UITGANGSPUNTENRAPPORT Reconversie site Suikerfabriek Zuidburgweg Veurne
COLOFON Opdracht: Uitgangspuntenrapport Suikerfabriek Veurne Zuidburgweg Veurne Opdrachtgever: Intercommunale W.V.I. Baron Ruzettelaan 35 8000 Brugge
Opdrachthouder: Antea Belgium nv Poortakkerstraat 41 9051 Sint-Denijs-Westrem T : +32(0)3 221 55 00 F : +32 (0)3 221 55 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001
Identificatienummer: 2241993005/shu Datum:
status / revisie:
13 september 2012
rapport / revisie 02
Vrijgave: Eddy Lodewyckxr, Contract Manager Controle: Stijn Huyghe, senior adviseur Projectmedewerkers: Stijn Huyghe, senior adviseur
Antea Belgium nv 2012 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.
INHOUD 1
OPDRACHTOMSCHRIJVING ........................................................................ 2
1.1 OMSCHRIJVING VAN DE WERKEN ..................................................................................... 2 1.2 OMSCHRIJVING VAN DE STUDIE ....................................................................................... 1 1.2.1 UITGANGSPUNTENRAPPORT..................................................................................... 1 1.2.2 VOORONTWERP TECHNISCH BOUWPROGRAMMA ........................................................ 1 1.2.3 ONTWERP............................................................................................................. 1 1.2.4 OPENBARE AANBESTEDING ...................................................................................... 1 1.2.5 LEIDING VAN DE WERKEN ........................................................................................ 1 2
INVENTARISATIE........................................................................................ 3
2.1 HUIDIGE TOESTAND ..................................................................................................... 3 2.2 HISTORIEK VAN DE SITE ................................................................................................. 4 2.3 BESTAANDE CONSTRUCTIES .......................................................................................... 21 2.4 KADASTRALE GEGEVENS .............................................................................................. 22 2.5 LEIDINGEN EN KABELS ................................................................................................. 24 2.6 OPMETINGEN (TOPOGRAFISCH, BATHYMETRISCH EN WATERSTANDEN) ................................... 25 2.7 GEOLOGIE ............................................................................................................... 29 2.7.1 TERTIAIR ............................................................................................................. 29 2.7.2 QUARTAIR .......................................................................................................... 30 2.7.2.1
Informatiebronnen ...................................................................................................................30
2.7.2.2
Getijdengebied of wad.............................................................................................................32
2.7.2.3
Beschrijving quartaire geologie...............................................................................................33
2.8 GEOTECHNISCH ONDERZOEK......................................................................................... 37 3
BIJKOMENDE ONDERZOEKEN................................................................... 41
3.1 OPMETING .............................................................................................................. 41 3.2 GEOTECHNISCH ONDERZOEK......................................................................................... 41 3.2.1 FASE 1: GRONDONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN VOORONTWERP .................................. 41 3.2.1.1
Wonen 2 ..................................................................................................................................42
3.2.1.2
Industrie 1................................................................................................................................48
3.2.1.3
Wonen 1 ..................................................................................................................................56
3.2.2 FASE 2 ............................................................................................................... 62 3.3 CAMERA ONDERZOEK ................................................................................................. 62 4 4.1 4.2 4.3 4.4
UITGANGSPUNTEN EN RANDVOORWAARDEN.......................................... 63 RUIMTELIJK ONTWERP ................................................................................................ 63 ZETTINGSCRITERIA ..................................................................................................... 64 WATERSTANDEN ....................................................................................................... 65 GEOTECHNISCHE PROFILERING ...................................................................................... 65
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 1
BIJLAGEN BIJLAGE 1
FOTOREPORTAGE
BIJLAGE 2
BATHYMETRIE BEKKENS
BIJLAGE 3
WATERSTANDEN BEKKENS
BIJLAGE 4
VOORSCHRIFTEN SONDERINGEN
BIJLAGE 5
VOORSCHRIFTEN BORINGEN
BIJLAGE 6
VOORSCHRIFTEN PEILBUIZEN
BIJLAGE 7
RUIMTELIJK ONTWERP
BIJLAGE 8
GEOLOGIE
BIJLAGE 9
INFO STADSARCHIEF
BIJLAGE 10
GEOLOGISCHE BOORBESCHRIJVING
BIJLAGE 11
ADVIES RESTZETTINGEN
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 2
Bijlagen
Hfdst 4
Hfdst 3
Hfdst 2
Hfdst 1
REVISIEBEHEER Rev 00
Rev 01
27/04/2012
27/06/2012
Rev 02
§1.1
Omschrijving van de werken
Oorspronkelijke versie
Gedetailleerdere uitwerking
§1.2
Omschrijving van de studie
Oorspronkelijke versie
Gedetailleerdere uitwerking
§2.1
Huidige toestand
Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
§2.2
Historiek van de site
Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
§2.3
Bestaande constructies
Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
§2.4
Kadastrale gegevens
Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
§2.5
Leidingen en kabels
Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
§2.6
Opmetingen
Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
§2.7
Geologie
Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
§2.8
Geotechnisch onderzoek
Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
§3.1
Opmeting
§3.3
Geotechnisch onderzoek
§3.5
Camera onderzoek
§4.1
Ruimtelijk ontwerp
§4.2
Zetiingscriteria
Oorspronkelijke versie
§4.2
Waterstanden
Oorspronkelijke versie
§4.3
Geotechnische profilering
Oorspronkelijke versie
1
fotoreportage
Reportage 20/04/12
2
Bathymetrie bekkens
Plannen GeoXYZ
3
Waterstanden bekkens
5/11/09 → 3/02/11
4
Voorschriften sonderingen
Richtlijnen afd. Geotechniek
5
Voorschriften boringen
Richtlijnen afd. Geotechniek
6
Voorschriften peilbuizen
Richtlijnen afd. Geotechniek
7
Ruimtelijk ontwerp
plan
8
Geologie
Artikels geologie
9
Info Stadsarchief
Oorspronkelijke versie
10
Geologische boorbeschrijving
Oorspronkelijke versie
11
Advies restzettingen
Oorspronkelijke versie
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
Verwerking bijkomende gegevens
Oorspronkelijke versie Oorspronkelijke versie
Verwerking bijkomende gegevens
Verwerking bijkomende gegevens
Oorspronkelijke versie
Reportage 20/06/12 bijgevoegd
pagina 1
Rev 03
Rev 04
Rev 05
DEEL 1
UITGANGSPUNTENNOTA
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 1
1
Opdrachtomschrijving
1.1
Omschrijving van de werken Pg 2 bestek Voorbereidend grondverzet in functie van de definitieve ruimtelijke bestemming van de site.
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 2
1.2
Omschrijving van de studie
1.2.1
Uitgangspuntenrapport Het uitgangspuntenrapport vormt de basis voor alle verdere studies. Het wordt samengesteld onder leiding van SHU en wordt gedurende de opdracht aangepast en aangevuld op basis van de meest recentste info. In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de besteksspecificaties aangaande het uitgangspuntenrapport Besprekingen met de opdrachtgever (bestek Deel II §1.1.1)
Inventarisatie basisgegevens
(1)
Geografische ligging (bestek Deel II §1.1.1) typedwarsprofielen (bestek Deel II §1.1.1) Buffering (bestek Deel II §1.1.1) Verkenningen ter plaatse (bestek Deel II §1.1.1) & fotoreportage (bestek Deel II §1.1.2) •
Reeds beschikbare fotoreportages bundelen
•
Aanduiden locatie foto’s op overzichtsplan.
Verwerken van de gegevens uit de opmetingsplannen die desgevallend door de WVI ter beschikking gesteld worden. (bestek Deel II §1.1.3) Nutsleidingen: (bestek Deel II §1.2.1)
Technische specificaties
Opstellen
Bijkomende onderzoeken
Het uitvoeren van bijkomend benodigde opmetingen zijn ten laste van de ontwerper (bestek Deel II §1.1.3) Geotechnisch (bestek Deel II §1.1.4)
terreinproeven Labo
De ontwerper geeft ten laatste bij het bevel tot opmaak van het ontwerp een schatting van het aantal uit te voeren boringen en analyses conform de geldende regelgeving van het grondverzet en past deze aan bij eventuele latere wijzigingen (bestek Deel II §1.7) Camera onderzoek (bestek Deel II §1.1.4)
De laboratoriumproeven en grondonderzoeken die noodzakelijk zijn om de ontwerper toe te laten alle nodige werken en leveringen in zijn ontwerp te voorzien, geschieden na overleg met en zijn ten laste van de WVI (bestek Deel II §1.2.3)
(1)
In het bestek word de inventarisatie van onderstaande beschikbare gegevens niet vermeld Historiek van de site Bestaande constructies Origineel bodempeil van alle bekkens Geotechnisch onderzoek Geologie Grondwaterstanden en waterstanden in bekkens Kadastrale gegevens milieuhygiënisch
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 1
1.2.2
Voorontwerp Technisch bouwprogramma In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de besteksspecificaties aangaande het voorontwerp Algemene toelichtingsnota
Voorlopige berekeningsnota’s hydraulische verantwoording voorgestelde buffering (bestek Deel II §1.1.5)
(bestek Deel II §1.1.5)
Voorlopige berekeningsnota’s omvang bouwprogramma (bestek Deel II §1.1.1)
plannen
Grondplan overeenkomstig opmetingen, ontwerpgegevens (bestek Deel II §1.1.5)
aangevuld
met
summiere
Lengteprofielen en relevante dwarsprofielen (bestek Deel II §1.1.5) Richtinggevend budget
Globale raming der werken, desgevallend bijkomend opgesplitst op uitdrukkelijk verzoek van de WVI (bestek Deel II §1.1.5)
(bestek Deel II §1.1.1) Termijnen (bestek Deel II §1.1.1)
Onderstaande studies worden bij de beschrijving van het voorontwerp niet vermeld in het bestek •
Geotechnische studies (vb grondverbetering, dijken, …)
•
Milieuhygiënische studie
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 1
Ontwerp In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de besteksspecificaties aangaande het ontwerp
Milieuhygiënisch
De ontwerper dient te onderzoeken op welke plaatsen er bodem dient uitgegraven en/of aangebracht te worden. Hierbij worden de bijhorende volumes bepaald (bestek Deel II §1.7) Aanduiding voorziene bewerkingen op plannen (bestek Deel II §1.7)
rioleringen Uitgravingen voor
Grondverzet
Baankoffer bouwconstructies …
Toelichtings- & berekeningsnota’s
ophogingen De ontwerper geeft ten laatste bij het bevel tot opmaak van het ontwerp een schatting van het aantal uit te voeren boringen en analyses conform de geldende regelgeving van het grondverzet en past deze aan bij eventuele latere wijzigingen (bestek Deel II §1.7) Na aanstelling van een bodemsaneringsdeskundige verleent hij zijn medewerking bij het opstellen van het zoneringsplan en het daaruitvolgend technisch verslag. (bestek Deel II §1.7) De ontwerper dient de gegevens uit het technisch verslag te verwerken en het grondverzetdossier te integreren in het ontwerp. Eventuele wijzigingen aan het ontwerp ten gevolge van besluiten van het technisch verslag worden uitgevoerd zonder recht op bijkomende vergoedingen (bestek Deel II §1.2.4) Hydraulisch
Hydraulische berekening van de buffervoorzieningen (bestek Deel II §1.2.1) Dimensionering van de pompstations en persleidingen (bestek Deel II §1.2.1)
Plannen voorzien van de voor de uitvoering nodige
1.2.3
stabiliteittechnisch
Verantwoording van de stabiliteit van de funderingen & van het ter plaatse gestort beton indien van toepassing, zonder de wapeningsplannen (bestek Deel II §1.2.1)
infrastructuur
Wegomleggingen en fasering (minder hinder)
V&G
Daarnaast dient de ontwerper de maatregelen zoals voorzien in het veiligheids- en gezondheidsplan te implementeren in het ontwerp in samenspraak met de veiligheidscoördinator ontwerp (bestek Deel II §1.2.4)
Grondplannen (bestek Deel II §1.2.1) Lengte- en dwarsprofielen (bestek Deel II §1.2.1) Detailplannen (bestek Deel II §1.2.1) Tekeningen van kunst en bouwwerken indien van toepassing (bestek Deel II §1.2.1) bekistingsplannen van ter plaatse gestort gewapend beton indien van toepassing (bestek Deel II §1.2.1) Specifieke bijhorigheden (bestek Deel II §1.2.1)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 1
aanbestedings
definitieve besteksteksten
Administratieve bepalingen (bestek Deel II §1.2.1)
(bestek Deel II §1.3)
Technische bepalingen (bestek Deel II §1.2.1)
De beschrijvende en samenvattende opmeting van de werken (bestek Deel II §1.2.1) Inschrijvingsformulier (bestek Deel II §1.2.1)
technische documenten nodig voor het aanvragen van de vereiste vergunningen
Gedetailleerde raming der werken, desgevallend bijkomend opgesplitst op uitdrukkelijk verzoek van de WVI (bestek Deel II §1.2.1) Dossier aanvraag stedenbouwkundige vergunning (bestek Deel II §1.2.7) •
Situatieplannen
•
Gewestplan
•
Grondplannen kunstwerken
•
Bespreking project
•
fotoreportage
Dossier Kap- en sloopvergunningen (bestek Deel II §1.2.7) Overige machtigingsdossiers (bestek Deel II §1.2.7) •
werken aan waterlopen
•
werken NMBS-terrein
•
werken aan gewest- of provinciewegen
•
vergunning polderbestuur
Onderstaande studies worden bij de beschrijving van het ontwerp niet vermeld in het bestek •
Geotechnische studies (vb grondverbetering, dijken, …)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 1
1.2.4
Openbare aanbesteding In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de besteksspecificaties aangaande de begeleiding bij de openbare aanbesteding
Verlenen van de nodige hulp in verband met het uitschrijven van de openbare aanbesteding, het verschaffen van aanvullende inlichtingen om aan de inschrijvers de mogelijkheid te bieden hun offerte op te maken, evenals het bijwonen en de verslaggeving van de aanbesteding (bestek Deel II §1.3) Onderzoek en nazicht van de inschrijvingen (bestek Deel II §1.3) Het opstellen ten behoeve van de wvi van een gemotiveerd verslag over de aanbesteding en mbt de technische varianten, die door de inschrijvers worden voorgesteld, met voorstel van toewijzing en verantwoording. Het verstrekken van advies inzake ingediende prijsverantwoordingen en motiveringen (bestek Deel II §1.3) Het opstellen ten behoeve van de wvi van een berekeningsnota van de op te vragen borgstrellingen aan de weerhouden inschrijver (bestek Deel II §1.3)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 1
Leiding van de werken In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de besteksspecificaties aangaande de leiding der werken
Nazicht van het tracé van de werken (bestek Deel II §1.4.1)
Technisch: integreren van uitvoeringen van uiteenlopende werkzaamheden in functie van hun onderling verband (bestek Deel II §1.4.2) Chronologisch: vastleggen van een rationele volgorde van studies en werken; opvolgen en toezien op de naleving van algemene planning van bij de aanvang van de werken (bestek Deel II §1.4.2)
(1)
(bestek Deel II §1.4.3)
Controle van de uitvoering en vordering der werken op de werf
Algemene leiding
Op eenvoudig verzoek van de wvi verstrekt de ontwerper de uitzetgegevens van de infrastructuurwerken aan de door de wvi aangestelde landmeter
Begeleiding, coördinatie en toezicht op eventuele aanpassingswerken aan nutsleidingen in overleg met de WVI en de betrokken nutsmaatschappijen en de rapportage hieromtrent (bestek Deel II §1.4.6) Tijdens de uitvoering begeleidt, controleert en coördineert de ontwerper de grondbewegingen, alsook de administratieve afhandeling van het grondverzetdossier (bestek Deel II §1.7) Instaan voor naleving of het doen naleven van de regelgeving inzake veiligheid en gezondheid op de bouwplaatsen in samenspraak met de veiligheidscoördinator-verwezenlijking
Nazicht van de plannen, detailschema’s berekeningsnota’s, enz. opgesteld door de aannemer of zijn leveranciers, en toetsing aan de besteksvoorwaarden (bestek Deel II §1.4.3) Het opmaken van de vereiste verrekeningen verantwoordingsnota’s (bestek Deel II §1.4.4) beproevingen en keuringen van materialen en werken
en
bijhorende
plannen
en
Bepaling van het programma (bestek Deel II §1.4.3) beoordeling van de resultaten (bestek Deel II §1.4.3) opstellen van een proces-verbaal (bestek Deel II §1.4.3)
Het beleggen, voorbereiden en leiden van coördinatie- & periodieke werfvergaderingen met verslaggeving aan de betrokken partijen, en telkens als de WVI dit nodig acht (bestek Deel II §1.4.3) Al de inbreuken op de bepalingen en voorwaarden van het aannemingscontract worden door de ontwerper vastgesteld bij proces-verbaal. Hij betekent die processen-verbaal binnen de 8 dagen aan de aannemer en zendt binnen dezelfde termijn een afschrift naar de WVI (bestek Deel II §1.4.13). Ingeval, tijdens de uitvoering van de werken, deze moeten geschorst worden, dient de ontwerper dienaangaande onmiddellijk verslag in bij de WVI dat gebeurlijk het bevel tot schorsing der werken aflevert. Aldus wordt evenens te werk gegaan voor het hervatten der werken (bestek Deel II §1.4.14). Voorafgaandelijk controle van het geheel der uitvoering (bestek Deel II §1.4.8).
V o o
1.2.5
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 1
Nazicht van het as-builtdossier. Het as-builtdossier wordt op het einde van de werken door de aannemer aan de WVI afgeleverd. De ontwerper ziet voorafgaandelijk het as-builtdossier na en toetst het naar layout en inhoud aan voorschriften uit onderhavig bestek. Hij stelt een nota terzake op. De as-builtinformatie en de nota van de ontwerper zijn uiterlijk één week voor de voorlopige oplevering door de aannemer in te dienen bij de WVI (bestek Deel II §1.4.7). Bijwonen van de voorlopige oplevering van de werken (bestek Deel II §1.4.8). Opstellen proces-verbaal van vaststelling met het oog op de voorlopige oplevering (bestek Deel II §1.4.8). Nazicht eindvorderingsstaat, controle van de in rekening gebrachte hoeveelheden en het opstellen van een verslag ter zake binnen de 20 kalenderdagen na ontvangst van de ingediende stukken (bestek Deel II §1.4.9). Opstellen documenten behorende bij eindafrekening (bestek Deel II §1.4.10).
Staat der werken in min en meer Nota betreffende uitvoeringstermijn Overzicht van proefresultaten en attesten
Controle van de onderhouds- en herstellingswerken gedurende de waarborgtermijn (bestek Deel II §1.4.11). Controle en nazicht van de proeven, eventueel vereist tussen voorlopige en definitieve oplevering (bestek Deel II §1.4.11). Bijwonen van de voorlopige oplevering van de werken (bestek Deel II §1.4.11).
(1)
In het bestek, deel II, §1.4.11 wordt de rol van de leidende ambtenaar toegelicht. Er wordt wel nergens gespecificeerd of de leidende ambtenaar door het ontwerpbureau moet aangeleverd worden
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 2
2
Inventarisatie
2.1
Huidige toestand Op onderstaande foto is de te beschouwen site aangeduid (begrenzing volgens rode streepjeslijn)
De site staat uit: bekkens die grotendeels onder water staan
Bekkens 1,3,4,10,11,14,15,16,17,18,19,20,21a & 21b
Bekkens opgevuld tot boven freatisch oppervlak
Bekkens 2,6,7,8,9,12,13,21c,21d,22,23 & 24
Tussenliggende zones (1)
Zones A, B, C
(1) In Bijlage 1 is een fotoreportage toegevoegd.
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 3
2.2
Historiek van de site 1
Kleiputten tbv steenbakkerij. •
Op de militaire stafkaart van 1911 is er nog geen sprake van de Brikkerijstraat en de omringende kleiputten op de desbetreffende site.
•
Uit de bouwaanvraagdossiers beschikbaar in het stadsarchief van Veurne (Bijlage 9) volgt •
de steenbakkerij was gesitueerd in de Rodestraat zoals aangegeven op onderstaande foto.
•
“de putten door het uitgraven gemaakt, dienen zonder uitstel gevuld, ten einde te beletten dat er moerassen zouden gevormd worden”
•
de ontgonnen terreinen situeren zich voornamelijk thv zone A en bekkens 1, 2, 3 & 8
•
Het stadsarchief beschikt over een bouwvergunningdossiers voor de steenbakkerij van 1938, wat er op wijst dat de steenbakkerij toen nog in dienst was
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 4
2
Slib-bezinkingsputten tbv suikerfabriek Conform “Masterplan Suikerfabriek Veurne” en bevestigd door Dhr G Cloet (werkzaam als landbouwingenieur bij de Suikerfabriek) verkocht de steenbakkerij de desbetreffende site in 1920 aan de suikerfabriek. In 1969, 1974, 1980, 1981 & 1984 heeft de suikerfabriek bijkomende percelen industriegrond aangekocht van de WVI. In het milieuvergunningdossier voor de bekkens daterend van 1985 (Bijlage 9) wordt volgende beschreven •
Situatie van voor 1985
•
Bestemming verschillende bekkens
•
Beknopt beschrijving van de uitvoeringswijze van de bekkens
In het bouwvergunningdossier voor “het maken van een bergingsput met het doel de gronden afkomstig van het reinigen van de suikerbieten er in op te slaan” daterend van 1990 (Bijlage 9) wordt volgende beschreven •
Situatie van voor 1990
•
uitvoeringstekeningen van de bekkens (incl waterdicht scherm)
Volgens G. Cloet (oud werknemer Suikerfabriek) de
•
voldeed het voorziene waterdicht scherm niet en werd een 2 uitgevoerd
•
werd de uitgegraven grond gebruikt bij de aanleg van een naburige autosnelweg
In het artikel “tidal crevasse sp)lays as the cause of rapid changes in the rate of aggradation in the Holocene tidal deposits of the Belgian Coastal Plain” van C. Baeteman, D.J. Beets & M. Van Strydonck (Bijlage 8) wordt de geologie van de wanden van de bergingsput beschreven. C. Baeteman van de Belgisch Geologische Dienst had bovendien nog een aantal additionele gegevens over de toenmalige studie beschikbaar (foto’s, schets van de uitgevoerde bergingsput, …). 3
Op 22/12/2005 sloot de suikerfabriek haar deuren
4
Eind 2007 kocht de WVI de site
5
In 2009 werden de gebouwen van de voormalige Suikerfabriek afgebroken
Voor verder informatie wordt verwezen naar •
Stadsarchief van Veurne (bouwvergunnings- & milieuvergunningsdossiers)
•
nationaal geografisch instituut (NGI)
•
Gilbert Cloet (oud werknemer suikerfabriek)
•
Belgisch Geologische Dienst (BGD)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 5
Volgende topografische kaarten en luchtfoto’s geven een overzicht weer van de evolutie van de site in de loop der jaren.
Vandermaelen (1846-1854) •
Geen putten aanwezig op de site
Militaire stafkaart 1878 •
ten westen is er sprake van “Four à chaux”
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
Militaire stafkaart 1860 •
ten Noordwesten is er sprake van “Puits”
Militaire stafkaart 1885 •
ten Noordwesten is er sprake van “Puits”
pagina 6
Militaire stafkaart 1911 •
Idem vorige
Luchtfoto 1948 •
Brikkerijstraat & fabriek aanwezig
•
Grondverzet thv zone A
•
Grondverzet thv bekkens 1 & 2 (gedeelteklijk)
•
Grondverzet thv bekkens 8 (gedeelteklijk) & 9
Topografische kaart 1965 Luchtfoto 1952
•
Bekken 8, 9
•
Grondverzet thv zone A & bekken 1 & 2 (gedeelteklijk)
•
Bekken 15, 22 & 23
•
Grondverzet thv bekkens 8 & 9
•
Spoorweg tss zone A & bekken 1
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 7
Luchtfoto 1974 •
Bekken 7 (zonder afschuining Noordwesten), 15 → 20 (18 & 19 vormen 1 bekken) & 22→23
•
Bekkens 21c & 21d
•
Bekken 24 gedeeltelijk tpv bekkens 10 & 11
Topografische kaart 1967 •
Idem vorige
Topografische kaart 1977 •
Bekkens 5 & 6
•
Bekkens 21a & 21b (vormen 1 geheel)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
Topografische kaart 1978 •
Idem vorige
pagina 8
Foto Suikerfabriek 1 (tss 1978 & 1985) •
Bekken 2 (volledig)
•
Bekken 10 (gedeeltelijk)
•
Bekkens 21a & 21b vormen 1 bekken
Plan Milieuvergunning 1985 •
Bekken 3 & 4
•
Bekken 14
Foto Suikerfabriek 2 (tss 1985 & 1988) •
Idem vorige
Luchtfoto 1988 •
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
Bekken 12, 13
pagina 9
Luchtfoto 2000
Bestaande toestand bouwaanvraag bergingsput 1990
•
Bekken 10 & 11 (NW-dijk bovenop slib?)
•
Afschuining hoek bekken 7 (dijk bovenop slib?)
Luchtfoto 2005 •
Compartimentering Bekken 12
•
Scheiding tussen bekken 18 & 19 (dijk bovenop slib?)
•
Afschuining hoek bekkens 12 & 13 (dijk bovenop slib?)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 10
Foto’s Suikerfabriek 3 (tss 2005 & 2009) •
Scheiding tss bekkens 21a & 21b
Luchtfoto 2009 •
Idem vorige
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 11
In onderstaande tabel wordt de ontstaansgeschiedenis per bekken weergegeven Zone A
•
op het bouwvergunningplan voor de aanleg van een elektriciteitskabel tbv de steenbakkerij is de zone aangeduid als “terrain à exploiter”
•
op luchtfoto 1948 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
Op topografische kaart 1965: spoorweg tss zone A & bekken 1
•
Cfr kadastergegevens vermeld op opmetingsplan 08076 van landmeter Jan Maes (2008) betreft strook naast dijk van bekken 1 een spoorwegbedding
•
Foto 1 (tss 1978 & 1985): sporen van grondverzet (waarschijnlijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
Zone B
•
op luchtfoto’s 1988→ 2005: sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
Zone C
•
Volgens milieuvergunningplan 1985 betreft dit een weide
•
op luchtfoto’s 2000: sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
op het bouwvergunningplan voor de aanleg van een elektriciteitskabel tbv de steenbakkerij is de zone aangeduid als “terrain à exploiter”
•
op luchtfoto 1948 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
op luchtfoto 1974 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
Vanaf topografische kaart 1978contouren cfr huidige situatie
•
Volgens milieuvergunningplan 1985 betreft dit een decantatiebekken
•
Tot in de jaren 1990 werd het spoelwater van de bieten in bekken 1 (“de driehoek”) geloosd (G.Cloet)
•
Bekken werd jaarlijks leeggemaakt. verkocht.
•
Bij het ledigen werd soms ook de grond onmiddellijk onder het origineel maaiveld gedeeltelijk verwijdert waardoor de bodem van het bekken een stuk lager ligt dan oorspronkelijk maaiveld
•
op luchtfoto 1948 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
Op topografische kaart 1965 Zuidelijke helft herkenbaar
•
Op foto 1 (tss 1978 & 1985) contouren cfr huidige situatie
•
Volgens milieuvergunningplan 1985 betreft dit een decantatiebekken
•
Tot in de jaren 1990 was dit de overloop van bekken 1 (bezinking van kleinere fracties)
•
Oorspronkelijk bovenop origineel maaiveld (G. Cloet)
1
2
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
Gedeeltelijk ontwaterd slib werd terug aan boeren
pagina 12
3
4
5
6
7
8
•
Vanaf Milieuvergunning 1985 •
contouren cfr huidige situatie
•
decantatiebekken
•
waterbekken (afvoer warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (cfr G. Cloet)
•
Oorspronkelijk bovenop origineel maaiveld
•
Vanaf Milieuvergunning 1985 •
contouren cfr huidige situatie
•
decantatiebekken transportwater
•
waterbekken (afvoer warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (cfr G. Cloet)
•
Oorspronkelijk bovenop origineel maaiveld
•
Vanaf topografische kaart 1977 contouren cfr huidige situatie
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt voor slib (cfr G. Cloet)
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een vlotbekken
•
Soms nog gebruikt als waterbekken (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (cfr G. Cloet)
•
Vanaf topografische kaart 1977 contouren cfr huidige situatie
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt voor slib (cfr G. Cloet)
•
Soms nog gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (cfr G. Cloet)
•
op luchtfoto 1948 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
op luchtfoto 1974 contouren cfr huidige situatie muv afgeschuinde Zuidwestelijke hoek
•
vanaf luchtfoto 2005 contouren cfr huidige situatie
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt voor slib (cfr G. Cloet)
•
Soms nog gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (cfr G. Cloet)
•
op luchtfoto 1948 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
op luchtfoto 1952 bekkens aanwezig
•
Vanaf topografische kaart 1965 contouren cfr huidige situatie
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt voor slib (cfr G. Cloet)
•
Soms nog gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (cfr G. Cloet)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 13
9
10
•
op luchtfoto 1948 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
op luchtfoto 1952 bekkens aanwezig
•
Vanaf topografische kaart 1965 contouren cfr huidige situatie
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt voor slib (cfr G. Cloet)
•
Soms nog gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (cfr G. Cloet)
•
op luchtfoto 1974
•
•
•
•
NW-gedeelte onderdeel van bekken (contouren komen niet overeen met huidige contouren)
•
ZO-gedeelte: sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
op foto 1 (tss 1978 & 1985) •
NW gedeelte uitgegraven (contouren komen niet overeen met huidige contouren)
•
ZO gedeelte is voetbalveld tot 30/06/1990 (zie bouwvergunning 1990).
milieuvergunning 1985 •
NW gedeelte uitgegraven (contouren komen niet overeen met huidige contouren)
•
een decantatiebekken
bouwvergunning 1990: aanleg bergingsput tpv bekkens 10 & 11 •
desbetreffende zone werd voor de uitvoering van bekken 10 gebruikt als bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten
•
Voor de uitgraving werd eerst een waterdicht scherm aangebracht tot op ±13m onder MV ste
de
•
1
•
Vanaf luchtfoto 2000 contouren cfr huidige situatie
•
Bekkens 10 & 11 werden als 1 put uitgegraven in den droge. De uitgegraven gronden werden gebruikt voor de aanleg van een naburige snelweg (zie volgende figuren)
•
Overloop van bekken 11
waterdicht scherm bleek niet te voldoen ⇒ 2 scherm werd aangebracht (G. Cloet)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 14
11
•
•
op luchtfoto 1974 •
NW-gedeelte onderdeel van bekken (contouren komen niet overeen met huidige contouren)
•
ZO: sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
op foto 1 (tss 1978 & 1985) •
•
Gedeeltelijk voetbalveld tot 30/06/1990 (zie bouwaanvraag 1990)
bouwvergunning 1990: aanleg bergingsput tpv bekkens 10 & 11 •
desbetreffende zone werd voor de uitvoering van bekken 11 gebruikt als bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten
•
Voor uitgraving werd eerst waterdicht scherm aangebracht tot op ±13m onder MV ste
de
•
1
•
Vanaf luchtfoto 2000 contouren cfr huidige situatie
•
Bekkens 10 & 11 werden als 1 put uitgegraven in den droge. De uitgegraven gronden werden gebruikt voor de aanleg van een naburige snelweg (zie volgende figuren)
•
Begin jaren 90 kwam het spoelwater van de bieten hier in terecht
•
Water werd geroerd om te vermijden dat grove fractie zou bezinken bij lozingspunt en kleinere fracties in suspensie zouden blijven
waterdicht scherm bleek niet te voldoen ⇒ 2 scherm werd aangebracht (G. Cloet)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 15
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 16
Westelijk talud put bekken 10 & 11
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 17
???
Zuidelijk talud bekken 11 12
13
•
op luchtfoto 1974 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
Vanaf luchtfoto 1988 contouren cfr huidige situatie muv afgeschuinde hoek tss bekken 12 & 13
•
Vanaf luchtfoto 2005 contouren cfr huidige situatie
•
Aangelegd bovenop origineel maaiveld
•
Het gedeeltelijk bezonken slib uit bekken 11 werd vervolgens in bekken 12 gestort (G. Cloet)
•
bekken 12 werd onderverdeeld in compartimenten zodanig dat met een standaard kraan alle uitgedroogde slib in het bekken kon worden verwijderd. De compartimenteringsdijken (zie foto 3 tss 2005 & 2009) werden aangelegd door Debrabander en bestaan voornamelijk uit bouwafval. (G. Cloet)
•
op luchtfoto 1974 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
Vanaf luchtfoto 1988 contouren cfr huidige situatie muv afgeschuinde hoek tss bekken 12 & 13
•
Vanaf luchtfoto 2005 contouren cfr huidige situatie
•
Op foto 3 (tss 2005 & 2009) heel wat sporen van grondverzet
•
Aangelegd bovenop origineel maaiveld (G. Cloet)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 18
14
15
16
17
18
19
•
milieuvergunningsplan 1985 •
contouren cfr huidige situatie
•
bekken voor stockagewater
•
Aangelegd bovenop origineel maaiveld
•
Gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (G. Cloet)
•
Vanaf topografische kaart 1965 (contouren cfr huidige situatie)
•
Aangelegd bovenop origineel maaiveld (G. Cloet)
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor stockagewater
•
Gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (G. Cloet)
•
Vanaf luchtfoto 1974 contouren cfr huidige situatie
•
Aangelegd bovenop origineel maaiveld (G. Cloet)
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit •
een decantatiebekken (volgens bijgevoegde lijst)
•
sproeibekken condensorwater (plan)
•
Gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (G. Cloet)
•
Oever bestond gedeeltelijk uit damplanken (werden nadien verwijdert iov WVI) (G. Cloet)
•
Vanaf luchtfoto 1974 contouren cfr huidige situatie
•
Aangelegd bovenop origineel maaiveld (G. Cloet)
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor stockagewater
•
Gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker) (G. Cloet)
•
Oever bestond gedeeltelijk uit damplanken (werden nadien verwijdert iov WVI) (G. Cloet)
•
Vanaf luchtfoto 1974 (bekken 18 & 19 vormen nog 1 geheel)
•
Vanaf luchtfoto 2005 scheiding tussen bekkens 18 & 19
•
Aangelegd bovenop origineel maaiveld
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor stockagewater
•
Gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker)
•
Oever bestond gedeeltelijk uit damplanken (werden nadien verwijdert iov WVI)
•
Vanaf luchtfoto 1974 (bekken 18 & 19 vormen nog 1 geheel)
•
Vanaf luchtfoto 2005 scheiding tussen bekkens 18 & 19
•
Aangelegd bovenop origineel maaiveld (G. Cloet)
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor stockagewater
•
Gebruikt als waterbekkens (warm water dat vrijkomt bij productie suiker)
•
Oever bestond gedeeltelijk uit damplanken (werden nadien verwijdert iov WVI) (G. Cloet)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 19
20
21a
21b
21c
21d
22
23
24
beek
•
op luchtfoto 1948 sporen van grondverzet (mogelijk bovengrondse opslagplaats van gronden afkomstig van het reinigen van suikerbieten)
•
Vanaf luchtfoto 1974 contouren cfr huidige situatie
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt (G. Cloet)
•
Op topografische kaart 1977 vormen bekken 21 a & 21b 1 geheel
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor “watergaswasser”
•
Vanaf foto 3 (tss 2005 & 2009) scheiding tss 21a & 21b
•
Gebruikt voor onder meer het lozen van het afvalwater van kalkverwerking (G. Cloet)
•
Op topografische kaart 1977 vormen bekken 21 a & 21b 1 geheel
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor “watergaswasser”
•
Vanaf foto 3 (tss 2005 & 2009) scheiding tss 21a & 21b
•
Gebruikt voor onder meer het lozen van het afvalwater van kalkverwerking (G. Cloet)
•
Vanaf luchtfoto 1974 contouren cfr huidige situatie
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor “condensorwater”
•
Gebruikt voor onder meer het lozen van het afvalwater van kalkverwerking (G. Cloet)
•
Vanaf luchtfoto 1974 contouren cfr huidige situatie
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor “kaolw”
•
Gebruikt voor onder meer het lozen van het afvalwater van kalkverwerking (G. Cloet)
•
Vanaf topografische kaart 1965 contouren cfr huidige situatie
•
Volgens milieuvergunningsplan 1985 betreft dit een bekken voor “stockagewater”
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt (G. Cloet)
•
Vanaf topografische kaart 1965 (contouren cfr huidige situatie)
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt (G. Cloet)
•
op luchtfoto 1974: 2 bekkens (contouren komen niet overeen met huidige contouren)
•
op luchtfoto 2000 contouren cfr huidige situatie
•
Laatste 40 jaar niet meer gebruikt (G. Cloet)
•
Door de firma Santens werd regelmatig textielverf geloosd in de beek (G. Cloet)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 20
2.3
Bestaande constructies Desbetreffende studie beperkt zich tot de zone van de bezinkingsbekkens. De enige constructies op het projectgebied betreft een klein gebouw thv zone A waarvan niet geweten is of dit nog een functie heeft, en een schaapstalling thv zone C.
Foto 1: klein gebouw thv zone A
Foto 2: schaapstalling thv zone C
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 21
2.4
Kadastrale gegevens
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 22
In onderstaande tabel vind je een overzicht van de kadastrale gegevens van de percelen van de beschouwde site volgens Plannr 08076 (2008) oppervlakte kadasternr
aard
kadaster
Plannr 08076 (1)
121 G4
weiland
5851
5192
147 B
weiland
18052
18076
147 D
weiland
13059
13090
148 C
weiland
5220
5174
148 D
weiland
910
910
149 A
weiland
11200
11190
149 B
bouwland
10070
9886
150 C
weiland
22636
22698
184 L
weiland
20235
20235
185 B
weg
2262
3203
189 A
bouwland
13160
13141
191
bouwland
12130
12422
194 B
bouwland
8758
8755
195 B
bouwland
3060
3034
196 B
bouwland
3300
3031
196 S
weiland
43669
43788
196 W
weiland
80000
80921
211 F
bouwland
20
20
213 F
bouwland
1538
1544
213 G
bouwland
376
378
214 D
bouwland
9500
9516
215 A
bouwland
35825
34322
216 B2
bouwland
20600
20336
217 M4
garages
114
119
217 Y4
bedrijf
78874
76277
218 F
bouwland
12975
10541
218 S
bouwland
9296
9950
219 N
bouwland
17530
17531
220 Y6
bouwland
5120
5132
(1)
Plan opgemaakt door Landmeter-expert Jan Maes
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 23
Leidingen en kabels Op 08/03/2012 werden d.m.v. KLIP-KLIM aanvragen de leidingen van volgende maatschappijen opgevraagd voor de desbetreffende site
KLIM
2.5
Aquafin N.V.
Zie plan 5002-02
Belgacom
Zie plan 5002-02
Eandis
Zie plan 5002-02
Infrabel I-I zone Gent
nvt
IWVA
Zie plan 5002-02
Mil.be
nvt
Stad Veurne
Zie plan 5002-02
Syntigo/B-telecom
nvt
Telenet N.V.
Zie plan 5002-02
TMVW
nvt
Vlaamse Overheid, aWV, aET
nvt
VMW West-Vlaanderen
Zie plan 5002-02
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 24
2.6
Opmetingen (topografisch, bathymetrisch en waterstanden) Volgende opmetingen zijn ter beschkking gesteld van Antea Jaar van uitvoering
Uitgevoerd door
Plan 08076
2008
Landmeter-expert Jan Maes
Projectnr 0824-007
2009-2011
GeoXYZ
(1)
In Bijlage 2 zijn de plannen van de opmeting van de verschillende bekkens toegevoegd evenals de resultaten van de prikproeven
In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van welke informatie er beschikbaar is over de oorspronkelijke uitgravingdiepte en over de dikte van de aanwezige sliblaag voor de bekkens binnen de te beschouwen zones
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 25
Slib waterpeil
Huidige
bodempeil
Hoogte
Onderkant
dijken
slib
[mTAW ]
[mTAW ]
[mTAW ]
[m]
Bepaling
[−]
toestand A
grasveld
/
≈+3.30
/
/
B
grasveld
/
≈+4.30
/
/
C
grasveld
/
???
/
/
???
???
/
/
/ 7 prikproeven (3 )
beek 1
Vijver
3.22 → 3.65
≈+2.50
≈+6.80
-0.34 → +1.52
2
Grotendeels opgevuld
???
≈+3.70
≈+6.80
???
3
Vijver
3.20 → 3.65
≈+2.70
≈+7.00
+0.80 → +2.15
6 prikproeven (3 )
4
Vijver
3.04 → 3.27
≈+2.50 à 3.10
≈+7.50
+1.43 → +2.17
3 prikproeven (3 )
5
Vijver
3.85
≈+2.50
≈+6.00
???
6
Grotendeels opgevuld
???
≈+5.10
≈+6.00
???
7
Grotendeels opgevuld
???
≈+5.20 à 6.10
≈+6.00
???
8
Volledig opgevuld
/
≈+5.80
≈+6.80
???
9
Volledig opgevuld
/
≈+5.00
≈+6.80
???
10
Vijver
-1.26 → -0.22 (2 )
≈-2.70
≈+3.60
-2.90 → -2.60
10 prikproeven (3 )
11
Grotendeels opgevuld
0.03 → -0.30 (2 )
≈ -0.50 à +0.40
≈+3.60
-2.84 → -1.30
6 prikproeven (3 )
12
Grotendeels opgevuld
3.52
≈+3.80
≈+5.50
???
13
Grotendeels opgevuld
3.35
≈+3.40
≈+5.50
???
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 26
Slib waterpeil
Huidige
bodempeil
Hoogte
Onderkant
dijken
slib
Bepaling
[mTAW ]
[mTAW ]
[mTAW ]
[m]
[−] 8 prikproeven (3 )
toestand 14
Vijver
3.26 → -3.39
≈+2.40 à +3.50
≈+5.50
+1.62 → +2.33
15
vijver
4.12 → -4.17
≈+3.70 à +4.20
≈+6.20 à +7.20
???
16
Vijver
2.65 → -2.96
≈+1.50
≈+5.20 à +6.00
???
17
Vijver
3.52 → -3.75
≈+2.50
≈+5.20 à +6.00
???
18
Vijver
3.54 → -3.79
≈+3.20
≈+5.00 à +6.00
???
19
Vijver
3.53 → -3.79
≈+2.50
≈+5.00 à +6.00
???
20
Vijver
3.58
≈+2.10
≈+5.00
???
21a
Vijver
???
???
≈+5.00
???
21b
Vijver
3.46 → -3.49
≈+2.60
≈+5.00
???
21c
Grotendeels opgevuld
???
???
≈+5.00
???
21d
Grotendeels opgevuld
/
???
≈+5.00
???
22
Grotendeels opgevuld
/
???
≈+7.00
???
23
Grotendeels opgevuld
/
???
≈+7.00
???
24
Grotendeels opgevuld
/
???
???
???
2.25 (4 )
???
Beek (zie volgende figuren)
(1)
Er zijn slechts beperkt gegevens beschikbaar over de waterstanden in de verschillende bekkens. In Bijlage 3 werden de opgemeten waterstanden bijgevoegd opgemeten tussen 5/11/09 & 3/02/11
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 27
(2)
De waterstand in bekkens 10 & 11 is een 3-tal meter lager dan de waterstand in de overige bekkens. ste
Bekken 10 & 11 zijn ten behoeve van de uitgraving in den droge echter omringd door 2 waterdichte schermen (1 de zijn waarna een 2 waterdicht scherm aangebracht werd) wat het grote verschil gedeeltelijk verklaart.
(3)
scherm bleek niet volledig waterdicht te
De prikproeven werden uitgevoerd door GeoXYZ (Projectnr 0824-007) Door de natuurlijke aanwezigheid van zeer slappe lagen (q c ≈ 0Mpa ) , is de grens tussen de slibaanvulling en de natuurlijke bodem mbv de uitgevoerde prikproeven niet altijd nauwkeurig te bepalen en betreffen de resultaten van de prikproeven slechts een indicatie van de slibdikte
(4)
Tpv aansluiting op riolering Nijverheidsstraat
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 28
2.7
Geologie
2.7.1
Tertiair De relevante Tertiaire lagen ter plaatse van de site van de Suikerfabriek bestaat uit •
KoMo: Lid van Moen: Grijzige kleiige silt tot klei
•
KoAa: Lid van Aalbeke: donkergrijze zware klei met glimmers
•
TtKo: lid van Kortemark: groengrijze zware klei, weinig silthoudend
In onderstaande figuur worden de isohypsen van de top van het tertiair weergegeven
In onderstaande figuur wordt de opbouw van het tertiair over de beschouwde zone (tussen 2 rode lijnen) weergegeven
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 29
2.7.2
Quartair
2.7.2.1 Informatiebronnen Lithoprofielkaart van de quartaire afzettingen In onderstaande figuren wordt onder andere de variatie van de dikte van de quartaire lagen over de site weergegeven
GH
Getijdenafzettingen (mariene estuariene) van het Holoceen
en
ELPw
Eolische afzettingen (zand tot silt) van het Weichseliaan (Laatpleistoceen), mogelijk vroeg Holoceen Silt in het zuidelijk gedeelte van Vlaanderen
HQ
Hellingsafzettingen van het quartair
FLPw
Fluviale afzettingen van Weichseliaan (laat-pleistoceen)
De dikte van het quartair varieert van ≈25m in het Noorden naar 10 à 15m in het Zuiden
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 30
het
Bodemkaart De bodemkaart is in vergelijking met de lithoprofielkaart van de quartaire afzettingen op meer boringen gebaseerd, maar de boringen hebben wel een beperkte diepte (≈1.5m) en komen hierdoor in veel gevallen niet eens tot in de veenlaag. In onderstaande figuur worden volgende zones weergegeven •
Roze: OG1: uitgebrikte gronden (ontginning van de polderklei voor de vervaardiging van bakstenen)
•
Geel: OV1: uitgeveende gronden
Artikel uit “Quaternary International 56 (1999)”: Tidal crevasse splays as the cause of rapid changes in the rate of aggradation in the Holocene tidal deposits of the Belgian Coastal plain” Onderhavig artikel betreft een geologische beschrijving van de grondopbouw van de taluds van de ontgraving die in een later stadium werd omgevormd tot bekkens 10 & 11 (zie Bijlage 8Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 31
2.7.2.2 Getijdengebied of wad
De getijgeulen brengen bij vloed het zeewater geladen met fijn zand en klei via de zeegaten het getijdengebied of wad binnen. Bij eb stroomt het water terug zeewaarts. De geulen komen per definitie echter nooit droog te liggen. subtidaal
Getijdengeul
De quartaire geologie van de Vlaamse kustvlakte wordt voornamelijk gekenmerkt door wadden of getijdengebieden bestaande uit verschillende afzettingsmilieus (uit “toelichtingstekst bij de lithoprofielkaart van de quartaire afzettingen” van Filip Van Beirendonck & “onstaansgeschiedenis van onze kustvlakte” van Cecile Baeteman)
Naarmate het getijgebied hoger opgeslibd raakt, vermindert het overstromingsgebied en gaat er minder water door de geul waardoor deze op zijn beurt gaat opvullen en verlanden en evolueren naar een slikke De slikke is het typische waddengebied dat afwisselend droog en onder water komt te liggen (intertidaal)
Interrtidaal gebied: Slikke
Waddengebied
• Worden dagelijks tweemaal door vloed overspoeld • Vallen min of meer droog bij laagwater Bij iedere overspoeling wordt en zeer dun laagje sediment (overwegend kleiig) afgezet (zeer dunne ritmische gelaagdheid) Nabij de hoogwaterlijn komt slib voor, nabij de laagwaterlijn zijn de sedimenten hoofdzakelijk zandig. De slibzone gaat via een overgangszone (gemengd wad) geleidelijk over in de zandige zone De slikken bezitten een zeer rijke bodemfauna (o.a. schelpdieren) zandwad
Nabij de getijdengeulen of dicht bij de zee waar de getijdenstroming wat harder tekeer gaat wordt iets grover materiaal afgezet, nl fijn zand
Shorre (of kwelder) en kreken
Kleinschalig kriskrasgelaagdheid opgebouwd door stroomribbels
Kustveenmoeras
Gemengd wad
Flasergelaagdheid, golvende gelaagdheid, lenticulaire gelaagdheid en een gelaagdheid opgebouwd uit een snelle afwisseling van zand & slib
Slikwad
Gelamineerd slib met dunne zandige interacties
Het supratidaal gebied (boven hoog waterlijn) wordt enkel nog overspoeld bij springvloed of bij extreem hoge waterstanden en bestaat uit:
• Schorren: eilandjes met intense begroeiing die bij overspoeling de fijne sedimentdeeltjes gaan vangen • Kreken: lagere delen waar het water blijft in- & uitstromen bij eb & vloed Wanneer de schorre samen met de kreken hoog genoeg zijn opgeslibd, worden ze nagenoeg nooit meer overstroomd door het getij. Daardoor komt een dunne zoetwaterlens in de ondergrond tot stand en ontwikkeld er zich een kustveenmoeras
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 32
2.7.2.3 Beschrijving quartaire geologie Algemeen
Zoals duidelijk zichtbaar is op bovenstaande foto van het zuidelijk talud van bekken 11, is de grondlagenopbouw zowel in horizontale als in verticale richting zeer heterogeen. Hieronder wordt een beknopt overzicht gegeven van de quartaire geologie gebaseerd op •
“toelichtingstekst bij de lithoprofielkaart van de quartaire afzettingen” van Filip Van Beirendonck
•
“onstaansgeschiedenis van onze kustvlakte” van Cecile Baeteman
•
“Tidal crevasse splays as the cause of rapid changes in the rate of aggradation in the Holocene tidal deposits of the Belgian Coastal plain” van Cecile Baeteman
Quartair Pleistoceen De vorming van de ijskappen ging gepaard met hevige noordelijke winden. Door de barre kou was een beschermende plantengroei afwezig en werden de gletsjereroderende producten zand & stof door de noordelijke winden ver naar het zuiden vervoerd. Het zand werd dicht bij de grond vervoerd en afgezet in de vorm van een pleistocene dekzandlaag die ook in de desbetreffende site kan teruggevonden worden.
Pleistoceen
Het pleistoceen (<10000 jaar) werd gekenmerkt door een opeenvolging van glacialen (ijstijden en interglacialen. Gedurende de glacialen trad een sterke daling van de zeespiegel op, ten gevolge van het ontstaan van gletsjers op het noordelijk halfrond. Hierdoor viel een groot deel van de Noordzee droog en domineerde een sterke winderosie Gedurende interglacialen werden grote hoeveelheden sediment aangevoerd door de belangrijkste rivieren. Weichseliaan
Laatste ijstijd
Eemiaan
tussenijstijd
Saaliaan
Voorlaatste ijstijd
Eburoniaan Tigliaan Praetigliaan
Tijdens de voorlaatste ijstijd, de Saale ijstijd (128000→238000 jaar geleden) vormde zich een ijsmeer tussen de ijskappen in het noorden en een richel in het zuiden ter hoogte van de straat van Dover (Gibbard 2007). Het peil van dit meer was vergelijkbaar met het huidig gemiddeld zeeniveau. Het Rijn-Maas systeem mondde
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 33
uit in dit meer en vormde een delta. Aan het einde van de ijstijd steeg het niveau van het meer zo sterk dat de richel in de straat van Dover doorbrak en het meer leeg liep. Grote rivieren sneden zich diep in en zochten hun weg richting de straat van Dover. Tijdens de daaropvolgende tussenijstijd, het Eem (128000→116000 jaar geleden) verbeterde het klimaat drastisch. De ijskappen smolten verder af en de zeespiegelstijging zette zich door. Tijdens de zeespiegelstijging van het Eem, overstroomde de zee de vroegere ingesneden valleien, die veranderden in estuaria bestaande uit en systeem van meanderende getijdengeulen, omgeven door schorren en slikken. Met het stijgen van het zeeniveau verplaatste het estuarium zich steeds verder stroomopwaarts in de richting van de Vlaamse vallei. Ook de kustlijn migreerde landwaarts. Toen de zeespiegel tijdens het Eem zijn maximum niveau bereikte, vergelijkbaar met het huidig niveau, lag de kustlijn ongeveer 7km landinwaarts van de huidige kustlijn (nabij Brugge). Een groot deel van de Vlaamse vallei veranderde in een estuarium baai Er zijn sterke aanwijzingen dat de sedimentatie tijdens het Eemiaan terrasgewijs plaatsvond. De sedimentatie per terras eindigde met wadafzettingen. Deze afzettingen worden gekarakteriseerd door fijn tot zeer grof zand met weinig tot zeer veel schelpen en grind en met plaatselijk kleilagen. Ongeveer 116000 jaar geleden brak de laatste ijstijd, de Weichsel ijstijd aan. Door ijsuitbreiding daalde het zeeniveau opnieuw en weldra lag de Noordzee droog. In onze streken werd het klimaat koud en zeer vochtig (verbruggen et al 1991). Dit veroorzaakte andermaal een diepe insnijding van de Vlaamse Vallei rivieren. Op het einde van de ijstijd, 25000 jaar geleden, werd het klimaat zeer koud en droog wat weinig plantengroei toeliet. Windactiviteit overheerste en vroegere rivierafzettingen werden opgewaaid tot dekzandruggen
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 34
Quartair Holoceen (laatste 10000 jaar)
125009500 voor heden
Na de laatste ijstijd, bij de start van het Holoceen, verbeterde het klimaat. In die periode (ongeveer 12500 jaar geleden) drong het stijgende water het zuidelijk deel van de Noordzee opnieuw binnen. Aanvankelijk plantte de getijdengolf zich als een gedempte golf voort in noordelijke richting langs de Belgische kust. Door het verbreden van het bekken naar het noorden toe en door het remmende effect van de ondiepe Noordzee, nam de getijdenamplitude zeer snel af weg van de straat van Dover. Dat resulteerde in kleine verschillen tussen hoog- en laagwaterniveau in bijna de gehele zuidelijke Noordzee(getijdenamplitude <2m). Omdat de stijgende zeespiegel ook het grondwaterniveau omhoog stuwde veranderde de vegetatie in de laag gelegen gebieden geleidelijk aan in een zoetwatermoeras waarin zich dood plantenmateriaal opstapelde in de vorm van veen, gekend als basisveen (Baeteman 2007)
95009000 voor heden
Door het stijgende zeeniveau werd het Noordzeebekken dieper. Het getij ondervond hierdoor minder remming en kon de Zuidelijke Noordzee verder binnendringen. Zo’n 9500 kaar geleden was het bekken groot genoeg voor de vorming van golven aan zijn oostelijke kust, die op hun beurt een kustbarrière van zandige eilanden deden ontstaan. Achter deze kustbarrière ontwikkelde zich een waddengebied.
90007500 voor heden
Door sterke stijging van de zeespiegel (≈7m/100 jaar) reikten de getijdengeulen steeds verder landwaarts met als gevolg dat de slikken zich gingen uitbreiden over het basisveen en de voormalige schorre op zijn beurt landwaarts opschoof.
75005500
1
voor heden
55004800 voor heden
De algemene verhoging van de zeespiegel leidde tot een aanzienlijke landwaartse verschuiving van het getijdengebied samen met de afzetting van een bijna 10m dik pakket zand en klei in de omgeving van de getijdengeulen ste
vertraging van de zeespiegelstijging
• Ontstaan van zoetwatermoerassen juist achter de schorre (verlandingsvenen) • De verminderde zeespiegelstijging bleef het gebied domineren en de zones in de nabijheid van de getijdengeulen werd opgehoogd door zand en klei afzetting • Hierdoor kwamen de verlandingsvenen lager te liggen waardoor de getijdengeulen zich verplaatsten naar de veengebieden en deze opnieuw veranderden in wad • De door de getijdengeul verlaten gebieden veranderden in slikke, schorre en zoetwatermoeras Dit mechanisme van opvulling heeft ertoe geleid dat de afzettingen van de kustvlakte uit deze periode hoofdzakelijk bestaan uit een afwisseling van wadsedimenten met veenlaagjes (verlandingsveen) die zowel lateraal als verticaal sterk variëren de
2 vertraging van de zeespiegelstijging De zeespiegelstijging bleef afzwakken waardoor ze haar stuwende kracht verloor waardoor de veengebieden steeds uitgebreider werden en langer standhielden. Tegen 4800jaar geleden was nagenoeg de hele vlakte omgevormd tot kustveenmoeras Dit veen wordt het oppervlakteveen genoemd en heeft een dikte van 1 à 2m.
48001400 voor heden
Einde van de veengroei Ten gevolge van een aantal factoren drong het getij via de getijdengeulen de vlakte weer binnen waardoor het veen aan de randen van de getijdengeulen erodeerde, ontwaterde en ging inklinken (veen klinkt ongeveer 2 maal meer in dan klei en 20 keer meer dan zand). Hierdoor steeg de komberging van de geul waardoor er meer water door de geul stroomde en deze zich steeds dieper verticaal insneed. Hierdoor werden de onderliggende gronden tpv de geulen tot op grote diepte herwerkt en opnieuw in de geul afgezet samen met brokken veen. Uiteindelijk beïnvloedde
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 35
het netwerk van geulen het gehele kustveenmoeras Het veen kwam na verloop van tijd grotendeels in subtidale positie te liggen met een minimuum aan sedimentatie. Omdat een groot volume aan sediment noodzakelijk was om de geulen op te vullen werden de getijdendelta’s en de kustbarrière geërodeerd. Dit leidde tot een landwaartse verschuiving van de kustlijn. 14001200 voor heden
Pas 1400 à 1200 jaar geleden was een evenwicht bereikt tussen het toenmalig zeeniveau, de aanvoer van sediment en de komberging. De getijdengeulen kwamen in intertidale positie (opvullingsfase) waardoor het grootste deel van de vlakte evolueerde naar slikke en schorre. Door de heel zwakke zeespiegelstijging werd geen nieuwe bergingsruimte meer gecreëerd, waardoor de geulen de sedimenten van de opvullingsfase en van het aangrenzend wad ondiep erodeerden en lateraal gingen migreren. Dit verklaart de variaties in de sedimenten die het oppervlakteveen bedekken. In de streek rond Veurne gebeurde de finale verlanding van een geul pas 600 jaar geleden. Dit betekend dat in het projectgebied tijdens de middeleeuwen nog altijd sediment werd afgezet in het schorgebied
1200 → heden
Indijking van de kustvlakte (menselijke activiteiten) Door de indijking verkleinde de komberging van de resterende opengebleven getijdengeulen, waardoor het stormvloedniveau in de geulen aanzienlijk toenam. De waterafvoer werd verzorgd via het graven van een drainagesysteem bestaande uit grachten en sluizen (dit betrof ondiepe drainagesystemen waardoor het veen niet droog kwam te staan). Dit veroorzaakte nklinking van de bovenste klei-afzettingen. (onderliggende veen was reeds gecompacteert in voorgaande fasen). De met zand gevulde getijdegeulen kwamen toen in reliëf te staan. Ook de intense veenuitgravingen van de Middeleeuwen hadden hetzelfde effect. Historisch goed gedocumenteerde overstromingen tgv dijkdoorbraak werden verkeerdelijk geïnterpreteerd als de Duinkerke III-transgressie. Ze werden echter door menselijke activiteiten veroorzaakt
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 36
2.8
Geotechnisch onderzoek Volgend Grondonderzoek is beschikbaar op de beschouwde site: Rapport
Sonderingen
Lippens 0713914
S1-S8
Devlieger S11.1020
S1-S5
Boringen
peilbuizen
B1→B2
Terra index
P4000→P4002
GEO 73/196 (1)
SVII SXII
GEO 69/258 (1)
SIV → SVI
GEO 62/3384 (1)
S5 S8→11
Kb19d50e (1)
B176 B191 B194 B226 B232
(1)
Afkomstig van Databank Ondergrond Vlaanderen
(2)
Bijlage 3: Resultaten peilbuismetingen
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 37
Op basis van het beschikbaar grondonderzoek werden 3 geotechnische langsprofielen (onderlinge tussenafstand = 200m) verdeeld over de site opgesteld. (zie plan 224199 5002-01)
Zeer heterogeen. Grote verschillen tussen dicht bij elkaar gelegen sonderingen
Langsheen Nijverheidsstraat
Profiel 1
Zo liggen GEO 69/258 SIV (uitgevoerd voor aanelg bekkens) & Devlieger S4 amper 14m van elkaar maar wijken sterk van elkaar af (zie onderstaande figuur)
Oorspronkelijke grondopbouw bestaat waarschijnlijk uit slappe klei- & veenlagen. Er zijn geen draagkrachtige zandlagen aanwezig.
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 38
Zeer heterogeen. Grote onderlinge verschillen tussen de verschillende sonderingen.
Tpv overgang van industriegebied naar natuur
Profiel 2
Zo ligt de top van de kleihoudende zandlaag in de sonderingen Lippens S5 & S4 en GEO 62/3384-S8 aanzienlijk hoger (top op ≈ +0.50mTAW ) in vergelijking met de overige sonderingen en de zandlaag is ook veel dikker (d > 8m ) .
Oorspronkelijke grondopbouw bestaat waarschijnlijk uit slappe klei- & veenlagen met daaronder een kleihoudende zandlaag. Onder deze laag is een tertiaire kleilaag aanwezig tot op zeer grote diepte (>70m).
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 39
Doorheen woonzone1 & 2 & woonenclave Brikerijstraat & woonzone 2
Profiel 3
Zeer heterogeen. Grote onderlinge verschillen tussen de verschillende sonderingen (vb Lippens S1 & S2)
Oorspronkelijke grondopbouw bestaat waarschijnlijk uit slappe klei- & veenlagen met daaronder een losse kleihoudende zandlaag. Onder deze laag is een tertiaire kleilaag aanwezig tot op zeer grote diepte (>70m).
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 40
3
Bijkomende onderzoeken
3.1
Opmeting De beschikbare opmetingen beslaan de ganse site. Bijkomende opmetingen waren bijgevolg niet nodig Op basis van de beschikbare opmetingen werd een digitaal terreinmodel opgebouwd van de huidige toestand van de site. Daar waar nodig werden een aantal additionele fictieve hoogtepunten ingevoerd teneinde een model te bekomen die zo dicht mogelijk aansluit bij de bestaande toestand.
3.2
Geotechnisch onderzoek Ten behoeve van het bouwrijp maken van de site dient een grondmechanisch onderzoek uitgevoerd te worden •
Er is nagenoeg geen info beschikbaar over het verloop van het oorspronkelijk bodempeil van de uitgraving noch over de dikte en opbouw van het aanwezige aanvulmateriaal. ste Daarom werd in 1 instantie voorgesteld om een aantal elektrische sonderingen met een piëzokonus (de onderzijde van het slib is mogelijks herkenbaar op de grafiek met de waterspanningen) uit te voeren, verdeeld over de verschillende bekkens teneinde een eerste grove inschatting te kunnen maken van de aanwezige hoeveelheden slib en de volumes van het benodigd grondverzet
•
Ten behoeve van een correcte dimensionering van de benodigde maatregelen nodig voor het bouwrijp maken van de site, dient de variatie van de ondergrond zeer goed in beeld gebracht te worden.
Het grondonderzoek zal bij voorkeur gefaseerd uitgevoerd worden:
3.2.1
Fase 1a
CPT’s en boringen verspreid over zone Wonen 2
Fase 1b
CPT’s en boringen verspreid over zone Industrie 1
Fase 1c
CPT’s en boringen verspreid over zone Wonen 1
Fase 1d
CPT’s en boringen verspreid over zone Industrie 2
Fase 2
Fase 1 van het grondonderzoek betreft een minimum programma en dient in fase 2 vervolledigd te worden op basis van de grondonderzoeksresultaten van fase 1
Fase 1: grondonderzoek ten behoeve van voorontwerp Voor het voorontwerp wordt volgend minimaal benodigd grondonderzoek voorgesteld
n CPTU
n boring
Wonen 2
14
4
Industrie 1
21
6
Wonen 1
11
4
Industrie 2 Som
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 41
3.2.1.1 Wonen 2 Grondonderzoeksprogramma Er is nagenoeg geen info beschikbaar over het verloop van het oorspronkelijk bodempeil van de uitgraving noch over de dikte en opbouw van het aanwezige aanvulmateriaal. Daarom wordt voorgesteld om een aantal elektrische sonderingen met een piëzokonus (de onderzijde van het slib is mogelijks herkenbaar op de grafiek met de waterspanningen) verdeeld over de verschillende bekkens uit te voeren. De sonderingen dienen uitgevoerd te worden conform de voorschriften van Bijlage 4 .
CPT
In onderstaande tabel de specificaties van de uit te voeren sonderingen Type conus
CPTE & CPTU (1)
Locatie
W2-CPT01 (E)
31443
197011
W2-CPT02 (E)
31545
197002
W2-CPT03 (E)
31649
197010
W2-CPT04 (U)
31657
197038
W2-CPT05 (U)
31680
197067
W2-CPT06 (E)
31697
197089
W2-CPT07 (E)
31578
197112
W2-CPT08 (E)
31493
197122
W2-CPT09 (E)
31437
197069
W2-CPT10 (U)
31514
197037
W2-CPT11 (U)
31588
197024
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 42
W2-CPT12 (U)
31630
197083
W2-CPT13 (U)
31575
197083
W2-CPT14 (U)
31500
197064
Te bereiken diepte
Tot in de tertiaire klei.
Refusal-criteria
200kN (eventueel 150 kN) (3 )
interval
20mm
registratie
parameters •
resultaten
q c : conusweerstand
•
f s : lokale kleef
•
R f : wrijvingsgetal (rekening houdend met tussenafstand tss registratie q c & f s )
•
u : poriënwaterspanningen
•
i : helling
•
Waargenomen GW-stand in sondeergat
•
Opmeting locatie CPT in Lambert72 coördinaten
•
Opmeting peil MV tpv CPT in mTAW
•
De raw data (xls, txt, gef of cpt-files) van alle opgemeten gegevens (parameters & interval hierboven vermeld) en de opmeting lambertcoördinaten en mTAW) dienen binnen de 5 werkdagen na uitvoering van de sonderingen ter beschikking gesteld worden van de opdrachtgever.
•
Rapport moet voldoen aan voorschriften bijgevoegd in Bijlage 4
(1)
Elektrische piëzokonus met registratie poriënwaterspanning
(2 )
Er mag niet meer dan 5m afgeweken worden van de aangegeven locaties.
(3)
Een 15tons sondering is toegelaten indien kan verzekerd worden dat er tot in de tertiaire klei kan gesondeerd worden.
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 43
In onderstaande tabel de specificaties van de uit te voeren boringen gebaseerd op de resultaten van de door SGS uitgevoerde sonderingen Ongeroerde monsters
B05 (tpv S05) B12 (tpv S12)
Bekken 2
B11 (tpv S11
Bekken 1
B10 (tpv S10)
diepte ≈ MV7m
≈MV11m
≈ MV8m
Stuk onder vermoedelijk uitgravingspeil (+0.5mTAW) Tot in zandige laag
Stuk onder vermoedelijk uitgravingspeil (+0.30mTAW) Tot in zandige laag
Geen veenlaag meer tussen 0.0 & 2.5mTAW Boring tot waar lagenopbouw weer overeenstemt met naburige sonderingen ⇒ bepalen of dit vergraven grond betreft, of natuurlijke geologie
≈ MV6m
Stuk onder vermoedelijk uitgravingspeil (+1.00mTAW) Tot in zandige laag
naam
diepte
proeven
Laag
diepte
• • •
Identificatieproeven Benaming van de grond Oedometer op samendrukbare lagen • Vinproef reserve
in zandige laag
≈MV-6
• • •
in zandige laag
≈MV-9
in zandige laag
≈MV5.5
in zandige laag
≈MV4.5
B101
≈MV1.5
B102
≈MV-3
B111
≈MV1.5
B112
≈MV-3
Identificatieproeven Benaming van de grond Oedometer op samendrukbare lagen • Vinproef reserve
B051
≈MV-1
reserve
B052
≈MV2.5
• • •
B121
≈MV-1
• • • • •
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 44
peilbuis
Identificatieproeven Benaming van de grond Oedometer op samendrukbare lagen Vinproef Identificatieproeven Benaming van de grond Oedometer op samendrukbare lagen Vinproef
B122
•
• •
≈MV2.5
reserve
Per boring dient een nauwkeurige geologische beschrijving opgesteld te worden door een geoloog met ervaring in de geologie van de Vlaamse kustvlakte o Bepaling van overgang van vergraven gronden naar natuurlijke geologie o beschrijving van de natuurlijke quartaire geologie: onderscheid tussen onder andere 1. pleistoceen dekzand & zandige getijdengeilafzetting 2. basisveen, verlandingsveen, oppervlakteveen 3. … o Bepaling overgang naar tertiaire kleilaag o Bepaling van ev voorkomende tertiaire formaties (normaalgezien boringen niet diep genoeg) Grondwatermonitoring dmv diver gedurende maximaal 6 maanden (maandelijkse uitlezing) Identificatieproeven (zeven, bezinkingsproeven, watergehalte, Atterbergse grenzen, humus- & kalkgehalte, nat & droog volumegewicht, …)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 45
Uitgevoerde Sonderingen
Lambert coördinaten type
X
Y
MV
Bereikte diepte
GW-stand
[−]
[m]
[m]
[mTAW ] [mTAW ]
[mTAW ]
W2-S01
CPTE
31447.677
197012.528
6.78
-13.38
<6.48 (1)
W2-S02
CPTE
31539.599
196994.170
6.65
-13.40
4.65
W2-S03
CPTE
31652.184
197006.560
6.95
-12.98
3.15
W2-S04
CPTU
31663.772
197016.743
4.93
-15.74
<4.53 (1)
W2-S05
CPTU
31644.966
197056.544
4.53
-15.74
<4.53 (1)
W2-S06
CPTE
31692.939
197090.555
6.87
-15.51
<3.93 (1)
W2-S07
CPTE
31559.230
197128.403
4.19
-15.51
3.93
W2-S08
CPTE
31477.682
197124.778
3.71
-13.05
3.37
W2-S09
CPTE
31429.963
197070.801
3.92
-15.83
3.29
W2-S10
CPTU
31513.734
197032.592
4.59
-16.95
<3.26 (1)
W2-S11
CPTU
31629.143
197021.474
4.48
-16.55
<3.42 (1)
W2-S12
CPTU
31677.683
197081.406
4.56
-16.04
<4.29 (1)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 46
Lambert coördinaten type
X
Y
MV
Bereikte diepte
GW-stand
[−]
[m]
[m]
[mTAW ] [mTAW ]
[mTAW ]
W2-S13
CPTU
31576.429
197103.673
4.79
-16.04
<4.29 (1)
W2-S14
CPTE
31484.654
197053.131
5.22
-16.21
<3.98 (1)
(1)
Sondeergat toegevallen
Uitgevoerde Boringen In onderstaande tabel de specificaties van de uitgevoerde continu ongeroerde boringen (∅ 5cm) gebaseerd op de resultaten van de door SGS uitgevoerde sonderingen. diepte
[m] Bekken 1
Bekken 2
B10 (tpv S10)
7.20
B11 (tpv S11)
10.80
B05 (tpv S05)
8.40
B12 (tpv S12)
6.00
De geologische beschrijving is opgenomen in Bijlage 10 Uitgevoerde Grondwatermonitoring GW-stand (1)
Bekken 1
Bekken 2
MV
Diepte filter
[mTAW ]
[m]
19/07
[mTAW ] [mTAW ] [mTAW ]
PB10 (tpv S10)
4.59
-0.85→-2.35
3.59
PB11 (tpv S11)
4.48
-3.99→-5.49
3.35
PB05 (tpv S05)
4.53
-0.97→-1.97
3.29
PB12 (tpv S12)
4.56
0.04→-1.46
3.23
(1)
Uitgevoerd Laboratorium onderzoek Er werd geen geotechnisch laboratorium onderzoek uitgevoerd
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 47
3.2.1.2 Industrie 1 Grondonderzoeksprogramma Er is nagenoeg geen info beschikbaar over het verloop van het oorspronkelijk bodempeil van de uitgraving noch over de dikte en opbouw van het aanwezige aanvulmateriaal. Daarom wordt voorgesteld om een aantal elektrische sonderingen met een piëzokonus (de onderzijde van het slib is duidelijk herkenbaar op de grafiek met de waterspanningen) verdeeld over de verschillende bekkens uit te voeren. De sonderingen dienen uitgevoerd te worden conform de voorschriften van Bijlage 4 .
CPT
In onderstaande tabel de specificaties van de uit te voeren sonderingen Type conus
CPT(E) & CPT(U) (1)
Locatie
Ind1-CPT01 (E)
31419
196655
Ind1-CPT02 (E)
31479
196600
Ind1-CPT03 (E)
31536
196518
Ind1-CPT03 (E)
31478
196455
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 48
Ind1-CPT03 (E)
31344
196615
Ind1-CPT06 (E)
31423
196396
Ind1-CPT07 (E)
31333
196425
Ind1-CPT08 (E)
31305
196505
Ind1-CPT09 (E)
31212
196391
Ind1-CPT10 (E)
31179
196516
Ind1-CPT11 (E)
31233
196549
Ind1-CPT12 (U)
31412
196612
Ind1-CPT13 (U)
31447
196565
Ind1-CPT14 (U)
31481
196505
Ind1-CPT15 (U)
31332
196570
Ind1-CPT16 (U)
31353
196457
Ind1-CPT17 (U)
31427
196446
Ind1-CPT18 (U)
31243
196533
Ind1-CPT19 (U)
31297
196467
Ind1-CPT20 (U)
31268
196430
Ind1-CPT21 (U)
31218
196459
Te bereiken diepte
Tot in de tertiaire klei.
Refusal-criteria
200kN (eventueel 150 kN) (3 )
interval
20mm
registratie
parameters •
resultaten
(1)
q c : conusweerstand
•
f s : lokale kleef
•
R f : wrijvingsgetal (rekening houdend met tussenafstand tss registratie q c & f s )
•
u : poriënwaterspanningen
•
i : helling
•
Waargenomen GW-stand in sondeergat
•
Opmeting locatie CPT in Lambert72 coördinaten
•
Opmeting peil MV tpv CPT in mTAW
•
De raw data (xls, txt, gef of cpt-files) van alle opgemeten gegevens (parameters & interval hierboven vermeld) en de opmeting lambertcoördinaten en mTAW) dienen binnen de 5 werkdagen na uitvoering van de sonderingen ter beschikking gesteld worden van de opdrachtgever.
•
Rapport moet voldoen aan voorschriften bijgevoegd in Bijlage 4
Elektrische piëzokonus met registratie poriënwaterspanning
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 49
(2 )
Er mag niet meer dan 5m afgeweken worden van de aangegeven locaties.
(3)
Een 15tons sondering is toegelaten indien kan verzekerd worden dat er tot in de tertiaire klei kan gesondeerd worden.
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 50
In onderstaande tabel de specificaties van de uit te voeren boringen gebaseerd op •
de resultaten van de door SGS uitgevoerde sonderingen
•
de in zone “Wonen 2” uitgevoerde boringen. peilbuis diepte
Bekken 12
B13 (tpv S13)
≈ MV-9.5m
Geen veenlaag meer rond ≈+0.00mTAW ⇒ uitgegraven tot onder veenlaag?
Laag
diepte
in zandige laag
≈MV-8
in zandige laag
≈MV-5.5
in zandige laag
≈MV-9
in zandige laag
≈MV-6.5
in zandige laag
≈MV-9.5
in zandige laag
≈MV-6.5
Tot in zandige laag B14 (tpv S14)
≈MV-7.0m
Stuk onder vermoedelijk uitgravingspeil Tot in zandige laag
Bekken 13
B15 (tpv S15)
≈ MV-10.5m
Geen veenlaag meer rond ≈+0.00mTAW ⇒ uitgegraven tot onder veenlaag? Tot in zandige laag
B17 (tpv S17)
≈ MV-8m
Stuk onder vermoedelijk uitgravingspeil Tot in zandige laag
Bekken 14
B19 (tpv S19)
≈ MV-11m
Geen Rf-waarden beschikbaar Boring tot waar lagenopbouw weer overeenstemt met naburige sonderingen ⇒ bepalen of dit vergraven grond betreft, of natuurlijke geologie
B21 (tpv S21)
≈ MV-8m
Stuk onder vermoedelijk uitgravingspeil Tot in zandige laag
• •
Continu ongeroerde boringen met diameter 5cm Per boring dient een nauwkeurige geologische beschrijving opgesteld te worden door een geoloog met ervaring in de geologie van de Vlaamse kustvlakte o Bepaling van overgang van vergraven gronden naar natuurlijke geologie o beschrijving van de natuurlijke kwartaire geologie: onderscheid tussen onder andere
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 51
• •
•
1. pleistoceen dekzand & holocene getijdengeilafzetting 2. basisveen, verlandingsveen, oppervlakteveen 3. … o Bepaling overgang naar tertiaire kleilaag o Bepaling van ev voorkomende tertiaire formaties Monsters dienen 1 dag voor geologische beschrijving opengemaakt te worden (niet vroeger noch later) en mogen in geen geval uitdrogen van de geopende liners telkenmale een foto te nemen o bij voorkeur onder daglicht om reflectie te vermijden o hoge resolutie waardoor details (vb insluitsels) duidelijk zichtbaar zijn o met aanduiding van diepte Grondwatermonitoring dmv diver gedurende maximaal 6 maanden (maandelijkse uitlezing)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 52
Uitgevoerde Sonderingen
Lambert coördinaten type
X
Y
MV
Bereikte diepte
GW-stand
[−]
[m]
[m]
[mTAW ]
[mTAW ]
[mTAW ]
Ind-S01
CPTE
3.65
31420.11
196646.95
-16.50
1.85
Ind-S02
CPTE
3.55
31475.36
196606.12
-16.41
<3.35 (1)
Ind-S03
CPTE
3.47
31537.62
196530.27
-16.48
<1.37 (1)
Ind-S04
CPTE
5.49
31483.64
196459.08
-14.39
<1.99 (1)
Ind-S05
CPTE
6.37
31345.28
196614.56
-13.48
<4.37 (1)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 53
Lambert coördinaten type
X
Y
MV
Bereikte diepte
GW-stand
[−]
[m]
[m]
[mTAW ]
[mTAW ]
[mTAW ]
Ind-S06
CPTE
5.56
31419.14
196400.10
-14.41
3.36
Ind-S07
CPTE
4.80
31327.12
196423.64
-14.99
<3.20 (1)
Ind-S09
CPTE
5.48
31212.45
196394.83
-14.55
1.78
Ind-S10
CPTE
6.70
31179.60
196520.94
-10.19
<3.90 (1)
Ind-S11
CPTE
6.58
31231.90
196554.89
-13.35
2.68
Ind-S12
CPTU
3.11
31423.62
196602.69
-16.80
<3.11 (1)
Ind-S13
CPTU
2.78
31441.84
196570.44
-17.17
2.78
Ind-S14 (2 )
CPTU
3.65
31493.24
196519.36
-16.49
3.55
Ind-S15 (2 )
CPTU
4.03
31314.89
196574.87
-15.99
3.33
Ind-S15bis
CPTE
4.16
31342.550
196567.718
-15.88
3.66
Ind-S16
CPTU
3.96
31341.25
196449.41
-15.87
3.36
Ind-S17 (2 )
CPTU
4.09
31443.17
196432.48
-15.63
3.29
Ind-S18 (2 )
CPTU
5.49
31230.07
196542.59
-14.57
4.39
Ind-S19 (2 )
CPTU
4.29
31315.93
196441.86
-15.46
3.59
Ind-S19bis
CPTE
3.97
31307.418
196444.212
-16.07
2.82
Ind-S20 (2 )
CPTU
4.09
31270.60
196419.99
-15.91
3.19
Ind-S21
CPTU
4.88
31203.45
196460.40
-15.02
3.68
Ind-S08 (3 )
(1)
Sondeergat toegevallen
(2 )
De getalwaarden van de lokale kleef en het wrijvingsgetal zijn geheel of gedeeltelijke onbeschikbaar
(3)
S08 werd niet uitgevoerd. De opgegeven locatie was onbereikbaar
Uitgevoerde Boringen In onderstaande tabel de specificaties van de uitgevoerde continu ongeroerde boringen (∅ 5cm) gebaseerd op de resultaten van de door SGS uitgevoerde sonderingen. diepte
[m] Bekken 12
B13 (tpv S13) B14 (tpv S14)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 54
diepte
[m] Bekken 13
B15 (tpv S15) B17 (tpv S17) B19 (tpv S19)
Bekken 14 B21 (tpv S21)
De geologische beschrijving is opgenomen in Bijlage 10 Uitgevoerde Grondwatermonitoring GW-stand (1)
Bekken 12
Bekken 13
MV
Diepte filter
[mTAW ]
[m]
19/07
[mTAW ] [mTAW ] [mTAW ]
B13 (tpv S13)
2.78
-5.30→-6.80
+2.43
B14 (tpv S14)
3.65
-3.02→-4.52
+2.91
B15 (tpv S15)
4.03
B17 (tpv S17)
4.09
-2.55→-4.05
+2.62
B19 (tpv S19)
4.29
-5.19→-6.69
+3.41
B21 (tpv S21)
4.88
-1.81→-3.31
+3.37
Bekken 14
(1)
Op basis van metingen op:
Uitgevoerd Laboratorium onderzoek Er werd geen geotechnisch laboratorium onderzoek uitgevoerd
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 55
3.2.1.3 Wonen 1 Grondonderzoeksprogramma Er is nagenoeg geen info beschikbaar over het verloop van het oorspronkelijk bodempeil van de uitgraving noch over de dikte en opbouw van het aanwezige aanvulmateriaal. Daarom wordt voorgesteld om een aantal elektrische sonderingen verdeeld over de verschillende bekkens uit te voeren. De sonderingen dienen uitgevoerd te worden conform de voorschriften van Bijlage 4 .
CPT
In onderstaande tabel de specificaties van de uit te voeren sonderingen Type conus
CPTE
Locatie
W1-S01
31126
196633
W1-S02
31209
196780
W1-S03
31200
196893
W1-S04
31082
196808
W1-S05
31079
196677
W1-S06
31115
196693
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 56
W1-S07
31140
196811
W1-S08
31181
196708
W1-S09
31174
196840
W1-S10
31120
196874
W1-S11
31142
196894
Te bereiken diepte
Tot in de tertiaire klei.
Refusal-criteria
200kN (eventueel 150 kN) (3 )
interval
20mm
registratie
parameters •
resultaten
q c : conusweerstand
•
f s : lokale kleef
•
R f : wrijvingsgetal (rekening houdend met tussenafstand tss registratie q c & f s )
•
i : helling
•
Waargenomen GW-stand in sondeergat
•
Opmeting locatie CPT in Lambert72 coördinaten
•
Opmeting peil MV tpv CPT in mTAW
•
De raw data (xls, txt, gef of cpt-files) van alle opgemeten gegevens (parameters & interval hierboven vermeld) en de opmeting lambertcoördinaten en mTAW) dienen binnen de 5 werkdagen na uitvoering van de sonderingen ter beschikking gesteld worden van de opdrachtgever.
•
Rapport moet voldoen aan voorschriften bijgevoegd in Bijlage 4
(2 )
Er mag niet meer dan 5m afgeweken worden van de aangegeven locaties.
(3)
Een 15tons sondering is toegelaten indien kan verzekerd worden dat er tot in de tertiaire klei kan gesondeerd worden.
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 57
In onderstaande tabel de specificaties van de uit te voeren boringen gebaseerd op •
de resultaten van de door SGS uitgevoerde sonderingen
•
de in zone “Wonen 2” uitgevoerde boringen. peilbuis diepte
Bekken 16
B06 (tpv S06)
≈ MV-5.5m
Tot in zandige laag
Laag
diepte
in zandige laag
≈MV-4
in zandige laag
≈MV-7
in zandige laag
≈MV-10
in zandige laag
≈MV-3.5
Eventueel ter bepaling vervuiling bekken 17 (uit stadsarcief Veurne: “quentinwaters” en met suiker belaste waters) Bekken 17
B09 (tpv S09)
≈ MV-8.5m
Tot in zandige laag (Zandige laag tot op -3.60mTAW komt niet voor bij naburige sonderingen) Eventueel ter bepaling vervuiling bekken 17 (uit stadsarcief Veurne: “quentinwaters” en met suiker belaste waters)
Bekken 21
B10 (tpv S10)
≈ MV-11.5m
Tot in zandige laag tbv peilfilter ter bepaling GW-stand bekken 21b Eventueel ter bepaling vervuiling bekken 21b (sproeibekken “gaswater”)
B11 (tpv S11)
≈ MV-5m
Stuk onder vermoedelijk uitgravingspeil Tot onder veenlaag tbv peilfilter ter bepaling GW-stand bekken 21c Eventueel ter bepaling vervuiling bekken 21c
• •
Continu ongeroerde boringen met diameter 5cm Per boring dient een nauwkeurige geologische beschrijving opgesteld te worden door een geoloog met ervaring in de geologie van de Vlaamse kustvlakte o Bepaling van overgang van vergraven gronden naar natuurlijke geologie o beschrijving van de natuurlijke kwartaire geologie: onderscheid tussen onder andere 1. pleistoceen dekzand & holocene getijdengeilafzetting 2. basisveen, verlandingsveen, oppervlakteveen 3. …
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 58
• •
•
o Bepaling overgang naar tertiaire kleilaag o Bepaling van ev voorkomende tertiaire formaties Monsters dienen 1 dag voor geologische beschrijving opengemaakt te worden (niet vroeger noch later) en mogen in geen geval uitdrogen van de geopende liners telkenmale een foto te nemen o bij voorkeur onder daglicht om reflectie te vermijden o hoge resolutie waardoor details (vb insluitsels) duidelijk zichtbaar zijn o met aanduiding van diepte Grondwatermonitoring dmv diver gedurende maximaal 6 maanden (maandelijkse uitlezing)
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 59
Uitgevoerde Sonderingen
Lambert coördinaten type
X
Y
MV
Bereikte diepte
GW-stand
[−]
[m]
[m]
[mTAW ] [mTAW ]
[mTAW ]
W1-S01
CPTE
31447.677
197012.528
6.48
-13.58
3.58
W1-S02
CPTE
31126.143
196633.180
6.06
-13.98
3.81
W1-S03
CPTE
31211.723
196778.550
5.89
-14.15
3.09
W1-S04
CPTE
31201.948
196894.101
6.24
-13.80
3.34
W1-S05
CPTE
31084.881
196809.806
3.31
-16.73
2.91
W1-S06
CPTE
31084.401
196671.337
4.26
-15.80
1.91
W1-S07
CPTE
31117.639
196684.843
3.74
-16.30
2.14
W1-S08
CPTE
31138.243
196798.521
4.79
-15.25
2.24
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 60
Lambert coördinaten type
X
Y
MV
Bereikte diepte
GW-stand
[−]
[m]
[m]
[mTAW ] [mTAW ]
[mTAW ]
W1-S09
CPTE
31180.942
196693.212
4.82
-15.24
<2.57 (1)
W1-S10
CPTE
31172.415
196835.256
4.50
-15.54
3.45
W1-S11
CPTE
31119.882
196869.626
3.85
-16.19
3.80
(1)
Sondeergat toegevallen
Uitgevoerde Boringen In onderstaande tabel de specificaties van de uitgevoerde continu ongeroerde boringen (∅ 5cm) gebaseerd op de resultaten van de door SGS uitgevoerde sonderingen. diepte
[m] Bekken 16
B06 (tpv S06)
Bekken 17
B09 (tpv S09)
Bekken 21
B10 (tpv S10) B11 (tpv S11)
De geologische beschrijving is opgenomen in Bijlage 10 Uitgevoerde Grondwatermonitoring GW-stand (1) MV
Diepte filter
[mTAW ]
[m]
19/07
[mTAW ] [mTAW ] [mTAW ]
Bekken 16
B06 (tpv S06)
4.26
+0.10→-1.40
+3.45
Bekken 17
B09 (tpv S09)
4.82
-2.02→-3.52
+3.50
Bekken 21
B10 (tpv S10)
4.50
-5.31→-6.81
+3.41
B11 (tpv S11)
3.85
+0.37→-1.13
+3.59
(1)
Op basis van metingen op:
Uitgevoerd Laboratorium onderzoek Er werd geen geotechnisch laboratorium onderzoek uitgevoerd
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 61
3.2.2
Fase 2 Fase 1 van het grondonderzoek betreft een minimum programma en dient in fase 2 vervolledigd te worden op basis van de grondonderzoeksresultaten van fase 1
3.3
Camera onderzoek
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 62
4
Uitgangspunten en randvoorwaarden
4.1
Ruimtelijk ontwerp
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 63
4.2
Zettingscriteria In het artikel “Goede afspraak restzetting beperkt totale kosten” (uit Land+Water juni 2012: zie Bijlage 11Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.) geeft een aantal aanbevelingen omtrent de aan te houden waarde Volgende waarde wordt vooropgesteld
Termijn
[cm] [ jaar]
30
startdatum
[−]
Oplevering grondverzetswerken
Toelaatbare restzetting
20
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 64
4.3
Waterstanden Voor ieder bekken liggend in 1 van de te ontwikkelen zones, werd een peilbuis voorzien in het bekken (zie 3.2.1 “Fase 1: grondonderzoek ten behoeve van voorontwerp”)
Bekken 1
Gemeten
Peilbuis
5/11/2009→3/02/2011
19/07/2012→
[mTAW ]
[mTAW ]
3.22→3.65
3.35→3.59
Bekken 2
4.4
3.23→3.29
Bekken 12
3.52
2.43→2.91
Bekken 13
3.35
2.62
Bekken 14
3.26→3.39
3.37→3.41
Bekken 16
2.65→2.96
3.45
Bekken 17
3.52→3.75
3.50
Bekken 21b
3.41
Bekken 21c
3.59
Geotechnische profilering Voor de geotechnische profilering wordt verwezen naar plannen plannr
titel
224199 5002 03
Geotechnische profilering Wonen 2
224199 5002 04
Geotechnische profilering Industrie 1
224199 5002 05
Geotechnische profilering Wonen 1
2241993005.doc/shu - Uitgangspuntenrapport
pagina 65