BIJZONDER BESTEK Reconversie site suikerfabriek te Veurne Bouwrijp maken terreinen fase 1 en grondwerken bufferbekkens
COLOFON Opdracht: Suikerfabriek Veurne
Opdrachtgever: West-Vlaamse intercommunale (WVI) Baron Ruzettelaan 35 8310 Brugge
Opdrachthouder: Antea Belgium N.V. Posthofbrug 10 2600 Antwerpen Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: 2241993015 Datum:
status / revisie:
17 september 2012 12 november 2012 7 december 2012
bestek / rev.00 bestek / rev.01 Bestek / rev.02
Vrijgave: Stijn Huyge, senior adviseur Controle: Stijn Huyge, senior adviseur Projectmedewerkers: Kathleen Huysman – adviseur
Antea Belgium nv 2012 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.
INHOUD HOOFDSTUK 1: ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN ............................................... 8 1. ALGEMEEN .......................................................................................................................... 8 2. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 08.01.1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN (BS 26 JANUARI 1996, ERR. BS 25 FEBRUARI 1997) . 10 3. KONINKLIJK BESLUIT 26.09.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE
3.1
3.2
OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT ............................................................................................................................. 13 ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.09.1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN .................................................................... 13 ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN ................ 18
HOOFDSTUK 2: ALGEMENE BEPALINGEN .......................................................................... 36 5. MEETMETHODEN VOOR HOEVEELHEDEN ................................................................................. 36 6. INBEGREPEN PRESTATIES EN LEVERINGEN ................................................................................ 36 9. SPECIFIEKE KORTINGEN WEGENS MINDERWAARDE .................................................................... 38 11. NUTSLEIDINGEN [TOEGEVOEGD ARTIKEL] ................................................................................ 38 12. MEERWERKEN/VERREKENINGEN [TOEGEVOEGD ARTIKEL].......................................................... 38 HOOFDSTUK 3: MATERIALEN ........................................................................................ 39 0. LIJST VAN DE MATERIALEN WAARVAN HET VOORAFGAAND TECHNISCH NAZICHT MOET GEBEUREN DOOR EEN ERKENDE ONAFHANKELIJKE INSTANTIE VOORALEER DE MATERIALEN OP DE BOUWPLAATS AANGEVOERD WORDEN........................................................................................................ 39 GROND ............................................................................................................................. 39 OPHOGINGS- EN AANVULLINGSMATERIALEN ............................................................................ 39 BOUWZAND ....................................................................................................................... 39 STEENSLAG, ROLGRIND, RUWE STEEN EN BROKKEN PUIN ............................................................ 40 GEOKUNSTSTOFFEN............................................................................................................. 40 HOUTEN PALEN VOOR WEIDE-AFSLUITINGEN ........................................................................... 40 PUNTDRAAD ...................................................................................................................... 40 VERTICALE DRAINAGE-ELEMENTEN......................................................................................... 40
3. 5. 6. 7. 13. 95. 96. 97. HOOFDSTUK 4: VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN............................................. 41 1. VOORBEREIDENDE WERKEN .................................................................................................. 41 2. DROOG GRONDVERZET........................................................................................................ 43 HOOFDSTUK 9: ALLERHANDE WERKEN ............................................................................ 46 *22 LEEGPOMPEN VAN BEKKENS ................................................................................................. 46 *23 TOEPASSING VERTICALE DRAINAGE ALS ZETTINGSVERSNELLENDE MAATREGEL ................................ 46 *24 AANVRAAG VERGUNNING LOZEN OP WATERLOOP ..................................................................... 46 *27 WEIDE-AFSLUITINGEN ......................................................................................................... 47 *28 OPVOLGEN ZETTINGEN......................................................................................................... 47 *30 TOPOGRAFISCHE OPMETINGEN.............................................................................................. 48 *31 MONITORING GRONDWATER TOT VOORLOPIGE OPLEVERING ...................................................... 52 *32 AANLEG VAN TIJDELIJKE WERFWEG BESTEMD VOOR ZWARE LASTEN ............................................. 55 *33 OPBRAAK EN AFVOER VAN TIJDELIJKE WERFWEG BESTEMD VOOR ZWARE LASTEN ........................... 55
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 3 van 62
*34 *35 *36 *38 *39
OPMAAK PLAATSBESCHRIJVING ............................................................................................. 56 BEREKENING HOEVEELHEID GRONDVERZET .............................................................................. 56 BIJKOMENDE PROEVEN ........................................................................................................ 57 OPMAAK WERFINRICHTINGSPLAN .......................................................................................... 57 MONITORING VAN VOORLOPIGE TOT DEFINITIEVE OPLEVERING ................................................... 57
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 4 van 62
BIJLAGEN Bijlage 1
Gedetailleerde meetstaat
Bijlage 2
Samenvattende meetstaat
Bijlage 3
Inschrijvingsbiljet
Bijlage 4
Overige bijlagen – zie bijgevoegde CD-rom
VOORAFGAANDE NOOT Deze documenten mogen noch in hun geheel, noch gedeeltelijk vermenigvuldigd, aan derden meegedeeld of ter inzage aan derden voorgelegd worden, tenzij hiervoor de toelating bekomen werd van Antea Group. De indeling van het bestek is die van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 2.2, met dien verstande dat enkel en alleen de voorschriften worden vermeld die worden aangevuld of vervangen.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 5 van 62
SYNOPSIS Bestek nr.
RECON – 2009-0001uitbr.
Provincie:
West-Vlaanderen
Gemeente:
Veurne
Werken:
Grondverzet, nivelleren, aanbrengen verticale drainage
Aanbestedende overheid:
West-Vlaamse intercommunale (WVI) Baron Ruzettelaan 35 8310 Brugge Tel: 050/36.71.71..
Wijze van gunning:
openbare aanbesteding
Wijze van prijsbepaling:
gemengde opdracht
Uitvoeringstermijn:
300 kalenderdagen
Opening van offertes:
Offertes dienen ten laatste op …………………….. ingediend te worden bij WVI, Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge, t.a.v. dhr. Geert Sanders.
Erkenning:
Klasse 6 categorie C of G
Ontwerper:
Antea Group Posthofbrug 10 2600 Berchem Tel: 03/221.55.00 Fax:03/221.55.01
Terreinbezoek:
Om een goede inschatting van de opdracht te kunnen maken wordt een terreinbezoek voorzien. Dit terreinbezoek wordt georganiseerd op woensdag XXXXX 2013 van 10.00 tot 11.00u ter plaatse aan het rond punt (kruising Vooruitgangstraat en Nijverheidsstraat).
Inlichtingen:
Inlichtingen zijn te verkrijgen In eerste instantie bij Antea Group: dhr. Eddy Lodewyckx, 03/221.55.00 bij WVI dhr. David Loeys, op bovenvermeld adres. Alle briefwisseling m.b.t. deze opdracht moet naar deze afdeling worden gestuurd.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 6 van 62
Aankoop dossier:
Kostprijs aanbestedingsdocumenten: 145,20 Euro (incl BTW)
-
Vooraf te storten op bankrekening IBAN BE81 4062 0904 6124 (BIC: KREDBEBB) op naam van Antea Belgium nv, Posthofbrug 10 2600 Antwerpen, met vermelding “bestek 224199”.
-
Het bestek wordt per reguliere post (kilopost) verzonden. Opgave van BTW nummer is verplicht.
Contactpersoon verkoop dossiers: Mevr. Lanckriet Marianne e-mail:
[email protected]
Lijst van bepalingen waarin wordt afgeweken van de algemene aannemingsvoorwaarden (cfr. art. 3§1 van het KB 26.09.1996): In dit bestek wordt afgeweken van volgende artikelen: • Art. 27§2; • Art. 33; • Art. 40; • Art. 42; • Art. 43 §2; • Art. 43 §3;
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 7 van 62
HOOFDSTUK 1: Algemene administratieve voorschriften 1.
Algemeen Zijn van toepassing op deze aanneming: De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. (B.S. 22 januari 1994). Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. (B.S. 26 januari 1996). Het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. (B.S. 18 oktober 1996). De algemene aannemingsvoorwaarden, bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996. (B.S. 18 oktober 1996) Alle latere aanvullingen op voormelde besluiten, geldig op datum van bekendmaking, en de hierna volgende aanvullingen en wijzigingen. Verder zijn eveneens van toepassing: 1.
het standaardbestek 250 versie 2.2 (incl. errata van maart 2012) voor de wegenbouw en de documenten waarnaar in dit standaardbestek verwezen wordt ;
2.
het standaardbestek 270 versie 1.0 voor de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen voor telecommunicatie en de documenten waarnaar in dit standaardbestek verwezen wordt ;
3.
de jongste gehomologeerde uitgaven van de normen uitgegeven door het Belgisch instituut voor Normalisatie ;
4.
het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de mobiele bouwplaatsen en zijn latere wijzigingen
5.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 1996 houdende de vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO).
6.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997 houdende de vaststelling van de Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer (VLAREA).
7.
Code van goede praktijken voor het werken met uitgegraven bodem van OVAM (dd januari 2004).
Inzake erkenning van aannemers zijn van toepassing : De wet van 20 maart 1991 (BS van 06.04.1991) gewijzigd 19 september 1994 (BS van 08.03.1996) en 10 februari 1999 (BS van 23.03.1999), het KB van 26 september 1991 (BS van 18.10.1991) en het MB van 27 september 1991 (BS van 18.10.1991).
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 8 van 62
ALGEMENE INLICHTINGEN 1. Voorwerp van de opdracht De opdracht is een overheidsopdracht voor aanneming van werken. De werken bestaan hoofdzakelijk uit (niet limitatief) : • het nivelleren van het terrein wonen 2 en industrie 1 tot het aangegeven niveau; • het aanbrengen van verticale drains in de gebieden wonen 2 en industrie 1; • het aanbrengen van een grondlaag met een dikte van ± 3m op het terrein wonen 2 en industrie 1; • het ruimen van grond uit diverse bekkens; • het afbreken van een bestaand gebouw; • het rooien van bestaande beplantingen en maaien van gras; • …
2. Aanbestedende overheid De aanbestedende overheid is dezelfde en staat vermeld in de synopsis.
3. Wijze van gunning van de opdracht De wijze van gunning staat vermeld in de synopsis.
4. Vereiste erkenning De vereiste erkenning staat vermeld in de synopsis.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 9 van 62
2.
Administratieve voorschriften in toepassing van het Koninklijk Besluit van 08.01.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (BS 26 januari 1996, err. BS 25 februari 1997) Art. 16 t/m 20 - Kwalitatieve selectie Art. 86 - De prijsbepaling Wat de prijsbepaling betreft is de opdracht volgens een gemengde opdracht, de prijzen worden volgens verschillende wijzen (“T.P.”, “V.H.” of “F.H.”) vastgesteld. De in de samenvattende meetstaat aangegeven hoeveelheden zijn hetzij forfaitaire hoeveelheden, hetzij vermoedelijke hoeveelheden. Slechts de vermoedelijke hoeveelheden worden tegen prijslijst (“V.H.”) uitgevoerd en tegensprekelijk opgemeten in de loop van de periode van uitvoering. Deze opmeting worden bij de eindafrekening gevoegd. De forfaitaire hoeveelheden worden uitgevoerd tegen forfaitaire prijs (“F.H.”). Indien de hoeveelheden niet worden gegeven, wordt de post uitgevoerd tegen “totale prijs” (“T.P.”).
Art. 88, § 2 en §3 - Prijsonderzoek De inschrijver moet, op vraag van de aanbestedende overheid, alle inlichtingen verstrekken om de aanbestedende overheid in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. De aanbestedende overheid heeft het recht één of meerdere personen aan te wijzen, die de boekhoudkundige stukken verifiëren en ter plaatse onderzoeken uitvoeren om de juistheid van de door de inschrijver verstrekte inlichtingen te onderzoeken
Art. 89 - Vorm van de offerte Het bestek laat geen varianten toe. De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij zijn offerte en zijn opmetingstaat moet invullen op de bij het bijzonder bestek behorende formulieren. Indien de offerte of de opmetingstaat op een ander document opgemaakt worden, dan moet de inschrijver op elk document verklaren dat het document conform is aan het bij het bestek behorende model. Hij gebruikt daarbij de volgende verklaring: " Ik, ondergetekende ....., verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens met de vermeldingen van de bij het bestek behorende formulieren overeenstemmen en neem daarvoor de volledige verantwoordelijkheid op. " Alle documenten worden genummerd en moeten door de inschrijver van datum voorzien en ondertekend worden met de vermelding “Opgesteld door ondergetekende om gevoegd te worden bij mijn offerte van heden”. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden
Art. 90 - Inhoud van de offertes Naast de documenten van de kwalitatieve selectie die vereist zijn op basis van voorafgaande artikels 16 tot 20, moet de inschrijver verplicht volgende documenten bij zijn offerte voegen :
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 10 van 62
•
een gedagtekende en genaamtekende offerteformulier en samenvattende opmetingsstaat der werken, behoorlijk aangevuld met de aanduiding der eenheidsprijzen, gedeeltelijke en totale sommen;
•
een nota houdend vermelding van de herkomst van de te leveren producten en/of van de te gebruiken materialen die niet afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 90, § 1, 5° (indien van toepassing);
•
de in artikel 90 §4 bedoelde attesten voor inschrijvers van vreemde nationaliteit (indien van toepassing);
•
het bewijs van erkenning als aannemer;
•
het bewijs van registratie met registratienummer en referentie van publicatie van de registratie;
•
bij een Tijdelijke Vereniging vermeldt elke vennoot zijn erkennings- en registratienummer in de offerte en dient de Overeenkomst van Tijdelijke Vereniging toegevoegd te worden;
•
het document om aan te tonen dat de inschrijver voldoet aan art. 30 van het KB Tijdelijke en mobiele bouwplaatsen;
•
het bewijs van aansluiting bij bodembeheerrapport zal afleveren;
•
bevestiging/opgave van onderaannemers of gespecialiseerde studiebureaus die bepaalde deelopdrachten op zich nemen en specificatie van die deelopdrachten;
•
de bewijzen van bevoegdheid van de ondertekenaar(s) van de offerte.
een
erkende
bodembeheerorganisatie
die
het
Alle bescheiden en nota’s die bij de offerte worden gevoegd, moeten gedagtekend en ondertekend worden en moeten voorzien zijn van de volgende vermelding: “Opgemaakt door ondergetekende om bij zijn huidige offerte te worden gevoegd”.
Art. 96, § 1 - Samenvattende opmetingsstaat Verplichtingen i.v.m. euromunteenheid: •
eenheidsprijzen max. 2 cijfers na de komma
•
berekende totaalprijzen en TP prijzen zijn verplicht af te ronden tot op 2 cijfers na de komma
In de samenvattende opmetingstaat gaat de post vergezeld van: •
de vermelding "FH", forfaitaire hoeveelheid, wanneer de hoeveelheid is aangegeven;
•
de vermelding "TP", totale prijs, wanneer de hoeveelheid niet aangegeven is;
•
de vermelding "VH", vermoedelijke hoeveelheid;
•
de vermelding “VS”, vermoedelijke som.
Art. 96, § 2 - Invulling van de samenvattende opmetingsstaat De verbetering van de vermoedelijke hoeveelheden van de posten van de meetstaat overeenkomstig artikel 96. § 2. is niet toegestaan.
Art. 100 - Prijsopgave De inschrijver mag enkel prijzen in euro opgeven. De prijzen mogen uitgedrukt worden tot twee cijfers na de komma. Indien een inschrijver in strijd hiermee meerdere decimalen opgeeft, dan wordt het bedrag van de eenheidsprijs voor de deelpost afgerond naar de tweede decimaal naar boven of naar beneden, naargelang de derde decimaal hoger of gelijk is aan vijf, enerzijds, of lager dan vijf, anderzijds.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 11 van 62
De belasting op de toegevoegde waarde wordt in een afzonderlijke post van de opmetingstaat vermeld om bij de prijs van de offerte te worden gevoegd.
Art. 102 - Taal van de opdracht De taal van de offerte en de opdracht is het Nederlands. Ook in al de mondelinge en schriftelijke correspondentie met de aanbestedende overheid moet het Nederlands worden gebruikt. Alle anderstalige documenten dienen op eenvoudig verzoek van het Bestuur, binnen een termijn van 12 kalenderdagen, door een beëdigde vertaler in het Nederlands vertaald te worden. De kosten voor de vertaling zijn een last van de aanneming.
Art. 104 – Indienen van de offertes De offertes worden met de post aangetekend gezonden of ter plaatse afgegeven op volgend adres: t.a.v. Geert Sanders – algemeen directeur West-Vlaamse Intercommunale Baron Ruzettelaan 35 8000 Brugge De per post verzonden of ter plaatse aan de voorzitter afgegeven offertes bevinden zich in een dubbele gesloten omslag. De buitenomslag draagt, naast het adres, de vermelding "Openbare aanbesteding van XX/XX/XX 10u – Voormalige Suikerfabriek Veurne: Bouwrijp maken terreinen fase 1 en grondwerken bufferbekkens". Ook op de binnenomslag wordt dit vermeld: "Openbare aanbesteding van XX/XX/XX 10u – Voormalige Suikerfabriek Veurne: Bouwrijp maken terreinen fase 1 en grondwerken bufferbekkens ".
Art. 106 – Opening van de offertes Plaats, datum en uur zoals vermeld in de synopsis.
Art. 113 – Varianten Varianten zijn niet toegestaan
Art. 116 - Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte, eventueel verbeterd door de aanbestedende overheid, gedurende een termijn van 180 kalenderdagen, ingaand de dag na de zitting voor de opening van de offertes.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 12 van 62
3.
Koninklijk Besluit 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage bij dit besluit
3.1
Algemene administratieve voorschriften in toepassing van het Koninklijk Besluit van 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken Art. 2 - Contractuele documenten 1. Wettelijke bepalingen Onverminderd de vervangende, aanvullende en/of wijzigende bepalingen vermeld in onderhavig bijzonder bestek, zijn op onderhavige opdracht volgende documenten en de erin opgenomen wijzigingen van toepassing: • •
•
De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (B.S. 22.01.1994) en latere wijzigingen en aanvullingen; Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (B.S. 26.01.1996) en latere wijzigingen en aanvullingen; Het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels en van de concessies voor openbare werken (B.S. 18.10.1996) en latere wijzigingen en aanvullingen;
Voor zover er niet van afgeweken wordt door de bepalingen van onderhavig bestek, zijn op deze opdracht van toepassing : • • • •
• •
Het onderhavige bestek, de bij dit bestek horende aanbestedingsplannen en de bijgevoegde meetstaat; Het bij dit bestek horende model van de offerte en de bijgevoegde samenvattende meetstaat; Het Standaardbestek 250, versie 2.2 voor de wegenbouw en de documenten waarnaar in dit standaardbestek verwezen wordt, aangevuld met de Errata van maart 2012; Het veiligheids- en gezondheidsplan dat conform het KB van 25.01.2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen tijdens de studiefase door de coördinator-ontwerp werd opgesteld. Het conform verklaard technisch verslag en (eventueel) de studie van de ontvangende grond, die ter inzage bij de aanbestedende overheid liggen of als bijlage bij het bestek. Het M.B. van 7 mei 1999 i.v.m. het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg alsook de bepalingen van het SB 250 versie 2.1 -Hoofdstuk X-signalisatie; De hiernavolgende omzendbrieven en dienstorders:
• • • • • •
512-107, betreffende het in toepassing brengen van de “Praktische leidraad ter voorkoming van schade aan ondergrondse installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken”. 514-A/11, inbegrepen de wijzigingen en aanvullingen bij de omzendbrief 514-A/11 Beproevingslaboratoria. 576-NM/6 van 25 april 1985, addendum I van 7 september 1987 en erratum van 29 januari 1988 : Gebruik van geotextiel. 576-NM/7 van 23 november 1988 : Vademecum voor het gebruik van geotextiel 576-NM/8 van 20 december 1989 : Vademecum geotextiel 576-P/3 van 24 maart 1989 : Ruwe breuksteen
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 13 van 62
• • • • •
• • •
MOW/MIN/2006/02 – “Beton voor constructies” van 24.07.2006 LI 94/86 – “Betonstaal en voorspanstaal” van 15.09.1994 LI 2003/16 – “Metaalconstructies” van 01.09.2003 LI 96/47 – “Formuleverven” van 25.10.1996 OW 2001/1 van 10.04.2001 nopens de verplichting van het gebruik van zichtveldverbeterende systemen (zgn. anti-dode-hoek) voor bedrijfsauto’s op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen aangevuld met de OW/2002/2 LIN 2001/12 van 10 augustus 2001 : Opdrachten voor proeven in de bouwsector en voor monsternemingen, metingen en analyses in de milieusector. LIN 2005/18 van 29.09.2005 – grondverzet: regels met betrekking tot het gebruik van uitgegraven bodem. MOW/2006/01 voor het berekenen van de uurkosten van aannemersmaterieel bij het opstellen van verrekeningen, schadeclaims en herzieningen van de overeenkomst volgens de kostenstaat CMK-2003 Volgende documenten:
• • • • •
Aflevering Proefmethodes van 9 maart 1982 : Dit document van het Bestuur der Wegen van het Ministerie van Openbare Werken werd uitgegeven door het Wegenfonds. Type-bestek nr. 800 van 1967 “Voorlopige voorschriften voor het uitvoeren van werken bij vriesweer”. A.R.E.I. voor de electrische installaties; A.R.A.B. (Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming); Goedkeuringsleidraden BUtgb, sector burgerlijke bouwkunde : Deze goedkeuringsleidraden zijn gratis te bekomen bij het Vlaams gewestelijk secretariaat van de Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (BUtgb), sector burgerlijke bouwkunde. Het secretariaat wordt verzorgd door de afdeling Expertise Beton en Staal, Vliegtuiglaan 5, 9000 Gent - tel. 09 323 74 11 - fax 09 323 74 10 - e-mail:
[email protected]. Technische Voorschriften Probeton, OCBS en CRIC De technische voorschriften Probeton zijn te verkrijgen bij Probeton vzw, Aarlenstraat 53-B9, 1040 Brussel - tel. 02 237 60 20 - fax 02 735 63 56 - e-mail:
[email protected]. Men kan de teksten downloaden op http://qc.aoso.vlaanderen.be/nl/normes/index.html De technische voorschriften OCBS zijn te bekomen bij het Organisme voor de Controle van Betonstaal vzw, Pleinlaan 5, 1050 Brussel - tel 02 509 14 09 - fax 02 509 14 00 - e-mail:
[email protected] en kunnen gedownload worden op www.ocab-ocbs.com of via http://qc.aoso.vlaanderen.be/nl/normes/index.html De technische voorschriften CRIC zijn te bekomen bij het Opzoekingscentrum van de cementnijverheid, Vorstlaan 68, 1170 Brussel – tel. 02-645 52 51 – fax 02-645 52 61 – e-mail:
[email protected]. Men kan de teksten downloaden op http://qc.aoso.vlaanderen.be/nl/normes/index.html
• • •
•
•
PTV 23-003 BCCA (2012) : Technisch voorschrift voor bakstenen voor niet decoratief metselwerk. PTV 100 Probeton (uitgave 1, 2002) : Geprefabriceerde producten van ongewapend, van gewapend en van staalvezelversterkt beton voor infrastructuurwerken. PTV 100/A1 Probeton (uitgave 1, add. 1, 2006) : Geprefabriceerde producten van ongewapend, van gewapend en van staalvezelversterkt beton voor infrastructuurwerken. Addendum 1 bij PTV 100 (2002). PTV 100/A1/E1 Probeton (uitgave 1, add. 1, erratum 2006) : Geprefabriceerde producten van ongewapend, van gewapend en van staalvezelversterkt beton voor infrastructuurwerken. Addendum 1 bij PTV 100 (2002) - Erratum. PTV 100/A2 Probeton (uitgave 1, add. 2, 2011) : Geprefabriceerde producten van ongewapend, van gewapend en van staalvezelversterkt beton voor infrastructuurwerken
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 14 van 62
• •
•
•
•
• • • • • • • •
• • •
PTV 121 Probeton (uitgave 2, 2009) : Grasbetontegels PTV 200 Probeton (uitgave 1, 1997) : Geprefabriceerde structuurelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton - Voorschriften voor de grondstoffen, de fabricage, de afgewerkte elementen en de berekening. PTV 200/A1 Probeton (uitgave 1, add. 1, versie 2, 2002) : Geprefabriceerde structuurelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton - Voorschriften voor de grondstoffen, de fabricage, de afgewerkte elementen en de berekening - Addendum 1 bij PTV 200 (1997). PTV 200/A2 Probeton (uitgave 1, add. 2, 2003) : Geprefabriceerde structuurelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton - Voorschriften voor de grondstoffen, de fabricage, de afgewerkte elementen en de berekening - Addendum 2 bij PTV 200 (1997). PTV 200/A3 Probeton (uitgave 1, add. 3, 2003) : Geprefabriceerde structuurelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton - Voorschriften voor de grondstoffen, de fabricage, de afgewerkte elementen en de berekening - Addendum 3 bij PTV 200 (1997). PTV 302 OCBS (herz. 4, 2010) : Gewapend betonstaal – Geribde warmgewalste staven en draad. PTV 303 OCBS (herz. 3, 2009) : Gewapend betonstaal – Geribde koudvervormde draad. PTV 304 OCBS (herz. 2, 2009) : Gewapend betonstaal – Gelaste wapeningsnetten PTV 305 OCBS (herz. 3, 2009) : Gewapend betonstaal - Tralieliggers PTV 306 OCBS (herz. 2, 2010) : Gewapend betonstaal – Bewerken van betonstaal (richten, lassen, plooien, schikken en lassen) PTV 307 OCBS (herz. 2, 2009) : Gewapend betonstaal – Geribde staven - Alternatief profiel PTV 310 OCBS (herz. 0, 2010) : Gewapend betonstaal - Geribde warmgewalste en geridbe koudvervormde staven en draad - Trekproef na heen - En terugbuigen PTV 406 COPRO (versie 2.0, 2003) : PUINGRANULATEN - Betonpuin-, mengpuin-, metselwerkpuin- en asfaltpuingranulaten - Steenslag en granulaatmengsels - Granulaten voor beton - Granulaten voor ongebonden en hydraulisch gebonden materialen voor burgerlijke bouwkunde en wegenbouw. PTV 411 CRIC (uitgave 1.5, 2008) : Codificatie van de granulaten overeenkomstig de normen NBN EN 12620, NBN EN 13043, NBN EN 13139 en NBN EN 13242 PTV 501 CRIC (uitgave 1, 2003) : Nabehandelingsproducten. PTV 829 COPRO (versie 3.1, 2010) : Geotextiel en aan geotextiel verwante producten. De bijgevoegde artikels die opgenomen zijn in dit bijzonder bestek.
•
Bijgevoegd artikel nr. 410 : Bescherming van metalen oppervlakken tegen corrosie. (zie bijlage) Alle wijzigingen en aanvullingen op bovenvermelde wetgeving, reglementering en documenten.
Alle voornoemde documenten zijn te koop in het kantoor voor inzage en verkoop der bestekken en andere documenten betreffende de openbare instellingen (K.I.V.B.), Copernicusgebouw, Wetstraat 51, bus 7, 1040 BRUSSEL, Tel. : 02/790.51.60-61-62 of 63, Fax. : 02/790.51.65, email : bfab.fgov.be, rekeningnummer : 679-2005826-60. Hiërarchie van de documenten In geval van tegenstrijdigheid tussen het bestek, de standaard- en typebestekken en de documenten die hierboven aangehaald zijn, heeft het bestek de voorrang.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 15 van 62
2. Plannen De hierna vermelde tekeningen opgemaakt door de ontwerper: Totaal aantal: 9 stuks Plannr. 5009 - 1 5009 - 2 5009 - 3 5009 - 4 5009 - 5 5009 - 6 5009 - 7 5009 - 8 5009 - 9
Onderwerp Inhoudstafel bundel Situatieplan Grondplan bestaande toestand Grondplan nivelleren Grondplan ophoging Lengteprofielen Detail opbouw tijdelijke ophoging met drains Detail opbouw met zettingsbaken Situatietekening kadastrale werkzone
3. Alle latere aanvullingen op deze verwijzingen geldig op datum van bekendmaking Voor zover er niet wordt afgeweken door de bepalingen en voorwaarden van onderhavig bijz. bestek, zijn de Belgische normen die drie maanden vóór de aanbestedingsdatum door het Belgisch Instituut voor Normalisatie werden gehomologeerd of geregistreerd, eveneens op de aanneming van toepassing. Onvolledige beschrijving der werken De werken worden uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde tekeningen, gevoegd bij dit bijzonder bestek. Voor de werken die niet of onvolledig beschreven zijn in onderhavig bijzonder bestek, moet de aannemer de werken uitvoeren volgens ‘de regels der kunst’ en hij moet zich voegen naar de onderrichtingen van het leidinggevend bestuur of zijn afgevaardigde. Deze bepalingen geldt alleen voor de werken, inclusief leveringen, welke ongetwijfeld behoren tot de werken welke noodzakelijk zijn om het bedoeld ontwerp te verwezenlijken. 4. Door de opdrachtgever ter beschikking gestelde documenten Volgende documenten worden door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: -
Sondeerrapporten;
-
Boorstaten geotechnische boringen;
-
Resultaten grondwater monitoring;
-
Geotechische profilering;
-
Civil-3D model van de bestaande toestand;
-
Uitgangspuntenrapport;
-
Opmetingen (topografie en bathymetrie).
Door in te schrijven voor dit werk, verklaart de aannemer zich akkoord met de verwerking van de opmeting van de bestaande toestand zoals toegevoegd in bijlage 4 “Civil-3D model van de bestaande toestand.”
Art. 3 - Lijst van de bepalingen waarin wordt afgeweken van de algemene aannemingsvoorwaarden De bepalingen waarvan het bestek afwijkt van de algemene aannemingsvoorwaarden zijn de artikelen : Art. 25 §2, 27 §2, 33, 40, 42, 43 §2 en 43 §3.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 16 van 62
De bepalingen, waarin Art.3 van het standaardbestek 250 afwijkt van de algemene aannemingsvoorwaarden, maar die hier niet herhaald werden, worden als ongeschreven beschouwd.
Art. 4, § 2 - Betalingsvoorwaarden De werken worden betaald in maandelijkse betalingen in mindering. De aanvangsdatum van de maandperiodes blijft onveranderd gedurende de hele aanneming. Hij wordt bij dienstbevel vastgelegd. De door de aannemer ingediende gedetailleerde staat der werken is opgesteld volgens de norm NBN B06-006, met een bijkomende kolom voor de genormaliseerde posten.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 17 van 62
3.2
Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken Art. 1 – Leidend ambtenaar De leiding en het toezicht op de uitvoering gebeuren door ingenieursbureau Antea Group (zie synopsis). Het mandaat van de leidend ambtenaar bestaat uit: • • • • • • • • • • • •
Nazicht van het tracé van de werken; Coördinatie van de werken; De algemene leiding van de uitvoering overeenkomstig de voorschriften en bepaling van het aanbestedingsdossier; Het opmaken van de vereiste verrekeningen en bijhorende plannen en verantwoordingsnota’s; Het nazicht van de maandelijkse vorderingsstaten en eventuele verrekeningsstaten; De begeleiding, de coördinatie en het toezicht op de werken voor eventuele aanpassingen aan de nutsleidingen; het nazicht van het as-built dossier; de medewerking bij de voorlopige oplevering; het nazicht van de eindvorderingsstaat; het opstellen van de documenten behorende bij de eindafrekening; de medewerking bij de definitieve oplevering; opstellen proces-verbaal bij inbreuk op de bepalingen en voorwaarden van het aannemingscontract;
Art. 3 § 2 - Overeenstemming van werken, leveringen en diensten Elke inrichting, elk toestel en in het algemeen elk element dat deel uitmaakt van deze opdracht wordt, behoudens uitdrukkelijk andersluidende bepaling van onderhavig bestek, volledig geleverd en bevat alle bevestigingselementen en andere toebehoren die vereist zijn voor de montage, de perfecte werking, het gebruik en het onderhoud, zelfs deze die niet uitdrukkelijk vermeld zijn in het bestek, de plans of de meetstaat. Indien de inschrijver, op eigen initiatief, in zijn offerte of in de bijlagen ervan, de naam van de fabrikant of van het merk van het materiaal dat hij voorstelt, of van de firma die het levert, vermeldt, wordt er impliciet verondersteld dat dit materiaal volledig conform de bepalingen van het bestek is, zelfs indien het aangegeven wordt door een catalogus- of fabricagenummer. Indien, na de bestelling, blijkt dat dit niet het geval is, vervangt de aannemer, zonder enige vergoeding of prijsverhoging, het voorgestelde materiaal door materiaal dat beantwoordt aan de vereisten van het bestek.
Art. 4 § 1 - Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid De aannemer is er echter toe gehouden zich vooraf persoonlijk te vergewissen betreffende de uitvoeringsvoorwaarden van zijn werken. In verband met de voorwaarden voor het gebruik van de plannen, documenten en voorwerpen van de opdracht wordt verduidelijkt dat de aanduidingen op de tekeningen betreffende de bestaande toestand slechts bij wijze van inlichting gegeven worden. De aannemer dient zich ter plaatse te vergewissen van de bestaande toestand.
Art. 4, § 2 - Detail- en werktekeningen opgemaakt door de aannemer Volgende detail- en werktekeningen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de aanbestedende overheid :
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 18 van 62
1. Uitvoering werkplan Dit werkplan, grafisch voorgesteld in werkdagen, geeft de indeling en opeenvolging van de onderscheidene werkzaamheden van zijn aanneming op, met alle inlichtingen die nodig zijn om een volledig inzicht te bezorgen in het aantal bouwfasen waarop gelijktijdig zal gewerkt worden. Van het aldus door de aanbestedende overheid goedgekeurde werkprogramma mag door de aannemer, zonder voorafgaande instemming van de aanbestedende overheid, niet worden afgeweken. Dit werkplan dient voorgelegd binnen 30 kalenderdagen na de gunning. 2. De technische kenmerken van de te leveren materialen, voor zover deze niet voorkomen in een door een onpartijdige instelling goedgekeurde Benor – catalogus, 15 kalenderdagen voor uitvoering. 3. Bodembeheerrapport: uiterlijk 15 kalenderdagen voor de aanvang van de werken maakt de aannemer het voorlopig bodembeheerrapport of de goedkeuring inzake bestemming en transport over. 4. cfr bepalingen Hfdst 9 § 30:
De voorschriften van het standaardbestek 250 worden aangevuld met de volgende bepalingen: • •
•
Alle documenten worden in de Nederlandse taal afgeleverd. Te leveren aantal documenten: o Ter goedkeuring voorgelegde documenten: 2 exemplaren: 1 op papier en 1 op elektronische drager; o Definitieve documenten: 3 exemplaren op papier en 1 op elektronische drager; De bestanden op elektronische drager zijn bewerkbaar in Autocad (Autocad Light 2009/Civil 3D) of Office (Word, Excel, …).
Art. 5, § 1 - Bedrag van borgtocht De borgtocht bedraagt vijf procent van de oorspronkelijke aannemingssom exclusief btw, afgerond naar het hogere honderdtal. De aannemer dient het bewijs van borgstelling binnen dertig dagen na de gunning aan de aanbestedende overheid te overhandigen.
Art. 9 - Vrijgave van borgtocht De borgtocht wordt vrijgegeven bij helften: de ene helft na de voorlopige oplevering van de gehele opdracht, de andere helft na de definitieve oplevering, na aftrek van de sommen die de aannemer eventueel verschuldigd is aan de aanbestedende overheid.
Art. 10, § 1 - Onderaannemers Alle personen die in enig stadium als onderaannemer optreden, zijn verplicht ingeschreven en erkend in de klasse en categorie of ondercategorie die overeenstemt met de omvang en de aard van de hun opgedragen werken, zodra het bedrag van deze laatste hoger ligt dan 75.000 EUR, BTW niet inbegrepen, voor de werken in categorie, en 50.000 EUR BTW niet inbegrepen, voor de werken in ondercategorie. Onderdelen van de opdracht aan een andere aannemer dan vermeld in de offerte mogen pas definitief aan een andere onderaannemer worden toevertrouwd nadat de hoofdaannemer het Bestuur, tenminste 10 dagen voordat de onderaannemer de werf betreedt, het bewijs heeft voorgelegd dat de betrokken onderaannemer voldoet aan de wetgeving inzake de erkenning van aannemers voor dat deel van de opdracht dat hij zal uitvoeren. Zolang dat bewijs niet is voorgelegd, mag een onderaannemer de werkzaamheden niet aanvatten.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 19 van 62
Art. 12, § 1 - Soorten keuringen De lijst van onafhankelijke instanties wordt aangevuld met: Voor de aflevering van bodembeheerrapporten (ter attestering van de conformiteit van de uitgegraven bodem) de VZW Grondbank, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel, tel.: 02/545 58 48, fax: 02/545 59 04 of VZW Grondwijzer, Building 724, 1931 Brucargo, tel.: 02/702 91 50, fax.: 02/726 83 90.
Art. 12, § 4 - Keuringskosten Wat de kosten verbonden aan de laboratoriumproeven betreft, is de omzendbrief 514 – A/11 en zijn addenda en errata tot bepaling van de tarifering van de proeven van toepassing.
Art. 13, § 1 - Prijsherzieningsformule De prijsherziening gebeurt conform de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 2.2. Ze gebeurt volgens de volgende formule:
s i p = P × 0,40 × + 0.40 × + 0.20 S I
Art. 14 – Intellectuele rechten De aanbestedende overheid wordt bij de oplevering eigenaar van de intellectuele en naburige rechten met betrekking tot alle resultaten die rechtstreeks voortvloeien uit onderhavige opdracht. Nochtans mag de dienstverlener op zijn kosten de strikt wetenschappelijke aspecten van de opdracht publiceren, in zoverre hij hiervoor expliciet de voorafgaande schriftelijke toelating heeft verkregen van de aanbestedende overheid en wanneer hij melding maakt van het feit dat de resultaten van de opdracht de eigendom zijn van de aanbestedende overheid. De dienstverlener verbindt er zich toe om alle informatie verkregen naar aanleiding van of bij de uitvoering van deze opdracht, geheim te houden. Hij is tevens gehouden tot strikte geheimhouding van de resultaten en de werkzaamheden. De dienstverlener staat borg, zonder beperking van bedrag, voor elk verhaal dat een derde zou stellen wegens het niet eerbiedigen van de intellectuele rechten van deze derde.
Art. 15, § 1 - Betaling van de werken De betalingen gebeuren in mindering naargelang de uitvoering vordert. De aannemer is verplicht een gedagtekende en ondertekende schuldvordering in 3 exemplaren voor te leggen aan de leidend ambtenaar. Deze schuldvordering steunt op een gedetailleerde staat van de werken op de laatste kalenderdag van iedere maandperiode. De gedetailleerde staat vermeldt steeds alle posten van de samenvattende opmeting, dus ook deze waarvoor nog geen hoeveelheden werden uitgevoerd. Iedere kolom van de gedetailleerde staat moet worden ingevuld. De definitieve vorderingsstaat wordt in vijf exemplaren bezorgd aan WVI. Van de factuur wordt één origineel ingediend en vier als dusdanig afgestempelde kopies. De indiening van de factuur gebeurt, na goedkeuring van de ingediende vorderingsstaat door het Bestuur, op volgend adres: West Vlaamse Intercommunale (WVI) Boekhouding Baron Ruzettelaan 35 8000 Brugge
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 20 van 62
Art. 15, § 4 - Interesten voor achterstallige betalingen Het bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1154 en 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de hoofdsommen pas daarna op de interesten.
Art. 15, § 5 - Onderbreking door de aanbestedende overheid Er kunnen zich onverwachte omstandigheden voordoen (werken uitgevoerd door de concessiehoudende maatschappijen, bouwwerken op belendende percelen, verkeersplannen, gebruik van de weg – feestelijkheden, allerhande manifestaties, coördinatie met aangrenzende wegenwerken, ...) waardoor de werken dienen onderbroken te worden. De aannemer kan hiervoor geen enkele schadevergoeding eisen van de aanbestedende overheid. De volledige of gedeeltelijke onderbreking van de werken ten gevolge het Decreet betreffende het natuurbehoud en haar uitvoeringsbesluit zoals vermeld in art. 25 §3 of de van toepassing zijnde Vlaamse wetgeving dienaangaande geeft geen recht op een schadevergoeding. De onderbreking van minder dan dertig kalenderdagen nodig voor het uitvoeren van andere opdrachten (eventueel door andere aannemers) op de werf, welke dienen te gebeuren vooraleer bepaalde werken vervat in de huidige opdracht kunnen worden uitgevoerd, worden beschouwd als verletdagen en geven geen recht op schadevergoeding. Bovendien heeft de aannemer geen recht op een schadevergoeding noch op een verlenging van de uitvoeringstermijn voor de onderbreking van een gedeelte van de werf die door de aanbestedende overheid wordt bevolen als gevolg van een slechte uitvoering. In dit geval stelt de aannemer zich onmiddellijk in verbinding met de leidend ambtenaar om zijn voorstellen om de bestaande toestand te verhelpen kenbaar te maken.
Art. 15, § 6 - Onderbreking of vertraging van de uitvoering door de aannemer De bepalingen van deze paragraaf kunnen slechts ingeroepen worden op voorwaarde dat het bedrag van de laattijdige betalingen tijdens de beschouwde periode hoger ligt dan 20% van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht.
Art. 16, § 2 – Klachten en verzoeken De bijzondere aandacht van de aannemer wordt erop gevestigd dat welke moeilijkheden hij bij de uitvoering van de werken ook mag ondervinden (die normalerwijze te voorzien zijn door een vooruitziend aannemer), hij in geen geval recht heeft op enige vergoeding of herziening van het contract. Hij wordt verondersteld met deze moeilijkheden rekening te hebben gehouden bij de prijsbepaling van zijn offerte. De aanwending van de middelen die nodig zijn om deze op te lossen zijn in de offertesom begrepen. Derhalve veronderstelt de aanbestedende overheid dat de aannemer bij het indienen van zijn offerte zich ter plaatse rekenschap heeft gegeven van de werkomstandigheden.
Art. 16, § 3 - Klachten en verzoeken De melding van feiten die de goede gang van de opdracht verstoren dienen per aangetekende brief bij de aanbestedende overheid toe te komen. De datum van aantekening heeft bewijskracht voor de datum van de melding.
Art. 17, § 2, 2° b – Herhaling van soortgelijke opdracht ingevolge onderhandelingsprocedure. Het Bestuur vermeldt dat zij gedurende de uitvoeringsperiode der werken gebruik kan maken van de mogelijkheid voorzien in art. 17, §2, 2° b om bepaalde werken en leveringen overeenstemmend met de oorspronkelijke aanneming toe te wijzen aan de uitvoerende aannemer.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 21 van 62
Art. 17, § 3 - Kwijtschelding van boeten voor te late uitvoering De verzoeken tot kwijtschelding van boeten dienen per aangetekende brief bij de aanbestedende overheid toe te komen. De datum van aantekening heeft bewijskracht voor de datum van het verzoekschrift.
Art. 19, § 2 - Waarborg De waarborgtermijn bedraagt 1 jaar.
Art. 20, § 4 – Straffen De aanbestedende overheid heeft het recht om de straffen even vaak toe te passen als: •
de inbreuk is gepleegd;
•
er werknemers zijn die het voorwerp uitmaken van de inbreuk.
Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt de straf vermenigvuldigd met het aantal keer dat die inbreuk werd vastgesteld.
Art. 25, § 1 - Elementen die in de prijzen zijn inbegrepen De bepalingen van standaardbestek 250 worden aangevuld als volgt: 1° Punt moet worden gelezen met volgende bepaling : Indien in de opmeting geen afzonderlijke post is voorzien voor de bemaling, zijn de kosten van deze bemaling inbegrepen in de overeenkomstige posten van de grondwerken. 2° Punt wordt aangevuld met volgende bepalingen : Behoudens andersluidende bepalingen van bestek en/ of de opmeting, behoren de levering, het vervoer en het ter plaatse aanbrengen van alle te verwerken materialen tot de aanneming en dienen deze in de prijzen te zijn begrepen. •
Allerlei heffingen : onder voorbehoud van de bepalingen van art. 13§3 hierboven en de BTW, zijn om het even welke heffingen, waaraan de aanneming onderworpen is, ten laste van de aannemer en worden zij verondersteld begrepen te zijn in de eenheidsprijzen en/of globale prijzen.
•
De plaatsing, verplaatsing, het aanbrengen, het omzichtig opbreken en het omzichtig afbreken van alle nodige signalisatie van de bouwplaatsen evenals de signalisatie van en langs de wegomleggingen dienen in de forfaitaire sommen of in de eenheidsprijzen van de overeenstemmende posten begrepen te zijn.
Het eventueel uitvoeren van bronbemalingen en beschoeiingen voor de aanleg van buizen, kunstwerken en andere werken welke een wijziging van de grondwaterspiegel zouden eisen, is in de forfaitaire sommen of in de eenheidsprijzen der werken begrepen (tenzij uitdrukkelijk anders vermeld). De aannemer is eveneens verplicht op zijn kosten alle ondergeschikte werken en leveringen uit te voeren die niet expliciet vermeld zijn in een post van de meetstaat, maar die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de aanneming zoals bepaald in de aanbestedingsdocumenten, en/ of voor de uitvoering van die post. De levering, het vervoer en het ter plaatse aanbrengen van de in de aanbestedingsdocumenten voorgeschreven materialen, zijn voor rekening van de aannemer. Onverminderd de bepalingen van artikel 34 AAV, zijn alle werken, leveringen en bijkomende werken die inherent zijn aan de uitvoering van de algemene maatregelen van artikel 30 AAV, begrepen in de aannemingssom tenzij het bestek hiervoor een aparte post voorziet. Alle voorlopige of definitieve verleggingen van installaties van concessiehoudende en/of nutsmaatschappijen die enkel noodzakelijk zijn wegens het gebruik van bijzondere
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 22 van 62
uitvoeringsmiddelen gekozen door de aannemer zijn inbegrepen in de aannemingssom. Als de aannemer een bijdrage verschuldigd is aan het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw wordt in de meetstaat hiervoor geen afzonderlijke post voorzien. Ook de bijdrage verschuldigd aan het Wetenschappelijk en Technisch Centrum van het Bouwbedrijf is begrepen in de eenheidsprijzen. 7° Bodemsaneringsdecreet en haar uitvoeringsmodaliteiten Grondverzet: zie bepalingen onder IV-2. 8° Waterafvoer De waterafvoer van beken, grachten, waterlopen, terreinen, moet tijdens de werken tot de voorlopige oplevering, deze ook tijdens een eventuele schorsing, als last van de aanneming verzekerd blijven, in het bijzonder t.o.v. naburige percelen. De aannemer treft hiervoor, in al de werkfasen de nodige schikkingen en legt deze vóór uitvoering voor aan de leidend ambtenaar. Deze beslist over de aanvaarbaarheid van de maatregelen en opname in de voorziene posten. Alle schadevergoedingen aan derden ten gevolge van wateroverlast zijn integraal ten laste van de aannemer tot volledige vrijwaring van de eigenaars, huurders en pachters. 9° Verlaging van de grondwaterpeil Er wordt geen algemene grondwaterverlaging in het projectgebied voorzien. De aannemer zal, indien nodig door plaatselijke maatregelen het grondwaterpeil na voorafgaande goedkeuring van de uitvoeringsmethode, mogen verlagen. Het verlagen van het oppervlaktewater in de waterloop dient zo georganiseerd te worden dat de bovenstroomse afvoer nooit in het gedrang komt. De aannemer voorziet hiertoe de nodige omleidingen via ruim voldoende gedimensioneerde leidingen en een pompsysteem. 10° Materialen In regel zijn alle materialen in deze aanneming nieuw, zoniet wordt dit in de opmetingstaat uitdrukkelijk vermeld. 11° Bestaande toestanden De aannemer dient zich ter plaatse te vergewissen van de bestaande toestand van het werkgebied. Hij kan geen bezwaren uiten noch schadevergoedingen eisen ten hoofde van afwijkingen t.o.v. de tekeningen of bestekbeschrijvingen. Ieder stelsel, apparaat en in het algemeen ieder element dat deel uitmaakt van deze opdracht wordt, behalve uitdrukkelijk tegenstrijdige vermelding in het bestek, volledig geleverd en omvat aldus alle organen, toebehoren en aanpassingen die nodig zijn voor zijn montage, zijn volmaakte werking, zijn gebruik en zijn gemakkelijk onderhoud, zelfs indien deze organen, toebehoren en aanpassingen niet expliciet vermeld zijn in dit bestek, op de plans of in de opmeting die het vergezellen. De posten van de opmeting voor de uitvoering van werken omvatten, behalve uitdrukkelijk tegenstrijdige vermelding in het bestek, alle aanvullende werkzaamheden die nodig zijn om dit werk te realiseren, zelfs indien hiervoor in de opmeting posten voorzien zijn. De plans, het bestek en de opmeting vullen elkaar aan. Het feit dat zekere elementen of werken als deel uitmakend van de opdracht aangeduid zijn in zekere van deze documenten, maar niet in alle, is geen tegenspraak.
Art. 25, § 2 - Andere factoren betreffende de aannemingsprijs Er wordt aangenomen dat de aannemer zijn inschrijvingssom voor het geheel van de onderhavige onderneming volgens zijn eigen bewerkingen, berekening en ramingen heeft opgemaakt. Hij wordt aanzien het werk grondig te hebben onderzocht en volledig op de hoogte te zijn van de aard van de
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 23 van 62
funderingsgronden, van de moeilijkheden van vervoer, van de voorwaarden van uitvoering van de werken, van de toestand van de aanpalende eigendommen, enz... Na neerlegging van zijn inschrijving mag hij geen enkel bezwaar of eis tot vergoeding laten gelden die gebaseerd zijn op moeilijkheden bij de uitvoering van de werken of vergissingen of leemten in de opmeting aanwezig. De aannemer wordt geacht op de hoogte te zijn van de aanwezigheid van nutsleidingen van alle aard in de ondergrond. Hij mag op geen vergoeding aanspraak maken gebaseerd op moeilijkheden voortvloeiende uit de aanwezigheid van deze leidingen. Door in te schrijven op de onderhavige opdracht verklaart de aannemer kennis genomen te hebben van de bepalingen van het bij dit bestek horende algemeen veiligheids- en gezondheidsplan en de werken conform deze bepalingen te zullen en kunnen uitvoeren. De kosten die de aannemer als gevolg van de toepassing van de bepalingen van dit algemeen veiligheids- en gezondheidsplan dient te dragen, moeten verrekend worden in de prijzen van zijn offerte. Een aparte kostennota dient bovendien gevoegd te worden bij zijn inschrijving. Zijn eveneens ten laste van de aannemer binnen de grenzen van het werk : •
Het werken met de nodige en wettelijke voorzorgsmaatregelen en voorzichtigheid in de omgeving van nutsleidingen en hun toebehorende installaties, alsook de eventuele peilingen om deze voorzorgsmaatregelen wat te kunnen verminderen ;
•
De vereiste bescherming van de bestaande en te behouden nutsleidingen en hun bijhorende installaties, hierin inbegrepen de nodige werken om de leidingen en bijhorende installaties desgevallend in stand te houden en hun stabiliteit te verzekeren ;
•
Het leveren van materialen en van de aan te voeren gronden nodig voor de uitvoering der werken en waarvan de opmeting geen uitdrukkelijke vermelding maakt ;
•
De grondwerken nodig tot de uitvoering der werken, en die niet in een speciale post van de opmeting voorkomen ;
•
Het verwijderen, sorteren, laden, vervoeren, lossen en stapelen van de opgebroken materialen met inbegrip van het vervoer en de behandeling ;
•
De aannemer moet zich ter plaatse vergewissen van de werkelijkheid. Hij moet de te behandelen terreinen aannemen in de toestand waarin zij zich bevinden en kan dienaangaande geen bezwaren indienen noch eisen stellen ;
•
De aannemer moet op eigen kosten het water en de elektriciteit aanschaffen die nodig zijn voor het uitvoeren van de werken van de aanneming.
In het geval het noodzakelijk is nutsleidingen te verplaatsen, geldt bovendien dat van zodra de aannemer bericht ontvangen heeft dat het werk hem toegewezen is, hij aan de concessiehoudende diensten vraagt welke boven- of ondergrondse leidingen, kabels of andere installaties zij bezitten lang het tracé der werken. Hij vraagt de meest recente plannen van hun installaties onmiddellijk aan. Met als doel deze plannen te controleren en eventueel aan te vullen, zal de aannemer op alle nodige plaatsen overgaan tot het uitvoeren van boringen om de juiste ligging van de leidingen te bepalen, deze resultaten op plan zetten en dit ten zijner laste. Op een coördinatie vergadering in aanwezigheid van alle belanghebbende nutsmaatschappijen legt de aannemer het plan voor en licht eveneens de voortgang der werken toe. De uitvoeringsmoeilijkheden veroorzaakt door de aanwezigheid van kabels, leidingen of andere installaties, kunnen in geen geval door de aannemer ingeroepen worden om de prijsherziening of termijnverlenging te bedingen, ook niet indien de door de aannemer geplande uitvoeringsmethode hierdoor onmogelijk wordt.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 24 van 62
Ingeval bestaande ondergrondse of bovengrondse leidingen en hun toebehoren de uitvoering van zijn werken hinderen, zal de aannemer met de aanbestedende overheid overleg plegen om de moeilijkheden te regelen. Hij zal steeds de stabiliteit van de leidingen dienen te garanderen en zich steeds moeten onderwerpen aan de door de aanbestedende overheid getroffen maatregelen. Alle hindernissen, zichtbare of onzichtbare, bovengrondse of ondergrondse al dan niet aangeduid op de plannen, die de volmaakte uitvoering van de werken in de weg staan, moeten door de aannemer worden uitgeroeid, afgebroken, weggenomen, verplaatst of tijdelijk verlegd mits akkoord van en tot genoegen van de aanbestedende overheid en hersteld in goede staat naar het oordeel van de aanbestedende overheid. Deze bepaling is van kracht wat ook de aard en belangrijkheid der hindernissen is. Zij slaat niet alleen op wat dient gedaan te worden om de goede uitvoering der werken mogelijk te maken, maar ook op al wat gewenst is voor het duurzame behoud der werken. Het is de inschrijver toegelaten voor het indienen van zijn offerte het terrein te bezoeken en de nodige boringen uit te voeren om zich rekenschap te geven van de aard en de hoedanigheid van de ondergrond. Daartoe zal hij zich eerst in verbinding stellen met het opdrachtgevend bestuur. Krachtens de KB’s van 05.05.1952 en 20.07.1978 betreffende het opzoekingcentrum voor de wegenbouw, is de aannemer een bijdrage aan dat centrum verschuldigd. In de meetstaat wordt hiervoor geen afzonderlijke post voorzien.
Art. 27, § 1 - Keuring - Algemeen Het merk van overeenkomstigheid is BENOR.
Art. 27, § 2 - Keuringsmodaliteiten 1° De bepalingen van het Standaardbestek 250 worden gewijzigd als volgt: Alle materialen vermeldt in hoofdstuk 3 van het Standaardbestek 250 versie 2.2 en van het bijzonder bestek, zijn onderhevig aan een voorafgaandelijk technisch nazicht. De aannemer levert binnen 20 kalenderdagen, na gunning een lijst met te gebruiken materialen, hun technische fiche en voorstel van keuring of attest. Een materiaal wordt niet verwerkt zonder dat de leidend ambtenaar in het bezit is van de fiche en keuringsattest of het materiaal zelf heeft gekeurd. Gebeurt dit toch dan kan de aanbestedende overheid dit materiaal als niet geleverd of geplaatst beschouwen en desgevallend niet betalen.
Art. 28, § 1 - Bevel tot uitvoering en leiding van de werken Deze paragraaf wordt als volgt aangevuld en/of aangepast : De uitvoeringstermijn wordt vermeld in de synopsis. Deze uitvoeringstermijn is dwingend. Het overschrijden van de uitvoeringstermijn zal aanleiding geven tot boeten zoals voorzien in art. 48 § 2 4°. De uitvoeringsmoeilijkheden veroorzaakt door de eventuele aanwezige kabels, leidingen, enz. kunnen in geen geval door de aannemer ingeroepen worden om prijsherziening of termijnverlenging te bedingen, ook niet indien de door de aannemer geplande uitvoeringsmethode daardoor onmogelijk wordt. De aannemer wordt verondersteld zich dienaangaande volledig te hebben ingelicht voor de aanbesteding. Het werkschema : Het werkschema (de planning) voor de uitvoering van de opdracht van werken moet grondig overlegd worden tussen de aannemer, de leidend ambtenaar en eventueel de voor de controle bevoegde archeoloog, alvorens de werkzaamheden te beginnen. Hiertoe wordt op initiatief van de aannemer bij aanvang van de werken een overlegvergadering georganiseerd. Tijdens deze overlegvergadering kunnen niet vermelde archeologische controles worden aangevraagd. Door de aannemer wordt binnen de 5 dagen na het overleg een verslag van de planning opgemaakt en aan de leidend ambtenaar overhandigd. Bij de opmaak van de planning, dient de aannemer
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 25 van 62
bovendien rekening te houden met de planning en fasering van eventuele andere werken in uitvoering in opdracht van de aanbestedende overheid en met het eventuele archeologisch onderzoek. De delen van de opdracht voor werken waarvoor keuringen à posteriori voorgeschreven zijn, moeten ten laatste twintig werkdagen voor het verstrijken van de uitvoeringstermijn beëindigd zijn. De aannemer dient ten allen tijde de broedperiodes van de aanwezige fauna in de zones natuur te respecteren.
Art. 28, § 2 - Gelijktijdig uit te voeren opdrachten Naast de opdrachthouder zijn er normaliter geen andere aannemers terzelfder tijd op de werf aan het werk, tenzij de opdrachthouder onderaannemers aanstelt voor bepaalde deeltaken. In dit geval is een optimale afstemming tussen beide werken noodzakelijk. Het leggen van de nodige contacten met de betrokken derden en met de aanbestedende overheid wordt beschouwd als een contractuele verplichting van de opdracht. Eventuele onkosten die voortspruiten uit de nalatigheid van de aannemer of uit een gebrek aan coördinatie van zijn kant zijn een last van de aanneming.
Art. 29, § 1 - Onderbreking van de werken De aannemer brengt de leidende ambtenaar schriftelijk op de hoogte van de omstandigheden die vertraging of het stopzetten van de werken veroorzaken, op het ogenblik dat deze zich voordoen. De aannemer deelt ook mee welke stappen hij gezet heeft om hieraan te verhelpen en wat de resultaten ervan zijn. De aannemer dient op zijn kosten alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen ten einde de werken en de materialen te vrijwaren van mogelijke beschadiging of diefstal. De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor, de werken gans of gedeeltelijk te schorsen, wanneer volgens zijn mening de weersomstandigheden het uitvoeren van zekere werken niet toelaten (o.a. gedurende de winterperiode en broedperiodes fauna in de zone natuur). Voor deze onderbreking wordt geen vergoeding toegekend. De aannemer dient, eveneens op zijn kosten, de signalisatie der werken en eventuele verkeersomleidingen te verzekeren gedurende de schorsing.
Art. 29, § 2 - Vondsten tijdens het werk Archeologisch patrimonium. Eenieder die, anders dan bij het uitvoeren van vergunde archeologische opgravingen, een goed vindt waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een archeologisch monument betreft, is verplicht hiervan binnen drie dagen aangifte te doen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het Agentschap Onroerend Erfgoed stelt de eigenaar en de gebruiker, in geval zij niet de vinder zijn, en de betrokken gemeente(n) hiervan in kennis. De gevonden archeologische monumenten en hun vindplaats moeten tot de tiende dag na de melding in onveranderde toestand door de eigenaar, gebruiker en vinder bewaard blijven, beschermd worden tegen beschadiging of vernieling en toegankelijk gesteld worden voor onderzoek door het Vlaams instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE), de administratie of zijn gemachtigde, zonder dat dit aanleiding kan geven tot het vorderen van enige schadevergoeding. De termijn van 10 dagen kan door de Executieve of haar gemachtigde ingekort worden na onderzoek of indien deze verplichting tot onverantwoord hoge kosten aanleiding zou geven, of verlengd worden. De Executieve bepaalt de algemene beschermingsvoorschriften die op de bij toevalsvondsten gevonden archeologische monumenten van toepassing zijn. Deze termijn kan verlengd worden tot 30 dagen.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 26 van 62
Art. 30, § 1 - Algemene organisatie van de bouwplaats 1.
Verkeersveiligheid en signalisatie
Paragraaf 1. wordt nog aangevuld als volgt: “De aandacht van de inschrijvers wordt bijzonder gevestigd op het bestaan van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14.02.1980 en 29.03.1984 (BS van 05.08.1980 en 14.07.1984), gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf, betreffende de meldingsplicht inzake Veiligheid en Hygiëne”. De bepalingen van Standaardbestek 250 versie 2.2 worden aangevuld als volgt: De aannemer dient er rekening mee te houden dat: • Gedurende de uitvoering van de werken hij voor de nodige signalisatie dient te zorgen en eventueel dient te voorzien in de nodige omleggingen indien de doorgang belemmerd wordt. De aannemer is alleen aansprakelijk voor alle verkeersongevallen welke zich tengevolge van uitvoering van werken door zijn schuld of door deze van zijn personeel zouden voordoen. • Het fiets- en voetgangersverkeer moet steeds in behoorlijke en veilige omstandigheden kunnen gebeuren. Onderbreken van het doorgaande verkeer moet tot een minimum beperkt worden en gebeurt in samenspraak met het bestuur. • Alle werkstroken worden bepaald door de opdrachtgever met als streefdoel de omgeving zo weinig mogelijk te verstoren. • Alle werkstroken buiten (onverharde) wegen afgezet dienen te worden met staken en veiligheidslint. Afvalstoffen Het begraven, storten of verbranden van afvalstoffen of afbraakmaterialen op de werf is verboden. De aannemer is verplicht de recycleerbare afvalstoffen te selecteren en deze in de daartoe bestemde filières te brengen. Alle materiaalrestanten, afvalstoffen, tijdelijke constructies dienen bij einde der werken uit het gebied verwijderd te zijn. Openbare weg: Wanneer de voertuigen van de aannemer schade toebrengt aan de wegen, dienen deze wegen hersteld te worden door de aannemer in hun oorspronkelijke staat. De aanbestedende overheid herinnert de aannemer aan de voorschriften van art. 7 van het K.B. van. 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer. De aannemer voorkomt bevuiling van de straten en zal onmiddellijk de nodige maatregelen treffen om de straten te ontdoen van alle aarde en slijk voortkomende van zijn vervoer. De aannemer wordt te allen tijde verplicht het water vrije doorgang te verlenen, hetzij op een natuurlijke wijze, hetzij bij middel van pompen. De werken die hiermee verband houden en de eventuele schade aan al uitgevoerde werken zijn een last van de aanneming, evenals het herstel van de schade. De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op art. 5 van het K.B. van 28 juni 1971 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij gasleidingen "Wanneer derden werken in de omgeving der gasleidingen en dienstleidingen uitvoeren dan moeten zij, bij aangetekend schrijven, de betrokken gasverdelers daarvan ten minste achtenveertig uur van tevoren kennis geven en de nodige maatregelen treffen teneinde de veiligheid en de goede staat der gasinstallaties te verzekeren. Deze verplichte kennisgeving mag door een bestendige overeenkomst vervangen worden.” De verantwoordelijkheid als gevolg van art. 544 B.W. voor de schade aan naburige eigendommen, veroorzaakt door het louter feit van de uitvoering van werken en dus zonder enige uitvoerings- of conceptiefout, wordt volledig overgedragen aan de aannemer, die dit aanvaardt. De aannemer draagt de volle verantwoordelijkheid voor de schade die hij mocht toebrengen bij het uitvoeren van onderhavige werken aan privé-eigendommen langs en buiten het gebied waarin de werken dienen uitgevoerd te worden.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 27 van 62
De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor de eventuele schade te berekenen volgens de "Uniforme methode voor waardebepaling van straat-, laan- en parkbomen behorende tot het openbaar domein. De werken mogen pas aangevat worden als alle noodzakelijke schikkingen voor de verkeersveiligheid langs de bouwplaats werden getroffen, met inbegrip van de signalisatie van de bouwplaats, die verplicht aan te brengen is. De aannemer treft alle nodige maatregelen om de veiligheid van zijn werknemers en derden te waarborgen tijdens de uitvoering van de werken. Richtlijnen door de aannemer strikt op te volgen met betrekking tot Veiligheidscoördinatie en veiligheidsvoorschriften : Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens :
ertoe
•
het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ;
•
de Wet op het welzijn van 04-08-1996 ;
•
de Codex over het welzijn op het werk ;
•
het ARAB (waarin het AREI is opgenomen).
bij
dat
de
De meest essentiële rubrieken zijn samengevat en gebundeld in een document aangaande de “Algemene Voorschriften betreffende Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Orde”, gevoegd bij dit bestek en er integraal deel van uitmakend. Dit document bevat de vereiste informatie voor een correcte offerte. Verder zijn deze algemene voorschriften als leidraad bedoeld voor de aannemer en mogen helemaal niet worden beschouwd als een limitatieve opsomming van de na te komen verplichtingen. De aannemer en zijn medewerkers dienen zich te schikken naar de richtlijnen die de veiligheidscoördinator bij gelegenheid van controlebezoeken of enige andere vorm overmaakt. Daarnaast moeten alle nodige veiligheidsvoorzieningen getroffen worden. Alle kosten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen en uit de contractuele verplichtingen vormen een aannemingslast en de kosten voor veiligheidsmaatregelen zitten vervat in de eenheidsprijzen. Indien de aannemer voor de uitvoering van de werken een beroep zal doen op (een) onderaannemer(s), dan stelt de aannemer de aanbestedende overheid hiervan zo vlug mogelijk op de hoogte. De aandacht van de inschrijvers wordt bijzonder gevestigd op het bestaan van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14.02.80 en 29.03.84 (B.S. van 5.8.80 en 14.7.84), gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de meldingsplicht op het gebied van veiligheid en hygiëne. Richtlijnen door de aannemer strikt op te volgen met betrekking tot het veroorzaken van minder hinder : A. Algemene richtlijnen : • • • • • •
Een ordentelijke werforganisatie, zodat de hinder voor de aangelanden en het verkeer, inclusief het laad- en losverkeer tot een minimum beperkt blijft ; Vermijden van non-activiteit op de werf, eens de werken aanvangen. Opslaan van materialen op het openbaar domein zal tot de hoogst noodzakelijke termijn en oppervlakte beperkt worden . Voorzien van veilige toe- en doorgangswegen voor voetgangers en fietsers. Het zoveel als mogelijk vrijwaren van toegangswegen voor auto’s en toeleveringsvoertuigen gedurende de werken. Het gebruik van uitsluitend duidelijke, onbesmeurde, onbeschadigde en reglementaire signalisatie, hekkens, afsluitingen en verkeersborden en bij diefstal of beschadiging onmiddellijke herplaatsing.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 28 van 62
•
De aannemer zal ten minste 14 kalenderdagen voor de aanvang der werken twee plannen indienen bij de aanbestedende overheid met daarop de door hem voorziene wegsignalisatie.
B. Ter informatie aan de bevolking : • •
•
2.
Van zodra de aannemer het aanvangsbevel ontvangen heeft, bezorgt hij aan de leidende ambtenaar per kerende een planning van de uit te voeren werken. Ten minste 48 uren op voorhand wordt aan de betrokken bewoners en aan de aangelanden een bewonersbrief bezorgd, door de aannemer. Deze brief wordt opgesteld in samenwerking met het opdrachtgevend bestuur. Tijdens de uitvoering der werken is de aannemer steeds verplicht de betrokken grondgebruikers minstens drie dagen vooraf te verwittigen, met kennisgeving aan de leiding der werken, wanneer bepaalde van deze terreinen betreden moeten worden met machines e.d. Aanwijzing van de bouwplaats
Op de bouwplaats wordt op twee plaatsen, aan te duiden door de leidende ambtenaar, twee werfinfoborden geleverd en geplaatst. Op onderstaande afbeelding wordt weergegeven hoe het bord er moet uitzien. De betreffende kosten met inbegrip van de onderhoudskosten zijn een last van de aanneming. Na de definitieve oplevering wordt het bord verwijderd op kosten van de aannemer. Het bord blijft eigendom van de aannemer. Het ontwerp van het paneel wordt voor de levering en plaatsing ter goedkeuring aan de leidend ambtenaar voorgelegd. In bijlage zijn alle logo’s e.d. nodig voor de opmaak van de borden terug te vinden.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 29 van 62
5.
Installaties van concessiehoudende maatschappijen of nutsmaatschappijen
De aannemer is ertoe gehouden : •
Alle nodige maatregelen en voorzorgen te nemen om schade aan de installaties van concessiehoudende maatschappijen of nutsmaatschappijen te voorkomen en te allen tijde de stabiliteit ervan te garanderen. Hij wint bij de diverse concessiehoudende maatschappijen of nutsmaatschappijen en openbare besturen inlichtingen in over de aanwezigheid van de installaties (ondergrondse en bovengrondse kabels en leidingen, verlichtingsinstallaties en verlichte verkeerssignalisatie en alle toebehoren ervan, …) alsook over de ligging ervan ;
•
Tijdig zowel aan de aanbestedende overheid als aan de concessiehoudende maatschappijen of nutsmaatschappijen de perioden mee te delen waarin de voorlopige en definitieve verplaatsingen moeten worden uitgevoerd alsook zijn werkschema te verantwoorden ;
•
In elk geval de nodige maatregelen te nemen met het oog op de coördinatie van zijn werken met die van de concessiehoudende en/of nutsmaatschappijen ;
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 30 van 62
•
De aanbestedende overheid belegt zo spoedig mogelijk een coördinatievergadering, echter niet vroeger dan vijftien dagen na kennisgeving van de gunning aan de aannemer. Op deze coördinatievergadering worden uitgenodigd : de leidende ambtenaar, de aannemer en de exploitanten van de nutsinstallaties.
De aannemer wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat hij persoonlijk en schriftelijk de concessiehoudende diensten tijdig moet verwittigen al naargelang de aanvang en het verloop van zijn uitvoering. De aannemer zal met de exploitanten de nodige schikking treffen om de aanwezige installaties in goede staat te houden tijdens de uitvoering van de werken. De aannemer zal zo spoedig mogelijk per aangetekend schrijven de aanbestedende overheid op de hoogte brengen van alle te verplaatsen nutsinstallaties, waarvan de verplaatsing contractueel NIET als last van de aanneming beschouwd worden, teneinde de aanbestedende overheid in de mogelijkheid te stellen de nodige verplaatsingen te bevelen. De kosten voor het eventueel definitief verleggen van de diverse installaties zijn niet voor rekening van de aannemer, behalve als de verleggingen enkel noodzakelijk zijn om de aannemer in staat te stellen een door hem gekozen bijzondere uitvoeringsmethode toe te passen. De kosten voor het tijdelijk ophangen, stabiliseren van installaties/ nutsvoorzieningen zijn wel ten laste van de aannemer. 6. Schade of hinder aan nutsvoorzieningen - merktekens / Verantwoordelijkheid van de aannemer De aannemer is in alle gevallen verantwoordelijk voor de schade teweeggebracht door het uitvoeren van zijn werken. Voor ieder werk dat een mogelijke oorzaak van schade of hinder kan zijn, waarop de aanbestedende overheid de aandacht van de aannemer heeft gevestigd of dat bij de uitvoering als zodanig blijkt, geeft de aannemer ten minste vijftien kalenderdagen voordat hij met het uitvoeren van dat werk begint, schriftelijk een bericht tegen ontvangstbewijs aan : •
Het Nationaal Geografisch Instituut, Directie van de Landmeetkunde, Abdij ter Kameren 13, 1000 Brussel ;
•
De aanbestedende overheid.
8.
Gelijktijdige aannemingen
De aannemer mag geen bezwaar maken, en geen vergoeding of termijnverlenging eisen, indien de aanbestedende overheid samen met een binnen de omschrijving van deze aanneming, werken laat uitvoeren die door de betrokken gemeente, provincie, of andere openbare instellingen of door nutmaatschappijen worden nodig geacht. De aannemer mag zich daarenboven niet verzetten, noch bezwaren maken, noch vergoeding vragen, wegens de doorgang of het tijdelijk in gebruik nemen van terreinen door andere aannemingen binnen de grenzen van deze aanneming, voor zover de leidende ambtenaar dat toelaat of beveelt. 10.
Toegang tot het werk
Naast de personen, bedoeld in art. 30 § 1, derde lid van de AAV, laat de aannemer bij archeologische vondsten tijdens het werk de personeelsleden van dit bestuur en de door dit bestuur opgeroepen deskundigen of met een opdracht gemandateerde medewerkers toe op het werk te komen.
Art. 30, § 2 - Bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies en werken 2.
Netheid van de wegen
De aannemer moet op zijn kosten, gedurende de volledige termijn van de werken de wegen die hij gebruikt voor de uitvoering van de opdracht ontdoen van slijk, stof en andere materialen.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 31 van 62
Er moet doeltreffend worden opgeruimd tot voldoening van het opdrachtgevend bestuur. Mechanisch borstelen met zuiger, gebruik van spuitlansen onder hoge druk enz. kan verplicht worden.
Art. 30, § 3 - Lokalen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid De voorziening van een directiekeet is verplicht. De aannemer stelt de aanbestedende overheid een lokaal ter beschikking dat geschikt is als vergaderruimte voor minstens 6 personen. De inschrijver onderhoudt dit lokaal, houdt het netjes en voorziet het van het nodige meubilair. Het lokaal dient als volgt uitgerust te zijn: • • • • •
1 tafel van min. 2m², 6 stoelen, 2 kasten met slot, inktjet-printer met de nodige installatiesoftware, toilet met waterspoeling, wastafel met stromend water, verwarming, verlichting en verluchting.
Het lokaal dient minstens 12 m² te zijn. Een toilet zal voorzien worden alsook een wastafel met stromend water, een koelkast, verwarming en verluchting. Aansluiting op het elektriciteitsnet en de riolering, indien aanwezig, zijn vereist. In het lokaal dient verplicht één exemplaar ter beschikking te zijn van het Standaardbestek 250 versie 2.2.
Art. 31 - Tracé van het werk De hoogtepeilen zijn herleid tot het vergelijkingsvlak van de Tweede Algemene Waterpassing (T.A.W.). Alle coördinaten zijn herleid tot het Lambert ‘72 stelsel. Wanneer het uitzetten van de werken is beëindigd, geeft de aannemer daarvan per aangetekend schrijven kennis aan de aanbestedende overheid. De aannemer mag de werken niet aanvangen vooraleer de aanbestedende overheid de uitzettingen geverifieerd en in orde bevonden heeft. De aannemer blijft echter te allen tijde verantwoordelijk. Het uitzetten van het tracé van het werk is een aannemingslast. Alle opmetingen/topografische opmetingen dienen uitgevoerd te worden door een beëdigd landmeter.
Art. 33 - Afbraakmateriaal In afwijking van het art. 33 van het K.B. van 26.09.1996 worden alle producten die niet moeten hergebruikt worden op de werf en waarover de eigenaar wenst te beschikken, behandeld in overeenstemming met 2-6.2. van het SB 250. De bouwstoffen en andere voorwerpen of materialen, voortkomende van opruimingswerkzaamheden, afbraak, opbraak en uitgravingen, de delfstoffen die vrijkomen van ontgravingen en in zoverre ze hergebruikt worden voor de op plan of door de leiding der werken aangeduide ophogingen, aanvullingen of dempingen, blijven eigendom van het opdrachtgevend bestuur (of eventueel rechtmatige eigenaar) of worden eigendom van de aannemer. Indien het opdrachtgevend bestuur (of de eventueel rechtmatige eigenaar) geen belang stelt in het afbraakmateriaal, moet de aannemer het afbraakmateriaal in eigendom nemen en moet hij het verwijderen naar een erkende stortplaats. Behalve de laad-, los- en transportkosten draagt de aannemer ook de stortkosten en bijhorende heffingen en belastingen zelf en staat hij in voor alle stortvergunningen. De afbraakmaterialen dienen regelmatig opgeruimd te worden tot volledige voldoening van de leidend ambtenaar.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 32 van 62
De aannemer dient een afschrift van de stortbewijzen inclusief de betalingsbewijzen aan het opdrachtgevend bestuur voor te leggen. De leidende ambtenaar beslist soeverein of de materialen al of niet geschikt zijn om te hergebruiken.
Art. 37 - Dagboek der werken De werfverslagen maken integraal deel uit van het dagboek der werken.
Art. 38 - Verzekeringen Binnen de vijftien kalenderdagen na de dag van de toewijzing van de opdracht aan de aannemer, legt deze aan de bouwheer een verzekeringsattest voor waaruit blijkt dat hij naast de wettelijke verzekeringen op zijn kosten een verzekering “alle bouwplaatsrisico’s” (ABR) heeft afgesloten zoals bepaald in onderhavig artikel. In de ABR-polis moet : - een dekking “faulty design” opgenomen worden. De ABR-polis (incl. dekking ‘faulty design”) wordt afgesloten tot de definitieve oplevering en voor de volledige bouwwaarde. -een dekking burgerrechtelijke aansprakelijkheid opgenomen worden voor alle tussenkomende partijen bij het bouwen, alsook een dekking voor de abnormale burenhinder. (art 544 BW) - de dekking burgerlijke aansprakelijkheid en de abnormale burenhinder (art 544 BW) verzekerd zijn voor een bedrag van minstens 1.250.000,00 EUR per schadegeval. - een onderhoudsperiode zijn opgenomen van ten minste 24 maanden. - een maximale vrijstelling van 2.500 EUR worden opgenomen. Enkel voor de dekking burgerlijke aansprakelijkheid mag er een vrijstelling van 25.000 EUR worden opgenomen maar enkel als er een eerste rangsdekking is in de Burgerlijke Aansprakelijkheidsverzekering van de aannemer van 25.000 EUR. De aannemer zal een verzekeringsattest van conformiteit bezorgen, met inbegrip van de bijzondere voorwaarden van de onderschreven polis. In dit verzekeringsattest zal de verzekeraar er zich toe verbinden om de Opdrachtgever bij aangetekend schrijven in kennis te stellen van elke annulatie, opschorting en/of wijziging van de waarborg van het verzekeringscontract, zowel wat betreft de aard als het bedrag, en dit minstens 15 dagen vóór de inwerkingtreding van deze annulatie, opschorting en/of wijziging van de waarborg. Telkens dit van hem wordt gevergd, levert hij het bewijs dat de vervallen premies zijn betaald. Het nalaten van het opvragen van de attesten en bewijzen door de bouwheer of zijn aangestelden, de goedkeuring van dergelijke attesten en bewijzen of het niet opmerken van een tekortkoming in de overgemaakte documenten houden geen vrijwaring van de aannemer in aan zijn verplichting tot verzekering overeenkomstig deze contractuele bepalingen. In het verzekeringsattest bevestigt de verzekeraar van de aannemer dat hij de bouwheer per aangetekend schrijven zal verwittigen indien deze verzekeringen, om welke reden ook, worden geschorst, beëindigd of vervallen. De schorsing of vernietiging van de verzekeringen kunnen slechts ingaan 30 dagen na verzending van het aangetekend schrijven van de verzekeraar aan de bouwheer. De polissen moeten voldoen aan de bepalingen van de wet van 25 juni op de landverzekeringsovereenkomst. Verzekerden en/of begunstigden zullen zijn: de bouwheer, de aannemer(s), de onderaannemer(s), de raadgevende ingenieur(s) met subcontractant, de architect en de personen aanwezig voor de
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 33 van 62
noden van de werf. De polis zal een clausule bevatten waarin de verzekeraar afstand van verhaal doet tegenover alle verzekerden. De aannemer doet zelf afstand van verhaal tegenover de bouwheer, de raadgevende ingenieur(s) en de architect voor het niet verzekerde deel van de risico’s. De verzekering voor “alle bouwplaatsrisico’s” dient steeds door de aannemer te worden onderschreven, ongeacht of er hiervoor in de opmetingsstaat al dan niet een afzonderlijke post is voorzien. In het geval dat de opmetingsstaat een afzonderlijke post voorziet voor het afsluiten van een verzekeringspolis “tienjarige aansprakelijkheid” dan zal deze polis beantwoorden aan de bepalingen zoals voorzien in het standaardbestek 250 versie 2.2. van april 2010.
Art. 39 - Verplichtingen van de aannemer tot de definitieve oplevering Op belangrijke herstellingen die plaats hebben minder dan één jaar voor het verstrijken van de waarborgperiode van de opdracht, wordt een nieuwe waarborgtermijn toegepast van 1 jaar, te rekenen vanaf de datum van het herstel vastgesteld in het proces-verbaal van de aanbestedende overheid.
Art. 40 - Ingebruikneming van de werken door de aanbestedende overheid De aanbestedende overheid mag de afgewerkte gedeelten van de werken in gebruik nemen zonder verplichting tot plaatsbeschrijving. Beschadigingen bij normaal gebruik van door de aanbestedende overheid in bezit genomen werken, die te wijten zijn aan een gebrekkige uitvoering, dienen door de aannemer op zijn kosten hersteld te worden.
Art. 41 - Draagwijdte van de aansprakelijkheid van de aannemer De bepalingen van het Standaardbestek 250 worden aangevuld als volgt : De aannemer is volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van de werken die hem werden toevertrouwd. De aanvaarding of goedkeuring van berekeningsnota's en uitvoeringstekeningen die de aannemer ingevolge de voorwaarden van het bestek aan de bouwheer dient voor te leggen, kunnen in niets zijn aansprakelijkheid verminderen. "Door zijn bieding aanvaardt de inschrijver de toepassingsmodaliteiten van de omzendbrief nr. MOW/2006/01 voor het berekenen van de uurkost van aannemersmaterieel overeenkomstig de CMK 2003 bij schadeclaims, herzieningen van de overeenkomst, bijwerken, ... en dit voor zoverre bij het opstellen van de overeen te komen prijzen geen beroep kan gedaan worden op de aanbestedingsprijzen, samenstellende delen van aanbestedingsprijzen, prijzen overeengekomen op basis van aanbestedingsprijzen, prijzen van vergelijkbare werken of courant gangbare prijzen".
Art. 42 - Wijzigingen aan de opdracht In afwijking aan de voorschriften van art. 42 , behoudt het bestuur zich het recht voor de bij dit bijzonder bestek beschrijvende opmeting en aangegeven hoeveelheden zelfs tijdens de uitvoering der werken te vermeerderen of te verminderen en zelfs zekere posten uit de aanneming te halen zonder dat de aannemer uit dien hoofde aanspraak kan maken op enigerlei vergoeding of schadeloosstelling, welke ook de omvang van de wijzigingen der hoeveelheden of afschaffingen mag zijn.
Art. 43, § 1 - Werken die niet voor oplevering worden aanvaard Wanneer de redenen tot afkeuring minimaal zijn en geen gevoelige gevolgen kunnen hebben voor de instandhouding van het werk, zijn levensduur en het gebruik ervan, behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor de werken toch goed te keuren onder beperkende voorwaarden van korting wegens minderwaarde en/of verlenging van de waarborgtermijn.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 34 van 62
Art. 43, § 2 - Voorlopige oplevering Aanvullend moet de aannemer in ieder geval, per aangetekend schrijven aan het bestuur kennis geven van de voltooiing van de werken en tezelfdertijd om de voorlopige oplevering verzoeken. Deze kennisgeving impliceert de aanvraag tot de a posteriori technische keuringen die nog niet zijn aangevraagd. De waarborgtermijn is vastgesteld op 1 jaar. In afwijking op de artikelen 43, § 2 worden de termijn van voorlopige oplevering van 15 op 30 kalenderdagen gebracht. De as-built plannen omvatten aanvullend op wat in het Standaardbestek 250 v.2.2. geëist wordt ten minste: •
Een opmeting van de uitgevoerde werken door een beëdigd landmeter in Lambertcoördinaten (x, y, z);
•
Een opmeting van alle uitgevoerde verhardingen van rijwegen, voetwegen, greppels, boordstenen, alle aangelegde grondbermen, alle bomen en hagen, wachtbekkens en grachten.
Voorlopige oplevering is na afwerken van de ophoging;
Art. 43, § 3 - Definitieve oplevering In afwijking op de artikelen 43, § 3 worden de termijn van definitieve oplevering van 15 op 30 kalenderdagen gebracht. De definitieve oplevering is 1 jaar na voorlopige oplevering.
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 25/01/2001 BETREFFENDE DE TIJDELIJKE OF MOBIELE BOUWPLAATSEN De aannemer is verplicht zijn volledige medewerking te verlenen aan de coördinator-verwezenlijking en deze de gevraagde documenten en gegevens steeds zo snel mogelijk te bezorgen. Hij volgt de richtlijnen van de coördinator strikt op en doet zijn eventuele onderaannemers ook deze richtlijnen opvolgen. Niet tegenstaande de aanstelling van een veiligheidscoördinator blijft de aannemer steeds verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn werknemers en derden. Hij dient er op toe te zien dat zijn werknemers, onderaannemers en bezoekers kennis hebben genomen van het werfreglement en de geldende veiligheidsregels.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 35 van 62
HOOFDSTUK 2: Algemene bepalingen Alle werken dienen te gebeuren met materieel dat is aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor gebeurlijke ongevallen die te wijten zijn aan het gebruik van onaangepast materieel of foutief gebruik ervan. De opdrachtnemer kan ook geen kosten verhalen op de opdrachtgever die te wijten zijn aan gebruik van foutief materieel.
5.
Meetmethoden voor hoeveelheden 5.1 Bepaling van hoeveelheden Hoeveelheden waarvan de eenheid uitgedrukt is in “m” worden afgerond op één cijfer na de komma. Hoeveelheden waarvan de eenheid uitgedrukt is in “m²” worden afgerond op twee cijfers na de komma. Hoeveelheden waarvan de eenheid uitgedrukt is in “m³” worden afgerond op drie cijfers na de komma.
6.
Inbegrepen prestaties en leveringen 6.2 Materialen waarvan de aanbestedende overheid eigenaar blijft De materialen afkomstig van de op- en afbraakwerken waarvan de aanbestedende overheid eigenaar wenst te blijven, zijn aangegeven in het bijzonder bestek onder 4-1. De af- en uitgegraven gronden die eigendom worden van de aannemer, moeten door de aannemer buiten de bouwplaats gevoerd worden en kunnen slechts op de bouwplaats gebruikt worden voor zover deze voldoen aan de hierop van toepassing zijnde voorschriften. Het hergebruiken van de afgegraven grond kan pas na goedkeuring van de aanbestedende overheid. Ten onrechte afgevoerde gronden zijn op kosten van de aannemer terug aan te voeren.
6.3 Materialen te leveren door de aannemer Zie beschrijving der werken en hoofdstuk 3.
6.3.A Aanvoer van grond 6.3.A.1 Keuring De aannemer dient, in navolging van dienstorder LIN 2005/18 van 29 september 2005 van de dienst beleid van departement Leefmilieu en infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, voor het aanvoeren van grond een bemonstering en analyse van de grond te laten uitvoeren (last voor de aannemer). Deze dienen te gebeuren door een erkend bodemsaneringdeskundige of een milieudeskundige erkend in de discipline bodem overeenkomstig de bepalingen van VLAREM II. De bemonstering gebeurt op de plaats van herkomst of op een tijdelijke opslagplaats (TOP) als zodanig aanvaard door de bevoegde onpartijdige bodembeheerorganisatie. De aannemer dient bij levering van de grond op de werf aan de leidend ambtenaar vrachtdocumenten te leveren, uitgegeven door een bevoegde onpartijdige bodembeheerorganisatie, die aantonen dat de grond overeenstemt met deze waarop de beoordeling van toepassing is.
6.3.A.2 Melding van aanvoer De aanvoer van grond wordt altijd gemeld. De aannemer dient bij de leidend ambtenaar een schriftelijke “melding van aanvoer” in, die in volgorde de volgende inlichtingen geeft:
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 36 van 62
• • • • •
Nummer van het bestek; Titel van het bestek; Datum of periode van aanvoer; Plaats van herkomst van de grond; Plaats van bestemming van de grond;
•
Posten van de samenvattende meetstaat van het bestek met betrekking op de aanvoer van grond; Bodembeheerrapport van de grond afgeleverd door een bevoegde onpartijdige bodembeheerorganisatie aanvaard door de aanbestedende overheid; Eventueel de vakken waarin de grond wordt verwerkt.
• •
Voor het indienen van de melding wordt gebruikt gemaakt van een standaardformulier. De schriftelijke melding van aanvoer dient uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de aanvoer van de grond aan de leidend ambtenaar te worden overgemaakt. De melding wordt bij overhandiging genoteerd in het dagboek der werken.
6.3.A.3 Keuring op de werf Bijkomende controlekeuringen op verzoek van de opdrachtgever zijn ten laste van de opdrachtgever indien zij niet voorzien zijn in het bijzonder bestek. In het dagboek der werken worden de resultaten van eventuele controlekeuringen vermeld. In geval van een belangrijke aanvoer van grond, of op verzoek van de opdrachtgever, maakt de aannemer een aanvullingsplan met een vaksgewijze indeling van het werk. Dit gebeurt op last van de aannemer en in overleg met de leidend ambtenaar. In het dagboek der werken wordt genoteerd in welke vakken grond volgens aanvoer werd verwerkt.
6.3.A.4 Afvalstoffen te verwijderen door de aannemer Alle afbraakmaterialen (uitgezonderd grond) worden eigendom van de aannemer. Het afvoeren ervan is een verantwoordelijkheid van de aannemer en een last van de aanneming. Wanneer de aanbestedende overheid afvalstoffen wil verwijderen afkomstig van de werken, omvatten de posten eveneens het laden, het vervoer en storten van deze afvalstoffen op een erkende stortplaats. De aanbestedende overheid zorgt dan, volgens de voorwaarden van art. 25. § 1. – toegevoegd punt 7° van het KB. van 26.09.1996 voor de vereiste attesten. Vooraleer de werken begonnen worden dient de aannemer aan de leidende ambtenaar de ligging van de vergunde stortplaatsen mede te delen. Bovendien zal de aannemer de nodige stukken voorleggen waaruit blijkt dat de afvalstoffen werkelijk naar deze vergunde stortplaatsen werden afgevoerd.
6.3.A.4 Afvoer van grond Bij afvoer van grond buiten de uitgestrektheid van de bouwplaatsen dient de aanbestedende overheid, in navolging de dienstorder LIN 2005/18 van 29 september 2005 van de dienst beleid van departement Leefmilieu en infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het bewijs te leveren van herkomst en van de milieuhygiënische kwaliteit van de grond. Dit bewijs wordt afgeleverd door een bevoegde onpartijdige bodembeheerorganisatie. De resultaten van het milieuhygiënisch onderzoek worden als bijlage bij onderhavig bijzonder bestek gevoegd. Voor af te voeren gronden die de R-waarden overschrijden, dient de aannemer aan de aanbestedende overheid het bewijs te leveren dat de grond volgens de wettelijke bepalingen werd afgevoerd. De controle op de vracht(en) gebeurt door middel van vrachtdocumenten ondertekend door de leidend ambtenaar of zijn vertegenwoordiger. Bij aankomst worden de vrachtdocumenten
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 37 van 62
tegengetekend door een daartoe gemandateerd persoon indien de opdrachtgever eigenaar blijft van de grond en door de acceptant van de grond indien de aannemer eigenaar wordt. In het laatste geval bezorgt de aannemer de leidend ambtenaar een exemplaar van de vrachtdocumenten. De transporterende vrachtwagens dienen uitwendig te worden gereinigd voor ze vertrekken. De openbare weg in de omgeving van de werfuitgang dient na elke werkdag te worden opgekuist.
9.
Specifieke kortingen wegens minderwaarde 9.1 Algemene reactieformules Bij de berekening van de gemiddelde dikte of hoogte worden de individuele dikten naar boven beperkt tot 1,1 maal de nominale dikte of hoogte.
9.2 Specifieke kortingen wegens minderwaarde voor druksterkte Bij de berekening van de gemiddelde druksterkte worden de individuele druksterkten naar boven beperkt tot 1,2 maal de vereiste gemiddelde druksterkte.
11.
Nutsleidingen [toegevoegd artikel] De aannemer dient zich terdege te vergewissen van de aanwezigheid van nutsleidingen ter plaatse van de uit te voeren werken. Dit is in alle gevallen een aannemingslast.
12.
Meerwerken/Verrekeningen [toegevoegd artikel] Alle werken die niet deel uitmaken van de oorspronkelijke aanbesteding en die door de aannemer zijn uitgevoerd maar niet voorafgaandelijk schriftelijk zijn vastgelegd en waarvoor de aanbestedende overheid geen uitdrukkelijk schriftelijk akkoord voor heeft gegeven, kunnen in geen geval in aanmerking komen voor betaling/verrekening.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 38 van 62
HOOFDSTUK 3: Materialen 0.
Lijst van de materialen waarvan het voorafgaand technisch nazicht moet gebeuren door een erkende onafhankelijke instantie vooraleer de materialen op de bouwplaats aangevoerd worden Dit artikel is integraal van toepassing.
3.
Grond Dit artikel is integraal van toepassing en wordt als volgt aangevuld : De milieuhygiënische kwaliteit is bepaald en gerapporteerd in een technisch verslag. Dit technisch verslag is conform verklaard door de Grondbank en toegevoegd in bijlage. De aannemer dient het grondverzet uit te voeren conform de bepalingen van hoofdstuk X van de Vlarebo en dient er voor te zorgen dat een bodembeheerrapport wordt verkregen bij gebruik van de uitgegraven grond als bodem. Bij aanvraag ervan bij de vzw Grondbank dient hij alle bepalingen van het ketenzorgsysteem en het bijhorende kwaliteitszorgsysteem van de vzw Grondbank toe te passen. Hij dient voorafgaandelijk de start der werken te melden aan de vzw Grondbank. Indien de aannemer opteert om een bodembeheerrapport aan te vragen bij de vzw Grondwijzer, dient hij zelf in te staan voor alle extra kosten ten gevolge van nieuwe conformverklaringen. Bij beide organisaties zijn alle dossier- en aansluitingskosten te dragen door de aannemer. Het betreft hier de uitgegraven en af te voeren grond. In navolging van het bodemsaneringsdecreet is er vooraf een milieuhygiënisch grondonderzoek uitgevoerd, dat integraal deel uit maakt van onderhavig bestek.
5.
Ophogings- en aanvullingsmaterialen 5.1 Natuurlijke grondsoorten Dit artikel is integraal van toepassing en wordt als volgt aangevuld : De benodigde grond voor de aanleg van eventuele nivelleringen, ophogingen en/of afdekkingen komt uit de uitgravingen op het betreffende terrein, indien deze voldoet aan SB250 versie 2.2 en aan alle milieunormen. Daarnaast wordt ook grond aangevoerd. Deze moet van zodanige kwaliteit zijn dat hij vrij bruikbaar is als bodem in bestemmingstype wonen. Dit wordt door de aannemer gestaafd met een conformverklaring van de Grondbank van de aan te voeren grond.
6.
Bouwzand 6.2.1 Zand voor draineringen Zand voor draineringen voldoet aan de volgende bepalingen overeenkomstig de norm NBN-EN 13242 en PTV 411:
6.2.1.1 Aard en herkomst Cfr. SB 250.
6.2.1.2 Korrelverdeling Cfr SB 250.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 39 van 62
7.
Steenslag, rolgrind, ruwe steen en brokken puin 7.1.2.2 Steenslag voor steenslagfunderingen met niet-continue korrelverdeling Cfr. SB 250.
13.
Geokunststoffen 13.2.1.5 Geotextiel voor het wapenen van de onderfundering of fundering Geotextiel voor het wapenen van onderfunderingen type II of steenslagfunderingen moet minstens de karakteristieken hebben van het geotextiel volgens tabel 2 van PTV 829: type 2.6. In speciale gevallen is een dimensionering aanbevolen.
95.
Houten palen voor weide-afsluitingen De palen, met een minimale duurzaamheidsklasse II, zijn ontschorst. De kop is haaks op de as afgezaagd, gekruind en het andere uiteinde is gepunt. De gewone palen en schoorpalen hebben een diameter van 10 cm en zijn 180 cm lang. De hoekpalen hebben een diameter van 15 cm en zijn 210 cm lang. Toleranties:
op de lengte:
max. 3%
op de diameter: max. 1% Het hout moet vrijgemaakt worden van alle schors en bastdelen, vuil, ijs, enz.. Het hout moet ten minste winddroog zijn (vochtgehalte < 30%). Alle bewerkingen van het hout moeten voltooid zijn voordat men tot verduurzaming overgaat.
96.
Puntdraad De puntdraad is vervaardigd uit twee zwaar verzinkte hoogkoolstofdraden voorzien van vierpuntsprikkels. Verzinking min. 240 gr/m². De loopdraden hebben een diameter van 1,70 mm. De prikkels hebben een diameter van 1,50 mm. De afstand tussen de vierpuntsprikkels bedraagt minimum 8 cm en maximum 12 cm. De treksterkte van de draden bedraagt minimum 1000 N/mm². De breukkracht van de prikkeldraad bedraagt minimum 4000 N.
97.
Verticale drainage-elementen De elementen voor verticale drainage zijn opgebouwd uit geprofileerde kunststof kern met Typar filtervlies met verankering en voldoen aan de volgende bepalingen: • afvoercapaciteit drain: 0,0001 m²/s • breedte drain: 100 mm • dikte drain: 3.5 mm
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 40 van 62
HOOFDSTUK 4: Voorbereidende werken en grondwerken 1.
Voorbereidende werken 1.1
Beschrijving
1.1.1
Verwijderen van houtachtige gewassen
1.1.1.2
Beschrijving
1.1.1.2.B ROOIEN VAN STRUIKEN Betreft het opgeschoten struikgewas op het terrein, voornamelijk gesitueerd in de uit te graven en verlande bekkens. 1.1.1.3
Meetmethode voor hoeveelheden.
Rooien van struiken wordt opgemeten in m² volgens vermoedelijke hoeveelheid (VH). De afvoer van hout en afval zit begrepen in de prijs.
1.1.2 Op- en afbraakwerken, al of niet voor herbruik 1.1.2.6 Opbreken van plaatselijke elementen Het opbreken van plaatselijke elementen omvat: •
het opbreken van een waterdicht scherm: mogelijks bevindt zich een waterdicht scherm (plastiekfolie) rondom bekken 11. Indien de opdrachtnemer tijdens de werken op dit scherm stuit bij de werken in zone industrie 1, dient dit scherm verwijderd te worden tot grondwaterniveau. Alvorens het scherm te verwijderen dient de aannemer de opdrachtgever op de hoogte te stellen en dient de aannemer foto’s te nemen als bewijsvorming. Indien geen waterdicht scherm wordt gevonden, kan de opdrachtnemer in geen geval beroep doen op een mogelijke schadevergoeding voor het wegvallen van deze post.
•
het opbreken van metalen damwanden: mogelijks bevinden zich op de site nog oude metalen damwanden. Indien de opdrachtnemer dergelijke wand blootlegt tijdens de werken, moet deze uitgetrokken worden en afgevoerd. Indien geen damwand wordt gevonden, kan de opdrachtnemer in geen geval beroep doen op een mogelijke schadevergoeding voor het wegvallen van deze post.
•
Het verwijderen van geotextiel op dijken en oevers in zone industrie 1: er is zichtbaar mogelijk geotextiel aanwezig op de dijk tussen bekken 13 en 14. Dit wordt verwijderd.
•
Het verwijderen van steenachtige materialen: in bekken 8 en op andere locaties, bevindt zich een ongekende hoeveelheid steenachtig materiaal. Dit moet verwijderd worden.
1.1.2.7 Op- en afbreken van massieven, constructies, kleine kunstwerken en afsluitingen Betreft het opbreken van: •
weide-afsluitingen.
De opgebroken materialen worden eigendom van de aannemer en worden afgevoerd buiten het bouwterrein conform de vigerende afvalwetgeving. Indien herbruik van de opgebroken weideafsluiting mogelijk is, is dit enkel toegelaten mits voorafgaandelijke goedkeuring door het opdrachtgevend bestuur.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 41 van 62
1.1.2.8 Afbreken van gebouwen Betreft een gemetst gebouw in zone A (foto links - ter info). Het gebouw heeft grofweg volgende afmetingen: 5m x 3,5m.
Het afbreken van gebouwen omvat ook: •
het opruimen van de inhoud van het gebouw;
•
het leegmaken van eventuele putten en vergaarbakken;
•
het opbreken van de eventuele funderingen op volledige diepte;
1.2
Meetmethode voor hoeveelheden
Opbreken van waterdicht scherm wordt weergegeven per m² in V.H. Opbreken van metalen damwand wordt weergegeven per ton in V.H. Te staven met weegbonnen. Verwijderen van geotextiel wordt weergegeven per m² in V.H. Het verwijderen van steenachtige materialen wordt weergegeven in V.H. per ton. Te staven met weegbons. Opbreken van afsluitingen wordt weergegeven per m in V.H. Afbreken van gebouwen wordt weergegeven per stuk in V.H. 1.1.4.3 Maaien 1.1.4.3.A BESCHRIJVING Betreft het maaien van de volledige werkzone voor de start van de grondwerken, uitgezonderd de oppervlakken waar struiken gerooid moeten worden. De maaiwerken worden uitgevoerd overeenkomstig 11-13.1. Deze éénmalige maaibeurt met ruimen, waarvoor geen speciaal dienstbevel voorzien wordt, wordt uitgevoerd vooraleer de eigenlijke werken uitgevoerd worden. De maaibeurt mag pas uitgevoerd worden nadat alle afpalings- en zuiveringswerken uitgevoerd zijn en aanvaard werden door de aanbestedende overheid. De begroeiing wordt ingekort tot een hoogte van 3 à 6 cm. 1.1.4.3.B MEETMETHODE VOOR HOEVEELHEDEN De gemaaide vegetatie wordt opgemeten in are.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 42 van 62
2.
Droog grondverzet Alle grondtransport dient te gebeuren met waterdichte dumpers. Ook transport binnen de werkzone.
2.1. Beschrijving De grondwerken mogen slechts uitgevoerd worden na het akkoord van de aanbestedende overheid, waarbij de door de inschrijver getroffen maatregelen naar opslag, transport en verwerking worden bekeken. Betreft de uitvoering van volgende grondwerken: •
nivelleren terrein;
•
aanbrengen 0,5m ophoging met drainagezand (zie 4-2.1.2.3 voor kwaliteitseisen);
•
aanbrengen ophoging op gewenst niveau conform de ontwerpplannen.
Volgende planning wordt daarbij aangehouden: 1.
Nivelleren van de terreinen wonen 2 en industrie 1;
2.
Aanbrengen van een ophoging van 0,5m op de terreinen wonen 2 en industrie 1: de grond voor ophoging is draineerzand en door de aannemer aan te voeren. De grondkwaliteit is conform 4-2.1.2.3.
3.
Uitgraven van de bekkens 2, 5, 6, 7, 8, 15, 22, 23 en 24 tot op het gewenste niveau aangeduid op de ontwerpplannen (Voor de uitgraving van bekkens 6, 7, 8 en 9 wordt verwezen naar het inrichtingsconcept dat toegevoegd wordt als bijlage bij dit bestek. Uitgraving van deze bekkens gebeurt enkel op aanduiden van de leidend ambtenaar);
4.
Aanbrengen van een ophoging tot het niveau zoals aangegeven op de ontwerpplannen, op de terreinen wonen 2 en industrie 1: de grond voor ophoging is daarbij afkomstig van:
Uitgegraven grond uit vorige stap 3;
Bodem op site aanwezig – wordt ter beschikking gesteld door de opdrachtgever;
Door aannemer aan te voeren grond (zie 4-2.1.2.3 voor kwaliteitseisen).
2.1.2. Uitvoering Grondwerken omvatten: •
ontzoding;
•
de uitgravingen;
•
de eventuele verplaatsingen en verwijdering van uitgegraven materialen;
•
de ophogingen, dat wil zeggen het realiseren van constructies boven het maaiveld in materialen en onder omstandigheden, die door de aanbestedende overheid worden bepaald;
•
het verdichten (enkel nodig wanneer de gevraagde eisen in 4-2.1.2.3 niet gehaald worden zonder verdichten);
•
de profileringen, dat wil zeggen het verplaatsen van grond- en/of zandachtige materialen, enz. om het oppervlak een bepaalde vorm te geven;
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 43 van 62
•
de werken en de leveringen die uiteraard afhangen van of samenhangen met bovengenoemde werken, zoals: o de eventuele aanvoer, aanleg en verwijdering van materialen voor een werfweg.
Om de grondwerken tot een goed einde te brengen dient de aannemer een zeer goede kennis te hebben van alle vigerende milieuwetgeving inzake grondverzet, met in het bijzonder: • het afvalstoffendecreet en haar uitvoeringsbesluiten; • het bodemsaneringsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten. Tevens dient hij kennis te nemen van volgende documenten: • dienstorder LIN 2005/18: grondverzet: regels met betrekking tot het gebruik van uitgegraven bodem; • Technisch verslag: Bodemonderzoek i.f.v. grondverzet die integraal deel uitmaken van dit bestek en toegevoegd zijn als bijlage. *2.1.2.1. A Ontzoding terrein De ontzoding omvat het afschrapen van alle kruid- en grasbegroeiing tot 10 cm onder de bestaande grondslag. De zoden mogen verwerkt worden in de ophoging. *2.1.2.1. B Nivelleren terrein Deze post omvat het nivelleren van de terreinen wonen 2 en industrie 1. Het nivelleren van de terreinen omvat het afgraven van bestaande dijken en het dempen van bestaande bekkens, zodat per terrein éénzelfde niveau bekomen wordt zoals aangegeven op de ontwerpplannen. De afgegraven grond afkomstig van de dijken wordt aangewend om de bekkens te dempen. De afgegraven grond kan conform het technisch verslag integraal hergebruikt worden binnen de site voor demping van de bekkens. De milieuhygiënische code is 010. De hoeveelheid grondverzet voor nivelleren van het terrein bedraagt ± 46.000 m³. 2.1.2.2. Uitgraving 2.1.2.2.A UITGRAVEN VAN BODEM Uitgraven van bekkens 2, 5, 6, 7, 8, 15, 22, 23 en 24 Deze post omvat het uitgraven van bekkens 2, 5, 6, 7, 8, 15, 22, 23 en 24 tot het gewenste niveau, vermeld op de ontwerpplannen. Uitgraving van deze bekkens is enkel toegelaten in droge perioden 2.1.2.3 Ophoging De ophogingen worden uitgevoerd met volgende materialen: •
wonen 2 en industrie 1: o
eerste laag = onderste laag: de onderste laag van de ophoging heeft een dikte van 0,5m en bestaat uit aangevoerd zand voor draineringen cfr. 3-6.2.1. Deze zandgrond dient een milieuhygiënische kwaliteit te hebben voor gebruik als bodem buiten de kadastrale werkzone binnen bestemmingstype industriegebied (voor industrie 1) en woongebied (voor wonen 2) cfr. Vlarebo. De kwaliteit van het zand is cfr. 3-6.2.1.
o
tweede laag: deze laag bestaat uit bodem beschikbaar gesteld door de aanbestedende overheid: deze bodem ligt klaar voor verwerking op de locatie van het voormalige fabrieksgebouw van de Suikerfabriek. Milieuhygiënische specificaties van deze bodem zijn toegevoegd in bijlage.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 44 van 62
o
derde laag: grond aan te leveren door de opdrachtnemer: deze grond dient een milieuhygiënische kwaliteit te hebben voor gebruik als bodem buiten de kadastrale werkzone binnen bestemmingstype wonen cfr. Vlarebo.
o
vierde laag = bovenste laag: grond die vrijkomt bij uitgraving van de bekkens 2, 5, 6, 7, 8, 15, 22, 23 en 24. Deze laag wordt egaal uitgespreid op de ophoging.
De opgevoerde bodem heeft een soortelijk gewicht van minimaal 17 kN/m³ (in niet verzadigde toestand). Dit geldt voor de eerste, tweede en derde grondlaag. De massadichtheid wordt gecontroleerd d.m.v. een gekalibreerde volumering. Indien het opgegeven soortelijk gewicht niet wordt bereikt, dient de bodem verdicht te worden tot het gevraagde soortelijk gewicht wel is bereikt. In de eerste laag worden zowel in “wonen 1” als “industrie 2” vijf volumeringen genomen. In de tweede en derde laag worden per laag van 1m dikte vijf volumeringen genomen in de zones “wonen 1” en “industrie 2”.
2.2. Meetmethode voor hoeveelheden Nivelleren van het terrein wordt weergegeven als T.P. De uit te graven grond wordt weergegeven in m³ volgens V.H. Er wordt een afzonderlijke post voorzien voor het puntgewijs uitgraven van bekkens 6, 7, 8 en 9. Ontzoden van het terrein wordt weergegeven in V.H. per m². Ophogingen worden weergegeven in V.H. per m³. Daarbij wordt een opsplitsing gemaakt naar de herkomst van de grond. Proeven ter bepaling van de massadichtheid en eventueel verdichten van de grond is begrepen in de eenheidsprijzen. De hoeveelheden grondverzet worden bepaald o.b.v. topografische opmetingen, waarvoor afzonderlijke posten voorzien zijn in hoofdstuk 9. De berekeningen ter bepaling van de hoeveelheden worden uitgevoerd door de aannemer en ter controle overgedragen aan de opdrachtgever.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 45 van 62
HOOFDSTUK 9: Allerhande werken *22
Leegpompen van bekkens 22.1. Beschrijving en uitvoering Dempen bekkens: Voorafgaandelijk aan de demping worden de bekkens niet leeggepompt, maar wordt de demping zo ver mogelijk voltrokken alvorens het overtollige water wordt weggepompt. Het gepompte water e wordt geloosd op de “beek zonder naam” (3 cat.) welke het hele terrein van de Suikerfabriek doorkruist. Het is ten allen tijde verboden om water weg te pompen onder het grondwaterniveau. De grondwaterstanden opgemeten gedurende de monitoringcampagne zijn terug te vinden in bijlage bij dit bijzonder bestek. Uitgraven bekkens: Indien nodig voor realisatie van de voorgeschreven profielen worden ook bekkens 5 en 15 leeggepompt. Ook hier is het ten allen tijde verboden om water weg te pompen onder het grondwaterniveau.
22.2. Meetmethode voor hoeveelheden Het leegpompen van bekkens wordt weergegeven in V.H. per stuk, waarbij één bekken staat voor één stuk.
*23
Toepassing verticale drainage als zettingsversnellende maatregel 23.1. Beschrijving Betreft het plaatsen van verticale drainage-elementen met volgende specificaties: • • •
tussenafstand: aanzetpeil drain: hoogte werkvloer:
2m x 2m; -5,00 mTAW; variabel per zone cfr. ontwerpplannen.
De drainage-elementen zijn conform 3-97.
23.2 Uitvoering De drainage-elementen worden geplaatst op de terreinen wonen 2 en industrie 1, telkens tot de hoogte van het genivelleerde terrein vermeerderd met 0,5m.
23.3. Meetmethode voor hoeveelheden Het plaatsen van verticale drainage wordt weergegeven in V.H. per stuk (=per drain). Alles inbegrepen.
*24
Aanvraag vergunning lozen op waterloop 24.1. Beschrijving Betreft het bij de bevoegde instanties aanvragen van een vergunning voor het lozen van: • water opgepompt uit bekkens (afkomstig van post 9-22); • water dat vrijkomt uit verticale drainage-elementen; op waterloop VHAG 1498.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 46 van 62
Alle werken en bijkomende testen nodig voor het verkrijgen van een vergunning zijn begrepen in deze post. Dit is na te vragen bij de vergunningverlenende instantie. Daarbij wordt onder meer gedacht aan staalname van het water in de bekkens (incl. uitvoering standaard tests in een erkend laboratorium) – indien nodig voor het verkrijgen van de vergunning.
24.2. Meetmethode voor hoeveelheden Aanvraag vergunning wordt weergegeven als T.P., alles inbegrepen.
*27
Weide-afsluitingen 27.1. Beschrijving Betreft de aanleg van weide-afsluiting op die locaties waar weide-afsluiting is weggenomen voor uitvoering van de werken. Het plaatsen van de nieuwe weide-afsluiting afsluiting omvat: • alle grondwerken; •
het plaatsen van de afsluiting;
•
alle bijhorende werken, noodzakelijk voor de uitvoering van de nieuwe afsluiting.
27.1.1. Materialen De materialen zijn: •
Houten palen voor weideafsluitingen volgens 3-93;
•
Puntdraad volgens 3-94;
27.2 Uitvoering De palen worden geplaatst in voorgeboorde gaten. Een derde van de lengte van de paal dient zich na plaatsing in de grond te bevinden. De palen worden geplaatst om de 4 meter en geschoord om de 50 meter en aan de hoeken indien de puntdraden worden bevestigd. Op de uiteinden sluiten de afsluitingen aan op de reeds aanwezige afrasteringen. De palen worden voorzien van 3 puntdraden. Een puntdraad wordt bevestigd op de kruin van de weidepalen, de overige twee puntdraden om de 30 cm. De afsluiting wordt opnieuw geplaatst na uitgraven van de naastgelegen terreinen.
27.3. Meetmethode voor hoeveelheden Weide-afsluitingen wordt weergegeven in V.H. per lopende meter.
*28
Opvolgen zettingen 28.1 Beschrijving Deze paragraaf beschrijft het plaatsen en de opmeting van zettingsbakens voor het monitoren van zettingen. Het uitvoeren van zettingsmetingen heeft als doel het opmeten van een profiel met verticale verplaatsingen in de grond.
28.2 Materialen De materialen zijn: •
referentiepunten in een stabiele sokkel van minimum 2 m op 2 m.
De zettingsbakens bestaan uit een vierkante stalen plaat, met zijden van 2 m, met daarop een stalen buis diameter ca. 62mm.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 47 van 62
28.3 Uitvoering Vóór het aanbrengen van de belasting (grondophoging, constructie, silo,…) worden zettingsbakens aangebracht op het niveau van de nivellering. Concreet worden 7 zettingsbakens geplaatst in deelgebied ‘wonen 2’ en 13 zettingsbakens in deelgebied ‘industrie 1’. Elk zettingsbaken wordt op een eenduidige manier gelabeld. Op de ontwerpplannen worden de locaties van de zettingsbakens indicatief weergegeven. Er kan worden enkel afgeweken van deze locaties in onderling overleg met de opdrachtgever. Bij het aanbrengen van de belasting zal het scheidingsvlak ‘nivellering’ - ‘belasting’ een verticale beweging ondergaan ten gevolge van de zettingen van de samendrukbare lagen onder invloed van de aangebrachte belasting. De zettingsbakens volgen deze beweging. Bij het aanbrengen van de ophoging worden de zettingsbakens stelselmatig verlengd door het op elkaar schroeven van losse elementen. De bakens worden verticaal geplaatst en de bovenkant van de bakens bevindt zich ten minste 0,5m boven het niveau van ophoging zoals aangegeven op de ontwerpplannen. De bakens worden volledig rood-wit gemarkeerd zodat de bakens duidelijk zichtbaar zijn gedurende en na de werken. De bakens worden tijdens plaatsing beschermd tegen zijdelingse belastingen zodat scheefstand vermeden wordt. Tijdens de werken worden de bakens gevrijwaard. Indien een baken onbruikbaar wordt (i.e. bv. door scheefstand), wordt dit baken niet mee opgenomen in de vorderingsstaat en zal de aannemer voor levering en plaatsing van dit baken geen vergoeding ontvangen.
28.4 Opmeting Alvorens de ophoging wordt aangebracht wordt per baken het niveau van de voet van de stalen buis opgemeten in mTAW. Dit punt wordt opgemeten door een landmeter/topograaf in X, Y, Zcoördinaten, conform artikel 9-30.1.2. Na plaatsing van de bakens worden deze gedurende de werken elke twee weken opgemeten door een landmeter/topograaf in X, Y, Z-coördinaten, conform artikel 9-30.1.2. Na finaliseren van de opmetingen worden de bakens een laatste keer ingemeten.
28.5 Rapportering De rapportage van de meting van de zettingsbakens wordt uitgevoerd conform artikel 9-30.1.2.
28.6 Meetmethode voor hoeveelheden Het leveren en plaatsen van de zettingsbakens wordt weergegeven per stuk in V.H. De topografische opmetingen van de zettingsbakens, incl. de gevraagde rapportering, worden weergegeven per stuk in V.H. Eén stuk omvat één opmeting voor één zettingsbaken.
*30
Topografische opmetingen 30.1. Beschrijving 30.1.1 Topografische opmeting van de terreinen De dienstverlener voert een tegensprekelijke topografische opmeting uit van de terreinen wonen 2 en industrie 1. Voor alle terreinen worden volgende topografische opmetingen uitgevoerd: Meting 1: topografische opmeting van het terrein na nivelleren en voor aanbrengen van de voorbelasting; Meting 2: topografische opmeting van verticale drainage-elementen juist na plaatsing; Meting 3: topografische opmeting van het terrein juist na aanbrengen van de voorbelasting;
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 48 van 62
-
Meting 4: topografische opmeting van de dijken in de natuurgebieden.
Volgende zaken dienen minimaal opgemeten te worden: -
-
Meting 1:
er worden voldoende punten opgemeten zodat het terreinverloop voldoende kan worden weergegeven. Onder het opmeten van voldoende punten wordt begrepen het opmeten van een raster met een maximale tussenafstand tussen de opmetingspunten van 20m;
contourlijnen van elk terrein (1 punt per 10m, met aanduiding van de lijn op het Autocad plan)
Meting 2:
-
-
Elk verticaal drainage-element wordt opgemeten (altimetrisch en planimetrisch).
Meting 3:
er worden voldoende punten opgemeten zodat het terreinverloop van de ophoging voldoende kan worden weergegeven. Onder het opmeten van voldoende punten wordt begrepen het opmeten van een raster met een maximale tussenafstand tussen de opmetingspunten van 20m
Contourlijnen van elk terrein: (1 punt per 10m, met aanduiding van de lijn op het Autocad plan) •
teen ophoging;
•
talud ophoging.
Dwarsprofielen: (1 profiel om de 20m, in het profiel 1 punt per 5m en alle knikpunten of snijpunten met bovenvermelde lijnen).
Van alle contourlijnen van de ophoging worden dwarsprofielen opgemeten vanaf de perceelsgrens t.e.m. 3m voorbij de taludlijn van de ophoging. (1 profiel om de 50m loodrecht op de langsas van alle taluds en dijken, in het profiel 1 punt per 5m en alle knikpunten of snijpunten met bovenvermelde lijnen).
Meting 4:
Contourlijnen van de natuurgebieden: (1 punt per 10m, met aanduiding van de lijn op het Autocad plan) •
teen ophoging (t.h.v. waterlijn indien water in het bekken staat, anders tot de bodem);
•
bovenkant talud van de dijk.
Dwarsprofielen: (ligging profielen stemt overeen met deze opgemeten in meting 3: 1 profiel om de 20m over de zones der werken tot 3 m voorbij de grens der werken, in het profiel 1 punt per 5m en alle knikpunten of snijpunten met bovenvermelde lijnen).
1 profiel om de 50m loodrecht op de langsas van alle taluds en dijken vanaf 3m aan de ene zijde van het talud tot 3 m voorbij de andere zijde , in het profiel 1 punt per 5m en alle knikpunten of snijpunten met bovenvermelde lijnen. De ligging van de profielen stemt overeen met deze opgemeten in meting 3.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 49 van 62
De terreinopmetingen worden verricht met een GPS-systeem en/of totaalstation. Alle opgemeten punten hebben als planimetrische coördinaten deze van het Lambert 72-stelsel (X- en Y-coördinaten) en als altimetrische coördinaten deze van de Tweede Algemene Waterpassing (TAW, Z-coördinaat). De hoogtereferentie (Z) moet worden gekoppeld aan vaste TAW referentiepunten, evenals de planimetrische coördinaten (X, Y). Op de site van de Suikerfabriek wordt op een op palen gefundeerde betonconstructie (vb fundering van een voormalige silo) één vast punt uitgezet door de aannemer en ingemeten door een beëdigd landmeter t.o.v. drie vaste punten met volgende stamnummers (verder info over deze punten is terug te vinden via www.ngi.be): CF33; CF 32.1; Cjk 2. De terreinmetingen gebeuren t.o.v. het vast punt dat door de aannemer wordt uitgezet op de locatie van het voormalige fabrieksgebouw. Voorafgaand aan meting 3 wordt de ligging van dit vast punt gecontroleerd t.o.v. de opgegeven NGI-punten met bovenvermelde stamnummers. De codering van de opmeting wordt bezorgd aan de opdrachtgever. Volgende afwijkingen zijn maximaal toegelaten voor metingen met totaalstations: Hoekmeting: 1 mgon; Afstandmeting op prisma: 2mm + 2ppm (2mm + 2mm/km). Een keuringscertificaat met prestaties van het gebruikte totaalstation wordt bezorgd aan de opdrachtgever.
30.1.2 Rapportering opmetingen terrein De rapportage van de terreinmetingen houdt in: •
het aanleveren van de opmetingen: analoog en digitaal in DWG-formaat.
Deze plannen omvatten minstens volgende inlichtingen: •
de dossiernaam en aanbestedende overheid;
•
2 grondplannen (één met meting terrein na nivellering en één met meting terrein na ophoging) met daarop: o de inplanting van de opgemeten punten waarbij per punt de Z-coördinaat wordt vermeld in mTAW; o een puntenstaat met daarop de XY-Lambert 72-coördinaten en Z-coördinaten in mTAW van alle opmetingspunten.
•
Opgemeten dwarsprofielen om de 20m met verwerking volgende opmetingen o Meting 1 o Meting 3 o Meting 4;
•
Opgemeten dwarsprofielen om de 50m loodrecht op de langsas van alle taluds en dijken met verwerking volgende opmetingen o Meting 1 o Meting 3 o Meting 4.
•
Per plan de datum van de terreinmeting;
•
Datum van opmaak plan en handtekening van de beëdigd landmeter.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 50 van 62
De plannen worden opgemaakt op een formaat zodat de gevraagde informatie duidelijk leesbaar is.
30.1.3 Topografische opmeting van de zetbakens De zettingsbakens worden éénmaal opgemeten voor het aanbrengen van de ophoging, éénmaal na het aanbrengen van de ophoging en tijdens de aanleg van de ophoging worden de bakens tweewekelijks opgemeten. o de ingemeten XY-Lambert 72-coördinaten van elk zettingsbaken voor en na het aanbrengen van de ophoging en elke twee-wekelijkse meting die tijdens de ophoging is uitgevoerd; o de hoogteligging, in mTAW, van het maaiveldpeil ter hoogte van elke zettingsbaken (voor en na het aanbrengen van de ophoging en elke twee-wekelijkse meting die tijdens de ophoging is uitgevoerd); o per zettingsbaken de hoogteligging, in mTAW, van de bovenkant van de stalen buis (voor en na het aanbrengen van de ophoging en elke twee-wekelijkse meting die tijdens de ophoging is uitgevoerd); De opmetingen gebeuren met een totaalstation. Opmeting van de zetbakens met GPS is niet toegelaten. Volgende afwijkingen zijn maximaal toegelaten voor metingen met totaalstations: Hoekmeting: 1 mgon; Afstandmeting op prisma: 2mm + 2ppm (2mm + 2mm/km). Een keuringscertificaat met prestaties van het gebruikte totaalstation wordt bezorgd aan de opdrachtgever. Alle opgemeten punten hebben als planimetrische coördinaten deze van het Lambert 72-stelsel (Xen Y-coördinaten) en als altimetrische coördinaten deze van de Tweede Algemene Waterpassing (TAW, Z-coördinaat). De hoogtereferentie (Z) moet worden gekoppeld aan vaste TAW referentiepunten, evenals de planimetrische coördinaten (X, Y). Op de site van de Suikerfabriek wordt op de locatie van het voormalige fabrieksgebouw één vast punt uitgezet door de aannemer (dit mag hetzelfde punt zijn dat de aannemer uitzet voor de topografiche opmetingen van het terrein – zie ook 9-30.1.1) en ingemeten door een beëdigd landmeter t.o.v. drie vaste punten met volgende stamnummers (verder info over deze punten is terug te vinden via www.ngi.be): CF33; CF 32.1; Cjk 2. Het twee-wekelijks opmeten van de bakens gebeurt t.o.v. het vast punt dat door de aannemer wordt uitgezet op de locatie van het voormalige fabrieksgebouw. De ligging van dit vast punt wordt elke drie maand gecontroleerd t.o.v. de opgegeven NGI-punten met bovenvermelde stamnummers.
30.1.4 Rapportering opmeting van de zetbakens De rapportage van de meting van de zettingsbakens omvat minstens volgende inlichtingen: •
de dossiernaam en aanbestedende overheid;
•
het label/de naamgeving van de zettingsbakens;
•
per zettingsbaken: o de totale lengte van de stalen buis in mm; o de ingemeten XY-Lambert 72-coördinaten van elk zettingsbaken (voor en na het aanbrengen van de ophoging en elke twee-wekelijkse meting die tijdens de ophoging is uitgevoerd).
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 51 van 62
o de hoogteligging, in mTAW, van het maaiveldpeil ter hoogte van elke zettingsbaken (voor en na het aanbrengen van de ophoging en elke twee-wekelijkse meting die tijdens de ophoging is uitgevoerd); o per zettingsbaken de hoogteligging, in mTAW, van de bovenkant van de stalen buis (voor en na het aanbrengen van de ophoging en elke twee-wekelijkse meting die tijdens de ophoging is uitgevoerd); o het niveau van de onderkant van het zettingbaken volgend uit bovenstaande opmetingen •
de gebruikte meetmiddelen, nauwkeurigheid van de meetmiddelen en kalibratiegegevens en – certificaten van de meetapparatuur;
•
een duidelijke foto van elke zettingsbaken voor en na aanbrengen van de ophoging (indien mogelijk met referentiepunten op de achtergrond);
•
datum van inmeting van de bakens (per meting);
•
datum van opmaak rapport en handtekening van de landmeter/topograaf;
•
een grondplan van de site met aanduiding van de locaties van de meetbakens.
30.3. Meetmethode voor hoeveelheden Topografische opmetingen van de terreinen worden weergegeven in V.H. per ha voor meting 1 t.e.m. meting 3, in V.H. per lopende meter dijk voor meting 4. Rapportering inbegrepen. Topografische opmetingen van de zetbakens zitten begrepen in post 9-28.
*31
Monitoring grondwater tot voorlopige oplevering 31.1. Beschrijving Betreft de aanleg van 4 peilbuizen, 2 in “wonen 2” en 2 in “industrie 1”. Deze worden aangelegd na nivellering van het terrein en voor het aanbrengen van de ophogingen. De peilbuizen worden aangelegd zoals aangeduid op de ontwerpplannen.
31.2. Plaatsing peilbuizen 1. Het maken van het boorgat De peilbuizen worden geplaatst in boorgaten, uitgevoerd als droogboring of als spoelboring, overeenkomstig de gegeven richtlijnen. Bij het uitvoeren van droogboringen is het plaatsen van een voerbuis steeds aangewezen om naval van de boorgatwand te voorkomen. Bij het uitvoeren van spoelboringen is het gebruik van additieven aan het spoelwater niet toegelaten. Om opstijging in het gemaakte boorgat de vermijden wordt de waterhoogte in de voerbuis minimaal gelijk met het grondwaterpeil gehouden.
2. Algemene voorschriften Een peilbuis is over de diepte waarop de stijghoogte moet worden gemeten, geperforeerd. Het geperforeerde deel van de peilbuis wordt aangeduid als filterelement, het niet geperforeerde deel als opstijgbuis(boven filterelement), respectievelijk zandvang (beneden filterelement). Het filterelement heeft standaard een lengte van 1 à 2 m, overeenkomstig de gegeven richtlijnen, en kan met de opstijgbuizen op 2 manieren worden verbonden: door middel van strak sluitende mofverbindingen welke gelijmd worden door middel van schroefdraadverbindingen van goede kwaliteit (een lange, diepe schroefdraad). Onderaan worden de peilbuizen afgesloten met een zandvang van minimum 0.50 m. Boven het filtrerend gedeelte worden ze opgetrokken met opstijgbuizen. De peilbuizen zijn vervaardigd uit hard PVC of HDPE, overeenkomstig de gegeven richtlijnen. Standaard worden peilbuizen met
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 52 van 62
buitendiameter 50 mm of 63 mm gebruikt. Het filterelement is voorzien van voldoende evenwijdige verticale sleuven van circa 0.3 mm die gelijkmatig over het filterelement zijn aangebracht. De gezamenlijke oppervlakte van de sleuven bedraagt ten minste 4 % van de buisoppervlakte over de filterlengte. Rond de zandvang en het filtrerend gedeelte en tot 0.5 m boven de bovenkant van het filtrerend gedeelte, worden de peilbuizen omstort met filtermateriaal, nl. met gegloeid en gezeefd filterzand of gekalibreerd grind. De korrelgrootteverdeling van het filterzand of –grind is afhankelijk van de aanwezige grondsoort ter hoogte van het filter. Hoe grover de grondsoort waarin het filter wordt geplaatst, des te grover het toe te passen filterzand of –grind mag zijn. In het algemeen is filterzand met een korrelgrootteverdeling tussen 0,1 en 1,8mm voor alle grondsoorten toepasbaar. Boven het filtermateriaal wordt het boorgat aangevuld met bentonietgranulaat tot minimum 1m boven de watervoerende laag. De vrije zwel van het bentonietgranulaat moet zo zijn dat het droge materiaal bij onderdompeling in water ten minste een volumevergroting van 50% ondergaat. De ruimte tussen de voerbuis en de stijgbuis wordt verder opgevuld met de oorspronkelijke, op die diepte niet verontreinigde grond of met niet verontreinigde grond met ten minste dezelfde waterdoorlatendheid. Evenwel wordt aan de onderzijde van elk weinig doorlatende grondlaag ten minste een 1m dikke zwellende kleilaag ( bentonietgranulaat ) aangebracht. Er wordt 1 peilbuis per boring voorzien. Na het afwerken van de boring worden de peilbuizen schoongepompt totdat het opgepompte water slib- en zandvrij is.
3. Het afwerken van de geplaatste peilbuizen Om de vervuiling van bovenaf in de peilbuizen te verhinderen worden zij aan de bovenzijde voorzien van een deksel met luchtopening,aangezien in de peilbuizen de atmosferische luchtdruk moet heersen om het grondwater vrij te kunnen laten fluctueren. Elke peilbuis wordt voorzien van een stalen beschermkoker voorzien. Deze beschermkoker bestaat uit een omsluitende stalen buis, die minstens 0,50 m diep in de grond wordt verankerd, en reikt standaard tot 0,50 m boven het maaiveld - zie onderstaande figuur. De beschermkoker wordt afgesloten met een deksel met roestvrij slot.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 53 van 62
5. Verslaggeving Het verslag omvat onder meer voor iedere peilbuis : -
de aard van de gebruikte materialen; de lengte en diameter van de peilbuis; een schets met aanduiding van de diepte van de slibvang, het filterelement, de omstorting en de geplaatste kleistoppen; de hoogte /diepte van de bovenkant van de buis boven/onder het maaiveld; de resultaten van de waterpeilmetingen t.o.v. de bovenkant van de afgewerkte peilbuis.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 54 van 62
Elke opmeting van het waterpeil moet worden vermeld met opgave van het uur waarop de opmeting werd verricht. Eveneens vermeldt het verslag alle vaststellingen aangaande de aard, de hardheid, de discontinuïteiten, enz ... van de doorboorde lagen. Het verslag omvat eveneens een situatieschets met aanduiding van de plaats waar de peilbuis daadwerkelijk werd geplaatst. Deze schets, dient alle elementen te verschaffen om een ondubbelzinnige situering van de plaats waar de peilbuis daadwerkelijk werd geplaatst , mogelijk te maken. Dit plan of deze schets dient te worden opgemaakt en ondertekend door de persoon die de peilbuis heeft geplaatst.
31.3. Monitoren peilbuizen Alle geplaatste peilbuizen worden elke twee weken gemonitord tijdens de werken tot de voorlopige oplevering.
31.4. Meetmethode voor hoeveelheden Het plaatsen van peilbuizen wordt weergegeven in V.H. per stuk. Alles inbegrepen. Het monitoren van het waterpeil wordt afzonderlijk weergegeven in V.H. per stuk. Daarbij is één stuk het opmeten van het waterpeil in één peilbuis op één ogenblik. Verslaggeving is begrepen in de eenheidsprijs.
*32
Aanleg van tijdelijke werfweg bestemd voor zware lasten 32.1. Beschrijving Betreft de aanleg van een tijdelijke werfweg bestemd voor zware lasten. De weg wordt opgebouwd uit 30 cm steenslag met niet-continue korrelverdeling op geotextiel. De weg heeft een breedte van 5m. Deze werfweg wordt enkel aangelegd op bevel van de leidend ambtenaar.
32.2. Materialen De materialen zijn: •
Geotextiel volgens 3-13.2.1.5;
•
Steenslag met niet-continue korrelverdeling volgens 3-7.1.2.2;
32.3. Meetmethode voor hoeveelheden De aanleg van een tijdelijke werfweg wordt weergegeven per m² in V.H. Alles inbegrepen.
*33
Opbraak en afvoer van tijdelijke werfweg bestemd voor zware lasten 33.1. Beschrijving Betreft de opbraak en afvoer van de tijdelijk aangelegde werfweg bestemd voor zware lasten.
33.3. Meetmethode voor hoeveelheden De opbraak en afvoer van de tijdelijke werfweg wordt weergegeven per m² in V.H. Incl. verwijderen geotextiel.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 55 van 62
*34
Opmaak plaatsbeschrijving 34.1. Beschrijving Vóór de uitvoering van de werken wordt een tegensprekelijke plaatsbeschrijving gemaakt van alle te behouden permanente constructies in de nabije omgeving van de werfzone. Hiermee wordt in het bijzonder de bebouwing ten westen van industrie 1 bedoeld, het woonhuis ten noorden van wonen 2, en alle wegenis nabij de werfzone. Per gebouw wordt ten minste één dorpelpeil opgemeten. Alle bestaande barsten en scheuren worden opgemeten (zowel lengte als scheurwijdte), gefotografeerd en gedateerd. Dit gebeurt door een beëdigd landmeter en schatter van onroerende goederen, die na afloop van de uitvoering van de werken een tweede tegensprekelijke plaatsbeschrijving opmaakt. Beide plaatsbeschrijvingen worden aangevuld met een fotoreportage. Voor de opmaak van de staat van bevinding worden telkens minstens drie weken op voorhand de opdrachtgever, het studiebureau en de betrokken eigenaars uitgenodigd. De eigenaars moeten telkens, per aangetekende brief, verzocht worden bij het opmaken van de plaatsbeschrijving aanwezig te zijn. De opdrachtgever zal een exemplaar ontvangen van de opgemaakte plaatsbeschrijving. De werken kunnen maar aanvangen nadat de plaatsbeschrijving door de opdrachtgever is aanvaard. In geen geval mag de opdrachtgever ter vrijwaring worden geroepen voor de vastgestelde beschadigingen: de aannemer is alleen en volledig verantwoordelijk wat ook de omvang van de schade is.
34.3. Meetmethode voor hoeveelheden Deze post wordt uitgedrukt als een globale prijs, 50% betaalbaar bij afleveren van de eerste tegensprekelijke plaatsbeschrijving van de te behouden constructies vóór de werken. 50% betaalbaar na beëindiging van alle werken en leveren van de tweede tegensprekelijke plaatsbeschrijving. Opmerking: Plaatsbeschrijvingen waarvoor geen afzonderlijke post is voorzien, doch welke vereist worden door de verzekering van de aannemer of een andere derde zijn een last van de aanneming. Dit geldt zowel voor huizen, nutsleidingen, (al dan niet) openbare wegen, …
*35
Berekening hoeveelheid grondverzet 35.1. Beschrijving De aannemer staat in voor de berekening van de hoeveelheid grondverzet voor ophoging (niet voor nivellering van het bestaande terrein). De hoeveelheid dient bepaald te worden op basis van: •
de opmetingen vermeld in post 9-30;
•
de bestaande toestand, waarvan het Civil 3D-model ter beschikking wordt gesteld door de opdrachtgever.
De berekeningen gebeuren in Civil 3D en worden ter controle bezorgd aan de opdrachtgever. Daarnaast worden ook alle brongegevens die gebruikt zijn ter bepaling van de hoeveelheden bezorgd aan de opdrachtgever, zodoende dat de berekeningen gecontroleerd kunnen worden.
35.3. Meetmethode voor hoeveelheden Deze post wordt uitgedrukt als een globale prijs.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 56 van 62
*36
Bijkomende proeven 36.1. Beschrijving Indien de aannemer bijkomende proeven a posteriori wenst volgens art. 27§2, dient dit gemeld te worden bij inschrijving met een oplijsting van de gewenste bijkomende proeven.
36.3. Meetmethode voor hoeveelheden Deze post wordt uitgedrukt als een totaalprijs.
*38
Opmaak werfinrichtingsplan 38.1. Beschrijving De aannemer stelt een werfinrichtingsplan op en legt dit ter goedkeuring voor aan de opdrachtgever, minstens twee weken voor de aanvang der werken. Pas na expliciete goedkeuring door de opdrachtgever kunnen de desbetreffende werken aangevat worden. Op het plan worden volgende zaken weergegeven: •
werfcirculatieplan (waarbij toegang tot de werf via de Brikkerijstraat verboden is;
•
werfinrichtingsplan (locatie werfkeet, locatie stockage materieel, …);
•
afsluiting werf.
Daarbij dient de aannemer alle nodige maatregelen te nemen om de werf voldoende af te sluiten teneinde ongeoorloofde toegang van derden op de werf te voorkomen en de veiligheid van eenieder (werfpersoneel, voorbijgangers, …) ten allen tijde te kunnen garanderen. Daarnaast dient ook steeds door de aannemer de gepaste signalisatie te worden aangebracht, conform de vigerende wet- en regelgeving terzake.
38.3. Meetmethode voor hoeveelheden Deze post wordt uitgedrukt als een totaalprijs.
*39
Monitoring van voorlopige tot definitieve oplevering 39.1. Beschrijving Betreft de monitoring van: •
alle geplaatste zettingsbakens cfr. artikel 9-30.1.1;
•
alle geplaatste peilbuizen. Alle peilbuizen worden elke twee weken gemonitord.
39.3. Meetmethode voor hoeveelheden Monitoring van de zettingsbakens wordt weergegeven in V.H. per stuk. Daarbij is één stuk één opmeting van één zettingsbaken. Monitoring van de peilbuizen wordt weergegeven in V.H. per stuk. Daarbij is één stuk één opmeting van één peilbuis.
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 57 van 62
Opgemaakt door Antea Group nv December 2012
Eddy Lodewyckx Contract Manager Infra
Goedgekeurd door WVI dd.
Raad van bestuur De voorzitter
De ondervoorzitter
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
pagina 58 van 62
Bijlage 1
Gedetailleerde meetstaat
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
Bijlage 1
Bijlage 2
Samenvattende meetstaat
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
Bijlage 2
Bijlage 3
Inschrijvingsbiljet
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
Bijlage 3
Bijlage 4
Overige bijlagen – zie bijgevoegde CD-rom
a.
Technische verslagen bodem terrein en ter beschikking gestelde bodem;
b.
Concept inrichting bekkens 6-7-8-9;
c.
Veiligheids- en gezondheidsplan;
d.
Sondeerrapporten;
e.
Boorstaten geotechnische boringen;
f.
Resultaten grondwater monitoring;
g.
Geotechische profilering;
h.
Civil-3D model van de bestaande toestand;
i.
Uitgangspuntenrapport;
j.
Opmetingen (topografie en bathymetrie);
k.
Info werfinfoborden (logo’s, schetsen, …).
2241993015_bijzonder_bestek_suikerfabriek_fase 1_rev02.doc/khu
Bijlage 4