OCMW SINT-GILLIS
BIJZONDER BESTEK Nr. 273
VOORWERP VAN DE OPDRACHT.
De opdracht heeft ten doel de levering en de plaatsing van een herstellingscomplex van de dakafdichting, aangevuld met een thermische isolatie en een waterdichte bekleding waarop achteraf een groendak zal worden aangebracht op een bestaand dak van het bejaardencentrum Residentie 'Les Tilleuls' aan de Arthur Diderichstraat 34 te 1060 SintGillis.
A. ADMINISTRATIEVE CLAUSULES. I. GUNNINGSVOORWAARDEN VAN DE OPDRACHT. 1.
Gunningswijze. De opdracht wordt gegund middels een openbare aanbesteding overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 juni 2006, het koninklijk besluit van 15 juli 2011 en het koninklijk besluit van 14 januari 2013 die betrekking hebben op de overheidsopdrachten en toepasselijk zijn op deze opdracht.
2.
De manier waarop de prijzen worden bepaald. De huidige opdracht is een opdracht volgens prijslijst. Alle kosten van welke aard dan ook, algemene kosten, verzekeringen, ... en onderhoudskosten van de werken tijdens de garantieperiode zijn in de eenheidsprijzen inbegrepen.
3.
Bouwheer. De bouwheer is het OCMW van Sint-Gillis, Fernand Bernierstraat 40 te 1060 Brussel.
4.
Inschrijvingen. De opening van de inschrijvingen zal plaatsvinden in openbare zitting in het OCMW van Sint-Gillis, Fernand Bernierstraat 40 te 1060 Brussel op 8 november 2013 om 10 uur in de Jacques Franckzaal.
1
De inschrijving zal opgesteld worden volgens het bij dit bijzonder lastenboek gevoegde model. Om geldig te zijn moet de inschrijving in een omslag gestoken worden die de vermelding draagt van de datum van de openingszitting, het voorwerp van de opdracht en de referentie van het lastenboek, met uitsluiting van iedere andere indicatie en meer bepaald de identiteit van de inschrijver. In geval van verzending per post wordt deze omslag in een tweede omslag gestoken die het adres draagt van het OCMW en de vermelding "Inschrijving". De inschrijving moet in de post afgeleverd worden, onder verzegelde omslag en aangetekend, tenminste vier kalenderdagen voor de datum vastgelegd voor de opening van de inschrijvingen. De inschrijvingen kunnen eveneens overhandigd worden op de dag vastgelegd voor de openingszitting voordat de zitting geopend verklaard werd. 5.
Geldigheidstermijn van de offertes. In afwijking van artikel 57 – hoofdstuk 4 – sectie 6 van het koninklijk besluit van 15 juli 2011 bedraagt de termijn gedurende dewelke de kandidaten gebonden blijven door hun offertes, tweehonderdvijftig kalenderdagen.
6.
7.
Documenten die bij de offerte moeten worden gevoegd (opgesteld volgens het model in de bijlage van dit bestek). de behoorlijk ingevulde samenvattende opmetingsstaat; het behoorlijk ingevulde en becijferde veiligheids- en gezondheidsplan; De aanbestedende overheid zal de RSZ situatie van de inschrijver nagaan via Digiflow. de bewijzen van erkenning; een lijst van de onderaannemers op wie hij een beroep zou kunnen doen, met vermelding van hun categorie en erkenningsklasse; de technische documentatie van de materialen. Erkenning. De kandidaten zijn houders van een erkenning van een voldoende hoge klasse voor het bedrag van de uit te voeren werken. De werken die het voorwerp van deze opdracht vormen, worden geklasseerd in categorie D (algemene bouwaannemingen), klasse 1, volgens het geraamde bedrag van de werken.
8.
Borg. Het bedrag van de borg is vastgelegd op 5 % van het bedrag van de goedgekeurde inschrijving. Het bewijs van de borgstelling moet worden verstuurd naar: OCMW Sint-Gillis Fernand Bernierstraat 40 1060 Brussel Ter attentie van Jeannine De Decker
2
De borgtocht wordt op schriftelijke aanvraag van de aannemer en naar rato van 50 % bij de voorlopige oplevering vrijgegeven, en het saldo bij de definitieve oplevering. 9. Selectiecriteria
-
-
Om geldig te kunnen inschrijven moeten de inschrijvers voldoen aan de volgende minimumcriteria : zich niet in een geval van uitsluiting bevinden vermeld in het artikel 61 van het koninklijk besluit van 15 juli 2011; een voldoende financiële en economische capaciteit bezitten volgens het artikels 69 en 70 van het koninklijk besluit van 15 juli 2011. Door het feit te beschikken over een erkenning overeenstemmend met de uit te voeren werken, wordt de inschrijver erkend een voldoende technische capaciteit te bezitten; Teneinde de administratie toe te laten om deze criteria te evalueren zullen de kandidaten bij hun inschrijving, buiten het reeds hierboven gevraagde certificaat van erkenning, tenminste bij hun inschrijving voegen : een verklaring op eer zich niet in één van de voornoemde uitsluitingsgevallen te bevinden.
10. Opkuisen van de werf De aannemer zal alle afval en materialen van de afbraak van de werf laten afvoeren. 12.Verkoop van het bijzonder lastenboek Het bestek is gratis.
II. UITVOERINGSVOORWAARDEN VAN DE OPDRACHT. Onder voorbehoud van hieronder vermelde afwijkingen en/of verduidelijkingen zijn de uitvoeringsvoorwaarden deze van het koninklijk besluit van 15 juli 2011 de uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten opstellend en van zijn latere wijzigingen. Artikel 1 - Leidend ambtenaar. De leiding van en het toezicht op de werken worden uitgevoerd door een afgevaardigde van de bouwheer (leidend ambtenaar). Artikel 4 - § 2 - Detail- en constructieplannen. Alle plannen waarvan de uitwerking in de technische bepalingen voorgeschreven is of de plannen die de aannemer noodzakelijk acht voor de goede uitwerking van het project, worden op zijn kosten opgesteld en dienen ter goedkeuring aan de leidend ambtenaar te worden voorgelegd. Artikel 10. Onderaannemers. De inschrijvers dienen in hun offerte de namen te vermelden van de onderaannemers die tussenkomsten op de bouwplaats zullen uitvoeren. Iedere eventuele wijziging van deze lijst wordt voor het begin van de tussenkomst van deze aan de leidende ambtenaar gemeld. 3
Alle onderaannemers moeten in verhouding tot hun deelname aan de opdracht beantwoorden aan de bepalingen van de wetgeving die de erkenning van aannemers van werken regelen.
Artikel 13 - Herziening van de prijzen. Toepassing van de formule voor herziening : p = P(a.s/S+b.i/I+c) In deze formule voor herziening : S : is het gemiddelde uursalaris in voege op een datum die 10 dagen vooraf gaat aan de datum vastgelegd voor de opening van de offertes en vermeerderd met het globale percentage van de sociale lasten en verzekeringen door het Ministerie van Openbare werken toegestaan op dezelfde datum. s : is het zelfde gemiddelde uursalaris in voege op de begindatum van de maandelijkse periode beschouwd in het voorschot vermeerderd met het globale percentage van de sociale lasten en verzekeringen door het Ministerie van Openbare werken toegestaan op dezelfde datum. De waarden i en I die tuusenkomen in de parameter b I stellen de index I voor maandelijks berekend op de basis van een jaarlijks verbruik van de belangrijkste materialen en materies door de bouwnijverheid op de binnenlandse markt. Hun waarde wordt maandelijks vastgelegd: I is deze index met betrekking tot de kalendermaand voorafgaand aan de datum vastgelegd voor de opening van de offertes. i is deze index met betrekking tot de kalendermaand voorafgaand aan de begindatum van de maandelijkse periode beschouwd in het voorschot. De formule wordt toegepast rekening houdend met de aard van de werken die geklasseerd zijn in categorie D De contractuele warden toegewezen aan de parameters zijn als volgt forfaitair vastgelegd : a=0,40 b=0,40 c=0,20. Voor de toepassing van de formule worden de werken geacht geklasseerd te zijn in het regime van de sociale lasten D. Voor alle bijkomende inlichtingen verwijzen we u naar het artikel 13 van het bijzonder lastenboek-type nr 100 van 1984. Artikel 15.- Betalingen. De bouwheer is verantwoordelijk voor de betalingen. De betalingstermijn bedraagt zestig kalenderdagen, te tellen vanaf de dag waarop de schuldvordering werd ontvangen.
4
De betaling gebeurt in één keer, na de volledige afwerking en de voorlopige oplevering van de werken Artikel 19.-Opleveringen en waarborgtermijn. De aannemer garandeert alle werken die zijn aanneming bevat tijdens een periode van minimaal een jaar die ingaat op de datum dat de voorlopige oplevering zonder opmerkingen of voorbehouden wordt toegekend. Tijdens de waarborgperiode zal de aannemer alle werken van zijn aanneming in perfecte staat onderhouden en maatregelen treffen om aan opmerkingen van de bouwheer te voldoen. Als hij niet binnen de vijftien kalenderdagen gevolg geeft aan deze opmerkingen, heeft de administratie het recht om op kosten van de aannemer over te gaan tot de noodzakelijk geachte herstellingen. Artikel 25. – Andere prijselementen De inschrijver wordt geacht de moeilijkheden en ongemakken van de aanneming te kennen en er bij de opstelling van zijn inschrijving rekening mee te hebben gehouden. Met uitzondering van de werken die de Bouwheer bestelt, is het niet toegelaten om tijdens de werken bijbetalingen te eisen, en dan in het bijzonder: - voor de werken die de algemene veiligheid zou vereisen; - enz. De aannemer kiest, uitsluitend op zijn verantwoordelijkheid de uitvoeringswijze. Hij is dus verantwoordelijk voor ongevallen of schade die kunnen optreden tijdens de uitvoering van de werken en de kosten die daaruit voortvloeien, zelfs als voornoemde feiten zich tijdens een onderbreking of opschorting of andere van de werken voordoen, of tijdens het weekend, betaalde vakantie enz. Artikel 28. - Uitvoeringstermijn. Het opmeten moet gebeuren binnen de vijftien werkdagen vanaf de datum van de bestelling van de werken. Binnen de 45 werkdagen vanaf het einde van de termijn om de maten te nemen laat de opdrachtnemer een stabiliteitsstudie uitvoeren en meldt hij de resultaten aan de Bouwheer. De plaatsingswerken moeten volledig voltooid zijn binnen de termijn van tien 180 werkdagen.
5
OCMW SINT-GILLIS.
OPDRACHT BEPAALD DOOR HET BIJZONDER BESTEK NR. 273.
OFFERTE
-
De ondergetekende (Naam en voornamen)
-
gedomicilieerd te straat
nr.
als vertegenwoordiger van de onderneming (handelsnaam of benaming, vorm, nationaliteit, hoofdkantoor)
-
ingeschreven in de R.S.Z. onder het nr.
-
btw-plichtige onder het nr.
verbind me er op mijn roerende en onroerende goederen toe om in overeenstemming met de bepalingen van het bovenvermelde bijzonder bestek de volgende werken of leveringen uit te voeren: De levering en de plaatsing van een herstellingscomplex van de dakafdichting, aangevuld met een thermische isolatie en een waterdichte bekleding waarop achteraf aan groendak zal worden aangebracht op een bestaand dak van het bejaardencentrum Residentie 'Les Tilleuls' aan de Arthur Diderichstraat 34 te 1060 Sint-Gillis. . middels de totale forfaitaire prijs inclusief btw van: (in cijfers) (in letters)
__________________________
6
INLICHTINGEN
Inschrijving op de lijst van erkende aannemers: nr.s, categorie(ën), ondercategorie(ën) en klasse
ONDERAANNEMERS
Mijn onderaannemers met een buitenlandse nationaliteit hebben hun residentie te (land, gemeente)
Bedrag van de werken die aan mijn onderaannemers worden toevertrouwd: 1°
onderdanen van een E.G.-land (per land)
€
2°
onderdanen van een ander land (per land)
€
HERKOMST VAN DE PRODUCTEN
1°
Voor de uitvoering van deze opdracht wordt geen enkel product van buitenlandse herkomst gebruikt
of wel 2°
In overeenstemming met de bepalingen van artikel 90, ' 1 van het K.B. van 8 januari 1996 een afzonderlijke, gedateerde en ondertekende nota die de producten vermeldt die zullen worden gebruikt, met aanduiding post per post en per land van herkomst van het bedrag, exclusief douanerechten, waarvoor deze producten en materialen in de opdracht worden gebruikt, als bijlage bij dit document.
BETALINGEN
De betalingen worden geldig uitgevoerd door overschrijving op het rekening nr. geopend bij
____________________ 7
Ik voeg bij deze offerte de documenten waarvan de voorlegging door het bijzonder bestek is voorzien, en dan meer bepaald het attest van de R.S.Z. dat de toestand van mijn rekening ten opzichte van deze overheidsdienst vastlegt.
Ik laat het bestuur bovendien toe om bij andere organisaties of instellingen over mij alle nodige informatie van financiële of morele aard te verzamelen.
Opgesteld te
op
De kandidaat,
8
DAKISOLATIE TECHNISCHE BEPALINGEN BESTEK Nr. 273 Deze opdracht omvat de levering en de plaatsing, met alle bijhorigheden, van een herstellend waterdichtheidscomplex dat wordt beschouwd als dampscherm, aangevuld met een thermische isolatie en een waterdichte bekleding waarop later een groendak zal worden aangebracht, evenals bepleisterde isolatiepanelen op wanden van een liftlokaal (in overeenstemming met de voorschriften op het vlak van het REG van het besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat de energienormen vastlegt die van toepassing zijn voor gesubsidieerde projecten van werken die bedoeld zijn voor het rationele gebruik van de energie in de gebouwen die aan de gemeenten en de OCMW's toebehoren en degene die nodig zijn voor het verkrijgen van de energiepremie van het BIM) op bestaande daken. 1. ALGEMENE BEPALINGEN Onder voorbehoud van de afwijkingen en/of bijzonderheden die hieronder vermeld zijn, wordt de opdracht uitgevoerd volgens de voorwaarden van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 en de eventuele latere wijzigingen daarvan, die de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten vastleggen. 1.1 Plaatsbeschrijving De opdrachtnemer voorziet om op zijn initiatief en zijn kosten door een behoorlijk gekwalificeerde expert de plaatsbeschrijving voor de werken en de vergelijkende plaatsbeschrijving na de uitvoering te laten opstellen. De plaatsbeschrijving is vereist voor de oppervlakken en de lokalen die rechtstreeks betrokken zijn, evenals de leverings- en de afvoerwegen die ten behoeve van de bouwplaats worden gebruikt. Ze betreft eveneens de goederenlift die door de onderneming moet worden gebruikt, evenals de onmiddellijke omgeving: voetpaden, trappen, randstenen enz. Deze plaatsbeschrijving meldt alle anomalieën of beschadigingen die al bestonden voor zijn tussenkomst. Als deze plaatsbeschrijving niet wordt opgesteld, ondergaat de opdrachtnemer als enige de gevolgen ervan. De naburige bouwwerken worden verondersteld zich in een perfecte staat te bevinden voor het begin van de werken en moeten na de werken als dusdanig op zijn kosten worden hersteld. Twee kopieën van deze plaatsbeschrijvingen worden onmiddellijk na hun opstelling aan de Bouwheer bezorgd. 1.2 Opmetingsstaat De posten van de opmetingsstaat worden geïdentificeerd aan de hand van de codificatie van de technische bepalingen van onderhavig bijzonder bestek. De opdrachtnemer moet voordat hij zijn prijzen indient, hebben gecontroleerd of alle werken die in de plannen en de technische bepalingen van onderhavig bestek zijn opgenomen, in de opmetingsstaat in een specifieke post zijn opgenomen of in een ander werk zijn geïntegreerd. De aandacht van de opdrachtnemer wordt gevestigd op het feit dat er verschillen van metingen kunnen bestaan tussen de diverse documenten die het dossier vormen en de reële afmetingen van het bestaande gebouw. De fabricage mag pas gebeuren nadat de opdrachtnemer ter plaatse de elementen van de ruwbouw heeft gemeten.
9
1.3 Afwerking van de bouwwerken Zelfs als er geen contractuele technische specificaties beschikbaar zijn, moeten de werken en leveringen op alle punten aan de regels van het vak beantwoorden. Ze moeten in alle opzichten overeenstemmen met de goedgekeurde plannen, de goedgekeurde uitvoeringsdetailtekeningen, de beschrijvingen van werken, de opmetingsstaten, de modellen, de proefstukken, de kalibers enz. die werden ingediend. Deze opsomming is niet volledig.
1.4 Elementen die voor iedere bestelling, productie en toepassing ter goedkeuring aan de Bouwheer moeten worden voorgelegd De opdrachtnemer legt tijdig, zoals bepaald in het Algemeen Bestek, de technische fiches met eventuele Algemene Technische Goedkeuringen (ATG), de berekeningsnota's en de constructieplannen voor, zodat rekening kan worden gehouden met minstens twee goedkeuringscircuits en zodat de Bouwheer de mogelijkheid krijgt om bij iedere nieuwe planindex en/of technische fiche eventuele opmerkingen te maken. Voor alle materialen die na hun toepassing zichtbaar zijn en het geheel van de aangrenzende bouwwerken moeten proefstukken en/of mock-ups in de vooraf gevraagde kleuren en afwerkingen verplicht ter goedkeuring aan de Bouwheer worden voorgelegd. Die proefstukken worden per soort werk gegroepeerd en worden perfect gelabeld met een referentie die wordt opgenomen in de lijsten die ze vergezellen. Die proefstukken blijven op de bouwplaats. De opdrachtnemer stelt een gecorrigeerde versie voor van de plannen, doorsneden en/of schema's en technische fiches, rekening houdend met de recentste opmerkingen en de PV's van de werfvergaderingen die door de Bouwheer werden opgesteld. De Bouwheer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor aanvullende goedkeuringscircuits en de daaruit voortvloeiende vertragingen bij de uitvoering van de werken als de plannen en andere documenten die ter goedkeuring worden voorgelegd, niet volledig zijn of geen rekening houden met de elementen die al toegepast zijn en de technische voorschriften of voorgaande opmerkingen. In geen geval mag de opdrachtnemer de betreffende bouwelementen definitief bestellen en ze toepassen als de plannen die hij heeft ingediend, niet duidelijk 'GOED VOOR UITVOERING' werden goedgekeurd door de Bouwheer. Als de opdrachtnemer wel bouwelementen levert en toepast die vooraf niet door de Bouwheer werden goedgekeurd op de constructieplannen die door de opdrachtnemer werden samengesteld, worden alle herstellingen, demontages, veranderingen en alle controletests met betrekking tot die elementen op kosten van de opdrachtnemer uitgevoerd. 1.5 Door de Bouwheer uit te voeren controles Controle van de overeenstemming van de plaatsing met de testverslagen en/of ATG-verslagen en labels en ieder referentiedocument. Controle van het algemene uitzicht van het werk, controle van de naleving van de toleranties. Technische oplevering. 1.6 Geleidelijke oplevering van de werken in functie van de plaatsing van de verschillende lagen Ieder bouwwerk dat niet meer toegankelijk is naarmate de werken vorderen, wordt gedeeltelijk opgeleverd voordat met de volgende fase voor de overdekkingswerken wordt begonnen.
10
De gedeeltelijke opleveringen gelden niet als voorlopige oplevering. Dit artikel vormt dan ook geen afwijking ten opzichte van het artikel met betrekking tot de voorlopige oplevering dat in de administratieve bepalingen is opgenomen. 1.7 Producten 1.7.1
Keuze van de toe te passen producten
Alle geselecteerde producten worden in de vorm van technische fiches en proefstukken als de gunningsdocumenten dat vereisen, ter goedkeuring aan de Bouwheer voorgelegd en moeten voldoen aan de eisen die nodig zijn voor een uitvoering van de werken volgens de regels van het vak op het vlak van de kwaliteit. Onderhavig artikel wijkt niet af van Sectie 6 van het Algemeen Bestek, maar vult het aan. De opdrachtnemer kan hiervoor geen enkele meerkost vragen. 1.7.2
Tijdelijke opslag van de producten
De producten worden tijdelijk opgeslagen in overeenstemming met de voorschriften van de respectievelijke fabrikanten en op zo'n marnier dat hun staat en/of kwaliteit na de technische oplevering niet worden gewijzigd. In het geval van wijzigingen die eventueel verband zouden houden met de omstandigheden van de tijdelijke opslag, ongeacht of die zich al dan niet na de technische oplevering voordoen, moeten die materialen en producten worden afgevoerd en vervangen. Hun gebruik wordt in geen geval toegestaan. 1.8 Bescherming van de bouwwerken ter plaatse De opdrachtnemer zorgt er bij een onderbreking van het werk en op het einde van iedere werkdag voor dat ieder bouwwerk of ieder deel van een bouwwerk dat nog niet afgewerkt is, wordt beschermd en bedekt. Geen enkel element dat ten gevolge van de wind of iedere andere toevallige gebeurtenis kan vallen, mag bij een onderbreking worden achtergelaten - zelfs niet bij een dagelijkse onderbreking. 1.9 Toepassingsmethoden De materialen en producten worden toegepast volgens de strengste regels van het vak en in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikanten, onderhavig bestek en de referentiedocumenten die in onderhavig bestek worden vermeld en, indien ze niet hier worden vermeld, in ieder bestaand Europees en/of Belgisch referentiedocument dat er verband mee houdt. 1.10 Voorwaarden op het vlak van werk/veiligheid/hygiëne De grenzen van de bouwplaats worden op de plannen aangeduid. De bouwplaats mag de goede werking van het OCMW tijdens de duur van de werken niet verstoren: daarom moeten algemeen gesteld alle gewone toegangswegen en de toegangswegen voor de hulpdiensten permanent vrij en bruikbaar blijven. Wanneer het niet anders kan, worden voorlopige omleidingen aanvaard, op voorwaarde dat ze volop de functie vervullen van de wegen of de toegangen die ze vervangen en dat de Bouwheer daar zijn toestemming voor heeft verleend. De opdrachtnemer plaatst de signalisatie die nodig is om de veiligheid te verzekeren in de onmiddellijke nabijheid en op de toegangswegen naar de bouwplaats. De opdrachtnemer dient als onderdeel van zijn dagelijkse coördinatietaken een evaluatie uit te voeren van de risico's op inbraak, diefstal en brand ten gevolge van de werken die aan de gang zijn.
11
Hij dient de maatregelen te treffen die nodig zijn om die risico's zoveel mogelijk te elimineren. Hij zorgt er iedere dag voor dat de ladders en stellingen worden verwijderd of ontoegankelijk gemaakt, zodat vooral de toegang tot de werf wordt onmogelijk gemaakt. Al die maatregelen worden regelmatig gemeld en aan de goedkeuring van de Bouwheer voorgelegd, die indien nodig een visuele controle of een controle door bestaande elektronische middelen of aanvullende middelen verzekert die de opdrachtnemer tijdelijk ter beschikking stelt. De opdrachtnemer ziet erop toe dat zijn personeel de elementaire veiligheids- en hygiëneregels toepast. De werkkledij van de arbeiders draagt op een duidelijke manier de bedrijfsnaam van de onderneming waar ze op de loonlijst staan. De opdrachtnemer zorgt ervoor dat de hinder voor de gebruikers van het gebouw zoveel mogelijk wordt beperkt. Hij treft alle nodige voorzorgsmaatregelen om eventuele schade aan de betrokken bouwwerken en de onderliggende en/of aangrenzende lokalen ten opzichte van de bouwplaats te voorkomen en dan meer bepaald met betrekking tot waterschade, schade ten gevolge van temperatuur- en vochtigheidsschommelingen en schade ten gevolge van trillingen en stof. 1.11 Technische referentiedocumentatie
1.11.1 Referentienormen en documenten Onderhavig bestek met de technische bepalingen geeft voor ieder bouwwerk de normatieve en technische referentiedocumenten aan. De referentiedocumenten waarmee rekening moet worden gehouden, zijn de laatste editie die verschenen is één maand voor de datum van publicatie van de kennisgeving van onderhavige opdracht. De opdrachtnemer erkent louter door het indienen van zijn prijzen dat hij kennis heeft genomen van alle bijhorigheden die met de referentiedocumenten verband houden. Ten aanvullende titel, aangevuld en gewijzigd door de specificaties die opgenomen zijn in de bepalingen van onderhavig bestek en teneinde alle eventuele weglatingen of tegenspraken op te vangen, zijn ook de voorschriften van de volgende documenten van toepassing op onderhavige opdracht: - de recentste Belgische N.B.N.-normen, voorschriften en leidraden die door het Belgisch Instituut voor Normalisatie werden gepubliceerd. In afwezigheid van afwijkingen die voorgeschreven zijn in de bepalingen van onderhavig bijzonder bestek, hebben de normen voorrang op de typebestekken, op voorwaarde dat zij recenter zijn. - de Technische Voorlichtingen (T.V.) die door het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf werden uitgegeven - de richtlijnen van de UEAtc voor de erkenning, uitgegeven door de Europese Unie voor de Technische erkenning in de bouwsector en de INL en de Belgische BUtgb-richtlijnen; - de recentste edities van de E.N.- en N.B.N.-normen, de voorschriften en de leidraden die door het Belgisch Instituut voor Normalisatie werden gepubliceerd. - de Eengemaakte Technische Specificaties (STS) die werden uitgegeven door de Regie der Gebouwen van het Ministerie van Openbare Werken en hun wijzigingen: - sommige evenwaardige normen of evenwaardige Europese documenten wanneer de Belgische normen nog niet bestaan of de verwijzing naar die normen in onderhavig bijzonder bestek is opgenomen. " - de bepalingen van de recentste uitgave en de updates van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.), met inbegrip van de aanvullende en wijzigende besluiten, die door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid werden uitgegeven. - de richtlijnen, nota's en aanbevelingen van het Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf (N.A.V.B.). - de technische voorschriften van de betreffende gemeente.
12
- de preventiemiddelen en maatregelen die werden getroffen in uitvoering van het Veiligheids- en Gezondheidsplan en van het Bijzonder Veiligheids- en Gezondheidsplan, met inbegrip van buitengewone middelen en maatregelen voor de individuele bescherming. Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 (B.S. 07/02/2001) - gewijzigd door Koninklijk Besluit van 19 januari 2005 (B.S. 27/01/2005) – betreffende 'tijdelijke of mobiele bouwplaatsen' De Technische Voorlichtingen (T.V.) van het W.T.C.B. die werden gepubliceerd en hun wijzigingen, met onder meer de volgende Technische Voorlichtingen:
- TV153 - Vochthuishouding in gebouwen. Schadeoorzaken. Koudebruggen. Binnenklimaat. Gegevens voor ontwerp en uitvoering van gebouwen. Woonvoorwaarden van gebouwen.
- TV191 - Het platte dak. Deel 2: Aansluitingen en afwerking - TV 209 - Buitenbepleisteringen - TV215 - Het platte dak: Opbouw - Materialen - Uitvoering - Onderhoud (vervangt TV 151 en 183). - TV 229 - Groendaken - NBN B 03-002-1 'Windbelasting op bouwwerken - Algemeen - Winddruk op een wand en gezamenlijke windeffecten op bouwwerken', - TV 191 'Het platte dak. Deel 2: aansluitingen en afwerking', - NBN B 46-001 'Dakopbouw met afdichtingen (bitumen- of kunststoffolies)'. 1.12 Technische fiches van de toe te passen producten Bij het begin van de werken dient een planning te worden voorgesteld voor de overhandiging van de documenten en de technische fiches. De opdrachtnemer dient de verenigbaarheid van de toe te passen elementen aan te tonen. Hij let daarbij vooral op de continuïteit en de verenigbaarheid van de afdichtingen in functie van de uitvoeringswijzen en de varianten die werden gekozen. 1.13 Uitvoeringsplannen en -details De Bouwheer stelt aan de opdrachtnemer een algemene indeling ter beschikking van de principeplannen van de werken die aan hem worden toevertrouwd. De opdrachtnemer stelt voor alle werken waarvoor hij verantwoordelijk is, de uitvoeringsplannen op, evenals de uitvoeringsdetails van de bouwwerken die moeten worden uitgevoerd. Die plannen worden opgesteld in overeenstemming met de algemene plannen en de principedetails die de Bouwheer aan hem heeft toevertrouwd, in overeenstemming met de eisen van onderhavige opdracht. De schaal van die documenten wordt in gezamenlijk overleg met de Bouwheer voor de aanvang van de werken bepaald, onder meer in functie van de te behandelen oppervlakken. Die uitvoeringsplannen worden ter goedkeuring aan de Bouwheer voorgelegd voordat ze worden uitgevoerd. Die goedkeuring heeft betrekking op de conformiteit van de voorgelegde plannen aan de bepalingen van de principeplannen, de bestekken en andere voorschriften van de referentiedocumenten. De kostprijs voor het opstellen en het verdelen van de plannen is in onderhavige opdracht inbegrepen. 1.14 Bouwplaatsinrichting
De opdrachtnemer verzekert de algemene coördinatie van de bouwwerken teneinde de naleving van de planning van de werken te garanderen, zoals die in de administratieve bepalingen werd vastgelegd. Om dat te doen, moet de aanneming minstens de volgende taken en tussenkomsten omvatten: - de kennisname en de naleving van de bepalingen van alle bestekken; - de aanduiding van de eventuele onderaannemers, waarvoor de aannemer als enige verantwoordelijk is;
13
-
-
-
-
-
-
de bepaling van de modaliteiten voor de goedkeuring van de verschillende documenten, termijnen enz.; de opstelling van de planning en de coördinatie van de uitvoeringsstudies; De aandacht van de opdrachtnemer wordt gevestigd op het feit dat hij, voorafgaand aan iedere uitvoering, de gedetailleerde planning voor de uitvoering van alle werken moet opstellen. Die planning moet de contractuele termijnen respecteren en moet door alle partijen goedgekeurd zijn voordat met de werken kan worden begonnen. Het beheer, de opvolging en de bijwerking van die planning moeten door de opdrachtnemer worden uitgevoerd. de organisatie en de coördinatie van de bouwplaatsinrichtingen. De aannemer moet de algemene coördinatie organiseren van de bouwplaatsinrichtingen - d.w.z. het plan voor de bouwplaatsinrichting opstellen, waarbij de installaties van de verschillende onderaannemers worden geïntegreerd, evenals de organisatie van de nodige vergaderingen om het akkoord van alle partijen te verkrijgen, het beheer van de bouwplaatskantoren en lokalen, het beheer van de voorlopige aansluitingen, het beheer, de controle en de opvolging van de afsluitingen en limieten van de bouwplaats, het beheer van de huur van de wegen en de signalisatie; de verdeling van ieder document aan de Bouwheer en de terbeschikkingstelling van de veiligheids- en gezondheidsplannen van de eventuele verschillende onderaannemers op de bouwplaats; het bijwonen van alle bouwplaatsvergaderingen, met inbegrip van degene die samen met de eventuele onderaannemers worden gehouden, teneinde een perfecte controle te behouden over de planning en de organisatie van de bouwplaats. de opdrachtnemer is verantwoordelijk voor alle aanvullende tussenkomsten en werken voor de organisatie en de installatie van de bouwplaats, die specifiek verbonden zijn met het gelijktijdig aanwezig zijn van zijn eventuele onderaannemers en die niet inbegrepen zijn in de bouwplaatsinrichtingen van hen. Bij wijze van voorbeeld kunnen de lasten van de opdrachtnemer tussenkomsten omvatten voor het behoud in dienst, de bescherming, de voorlopige steunen, de voorlopige verplaatsingen van stellingen, leidingen, kabels enz.; de terbeschikkingstelling door de aannemer van hefwerktuigen zoals kranen enz.
Betreft De algemene coördinatie door de opdrachtnemer van al zijn eventuele onderaannemers. De algemene organisatie van alle werken van onderhavige opdracht, zowel wat de algemene planning van de bouwwerken, de coördinatie op het vlak van veiligheid en gezondheid, de coördinatie van zijn eventuele onderaannemers en de inrichtingen van de onmiddellijke omgeving betreft als iedere andere tussenkomst die nodig zou zijn voor de goede uitvoering van de opdracht in zijn geheel. Meting Verdeeld over de eenheidsprijzen van de werken.
2. VOORBEREIDENDE WERKEN 2.1 AARD VAN DE ONDERGRONDEN De bestaande ondergronden worden behouden; het complex dat het voorwerp uitmaakt van deze opdracht, komt er bovenop. Dit artikel is daarom rechtstreeks verbonden met het artikel met betrekking tot de haalbaarheidsstudie die hierboven werd beschreven. 2.2 ERKENNING VAN DE ONDERGRONDEN De opdrachtnemer neemt kennis van de toestand van de ondergronden en stelt een verslag van hun toestand op.
14
Het hierboven vermelde haalbaarheidsverslag moet melding maken van deze vermelding. Doordat onderhavige opdracht ook als voorwerp de herstelling en het op niveau brengen van de beschouwde bestaande dakafdichting als dampscherm heeft, worden de ondergronden erkend als goedgekeurd door de opdrachtnemer. 2.3 VOORBEREIDING VAN DE ONDERGRONDEN 2.3.1
Demontage van de beginstukken van de RWA
Alle beginstukken van de regenwaterafvoer worden zorgvuldig gedemonteerd, zodat de werken die in onderhavig bestek worden beschreven, kunnen worden uitgevoerd. Ze worden indien nodig vervangen en aangepast in het kader van het nieuwe complex, zodat ze in combinatie daarmee kunnen worden gebruikt. Meting PM, inbegrepen in de prijs van post 4. 2.3.2
Reiniging van de ondergronden
De oppervlakken van de ondergronden worden voor de toepassing van materialen die er nadien zullen worden op aangebracht, in overeenstemming met de regels van het vak en de voorschriften van de fabrikanten gereinigd. Meting PM, inbegrepen in de prijs van post 4. 2.3.3
Controle van de fysische toestand van de ondergronden
De opdrachtnemer waarschuwt de Bouwheer als de toestand van de ondergronden van de bestaande dakafdichting ruimere werken of zelfs een volledige herstelling vereist dan de herstellingswerken die in onderhavige opdracht zijn inbegrepen. De opdrachtnemer brengt de Bouwheer daar schriftelijk en tijdig van op de hoogte, zodat hij de nodige maatregelen kan treffen. 2.3.4
Demontage met recuperatie en nieuwe montage van de technische apparatuur op het dak
Het werk omvat de demontages, afkoppelingen, afsnijdingen, handling, transport, tijdelijke opslag, bewaking en nieuwe montage van de technische apparatuur op het dak (verluchtingsapparatuur, airconditioningapparatuur enz.), met inbegrip van alle bijhorigheden en dan meer bepaald degene die kunnen voortvloeien uit de aanwezigheid van nevenbouwwerken. Dekking van de risico's: Bij de demontage van een bestaand bouwwerk bestaat altijd een risico op beschadiging van het betreffende bouwwerk en van de bouwwerken waarmee het is verbonden. Tijdens de periode van de bewaking van de bouwwerken is de aannemer volledig verantwoordelijk voor de gedemonteerde bouwwerken vanuit het oogpunt van hun behoud, met inbegrip van de risico's die voortvloeien uit diefstal en vandalisme. Daarbij wordt iedere beschadiging verondersteld te zijn veroorzaakt door de aannemer, tenzij deze laatste het bewijs van het tegendeel kan voorleggen (inschrijving in het PV van de bouwplaats, bijvoorbeeld). Bewaking van de bouwwerken:
15
De bewaking van de gedemonteerde bouwwerken is een last van de aannemer vanaf het moment dat ze worden opgeslagen op een plaats die door de aannemer werd gekozen en die zich eventueel buiten de grenzen van de bouwplaats bevindt. Meting Forfait. 2.4 BEPALING VAN DE WINDBELASTING - WEERSTAND TEGEN DE WINDEFFECTEN Zie hiervoor de bijzondere voorschriften die opgenomen zijn in de beschrijving van de werken die moeten worden uitgevoerd. De opdrachtnemer wordt er evenwel aan herinnerd dat hij bij de uitwerking van de technische oplossing rekening dient te houden met de windweerstand - zowel bij de keuze van de materialen die worden gebruikt (hun technische kenmerken) als de specifieke eigenschappen van de daken waarvan hier sprake is. 3. DICHTHEIDSCOMPLEX 3.1 Herstelling van de eventuele fouten van de bestaande dakafdichting die als dampscherm wordt beschouwd Het werk omvat gelokaliseerde herstellingswerken van de daken door middel van membranen van 4 mm gelast of evenwaardig en van bitumineuze kit. Deze post omvat de inspectie van de oppervlakken, de lokalisatie van de herstellingen, de meting van de oppervlakken die moeten worden hersteld, de levering van materiaal en toegangsmiddelen, met inbegrip van alle bijhorigheden, waaronder de plintopstanden enz. Deze opsomming is niet volledig. In deze post is ook de plaatsing van nieuwe dakroosters en alle bevestigingstoebehoren inbegrepen. Ook inbegrepen is de demontage van de beschadigde delen die niet meer kunnen worden hersteld. Rond iedere interventiezone wordt een voldoende grote zone voorbereid, zodat er voldoende nieuw bitumineus membraan kan worden aangebracht. Meting Per m² voor de membranen; deze post bevat alle bijhorigheden. Per stuk voor de roosters; deze post bevat alle bijhorigheden. Controle De opdrachtnemer zet op verzoek van de Bouwheer het dak gedurende 14 kalenderdagen onder water om er de waterdichtheid van te controleren. Elementen die voor iedere productie en toepassing ter goedkeuring aan de Bouwheer moeten worden voorgelegd -
-
een kopie van de technische goedkeuringen UEAtc/BUtgb/ATG van de verschillende lagen die het geheel van de dakbedekking vormen, met inbegrip van iedere voorgestelde variant; een proefstuk van het dichtheidsmembraan, met inbegrip van iedere voorgestelde variant; de technische fiches van alle materialen voor de dakbedekking; de garanties en certificaten van goede uitvoering van de fabrikanten.
4. ISOLATIE MET STIJVE ISOLERENDE PLATEN IN OVEREENSTEMMING MET DE REG-EISEN VAN HET BESLUIT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING VAN 4 JUNI 2009 TOT VASTSTELLING VAN DE ENERGIENORMEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE
16
GESUBSIDIEERDE PROJECTEN VAN WERKEN DIE BIJDRAGEN TOT EEN RATIONEEL ENERGIEVERBRUIK IN DE GEBOUWEN DIE TOEBEHOREN AAN DE GEMEENTEN EN O.C.M.W.'S MET EEN R-COËFFICIËNT VAN R≥4m²K/W IN OVEREENSTEMMING MET DE EISEN MET HET OOG OP HET VERKRIJGEN VAN DE ENERGIEPREMIE VAN HET BIM Aard en omvang van het werk Het werk omvat de levering en de toepassing van achtereenvolgens: − een aanhechtingsvernis die verenigbaar is met de dakafdichtingsbekleding en het isolatiemateriaal − een thermische isolatie van polyurethaan − een eventueel dampscherm indien de ondergrond niet goedgekeurd zou zijn. 4.1 Materialen 4.1.1 Aanhechtingsvernis De impregnatievernis is een koude impregnatiebepleistering op basis van elastomeerbitumen, aromatische oplosmiddelen en harsen. Het product is perfect verenigbaar met het oppervlak waarop het wordt aangebracht, met inbegrip van het eventuele zelfklevende dampschermmembraan. De vernis moet volledig droog zijn voordat het zelfklevende membraan wordt aangebracht. Het zelfklevende membraan moet verplicht op dezelfde dag als de aanhechtingsvernis worden aangebracht. 4.1.2 Isolatie De thermische isolatie wordt uitgevoerd met behulp van: panelen van stijf polyurethaanschuim dichtheid in de kern van ± 30 kg/m³. (tolerantie van +/-10 %) De panelen zijn aan beide zijden met een bitumenglasvlies bedekt. De panelen hebben een technische ATG-goedkeuring. De productie van die isolatiepanelen is gecertificeerd volgens ISO 9001 De verklaarde thermische geleidbaarheidscoëfficiënt bedraagt minstens λD = 0,027 W/mK Druksterkte voor 10 % vervorming: > 120 kPa (1,2 kg/cm²). De panelen meten 1.200 mm x 600 mm of 600 x 600 mm. Drukspanning bij 10 % vervorming CS (10/Y) 120 volgens EN 826 > 120 kPa (1,2 kg/cm²) Gedrag onder gespreide belasting: UEAtc klasse C Vervorming onder belasting: DLT(2)5 volgens EN 1605 40 kPa, 70°C gedurende 168 u: < 5% Dimensionele stabiliteit DS(TH) 8 volgens EN 1604 - Vochtigheidsproef 48 u: 70°C, 90 % RV - Lengtevariatie: < 2% - Breedtevariatie: < 2% - Diktevariatie: < 6% Waterabsorptie op lange termijn WL(T) 2 volgens EN 12087: < 2% Brandveiligheid. Brandgedrag A1 volgens Euroclasse Weerstand tegen de verspreiding van waterdamp µ van het PUR-schuim: 50-100 Bekleding van het bitumenglasvlies van ca. 400 g/m² Treksterkte loodrecht op de zijden TR80 volgens EN 1607:> 80 kPa Gewaarborgd zonder CFK, HFC en HCFK De specifieke richtlijnen die vervat zijn in de Technische goedkeuring van de isolatie met betrekking tot de plaatsings- en de verlijmingswijze zijn van toepassing. Anders moeten de algemene bepalingen van TV 215 worden nageleefd. De panelen zijn dankzij een extra harde geïntegreerde bovenlaag op normaal gebruik door voetgangers voorzien. De panelen zijn geschikt voor platte daken waar regelmatig onderhoud wordt uitgevoerd belastingsniveau UEAtc: P3 tot P4.
17
4.1.3 Toepassing Verlijming onderling tussen de isolerende panelen in overeenstemming met de ATG en de voorschriften van de fabrikant. In functie van het dakafdichtingssysteem wordt de afdichting onafhankelijk met de ballast geplaatst; volledig gelijmd met warm bitumen; koud verlijmd met een bitumineuze lijm; gedeeltelijk verlijmd met synthetische lijm op de isolatiepanelen. Voordat de dakisolatie wordt aangebracht, gaat de opdrachtnemer na of een onberispelijke uitvoering van de werken kan worden gewaarborgd. De ondergrond van het dak moet worden gecontroleerd en voorbereid. Het oppervlak moet schoon zijn en vrij van oneffenheden. De helling moet groot genoeg zijn, zodat stilstaand water kan worden voorkomen. Levering en plaatsing van isolatiepanelen tegen de verticale delen en de doorboringen van het dak teneinde koudebruggen te voorkomen, in overeenstemming met TV 191. De aandacht van de opdrachtnemer wordt gevestigd op het feit dat bepaalde isolatiepanelen een zandachtige kant vertonen, die zeker moet worden geborsteld voordat de dakafdichting wordt geplaatst. Meting − Per m² in VH voor het isolatiemateriaal, zonder onderscheid te maken tussen het verticale of het horizontale plaatsingstype, evenals alle bijhorigheden die uit het bouwwerk voortvloeien. 5. WATERDICHTE BEKLEDING De wortelbeschermende waterdichte dakbedekking is gemaakt van EPDM-rubber die werd versterkt met een onderlaag van zelfklevend SBS-bitumen en een antihechtende folie. De dakafdichtingsbanen met een meerlagenstructuur bestaan uit: − een 1,1 mm dikke bovenlaag van 100 % EPDM-elastomeer (ethyleenpropyleendieenmonomeer) met een intern wapeningsnet met glasvezeldraden, die aan beide zijden voorzien is van een bijzondere hechtingslaag van TPE voor bitumen. − een 1,4 mm dikke onderlaag van gewijzigd SBS-bitumen met zelfklevende kwaliteit, die in de fabriek mechanisch op de bovenlaag wordt aangebracht en die onderaan voorzien is van een losse antihechtende folie. De baan heeft een dikte van 2,5 mm ± 10 % en een gewicht van ± 2,5 kg/m². Rollen van 1 m x 10 m. De baan wordt uitsluitend gebruikt voor verlijming nadat de antihechtende folie werd verwijderd. Op de ondergrond brengt men een laag bijzondere hechtingsprimer aan, die bruikbaar is op alle vlakke ondergronden en op opstanden. De overlappingen worden uitsluitend met warme lucht gelast met behulp van een geschikt automatisch of handbediend lasapparaat (de overlapping is 60 mm breed). Hierbij dient een regelmatige en voldoende verdikking van het bitumen buiten de voeg te worden verkregen, minimum 2 mm. Het is verboden om te lassen met een vlam. Men voert de aansluitingen met hetzelfde materiaal uit. Voor de hoeken en de aansluitingen op de verluchtingsbuizen, de koepels, de uitzetvoegen, de opstanden op ieder rechtopstaand element in het dak, gemene muren enz. moet men bijzondere gevormde onderdelen gebruiken, die in hetzelfde type dakafdichtingsbaan zijn uitgesneden. De richtlijnen van de fabrikant moeten nauwgezet worden gerespecteerd. De dakafdichtingsbaan werd getest volgens de richtlijnen van de UEAtc voor dakafdichtingsmembranen van elastomeer en heeft de BUtgb-erkenning. De plaatsing moet gebeuren in overeenstemming met de ATG van het product. Het materiaal beschikt over de volgende eigenschappen die door de UEAtc worden geëist: treksterkte: in de lengte- en de dwarsrichting: minimum 400N/50mm uitrekking: in de lengte- en de dwarsrichting: minimum 400% koudbuigen: geen scheuren bij -30°C
18
nageldoorscheursterkte: sluiting van de overlapping: uitglijding: afpellen: veroudering: dimensionele stabiliteit: SBS-bitumen: ring en kogel: perforatieweerstand: hechting aan de ondergrond: brandreactie: wortelweerstand:
minimum 150 N minimum 60 mm scheuren buiten de voeg (bij +23°C en -10°C) minimum 24 N/15 mm de eigenschappen verminderen met maximum 20 % in de lengte- en de dwarsrichting: < 0,1% > 100°C L4 en I3 afpellen: loskomen van de ondergrond (niet tussen de EPDM en het SBS-bitumen) rechtstreeks conform BROOF (t1) conform A1 met bijzonder pleister conform de FLL-test
Na de uitvoering van de werken legt de aannemer aan de Bouwheer een attest van goede uitvoering voor dat door de fabrikant werd opgesteld, evenals een waarborgverklaring van de fabriek die 10 jaar (onbeperkt) geldig is op de materialen en het werk met betrekking tot de waterdichtheid van het daksysteem. Men plaatst de banen naast elkaar op de ondergrond, met een overlapping van minstens 10 cm. Plaatsing van de dakafdichtingsbanen: door verlijming met behulp van lijm die compatibel is met alle lagen van het complex en in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikanten. De plintopstanden worden afgewerkt door de mechanische bevestiging van een Z-vormig profiel van aluminium. De bovenste voeg wordt gedicht met behulp van een soepele kit op basis van bitumen. Het voorgestelde dakafdichtingscomplex maakt het voorwerp uit van een technische goedkeuring UEAtc/ATG die geldig is op het moment dat de werken worden aanbesteed. Controle De opdrachtnemer zet op verzoek van de Bouwheer het dak gedurende 14 kalenderdagen onder water om er de waterdichtheid van te controleren. Ter goedkeuring voor te leggen elementen voor iedere productie en iedere toepassing - een kopie van de technische UEAtc/ATG-goedkeuringen van de verschillende lagen die het geheel van de dakbedekking vormen; - de technische fiches van alle materialen voor de dakbedekking; - de garanties en certificaten van goede uitvoering van de fabrikanten. Bijzondere documenten die van toepassing zijn De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing, aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in onderhavig bestek: - TV 191 en 215, - NBN B 46-001/003, NBN B 46-201 en NBN B 46-401 - NBN 13501-5+A1:2009 Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 5: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgevaarlijk zijn van daken Betreft Bestaande platdakopbouw. Meting − Per m² in VH, in horizontale projectie, met inbegrip van alle opstanden en bijhorigheden.
19
6. DUN BUITENPLEISTER TYPE FIJNE MINERALE BEPLEISTERING OP ISOLATIEMATERIAAL VAN GEËXPANDEERD POLYSTYREEN OP DE WANDEN VAN HET LIFTLOKAAL OP HET DAK Dit systeem bestaat uit isolatiepanelen van geëxpandeerd polystyreen met dezelfde thermische prestaties als de hierboven beschreven panelen, die op de steunwand worden bevestigd met behulp van een hechtingsmortel en eventueel met aanvullende spijkerpluggen. De afwerking wordt verzekerd op die isolatie door een mineraalpleistersysteem op basis van cement met een geïntegreerde bewapeningsrooster. Het volledige systeem maakt het voorwerp uit van een technische UEAtc/ATG-goedkeuring die geldig is voor de volledige duur van de werken. Het werk omvat: − de voorbereiding van de ondergrond, de onbewerkte of behandelde verticale wand van metselwerk of beton; met inbegrip van alle bijhorigheden; − de bescherming van alle aangrenzende bekledingen en het schrijnwerk. Hiertoe wordt een specifiek systeem van verbindings- en afstandsprofielen gebruikt tussen het pleistercomplex+isolatiemateriaal en de kaderprofielen. Dit systeem laat een gemakkelijke plaatsing en verwijdering toe van de plastic bescherming van het schrijnwerk; − de levering en de plaatsing van de isolerende panelen op de wanden, evenals alle toebehoren die bedoeld zijn om door het pleister te worden bedekt (aansluitingen, afdeklatten, randprofielen, basisprofielen, zijprofielen voor bescherming van de ramen, uitzetprofielen enz.), die nodig zijn voor de goede uitvoering van het werk. Het isolatiemateriaal dat moet worden gebruikt, is een polystyreen in plaatvorm met afmetingen en types die conform de technische goedkeuring zijn; − de isolatieplaten worden op de vooraf voorbereide en perfect droge ondergrond vastgelijmd met noppen of rolvoegen van verlijmingsmortel. Bij de verlijming worden stroken en noppen van verlijmingsmortel gebruikt. Afhankelijk van de hoogte van de te bepleisteren wanden en afhankelijk van de windkrachten omvat het bouwwerk de versterking van de bevestiging door het gebruik van specifieke rozetten waarvan de voorgestelde positionering, het type en het aantal aan de voorschriften van de goedkeuring beantwoorden; − de levering en de plaatsing van een dunne elastische onderpleisterlaag of een wapeningsmortel die door de fabrikant van het pleister wordt aangeraden en die met het isolatiemateriaal verenigbaar is. De onderpleisterlaag of de wapeningsmortel is gewapend met een glasvezelnet. Er wordt een versterkt net gebruikt voor de benedenverdieping en de onderbouw. Daarnaast zijn de hoeken van de openingen versterkt met behulp van schuin geplaatste rechthoekige netten van 25 x 40 cm. Het net wordt onmiddellijk aangebracht in het verse materiaal van de eerste pleisteronderlaag. Daarbij worden valse plooien vermeden en wordt een overlapping van 7 tot 10 cm tussen de stroken gerealiseerd. De tweede laag van de onderpleisterlaag wordt - net als de eerste aangebracht volgens de aanbevelingen van de fabrikant, nadat de basislaag is beginnen te harden.
−
Op alle boorden en hoeken van het systeem worden 0,6 mm dikke hoeklatten van pvc (behalve voor de isolatie met steenwol), van aluminiumlegering of van roestvrij staal verlijmd met het pleister dat voor de bepleistering van de panelen wordt gebruikt. De hoekijzers worden onder de wapening geplaatst. De voorafgaande positionering met spijkers voor de bepleistering is uitgesloten; de levering en de plaatsing van een dunne laag afwerkingspleister in overeenstemming met de voorschriften van de Technische Goedkeuring en volgens een tekening die ter goedkeuring aan de Bouwheer moet worden voorgelegd.
Het afwerkingspleister wordt gespoten en vervolgens met de hand gestructureerd, zodat de voorgeschreven granulometrie wordt bereikt. De granulometrie bedraagt maximaal 1,5 mm.
20
Het afwerkingspleister wordt heel nauwkeurig aangebracht volgens de kleur en de granulometrie conform de proefstukken die door de Bouwheer werden goedgekeurd. De kleur wordt verkregen door kleuring van het pleister in de massa. De kleur wordt gekozen door de Bouwheer in het kleurengamma van de fabrikant, dat meer dan 30 verschillende kleurnuances bevat, met minstens drie witte tinten en pasteltinten. Er wordt geen prijstoeslag berekend in functie van de gekozen kleur. De bijzondere punten, boorden, voegen, bovenranden van de verticale oppervlakken enz. worden zo behandeld dat in geen enkel geval het isolatiemateriaal zichtbaar is en dat de waterdichtheid verzekerd is; − de reiniging op het einde van de werken. Het werk omvat alle voorzieningen, met inbegrip van alle coördinatiewerken die nodig zijn voor een perfecte uitvoering van het pleister recht tegenover de bevestigingen van apparatuur die op de gevels zijn bevestigd, zoals steunen van dakgoten, steunen van luifels, steunen en buizen van verlichtingen, gevelrozetten, kranen enz. Als er bovendien geen waterafvoer aanwezig is, bevat het werk ook de levering en de plaatsing, met inbegrip van alle demontages en afvoeren van de voorlopige waterafvoer. Voorschriften voor toepassing. Algemene bepalingen Het buitengevelisolatiesysteem moet beantwoorden aan de kwaliteitseisen van de referentiedocumenten die er verband mee houden en aan de toepassingsrichtlijnen voor de isolatie van buitengevels en aan de regels van het vak. Het UEAtc-attest moet worden voorgelegd en moet geldig zijn voor de gevraagde granulometrie. Het detail en de toepassing van het buitengevelisolatiesysteem moeten conform de gebruikswijze verlopen, met bijbehorende details, die door de leverancier moeten worden bezorgd. De voorschriften van de fabrikant/leverancier van het buitengevelisolatiesysteem met betrekking tot het vervoer, de handling, het gebruik, de toepassing enz. zijn van toepassing in zoverre ze niet in tegenspraak zijn met de andere bepalingen van het bestek. Alle materialen worden gebruiksklaar geleverd door een leverancier. Aanbrengen van het pleistersysteem Alle leveringen die worden toegepast, moeten op een bijzonder doeltreffende manier worden beschermd tegen slagregen en/of te grote bezonning tot ze voldoende gedroogd zijn, hetzij door de aard zelf van het gebruikte systeem, hetzij door alle aangepaste beschermingen, waarvan de levering en het aanbrengen deel uitmaakt van onderhavig werk. Schade aan het systeem ten gevolge van de weersomstandigheden is ten laste van de opdrachtnemer. Temperatuur Het pleistersysteem mag pas worden aangebracht wanneer de omgevingstemperatuur en de temperatuur van de ondergrond meer dan 5°C (tijdens het aanbrengen en de volgende twee dagen) en minder dan 30°C bedragen. Vochtigheid Om het risico op kalkoverloop te voorkomen, wordt het systeem niet bij fris en zeer vochtig weer aangebracht. De onderaannemer baseert zich hierbij op de richtlijnen van de fabrikant. Het systeem mag in de volgende omstandigheden niet worden aangebracht: - temperatuur lager dan 1°C of hoger dan 30°C - in de volle zon - slagregen
21
Voorbereiding van de ondergrond De ondergrond wordt gecontroleerd. De losgekomen delen moeten worden verwijderd en indien nodig hersteld. De regenwaterafvoerleidingen, de roosters, de kabels enz. die voor, op of tegen de gevel zijn geplaatst, moeten worden gedemonteerd voordat met de isolatiewerken wordt begonnen. De delen van het gebouw die tijdens de isolatiewerken niet worden behandeld, moeten voldoende tegen eventuele verontreiniging of schade worden beschermd. a) metselwerk en beton: het metselwerk wordt over zijn volledige oppervlakte gepeild. De delen die hol klinken, worden verwijderd en met cementmortel dichtgemaakt. De ondergrond wordt vervolgens gewassen. b) metselwerk dat bepleisterd is met een mortel van hydraulische bindmiddelen die niet met een organische afwerkingslaag zijn bedekt: het pleister wordt over zijn volledige oppervlakte gepeild en opgeruwd wanneer het hol klinkt en vervolgens hersteld. Het oppervlak wordt vervolgens gewassen. c) geschilderd of bedekt beton en metselwerk: − poreuze verf: poederachtige oppervlakken worden bedekt met een fixeermiddel dat door de fabrikant goedgekeurd is. − andere verf of organische bedekkingen (kunststoffen): de bedekking wordt afgebeten door schuren of zandstralen en vervolgens gewassen. Plaatsing van de isolatiepanelen Op de muur wordt een steunprofiel - het isolerende beginhoekstuk - bevestigd, waarop de eerste laag isolatiepanelen wordt gelegd. Het steunprofiel wordt minstens 35 mm in de basis vastgemaakt met behulp van spijkerpluggen. De hechtingsmortel wordt door middel van een strijkbord over het volledige isolatiepaneel aangebracht. De achterkant van de borden moeten volledig verlijmd zijn. De isolatiepanelen worden geplaatst volgens hetzelfde breukverband van een halve baksteen. (verspringende verticale voegen.) In de binnen- en de buitenhoeken van het gebouw worden de panelen in een verspringend breukverband geplaatst. Het breukverband mag niet overeenstemmen met de aansluitingen van de materialen van de ondergronden. De hoeken van de openingen van de gevels worden in volledige platen gezaagd. De panelen moeten met een goede onderlinge aansluiting worden geplaatst, zodat de voorzijden van de isolatiepanelen een effen oppervlak vormen. De panelen worden zonder open voegen geplaatst. Eventuele voegen moeten worden gevuld met isolatiemateriaal of polyurethaanschuim, dat geschikt is voor buitengevelisolatiesystemen. Na de plaatsing moeten die isolatiepanelen volledig worden geschuurd. De uitzetvoegen moeten worden gerespecteerd. Aan de vrije uiteinden van de isolatiepanelen worden hoekprofielen geplaatst (met inbegrip van die voor de uitzetvoegen). Er zijn synthetische spijkerpluggen voorzien voor de gevallen dat de ondergrond onvoldoende draagvermogen biedt. De lengte van de plug wordt bepaald door de dikte van het isolatiemateriaal en de ondergrond. Hij moet 35 mm in de dragende ondergrond worden verankerd. De spijkerpluggen worden onmiddellijk geplaatst, of minstens 2 dagen na de plaatsing van de isolatiepanelen. Een voldoende groot aantal mechanische bevestigingen die op een oordeelkundige manier zijn gespreid volgens de berekeningsnota die door de opdrachtnemer moet worden voorgelegd, verzekeren desgevallend de definitieve stabiliteit van de panelen. De mechanische bevestiging bestaat uit een polypropyleenspijker met een diameter van 8 mm die doorheen de bestaande pleisterlagen gaat en die in alle types ondergrond een doeltreffende bevestiging zonder koudebrug waarborgt. De kop van de spijker bestaat uit een schijf van polypropyleen met een diameter van 50 mm. De as van de spijker bestaat uit een vooraf gemonteerde pen die over een afstand van 35 mm schuift en die de uitzetting van de spijker in de onderliggende wand dankzij een aanbrengingsmof toelaat. De lengte van de spijker is aangepast aan de dikte van het isolatiemateriaal dat moet worden bevestigd. Een penetratie van minstens 25 mm in de steunwand is het absolute minimum. Het aantal en de verdeling van de bevestigingen worden bepaald door de fabrikant van de isolatie die de doeltreffendheid van het bevestigingssysteem waarborgt. Het gebruik van mechanische bevestigingen
22
ontslaat de aannemer in geen geval van de verplichting om de ondergrond zorgvuldig op de verlijming voor te bereiden. Het gebruik van mechanische bevestigingen ontslaat de aannemer in geen geval van de verplichting om de ondergrond zorgvuldig op de verlijming voor te bereiden. Na de bevestiging wordt de zichtbare zijde van het isolatiemateriaal geschuurd, zodat de oppervlaktefouten worden geëlimineerd. Daarna wordt ze zorgvuldig ontstoft met behulp van een stofzuiger.
Plaatsing van de wapenings- en van de afwerkingslaag Breng de wapeningsmortel aan na de plaatsing van de isolatiepanelen en de hoekprofielen. De wapeningsmortel kan handmatig of mechanisch op de panelen worden aangebracht. Breng de mortel aan in een 2 tot 3 mm dikke laag. Het wapeningsdoek wordt met behulp van een strijkbord van roestvrij staal in de nog vochtige mortel verzonken. De mortel die doorheen het doek dringt, wordt genivelleerd. Belangrijk: het doek mag niet te diep in de hechtingsmortel worden verzonken, maar moet er wel 100 % in worden geïntegreerd. De stroken doek moeten elkaar minstens 10 cm in het vlak van de gevel overlappen. In de hoeken van het gebouw moet een overlapping van 15 cm worden toegepast. De wapeningslaag moet voldoende gehard zijn voordat de afwerkingslaag wordt aangebracht. Aansluitingen op de andere bouwwerken. De dakafdichting wordt afgewerkt met behulp van omtrekprofielen of ieder ander systeem dat een perfecte waterdichtheid waarborgt voor het systeem. Het bouwwerk omvat alle leveringen en toepassingen waarmee volgens de principedetails die door de opdrachtnemer moeten worden voorgelegd, alle aansluitingen tussen de verschillende bouwwerken kunnen worden behandeld. Aanbrengen van de afwerkingslaag Nadat het basispleister voldoende is verhard en na een lichte bevochtiging gaat de opdrachtnemer over tot het spuiten van het pleister dat moet worden gekrabd. Hij gebruikt daarvoor uitsluitend een machine die daarvoor voorzien is door de fabrikant van het systeem, zodat schommelingen in de hoeveelheid water die aan het mengsel wordt toegevoerd en grote kleurverschillen in het afgewerkte materiaal worden vermeden. Het pleister wordt verplicht in één enkele laag gespoten, waarbij er heel nauwgezet wordt op toegekeken dat de dikte dezelfde blijft. Het product wordt in horizontale bewegingen aangebracht. De dikte die na het afkrabben over alle oppervlakken moet worden gerespecteerd, bedraagt 3 keer de korrel en minstens 10 mm. De randen en de hoeken moeten worden bedekt met 1 tot 2 keer de dikte van de korrel op het moment dat het pleister wordt gespoten, teneinde de uitlijning na het afkrabben te respecteren. Onmiddellijk na het aanbrengen moet het pleister loodrecht worden opgericht en het mortel met een gekartelde regel worden aangedrukt. Het wordt vervolgens met een pleistertroffel geëffend. Na een voldoende verharding (in functie van de weersomstandigheden) wordt het pleister met behulp van een pleisterkrabber afgekrabd. Dat gebeurt met cirkelvormige bewegingen. Over alle oppervlakken wordt een dikte van 1 tot 2 keer de korrel op een regelmatige manier gekrabd. Na het krabben moet het pleister met een zachte borstel worden geborsteld en door verstuiving opnieuw vochtig gemaakt. Het is best om het pleister zoveel mogelijk met een voldoende aantal mensen bij droog weer aan te brengen, zodat er geen aansluitingen in het pleister worden gevormd. Aanvullende bepalingen voor de uitvoering
23
Het is ook belangrijk om erop toe te zien dat de gebruikte materialen die nog niet droog zijn, tijdens de uitvoering niet aan de regen, de zon, de wind of vriestemperaturen worden blootgesteld. Alle droogtijden moeten minstens worden gerespecteerd. Bewaar de materialen op een droge en vorstvrije plaats. Alle delen die niet moeten worden behandeld, moeten voldoende worden beschermd. Toleranties van plaatsing en uitzicht Het afwerkpleister moet een homogene kleur, een reliëf of een regelmatig decor zonder aansluiting vertonen. De hoeken en de randen zijn recht en vertonen geen enkele kromme of gebroken lijn. Het oppervlak is loodrecht. Van voren gezien moet het oppervlak er perfect vlak uitzien, zonder dat er voegen of 'fantomen' van panelen zichtbaar zijn. Het afgewerkte oppervlak ziet er vlak uit en mag geen buiging vertonen van meer dan 10 mm onder een lat van 2 m. Materialen Lijmmortel en wapeningsmortel De lijmmortel wordt gekozen op basis van haar compatibiliteit met de geselecteerde isolerende panelen, haar hechting, haar druksterkte en haar doorbuiging. Isolatiemateriaal De panelen hebben een brandreactie A1. Tussen de fabricage en de plaatsing van de platen moet een termijn van 6 weken worden gerespecteerd. De matten worden in hun originele verpakking geleverd. De dikte van de mat moet daarop worden vermeld. De panelen worden verpakt in polyethyleen krimpfolie waarop het type paneel, de dikte en de fabricagedatum worden vermeld. Het materiaal is conform de voorschriften van de referentiedocumenten die er verband mee houden en maakt het voorwerp uit van een geldige technische goedkeuring ATG/UEAtc voor gebruik in de isolatie van een buitengevelsysteem met dun pleister. De plaatsing gebeurt volgens de instructies van de fabrikant. Ze hebben de fysische en technische eigenschappen die overeenstemmen met de bovenvermelde REG-eisen. De panelen hebben een gewaarborgde dimensionele stabiliteit voor een voldoende veroudering. Wapeningsdoek Die wapeningen zijn speciaal ontworpen voor gebruik in pleister op basis van cement en kalk. Afwerkingslaag Het afwerkingspleister heeft een structuur. Het is in de massa gekleurd. Door zijn hoge kalkgehalte is het zo elastisch dat het op zwakke ondergronden zoals isolatiepanelen kan worden gebruikt. Brandreactie van het afwerkingspleister: A1. Meting Per m² in VH voor het geheel van isolatie+pleister, lege ruimte van meer dan 0,5 m² afgetrokken, uitsprongen van openingen meegeteld, met inbegrip van alle bijhorigheden. De prijs omvat alle toebehoren, afwerkingen, aansluitingsdelen, overlasten van isolatiemateriaal voor het loodrecht stellen en bijbehorende werken.
24