Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen Discussienota
1
Inleiding
1.1
Aanleiding De gemeenteraad heeft besloten om het nulbeleid voor wat betreft de vestiging van speelautomatenhallen te verlaten. Om een of meerdere speelautomatenhallen mogelijk te maken dient een verordening te worden opgesteld. Voordat de verordening wordt opgesteld, moeten een aantal fundamentele keuzes gemaakt worden. In de voorliggende discussienota wordt de gemeenteraad gevraagd deze keuzes te maken en daarmee de uitgangspunten vast te stellen voor het opstellen van een verordening speelautomatenhallen
1.2
Doel De voorliggende discussienota dient de volgende doelen: De gemeenteraad in staat stellen afgewogen keuzes te maken met betrekking tot het mogelijk maken van één of meer speelautomatenhallen in de gemeente Woensdrecht; De gemeenteraad uitgangspunten laten bepalen voor het opstellen van een beleid en een verordening voor speelautomatenhallen.
Discussienota | Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen
2
2
Te maken keuzes
2.1
Algemeen Om een speelautomatenhal mogelijk te maken dienen een aantal stappen ondernomen te worden. Daarbij moeten keuzes worden gemaakt.
2.2
Onderwerpen voor verordening Er moet een verordening speelautomaten worden vastgesteld door de gemeenteraad. De Wet op de kansspelen stelt dat een dergelijke verordening een vergunningstelsel moet bevatten, waarbij de burgemeester bevoegd gezag is. De gemeenteraad komt een grote beleidsvrijheid toe voor wat betreft de voorwaarden die in de verordening kunnen worden opgenomen. Daarbij moeten wel de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht worden genomen. Het verdient aanbeveling om in ieder geval de volgende onderwerpen te regelen in de verordening: 1. Maximaal aantal toegestane speelautomatenhallen binnen een bepaald gebied; 2. Maximaal aantal toegestane automaten per automatenhal; 3. Een vergunningstelsel (verplicht volgens de wet); 4. Weigeringsgronden voor een vergunning; 5. Intrekkingsgronden voor een vergunning; 6. Toetsingscriteria voor het geval meerdere vergunningaanvragen worden ingediend. Voordat de verordening zal worden opgesteld, wordt de gemeenteraad gevraagd keuzes te maken over de onderwerpen 1, 2, en 6.
2.3
Keuzes Om te komen tot het maken van afgewogen keuzes, worden per onderwerp varianten geboden. Per variant worden argumenten en kanttekeningen gegeven. De te maken keuzes zijn opgedeeld in twee onderdelen: In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het maximaal aantal toegestane speelautomatenhallen per gebied en het maximaal aantal automaten per automatenhal. (onderwerp 1 en 2) In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de toetsingscriteria voor het geval meerdere vergunningaanvragen worden ingediend. (onderwerp 6)
Discussienota | Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen
3
3
Deel I
3.1
Algemeen Voordat keuzes gemaakt kunnen worden met betrekking tot de spelregels om in aanmerking te komen voor een vergunning voor een speelautomatenhal, dienen de volgende keuzes gemaakt te worden: In welke gebieden worden speelautomatenhallen toegestaan? Hoeveel speelautomatenhallen worden in een bepaald gebied toegestaan? Hoeveel speelautomaten worden toegestaan per automatenhal? Omdat de keuzes nauw met elkaar samenhangen is een beslisboom opgesteld (zie bijlage I). Per keuzemogelijkheid in de beslisboom wordt in het voorliggende hoofdstuk argumenten en kanttekeningen gegeven.
3.2
Argumenten en kanttekeningen 1. Wat voor soort speelautomatenhallen worden toegestaan? Een speelautomatenhal kan een tweetal functies vervullen. Enerzijds kan de automatenhal fungeren als een op zichzelf staande gokvoorziening, waarbij publiek enkel wordt aangetrokken door de gokactiviteiten. Anderzijds kan een speelautomatenhal fungeren als ondersteuning van andere vermaakactiviteiten en deel uitmaken van een leisureconcept, waarbij publiek wordt aangetrokken door het geheel van activiteiten. De keuze met betrekking tot de functie die een speelautomatenhal zou moeten vervullen kan worden vertaald in de verordening en het beleid. Er kan voor worden gekozen om enkel op zichzelf staande automatenhallen toe te staan of enkel automatenhallen die deel uitmaken van leisureconcepten. Ook kan er voor worden gekozen om ze beide toe te staan, met bijvoorbeeld een maximum van één per soort. (dus: in totaal twee speelautomatenhallen, waarvan maximaal één stand-alone en één in combinatie met andere leisure-activiteiten). Verder kan per soort worden bepaald waar deze zich mogen vestigen en hoeveel automaten maximaal opgesteld mogen worden. 2. Op zich zelf staande speelautomatenhallen Een speelautomatenhal kan als afzonderlijke (geïsoleerde) vestiging gerealiseerd worden. Bepaald kan worden dat op zichzelf staande speelautomatenhallen worden toegestaan. Deze keuze kan worden gemaakt in combinatie met keuze 3 (de ene keuze hoeft de andere niet uit te sluiten). Ook kan worden bepaald dat enkel op zichzelf staande speelautomatenhallen worden toegestaan. 3. Speelautomatenhallen in combinatie met andere leisure-activiteiten Van een leisureconcept kan worden gesproken indien de gokhal in een multifunctioneel concept wordt gecombineerd met bijvoorbeeld: Cultuurfuncties Familievermaak Uitgaansgelegenheden Ontspanning Vrije tijd Horeca
Discussienota | Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen
4
Daarbij is het belangrijk dat er binnen het concept een duidelijke synergie is, gericht op een breed publiek. De functies binnen het concept moeten elkaar ondersteunen en in totaal fungeren als een leisurevoorziening. Deze keuze kan worden gemaakt in combinatie met keuze 2 (de ene keuze hoeft de andere niet uit te sluiten). In het beleid kan worden opgenomen dat de gemeente Woensdrecht de voorkeur geeft aan speelautomatenhallen die deel uit maken van een leisureconcept (lees: ter ondersteuning van andere leisure-activiteiten). 4. Geen onderscheid in soort speelautomatenhallen Er kan voor worden gekozen om geen onderscheid te maken in het soort automatenhallen dat wordt toegestaan. In dat geval wordt enkel gestuurd op basis van een gebiedskeuze en de maximale grootte van speelautomatenhallen. 5. In welke gebieden worden speelautomatenhallen toegestaan? In de verordening kan worden geregeld in welke gebieden speelautomatenhallen zijn toegestaan. Dit moet wel goed gemotiveerd worden op basis van algemene criteria. Dit betekent dat het niet is toestaan om een specifieke locatie aan te wijzen. Indien er meerdere gegadigden zijn voor een vergunning binnen het aangewezen gebied, moeten deze op gelijke wijze in de gelegenheid worden gesteld om vergunning aan te vragen. De ingediende aanvragen dienen vervolgens te worden beoordeeld op basis van vooraf gestelde criteria. (zie hoofdstuk 4) De gebiedsinpassing van een speelautomatenhal heeft een directe relatie tot de grootte van de automatenhal. Het ligt voor de hand om in buitengebieden grotere automatenhallen toe te staan dan in centrumgebieden. 6. Buitengebieden Onder buitengebieden wordt in dit geval verstaan: gebieden die niet zijn gelegen in de bebouwde kom volgens het bestemmingsplan. De volgende argumenten kunnen leiden tot de keuze om speelautomatenhallen toe te staan in buitengebieden: Bij een speelautomatenhal is sprake van een leisure- of vrijetijdsvoorziening met een publieksaantrekkende werking. Dit betekent dat er goede en voldoende parkeervoorzieningen voorhanden moeten zijn. Parkeren op eigen terrein is vereist, wat in buitengebieden beter realiseerbaar is dan in centrumgebieden. Door een speelautomatenhal te vestigen in het buitengebied wordt mogelijke overlast ten opzichte van winkels en woonconcentraties beperkt. De gebiedsinpassing van een speelautomatenhal heeft een directe relatie tot de grootte van de automatenhal. Het ligt voor de hand om in buitengebieden grotere automatenhallen toe te staan dan in centrumgebieden vanwege de verkeersaantrekkende werking. Grote speelautomatenhallen vervullen een bovenlokale functie. Dat maakt het noodzakelijk dat grote speelautomatenhallen slechts gevestigd mogen worden aan wegen waar: een goede doorstroming en verkeersverwerking mogelijk is een goede verbinding met ‘stroomwegen’ zoals bedoeld in het GVVP. De wegen in de gemeente Woensdrecht die aan beide criteria voldoen zijn de wegen die in het GVVP zijn aangeduid als ‘Gebiedsontsluitingswegen’. Het ligt daarom voor de hand om grote speelautomatenhallen in het buitengebied slechts toe te staan indien ze direct zijn gelegen aan Gebiedsontsluitingswegen zoals bedoeld in het GVVP. (zie bijlage II)
Discussienota | Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen
5
Wat verder nog speelt indien er voor wordt gekozen om een speelautomatenhal toe te staan in het buitengebied, is de inpassing in de EHS (ecologische hoofdstructuur). Hier hoeft echter in speelautomatenhallen verordening niets over opgenomen te worden, omdat het bestemmingsplan hiervoor voldoende waarborgen biedt. De Verordening ruimte van de provincie geeft de beperkingen voor ontwikkelingen in de EHS. 7. Centrumgebieden Onder centrumgebieden wordt verstaan: gebieden met een centrumfunctie, niet zijnde woongebieden. De volgende argumenten zijn gerechtvaardigd om speelautomatenhallen toe te staan in centrumgebieden: Een speelautomatenhal kan andere centrumfuncties, zoals winkels en horecabedrijven, versterken. Dit argument is in mindere mate van toepassing indien wordt gekozen voor een leisureconcept, waarbij de gokvoorziening deel uit maakt van een vermaakconcept. In centrumgebieden kan een betere sociale controle plaatsvinden dan in buitengebieden. De gebiedsinpassing van een speelautomatenhal heeft een directe relatie tot de grootte van de automatenhal. Het ligt voor de hand om in buitengebieden grotere automatenhallen toe te staan dan in centrumgebieden vanwege de verkeersaantrekkende werking. 8. Buitengebieden + centrumgebieden Het is mogelijk om geen onderscheid te maken en speelautomatenhallen toe staan zowel in buitengebieden als centrumgebieden. 9. Maximaal aantal toegestane speelautomatenhallen? Zie argumenten bij punt 10. 10. Onderscheid maken in aantal gokhallen per gebied? Gekozen kan worden om een maximum te stellen aan het aantal automatenhallen per gebied (bijvoorbeeld maximaal 1 in buitengebied en maximaal 1 in centrumgebied). Ook is het mogelijk om een maximum te stellen aan het aantal automatenhallen voor de gehele gemeente en geen onderscheid te maken in gebieden. 11.
Maximaal aantal toegestane speelautomatenhallen voor centrumgebied? Zie argumenten bij punt 10. 12. Maximaal aantal automaten per speelautomatenhal? In de verordening kan een beperking worden opgelegd aan de maximale hoeveelheid automaten per automatenhal. Daarmee wordt in feite een beperking opgelegd aan de grootte van een automatenhal. De grootte van een speelautomatenhal heeft een directe relatie tot inpassing van een automatenhal in een gebied. Het ligt voor de hand om in buitengebieden grotere automatenhallen toe te staan dan in centrumgebieden. Gedacht kan worden aan speelautomatenhallen in het buitengebied tussen de 50 en 100 automaten. Voor centrumgebieden moet gedacht worden aan 30 tot 50 automaten. Daarbij moet in acht worden genomen dat een maximum van 50 automaten in het centrumgebied gangbaar is voor stedelijke gebieden zoals Amsterdam, Zwolle en Leeuwarden.
Discussienota | Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen
6
De hoeveelheid toegestane automaten wordt uiteindelijk geregeld in een vergunning. De vergunbare hoeveelheid is afhankelijk van het vloeroppervlak en de inpassing van de automaten in de automatenhal. Indien in een ruimte bijvoorbeeld maar 20 automaten kunnen worden opgesteld, kan er voor slechts 20 automaten vergunning worden verleend. 13. Maximaal aantal automaten per automatenhal centrumgebied? Zie argumenten bij punt 12. 14.
Maximaal aantal toegestane speelautomatenhallen voor buitengebied? Zie argumenten bij punt 10. 15. Maximaal aantal automaten per automatenhal buitengebied? Zie argumenten bij punt 12. 16.
Onderscheid maken in maximaal aantal automaten per automatenhal per gebied? Zie argumenten bij punt 12.
Discussienota | Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen
7
4
Deel II
4.1
Algemeen In dit hoofdstuk wordt de gemeenteraad gevraagd om keuzes te maken met betrekking tot criteria die gelden in het geval meerdere vergunningaanvragen worden ingediend die voldoen aan de vestigingsvoorwaarden.
4.2
Waarom keuzecriteria? In het kader van het zorgvuldigheidsbeginsel is de gemeente Woensdrecht verplicht om, indien er reden is om aan te nemen dat er meerdere gegadigden zijn die voor een vergunning in aanmerking kunnen komen, andere ondernemers in beginsel de mogelijkheid moet worden geboden om mee te dingen naar de schaarse vergunning. (zie uitspraak CBB, AWB 08/395 3 juni 2009) Potentiële gegadigden moeten dus, wanneer de verordening van kracht wordt, op gelijke wijze in de gelegenheid worden gesteld om een aanvraag in te dienen. Daarom is het noodzakelijk om in de verordening beoordelingscriteria op te nemen voor het geval meerdere aanvragen -die voldoen aan de vestigingscriteria- worden ingediend. Er zijn een tweetal systemen mogelijk, op basis waarvan een keuze gemaakt kan worden: selectie door middel van loting; selectie door middel van vooraf vastgelegde criteria.
4.3
Loting Indien twee of meer aanvragen worden ingediend die voldoen aan de voorwaarden, kan er voor worden gekozen om het lot te laten bepalen welke aanvrager de vergunning krijgt. Het voordeel van dit systeem is dat elke vorm van rechtsongelijkheid wordt uitgesloten. Het nadeel is dat geen keuze wordt gemaakt op basis van vergelijking van de aanvragen, waarbij de ‘beste’ aanvraag leidt tot een vergunning.
4.4
Keuzecriteria Indien er twee of meer aanvragen zijn die voldoen aan de voorwaarden voor vestiging, kan er voor worden gekozen om op basis van vooraf vastgestelde criteria te beoordelen welke aanvrager de vergunning krijgt. Het voordeel van dit systeem is dat dit de gemeente de mogelijkheid geeft vergunning te verlenen aan de ‘beste aanvrager’. Criteria hebben echter als nadeel dat altijd betwist kan worden of het gelijkheidsbeginsel voldoende is toegepast, omdat toepassing van de criteria altijd subjectief is. Indien wordt gekozen voor de toepassing van selectiecriteria kan een volgend artikel worden opgenomen in de verordening: 1 Indien meer aanvragen voor vergunningen worden ingediend zal door de burgemeester een vergelijkende toets worden uitgevoerd. Bij deze toets wordt getoetst op basis van de volgende criteria:
Discussienota | Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen
8
a. Concept van de speelautomatenhal (waaronder combinatie met andere functies en activiteiten indien hier voor gekozen is bij keuze 3 van de beslisboom); b. locatie van de speelautomatenhal; c. Effect op de openbare orde; d. Bijdrage aan de preventie en bestrijding van gokverslaving. 2 De burgemeester kan een beleidsregel vaststellen met betrekking tot de vergelijkende toets, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid. De burgemeester is bevoegd gezag voor verlening van de vergunning. De burgemeester stelt op basis van de verordening een beleidsregel vast waarin de criteria nader worden uitgewerkt. Het ligt dan verder voor de hand om een puntensysteem te ontwikkelen op basis waarvan aanvragen worden beoordeeld, waarbij de aanvraag met de hoogste score de vergunning krijgt.
4.5
Verdere regulering De volgende zaken zullen verder nog in de verordening worden opgenomen: In de verordening voor speelautomatenhallen zal de weigeringsgrond ‘strijd met het bestemmingsplan’ worden opgenomen. In de verordening wordt de burgemeester de mogelijkheid geboden flexibel een set nadere voorwaarden aan een vergunning te verbinden. Het gaat hier onder andere om openings- en sluitingstijden, toezicht, aantal en type speelautomaten, exploitatie, werving en reclame en het voorkomen en bestrijden van gokverslaving. Verder wordt een vergunning onder andere geweigerd indien de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed of er gegronde vrees is dat het verlenen van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
Discussienota | Uitgangspunten voor beleid speelautomatenhallen
9