is nauwelijks verband tussen het aantal vrouwen en de wijk waarin ze werkzaam zijn. Alleen op de bedrijventerreinen, waar sectoren zoals bouw, ICT, autoreparatie en groothandel domineren, zijn relatief weinig vrouwen te vinden (Calveen: 21%, Isselt: 17%, Valleipoort: 19%). In alle andere wijken ligt het percentage vrouwelijke ondernemers tussen de 25 en 35 procent.
Initiatief
Capaciteit
Succes
Groei
VI : MVO
IV : Kennis
Figuur 4: Pijlers ZZP BV Amersfoort De focus van het programma lag in het begin op het samenbrengen van zzp’ers, de zogenaamde horizontale verbinding. Doel was het creëren van een netwerk van zzp’ers die samen klanten en opdrachten kunnen delen. Doordat ze elkaar leren kennen, kunnen ze elkaar versterken. Later verschoof de focus van het onderling netwerken meer naar het creëren en versterken van verbindingen tussen zzp’ers en het reguliere bedrijfsleven (verticale verbindingen) en naar het creëren en versterken van verbindingen tussen zzp’ers en regionale overheden & instellingen.
Figuur 3: Sterkere zzp’ers leiden tot meer economische groei. AANPAK OP DRIE PLUS DRIE PIJLERS Het project ZZP BV is gestart met een 15-tal oorspronkelijke projecten op een drietal pijlers: 1) netwerken, 2) dienstverlening en 3) huisvesting. Deze projecten zijn bijna allemaal uitgevoerd. Daarnaast bleek vrij snel na de start van het programma dat er veel additionele behoeften waren waarvoor aanvankelijk geen initiatief was geformuleerd, maar waar het programma wel veel toegevoegde waarde had. Veel van deze extra initiatieven konden relatief snel en goedkoop worden uitgevoerd door gebruik te maken van zzp’ers. Mede daarom is het programma in de loop der tijd uitgebreid naar een 30-tal initiatieven en zijn drie pijlers aan het programma toegevoegd: 4) kennisontwikkeling, 5) financiële ondersteuning en 6) sociaal ondernemerschap (figuur 4). Deze drie pijlers hebben echter nooit hetzelfde belang gekregen als de oorspronkelijke pijlers.
V : Financiën
ZZP BV
III : Huisvesting
HET PROJECT ZZP BV Een gemeente kan door een sociale bril of door een economische bril naar zzp’ers kijken. Als met een sociale bril wordt gekeken, dan ziet de gemeente haar rol vaak in het verlengde van de BBZ: het ondersteunen van ondernemers in nood of het helpen van startende ondernemers vanuit de bijstand. Als met een economische bril wordt gekeken, is de rol een andere: het ondersteunen van zzp’ers op een zodanige wijze dat de regio als geheel ondernemender en economisch aantrekkelijker en actiever wordt. Het doel van het programma ZZP BV is vooral economisch geweest: het versterken van de competenties en netwerken van de zzp’er zorgen voor meer groei in omzet en personeel, zowel voor de zzp’er zelf als voor de regio. De concrete doelstellingen van het programma ZZP BV waren: 1. meer inzicht verwerven in de behoeften van verschillende groepen zzp’ers; 2. meer netwerkvorming tussen zzp’ers onderling; 3. meer netwerkvorming tussen zzp’ers en het reguliere bedrijfsleven; 4. vergemakkelijken van het zzp-schap door vereenvoudiging van wederzijdse verplichtingen bij inhuur; 5. aanbieden van gerichte informatie en kennis via e-learning; 6. meer beschikbare en toegankelijke faciliteiten voor zzp’ers in de buurt.
onderzoek21
II : Dienstverlening
Kennisbundel ZZP en de stad
I : Netwerken & opdrachten
20
grote bedrijven Regionale instellingen
middelgrote bedrijven
3
2
Regionale instellingen 3
zzp’ers 1
Figuur 5: Versterken van horizontale, verticale en diagonale verbindingen
22
Kennisbundel ZZP en de stad
Figuur 6 toont de onderverdeling in middelen van het programma ZZP BV. Bijna driekwart van al de beschikbare middelen is aan deze twee pijlers besteed. In de overige pijlers is duidelijk minder geïnvesteerd. De meeste middelen zijn gegaan naar netwerken en opdrachten (47%) en huisvesting (25%). MVO 2%
Financiën 7% Kennis & kunde 8%
Huisvesting 25%
Netwerken & opdrachten 47`%
Projecten Dienstverlening 11%
Figuur 6: Onderverdeling budget ZZP BV naar pijler HET BEREIK VAN ZZP BV Het was belangrijk om zo snel mogelijk zo veel mogelijk Amersfoortse zzp’ers te betrekken bij het programma. Dit is op verschillende manieren gedaan: 1. Bij de start is een mailing naar alle zzp’ers gestuurd met een uitnodiging voor een roadshow om kennis te maken met ZZP BV. Bijna 800 zzp’ers zijn bij een van deze 10 bijeenkomsten geweest. 2. Een uitgebreide online campagne werd opgezet om een online community van Amersfoortse zzp’ers te creëren met een website, periodieke nieuwsbrieven, social media (LinkedIn en Twitter) en een CRM-tool (‘Gouden Gids’). 3. Verschillende netwerkbijeenkomsten na de roadshows. Bijna 1.200 zzp’ers hebben de 12 netwerkbijeenkomsten in 2010 en 2011 bezocht. 4. Persoonlijke gesprekken met zzp’ers, onder meer via deur tot deur bezoeken door de buurtregisseurs van AV werkpunt. Er is een accountmanager aangesteld. Dit is ook gedaan om de niet-digitale zzp’er te bereiken.
onderzoek23
Tabel 2: Het bereik van ZZP BV Website
Medio 2010
Eind 2010
Medio 2011
Eind 2011
Aantal bezoekers
10.379
19.616
32.063
39.648 2
Aantal unieke bezoekers
5.804
12.464
21.860
27.096
Aantal pageviews
34.814
56.703
86.740
105.665
LinkedIn-leden
205
288
N.b.
745
Twitter-volgers
150
202
N.b.
458
Aantal events
14
18
21
23
Deelnemers events
1.125
1.475
1.700
1.950
Social media
Face-to-face
Uit tabel 3 blijkt dat vooral in 2010 veel energie en aandacht is gaan zitten in het organiseren van bijeenkomsten voor zzp’ers. In 2011 was dat veel minder het geval. Ook zie je vanaf medio 2011, als er minder nieuws komt vanuit het programma, een minder snelle toename in bezoekersaantallen van de website. Het digitale bereik van ZZP BV ontstijgt de regio Amersfoort. Ongeveer 20% van de bezoekers van www.zzpbv.nl kwam uit de gemeente Amersfoort (7.700 digitale bezoekers) en nog eens 7,5% (3.000 bezoekers) uit de regio. Maar de grote meerderheid van de bezoekers kwam van buiten Amersfoort. Zo waren bezoekers uit Utrecht en Amsterdam met meer dan 4.000 bezoekers per stad zeer goed vertegenwoordigd. Dit laat zien dat het programma een landelijke uitstraling heeft gehad en Amersfoort op de kaart heeft gezet als ondernemende stad. MEETBARE PROJECTRESULTATEN Een van de beloftes van ZZP BV was om zoveel mogelijk zaken meetbaar te maken. In deze eindevaluatie zijn we zo transparant mogelijk en laten we zo goed mogelijk de resultaten van het project aan u zien: de verwachte en onverwachte successen, maar ook de initiatieven die niet of minder goed zijn gelukt. Toch is er een aantal belangrijke opmerkingen: 1. Dit is geen gedetailleerde financiële effectrapportage. Het was bijna onmogelijk om op basis van harde financiële cijfers het lange termijn effect van het project ZZP BV te bepalen. Uit pragmatische overwegingen
24
Kennisbundel ZZP en de stad
onderzoek25
is gekozen om het ZZP BV project te evalueren op subjectieve gegevens; wat is de mening over ZZP BV van de verschillende projectleiders, de partners en, last but not least, de Amersfoortse zzp’ers. 2. ZZP BV draagt slechts indirect bij aan succesvollere zzp’ers. De ZZP BV initiatieven hebben vooral tot doel om de capaciteiten van zzp’ers te versterken zodat de Amersfoortse zzp’er op termijn succesvoller zal zijn. Maar andere factoren, zoals de economische crisis, beïnvloeden ook dit succes. 3. De directe financiële impact van ZZP BV is beperkt. In de stad Amersfoort zijn ongeveer 6500 zzp’ers en in de regio is dit ongeveer het dubbele aantal (13.000). Bij een gemiddeld jaarlijkse omzet van 67.000 euro per zzp’er3 is de totale omzet van alle zzp’ers in Amersfoort ongeveer 435 miljoen euro per jaar. In de regio is dit ongeveer 870 miljoen euro per jaar. Het is niet reëel om op korte termijn grote financiële effecten te verwachten van een project dat minder dan 0,1 procent aan deze economie bijdraagt.
gen heeft van de Amersfoortse zzp’ers is een 6,1: een krappe voldoende5. De reacties van de respondenten blijken zeer divers: van enen tot negens. De ene respondent geeft aan dat hij/zij veel aan het programma heeft gehad, terwijl een ander aangeeft dat het programma hem/haar niet veel heeft gebracht. Dit kan ook niet anders, aangezien alle zzp’ers verschillend zijn en allemaal hun eigen verwachtingen hebben. De ene zzp’er geeft aan teleurgesteld te zijn in het programma, aangezien hij verwacht had meer concrete opdrachten door het programma te ontvangen, terwijl een andere zzp’er juist aangeeft dat ZZP BV daar ver van moet blijven, aangezien acquisitie nu juist een van de belangrijkste onderdelen van het ondernemerschap is.
30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Figuur 7: Cijfer ZZP BV volgens Amersfoortse zzp’ers
Hoe verschillend de reacties ook zijn, uit de enquête komt een aantal zaken duidelijk naar voren, zowel positief als negatief: EVALUATIE PROGRAMMA ZZP BV Uiteraard hebben wij de Amersfoortse zzp’ers gevraagd naar hun mening. Waar was het project ZZP BV een succes en waar kon het beter? Ongeveer 80 ondernemers4 hebben een enquête ingevuld. Het cijfer dat ZZP BV gekre-
1. Het programma heeft gezorgd voor meer zichtbaarheid van de zzp’ers in de regio Amersfoort. Door ZZP BV is men zich ervan bewust geworden dat er veel zzp’ers er in de regio werkzaam zijn. zzp’ers gaven aan het prettig te vinden dat ‘mensen erover praten (meer over het zzp-bestaan en wat erbij komt kijken)’. Ook gaven ondernemers aan dat ze nu niet alleen voor de buitenwereld zichtbaar zijn, maar vooral ook elkaar hebben ontdekt. Of dit een direct effect heeft op de omzet is niet altijd te meten, maar verschillende zzp’ers geven aan het als erg prettig te ervaren dat ze nu toch een soort collega’s hadden. ZZP BV bood een mogelijkheid te ontdekken welke zzp’ers er nog meer in de regio te vinden waren. Tot slot is ZZP BV er ook in geslaagd om Amersfoort naar voren te brengen als zzp-stad. zzp’ers zeiden hierover bijvoorbeeld het volgende: ‘Amersfoort heeft zich gevestigd als zzp-vriendelijke stad met een goede voedingsbodem voor professioneel zelfstandig ondernemerschap’ en ‘ZZP Amersfoort is op de kaart gezet. Als zzp’er was er voldoende aanbod om je te mengen in de georganiseerde activiteiten’. 2. De netwerkbijeenkomsten en roadshow van ZZP BV werden zeer gewaardeerd. ZZP BV heeft ervoor gekozen om naast algemene bijeenkomsten ook specifiekere sectorale (bouw, zorg) en thematische bijeenkomsten te organiseren. Deze verdieping betekende enerzijds dat mensen niet na een aantal algemene bijeenkomsten afhaakten, maar verdieping konden vinden. Anderzijds betekent het ook dat mensen juist weer wél afhaken als er geen raakvlakken zijn met de onderwerpen van de specifieke bijeenkomsten. Een zzp’er gaf bijvoorbeeld aan:
26
Kennisbundel ZZP en de stad
‘De geplande bijeenkomsten waren veelal specifiek: interesseert het onderwerp je minder, dan ga je niet’. Een andere ondernemer gaf aan: ‘Het begin was sterk, enthousiasmerend en veelbelovend, maar het verzandde in steeds minder boeiende bijeenkomsten.’ Weer een andere zzp’er gaf aan enthousiast te zijn geraakt door de sectorale bijeenkomst voor de bouwsector, maar was vervolgens teleurgesteld dat er geen vervolgbijeenkomst ‘bouw 2’ is georganiseerd. Ondanks de genoemde aanmerkingen zijn de meeste zzp’ers erg positief over de mogelijkheden tot netwerken via ZZP BV en de mogelijkheid ongedwongen met collega-ondernemers van gedachten te wisselen. ‘Ik ben een paar keer bij een bijeenkomst geweest. Ik heb er, behalve een plezierige tijd, geen klussen aan overgehouden. Maar dat hoeft ook niet, want ik ben druk genoeg.’ Door de netwerkbijeenkomsten zijn er binnen Amersfoort ook verschillende clusters ontstaan van samenwerkende zzp’ers die opereren als een virtueel bedrijf, waarbij verschillende aspecten door verschillende zzp’ers worden waargenomen. 3. ZZP BV is onvoldoende in staat geweest om verbindingen tussen zzp’ers en het reguliere bedrijfsleven te bewerkstelligen. Er zijn hier wel inspanningen verricht, maar misschien onvoldoende. Bovendien zijn dit processen die een langere adem vergen. Zo is er een bijeenkomst met de grotere Amersfoortse bedrijven georganiseerd over de voor- en nadelen van het inhuren van zzp’ers. Daaruit bleek dat er wel interesse is bij bedrijven, maar nog veel onbekendheid over de materie. Hier is dus nog veel te winnen. zzp’ers hadden hier wel meer verwachtingen van, zoals deze opmerking weergeeft: ‘Mijn verwachting was dat dit project zou leiden tot meer ingang bij het bedrijfsleven. Vaak worden eenpitters niet ingehuurd. Daarnaast had ik gehoopt op meer bekendheid via een site waarop de zzp’er eenvoudig te vinden is. Probleem wat ik zelf ervaar is dat je als zzp’er niet veel geld hebt om jezelf goed te promoten. Er is zeker een goed netwerk voor de betrokkenen tot stand gekomen via de bijeenkomsten, maar dit is niet waar naar ik op zoek was.’ 4. ZZP BV heeft geleid tot meer aandacht voor zzp’ers bij allerlei lokale overheden en instellingen. Een zzp’er geeft aan: ‘Ik vind het wel succesvol, omdat gebleken is hoeveel potentieel zzp’ers hebben, met name in het gemeentebestuur. Voor mijzelf is het niet zo succesvol,
onderzoek27
omdat ik toch een beetje een eenling blijf door mijn vak.’ Deze laatste opmerking geeft overigens aan dat het vrijwel onmogelijk is iets nuttigs te doen voor álle zzp’ers, aangezien er te veel onderlinge verschillen bestaan tussen de zzp’ers. 5. Door ZZP BV hebben verschillende ondernemers zich verder ontwikkeld. Enkele opmerkingen: ‘Ik heb veel aan de workshops gehad. Het heeft mij verder gebracht in de ontwikkeling en professionalisering van mijn bedrijf.’ ‘Ik heb door de workshops meer kennis ontwikkeld voor het ondernemerschap en heb daar plezier in gekregen.’ ‘Uitbreiding van mijn netwerk, kennis van social media, veel ideeën opgedaan op het gebied van marketing en branding.’ ‘Mede door ZZP BV’s kennisdeling is mijn onderneming gegroeid.’ 6. Er is door ZZP BV meer inzicht in de behoeftes van zzp’ers ontstaan. Concrete voorbeelden hiervan zijn het huisvesting- en het kennisonderzoek. PROJECTLEIDERS VERSUS ZZP’ERS ZZP BV is niet alleen geëvalueerd door de Amersfoortse zzp’ers, maar ook door de verschillende projectleiders van het programma. We hebben deze projectleiders gevraagd een evaluatieformulier in te vullen voor hun projecten en het programma. Er waren enkele zzp’ers die duidelijk negatief waren over het programma (cijfer van 1, 2, 3, of 4). Deze kritiek is in te delen in drie groepen. Ten eerste een groep die verwacht had directe opdrachten te verwerven via ZZP BV. Ten tweede een groep die aangeeft dat zij geen baat hebben gehad van het programma en geen toegevoegde waarde hebben gezien. Ten slot een groep die aangeeft dat zij vinden dat slechts een selecte groep mensen direct van het programma geprofiteerd heeft in de vorm van opdrachten en dat een grotere groep daarvoor in aanmerking had moeten komen.
28
Kennisbundel ZZP en de stad
onderzoek29
Meer inzicht in de behoeften van zzp’ers
Discover
Meer netwerkvorming tussen zzp’ers onderling 1stopshop
Het zzp-schap vergemakkelijkt Gericht aanbod van informatie en kennis via e-learning Beschikbare en toegankelijke faciliteiten in de buurt Meer succesvolle zzp’ers in Amersfoort Zijn zzp’ers meer zichtbaar in Amersfoort en de regio 1
2
3
Inspanning (kosten en dagen)
Meer netwerkvorming tussen zzp’ers en het reguliere bedrijfsleven
projectleiders zzp’ers 0
Roadshow in de wijken
Online community Loods VAZ
e-Start ZZP Academy
ZZP loket Onderzoek kennis
Peilstok
Gouden Gids SEBOU
Pilotflex kantoor
EVALUATIE ZZP BV PER PROJECT Naast een evaluatie van het gehele programma zijn zzp’ers en projectleiders ook gevraagd om de individuele projecten te evalueren. In figuur 9 zijn de resultaten daarvan te zien6. In de appendix aan het einde van dit hoofdstuk staan de verschillende projecten beschreven. In figuur 9 staan de verschillende projecten weergegeven. Er zijn projecten die veel hebben opgeleverd tegen relatief weinig inspanning. Dit zijn de versoepeling van de regeling beroep aan huis, www.zzptarief.nl, www.zzplocaties.nl, de netwerkbijeenkomsten, de pilot flexkantoor en matchpoint. Er zijn
Beroep aan huis
zzplocaties Regionale product-aanbieders
Gemeentelijke marktplaats
zzptarief.nl
Figuur 8: Evaluatie doelstellingen ZZP BV Volgens zzp’ers heeft het programma zeker geleid tot meer zichtbaarheid en meer netwerkvorming. Ook heeft het programma geleid tot meer inzicht in zzp’ers en tot betere faciliteiten voor zzp’ers (3.1). Maar ZZP BV heeft ook een aantal doelstellingen niet gehaald. Zo is het zzp-schap niet of nauwelijks vergemakkelijkt en blijkt het aanbod van kennis via e-learning niet aan te sluiten bij de behoefte. Ook is er te weinig verbondenheid met het reguliere bedrijfsleven gecreëerd. Er bestaat een grote overeenstemming tussen de zzp’ers en de projectleiders over welke doelstellingen van ZZP BV behaald zijn en welke niet. De projectleiders zijn over het algemeen wel iets positiever dan de zzp’ers. Projectleiders geven vooral een hogere waardering voor de verbondenheid met het reguliere bedrijfsleven, het grotere inzicht in de zzp’er en de vergemakkelijking van het zzp-schap.
Netwerkbijeenkomsten
Matchpoint UGIAD
ROC stages
Huisvestingsonderzoek
Resultaat (bereik, impact & toegevoegde waarde)
Netwerk/Opdrachten Diensten
Kennis
Huisvesting
MVO/Financiën
Figuur 9: Inspanning versus resultaat per project projecten die ook veel resultaat hebben opgeleverd, maar die dit wel tegen significant meer inspanning en kosten hebben gedaan. Dit zijn het huisvestingsonderzoek, de oprichting van Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ), Loods, de online community, de roadshows en Discover. Als derde categorie zijn er projecten die veel inspanning hebben gekost en desondanks niet veel resultaat hebben opgeleverd. Dit zijn e-start, zzp academy, zzp loket, het kennisonderzoek en One-Stop-Shop. Tot slot zijn er projecten die niet veel hebben opgeleverd, maar die ook niet veel gekost hebben. Dit zijn de Gouden Gids, de gemeentelijke marktplaats, ROC/stages en de regionale productaanbieders. Ook de allochtone ondernemersverenigingen (UGIAD en SEBOU) scoren hier laag, maar dat is waarschijnlijk omdat deze gericht zijn op een beperkte doelgroep en de overige zzp’ers zien deze toegevoegde waarde onvoldoende. Het bovenstaande overziende is het moeilijk om conclusies te trekken. De projecten die te maken hebben met netwerken & opdrachten en de projecten op het gebied van huisvesting worden in de regel goed gewaardeerd. De
30
Kennisbundel ZZP en de stad
Amersfoortse kennisinitiatieven werden in de regel veel minder gewaardeerd. Opvallend is dat initiatieven op het gebied van dienstverlening divers scoorden. De versoepeling van de regeling beroep aan huis en www.zzptarief.nl kostten nauwelijks tijd en inspanning en zijn zeer succesvol. De dienstverleningsinitiatieven die veel geld en tijd kosten waren juist nauwelijks succesvol. Bij de bovenstaande figuur moeten twee opmerkingen gemaakt worden. Ten eerste zijn de effecten van de projecten nog niet in alle gevallen bekend. Voorbeelden zijn Flinke krachten BV (opvolger One-Stop-Shop Loket), zzp-locaties en de VAZ. Ten tweede is een aantal projecten gaandeweg gewijzigd, zoals het One-Stop-Shop-loket. Het oorspronkelijke idee was een loketfunctie te creëren waar de zzp’ers met alle vragen terecht kunnen. Gedurende het project bleek dat de KvK iets soortgelijks aan het ontwikkelen was: het ondernemersplaza. Om overlap te voorkomen is het project One-Stop-Shop Loket zich gaan richten op het gezamenlijk binnenhalen van aanbestedingen. LANDELIJKE LESSEN: AMERSFOORT & G32 ZZP BV is niet het enige project dat de afgelopen jaren door gemeenten is uitgevoerd voor zzp’ers. Willen we dus echt lessen trekken, dan moeten we
Overig 12%
Stimuleren en/of begeleiden en coachen ondernemerschap 46%
Huisvesting 19%
Netwerk 23%
Figuur 10: Overzicht gemeentelijke initiatieven zzp’ers
onderzoek33
verder kijken dan alleen de projecten in de gemeente Amersfoort. Daarom is er een mini-enquête uitgezet bij de G32-gemeenten om een overzicht te krijgen van alle projecten die de afgelopen 2 jaar zijn uitgevoerd door gemeenten. Dit hoofdstuk geeft het overzicht van de verschillende ‘ZZP-projecten’. Daarnaast is elke gemeente gevraagd naar de behaalde successen en hun lessons learned. Tot slot is elke gemeente ook kort gevraagd naar de rol van de gemeente ten aanzien van die zzp’ers. OVERZICHT VOORBEELDPROJECTEN Van de 33 benaderde gemeenten hebben er 24 de mini-enquête ingevuld. Daarvan gaven 7 gemeenten aan geen projecten voor zzp’ers te hebben verricht, 8 gemeenten hadden één voorbeeldproject verricht, 5 gemeenten hadden twee voorbeeldprojecten verricht en maar liefst 4 gemeenten hadden drie voorbeeldprojecten verricht. In totaal zijn er dus 30 projecten in kaart gebracht. Dit is 1,25 project per gemeente. Opvallend is dat de uitgevoerde projecten in grote mate verschillen van de projecten die in Amersfoort zijn uitgevoerd (figuur 6). De grote meerderheid van de gemeentelijke projecten (46%) is gericht op het ondersteunen van ondernemerschap door begeleiding. Denk daarbij aan startertrajecten met coaches en microkredieten, al dan niet voor een specifieke doelgroep (creatieve sector, allochtone ondernemers). Maar soms ook juist voor zzp’ers in nood bij wie het water aan de lippen staat en die niet in aanmerking komen voor de BBZ. Daarnaast zijn er veel projecten gericht op het creëren van netwerken van zzp’ers (23%). Denk daarbij aan netwerkbijeenkomsten en congressen voor startende zzp’ers. Een derde belangrijke categorie is te vinden rond huisvesting. Denk hierbij aan het doen van onderzoek naar de huisvestingsbehoefte, het stimuleren van kleinschalige bedrijfshuisvesting en het opzetten van ondernemershuizen die soms zelfs als incubator fungeren (en dus veel meer bieden dan alleen huisvesting). Tot slot is er nog een restcategorie aan projecten, zoals de gemeentelijke marktplaatsen, onderzoeken naar de behoeften van zzp’ers en de initiatieven om de zichtbaarheid van zzp’ers in de wijk te versterken. Deze vier verschillende projectensoorten hebben ook een geheel eigen dynamiek, zoals blijkt uit tabel 3. Initiatieven gericht op het stimuleren van ondernemerschap en het zorgen voor huisvesting zijn zeer intensief. Daartegenover staat dat het faciliteren van netwerkbijeenkomsten vrij weinig
34
Kennisbundel ZZP en de stad
onderzoek35
inspanning kost. Meest succesvol is de categorie overig (zichtbaarheid vergroten, gemeentelijke marktplaats). De inspanning hiervan is ook beperkt.
ook een netwerk van vergelijkbare ondernemingen alsmede ondersteuning en begeleiding op diverse aspecten: van administratieve ondersteuning tot financiering en van businessplan tot innovatievraagstuk. Aan de andere kant zien we hier dat veel initiatieven nogal losstaan van elkaar en er vaak een gemeentebrede visie ontbreekt. Lesson learned: Zorg dat de initiatieven voor zzp’ers passen in de economische visie van de stad op de lange termijn. Zijn het bijvoorbeeld speerpuntsectoren? Ook begint langzaam maar zeker de commerciële markt in te spelen op de ZZP-trend en ontstaan er nieuwe, flexibele initiatieven. Wat zijn de rol en de toegevoegde waarde van de gemeente? Gemeenten blinken uit in coachings- en begeleidingstrajecten. Deze trajecten zijn in de regel gericht op starters en soms op nog specifiekere doelgroepen. In een enkel geval op ondernemers in nood. Deze hulp wordt aangeboden aan mensen die overwegen een eigen bedrijf te starten, maar die het zonder duwtje niet durven. Dit alles onder het mom van ‘goed advies is beter dan een zak geld’. Het succes van deze projecten is echter zeer divers. Sommige projecten worden als zeer succesvol beoordeeld (op basis van evaluaties, aantallen starters, aantallen arbeidsplaatsen), andere projecten worden als veel minder succesvol gezien, met veel afhakers en een lage succesratio. Er lijkt veel kaf tussen het koren te zijn. Overtuigend bewijs voor positieve langetermijneffecten van deze begeleidingstrajecten ontbreekt vooralsnog. In veel opzichten leidt de verbeterde begeleiding tot beter voorbereide starters, vaak met sterkere netwerken, maar ondernemers moeten het uiteindelijk wel zelf doen. Lesson learned: het is van belang dat de overheid niet te veel taken overneemt en de verantwoordelijkheid ook duidelijk bij de ondernemer neerlegt. De vraag is daarom of de substantiële investering in dit soort trajecten op termijn ook daadwerkelijk leidt tot meer succesvolle ondernemers. Daarnaast is de vraag of de gemeente hier een actieve rol moet spelen. Commerciële partijen, de Kamer van Koophandel, diverse netwerken en ideële instellingen pakken deze rol al op. Moet de gemeente deze partijen faciliteren of heeft de gemeente een nog actievere rol? Diverse keren wordt opgemerkt dat hoger opgeleiden beter gebruikmaken van deze begeleidingstrajecten dan lager opgeleiden. Lesson learned: de wijk is soms te klein om dit soort trajecten vorm te geven.
Tabel 3: Overzicht projecten G32 Project type
Inschatting succes *
Gemiddelde inspanning
Huisvesting
3.8
Groot (100-250 mandagen)
Netwerk
3.3
Zeer klein (< 10 mandagen)
Stimuleren ondernemers
4.3
Zeer groot (> 250 mandagen)
Overig
4.5
Klein (10-25 mandagen)
* Schaal: 1 volledig oneens > 5 volledig eens
SUCCESSEN & LESSONS LEARNED G32 Het bovenstaande overzicht geeft inzicht in het soort projecten, de inspanning en de inschatting van de mate van succes. Deze paragraaf gaat dieper in op de projecten: waarom zijn ze wel of niet een succes en wat heeft de gemeente ervan geleerd? Netwerkbijeenkomsten zijn interessant voor gemeenten omdat ze met weinig middelen veel zzp’ers kunnen bereiken. zzp’ers geven zelf ook aan dat deze bijeenkomsten gewaardeerd worden. De opkomst is vaak vrij hoog. Lesson learned: voor gemeenten is het niet eenvoudig om in een enkele bijeenkomst goed inzicht te krijgen in de grote, diverse groep die zzp’ers vormen. Als kennisvergaring de behoefte van de gemeente is, dient er een serie van bijeenkomsten te zijn. Dit is niet heel duur, maar vergt een langduriger investering dan het houden van één sessie of congres. Ook is er een fundamentele vraag rondom netwerkbijeenkomsten: er zijn vaak al meer dan voldoende netwerken voor zzp’ers, dus in hoeverre voegt de gemeente hier nog waarde toe? Rond huisvesting zijn er verschillende projecten. Net als in Amersfoort wordt er in sommige gemeenten onderzoek gedaan naar de huisvestingsbehoefte van de lokale zzp’ers. Dit kan de gemeente helpen om partijen bij elkaar te brengen. Verder zijn verschillende gemeenten bezig met het gereedmaken van leegstaande panden voor kleine bedrijfjes (in de regel zzp’ers). Soms gaan projecten verder en bieden ze niet alleen huisvesting, maar
De overige initiatieven zijn vaak heel divers en opvallend, en pakken soms verrassend goed uit voor gemeente en zzp’er. Creativiteit en innovatie gaan
36
Kennisbundel ZZP en de stad
hand in hand. Lesson learned: laat vooral ondernemers zelf initiatieven nemen, en ondersteun dat vanuit gemeente. Ga niet trekken aan een dood paard, richt je dan liever op projecten die wél lukken. Het blijft lastig voor de gemeente om sommige doelgroepen te bereiken. De digitale zzp’er is goed bereikbaar, maar de meer traditionele sectoren zoals de ambachtsman, de handelaar, de bouw en de zorg zijn niet altijd even goed te benaderen. Lesson learned: de doelgroep is heel divers, zzp’ers kun je niet op een hoop gooien. DE ROL VAN DE GEMEENTE Een belangrijke en moeilijke vraag is die naar de exacte rol van de gemeente (figuur 11). Volgens de respondenten – ambtenaren van de G32 – is de belangrijkste taak van de gemeente om te zorgen voor een ondernemend klimaat in de regio. Tegelijkertijd geven de respondenten aan dat de gemeente vooral de markt moet laten werken. Deze twee zaken zullen veelal hand in hand gaan, maar in de praktijk zal het ook voorkomen dat de markt niet zorgt voor een ondernemend klimaat. Wat dan? Dit levert meer interessante vragen dan antwoorden op. Immers: wat is een ondernemend klimaat, hoe kunnen we dat beoordelen, wanneer moet een gemeente maatregelen treffen en hoe kan ze dat doen? Gelukkig geeft figuur 11 meer concrete handvatten om de rol van de gemeente vorm te geven. Volgens de respondenten moet de overheid zorgen voor sterke netwerken van ondernemers, moet zij de groei van zzp’ers stimuleren, als grote opdrachtgever in de regio actief kansen bieden aan zzp’ers en ook zorgen voor goede huisvestingsmogelijkheden voor alle ondernemers, inclusief zzp’ers . De gemeentelijke overheid heeft veel minder een rol bij het zorgen voor goede regionale scholingsmogelijkheden voor zzp’ers (3.5), het zorgen voor betere diensten en producten voor zzp’ers (3.3), zorgen voor meer sociaal ondernemerschap en volgens de ambtenaren heeft de gemeentelijke overheid nauwelijks een rol bij het zorgen voor goede financiële ondersteuning van zzp’ers . Deze concrete set aan handvatten lijkt te suggereren dat de gemeentelijke overheid vooral een aanjagende rol heeft waarbij het zorgen voor actieve ondernemersnetwerken centraal staat. Opvallend is dat de gemeente nauwelijks een rol heeft bij het zorgen voor financiële ondersteuning van zzp’ers, aldus de ambtenaren. Natuurlijk ligt het primaat hiervoor niet bij de gemeente, maar het IMK heeft onlangs berekend
onderzoek37
Ondernemend klimaat in de regio stimuleren Groei van zzp’ers stimuleren Zorgen voor goede huisvestingsmogelijkheden Sterke netwerken van ondernemers Als opdrachtgever kansen bieden aan zzp’ers Goede (regionale) scholingsmogelijkheden van zzp’ers Betere diensten en/of producten voor zzp’ers Betere financiële ondersteuning van zzp’ers Zorgen voor meer sociaal ondernemerschap De markt laten werken
Figuur 11: Rol van de gemeente
0
1
2
3
4
dat een omvallende onderneming de samenleving gemiddeld 115.000 euro kost aan restschulden en langdurige uitkeringen. Wellicht heeft de overheid hier dus toch een grotere rol dan uit dit overzicht blijkt. Wij hebben de respondenten gevraagd welke additionele initiatieven zij van groot belang achten voor de ondersteuning van zzp’ers en die zij direct zouden uitvoeren indien er voldoende middelen beschikbaar waren. Duidelijk naar voren komt het verder bouwen aan netwerken voor en door zzp’ers (horizontale verbindingen) en het zorgen voor betere verbindingen tussen het mkb en de zzp’ers. Ook willen zij de coachings- en begeleidingstrajecten uitbreiden, bijvoorbeeld door ook ervaren zzp’ers te gaan begeleiden en coachen (‘van ZZP naar mkb’). Verder geven enkele respondenten aan dat ze willen zorgen voor meer en betere werklocaties voor zzp’ers en ook willen ze de rol van deze huisvesting breder trekken en er echte ondernemershuizen van maken met begeleiding, netwerken en ondersteuning. VERSCHILLEN TUSSEN ZZP BV EN ONTWIKKELINGEN VAN DE PROJECTEN VAN DE G32 Er is één opvallend verschil tussen de projecten van ZZP BV en de projecten in andere gemeenten: het overheersende belang van begeleidingstrajecten. Deze trajecten coachen en ondersteunen ondernemers met ondernemersvaardigheden (business plan, netwerken, administratie, et cetera). Binnen ZZP BV zijn er twee initiatieven geweest die hierop leken.
38
Kennisbundel ZZP en de stad
onderzoek39
Ten eerste het pilotproject ‘zzp’ers in nood’, waar bijna failliete zzp’ers proactief werden ondersteund door een tiental dossiers van zzp’ers die op dat moment vastliepen bij de verschillende hulpinstanties integraal op te pakken. De bevindingen zijn verwerkt in een rapport. De gemeente Amersfoort heeft niet alle suggesties uit het rapport overgenomen, maar wel mede aan de hand daarvan de bestaande knelpunten gericht aangepakt. En ten tweede het project ‘zzp academy’. Dit was niet succesvol, mede omdat het project trachtte grote regionale onderwijsinstellingen te koppelen aan zzp’ers. Dit is op zich een gezonde ambitie, maar vergt een lang adem.
verbanden. De gemeente krijgt meer inzicht in de zzp’ers. Wel zijn er in de meeste steden al verschillende netwerken voor en door zzp’ers. Bij het oprichten van een netwerk moet de gemeente zich wel afvragen welke waarde een nieuw netwerk of een “netwerk-van-netwerken” toevoegt? II. Het bouwen en onderhouden van een community stopt nooit. Verminderde inzet levert direct minder respons op. Een gemeente kan de opzet van een community wel initiëren voor een beperkte periode, maar daarna moeten zzp’ers zelf die rol oppakken. III. Zorg voor continuïteit na project. Het effect van de VAZ op de Amersfoortse zzp’er moet nog blijken, maar de oprichting zorgt er in elk geval voor dat de Amersfoortse zzp’er een stem heeft gekregen naast het traditionele grotere bedrijfsleven en dat het werk van ZZP BV wordt voortgezet en verbreed. IV. Harde cijfers helpen. Cijfermatige inzichten over de ontwikkelingen van zzp-ers per wijk en per sector helpt om beleid te maken en de juiste initiatieven te ontplooien. Soms (zoals het huisvestingonderzoek) kan onderzoek gebruikt worden om (commerciële) partijen in beweging te krijgen. V. Schep verdieping door thematische en sectorale aanpak. Dit verhoogt de relevantie van bijeenkomsten doordat naast algemene aspecten (zoals ondernemersvaardigheden) er ook specifieke beroepskennis te halen zijn. Een gemeente kan dit echter niet voor alle zzp’ers initiëren, maar kan dat wel doen voor sectoren in het speerpuntenbeleid. VI. Voor en door zzp’ers. In de uitvoering van de projecten van ZZP BV is veelvuldig gebruik gemaakt van zzp’ers. De netwerkbijeenkomsten zijn bijvoorbeeld volledig door zzp’ers uitgevoerd. Dit scheelt kosten en betekent vaak dat er zeer flexibel gewerkt wordt. VII. Huisvestingsprojecten worden gewaardeerd door zzp’ers, maar zijn relatief kostbaar. De commerciële vastgoedpartijen en verschillende gespecialiseerde bedrijven hebben de zzp’er ook ontdekt in de afgelopen twee jaar. Het faciliteren van deze ondernemingen en samenwerkingsverbanden geeft andere mogelijkheden om huisvesting voor zzp’ers te ontwikkelen tegen een veel beperktere inspanning van de gemeente. VIII. Zorg voor heldere verwachtingen bij zzp’ers. Er zijn heel veel verschillende zzp’ers, allemaal met een andere activiteit, opleiding en achtergrond. Deze zzp’ers hebben ook allemaal verschillende verwach-
Er zijn ook belangrijke overeenkomsten. Zowel in Amersfoort als daarbuiten zijn er verschillende vergelijkbare initiatieven genomen op het gebied van netwerken en op het gebied van huisvesting. Wel kun je stellen dat ZZP BV meer energie en middelen gestopt heeft in het houden van bijeenkomsten en het creëren van een echte ZZP-community. CONCLUSIE: 10 BELANGRIJKE LESSEN Deze evaluatie van ZZP BV is geen uitgebreide effectrapportage. We kunnen niet tot achter de komma aangeven welke individuele en maatschappelijke effecten er zijn. We kunnen alleen aangeven wat werkt en wat niet werkt, volgens zzp’ers zelf en volgens de projectleiders van ruim 60 gemeentelijke initiatieven op het gebied van zzp’ers. Het doel van deze evaluatie is dat gemeenten nog beter van elkaars ervaringen leren. Niet meer en niet minder. Daarbij moeten we opmerken dat de projecten in deze evaluatie zijn uitgevoerd in een economisch zeer lastige periode. De economische recessie is niet eenvoudig voor ondernemingen en dus ook niet voor zzp’ers. De behoeften van zzp’ers zijn ook deels bepaald door deze economische crisis. Net als grotere ondernemingen hebben zzp’ers in een crisis een grotere behoefte aan opdrachten en is er minder aandacht voor langetermijninvesteringen zoals kennisontwikkeling. Een initiatief dat in deze periode wel of geen succes was, kan in een andere periode anders ontvangen worden. Desondanks hebben we getracht om de belangrijkste lessen op te schrijven. Op basis van interviews, evaluatieformulieren en verschillende enquêtes komen wij tot de volgende lessen: I. Het organiseren van netwerkbijeenkomsten kost weinig en levert veel op. Zzp’ers leren van elkaar en er ontstaan nieuwe samenwerkings-
40
Kennisbundel ZZP en de stad
tingen van het programma. Sommige ondernemers denken dat een project direct zal bijdragen aan hun financieel succes en zal leiden tot opdrachten, maar deze verwachtingen zijn irreëel. IX. De wijk is vaak te klein om zzp’ers economisch sterker te maken. Er zijn heel veel soorten zzp’ers en maar een beperkt aantal is echt gericht op de wijk. Vaker is de zzp’er gericht op de stad, de regio, de provincie, Nederland en vaak zelfs daarbuiten. In de regel zul je boven het wijkniveau uit moeten stijgen als je zzp’ers economisch sterker wilt maken. X. Breng regionale netwerken/clusters in kaart. In een regio zijn in de regel vele ondernemersnetwerken actief. Sommige van deze netwerken bestaan alleen online, anderen zijn ook face-2-face actief. Het in kaart brengen van deze netwerkstructuren, met de onderlinge horizontale, verticale en diagonale verbindingen geeft meer inzicht in de huidige lacunes en de regionale mogelijkheden om clusters te versterken. Ruud Dorenbos van het Nicis Instituut stelt dat de rol van de gemeente beperkt is. Volgens hem zijn de belangrijkste rollen van de gemeente informeren (via één loket), stimuleren (via onderwijs in ondernemerschap), faciliteren (zorgen voor voldoende huisvestingsmogelijkheden) en, last but not least, zorgen voor een adequaat vangnet. Onze ervaringen ondersteunen dit in hoge mate, al zijn er soms nuanceverschillen. Er is in ieder geval één rol die we willen toevoegen; die van kickstarter in de netwerk- en kenniseconomie van de 21e eeuw. De ervaring van ZZP BV geeft aan dat het belangrijk kan zijn om communities te starten waar de markt die niet zelf ontwikkelt. Het opzetten van een brede zzp-community geeft zzp’ers een stem zodat de gemeente nog beter kan informeren en faciliteren. Bovendien hoeft een gemeente daardoor minder te besteden aan het stimuleren van zzp’ers en een goed sociaal vangnet. Goed functionerende regionale netwerken van samenwerkende ondernemers zorgen immers zelf voor kennisontwikkeling en informatievoorziening. Naast deze horizontale zzp-communities kan een gemeente ook overwegen om meer specifieke communities (gericht op een sector of thema) te starten of te versterken om zo de groei in bepaalde clusters te bevorderen. Wel is duidelijk dat de gemeente deze rol slechts tijdelijk (maximaal 2 jaar) kan oppakken. Het primaat moet bij de markt liggen; de kosten-baten afweging van de zzp’er moet deze netwerken in stand houden.
LITERATUURLIJST41 Blommesteijn, M., M. Brukman en J. Mevissen, Ondersteuning van zzp’ers door gemeenten – Situatie begin 2010, Raad voor Werk en Inkomen, 2010. De Vries, N., K. Bangma en P. Vroonhof, Een kwestie van ondernemen, zzp’ers in de crisis, EIM, februari 2010. De Vries, N., W. Liebregts, P. Vroonhof, Zelfbewust een Zelfstandige Positie; Economische zelfstandigheid van zzp’ers: resultaten zzp-panel, Zoetermeer, november 2011. Dorenbos, R., ZZP’ers en de rol van gemeenten, lessen uit onderzoek, presentatie voor bijeenkomst “wijkeconomie en zzp’er; de stille kracht in de stad” van het Nicis Instituut, maart 2011. Glaeser, E.L. en W.R. Kerr, What Makes a City Entrepreneurial?, Policy Brief, Harvard Kennedy School of Government, Policy Brief, februari 2010. Goudswaard, A. , W. van der Torre en A. Brugman, Inzet van zzp’ers binnen de gemeenten, A+O fonds, juni 2011. Shane. S.A., The illusions of entrepreneurship. The costly myths that entrepreneurs, inventors and policy makers live by, Yale University Press, 2008.
42
Kennisbundel ZZP en de stad
APPENDIX: OVERZICHT PROJECTEN ZZP BV
appendix43
SEBOU
TABEL 1: OVERZICHT PROJECTEN ZZP BV
Organiseren Marokkaan-
• Doel was het opzetten van een
se ondernemers
netwerk van Marokkaanse ondernemers die zich gaan vereniging
I: Netwerken en opdrachten Naam project
Omschrijving project
in een stichting of vereniging Doelstelling project
Roadshow in de
Bijeenkomsten van
• Inzicht in behoeften van zzp’ers
wijken
zzp’ers in ontbijtsessies
• Onderlinge netwerkvorming
Gouden Gids
Alle Amersfoortse
Doel is het makkelijker te maken
zzp’ers met profiel op
om in Amersfoort een andere
www.zzp bv.nl
zzp’er te vinden met een bepaald profiel
in de wijken Online community
• Opzetten van de online
• ...
community ZZP BV met nieuwsbrieven/LinkedIngroepen/Twitter, etc Netwerkbijeenkom-
Houden van borrels voor
• Opsporen van de zzp’ers in
sten
zzp’ers o.b.v. specifieke
Amersfoort
thema’s en voor speci-
• Bij elkaar brengen van de
fieke doelgroepen
zzp’ers in Amersfoort • Zichtbaarheid van zzp’ers in Amersfoort vergroten
II: Dienstverlening Naam project
Omschrijving project
Doelstelling project
One-Stop-Shop
Via het One-Stop-Shop
• Beter specificeren van de ser-
Loket
Loket heeft de onder-
vice en afgestemd op de vragen
nemer toegang tot een
en behoeften van de individuele
netwerk van bedrijven,
ondernemer door het bieden van
overheden, en relevante
begeleiding, ondersteuning, ken-
organisaties en andere
nisdeling en netwerken
zzp’ers. e-start
• Het in contact brengen van zzp’ers met het bedrijfsleven Gemeentelijke
De marktplaats van de
•De gemeente huurt meer zzp’ers
marktplaats
gemeente waar zzp’ers in
in
tief Sterk
Zzp loket
• Via een marktplaats ZZP-
Amersfoort Innovatief Sterk VAZ
UGIAD
Opzetten van de Ver-
• Opzetten van een ondernemers-
eniging Amersfoortse
vereniging die kan zorgen voor
Zelfstandigen (VAZ)
verduurzaming van resultaten
Organiseren Turkse
• Opzetten netwerk van Turkse
ondernemers
ondernemers in Amersfoort
ondernemerschap aan zzp’ers
als ondernemer spelen-
middels e-learning-module
Het loket van de Ho-
Voor allerhande vragen kunnen
geschool Utrecht waar
zzp’ers terecht bij en worden
zzp’ers voor vragen
geholpen door studenten Small
terecht kunnen en worden
Business
geholpen door studenten
projectleiders vinden voor het programma van de gemeente:
van de KvK waarin je
nieuwe zaak moet starten
ten kunnen vinden …
• Aanbieden van kennis over
derwijs leert hoe je een
IT en techniek opdrachAmersfoort Innova-
De e-learning-omgeving
Small Business. Regionale product-
Faciliteren zzp’ers op ba-
• Creëren van win-win-situatie
aanbieders
sis van aanbiedingen van
voor commerciële partijen en
commerciële partijen
zzp’ers door grootschalige raamcontracten
44
www.zzptarief.nl
Kennisbundel ZZP en de stad
appendix45
IV: Financiën
De tool om minimaal
• Meer transparantie ten aanzien
één keer per jaar je
van de kostprijs van zzp’ers door
Naam project
Omschrijving project
Doelstelling project
kostendekkend tarief te
een tool te geven die kosten van
berekenen
zzp’ers en werknemers bepaalt
Zzp’ers in nood
Proef om te kijken of
• Ondernemers in nood integraal
(pilot)
ondernemers in nood
ondersteunen bij problemen om
betere kansen heb-
ondernemerschap te behouden
ben bij snelle, integrale
voor de lokale omgeving
Versoepeling
Versoepeling van de
• Het verruimen van de mogelijk-
beroep aan huis
regeling zodat zzp’ers
heden om een bedrijf aan huis
makkelijker thuis kunnen
te voeren zonder dat hinderlijke
werken
situaties ontstaan
ondersteuning Peilstok
Meten van de financiële
• Inzicht in de financiële ontwikke-
ontwikkeling van zzp’ers
ling van zzp’ers uit de regio
uit de regio
III: Kennis en kunde Naam project
Omschrijving project
Doelstelling project
Onderzoek ken-
Onderzoek in de regio
• Beter inzicht in de regionale
nisontwikkeling
Amersfoort t.a.v. scholing
behoefte (en aanbod) van zzp’ers
Naam project
Omschrijving project
Doelstelling project
en kennisontwikkeling van
ten aanzien van kennisontwik-
Huisvestingson-
Onderzoek naar huisves-
• Onderzoeken in hoeverre de
zzp’ers
keling
derzoek
tingbehoefte van zzp’ers
verschillende soorten zzp’ers
in de regio Amersfoort
behoefte hebben aan externe
ROC stages
Mogelijk maken dat ook
• zzp’ers betrekken bij ROC-
zzp’ers gebruik kunnen
opdrachten van leerlingen
V: Huisvesting
huisvesting
maken van stagiaires (mits goed begeleid) Workshops
zzp academy
Discover
Amersfoortse workshops
• De ondernemingsvaardigheden
georganiseerd in de
van de zzp’ers op een hoger plan
avonduren
te brengen
Vervolg op het onderzoek
• Op basis van bestaand aanbod
naar de behoefte van
elders een specifiek scholings-
zzp’ers
aanbod voor Amersfoortse
Mogelijk maken van
• Bieden van flexibele huisves-
nieuwe huisvestingscon-
tingsmogelijkheden voor zzp’ers
cepten voor zzp’ers op het Oliemolenkwartier Businessplan
Combineren van huisves-
• Lokaal ondernemerschap ontwik-
Loods
ting, scholing, onderne-
kelen door samenscholing. Loods
merschap en innovatie
is een formule die verschillende
voor de ambachtelijke
ondernemers, opleidingen en in-
zzp’er
novatie combineert.
Website met een over-
• ZZP locaties beoogt de huisves-
zicht van alle locaties
tingsmarkt voor zzp’ers transpa-
waar zzp’ers in Amers-
ranter te maken
zzp’ers ontwikkelen ZZP locaties
foort kunnen werken. In grote kantoren en open flexkantoren, maar ook bij andere zzp’ers.
46
Kennisbundel ZZP en de stad
Pilot flexibele
Inrichten van flexibele
• Zorgen voor flexwerkplekken in
kantoorruimte
werkplekken bij onderne-
het ondernemerscentrum waar
mingscentrum Stadsring
zzp’ers per uur kunnen werken
appendix47
VI: Sociaal ondernemerschap Naam project
Omschrijving project
Doelstelling project
Maatschappelijk
Zzp’ers verbinden aan
• Deelname van zzp’ers aan
betrokken onder-
maatschappelijk rele-
maatschappelijk relevante projec-
nemen
vante projecten
ten bevorderen
Noten: 1 Bron: CBS enquête beroepsbevolking 2 Naast www.zzpbv.nl heeft www.zzptarief.nl sinds eind 2010 ook 21.512 bezoekers gehad, waarvan 17.644 unieke. Deze bezoekers hebben samen naar 105.622 pagina’s gekeken. Hiervan kwamen ongeveer 1.000 bezoekers uit de gemeente en regio Amersfoort. 3 Nardo de Vries, Klaas Bangma en Paul Vroonhof, Een kwestie van ondernemen, zzp’ers in de crisis, EIM, februari 2010. 4 In vergelijking met een doorsnede van de Amersfoortse zzp’ers, relatief veel creatieve zzp’ers en zzp’ers uit de zakelijke dienstverlening. Weinig detailen groothandel, zorg en bouw. 5 Indien de hoogste en laagste cijfers niet meegenomen worden in de berekening, is het gemiddelde een 6,4. 6 De inspanning is gemeten door een combinatie van projectbudget en inspanning in mandagen (sommige projecten kostten weinig, maar vergden veel inspanning van zzp’ers) en resultaat is een combinatie van toegevoegde waarde plus het bereik. Hierbij is de mening van de zzp’er (75%) veel belangrijker dan de inschatting van de projectleider (25%).
48
Kennisbundel ZZP en de stad
Pilotprojecten wijkeconomie
pilotprojecten wijkeconomie
49
Om de wijkeconomie te stimuleren, heeft het ministerie van EL&I in 2009 acht ambitieuze pilotprojecten mede gefinancierd. Naast de gemeente Amersfoort – die aan de basis staat van het pilotproject ZZP BV – zijn de pilotprojecten geïnitieerd door de volgende zeven gemeenten: Zwolle, Hengelo, Lelystad, Breda, Deventer, Heerlen en Schiedam. Met de financiële bijdrage stimuleert het ministerie van EL&I – vanuit de gedachte dat de economie het hart is van de wijk – ondernemerschap, scholing en investeringen. Het pilotproject van de gemeente Amersfoort is afgerond en voor deze gemeente weten we dan ook hoe de doelstellingen omgezet zijn in resultaten en hoe het vervolg eruit gaat zien. Maar hoe staat het met de andere zeven pilotprojecten? Met als doel inzicht te verkrijgen in de huidige stand van zaken, zijn de zeven uitvoerende steden benaderd met een aantal vragen omtrent de aard, resultaten en leerpunten van de pilotprojecten.1 Hoewel de mate waarin de steden zijn ingegaan op de vragen varieert, kan er op basis van de verschafte informatie nader inzicht worden gegeven in de aard, voortgang, resultaten en leerpunten van de pilotprojecten.2 AARD VAN DE PROJECTEN Opvallend is dat er in alle projecten sprake is van de creatie van een fysieke ruimte (zoals een ondernemershuis, een ondernemerscentrum, een ambachtshuis, netwerkkantoren, een bedrijfsverzamelgebouw, een bedrijvencentrum, een herontwikkeld bedrijvencomplex of een productiehuis). Vanuit die fysieke ruimte worden verschillende activiteiten ontwikkeld die weliswaar zeer divers van aard zijn, maar vrijwel altijd binnen één van de drie gebieden – netwerkvorming, dienstverlening en huisvesting – vallen. Het uiteindelijke doel is altijd het versterken van de lokale (wijk)economie. Deze verschillende huisvestingsprojecten zijn interessant om met elkaar te vergelijken op doel, aanpak en uitkomst.
DOOR: RUUD DORENBOS, NICIS INSTITUTE
De activiteiten die binnen de verschillende projecten plaatsvinden, lopen sterk uiteen.3 In het ene project wordt een buurtwinkelcentrum gerevitaliseerd en slaan bewoners, ondernemers en eigenaren gezamenlijk de handen in elkaar om verloedering tegen te gaan, de veiligheid te verbeteren, leegstand te bestrijden en ongewenste functies te voorkomen. In het andere project tracht men de lokale economie te versterken door het ondernemerschap te stimuleren, de ambachtsuitoefening (en ambachtvaardigheden) te faciliteren en te ondersteunen en door de verdere ontwikkeling van zelfstandig onder-
50
Kennisbundel ZZP en de stad
nemerschap in goede banen te leiden. Er zijn ook projecten die een breder dienstverleningspakket hebben. Een dergelijk pakket bestaat dan uit zaken als advisering en begeleiding door ondernemersadviseurs, een uitgebreid trainingsprogramma op het gebied van ondernemerschap, financiering en microfinanciering, coaching, het verzorgen van de administratie, et cetera. Ook wordt er aandacht besteed aan de groeiende behoefte van zzp’ers aan flexibele en per dagdeel te benutten zaken als bedrijfsruimten en bureaus voor zakelijke ontmoetingen. Daarbovenop worden netwerkcafés voor zzp’ers georganiseerd en/of ondersteund. OUTPUTDOELSTELLING De outputdoelstellingen variëren sterk: van abstract naar zeer concreet. Zo spreekt men bijvoorbeeld in het ene project over het feit dat men ‘de juiste randvoorwaarden wil creëren voor de ontwikkeling van zelfstandig ondernemerschap’, terwijl men in het andere project ‘het creëren van 100 nieuwe bedrijven over de gehele projectperiode’ als doelstelling heeft geformuleerd. Andere outputdoelstellingen zijn onder meer het vergroten van het innovatief vermogen van zelfstandige professionals, het versterken van netwerkvorming, het bieden van stagemogelijkheden voor het beroepsonderwijs, het faciliteren van de huisvestingsvraag of het reduceren van het bedrag aan uitkeringen door mensen vanuit een uitkeringssituatie uit te laten stromen naar zelfstandig ondernemerschap. Niet geheel onverwacht geven de meeste steden aan dat alle outputdoelstellingen zijn gehaald. In een paar gevallen worden daar cijfers bij vermeld om aan te tonen dat de outputdoelstelling daadwerkelijk is gerealiseerd. Vaker is dat niet het geval. Soms wordt de animo voor een ondernemershuis, netwerk- en themabijeenkomst of ontwikkelde maatwerkopleiding als gehaalde outputdoelstelling gepresenteerd. Het realiseren van samenwerkingsovereenkomsten en het bieden van stagemogelijkheden voor het beroepsonderwijs worden eveneens gerekend tot het behalen van de outputdoelstellingen. Ook het ‘vestigen van onze naam’ of het ‘op de kaart zetten van zzp’ers’ stemt vaak tot tevredenheid bij de steden. Een enkele gemeente spreekt ook over de spin-off die het project op andere terreinen – zoals tegengaan van winkelleegstand, meer betrokkenheid bedrijventerreinen bij aangrenzende woonbuurten – heeft gehad. Interessant is ook de opmerking van een gemeente dat ‘het project succesvol is omdat het gecontinueerd wordt na beëindiging
pilotprojecten wijkeconomie
51
van de subsidie’. Eén gemeente rekent voor dat de gerealiseerde besparingen op uitkeringslasten hoger zijn dan de financiering van de gecreëerde fysieke ruimte van waaruit veel van de verschillende activiteiten worden ontwikkeld. Eén andere gemeente geeft aan hoeveel m2 netwerkkantoor er gerealiseerd is (en hoeveel er nog te gaan is). Er zijn echter ook steden die aangeven de outputdoelstellingen niet (allemaal) gehaald te hebben. Soms betekent dat dat men het beoogde aantal zzp’ers niet gehaald heeft. Een enkele gemeente geeft aan dat het niet behalen van alle outputdoelstellingen ook deels te maken heeft met de huidige crisistijd van ‘hand op de knip’. LEERPUNTEN Uit de pilotprojecten komen – volgens de steden zelf – verschillende leerpunten naar voren die nuttig kunnen zijn voor andere gemeenten. Het leerpunt dat – op verschillende wijzen – het meest werd genoemd, is het belang van nauwe lokale samenwerking met banken, dienstverlenende instanties en intermediairs binnen de gemeente, maar ook met partijen zoals netwerkpartners die zich bezighouden met de begeleiding en ondersteuning van (startende) ondernemers.4 Een dergelijke samenwerking komt de economische structuur en het ondernemersklimaat ten goede. Processen en netwerkactiviteiten worden zo helder op elkaar afgestemd. Bovendien wordt de ondernemer – afhankelijk van de ondersteuningsvraag – geholpen door de partij die voor wat betreft de specifieke situatie de meeste toegevoegde waarde kan bieden. Ook worden dienstverleners in een vroegtijdig stadium betrokken in het ondersteuningstraject, waardoor er op tijd kan worden bijgestuurd.5 Andere leerpunten die werden genoemd, zijn: - De fysieke ruimte (ondernemershuis e.d.) dient op geen enkele wijze concurrerend te zijn ten opzichte van de reguliere adviesmarkt. Juist het tot stand brengen van onderlinge verbindingen om tot een op elkaar aanvullende dienstverlening te komen is de grote uitdaging. Om dit te bewerkstellingen, is het hebben van inzicht in de verschillende (deel)belangen van de netwerkpartners een belangrijke voorwaarde. - Voor één gemeente is het leerpunt dat men zich verkeken heeft op de wijze waarop de eigenaren subsidie konden aanvragen voor hun pand. Onervarenheid in de subsidiewereld zorgde ervoor dat men zich verkeek op
52
Kennisbundel ZZP en de stad
uitgebreide subsidieregels en een vrij ingewikkelde aanvraag(procedure). Het leermoment: eerder beginnen met het subsidietraject.6 - Eén gemeente heeft zich vooral gericht op het faciliteren van het project en het leggen van verbindingen. Doordat deze gemeente de realisatie van het project in handen heeft gelegd van ondernemers heeft zij ervoor gezorgd dat er een duurzaam effect tot stand kwam. - Eén gemeente geeft aan als leerpunt – en als aandachtspunt – dat maatregelen en subsidies van de overheid zich (nog steeds) richten op arbeidsorganisaties en daardoor moeilijk toegankelijk zijn voor zzp’ers. - Eén gemeente kwam erachter dat een groot deel van de kandidaten die een eigen onderneming wilden starten, niet aan het project konden deelnemen omdat zij in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) zaten. Vanuit de WSNP is het niet mogelijk een eigen onderneming op te zetten. VERVOLG Over het vervolg van de verschillende pilotprojecten is nog enige onduidelijkheid. In één geval worden alle onderdelen van het pilotproject – na beëindiging van de subsidie – voortgezet. Een ander project wordt geïntegreerd in een programma dat een bredere scoop heeft dan alleen alles wat te maken heeft met ondernemerschap. Het project zelf blijft binnen dit bredere programma wel onder dezelfde naam actief en zichtbaar. Een aantal gemeenten waar het project nog lopende is – of waar het project net van start is gegaan –, geeft aan dat het nog te vroeg is om nu al antwoord op deze vraag te geven. Wel geeft één gemeente aan dat geprobeerd zal worden een publiek-private samenwerking op te zetten, waarin regionale (markt)partijen als participant optreden. De gemeente zal in dit beoogde model als cofinancier optreden. Eén gemeente geeft aan dat – voor zover bekend – het pilotproject geen vervolg zal kennen. STELLING Aan de zeven steden is de volgende stelling voorgelegd: “De wijk is vaak te klein om zzp’ers economisch sterker te maken’. De meeste steden zijn het met deze stelling eens. Zo wordt gesteld dat – om als ondernemer sterker te worden en als onderneming te groeien – een zzp’er niet op wijkniveau dient te denken, maar op regionaal niveau. Dat geldt zowel voor wat betreft zijn klanten als het aangaan van samenwerking met andere bedrijven/zzp’ers. Ook wordt opgemerkt dat het pilotproject – en de daaruit gecreëerde fysieke ruimte (zoals het ondernemershuis) – een gemeentebrede faciliteit is en dus
pilotprojecten wijkeconomie
53
niet alleen op wijkniveau diensten aanbiedt. Een andere stad merkt op dat de wijk drie jaar lang geprofiteerd heeft van meer bedrijvigheid, maar dat dat voor de bewoners en ondernemers niet de economische groei heeft gebracht die nagestreefd werd. Twee gemeenten zijn het echter oneens met de stelling. Zij stellen dat in de wijk juist alle ingrediënten aanwezig zijn voor een sterk economisch netwerk om daarmee kleinschalig ondernemerschap ook redelijk snel economisch rendabel te kunnen maken. Noten: 1 Overigens bestaan er grote verschillen in de huidige status van de projecten. Zo is een programma in stad A eind 2011 gerealiseerd, terwijl een ander programma in stad B zich pas sinds een paar weken in de uitvoeringsfase bevindt. Maar er zijn ook programma’s die al twee jaar in de uitvoeringsfase zitten en nog lopende zijn. Ook is er een programma dat bijna twee jaar geleden is gestart en waarvan de huidige projectperiode eind 2012 afloopt. Er wordt nu getracht om financiering rond te krijgen voor continuering na 2012. 2 Er is bij de steden ook geïnformeerd naar de wijze (en mate) waarop er over de projecten is gerapporteerd. Er zijn projecten waar (openbaar) over gerapporteerd is in de vorm van samenwerkingsovereenkomsten, projectplannen, collegebesluiten, convenanten, subsidieregelingen e.d. In de meeste gevallen is er sprake van voortgangsrapportages en/of tussenevaluaties. Niettemin zijn er ook een paar projecten waar niet of nauwelijks informatie over beschikbaar is. Dit heeft deels te maken met de uitvoering van de projecten, die niet altijd bij de gemeente ligt. 3 Een paar projecten en activiteiten hebben ook specifieke doelgroepen voor ogen. Zo is er een project dat zich richt op laaggeschoolde, allochtone ondernemers, een project dat zich richt op jongeren uit achterstandswijken en een project waar de focus ligt op startende ondernemers. 4 Sommige steden gaan zo ver te stellen dat het stimuleren van ondernemerschap alleen mogelijk is indien dit gedragen en ondersteund wordt binnen de couleur locale. 5 Dat betekent dat het essentieel is om de wensen van zzp’ers goed in kaart te brengen en de producten daarop af te stemmen. 6 Opvallend is wel dat een andere gemeente juist de verkregen verbouwingssubsidie voor ondernemers als succesvol onderdeel van het project bestempelt.
54
Kennisbundel ZZP en de stad
portret55
‘Nieuwe opdrachten via netwerk’
Mark Hoornweg, Panel Inzicht: ‘Mijn bedrijf doet marktonderzoek en verzorgt voor andere bureaus het online veldwerk. Ik ben als zzp’er begonnen omdat het voor mij een aantrekkelijke manier was om een bedrijfje op te starten. Nadat er steeds meer specialisatie optrad in de diensten is Panel Inzicht uitgegroeid tot een onderneming met personeel. Nu mijn bedrijf groeit, merk ik heel goed hoe belangrijk vroeger het ZZP BV-netwerk voor me is geweest. Nu heb ik tijd om mijn bedrijf uit te bouwen, vroeger had ik dat niet, zeker niet als ik bezig was met een onderzoeksopdracht. Vanuit het netwerk kwamen dan weer nieuwe opdrachten binnen. zzp’ers willen elkaar graag helpen, is mijn ervaring. Het stelde me dus in staat om zonder dat het veel tijd kostte toch in contact te komen met nieuwe opdrachtgevers. Amersfoort is voor mij logisch: ik woon er en het is centraal gelegen. Zonder problemen bereik ik zowel mijn klanten in de Randstad als in Zwolle.’
56
Kennisbundel ZZP en de stad
Zzp’ers in stedelijk economisch beleid
zzp’ers in stedelijk economisch beleid
57
In 2010 heeft Regioplan – in opdracht van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) – een inventarisatie van de gemeentelijke ondersteuning van zzp’ers uitgevoerd. Deze inventarisatie was erop gericht om in kaart te brengen hoe de ondersteuning van zzp’ers – die door de crisis een terugval in inkomsten kenden – door de grote gemeenten wordt toegepast. Daarbij is gekeken naar de dienstverlening vanuit de afdeling Sociale Zaken, maar ook die vanuit Economische Zaken (EZ). Wat die laatste betreft, in het algemeen is de dienstverlening gericht op het bieden van ondersteuning aan starters en gevestigde zelfstandigen op gebieden als bestemmingsplannen, accounthouderschap en loketfunctie. Daarnaast zijn het versterken van de (wijk)economie en het stimuleren van het vestigingsklimaat doelstellingen die worden nagestreefd.1 De dienstverlening van EZ bij de door Regioplan onderzochte gemeenten richt zich hiermee in het algemeen niet op ondersteuning aan individuele zelfstandigen die problemen ervaren (als gevolg van de crisis). Zij hebben doorgaans geen middelen om deze zelfstandigen met problemen bij te staan met begeleiding en/of advies en vervullen daarbij voor hen vooral een doorverwijsfunctie.2 In het genoemde onderzoek wordt ook kort stilgestaan bij de vraag in hoeverre er bij de gemeenten vanuit de afdeling EZ specifieke aandacht voor zzp’ers is. Het blijkt dat er – onder andere in het kader van een wijkgerichte aanpak (wijkeconomie) – verschillende activiteiten zijn ontwikkeld om zzp’ers te faciliteren, bijvoorbeeld in de vorm van bedrijfsverzamelgebouwen en ontmoetingsruimtes. Vaak wordt daarbij samengewerkt met woningbouwcorporaties. Maar hoe staan de grote gemeenten eigenlijk ten opzichte van zzp’ers? Zien ze wel een rol voor zichzelf? En staat die rol zwart op wit beschreven, met andere woorden: bestaan er beleidsdocumenten waarin wordt aangegeven welke visie men heeft op zzp’ers? De vraag die eigenlijk als eerste gesteld dient te worden, is of de steden wel een goed beeld hebben van de zzp’ers die binnen hun gemeente wonen en werken. En hoe zien de steden de toegevoegde waarde van zzp’ers (als ze die al zien) eigenlijk? Om op deze vragen antwoord te kunnen geven, is een tiental gemeenten benaderd met het verzoek hier nadere informatie over te leveren.3
DOOR: RUUD DORENBOS, NICIS INSTITUTE
INFORMATIE OVER ZZP’ERS Op de vraag welke informatie er binnen de eigen stad bekend is over zzp’ers (bijvoorbeeld het aantal, de verdeling over sectoren, de achtergrondkenmerken), zijn de antwoorden verdeeld. Er is een aantal steden dat aangeeft dat
58
Kennisbundel ZZP en de stad
er over zzp’ers niet veel bekend is. Soms heeft dat ook met onduidelijkheid over definitiekwesties of over de te gebruiken databronnen te maken. Vragen die dan spelen zijn bijvoorbeeld: ‘Dienen alle vestigingen met één werkzame persoon als zzp’er aangeduid te worden?’, en ‘Hoe dien je om te gaan met iemand die drie dagen per week in loondienst werkt en twee dagen voor zichzelf?’ Soms wordt ook aangegeven dat de beschikbare gegevens niet up-to-date zijn. Dat heeft te maken met het feit dat veel beginnende ondernemers ook weer gemakkelijk stoppen (bijvoorbeeld vanwege tegenvallende resultaten of vanwege meer perspectief met een baan in loondienst). Maar het heeft zeker ook te maken met de huidige crisis die – volgens deze gemeenten – in een rap tempo zzp’ers tot de keuze dwingt te stoppen met hun activiteiten, maar tegelijkertijd ook steeds nieuwe aanwas creëert. Toch zijn de meeste gemeenten in staat om de trends en aandachtspunten rond zzp’ers in redelijke mate weer te geven. Een enkele gemeente geeft aan op dit moment onderzoek te doen naar aantallen, ambities en branchering van zzp’ers in de eigen stad (en regio). De grotere gemeenten hebben over het algemeen goed inzicht in het aantal zzp’ers, achtergrondkenmerken van de zzp’ers, de branch waarin ze werken en de locatie (de werkplek). Ook bestaat er soms informatie op wijkniveau. ZZP’ERS IN BELEIDSDOCUMENTEN? In een aantal steden komen de zzp’ers in de verschillende beleidsdocumenten niet aan bod, in ieder geval niet expliciet. Andere steden merken op dat de zzp’er wel in beleidsdocumenten genoemd wordt maar op zeer summiere wijze. Er wordt dan bijvoorbeeld gewezen op het belang van het faciliteren van goede huisvesting door woningen te realiseren waarin werk- en woonfuncties gecombineerd kunnen worden. Er zijn ook enkele steden die aangeven dat er wordt gewerkt aan een nota of beleidsdocument waarin de aandacht voor zzp’ers duidelijk beschreven staat. In een enkel geval wordt daarbij expliciet aangegeven dat men tot beleid voor zzp’ers wil komen dat vergelijkbaar is met dat van de gemeente Amersfoort (ZZP BV). In de – vaak grotere – gemeenten komt de zzp’er wél duidelijk in verschillende beleidsdocumenten aan bod. Ook wordt daarin opgemerkt dat het belang van zzp’ers – en daarop aanhakend de rol van de gemeente – toeneemt. Soms is er zelfs sprake van beleidsdocumenten waarin expliciet beleidsaanbevelingen worden gedaan ten aanzien van zzp’ers op wijkniveau.
zzp’ers in stedelijk economisch beleid
59
ROL GEMEENTE TEN AANZIEN VAN ZZP’ERS De meeste steden geven aan dat zij een faciliterende rol innemen ten aanzien van zzp’ers. Sommige steden zien ook een ondersteunende en stimulerende rol. Bij het merendeel van de gemeenten is er echter geen sprake van specifiek beleid gericht op zzp’ers.4 Ondernemers- en startersbeleid wordt wel gevoerd, maar in meer generieke zin.5 Het beleid is daarmee ook gericht op startende bedrijven en kleine bestaande bedrijven in wijken. Het faciliteren vindt veelal plaats door middel van het bieden van goede vestigingsvoorwaarden en goede dienstverlening (bijvoorbeeld startersondersteuning). Dat geldt dan ook hier echter niet specifiek voor zzp’ers, maar voor ondernemers in het algemeen.6 Wel wordt aangegeven dat het zorgen voor goede vestigingsvoorwaarden en goede dienstverlening ook een gunstig klimaat schept voor zzp’ers.7 Het huisvestingsvraagstuk voor zzp’ers – en voor kleine, beginnende ondernemers – wordt vaak genoemd als aandachtspunt voor beleid. De zzp’er schreeuwt om goedkope bedrijfsruimte en wil ook graag ruimte met andere ondernemers delen. Dit geldt in toenemende mate voor zzp’ers in de creatieve industrie en in de zakelijke en verzorgende dienstverlening. Soms gaat een gemeente dan over tot het opzetten van bijvoorbeeld een zzp-buurtcentrum waarin zzp’ers uit de buurt kunnen vergaderen, ruimtes huren, et cetera. Ook het omvormen van leegstaande winkelstrips tot bedrijfsruimte in de wijk wordt genoemd. Naast het huisvestingsvraagstuk wordt ook coaching en netwerken een aantal keren als aandachtspunt voor beleid genoemd. Wat coaching betreft gaat het om diverse ondernemerscoachprojecten die – in één stad – ook in aandachtswijken hebben plaatsgevonden. Ook het opstarten van zzpnetwerken (zzp-werk-ontmoetingsplekken) door steden vindt geregeld op wijkniveau plaats. In één stad wordt een ondernemerssteunpunt door zzp’ers voor zzp’ers gerund. Men kan hier terecht voor ontmoeting, informatie, workshops, enzovoorts. Ook zijn er werkplekken gerealiseerd. Uitgangspunt is dat de gemeente faciliteert in de opstartfase, waarna zzp’ers het zelf overnemen. In een enkele gemeente wordt opgemerkt – op basis van eigen onderzoek – dat de diversiteit onder zzp’ers groot is en er mede daardoor weinig behoefte aan samenwerking en netwerken (op wijkniveau) is.
60
Kennisbundel ZZP en de stad
DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN ZZP’ERS VOOR DE STAD Op de vraag wat de toegevoegde waarde van zzp’ers is voor de eigen stad, wordt door de meeste steden geantwoord dat die ligt in het flexibeler maken van de arbeidsmarkt. Een flexibele arbeidsmarkt is voor werkgevers voordelig omdat zij zo beter kunnen inspringen op pieken en dalen in de vraag (waarmee hun personeelskosten beter beheersbaar kunnen worden gehouden). Ook wordt door meerdere steden opgemerkt dat de zzp’ers de smeerolie vormen voor een bepaalde sector (bijvoorbeeld de bouwsector) of voor de lokale economie als geheel. Meer concreet wordt door een enkele stad opgemerkt dat de toegevoegde waarde simpelweg groeiende bedrijvigheid en werkgelegenheid is. Daarentegen geeft één gemeente aan dat meer wordt gekeken naar grotere ondernemingen (‘de echte ondernemers’). Zzp’ers worden vooral als een ‘arbeidsmarktverschijnsel’ gezien en niet als ‘bedrijven’ die voor economische groei zorgen. Andere voorbeelden van de toegevoegde waarde – uitgaande van zzp’ers – voor de steden zijn: - ‘Elke zzp’er die slaagt, is een arbeidsplaats: een kwart groeit door en creëert in een latere fase ook banen voor anderen.’ - ‘Zzp’ers zorgen voor een voorzieningenniveau, innoverend vermogen, levendige dynamische wijken, wijkbetrokkenheid en verbindingen tussen bewoners en ondernemers.’ LEEREFFECTEN Wat hebben steden geleerd van hun eigen gevoerde beleid – specifiek of generiek – dat wellicht voor andere steden nuttig kan zijn? De leerpunten die de steden zelf aandragen zijn veelal bekend, zoals ‘zorgen voor goede basisvoorwaarden (bijvoorbeeld bestemmingsplannen die het werken aan huis vergemakkelijken)’, ‘veel aandacht schenken aan wonen en werken aan huis (hier hebben vooral zzp’ers baat bij)’, ‘ontwikkel beleid in overleg met de zzp’ers zelf; betrek ze bij de besluitvorming en stem aanbod af op behoefte’ en ‘breng zzp’ers meer bij elkaar via netwerken en workshops zodat zij leren meer te vragen, met als doel expansiedrift (en een werkgelegenheidsimpuls)’. Meer vernieuwende leerpunten zijn bijvoorbeeld ‘het – vanaf het begin van een project – leggen van de verantwoordelijkheid bij de ondernemer zelf’, ‘het instellen van een voucher voor bepaalde diensten waarmee de onderne-
zzp’ers in stedelijk economisch beleid
61
mer 50 procent korting op het tarief gegeven wordt’ en ‘het zo veel mogelijk gebruikmaken van bestaande partijen, zodat ook na beëindiging van het project de dienstverlening door kan gaan’. Tevens interessant is de opmerking van één van de steden dat ook kleine ondernemers en zzp’ers vanuit de gemeente bewust als een specifieke doelgroep en communicatiedoelgroep worden gezien, en ook zo worden benaderd en behandeld. Volgens die stad wordt het wederzijdse begrip daarmee vergroot en worden de informatie en dienstverlening verbeterd.
Noten: 1 Zie Regioplan (2011), Ondersteuning zzp’ers door gemeenten. 2 Ondersteuning aan zelfstandigen die problemen ervaren, wordt door de gemeenten niet zonder meer als taak van EZ gezien. Dit kan namelijk op gespannen voet staan met marktwerking. Een aantal respondenten geeft in het onderzoek aan dat de recessie de natuurlijke selectie versterkt, waarin de ‘zwakke’ zelfstandigen uitvallen. Anderzijds wordt aangegeven dat ondernemen een vak is dat geleerd kan worden. De inzet van de gemeente is dan gericht op het verhogen van de kwaliteit van het ondernemerschap. 3 D.w.z. twee G4-steden en acht G32-steden. 4 Eén stad merkt op dat in het geval dat een stad speerpuntsectoren heeft, de zzp’ers vaak automatisch in beeld komen. Zo kent deze stad bijvoorbeeld de creatieve sector waar 87 procent zzp’er is. Indien de stad zich op deze sector richt kan het niet om de zzp’ers heen. 5 Een paar steden geeft aan dat ze tevreden is met het generieke beleid en dat het ook zorgt voor goede resultaten. 6 In de praktijk blijkt een grote meerderheid van de deelnemers aan de startersondersteuning zzp’er te zijn. 7 Overigens geven ook enkele steden aan dat er weliswaar verschillende initiatieven rond zzp’ers bestaan, maar dat door de huidige recessie de doelgroep kwetsbaar is. Voor goede resultaten is het wachten op economisch betere tijden.
62portret
‘Oog voor bijzondere doelgroepen’
Abdel Harchaoui, MIO Partner: ‘MIO staat voor Maatwerk In Ondernemerschap, ik begeleid startende en gevestigde ondernemers. De startende ondernemer is steeds minder vanzelfsprekend altijd een autochtone man en daar draag ik graag mijn steentje aan bij. Ik stimuleer ondernemerschap onder bijzondere doelgroepen als jongeren, ex-gedetineerden, vrouwen en allochtonen. Dat doe ik als zelfstandige, omdat ik vrijheid nodig heb om kansen te zoeken, maar aan de andere kant zoek ik partijen en partners. Daarom is het netwerk van ZZP BV voor mij erg zinvol: het biedt de mogelijkheid contacten te leggen en zaken te doen, en het verleent mij toegang bij de gemeente en andere instanties. Waarom ik in deze regio werk? Ondernemerschap is niet plaatsgebonden, maar Amersfoort biedt goede kansen aan starters en heeft oog voor de bijzondere doelgroepen. Eigenschappen die voor mij en mijn onderneming van groot belang zijn.’
hoofdstuk63
64
INTRODUCTIE
Kennisbundel ZZP en de stad
Verslag Conferentie ZZP en de stad IN VIJF JAAR TIJD IS HET AANTAL ZZP’ERS IN DE GEMEENTE AMERSFOORT VAN 3.500 BIJNA VERDUBBELD TOT 6.800. MET DEZE OPVALLENDE CIJFERS ILLUSTREERDE DR. ARJAN VAN DEN BORN, ONDERZOEKER AAN DE UNIVERSITEIT UTRECHT, DE URGENTIE VAN DE CONFERENTIE ‘ZZP EN DE STAD’ OP 21 MAART 2012. DE BETEKENIS VAN ZZP’ERS VOOR DE LOKALE ECONOMIE NEEMT STEEDS GROTERE VORMEN AAN, ZO LUIDDE DE CONCLUSIE VAN HET CONGRES, WAARVOOR DE GEMEENTE AMERSFOORT, NICIS INSTITUTE EN ELBA MEDIA DE HANDEN INEENSLOEGEN.
conferentie65
Van den Born presenteerde de cijfers na het welkomstwoord van Gert Boeve, wethouder Economie en Wonen in de gemeente Amersfoort. De onderzoeker aan de Universiteit Utrecht stelde dat de impact van de zzp´er op de regionale economie nog steeds wordt onderschat. Een panel bestaande uit Mark Roëll (voorzitter overleg Regio Amersfoort, burgemeester van de gemeente Baarn), Coen Derickx (directeur strategie & innovatie bij BMC), Paul van Heel (eigenaar heelHelder) en Sabine Verschoor (Platform Zelfstandig Ondernemen) was het grotendeels met die zienswijze eens. Wel gaven zij aan dat steeds meer gemeenten oog krijgen voor de ideeën en behoeften van de zzp’ers. Dat is ook niet verwonderlijk, want de regio wordt voor economisch succes steeds afhankelijker van deze groep. Hoe dragen succesvolle zzp’ers bij aan een sterkere lokale en regionale economie? 1. Zzp’ers zorgen door het inbrengen van hun vakkennis en flexibiliteit voor succesvolle opdrachtgevers, die als gevolg van de inhuur van een zzp’er beter renderen. 2. Zzp’ers zoeken een netwerk op, werken samen, besteden opdrachten aan elkaar uit en dragen op die manier bij aan de aanwas van nog meer zzp’ers. 3. Zzp’ers dragen bij aan de werkgelegenheid. Bij succes wordt namelijk personeel aangenomen. In het vervolg van de presentatie die Arjan van den Born verzorgde, ging hij onder meer in op de vraag of ZZP BV erin is geslaagd om grotere en sterkere lokale netwerken te creëren. Netwerken zijn immers cruciaal voor het succes van zzp’ers. Van den Born concludeerde dat dankzij ZZP BV de horizontale verbindingen tussen zzp’ers onderling waren versterkt, maar dat in de verticale verbindingen tussen zzp’ers en grote ondernemingen, regionale instellingen en de gemeente Amersfoort nog rek zit. ‘Maar het realiseren van deze verbindingen is niet altijd eenvoudig en vergt veel tijd’, wist Van den Born. Hoewel met het congres het project ZZP BV ten einde kwam, zit het met die tijd echter wel snor. De Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ) zet verschillende activiteiten van ZZP BV namelijk voort. Mede daardoor worden in de toekomst ook de verticale verbindingen op een duurzame manier in stand gehouden.
66
Kennisbundel ZZP en de stad
Smeerolie van de economie In die woorden kon Rinke Zonneveld, directeur Ondernemerschap bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie, zich prima vinden. Tijdens het in ontvangst nemen van een dummy van deze kennisbundel feliciteerde hij de gemeente Amersfoort met haar doortastende aanpak van het project. ‘Zzp’ers zijn de smeerolie van onze economie’, stelde Zonneveld. Volgens hem heeft de zzp’er in rap tempo een plek verworven in onze economie. ‘Ze zijn al lang niet meer het flexibele schilletje van grote ondernemingen dat bij bezuinigingsoperaties als eerste geslachtofferd wordt, maar zzp’ers behoren steeds vaker tot de core, het hart van het bedrijf. Flexwerkers worden niet meer onderschat. Dat ZZP BV als slogan heeft dat het het snelst groeiende bedrijf van Amersfoort is, onderstreept dit.’ DEELSESSIES Tijdens twee rondes van vier deelsessies werden de volgende thema’s besproken: Regionale samenwerking: Kansen op samenwerking in de regio voor zzp’ers. Dienstverlening: Waar hebben zzp’ers behoefte aan? Netwerkvorming: Hoe breng je zzp’ers bij elkaar? Huisvesting: Hoe werk je samen aan huisvesting voor zzp’ers? Regionale samenwerking In bijna elke gemeente en in elke wijk zijn zzp’ers zich aan het verenigen via open coffees, open beers en diverse borrels. Deze samenwerkingsverbanden zijn gebaseerd op de identiteit van de woonlocatie. Voorbeelden zijn er legio, zoals in Leusden, Maastricht, De Ronde Venen en Utrecht West. Door de gezamenlijke identiteit en de nabijheid van de locatie ontstaan soms verbanden die verder gaan dan alleen sociaal contact. Mensen gaan samenwerken en zoeken actief naar synergie. Dit zie je in onder andere Leiden en Utrecht West. Het is nog onduidelijk waarom in sommige gemeenten en wijken wel actieve samenwerkingsverbanden ontstaan waarbij opdrachten actief worden gedeeld, en waarom dit in andere wijken niet van de grond komt. Dit heeft waarschijnlijk te maken met zaken als schaalgrootte, relevantie voor elkaar en de persoonlijkheid van initiatiefnemers. Niettemin is de zzp-wereld er één van ongelofelijk veel vrijwillige netwerken op lokaal niveau. Succesvolle lokale initiatieven geven gemeenten en regio’s
conferentie69
ook de mogelijkheid om samenwerking tussen deze lokale zzp-initiatieven tot stand te brengen en te kijken waar regionale synergie te vinden is. De potentiële toegevoegde waarde van regionale samenwerkingsverbanden is erg hoog, geven de meeste partijen aan. Zo hebben regionale instellingen als het UWV behoefte aan sparringpartners op regionaal niveau en niet zozeer op lokaal niveau. De toegevoegde waarde van regionale samenwerking is in ieder geval te vinden op drie gebieden: 1. Regionale opleidingen voor zzp’ers (bijv. opleiding & ontwikkelingsfondsen). Deze regionale fondsen hebben nu geen oog voor de zzp’er. 2. Regionale financiën; aandacht voor de zzp’er vanuit regionale ontwikkelingsfondsen. De zzp’er wordt nu geheel overkeken door deze fondsen. Die investeren alleen in de grotere bedrijven. 3. Regionale netwerken om enerzijds schaalgrootte en relevantie te verkrijgen op bepaalde onderwerpen en sectoren en anderzijds om regionale aanspreekpunten te verkrijgen. Er zijn in Nederland veel instanties die regionaal georganiseerd zijn (UWV, KvK, gemeentelijke samenwerkingsregio’s, et cetera). Helaas zijn deze regio’s veelal overlappend waardoor samenwerking over het algemeen wat lastig is op te zetten. Dit geldt helemaal voor een onderwerp als zzp’ers. Tot slot is het in tijd van bezuinigingen ook lastig voor lokale bestuurders om de schaarse gelden die nodig zijn om regionaal zaken aan te pakken vrij te maken voor het versterken van regionale verbanden voor zzp’ers. Dienstverlening Op 24 november 2011 opende Ondernemersplaza Amersfoort. Margot de Bekker, directeur Ondernemersinformatie Kamer van Koophandel, vertelde tijdens haar sessie op de conferentie ZZP en de stad over het hoe en waarom. Om bij het waarom te beginnen: Ondernemersplaza verhoogt zowel de efficiency bij de Amersfoortse ondernemers, als bij de deelnemende instanties. De Bekker gaf een simpel voorbeeld: ‘We hebben het intakegesprek met de Belastingdienst geïntegreerd in ons eigen intakegesprek. Dat scheelt de startende ondernemer een bureaucratische handeling en de Belastingdienst bespaart het veel werk. De minuten die wij er per klant mee bezig zijn, krijgen we betaald van de Belastingdienst.’ Zo zijn er tal van voorbeelden waar informatie, processen en agenda’s in elkaar zijn geschoven. Veel gebeurt digitaal (op de site www.ondernemersplazaonline.nl), maar ook fysiek is de plaza zichtbaar. Het kantoor van de
70
Kennisbundel ZZP en de stad
conferentie71
Kamer in Amersfoort is namelijk verbouwd tot een flexibele werkomgeving, waar ondernemers kunnen werken, in contact met elkaar kunnen komen en met de aan de het project deelnemende partijen. Dat zijn naast de KvK en de Belastingdienst de gemeente Amersfoort, Microfinanciering/Qredits, Werkgeversservicepunt033, Werkplein Amersfoort, Taskforce Innovatie Regio Utrecht en World Trade Center Almere/Amersfoort. Vanuit het Ondernemersplaza wordt ook gewerkt aan duurzaamheid. Margot de Bekker deed daarom een oproep aan de aanwezige ondernemers om met haar in gesprek te gaan over hoe zzp’ers duurzamer kunnen werken.
merendeel van de zzp’ers in Amersfoort behoefte heeft aan een externe locatie, voornamelijk permanente kantoorruimte buiten het centrum. Deze kantoorruimtes zouden dan wel over faciliteiten als internet, nutsvoorzieningen en goede parkeergelegenheid moeten beschikken. De zzp’ers zijn bereid gemiddeld tussen de 200 en 400 euro per maand te betalen voor deze permanente locatie. Daarnaast zijn er ook zzp’ers die behoefte hebben aan flexibele werkplekken. Deze groep, die in aantal aanzienlijk minder is, wil daar maximaal 20 euro per uur voor betalen. Over flexibele werkplekken gesproken: Mariëlle Peeters wist hier veel vanaf. Zij is districtmanager stationslocaties bij Seats2Meet (S2M) op NS-station Amersfoort. Op enthousiaste wijze lichtte zij de filosofie van S2M toe. Zzp’ers bestaan volgens S2M overigens niet; het zijn zelfstandige professionals (zp’ers). En een flexplek wordt een Open Lounge genoemd, waar gelijkgestemden elkaar kunnen ontmoeten. ‘Zp’ers zoeken namelijk niet alleen flexibele huisvesting om te werken, maar ook om hun kennis en ervaringen te delen’, wist Peeters. ‘In ruil voor kennis en het toevoegen van waarde faciliteert Seats2meet die werkplekken voor zp’ers.’ De derde presentatie over huisvesting werd verzorgd door Ellen Lansink, manager bedrijfsvoering bij de ROZ Groep. In die functie is zij betrokken bij H164, een ondernemerscentrum voor sociale economie in Hengelo. De gemeente faciliteert met H164 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Startende ondernemers die bijvoorbeeld uit de WW of de bijstand komen, bieden we in H164 de kans om tegen klimmende huurprijzen een vliegende, professionele start van hun bedrijf te maken. In die zin faciliteert deze vorm van huisvesting mensen in het ontwikkelen van hun eigen kansen op sociaaleconomisch terrein’, aldus Lansink.
Netwerkvorming De sessie van Hans van Helden, voorzitter bij de Vereniging Amersfoortse Zelfstandig Ondernemers, ging over netwerken. Hij vertelde over de sessies die hij de afgelopen jaren had gegeven aan en met ondernemers. Belangrijkste les: probeer te geven. Van Helden: ‘Je moet niet alleen weten wat je nodig hebt, maar vooral wat je te bieden hebt. Alleen dan kom je tot zaken.’ Andere lessen: Netwerken mag ongeveer 10 tot 20 procent van je tijd kosten, de rest van de week moet je geld verdienen. Netwerken moet je doen vanuit strategie. Van Helden gebruikte daarvoor de metafoor van het dashboard waarop je kunt zien welke opdrachtgevers, collega’s, instanties en social media je op orde moet hebben. Om goed te kunnen netwerken moet je je verhaal in een paar minuten kunnen vertellen en je moet afscheid durven nemen als het contact niet zinvol is. Van Helden: ‘Dat is vaak lastig, maar wel aan te leren.’ Op social mediagebied kan het netwerken nog veel beter, volgens Van Helden. ‘Je moet nooit privé tweeten vanaf een zakelijk account. Dat is gewoon niet professioneel.’ Van Helden keek ook naar de toekomst. ‘We zijn bezig met perspectief #033 waarbij we duurzaamheid als bindmiddel willen gebruiken voor de Amersfoortse zzp’ers. Denk daarbij aan mvo, mobiliteit, voedsel enzovoort.’ Huisvesting Hoe werk je samen aan huisvesting voor zzp’ers? Die vraag stond centraal in de deelsessie ‘Huisvesting’, die onder leiding stond van Lian Merkx, programmaleider van het Nicis Institute. Mark Hoornweg van Inzicht Marktonderzoek trapte de sessie af. Hij presenteerde de resultaten van een onderzoek naar huisvesting onder lokale zzp’ers. Daaruit is onder meer naar voren gekomen dat het
72
Kennisbundel ZZP en de stad
‘Steuntje in de rug’ ZZP BV wordt voortgezet in VAZ, Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen. De zelfstandige ondernemers Hans van Helden en Paul van Heel zitten beide in het bestuur. Volgens Van Heel worden de projecten die onder ZZP BV zijn opgezet, grotendeels voor VAZ overgenomen. ‘We richten ons daarbij op belangenbehartiging van zzp’ers, netwerkvorming. Zo organiseren we bijvoorbeeld themabijeenkomsten.’ VAZ is een vereniging, dus afhankelijk van de contributie van leden en sponsoren. Waarom zijn de heren zo gemotiveerd om ZZP BV voort te zetten? ‘We hebben gemerkt dat veel zzp’ers een steuntje in de rug nodig hebben’, zegt Van Helden. ‘Ze beheersen vaak een professie, maar het zijn niet per se ondernemers. Denk aan de marketing van je bedrijf, de inkoop van verzekeringen, diensten en producten en de financiële rompslomp. Het belangrijkste doel van VAZ is om zelfstandige ondernemers daarin te ondersteunen én om via scholing en netwerkbijeenkomsten een impuls te geven aan innovatie.’ Paul van Heel, heelHELDER | duidelijkheid in communicatie: ‘Ik doe relatief veel complexe en omvangrijke communicatieprojecten, zoals het ontwikkelen van websites, ondersteund met evenementen of netwerkbijeenkomsten. Projecten die je in je eentje moeilijk van de grond krijgt. Door intensief samen te werken met andere zzp’ers en door gebruik te maken van het netwerk van onder meer ZZP BV ontstaat er een virtuele organisatie met creatieve teams.’
portret
73
Hans van Helden, Museumontwikkeling.nl: ‘Met mijn bedrijf bied ik musea en bezoekerscentra verschillende diensten. Wij maken onder meer publieksgerichte tentoonstellingen, zetten nieuwe musea op en ontwikkelen nieuwe concepten voor bestaande musea. Ik zeg “wij”, maar ik ben toch echt een zzp’er. Bij deze opdrachten werk ik altijd samen met andere zzp’ers, afhankelijk van de specifieke opdracht: van bedrijfskundige tot communicatie-experts en van gameontwikkelaars tot 3Dontwerpers.’
74
INTRODUCTIE
Kennisbundel ZZP en de stad
Duurzame zzp’ers: kansen voor de stad?
duurzame zzp’ers: kansen voor de stad?
75
Duurzaamheid is niet alleen een visie op de rol van de mens op deze aarde (Brundtland), maar ook een groeimarkt. Naast de P van People en Planet is de P van Profit een steeds belangrijkere rol gaan spelen, waarbij het gaat om een goede balans tussen de drie P’s. Waar ondernemingen in het verleden MVO zagen als iets dat het imago kon versterken, is MVO nu steeds meer een vanzelfsprekend element in de bedrijfsvoering. Sterker nog, duurzaamheid biedt ondernemers reële kansen. Cluster
Betekenis
Concrete invulling
People
Zorgen voor mensen
• Investeren in mensen en netwerken • Versterken sociale cohesie samenleving
Planet
Zorgen voor de planeet
• ‘Local for Local’ (o.a. streekmarkten) • ‘Groene’ initiatieven, verminderen ‘footprint’.
Profit
Zorgen voor winstgevendheid
• Winstgevendheid is nodig voor duurzaam succes
De rol van zzp’ers bij duurzaamheid Duurzaamheid is voor alle ondernemers relevant. Maar er zijn enkele zaken die de zzp’er onderscheidt van de meeste andere ondernemers, zo laat de Amersfoortse ervaring zien: 1. Veel zzp’ers zijn starters die direct duurzaam beginnen. Een goed voorbeeld hiervan is een taxibedrijf, dat direct bij de start een elektrische auto aanschaft. 2. Zzp’ers zijn vaak flexibeler en kunnen daarom sneller de bedrijfsvoering verduurzamen. 3. Er is een groot en groeiend aantal ‘groene’ consultants. Deze duurzaamheidsexperts maken vaak onderdeel uit van de Einstein generatie. Ze hebben een werkwijze waarbij kansen vaak snel, flexibel en efficiënt worden opgepakt. 4. Extreme innovaties worden, ook op het gebied van duurzaamheid, vaker geïnitieerd door kleinere ondernemers. Zij worden immers niet gehinderd door de remmende werking van het verleden. Zij hebben wel moeite met het in de markt zetten van deze innovaties. 5. Zzp’ers hebben de neiging (te) weinig te investeren. Dat kan op termijn leiden tot minder duurzaamheid van de zzp’ers omdat kennis en kunde veroudert. 6. Zzp’ers dragen relatief veel bij aan publieke MVO initiatieven. Zij stellen gratis kennis en kunde beschikbaar voor de gemeenschap.
76
Kennisbundel ZZP en de stad
Kansen voor duurzaam ondernemen 1. Er zijn veel lokale initiatieven en netwerken gericht op duurzaamheid, maar deze initiatieven en netwerken zijn vaak versplinterd. Het bundelen van deze netwerken en initiatieven op verschillende platformen is belangrijk. Kraamkamers van duurzame initiatieven komen op en combineren meerdere thema’s zoals huisvesting, kennis, netwerken en dienstverlening. Innovaties van zzp’ers krijgen hiermee betere kansen om door te groeien. 2. Local-for-local stimuleren, bijvoorbeeld door het stimuleren van lokale opdrachtgevers en lokale zzp’ers om elkaar te vinden. Ook de overheid als regionale opdrachtgever zou meer naar de beschikbaarheid en kwaliteit van lokale zzp’ers moeten kijken. Dat pleit voor een verdere ontwikkeling van marktplaatsen voor opdrachten van lokale overheden. Amersfoortse voorbeelden De gemeente Amersfoort zet zich in om de stad duurzamer, groener en schoner te maken. Duurzame Ontwikkeling is dan ook één van de speerpunten in het coalitieakkoord van het college van B&W. Daarbij wordt nadrukkelijk samenwerking gezocht met partijen uit de stad. In Amersfoort zijn vanuit ondernemers al verschillende initiatieven ontstaan, waarvan sommige specifiek door of voor zzp’ers. • De Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen (www.vaz-amersfoort.nl) organiseert in 2012 een aantal grote netwerkbijeenkomsten, waarbij het thema duurzaamheid een vast onderdeel is. Hierbij komen wisselende onderwerpen aan bod, zoals streekvoeding of mobiliteit. • De Amersfoortse organisatie One Planet (www.oneplanet.org) heeft het initiatief genomen voor de groene herontwikkeling van een oud kantoorgebouw tot multifunctioneel centrum voor duurzaamheid: het EcoCenter. Een zakelijke en duurzame werkomgeving met vaste kantoorruimtes en flexibele werkplekken voor zzp’ers. Het EcoCenter kan gaan fungeren als kraamkamer van duurzame initiatieven en zorgen voor succesvolle duurzame netwerken. • Ook is er in de stad een groei te zien van ‘groene consultants’ als www.duurzaamheidsetiket.nl, die kleinschalige bedrijven adviseren op het gebied van duurzaam ondernemen.
duurzame zzp’ers: kansen voor de stad?
77
78
Kennisbundel ZZP en de stad
GERT BOEVE De lessen van ZZP BV Amersfoort ZZP’ERS STAAN SAMEN STERKER, ZO OPENT MINISTER VERHAGEN VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW & INNOVATIE DEZE KENNISBUNDEL. DAAR SLUIT IK ME VAN HARTE BIJ AAN. HET WAS OOK ÉÉN VAN DE DRIJFVEREN VOOR GEMEENTE AMERSFOORT OM EEN PROJECT VOOR ZZP’ERS TE STARTEN ONDER DE NOEMER: ZZP BV, MET 4500 INDIVIDUELE ONDERNEMERS HET GROOTSTE BEDRIJF VAN AMERSFOORT! ZONDER DE STEUN VAN HET MINISTERIE WAREN WE DIT PROJECT OOK GESTART, MAAR DAN WAS ER MINDER RUIMTE GEWEEST OM IN TE SPELEN OP INITIATIEVEN VAN ZZP’ERS.
nawoord79
Het traject van ZZP BV was bijzonder. Samen met partners als de Kamer van Koophandel Gooi-, Eem- en Flevoland, HU Amersfoort, Woningcorporatie Portaal, Woningcorporatie De Alliantie, Syntens, Agentschap NL, Stichting Discover, Het Netwerkkantoor en De NetwerkOnderneming hebben we uitgevonden wat wel en wat niet aansloot bij de behoefte van de zzp’ers in Amersfoort. We zijn begonnen met een ZZP Roadshow in alle wijken van de stad, om de specifieke behoeften van zzp’ers te inventariseren. Dat hielp ons het programma verder aan te scherpen. Het gevolg was dat het aantal projecten groeide en ook de opbrengst groter was. In deze kennisbundel heeft u meer kunnen lezen over de resultaten van die inspanningen. Misschien wel het meest aansprekende resultaat is de oprichting van de Vereniging Amersfoortse Zelfstandigen (VAZ), op initiatief van Amersfoortse zzp’ers. ZZP BV stopt, maar de VAZ neemt het stokje over. Daarmee worden veel activiteiten op het gebied van belangenbehartiging, netwerken, kennisdeling en scholing voor zzp’ers voortgezet. Met de inspirerende en drukbezochte conferentie ‘ZZP en de stad’ en deze kennisbundel, sluiten we ZZP BV als programma af. Ruim 150 professionals uit alle hoeken van ons land kwamen naar Amersfoort om kennis over zzp’ers te delen en ervaringen uit te wisselen. Professionals die net als Amersfoort het steeds grotere belang van deze groep voor de (lokale) economie herkennen. In 2009 begon ik het project met een uitspraak die nogal wat reacties uitlokte: ‘Van de 10.000 bedrijven in Amersfoort, zijn bijna 5.000 zzp’er. En als de helft daarvan één medewerker in dienst neemt, dus zmp’er wordt - zelfstandige met personeel - is dat een groei van 2.500 banen.’ Nog steeds hoop ik dat degenen die hun zzp-schap zien als startende onderneming, uitgroeien tot het bedrijf dat zij wensen. Wat ik ook heb geleerd van onze ervaringen binnen het project ZZP BV is dat zzp’ers niet perse zmp’er hoeven te worden om bij te dragen aan een groei van de (lokale) economie. Goede, sterke netwerken zorgen voor nieuwe vormen van samenwerking en een flexibele manier van werken. En daarmee is zelfstandig ondernemerschap naar mijn mening bij uitstek iets van deze tijd. Gert Boeve Wethouder Economie en Wonen, Zorg en Welzijn Gemeente Amersfoort
80
Kennisbundel ZZP en de stad
Deze ZZP Kennisbundel is een uitgave op initiatief van de gemeente Amersfoort. Het is samengesteld en uitgegeven als afsluiting van het project ZZP BV. ZZP BV is uitgevoerd door de gemeente Amersfoort in samenwerking met de volgende netwerk- en kennispartners: Kamer van Koophandel Gooi-, Eem- en Flevoland, HU Amersfoort, Woningcorporatie Portaal, Woningcorporatie De Alliantie, Syntens, Agentschap NL, Stichting Discover!, Het Netwerkkantoor en De NetwerkOnderneming. Gezamenlijke uitgave van: Gemeente Amersfoort Stadhuisplein 1 3811 LM Amsersfoort www.amersfoort.nl
Nicis Institute Laan van Nieuw Oost Indië 300 2593 CE Den Haag www.nicis.nl
Elba Media Stadring 2 3811 HR Amersfoort www.elbamedia.nl
Hoofdredacteur Vakredacteur Eindredacteur Bijdrage van
Jan-Willem Wesselink Mieke Naus Rudi Engel Ruud Dorenbos van Nicis Institute
Onderzoek
Arjan van den Born van Universiteit Utrecht www.bornto.nl
Vormgever
Akimoto ontwerpt www.akimoto.nl
Fotograaf
Roelof Pot www.roelofpot.nl
Meer informatie
www.zzpbv.nl
© 2012 Gemeente Amersfoort Deze uitgave bevat informatie die met de meeste zorgvuldigheid is samengesteld. Gemeente Amersfoort, noch andere bij de uitgave betrokken partijen, zijn aansprakelijk voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van in deze uitgave opgenomen informatie. Meningen die worden geuit in deze uitgave zijn niet per se gelijk aan de mening van de gemeente Amersfoort, noch van de andere bij