UIM traint
grootschalig en chirurgisch Opwerken vanuit Zeebrugge
02|11
Alle Hens
Alle Hens Colofon:
Coverfoto: UIM traint op treinen en vliegtuigen. Foto: Ruud Mol (AVDD)
Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden verleend. Hoofdredactie: KLTZSD Robin Middel
Trainen in alle situaties
Eindredactie: LTZ2OC Maartje van der Maas Lay-out & druk: OBT B.V., Den Haag Adreswijzigingen KM-personeel: Zie Intranet.
Geen toegang tot Intranet? Vraag naar formulier Dfe 073b bij DC HR: 0800 22 55 733
[email protected]
4 Bevrijd door Hr.Ms. De Ruyter
Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150
10
Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl Redactieadres: Alle Hens Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 635 DSN 209 57635 Bij geen gehoor: Dienstencentrum Defensiemedia Telnr.: 070 339 7806 E-mail:
[email protected] Internet: www.defensie.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 14 maart.
Zien maar ongezien
22
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
M-fregatten in de 21e eeuw
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding. ISSN 0024-0389
En verder:
26
32 Sport | 33 Logboek | 39 Mensen & Mutaties
Alle Hens | Februari 2011
2
column
Geruchtenmolen op gang Het is u ongetwijfeld niet ontgaan dat Defensie de nodige media-aandacht heeft gekregen de afgelopen maand. Zeker in de Kop van Noord-Holland stond het CZSK in de schijnwerpers. Naast positieve berichtgeving over onze organisatie, werden er geruchten de wereld in geholpen over de resultaten van de bezuinigingsonderzoeken. Ook door de organisatie heen gonzen de verhalen. Ik wil mijn visie hierop graag met u delen in deze column. rond Somalië is uitgesteld, waardoor Hr.Ms De Ruyter langer moest blijven. Dat we dit kunnen en doen, is een bewijs van onze flexibiliteit. De aankomst van Hr.Ms. Rotterdam in de West toont aan dat we onze verantwoordelijkheden niet uit de weg gaan. Voor de eerste keer wordt een Landing Platform Dock als stationsschip ingezet. Een inzet die aanvankelijk uit nood is geboren omdat we simpelweg onvoldoende fregatten hebben. Echter, het amfibisch vermogen en de grote capaciteit van het schip om personeel en evacués op te vangen en te vervoeren, maakt het schip uitermate geschikt voor de uitvoering van deze kerntaak.
Ingrijpende voorstellen
Zoals u weet hebben diverse werkgroepen gezocht naar manieren om aan de opgelegde bezuinigingen te voldoen. De resultaten van hun werk en eerder gehouden studies vormen de basis voor de definitieve bezuinigingsplannen. U bent ervan op de hoogte dat ze met ingrijpende voorstellen zullen komen. Eén miljard Euro kunnen we alleen besparen als we rigoureuze veranderingen doorvoeren. De keuzes die we moeten maken, zijn financieel gedreven en daarom soms moeilijk te beredeneren vanuit operationeel oogpunt. Het zijn echter keuzes waar we goed over hebben nagedacht en waar ik met de commandant der strijdkrachten en mijn collega’s van de andere operationele commando’s achter sta. Hoewel de grote lijnen van de bezuinigingen binnenkort bekend zijn, betekent dat niet dat de gevolgen voor het individu ook meteen zichtbaar worden. Ik realiseer me dat dit de nodige onrust kan veroorzaken en zal de komende tijd actief onze organisatie ingaan om één en ander aan u toe te lichten.
Onze rol in Nederland staat duidelijk op de kaart. Ook op politiek en economisch gebied dragen wij bij aan onze samenleving. Dat bleek uit de presentatie van een onderzoek aangevraagd door de stichting Nederland Maritiem Land waarbij ik afgelopen maand aanwezig was. We zijn een belangrijke en veeleisende gebruiker van producten die door de marinebouwcluster worden gemaakt. Bedrijven als Imtech, Damen of Thales of kennisinstellingen zoals TNO ontwikkelen innovaties waarvoor wij een goede ambassadeur zijn door ons wereldwijde optreden. Het buitenlandse omzetpercentage van deze bedrijven is de afgelopen tien jaar met 250 miljoen gestegen, dat betekent veel voor de werkgelegenheid in Nederland.
Samenleving
Eerder gaf ik aan dat het juist nu belangrijk is dat we ons werk goed blijven doen. Dat doen we, en met verve. Ondanks de schaarse middelen en financiële beperkingen laten we zien dat de marine een belangrijke rol speelt in de Nederlandse samenleving. Ons eerste commando over een NAVO-vlootverband met de binationale staf van Admiraal Benelux is een feit. Deze schepen gaan zich opwerken voor de snelle reactiemacht van de NAVO en gezamenlijk een aantal mijnenopruimingsoperaties uitvoeren. Dat dit nog steeds nodig is, bewees de opruimingsactie van Hr.Ms. Hellevoetsluis. Zij brachten vijf mijnen tot ontploffing in de druk bevaren aanvoerroute naar de Rotterdamse haven.
Geruchten, verhalen, praatjes of niet. De grote ombuigingsoperatie van Defensie zal de nodige ingrijpende veranderingen teweeg brengen. We zullen bewijzen dat we ons niet uit het veld laten slaan en blijven doen waar we goed in zijn. Mijn dienstauto ontkwam de afgelopen maand ook niet aan berichtgeving in de media. Er zijn zelfs Kamervragen over gesteld. Omdat ik over dit onderwerp transparant wil zijn, worden deze vragen en de antwoorden gepubliceerd op het intranet zodra ze zijn aangeboden aan de Tweede Kamer.
In de antipiraterijmissie Ocean Shield speelde Hr.Ms. De Ruyter de hoofdrol in de bevrijding van de bemanning van het koopvaardijschip New York Star. Momenteel zijn ruim dertig schepen gekaapt en worden bijna zevenhonderd zeevarenden in gijzeling gehouden onder vaak barbaarse omstandigheden. We volgen de ontwikkelingen nauwgezet om de schepen die op missie gaan naar de Hoorn van Afrika zo goed mogelijk uit te rusten. Zo is Hr.Ms. Tromp momenteel onderweg met een versterkte medische capaciteit om gereed te zijn voor het toegenomen geweldsniveau. Door de ongeregeldheden in Libië draaide zij om en voer door het Suezkanaal terug naar de Middellandse Zee om eventueel assistentie te verlenen tijdens de evacuatie van landgenoten. Haar aankomst in het operatiegebied
De Commandant Zeestrijdkrachten M.J.M. Borsboom, vice-admiraal 3
Alle Hens | Februari 2011
operationeel Het cabinepersoneel kijkt nieuwsgierig om zich heen. Normaal werken de heren en dames in de Boeing 747 maar vanavond spelen ze passagier. Grappend om deze rolwisseling gaan ze in de vliegtuigstoelen zitten. De lol duurt niet lang. Een groep zwaar gewapende terroristen overmeestert het vliegtuig. Als de deuren van de 747 opengaan en de teams van de Unit Interventie Mariniers binnenstormen, maken ze geen schijn van kans en worden snel ingerekend. “Ik kneep ‘em wel even”, zegt stewardess Yeliz van de KLM achteraf. “Ik wist dat het een oefening was maar het voelde heel echt.” Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Dave de Vaal
Unit Interventie Mariniers traint op vliegtuigen en treinen
Adequaat reageren in elke situatie Een week later beleeft een groep leerlingen van het Regionaal Opleidingscentrum ID College uit Gouda hetzelfde gevoel. Deze jongeren zijn geïnteresseerd in een baan bij Defensie dus toen hen werd gevraagd om mee te doen aan een
training van de Unit Interventie Mariniers (UIM) waren ze meteen enthousiast. Op een rangeerterrein van Nedtrain in Amsterdam-West staat een aantal treinen leeg te wachten op onderhoud of een ritje. Eén dubbeldekker heeft echter een paar gevulde rijtuigen. De passagiers zitten met het hoofd tussen de knieën en worden bewaakt door een groep terroristen. Ongezien en stil komen de mannen van de UIM in actie. Tijdens een snelle en soepele actie ontzetten zij de trein en bevrijden de gijzelaars. Gezamenlijk en individueel
“Wij zijn gespecialiseerd in grootschalige en complexe terreurbestrijding in Nederland”, vertelt opvolgend commandant van de eenheid Jan-Willem. “Vliegtuigen, schepen, boorplatformen, treinen en complexe gebouwen, zoals een voetbalstadion of theater. Al deze objecten behoren tot het werkterrein van onze eenheid.” De UIM, voorheen de Bijzondere Bijstandseenheid, werd in 1973 opgericht na het gijzeAlle Hens | Februari 2011
4
operationeel
Trainingsaspect
“Chirurgisch indien mogelijk en massaal waar nodig, is ons credo”
lingsdrama tijdens de Olympische Spelen in München. “Chirurgisch indien mogelijk en massaal waar nodig, is ons credo”, gaat hij verder. “Naast expert in het zware interventiewerk, heeft elk team binnen de UIM een eigen specialisme. Zo zijn er klimteams voor urban climbing, een night vision goggleteam voor onopgemerkte infiltraties, duikteams en zogenoemde breach-teams voor het forceren van toegang tot de diverse objecten. Zowel gezamenlijk als individueel moeten wij doelgericht kunnen opereren.” Samen met Maritieme Speciale Operaties-compagnie (MSO) valt de UIM onder de Maritime Special Operations Forces (MARSOF) van het CZSK. Waar de MSO voornamelijk internationaal georiënteerd is, richt de UIM zich op Nederland. “We werken nauw samen met de Dienst Speciale Interventies (DSI) van de politie en met justitie. Maar ook de teams die met de schepen meegaan naar de antipiraterijoperatie bij de Hoorn van Afrika zijn onder andere van de UIM. Een schip is met al haar dekken en kleine ruimtes tenslotte een behoorlijk complex object.” 5
Tijdens de jaarlijkse bloktraining van de eenheid komen alle verschillende objecten aan bod. Vorig jaar zijn zelfs het NEC voetbalstadion in Nijmegen en het Zaantheater tijdens de training ontzet. Sergeant-majoors van de mariniers Piet en Patrick en kapitein der mariniers Ruud van bureau training ontwikkelen de verschillende oefeningen. Hierna regelen zij in samenwerking met bureau operaties dat de juiste randvoorwaarden geschept worden. Het organiseren van een object, van voertuigen of van een vijand. Er komt heel wat bij kijken voordat de UIM een goede oefening kan draaien. Zowel op Schiphol als in Amsterdam-West komt het trainingsaspect duidelijk naar voren. Voordat het uitgebreide scenario begint, waarbij het hele team en de terroristen in actie komen, doen de mannen in kleinere groepen aan procedure-oefening. Van het binnendringen van een object vanaf een gepantserd voertuig (YPR) van de Koninklijke Marechaussee of het wegblazen van een deur of een raam met explosieven. Van lessen over het herkennen en onschadelijk maken van boobytraps en geïmproviseerde explosieven (IED’s) door specialisten van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) of de behandeling van medische noodsituaties. Het passeert allemaal de revue om de mannen extra scherp te maken voordat ze aan het scenario beginnen. Actie-intelligentie
Een vliegtuig of een trein. Het zijn nauwe gangen met stoelen aan weerszijden en in de meeste gevallen een hoop passagiers. Er lijkt weinig verschil tussen de twee objecten maar toch is het erg belangrijk om op beide te trainen. Hoofd operaties, sergeant-majoor Mike legt dit uit en geeft daarmee meteen de essentie van de bloktraining aan. “We oefenen Alle Hens | Februari 2011
operationeel
juist in zo veel mogelijk verschillende omstandigheden om een goede actie-intelligentie te kweken. We kunnen het ons niet veroorloven om tijdens ons optreden te twijfelen omdat we met een andere situatie worden geconfronteerd dan waarin we getraind hebben. Tijdverlies kan het verlies van mensenlevens betekenen.” Daarom werken de specialisten tijdens de trainingen ook samen met verschillende eenheden zoals de KMAR of de EOD. In het scenario met de gekaapte dubbeldekker speelt de Dienst Speciale Recherche Technieken (DSRT) van het Korps Landelijke Politiediensten een belangrijke rol. Voordat de mannen van de UIM de trein benaderen, willen zij eerst een duidelijk overzicht hebben van de situatie om daarop een adequaat plan van aanpak te maken. Rondom de dubbeldekker heeft de DSRT camera’s geplaatst. “Deze beelden bieden essentiële informatie over de situatie van minuut tot minuut en de mogelijke risico’s”, aldus het hoofd operaties. “Aan de hand van deze informatie die we continu updaten, beslist de pelotonscommandant hoe hij zijn eenheid inzet.” Nadat ze zijn binnengedrongen in de bezette wagons wordt de trein in een mum van tijd ontzet. Precisiesturen
Op Schiphol stapt het boordpersoneel van de KLM uit het vliegtuig nadat de terroristen zijn ingerekend. Via grote trappen die op de YPR pantservoertuigen van de Marechaussee zitten, komt iedereen weer veilig aan de grond. De zogenoemde skywave heeft niet alleen voor de mariniers veel oefenwaarde. “We trainen vaker samen met de UIM”, vertelt wachtmeester Jacco van de marechaussee. “Wij zijn degenen die de teams beschut naar het object brengen. In het geval van een vliegtuig is dat best een uitdaging. Die trappen moeten namelijk precies voor de vliegtuigdeuren geparkeerd worden zodat de mariniers aan boord kunnen gaan. We kunnen maar één bocht naar de deur maken als we aan komen rijden en daarna niet meer corrigeren. Dat is echt een goede oefeAlle Hens | Februari 2011
6
ning in precisiesturen.” Daarnaast staat de bestuurder in verbinding met de leider van het UIM-team. “Zo leert de bestuurder wat het team wil en weet het team wat ze aan de bestuurder hebben. Tijdens de railwave staan de voertuigen tegen de trein geparkeerd. “Zo’n trein kan midden in een stad gekaapt staan of midden in een weiland. In elk geval moeten de mannen veilig naar het object gebracht worden.” Purser Michelle van de KLM is ook overtuigt van het nut van de training. “Het is jammer dat het allemaal zo snel gaat maar ik ben blij dat ik het een keer voor oefening heb meegemaakt. Zo kan je je iets beter voorstellen wat je kan verwachten, mocht het ooit in het echt eens voorkomen.” Bewustwording
In Amsterdam-West stapt marinier Roy na de oefening uit de trein. Naast de terroristen werd hij in de coupé ook meerdere malen geconfronteerd met IED’s. Een doorzichtig visdraadje waarover je struikelt en een bom activeert. Bewegingssensoren in een koffertje of een onschuldige brooddoos met daaronder een druksensor. Deze geïmproviseerde explosieven vormen steeds vaker een lastige en onzichtbare dreiging in dit soort situaties. Roy is er dan ook erg over te spreken dat dit aspect in de scenario’s duidelijk naar voren kwam. “Het blijft lastig om die dingen te zien terwijl we weten dat ze er zijn. Dat we er nu mee geconfronteerd worden zorgt voor bewustwording. Een goede les: pak niets op, kijken doe je met je ogen en niet met je handen.” Het oefenen op de treinen en de vliegtuigen zit er nu voor een bepaalde periode op. “Een erg geslaagde training”, blikt de commandant van de eenheid, luitenantkolonel der mariniers Jan terug. “De procedures zijn beoefend en de verschillende eenheden weer op elkaar ingespeeld. De Boeiing is vrij voor een vlucht en de trein klaar vrij voor een volgend ritje. “Mission Accomplished.”
operationeel
Nederland en België begeleiden samen opwerktraject
BNS Lobelia
veilig van A naar B
Een dichte mist omringt het schip als de cursisten ’s ochtends vroeg de Zeebrugse haven uitvaren. Het weer zit hen mee. Met maar driehonderd meter zicht beginnen zij met de eerste opwerkoefening van die dag: mistnavigatie. Voor de nieuwe bemanning van de Belgische mijnenjager Lobelia is het de vijfde dag van de Safety And Readiness Checks 3.
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: Dave de Vaal (AVDD)
De samenwerking onder de bemanning en het veilig varen van A naar B staat centraal tijdens het derde deel van deze trainingsperiode. Voor de Nederlands-Belgische opwerkstaf, momenteel onder leiding van de Belgische Korvetkapitein Pedro Dory, is het uitvoeren van de Safety and Readiness Checks (SARC) vanuit Zeebrugge nog even wennen. De nauwe samenwerking met de Belgische NBCD-school en DOST CCO is vers. In december vorig jaar heeft de opwerkstaf voor het eerst een SARC 3 vanuit de Belgische haven begeleid. Een logische keuze omdat het onderhoud van de mijnenjagers hier plaatsvindt. Hr.Ms. Schiedam was het eerste schip dat in de nieuwe situatie werd opgewerkt, nu is BNS Lobelia aan de beurt. Stafofficier 2, luitenant-ter-zee 2 OC Joris Egtberts is erg tevreden over het gezamenlijk optreden met de zuiderburen. “De cultuurverschillen zijn niet zo heel groot en dat
maakt het samenwerken gemakkelijk. De Belgen gebruiken soms andere woorden en uitdrukkingen maar daar komen we wel altijd uit. We streven samen zoveel mogelijk naar een gemeenschappelijke en dus herkenbare bedrijfsvoering aan boord van Belgische en Nederlandse mijnenjagers”. Bedrijfsongeval
“Help! Help!”, klinkt het vanuit de voorste zone van het schip. De dichtstbijzijnde matroos snelt ter hulp. De oefening bedrijfsongeval is zojuist van start gegaan. Een bemanningslid is uit zijn bed gevallen, de bovenste van een stapelbed van drie hoog. Zijn collega gaat direct versterking halen. Het kermende slachtoffer blijft alleen achter. Iets dat achteraf bij de evaluatie niet de juiste eerste actie blijkt. Beter was het om eerst de toestand van het slachtoffer te peilen, deze op zijn gemak te stellen en aan te geven dat hulp wordt gehaald. Uiteindelijk komt de ziekenpa ter hulp. De matroos klaagt over pijn in zijn rug en nek. Met allerlei hulpmiddelen, waardoor hij nauwelijks kan bewegen, leggen drie mannen hem op een brancard. Ondertussen houdt de ziekenpa zijn hartslag en oogpupillen nauwlettend in de gaten. De Belgische verpleegkundige eerste sergeant-majoor Vicky Margory maakt deel uit van de opwerkstaf en ziet toe op het proces. “Correctie, pols 96”, reageert ze op een zoveelste polsmeting. De hartslag is verhoogd. De helpende matroos moet een infuus in orde maken. Wat onhandig graait hij in de medische koffer op zoek naar de juiste vloeistof, het zweet staat op zijn voorhoofd. De routine is nog niet aanwezig, maar daarom wordt er getraind.
Commandant Nini overlegt met de medische dienst over de te nemen acties nadat een van de bemanningsleden uit bed viel.
Tussendoor laat ook de commandant van het schip, luitenant-ter-zee 1 Yacin Nini, zijn gezicht zien en informeert naar de toestand van zijn bemanningslid. Achter de schermen zet hij zijn mannen aan het werk om een hut gereed te maken voor het slachtoffer. Hij geeft de brug de order om te draaien
7
Alle Hens | Februari 2011
operationeel
Collega’s dragen het op een brancard gespalkte slachtoffer naar boven.
naar de kust en hulp op het vaste land in te schakelen. Sergeant-majoor Bas de Warle, die als oefenleiding toeziet op het juiste verloop van de oefening, geeft aan dat betrokkenheid van de commandant bij een dergelijk incident erg belangrijk is: “Hij wordt toch gezien als de vader van het schip. Zijn aandacht stelt het slachtoffer en de rest van de bemanning gerust: ze weten dat de situatie serieus aangepakt wordt.” Als het slachtoffer, inmiddels vastgegespt aan de brancard, via een smalle trap veilig een dek hoger bereikt, breekt de opwerkstaf de oefening af. Ze hebben voldoende gezien en starten direct met de evaluatie. Margory en de Warle noemen de sterke punten op, maar gaan ook in op de zaken die nog moeten verbeteren. Opvallend was het goede teamwerk bij de aanpak van het incident. Wel moeten enkele hulpverleners meer letten op de eigen veiligheid om te voorkomen dat er meer slachtoffers vallen. Ervaren opwerkstaf
De opwerkstaf bestaat uit Belgische en Nederlandse officieren en onderofficieren met diverse specialisaties. Zo is er een schipper, een verbindelaar en vier techneuten van de wapentechnische en technische dienst. Medewerkers van verschillende walorganisaties en scholen bieden vaak ondersteuning aan de kernstaf van het Sea Training Command (STC). Ditmaal zijn het vijf personen van de Belgische NBCD-school DCC Rijckevelde omdat bij de calamiteitenbestrijding een grote rol speelt in de SARC 3. De opwerkstaf heeft veel ervaring in de functies aan boord van mijnenjagers. Het is juist deze kennis en ervaring die zij proberen over te brengen op hun jongere collega’s. Coaching is daarbij essentieel en wordt binnen STC gezien als belangrijkste element van elke training aan boord. Momenteel traint de Klein Boven Water (KBW)- staf alle Nederlandse en Belgische klein-bovenwatereenheden. Behalve de mijnenjagers, landingsvaartuigen, duikvaartuigen en sleepboten langs de Noordzeekust, vallen hier ook de kustwachtschepen bij Curaçao en St. Maarten onder. Aan de totale vloot van ongeveer 65 schepen hebben zij hun handen vol. De lengte van het opwerktraject is afhankelijk van het scheepstype en elk schip dat uit benoemd onderhoud komt, wordt opgewerkt. De KWB-staf voert ook trainingen uit aan boord van eenheden met grotendeels nieuwe bemanningen of schepen die voor langere tijd operationeel worden ingezet. Alles tegelijk
Een harde knal luidt de averijoefening in. De aanvaring veroorzaakt een lek, een kleine en een grote brand in verschillende compartimenten en een defect in de machinekamer. Al snel loopt een bemanningslid brandwonden op in het gezicht en aan zijn handen omdat hij de grote brand te enthousiast wil bestrijden. Uiteraard allemaal in scene gezet, maar daarmee is de chaos wel compleet. De voltallige bemanning trekt zijn anti-flash bescherming aan: witte hittewerende handschoenen en hoofdkap. “Brand, brand, brand! Brand in compartiment B2!”, roept een matroos. AanvalsAlle Hens | Februari 2011
8
Ook de Belgische luchtmacht speelt een rol in het opwerktraject.
operationeel
ploeg één trekt met een handbrandblusser ten strijde en roept om hulp. De rookontwikkeling is enorm. Even verderop stutten bemanningsleden het luik waaronder zich het lek bevindt om te voorkomen dat straks het halve schip onder water staat. De commandant en zijn oudste officier sturen de
Aan de totale vloot van ongeveer 65 schepen heeft de opwerkstaf haar handen vol calamiteitenbestrijding aan vanuit de mijnenjachtcentrale en vanaf de brug van het schip. Eerste Meester Franky De Vriendt heeft de leiding in de voorste zone van het schip. “De eerste drie minuten zijn altijd het heftigst bij een dergelijke calamiteit”, zegt hij. “Je moet dan alles organiseren en de hulpverlening goed op gang brengen. Als alles eenmaal Door de rookontwikkeling is het zicht erg slecht.
loopt en iedereen weet wat hij moet doen, dan gaat het wel. Het wordt dan weer overzichtelijk.” Voor Eerste Matroos Kain Lin Pei is het zijn tweede opwerktraject in zijn loopbaan. Hij moet wennen aan zijn nieuwe taken in de voorste zone, op het vorige schip waar hij geplaatst was, werkte hij in de achterste zone. “Op zich zijn de procedures voor- en achterin het schip hetzelfde”, vertelt de jonge matroos. “Alleen de indeling van ruimtes en de plaats van spullen is soms verschillend. Dat maakt het weleens lastig, want je moet dan toch even zoeken in het begin.” “Ik heb eens een echte averij meegemaakt”, voegt De Vriendt toe. “Dan besef je pas dat het echt is. De adrenaline maakt je scherp. De handelingen die dan moeten gebeuren gaan opeens een stuk sneller en beter gestructureerd. Om voorbereid te zijn op dit soort calamiteiten die zich altijd kunnen voordoen blijft oefenen belangrijk.” Internationale pool
De nieuwe bemanning van de Lobelia is sinds oktober bij elkaar. Vanaf half januari zijn ze bezig met het SARC-traject. Ze moeten deze tests halen want in juli gaat het schip deel uitmaken van de Standing NATO Mine Counter Measure Group 1 (SNMCMG1), de snelle reactiemacht van de NAVO voor mijnenbestrijding. De commandant heeft er vertrouwen in dat zijn schip goed gaat presteren in dit internationale verband: “Zoals het er nu naar uitziet, gaat het ons lukken. De bemanning is al goed ingespeeld op elkaar, daar ben ik erg tevreden over.” De Belgische mijnenjager Lobelia heeft begin februari het SARC3 opwerktraject succesvol afgerond en is ready for sea verklaard door STC. De volgende stap in het gereedstellingsproces is de SARC4. Deze vindt plaats in Den Helder. Als ook de SARC4 succesvol is afgerond begint het schip aan de laatste fase van het opwerken. Die vindt weer plaats vanuit Zeebrugge waar het schip zijn operationele examen moet afleggen bij de Nederlands-Belgische MOST-organisatie. 9
Alle Hens | Februari 2011
operationeel
Hr.Ms. De Ruyter in actie tijdens Ocean Shield
Bevrijd na een angstig “Bijna alle ramen waren kapotgeschoten en de toegangsdeuren van de brug waren totaal verwrongen en hingen uit hun hengsels.” Dit vertelt sergeant der mariniers Erik, teamleider van de Unit Interventie Mariniers aan boord van Hr.Ms. De Ruyter. Zijn team bevrijdde de bemanning van de koopvaarder New York Star. Zij zaten aan boord in een beveiligde ruimte opgesloten nadat hun schip op brute wijze was aangevallen en geënterd door een groep Somalische piraten. Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Aldo Westmaas en Henk van der Velde
Tijdens de aanval op het Duitse koopvaardijschip voer Hr.Ms. De Ruyter 1100 kilometer verderop. Dat weerhield de bemanning niet om hulp te gaan bieden. Luitenant-ter-zee 2OC Martijn van Diessen zat als commando
Alle Hens | Februari 2011
centrale officier (CCO) op post toen een call van een Australisch patrouillevliegtuig binnen kwam. Dit vliegtuig had gedetailleerde informatie over de positie van het schip dat belaagd werd door de piraten. “Meteen zijn
10
alle koppen bij elkaar gestoken”, vertelt van Diessen. “En besloten we dat we ondanks de grote afstand konden helpen. Ik ben via alle kanalen die ik ter beschikking heb informatie gaan verzamelen en daarna hebben we
operationeel
etmaal De brug van de New York Star is behoorlijk toegetakeld door het vuur van de piraten.
een plan opgezet om de special forces van het Korps Mariniers aan boord te brengen.” Op hoge vaart zette het luchtverdedigings- en commandofregat koers naar de plaats des onheils. Twintig uur later lanceerde zij haar helikopter om een verkenningsvlucht bij de onfortuinlijke koopvaarder uit te voeren. Veilige ruimte
“Bij het eerste daglicht draaide de helikopter rondjes om het schip om de koers en vaart te controleren. Zij checkten of de piraten echt van boord waren en of het plan van de Unit Interventie Mariniers (UIM) aangepast moest worden”, vervolgt van Diessen. Zijn collega CCO, luitenant-ter-zee 2OC Rick Bruinsma, had ondertussen niet stil gezeten. “Ik had tijdens de aanloop en de uitvoering van de actie continu contact met de kapitein van de New York Star. In de veilige ruimte waarin hij zich met zijn bemanning bevond, konden de machines en het roer bediend worden. Er was ook internetverHet UIM-team gaat via de fast rope-methode aan boord.
aan boord gegaan”, vervolgt Erik. “Daarna zijn we zo snel mogelijk naar de brug gegaan om deze veilig te stellen.” Op weg daar naartoe zagen de mariniers dat de piraten het schip met zwaar geschut hadden aangevallen. “De brug was meerdere malen beschoten met AK47’s en met Rocket Propelled Grenades. We moesten een deur openbreken om toegang te krijgen tot het binnenschip want alle deuren waren automatisch dicht gegaan toen de bemanning zich terugtrok in de veilige ruimte.” Een van de bemanningsleden had een masterkey om de deuren weer open te krijgen maar voordat hij die kon gebruiken, moest eerst zeker zijn dat de piraten echt weg waren. “We hebben het schip dek voor dek uitgekamd en pas nadat we ervan overtuigd waren dat er niemand meer was, hebben we de bemanning bevrijd.” Samen met de kapitein en de boordwerktuigkundige trok het team mariniers naar de brug om de schade op te nemen en de rederij te verwittigen. “Iedereen had de kaperspoging overleefd en was er zonder kleerscheuren vanaf gekomen.” Moederschip
binding waardoor ik hem vragen kon stellen en hem op de hoogte kon houden van ons plan.” Via dit kanaal werd duidelijk dat de bemanning gezond was en dat de kapitein vermoedde dat de piraten al vertrokken waren toen het LCF aankwam. “Ze hadden een tijd lang geen geluid meer gehoord maar dat is geen garantie. De piraten hadden in andere gevallen vaker kunstjes ondernomen om de bemanning te laten denken dat ze vertrokken waren. Zo willen ze hen uit hun saferoom lokken.” Uitgekamd
De UIM voerde hun acties op de New York Star daarom ook uit alsof de kapers nog op het schip waren. Nadat ze terug was van haar verkenningsvlucht, stapte het team mariniers aan boord van de helikopter. “We zijn met de fast rope-methode 11
Hr. Ms. De Ruyter is op 23 november vertrokken om rond de Hoorn van Afrika als vlaggenschip van de Standing NATO Martime Group 2 op te treden, een vlootverband dat onder meer wordt ingezet voor de antipiraterijoperatie Ocean Shield. De actie met de New York Star is niet de enige die zij op haar staat van dienst heeft staan. Op 22 januari trad het LCF op tegen een moederschip dat piraten gebruiken bij hun zoektocht naar te kapen koopvaardijschepen. Tijdens een patrouille ontdekte de boordhelikopter een louche schip op slechts veertig kilometer afstand. Na inlichtingen bleek het verdacht van piraterij. Aan boord reageerde niemand op oproepen over de marifoon en stopte niet na het geven van waarschuwingsschoten met het boordkanon. Omdat er mogelijk gijzelaars aan boord zaten, was het niet mogelijk om dit schip te overmeesteren. Daarom werd besloten de buitenboordmotor van de skiff die aan boord lag uit te schakelen door een scherpschutter van de UIM. Zonder deze skiff is het voor de piraten waarschijnlijk onmogelijk om aanvallen uit te voeren. Hr.Ms. Tromp is op 7 februari uit Den Helder vertrokken om De Ruyter af te lossen. Door de ongeregeldheden in Libië en daarbij de eventuele assistentie bij de evacuatie van landgenoten heeft het LCF wat langer over haar heenreis gedaan. Zij zal bij aankomst het stokje als vlagH genschip in de SNMG1 overnemen. Alle Hens | Februari 2011
personeel
Een gezond en evenwichtig
personeelsbestand Op 1 januari 2008 trad het eerste deel van het Flexibel Personeel Systeem in werking. Het tweede deel is sinds 1 februari 2011 een feit, met de laatste wijziging van het Algemeen Militair Ambtenarenreglement daarin doorgevoerd. Naast talentontwikkeling beoogt het systeem een goede doorstroom van het personeel. Zo creëert het een gezond personeelsbestand waarin jong en oud in evenwicht zijn.
Tekst: P&O | Foto: Archief
Doorstroom
In beginsel komen alleen officieren en onderofficieren in aanmerking voor doorstroom van FPS loopbaanfase 2 naar loopbaanfase 3. Het criterium om te kunnen doorstromen naar loopbaanfase 3 is mede afhankelijk van de looptijd in rang in loopbaanfase 2 van de betreffende onderofficier of officier. De maximale looptijd in rang in loopbaanfase 2 is voor een korporaal tien jaar en voor een LTZ2OC/KAPTMARNS negen jaar. Uiterlijk drie jaar voor het bereiken van die maximum looptijd, wordt bekeken of er mogelijkheden zijn om door te stromen naar loopbaanfase 3. Hiertoe worden commissies opgericht die adviseren over een positief of negatief doorstroombesluit. Naast de geschiktheid van de militair, speelt hierbij enerzijds het kunnen vervolgen van een relevante loopbaan en anderzijds een gezonde opbouw van het KM-personeelsbestand een rol. Als dit doorstroombesluit positief uitvalt, vervolgt de onderofficier of officier zijn loopbaan in loopbaanfase 3. Valt het besluit echter negatief uit, dan heeft de medewerker nog drie jaar de tijd Alle Hens | Februari 2011
12
om zich goed voor te bereiden op een plek in de arbeidsmarkt. Het feitelijke ontslagmoment ligt bij het bereiken van de maximale looptijd in rang. Omdat in het verleden verwachtingen zijn gewekt dat ontslag niet eerder zou volgen dan bij de leeftijd van 35 jaar, geldt er een overgangsbeleid voor iedere onderofficier of officier in loopbaanfase 1 of 2, die op 1 februari 2011 een functie bekleedde. Voor hen kan het ontslagmoment worden uitgesteld tot het 35ste levensjaar, indien doorstromen naar loopbaanfase 3 niet mogelijk is, Bevordering tot korporaal
Voor matrozen en mariniers der eerste klasse geldt een andere procedure. Ook hier telt een maximale looptijd van tien jaar. Echter, uiterlijk twee jaar voor het bereiken van die tijd moet een positief of negatief bevorderingsbesluit zijn genomen. Het gaat hierbij om de selectie voor de Voortgezette Vak Opleiding (VVO). Als het bevorderingsbesluit positief uitvalt, volgt de VVO en na het behalen van deze oplei-
personeel
ding bevordering tot korporaal. Dan begint een nieuwe periode van maximaal tien jaar in de rang van korporaal. Als het bevorderingsbesluit negatief uitvalt, dan heeft de matroos of marinier nog twee jaar de tijd om zich goed voor te bereiden op een plek in de arbeidsmarkt. Omdat in het verleden verwachtingen zijn gewekt dat ontslag in dit geval niet eerder zou volgen dan bij de leeftijd van 32 jaar, geldt ook hier overgangsbeleid voor elke matroos of marinier der eerste klasse die op 1 februari 2011 een functie bekleedde. Voor hen kan het ontslagmoment worden uitgesteld tot het 32ste levensjaar, indien bevordering tot korporaal niet mogelijk is, Externe bemiddeling
Eén jaar voor het ontslagmoment moet de militair die een negatief bevorderings- of doorstroombesluit heeft ontvangen, zijn aangemeld bij het Dienstencentrum Externe Bemiddeling Defensiepersoneel. Zij begeleiden de betreffende militairen van ‘werk naar werk’. Het traject dat zij volgen, is afhankelijk van het opleidingsniveau van de betreffende militair en de benodigde of gewenste arbeidskwalificatie voor een baan buiten defensie.
Met het FPS ontstaat er meer flexibiliteit aan de voet van de personeelspiramide Overgang
De minister van Defensie heeft in november 2010 aangekondigd dat de krijgsmacht als gevolg van de bezuinigingen zal verkleinen. Hoewel de exacte gevolgen van de bezuinigingen nog niet bekend zijn, heeft de Secretaris Generaal stuurmaatregelen uitgebracht die gevolgen hebben voor de overgang van BBT- naar een loopbaanfase 2-aanstelling. BBT-aanstellingen worden slechts beperkt omgezet naar een FPS loopbaanfase 2 aanstelling. Deze stuurmaatregel geldt vooralsnog voor het kalenderjaar 2011. Van een groot aantal militairen waarvan het BBT-aanstelling afloopt in 2011, was de aanstelling al omgezet op basis van een eerder ingediend verzoek. Die afspraken blijven staan en dus geldt voor hen de FPS-aanstelling. Nieuwe verzoeken worden initieel aange13
houden, totdat duidelijk is hoeveel ruimte hiervoor binnen CZSK nog beschikbaar is. Militairen van wie de BBT-aanstelling eindigt met ontslag tot gevolg, hebben aanspraak op externe bemiddeling. Eigen sturing en toekomst bij het CZSK
Met de start van FPS zijn er ook verschillende ondersteunende instrumenten beschikbaar voor het personeel om aan de eigen loopbaan te werken. Een aantal van deze instrumenten bestaat al, zoals de vacaturebank en het elektronische portfolio. Ook de loopbaanbegeleiding is al van kracht. Het nieuwe formulier voor loopbaangesprekken en de uitvoering van afspraken in het Persoonlijk Ontwikkel Plan komen binnenkort operationeel. Hiermee zijn alle ondersteunende instrumenten behorende tot het FPS geïmplementeerd. Met het FPS ontstaat voor het individu en de organisatie meer flexibiliteit aan de voet van de personeelspiramide. Er gelden weliswaar voor matrozen/mariniers en korporaals twee aaneengesloten perioden van tien jaar, maar het streven is daarbij om aan matrozen en mariniers tijdig zekerheid te geven over deelname aan de VVO. En voor korporaals en LTZ2OC/KAPTMARNS om hen tijdig zekerheid te geven over een vervolg van de loopbaan binnen defensie in loopbaanfase 3. Daar waar die zekerheid eerder kan worden geboden, hoeft dus niet gewacht te worden op de twee, respectievelijk drie jaar voor de maximale looptijd in rang. Voor mensen met ambitie blijft Defensie – en dus ook het CZSK - daarmee een aantrekkelijke werkgever met voldoende ontplooiingsmogelijkheden en toekomstperspectief. Zelfs in een kleiner wordende organisatie! Alle militairen die onder het overgangsbeleid van het FPS vallen, krijgen daarover schriftelijk bericht waarin wordt aangegeven welke situatie specifiek op hen van toepassing is. U kunt de regelgeving en aanvullende informatie ook vinden op de startpagina Personeel van het ministerie van Defensie. Voor verdere vragen kunt u contact opnemen met uw loopbaanbegeleider of P&O-adviseur. Alle Hens | Februari 2011
interview
Staf Admiraal Benelux voert commando over mijnenbestrijdingsverband
Nederland eerste zes maanden Sinds 4 februari voert de oud-commandant van Hr.Ms. Haarlem kapitein-luitenant-ter-zee Herman Lammers het commando over maar liefst vijf mijnenbestrijdingsvaartuigen tegelijk. Hij moet het gezag na zes maanden wel overdragen aan zijn Belgische collega, want voor het eerst heeft de gecombineerde staf van Admiraal Benelux het commando over een NAVO-groep, de Standing NATO Mine Counter Measures Group 1. Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Archief
Een vers verband
“Ik sta aan het hoofd van een multinationale organisatie”, gaat Lammers verder. “De staf is samengesteld uit personeel van de Nederlandse en Belgische marine, aangevuld met een Deen. De eerste helft van het jaar dat we het commando vanuit Admiraal Benelux (ABNL) voeren, opereren we vanaf het Poolse stafschip ORP Czernicki. In augustus wordt de Belgische Korvet Kapitein Guy Terryn commandant en dan verhuist de staf naar een mijnenbestrijder die waarschijnlijk uit Estland zal komen.” De Standing NATO Mine Counter Measures Group 1 (SNMCMG1) bestaat uit vijf schepen. “Het verband heeft vier permanente vertegenwoordigers uit Nederland, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Voor een bepaalde periode wordt de groep aangevuld met één of meerdere schepen uit Noorwegen, Denemarken, Polen, Estland, Letland of een ander NAVO-land.” Het verband wordt aangestuurd door de Maritime Component Commander (MCC) in Northwood, Groot-Brittanie maar een vaste thuishaven hebben de mijnenbestrijders niet. “We bezoeken zowel NAVO als niet NAVO-landen.” Alle Hens | Februari 2011
14
Lammers heeft behoorlijk wat agendapunten voor ‘zijn’ zes maanden. “Allereerst moeten de schepen weer op elkaar ingespeeld raken. De staf is niet alleen nieuw, er zitten ook een aantal nieuwe eenheden in het verband. Zoveel als mogelijk zullen we onderling oefenen om de groepsintegratie te bevorderen. We gaan verbindingen voor communicatie met elkaar leggen, niet alleen via de lijnen die we doorgaans gebruiken maar met name de oefeningen waarbij de vlaggen en seinlampen gebruikt worden. Op zeemanschappelijk gebied wil ik onze vaardigheden bijschaven door bijvoorbeeld operaties met rubberboten te oefenen, manoeuvreeroefeningen te doen of naderingen op elkaar te maken.” De grootste nadruk ligt echter op de mijnenbestrijding. “Samen de zeebodem afspeuren naar onregelmatigheden. Zoeken naar dummy-mijnen en deze onschadelijk maken. Gezamenlijk de mijnendreiging in een groter gebied in kaart brengen. Allemaal oefeningen die een hoge prioriteit hebben voor een vers verband”, besluit de overste. Mijnen en bommen
Op 1 augustus geeft Lammers zijn commando over aan zijn Belgische collega Korvet Kapitein Terryn. Op dat moment
interview
aan zet moet de groep schepen klaar zijn voor de snelle reactiemacht van de NAVO, de NATO Response Force (NRF). “In aanloop daar naartoe voeren we regelmatig een Historical Ordnance Disposal-operatie (HOD) uit. We ruimen dan oude mijnen en bommen uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.” Bijzonder is dat één van deze operaties dit jaar zal plaatsvinden bij de kust van Italië. Lammers legt uit wat daar zo speciaal aan is. “Traditioneel vaart SNMCMG1 in de Oostzee en de Noordzee. Eens in de zoveel tijd gaan we echter ergens anders naartoe omdat we in staat moeten zijn om in alle wateren te opereren. Van maart tot juni zullen wij in de Middellandse Zee rondvaren, wat normaal
het verantwoordelijkheidsgebied is van ons zusterverband: SNMCMG2. Omdat we daar dan al zijn, zullen we ook enkele periodes deelnemen aan de antiterrorismeoperatie Active Endeavour” Op één lijn
“Gedurende elke laatste zes maanden van het jaar, staat het verband in dienst van de NRF”, vervolgt Lammers. “Dit betekent dat we een notice to move van slechts enkele dagen hebben en steeds gereed moeten zijn om waar ook ter wereld ingezet te worden.” De staat van paraatheid van de schepen zal getest worden in de oefening Noble Mariner. Alle aspecten van mijnenbestrijding komen dan aan het bod. Op zeemanschappelijk en nautisch gebied maar ook op de oorlogsvoeringsgebieden onder en boven water ontkomt de groep schepen niet aan de test. “Om hier goed te kunnen slagen, is het belangrijk om de getraindheid van de schepen het hele jaar door op peil te houden.” De overste kijkt erg uit naar de zes maanden die voor hem liggen. “Het is een mooie uitdaging om deze schepen, met al die verschillende nationaliteiten op één lijn te brengen. Als je dan ook nog een goed en nuttig product kunt leveren, is dit een prachtige kans die ik krijg.” Dat hij deze uitdaging aangaat met ook nog eens een internationale staf, vind Lammers geen probleem. “De Nederlanders en Belgen werken nu al zo lang samen binnen de Nederlands-Belgische staf ABNL dat we weten wat we aan elkaar hebben. Ook op het gebied van mijnenbestrijding kunnen beide landen elkaar goed vinden. We kennen elkaar door en door en zijn prima op elkaar ingespeeld.
15
Alle Hens | Februari 2011
opleiding
De eindoefening van de Elementaire Vakopleiding Mariniers
Bijna klaar voor de
baret
Tranen van vreugde rollen een enkeling over de wangen in de vroege ochtend vlakbij de Van Ghentkazerne. Na 25 kilometer marsen is het einde van een zware week in zicht voor de kerels die op weg zijn naar de begeerde baret. Marinier 2 Wout van Driel krijgt het ook bijna te kwaad, vooral omdat hij vorig jaar zo vlak in het zicht van de eindstreep van de Elementaire Vakopleiding Mariniers moest opgeven door een spierblessure. Terwijl de meesten nog een uurtje slaap pakken onder de Van Brienenoordbrug, draait de film van 33 weken opleiding in een flits aan hem voorbij. “Het was het allemaal meer dan waard”, concludeert hij later als marinier-1 op het exercitieterrein in Rotterdam.
Tekst: Evert Brouwer | Foto’s: Cees Baardman
Het lijkt erg lang geleden dat de rekruten en de instromers uit vorige blokken, waaronder Van Driel zelf, mei vorig jaar begonnen aan het avontuur bij het Korps Mariniers. “Niemand steekt zijn vinger op als ik vraag: wie van jullie denkt het niet te halen? Maar de eerste dag zijn er soms al een paar die er de brui aan geven en op de laatste dag moeten ze me dan toch gelijk geven dat niet iedereen door de opleiding heen komt. Hoe dan ook, we gaan niet aan de eisen tornen”, zegt sergeant van de mariniers en instructeur Elementaire Vak Opleiding (EVO) Frank Zijlmans. Doorzettingsvermogen
Achtenveertig mariniers 2 melden zich voor de laatste en zwaarste week, de Final Exercise (Finex). De instructeurs van het Mariniers Opleidingscentrum (MOC) reizen daarvoor naar het Limburgse Geulhem, waar de proeve van doorzetAlle Hens | Februari 2011
16
tingsvermogen begint met een tactische verplaatsing en diverse grensverleggende activiteiten, afgewisseld door de nodige marsen. “In het begin gaat het goed, maar straks zakt een aantal flink door de hoeven”, voorspelt sergeant-majoor van de mariniers Carol van Heijningen, terwijl de mariniers in spé zich opstellen na een laatste goede nachtrust. De toon wordt meteen gezet. “Schiet eens een beetje op daar achter-
opleiding
in. Dik gelijk even in”, schalt de stem van Van Heijningen door de koele ochtend. Kirrende scholieren op rammelende fietsen gaan geheel voorbij aan de aandacht van de jonge mannen. Aan de voet van één van de mergelheuvels staan de teams vijf en zes van het blok klaar voor de start. Ook Van Driel, die al zo’n beetje weet wat er gaan komen. “De vorige Finex kon ik op de woensdag echt geen stap meer zetten door mijn blessure, maar dat gaat nu anders”, zegt hij gedecideerd. Spotjes op TV
Twee groepen gaan in de afdaling, de andere twee beginnen met een tactische verplaatsing. “Iedereen gaat opgetopt weg”, waarschuwt adjudant van de mariniers Wim Zoetemelk. “Dat betekent: veldflessen, thermosfles en camelbag met water vol.” Drie man zijn de tactische draagriem kwijt en dat is gedurende de oefening zeker niet het laatste dat verloren gaat. “Ik zit al in de verbinding”, roept marinier Van Driel, als de verplaatsing net buiten de gemeentegrens van Maastricht wordt ingezet. Hij is een opmerkelijke deelnemer, met al een jong leven achter de rug. Na de Havo heeft hij bedrijfseconomie gestudeerd en was werkzaam in de horeca en bij een bank. “Tijdens school had ik wel eens nagedacht over het korps. Het leek me tof, vooral de maximale teamprestatie die je levert. Al mijn vrienden gingen echter studeren, dus heb ik dat ook maar gedaan.” Toch bleef het kriebelen en uiteindelijk zijn de spotjes op televisie doorslaggevend geweest om voor het korps te kiezen.” Wat meer pit
De energie druipt er langzaam uit tijdens Finex, daar zorgen instructeurs als korporaal van de mariniers Dominique Willems wel voor. “Contact front!”, roept hij na enkele honderden meters. “Springen, springen! Spring dan, sufferd!”, schreeuwt hij de mannen naar voren. Later legt hij lachend en kalm uit dat er best wat meer pit in mag bij de heren. “Ze moeten wel voelen dat dit een examen is.” Zoals voor meer instructeurs vormt deze opleiding de laatste dat van het MOC zal komen. “We staan”, verduidelijkt commandant MOC, luitenant-kolonel der mariniers Peter-Jan de Vin, “aan de vooravond van de herinrichting van het primair opleidingsproces. Het zogenoemde loopbaanlint, waarbij we steeds meer jongeren van het Regionaal Opleidingscentrum binnenkrijgen, vraagt bij heel Defensie om een cultuuromslag. Ik heb er het volste vertrouwen in dat het werkbaar wordt. Als het stof van deze bezuinigingen is neergedaald, ga ik het gospel van het loopbaanlint verspreiden.” 17
Gemopper
Gevolg is wel dat samen met deze lichting over 2010 zo’n zevenhonderd mariniers zijn ingestroomd. De volgende klas telt er slechts 32, met mogelijk nog een opleiding in september. De instructeurs kunnen dan ook niet genoeg benadrukken dat de overgebleven mannen bevoorrecht zijn. Dat voelen ze echter zeker niet als de geweergroep een gewonde naar het volgende punt moet vervoeren. “Let op”, zegt Willems, “nu gaat het gemopper beginnen.” Nog geen kilometer verder staan de aanstaande mariniers elkaar verwijtend aan te kijken. “Je loopt een stukje met een brancard, poehpoeh. Je jankt als een meid van twaalf”, stookt de korporaal het vuurtje op. “En nu wil ik niks negatiefs meer horen, jullie lopen alleen maar te klagen”, schreeuwt van Driel tegen zijn medecursisten. Instructeur EVO sergeant van der mariniers Ralf Hirdes slaat het lachend gade. Het is voor hem ook niet de eerste keer en het zou een unicum zijn als de Finex zonder gemopper zou plaats hebben. “Er komen heel wat momenten in zo’n week, met allerhande kleine of grote teleurstellingen.” Uiteindelijk staan de mannen afgepeigerd maar blij voor vrienden en bekenden op het exercitieterrein van de Van Ghentkazerne. Marinier Wout van Driel laat zich niet kennen en loopt fier het terrein op waar zijn familie en vrienden wachten. “We kennen helemaal geen militaire traditie in onze familie”, vertelt moeder Van Driel. Zij en vader Van Driel zijn er niet minder trots om. “Ik ben blij dat ik dit keer niet midden in de nacht werd gebeld dat hij moest opgeven”, meldt pa. Marinier 1 Wouter Van Driel straalt ondertussen. “Ik durf alleen mijn schoenen niet uit te doen, ik geloof dat er iets mis is met mijn kleine teen. Dat maakt echter niet uit, ik heb het gehaald.”
Alle Hens | Februari 2011
mens en werk
Nieuwe CBRN-organisatie gooit poort eind 2012 open
Op weg naar veilige
BV Nederland
Majoor Stephan Vulders, projectofficier CBRN/ICMS: “CBRN-partners kunnen van elkaars kennis profiteren.” Foto: Rob van Eerden (AVDD).
Het inferno in januari bij het bedrijf Chemie-Pack in Moerdijk. De berging van het met zwavelzuur gevulde schip Waldhof op de Rijn. Een zoutzuurwolk bij het Friese dorp Dronrijp. Om de samenwerking tussen civiele en militaire instanties bij rampen met gevaarlijke stoffen te verbeteren, werkt Defensie aan de oprichting van een eenheid voor chemische, biologische, radiologische en nucleaire zaken. Eind 2012 gaat de poort open. Belangstellenden van de Koninklijke Marine kunnen voor een baan bij de CBRN-organisatie nu al via het Vacature Meldingssysteem solliciteren. Het CBRN-project spruit voort uit de wens van de Defensieleiding om civiel militaire samenwerking tot een vaste hoofdtaak van Defensie te maken. Aanleiding ervoor waren de aanslagen op de Twin Towers in New York en op het Pentagon in Washington, wereldwijd bekend als nine eleven. “Daardoor kreeg het belang van nucleaire, biologische en chemische dreiging een enorme boost en begon de wereld zich af te vragen of de verdediging daartegen eigenlijk wel goed was geregeld”, vertelt projectofficier CBRN, majoor Stephan Vulders van de Koninklijke Landmacht. Het antwoord: het kan beter. In de periode van de aanslagen in de Verenigde Staten fungeerde de CBRN-organisatie in Nederland, toen nog NBC geheten (nucleair, biologisch, chemisch), namelijk alleen als hulpverlener bij civiele rampen en niet meer dan dat. “We waren een soort vangnet voor brandweer, politie en eenheden van de Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR)”, legt Vulders uit. Alle Hens | Februari 2011
18
Tekst: Jack Oosthoek
Efficiënter
Dat moest dus anders, maar vanwege de bezuinigingen bij de rijksoverheid ook efficiënter. Zodoende groeide Defensie de afgelopen jaren met al haar expertise uit tot een structurele veiligheidspartner en adviseur van civiele hulpverleningsinstanties en rolde het plan voor nieuwe CBRN-capaciteit uit de bus. Dat betekent het leveren, in samenspraak met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, van zogeheten response- en ontsmettingscapaciteit binnen respectievelijk twee en zes uur. Was de brand in januari bij het chemisch bedrijf in Moerdijk volgend jaar gebeurd, dan hadden de CBRN-eenheden van Defensie daar beslist een rol bij gespeeld, denkt Vulders. Aan het bombarderen van Defensie tot vaste veiligheidspartner van politie, brandweer en GHOR-eenheden en het op poten zetten van een CBRN-organisatie kleven volgens hem meer voordelen: militairen beschikken over de kennis om
mens en werk
vitale gebouwen, kunstwerken en terreinen preventief op dreiging te controleren. “Daarnaast”, aldus Vulders, “maakt hun aanwezigheid, het showing the force, bepaalde figuren mogelijk kopschuw en werkt die bij de burgerij en hulpdiensten een gevoel van veiligheid in de hand. Al moet die aanpak in ons land nog wel groeien.”
Was de brand Chemie-Pack volgend jaar gebeurd, dan hadden de CBRNeenheden daar beslist een rol gespeeld Omgedoopt
De nieuwe CBRN-capaciteit van Defensie bestaat uit 101 NBC Verdedigingscompagnie, een onderdeel van 11 Pantsergeniebataljon op de Prinses Margrietkazerne in Wezep. Met het oog op de nieuwe opzet wordt de eenheid omgedoopt tot 101 CBRN-Verdedigingscompagnie. Aangezien één compagnie niet alle door Defensie gegarandeerde CBRN-taken kan behappen, komt er een tweede, 414 CBRN-compagnie. Die wordt ondergebracht bij 13 Gemechaniseerde Brigade in Oirschot. De CBRN-organisatie van Defensie is goed voor 357 arbeidsplaatsen (vte’en) en staan 24 uur per dag en zeven dagen per week paraat. Maar daarmee is de koek niet op. De al jaren bestaande Joint CBRN-school op de Lunettenkazerne in het Brabantse Vught ondergaat een uitbreiding met een zogeheten responsepeloton. Bij civiele incidenten, zoals de brand bij Moerdijk, rukt dat met loeiende sirene uit en arriveert binnen maximaal twee uur op de plek des onheils. Verder krijgt de school trainingsfaciliteiten voor het opleiden van personeel van militaire en burgerhulpdiensten, een unieke aanpak. Beide bloedgroepen die gezamenlijk trainen, dat komt nergens bij Defensie voor.
aan te sluiten bij de internationale CBRN-wereld, wordt al het marinepersoneel nog steeds opgeleid tot basisniveau en is er een maskeroefenruimte waar ook het Defensie Helicopter Commando gebruik van maakt. Om het CBRN weer wat meer in het daglicht te krijgen, zullen ook de scheepsbrede calamiteiten-oefeningen in het opwerkprogramma worden opgenomen. Explosieven
Wat Vulders betreft hoort achter de afkorting CBRN de E van Explosieven te staan, omdat dit de lading beter dekt. Een chemische bom wordt immers vrijwel altijd via een ‘knal’, een explosie dus, effectief. De snel voortschrijdende mondiale ontwikkelingen op het gebied van chemische strijdmiddelen als bommen en granaten (denk aan terrorisme) spelen eveneens een rol. Maar ook dat op internet met een beetje googelen sites te vinden zijn met aanwijzingen voor het maken van een chemische bom. Bij menig drogist en/of supermarkt om de hoek zijn de ingrediënten daarvoor momenteel nog tamelijk eenvoudig verkrijgbaar, een zorgelijke ontwikkeling die zo snel mogelijk moet stoppen, hoe moeilijk dat ook zal zijn, aldus Vulders. “Maar we kunnen het probleem wel beheersbaar en inzichtelijk maken door net als in de bankwereld een systeem voor het melden van verdachte transacties te ontwikkelen. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding is al bezig om daar beleid voor te maken.” Meer informatie op de site van het project CBRN/CMS (http://intranet.mindef.nl/kl/otcgenie/organisatie/eenheden_directies/00_staf/81_po_icms-cbrn/PG_ICMS_ CBRN.aspx) en bij majoor Stephan majoor Vulders, LJS.
[email protected]. Inlichtingen over sollicitaties bij de A eigen P&O-functionaris.
Ondertussen in Den Helder
Vulders beschouwt de CBRN-organisatie als een treffend voorbeeld van de mogelijkheden die er - ondanks de bezuinigingen - bij de Defensieorganisatie ‘nieuwe stijl’ komen. De oprichting ervan vergroot de veiligheid van de BV Nederland, onder meer omdat beide partijen van elkaars kennis profiteren, benadrukt hij. In Den Helder staan de ontwikkelingen daarom ook niet stil. “Hydrazine in onderzeeboten of algemeen transport van chemisch of nucleair materiaal over water of rivieren. Voorbeelden die roepen om een organisatie die de kennis heeft om de bevolking te beschermen tegen CBRN-calamiteiten op maritiem gebied,” vertelt kapiteinluitenant-ter-zee Henk Boomstra, commandant van de School voor Nucleaire, Biologische Chemische verdediging, Damage Control en Bedrijfsveiligheid (SNBCDBV). “Dat betekent dat we de kennis voor het maritieme deel in huis moeten houden, bemanningen moeten blijven opleiden en trainen. Dat gaat in nauwe samenwerking met de Joint CBRN-school in Vught gebeuren.” Op de SNBCDBV, die op termijn een naamsverandering zal moeten ondergaan om 19
Alle Hens | Februari 2011
oefening
Alle Hens | Februari 2011
20
oefening
Maritieme studenten doen hydrografische ervaring op Gedurende twee weken hebben veertien studenten Ocean Technology meegevaren op Hr.Ms. Luymes. De tweedejaars studenten, variërend van 19 tot 28 jaar, van het Maritiem Instituut Willem Barentz op Terschelling hebben tijdens deze praktijkperiode het volledige hydrografische proces doorlopen. Ze hebben hun theoretische kennis aangevuld met zeer waardevolle praktijkervaring. De studenten maakten niet alleen kennis met de hydrografische processen, maar namen ook een kijkje in de keuken van de marine. Op roulatiebasis liepen ze mee met de operationele dienst, de nautische dienst en de logistieke dienst om op die manier een goed beeld te krijgen van het dagelijks leven aan boord. De opleiding Ocean Technology duurt vier jaar, waarna de meeste studenten zullen afstuderen als hydrograaf. De studenten hebben nu nog twee jaar te gaan. Tijdens de afstudeerfase kan een student zelf bepalen waar de afstudeeropdracht plaatsvindt. Een afstudeeropdracht binnen de hydrografische dienst van de marine is ook een mogelijkheid. Foto: Ruud Mol (AVDD)
21
Alle Hens | Februari 2011
hardware
Zien, maar ongezien over de wereldzeeën met EOSTAR
Blik op oneindig Het belang van zicht rondom en positie informatie, is met de asymmetrische dreiging in de wereld erg toegenomen. De inzet van electro-optische sensoren zoals infra-roodcamera’s is daarbij gemeengoed geworden. Zeker op zee is het door de klimatologische omstandigheden echter een groot probleem om te bepalen welke van de circa zestig mogelijke sensoren die in gebruik zijn bij de marine het best gebruikt kan worden. Ook de instelling zorgt voor een uitdaging. TNO Defensie & Veiligheid ontwikkelde daarvoor samen met Spawar Systems Center San Diego het electro-optische predictiemodel EOSTAR. Hiermee kunnen niet alleen de prestaties van de eigen infrarood-sensoren worden verbeterd, maar ook de eigen ‘signatuur’ van een schip worden verkleind. Het Electro-Optical Signal Transmission And Ranging-systeem, zoals het programma voluit heet, is ondertussen in gebruik genomen bij de schepen en de Operationele School in Den Helder. “Niet alleen om het programma te leren kennen, maar we willen ook respons van de gebruikers om het te kunnen aanpassen. We hebben niet voor niets een speciale servicedesk in het leven geroepen”, legt luitenant-ter-zee 1 Mario Bertelink uit. Hij is als hoofd meteorologie en
Alle Hens | Februari 2011
22
Tekst: Evert Brouwer
oceanografie (METOC) van de Dienst der Hydrografie in hoge mate betrokken bij de invoering van EOSTAR. Grote waarde
Dat het hier een belangrijk innovatief project betreft, onderstreept de commandant NLMARFOR, commandeur Peter Lenselink. “De optimale inzet van onze sensoren kan ons geweldig ondersteunen. Ik heb het zelf gezien in de West, waar smokkelaars volkomen worden verrast omdat we hen ongemerkt hebben kunnen volgen. Ik ben volledig overtuigd van de waarde van dit programma. Het geeft ook aan dat we moeten blijven zoeken naar oplossingen. Door steeds veranderende dreigingen ontstaat immers ook een andere behoeftestelling.” Het gebruik van infrarood (IR) camera’s op de varende en ook vliegende eenheden is de laatste jaren sterk toegenomen. Inmiddels zijn er zo’n zestig verschillende systemen in gebruik. “Niet alleen de kwantiteit, maar ook de kwaliteit neemt snel toe”, weet professor Van Eijk, die namens TNO de supervisie had. “Steeds meer pixels, een betere resolutie, een hogere gevoeligheid, maar daardoor ook meer negatieve invloeden van de omgeving.”
hardware
Zijn de mannen aan boord van een klein schip daadwerkelijk vissers of hebben ze kwaad in de zin?
De Forward-looking Infrared (FLIR) en de MIRADOR zijn al langer in gebruik en in de West zijn de infraroodsensor en nachtkijker standaard aan boord. Met zo’n veelheid aan apparatuur ontstond al dik tien jaar geleden de behoefte om de inzet van deze electro-optische sensoren te optimaliseren. “Zeker gezien de nieuwe dreigingen”, meent Bertelink. “In de Koude Oorlog hoefde je alleen op de grote schepen van het Warschaupact te letten. Nu moet je kunnen zien of het personeel aan boord van een klein schip daadwerkelijk vissers zijn of dat ze kwaad in de zin hebben.” Interpreteren
“Het gaat erom dat je begrijpt wat je ziet”, vult luitenant-terzee E 2OC Menno Smeelen van de Defensie Materieel Organi23
satie aan, “Dat je weet hoe je de beelden moet interpreteren. EOSTAR is geschikt om met de electro-optische middelen niet alleen een visuele classificatie van een mogelijk doel vast te stellen, maar ook om het identificatieproces te ondersteunen. Het is dus een hulpmiddel, waarbij de operator zich de juiste interpretatie eigen zal moeten maken.” DMO heeft EOSTAR voor het Commando Zeestrijdkrachten verworven. Er is dik tien jaar aan gewerkt. “Voor een schip is de identificatie van een contact het belangrijkst”, zegt Smeelen. “Het is dan van belang om te weten wat de meteorologische invloeden en de afstand voor het beeld betekenen. Omgevingscondities als temperatuur, luchtdruk, luchtvochtigheid en oceanografische omstandigheden worden door het systeem verwerkt. EOSTAR vertelt je dan niet alleen welke (elektro-optische) middelen je het best kunt inzetten, maar voorspelt ook wanneer je dat het beste kan doen, op grond van de meteo. Het gaat echter niet alleen om te zien, maar ook om zelf ongezien te blijven. Als je weet welke sensoren je opponent bezit, kan EOSTAR berekenen hoe je letterlijk buiten beeld kunt blijven, waardoor je minder kwetsbaar bent voor missiles. Het is dus ook een zeer flexibel pakket.” De ontwikkeling van EOSTAR blijft zeker niet stilstaan na de introductie afgelopen maand, voorspelt LTZ Bertelink. “Er wordt gedacht aan de toepassing op de onderzeeboten, de integratie van de Gatekeeper (sensor met 360 graden beeld) en het opnemen van lasertoepassingen. Het ideale plaatje is dat dit systeem naadloos in het Combat Management Systeem (CMS) past. En er komen steeds nieuwe dreigingen, die ook om aanpassingen van je verdediging vragen.” Alle Hens | Februari 2011
operationeel
Ocean Shield indringende test voor bemanning Zeeleeuw
“We leefden in onze eigen ” onderwaterwereld
“Het was een kwestie van slim zijn en piraten voor blijven”, zegt de commandant van Hr.Ms. Zeeleeuw, luitenantter-zee 1 Erwin Ruijsink. Hoewel alweer enige tijd terug van Ocean Shield in de wateren bij de Hoorn van Afrika, praat hij nog steeds gloedvol over de antipiraterijmissie. “We leefden wekenlang in onze eigen onderwaterwereld.” Volgens navigatieofficier luitenant-ter-zee 2 OC Lennart Samsom, toonde Ocean Shield aan dat de Zeeleeuw van alle markten thuis is. “We zijn groot genoeg om lang op zee te blijven en voldoende klein om lange tijd ongemerkt onder water te varen.” Tekst: Jack Oosthoek
Na terugkomst in Den Helder verdween Hr.Ms. Zeeleeuw voor onderhoud. Foto René Ketting, AVDD
58 Koppen had de sub aan boord tijdens de operatie Ocean Shield. “De piraterij blijft groeien, er worden miljoenen mee verdiend”, aldus Samsom, intussen hoofd Operationele Dienst (HOD) van de Zeeleeuw. Het werk van de bemanning bestond uit observeren van gekaapte schepen, in kaart brengen van de situatie in het gebied en ontdekken van patronen in de tactieken van de piraten. Maar ook: vanaf een positie (diep) onder water opsporen van varende piratenschepen (Identification and Warning) en doorsturen van informatie naar NAVO-schepen in het gebied en naar de hoofdkwartieren van het bondgenootschap in Italië en Groot-Brittannië. Die op hun beurt de knoop doorhakten: boarden we het verdachte vaartuig, arresteren we de pira-
Alle Hens | Februari 2011
24
V.l.n.r. schipper sergeant-majoor Klein, commandant LTZ 1Ruijsink en HOD LTZ2OC Samsom. Foto René Ketting, AVDD
operationeel
Niet gewend
De Zeeleeuw, vol met witte aanslag door het warme zeewater, loopt de haven van Mombassa, Kenia, binnen. Foto archief Hr.Ms. Zeeleeuw.
ten en vernietigen we hun boot? “We waren drie maanden achtereen de stille kracht en ogen en oren van de NAVO”, aldus Ruijsink. Omdat onderzeebootoperaties geheim zijn, kan hij niet aangeven hoe dit precies werkte. Wel dat de piraten hun zaakjes goed voor elkaar hebben. “Ze ontwikkelen zich snel en gaan aan de hand van hun ervaringen telkens na hoe ze een schip het beste kunnen kapen”, vult Samsom aan. Geld zat
Het Britse T-23 fregat HMS Montrose in de Indische oceaan, gezien door de periscoop van Hr.Ms. Zeeleeuw.
Foto archief Hr.Ms. Zeeleeuw
De criminele organisaties op de wal waarvoor de piraten als stroman werken, zitten evenmin stil, ontdekte Ruijsink. Zo zijn hun op zichzelf simpele skiffs met steeds sterkere en nieuwe buitenboordmotoren uitgerust en gebruiken ze steeds grotere moederschepen in plaats van kleine bootjes, in jargon whalers. “Kennelijk hebben kapers en organisaties geld zat”, aldus Ruijsink. Sergeant-majoor Leen Klein, chef der equipage van Hr.Ms. Zeeleeuw: “De piraten gedragen zich brutaal en agressief. Ze pakken wat ze pakken kunnen, groot en klein.” Dat weerhoudt de NAVO er allerminst van om ze het vuur na aan de schenen te leggen. Zoals op 13 oktober 2010, toen de sonar van de Zeeleeuw een contact toonde. Een vissersboot? Nee, bij nader onderzoek bleek het om een zwaar bewapende Pirate Action Group (PAG) te gaan. Helikopter met mariniers van een NAVO-fregat in de Indische Oceaan er op af; piraten verjaagd; hun scheepjes vernietigd. “Iedereen was die dag heel enthousiast”, blikt Klein terug. “Voor zo’n snelle en efficiënte actie waren we nou juist naar de Indische Oceaan gekomen.” Ruijsink: “Jammer dat niet tegen alle kapingen wordt opgetreden. Aan de andere kant is dat heel moeilijk omdat zich meestal gijzelaars aan boord van de gekaapte boot bevinden.”
25
Doordat de Zeeleeuw vrijwel pauzeloos onderwater voer, liep de bemanning nauwelijks risico en voerde elke opdracht moeiteloos uit. “We zijn trouwens wel gewend aan druk”, grapt Ruijsink. Qua randverschijnselen waren er wel haken en ogen. Zo ontbeerden de Arabische havens waar de Zeeleeuw voorraden innam op NAVO-leest geschoeide faciliteiten. “Ze zijn niet gewend aan de komst van een onderzeeboot”, concludeert Samsom. Ruijsink relativeert: “Een missie buiten het NAVO-verdragsgebied is moeilijk te faciliteren. Je moet het in je eentje lang zien vol te houden.” Verder moest de leiding van de Zeeleeuw bij het zaken doen met de havenautoriteiten vanwege de cultuurverschillen veel geduld betrachten en listen verzinnen. “Maar zo doe je veel nieuwe ervaringen op”, lacht Ruijsink. “We zijn zelfs op safari geweest.” Wennen was het ook aan de verzengende hitte en de relatief hoge watertemperatuur in vooral de Rode Zee. “Het personeel in de machinekamer moest alle zeilen bijzetten om de apparatuur koel te houden”, vertelt Samsom. “We hebben op dat vlak veel nieuwe procedures uitgedacht.” Verder had het langdurige verblijf in de wateren bij Afrika zijn weerslag op de constructie van de onderzeeboot. Zo groeide de scheepshuid door het relatief warme zeewater snel aan, wat de snelheid van de Zeeleeuw nadelig beïnvloedde. Daarnaast werd de boot geconfronteerd met andersoortige stromingen dan in de Noordzee, de Atlantische Oceaan en het Caraibisch Gebied, normaliter het operatieterrein van de onderzeedienst. Al met al betekende Ocean Shield een grondige test voor de bemanning van de Zeeleeuw. Conclusie: een sub van de Walrusklasse waartoe de Zeeleeuw behoort, is prima geschikt voor expeditionair optreden. “We spelen eredivisie”, vindt Ruijsink. Volgens Samsom vergde Ocean Shield een andere instelling van de equipage. “Je wordt met een opponent geconfronteerd die met andere dan de gebruikelijke technieken moet worden bestreden.” Schipper Klein bewaart goed herinneringen aan het verblijf in de wateren bij Somalië. “Behalve met de NAVOhoofdkwartieren en schepen van het bondgenootschap in het gebied, stonden we met niemand in contact. We waren volledig op het team en de missie gefocust. Wennen voor de jonge bemanningsleden die altijd online willen zijn, voor ouderen als ik geen probleem.”
Alle Hens | Februari 2011
hardware
Instandhoudingsproject geeft M-fregatten flinke boost
Nieuwe snufjes maken oorlogsschip ijzersterk
De vonken springen van het stoffige dek, overal klinkt gezaag en getimmer. Hr. Ms. Van Speijk wordt aan een stevige modernisatieslag onderworpen. Om zich te wapenen tegen de huidige en toekomstige operationele omstandigheden én om te voldoen aan de huidige ARBO- en milieuwetgeving moet het nodige worden aangepast.
Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk | Foto’s: Eva Klijn (AVDD)
De oorlogsschepen opereerden de afgelopen twintig jaar vooral op open zee maar sinds een aantal jaar vormt inzet in kustwateren ook een belangrijke taak. Een taak waarvoor de M-fregatten nog niet optimaal zijn uitgerust. Door de nieuwe taakstelling, de strengere regelgeving en het groot onderhoud dat na een dergelijke dienstperiode noodzakelijk is, is het moment aangebroken voor een midlife modernisatie. Het onderhoud en de installatie van de nieuwe technische snufjes is samengebracht in het overkoepelende instandhoudingsprogramma (IP) M-fregatten. Hr. Ms. Van Speijk staat letterlijk in de steigers. De verlenging van het helikopterdek is nagenoeg af. Hierdoor verdween de kenmerkende T-vorm.
De vier meest ingrijpende klussen zijn het vergroten van het helikopterdek en de hangaar voor de maritieme helikopter NH90 en het aanbrengen van een nieuwe sensor voor oppervlaktesurveillance. Daarnaast wordt er een low frequency active and passive sonar voor verticaal diepere en horizontale detectie geplaatst. In zowel de commando als de technische centrale komt nieuwe hardware en betere software. Met nog zo’n twintig andere aanpassingen neemt de technische klus ruim een jaar in beslag. “Vorig jaar september zijn we gestart met het instandhoudinsprogramma”, vertelt luitenant-ter-zee 1 Jop Bronts, uitvoeringsmanager IP. “Naar verwachting ronden we de technische aanpassingen eind dit jaar af, waarna we starten met de varende materieelbeproevingen. Omstreeks begin januari 2013 is de Van Speijk weer voor meerdere jaren operationeel inzetbaar.” Uitbreiding vliegplatform
De Belgische Leopold 1 onderging afgelopen jaar als eerste van de vier Nederlandse en Belgische M-fregatten de verbouwingen aan het helikopterdek. Nu is het de beurt aan een Nederlands fregat. Met de modificaties moet het platform jaarlijks gedurende zes maanden en tweehonderd vlieguren operaties met de NH90 kunnen uitvoeren. “In het ontwerptraject van het gewijzigde vliegplatform is zoveel mogelijk rekening gehouden met de afmetingen van de nieuwe maritieme boordhelikopter”, legt Bronts uit. “De NH90 is behoorlijk wat zwaarder en groter dan zijn voorganger. De varende materieelbeproevingen op de Leopold zijn afgelopen december goed verlopen. Een pluim voor het werk van degenen die de modificaties ontworpen en uitgevoerd hebben.” Nietsontziende sensor
Een grote vooruitgang op het gebied van situational awareness is de implementatie van een nieuwe sensor voor oppervlaktesurveillance in de mast van het schip. “Tot voor kort kon de omgeving alleen gescand worden met een navigatieradar,” Alle Hens | Februari 2011
26
hardware
peratuurlagen dringt. De passieve sonar vangt het terugkaatsende geluid op met een slurf met microfoontjes. Met dit systeem zijn ook de moderne, stille onderzeeboten te traceren. Daarbij kan dit systeem wel oppervlaktedoelen detecteren. Ondiep varende onderzeeboten en kleine oppervlaktebootjes in bijvoorbeeld de Noorse fjorden kunnen zich dan ook niet meer verstoppen.” Slimme software
Lassers werken aan het nieuwe transportsysteem voor de NH90.
schetst kapitein-luitenant-ter-zee Rienk Koolstra, projectofficier Combat Management System. “Toen konden we alleen andere schepen detecteren. De omstandigheden van vandaag de dag dwingen ons om alles wat op zee drijft te herkennen. Zeker gezien de nieuwe taakstelling in de kustwateren. Met dit staaltje techniek kunnen we de kenmerken van het object razendsnel achterhalen. Wat zijn de afmetingen, hoe snel verplaatst het zich? Duikers die een mijn onder een schip willen plakken of drugsbendes die uit angst voor onderschepping hun verdovende middelen in zee dumpen, kunnen we nu veel makkelijker traceren. De software berekent aan de hand van alle kenmerken zelf al wat het object mogelijk kan zijn. Dit is geen absolute waarheid, maar helpt de definiëring vaak wel een flink eind op weg.” Geluidsvis
Een andere manier om onaangekondigde objecten te ontdekken en herkennen is met de sonar. De oude sonar waar het M-fregat standaard mee is uitgevoerd, heeft een beperktere capaciteit, doordat hij niet tot de diepere zeelagen kan doordringen. Bovendien heeft hij niet de mogelijkheid om oppervlaktedoelen te detecteren. De nieuwe laagfrequente sonar biedt hierbij uitkomst. Bronts legt uit: “Dit apparaat, die we als een soort vis achter het schip aanslepen, zendt geluid uit dat ook door de afwisselende warme en koude tem-
De hard- en software van de commando en technische centrale gaat volledig op de schop. “De nieuwe software ontwikkelen we als Admiraal Benelux helemaal zelf. Echt een unicum,” aldus een trotse Koolstra. “Zowel het bedienings- en bewakingssysteem als het combat management systeem wordt vervangen. Met alle sensoren en detectiesystemen ziet het schip als het ware alles om zich heen. Uit deze wirwar aan informatie kan de nieuwe software exact datgene filteren dat interessant voor ons is. Mochten we de wapensystemen in moeten zetten, zijn die in een mum van tijd gefocust op het juiste doel.” De programmatuur wordt geïntegreerd in alle Nederlandse en Belgische M-fregatten. Achter de schermen
Bronts, tevens manager Integrated Logistic Support (ILS), zorgt dat ook alle randvoorwaarden in orde zijn tegen de tijd dat het schip technisch operationeel kan worden verklaard. Zo is hij onder meer verantwoordelijk voor de scholing van de bemanning, zowel in theorie als praktijk. Ook maakt hij een onderhoudsconcept voor de komende jaren en regelt de aanschaf van de nodige reserveonderdelen aan boord en aan wal. “Dit is nog een flinke kluif”, beaamt hij. “Een schip operationeel krijgen betekent veel werk, zowel voor als achter de schermen.” Aan het instandhoudingsprogramma M-fregatten nemen alle vier de schepen van de Nederlandse en Belgische marine deel. Hr. Ms. Van Speijk is het eerste fregat dat volledig gemodificeerd uit het dok rolt. In elk daarop volgend jaar worden achtereenvolgens de BNS Leopold 1, Hr. Ms. Van Amstel en BNS Louise-Marie gemodificeerd. H
Kapitein-luitenantter-zee Rienk Koolstra, projectofficier Combat Management System(l) en luitenant-ter-zee 1 Jop Bronts, uitvoeringsmanager IP (r) in het dok bij het Marinebedrijf in Den Helder waar Hr. Ms. Van Speijk wordt omgebouwd.
Uitvoeringsmanager IP M-fregatten krijgt een update over de vorderingen.
27
Alle Hens | Februari 2011
H ardware
Een samenspel van overheid, onderzoek en ondernemers
De marine en het marinebouwcluster Geregeld worden er aan boord van de marineschepen evenementen georganiseerd waar bedrijven als Damen Shipyards, Thales, Imtech, Bosch Rexroth of MARIN en TNO een hoofdrol spelen. Denk maar aan VIP-vaardagen, recepties in buitenlandse havens of de jaarlijkse scheepvaartbeurs in Hamburg. De marine, de maritieme onderdelen van de Defensie Materieel Organisatie en deze bedrijven die tot het marinebouwcluster behoren, zijn nauw met elkaar verweven. Dat dit zijn vruchten afwerpt, blijkt uit het onderzoek uitgevoerd in opdracht van stichting Nederland Maritiem Land.
Tekstbewerking: Maartje van der Maas | Foto’s: Hendrik Westendorp
De onderzoeksstudie toont aan hoe snel het marinebouwcluster zich heeft ontwikkeld in de afgelopen jaren. Ondanks de economische crisis, zag het cluster voornamelijk de buitenlandse omzet sterk groeien. Van dertig procent in 2000 steeg het naar zeventig procent in 2010. De totale omzet in de sector bedraagt nu 650 miljoen Euro, een groei van 250 miljoen in een periode van 10 jaar. De werkgelegenheid die hieruit voort komt, bedraagt 2300 personen. Nog eens 1600 personen hebben hun werk hier indirect aan te danken. Uniek samenspel
Wat is nu de verbinding tussen de twee grootmachten, de marine en het marinebouwcluster? Kapitein-luitenant-ter-zee Peter van Maurik, werkzaam als bestuursondersteuner, legt dit uit. “Binnen het Nederlandse marinebouwcluster bestaat een uniek samenspel tussen de overheid, de marine, kennisinstellingen zoals Toegepast Natuurlijkwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en de industrie. De marine is een erg belangrijke en ook veeleisende gebruiker en dat leidt tot uitdagende behoeftestellingen door de defensiestaf aan dit cluster. Door professioneel contact, heldere afspraken en goede samenwerking blijft men vervolgens steeds beter binnen de begroting als die eenmaal door de politiek is vastgesteld. Deze nauwe samenwerking heeft er al meerdere malen toe geleid dat uitvindingen en technologische ontwikkelingen praktisch vertaald konden worden in moderne schepen en deelsystemen.” Van Maurik noemt een voorbeeld. “Via innovaties zoals betere
sensoren-, wapen- en commandosystemen die de veiligheid of duurzaamheid van een marineschip garanderen, worden ook andere schepen en installaties verbeterd. De marine en de maritieme delen van de Defensie Materieel Organisatie dragen zo, als innovatiemotor, bij aan de beveiliging van internationaal maritiem transport en offshore installaties voor het winnen van alternatieve energie.” Uitgerust en toegespitst
Maar waarom dan die recepties in buitenlandse havens? Ook hierop heeft Van Maurik een antwoord. “Dankzij dit samenspel met de industrie en de kennisinstellingen is de marine goed uitgerust en toegespitst op haar wereldwijde takenpakket. Daarnaast heeft onze politiek sterk ingezet op de vergroting van het expeditionaire vermogen en de aanpassing van de operationele taakstelling in lijn met het wijzigende wereldbeeld. De ontwikkeling van het Joint Support Ship en de Oceangoing Patrol Vessels is hier een bewijs van. Onze internationale collega’s zien dat, we hebben een goede reputatie in het buitenland. Om die te houden, stellen we de schepen open in buitenlandse havens en nodigen we mensen van de industrie uit. We zijn zo eigenlijk een varende ambassade.” Uit het onderzoek blijkt dat het innovatieve vermogen van het samenspel tussen de marine met de maritieme onderdelen van de Defensie Materieel Organisatie en het marinebouwcluster uniek zijn en één van de hoekstenen vormt van de groeikracht en het innovatieve vermogen van de Nederlandse maritieme cluster. Hierin gaan politieke en economische belangen hand in hand. Het onderzoek uitgevoerd in opdracht van stichting Nederland Maritiem Land is gepubliceerd in het boek ‘De marine en marinebouwcluster, welvaartscreatie en innovatief vermogen’. Op 11 februari werd dit boek door de voorzitter van stichting Nederland Maritiem Land Prof. dr. ir. N. Wijnolst aangeboden aan de directeur-generaal Ondernemen & Innovatie van het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie mevrouw mr. R.H. Bergkamp en viceA admiraal Matthieu Borsboom.
Alle Hens | Februari 2011
28
personeel
Mensen
redden mensen
Marinevrijwilligers staan dag en nacht paraat Bij een beetje marinemedewerker zit het varen in het bloed. Maar voor de vrijwilligers van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij gaat het verder. Zij maken van hun werk hun hobby. Op afroep staan negen medewerkers 24/7 paraat om mensen in nood te redden. Met hart en ziel, en soms met gevaar voor eigen leven, zetten deze professionals zich in voor de medemens. ‘Mijn pieper gaat zelfs mee onder de douche.’ Tekst: Marlous de Ridder | Foto’s: Archief KNRM, René Ketting (AVDD)
Het is marineblauw wat de klok slaat in het botenhuis van de Koninklijke Nederlandse Reddings Maatschappij (KNRM) in Den Helder. De relatie tussen het commando zeestrijdkrachten en de reddingmaatschappij is dan ook groot. Beiden zorgen voor de veiligheid op zee en zijn partners in Search and Rescue (SAR) operaties. “Toch weet lang niet iedereen wat de KNRM doet en waar ze voor staat”, zegt één van de vrijwilli-
gers, sergeant-majoor ODOPS Jeroen Lemmen. “We worden vaak verward met de Reddingsbrigade en vrijwel iedereen denkt dat dit een fulltime job is.” Niets is minder waar. Van stropdas tot uniform, van baret tot koksbuis: de herkomst van de vrijwilligers is divers. Ze komen uit alle geledingen van de samenleving en doen dit naast hun baan. “Dat is meteen de kracht van de KNRM”, meent Lemmen. “Wat ons bindt, is het water. En het gevoel dat je écht iets kan betekenen. Dat merk je in het team. Iedereen is heel hecht en bevlogen. Logisch want je deelt niet alleen de successen met elkaar, maar ook de drama’s. Elke redder baalt als hij een actie moeten missen.” Andere beleving
Wie als opstapper wil werken, volgt eerst intensieve cursussen, want de taken van de KNRM zijn divers. De diensten bestaan uit reddingen, zoekacties, medische evacuaties, maar ook het bergen van stoffelijke overschotten. De KNRM is er niet alleen voor mensen met een schip, maar voor alle water29
Alle Hens | Februari 2011
personeel
sporters. Voor vrijwilligers met een nautische achtergrond kan de opleiding worden verkort. Anderen zijn wel twee jaar bezig voor ze over de juiste papieren beschikken. Lemmen: “Je ziet bepaalde overlappingen met de marine. Alleen de procedures zijn niet te vergelijken met die aan boord. Bovendien vallen hier alle rangen en standen weg. Het leuke is dat je een totaal andere beleving bij het varen krijgt. Hier is het altijd echt, terwijl het bij de marine vaak bij oefening blijft.” 112 op het water
De vloot van de KNRM is indrukwekkend. Wie dacht dat het om een veredelde rubberboot gaat, heeft het goed mis. De zogeheten Rigid Hull Inflatable Boat (RHIB) heeft behoorlijke power. De grootste in z’n klasse, de Joke Dijkstra, kan met twee keer 1000 pk dieselmotoren ruim 32 knopen varen en heeft een gereddencapaciteit van 120 man. “We werken met een hightech en innovatieve uitrusting”, zegt Lemmen. “Niet voor niets zijn wij een betrouwbare SAR-partner voor de Kustwacht. Samen met de helikopters van het Defensie Helikopter Commando worden we regelmatig ingezet voor trainingen of bij echte incidenten. Op dat moment is het Kustwachtcentrum de ‘112’ op het water en coördineert zij alle SAR eenheden. Ook verzorgt de KNRM patiëntenvervoer vanaf de Waddeneilanden. Dit is een kant die veel mensen niet van ons kennen.” 2011 is het Europees jaar van de vrijwilliger. Wat drijft de vrijwilligers van de KNRM om 24 uur per dag, 365 dagen beschikbaar te zijn? Voor Lemmen is het ‘goede doel en het onverwachte’ de reden. Drie KM’ers vertellen wat er zo mooi is aan het reddingswerk.
Naam: Kapitein der mariniers Jaap van den Hoed Plaatsing: KIM Bij de KNRM sinds: tien jaar “Vanaf jongs af aan heb ik al iets met de zee. Ik ben begonnen bij de Reddingsbrigade in Zandvoort. Mooi en dankbaar werk, maar op een gegeven moment lokte de ‘grote’ acties van de KNRM. Inmiddels loop ik met twee piepers op zak. Eén voor het station in Zandvoort, en één voor in Den Helder. Zandvoort is een betrekkelijk rustig station, dus ik werk voornamelijk hier. Het is een enorm gebied en soms zit
Naam: Martijn Versteeg Functie: Dienst Vastgoed Defensie/ storingsmonteur Bij de KNRM sinds: negen jaar “Ik ben 13 jaar geleden begonnen bij de Reddingsbrigade. Sindsdien bepaalt deze hobby redelijk mijn leven. Zo erg dat de pieper onder de douche meegaat, maar ook als je even voor een boodschap naar de supermarkt moet. Gelukkig kan ik mijn huidige baan bij Defensie combineren met de KNRM. Als storingsmonteur werk ik op oproepbasis. Mijn collega’s begrijpen dus hoe het is als de pieper afgaat. Je komt soms bizarre situaties tegen. Zo varen schepen met kaarten uit 1980. Mensen staan er niet bij stil dat vaarwateren veranderen. De zee is constant in beweging. We moeten regelmatig uitrukken voor jachten die vastlopen op een zandbank. Of mensen gaan letterlijk in een kano en korte broek de zee op. Één ding is zeker, je
Jeroen Lemmen
Alle Hens | Februari 2011
je ruim vijftig mijl uit de kust. In mijn vorige functie was ik vaak op oefening, maar gelukkig valt het vrijwilligerschap nu goed te combineren. Wat mij trekt, is het samenspel in het team en het omgaan met de nieuwste technieken. Iedereen heeft een passie voor dit werk. Dat moet ook wel, want soms ga je met gevaar voor eigen leven op een ongeluk af. De afgelopen jaren heb ik al heel wat meegemaakt. In Zandvoort hadden we bijvoorbeeld een keer een gestrand zeiljacht. Alleen de bemanning was nergens te bekennen. Je denkt dan het ergste. Uiteindelijk bleek de boot gestolen. Of die keer dat een catamaran midden op zee was omgeslagen. De zeilers hadden 24 uur in zee gelegen. Uiteindelijk hebben we ze met helikopters kunnen traceren. De adrenaline maakt dan plaats voor heel veel opluchting. De KNRM bepaalt gedeeltelijk mijn leven. Als ik van een feestje wordt weggeroepen en het blijkt een ernstig ongeluk, dan ga ik niet met plezier terug. Maar het reddingswerk loslaten, kan ik niet. Ik ben bang dat dit een gebed zonder eind voor mij is.”
30
legt het altijd af tegen het water! Het is een bijzondere wereld waar ik graag mijn vrije tijd voor opgeef. De adrenaline bij een actie wordt wel minder, maar het redden van een mensenleven blijft prachtig werk. Ik heb de zee ooit in mijn hart gesloten en dat verdwijnt niet meer.”
personeel
Over de KNRM Naam: Kapitein-luitenant–ter-zee Hans-Peter Weterings Functie: hoofd productgroep Havenen Sleepdienst Bij de KNRM sinds: vier jaar “Mijn hele leven staat in het teken van de watersport. Ik kon geloof ik eerder zwemmen dan lopen. Toen ik als rijkshavenmeester in het havenkantoor kwam te werken, was dit voor mij een logische neventaak. Nu zit ik in de commissie, ofwel het dagelijks bestuur van dit station. Daarvoor ben ik ook opstapper geweest. Ik weet dus hoe die mannen zich voelen aan boord. Zo’n drie avonden in de week ben ik hier te vinden. Ik houd mij bezig met het oefenprogramma en de opleidingen. Je maakt behoorlijk veel mee in dit werk. Van een zeiljacht met motorpech tot grote drama’s waarbij mensenlevens op het spel staan. Zo hadden we vorige jaar de redding van twee kajakkers. Superervaren
sporters die even een rondje Razende Bol dachten te doen, een zandplaat op het Marsdiep voor de kust van Den Helder. Door een slechte voorbereiding liep dit bijna uit op een catastrofe. Als we een half uur later waren geweest, hadden zij het niet na kunnen vertellen. Dit voorval benadrukt maar weer dat de zee continu wordt onderschat. Hoe roekeloos en dom mensen ook kunnen zijn, uiteindelijk helpen wij iedereen.”
31
De Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij (KNRM) schiet 365 dagen per jaar schepen en opvarenden te hulp. Daarnaast kunnen alle zeevarenden beroep doen op de Radio Medische Dienst van de KNRM. Het Kustwachtcentrum in Den Helder zorgt vervolgens dat er een reddingsboot wordt gealarmeerd. Gemiddeld rukken de redders zo’n 2000 keer per jaar uit op de Noordzee, de Zeeuwse en ZuidHollandse stromen, de Waddenzee en het IJsselmeer. De 42 reddingsstations in Nederland worden door het hoofdkantoor in IJmuiden ondersteund. De KNRM wordt volledig bekostigd uit vrijwillige bijdragen, die de 1.100 vrijwilligers, de 10 beroepsschippers en de 70 hypermoderne boten inzetbaar houden. Sinds de oprichting in 1824 staat de wil om dit als onafhankelijke organisatie te doen bovenaan. De kosten worden gedekt met donaties, schenkingen en nalatenschappen. In 2010 is de KNRM 1852 keer uitgevaren en werden 3288 mensen geholpen. 1800 keer werd er uitgevaren voor onstuimig weer. De piek van de hulpverleningsacties lag in augustus.
Alle Hens | Februari 2011
S P ort
Naval Ski Tour Van 21 tot 30 januari organiseerde bureau Algemene Personele Zorg, Ontwikkeling en Ontspanning de Naval Ski Tour. De 22 Deelnemers trokken naar het Oostenrijkse Kirchberg, waar de weersomstandigheden en de sneeuw optimaal waren. De skilessen werden verzorgd door twee instructeurs van het Korps Mariniers. In 2012 organiseert het bureau weer een skivakantie. Heeft u belangstelling, contacteer voor informatie Sharon Huls, sd.
[email protected] of 0223-6-54842
velen kunnen ervaren dat de bokssport binnen het korps nog steeds leeft en met veel enthousiasme wordt ontvangen. Door het behalen van dit diploma mag FT&S zonder de Nederlandse Boksbond instructeurs gaan opleiden en coachen.
MK Zaalvoetbal In de sporthallen van het FSP Nieuwe Haven is het marinekampioenschap zaalvoetbal gehouden. Zeventien teams van schepen en inrichtingen van CZSK hebben aan dit kampioenschap deelgenomen. In beide zalen van de sporthal werd gedurende de hele dag gevoetbald. Dit alles in een prima sfeer en
Sportkalender
Infraroodcabine De sportschool van maritiem vliegkamp de Kooy is een infraroodcabine rijker. Deze uitbreiding is gedaan om eventuele blessures door het sporten te voorkomen. Chef sportschool, de heer Ruud Reitema opende de cabine door een rood lint door te knippen.
Boksdiploma De voorzitter van de commissie Nederlandse Boksbond heeft het diploma trainer-coach uitgereikt aan SMJRMARNALG Patrick de Oude. Na het behalen van het diploma bokstrainer in 2008 is hij direct geplaatst als Senior Instructor op FT&S te Rotterdam, waar sindsdien het boksen weer is terug gebracht in de Eerste Voortgezette Opleiding. Door het organiseren van bokspartijen hebben al
Alle Hens | Februari 2011
Datum 9 maart 16 maart 22 maart 23 maart 30 maart 6 april 11-15 april 13 april 20 april 27 april 2-4 mei 4 mei 11 mei 13 mei 18 mei 20 mei 25 mei 26-27 mei 27 mei 1 juni 6-10 juni 8 juni 9 juni 14 juni 15 juni 17 juni 20-22 juni 22 juni 23 juni 29-30 juni 26 augustus 26 augustus 31 augustus 7-8 september 21 september 21 september 28 september 30 september 5 oktober 6 oktober 12 oktober 17 november 23 november 7 december
nagenoeg geen blessures. De scheidsrechters deelden in al deze wedstrijden slechts enkele gele kaarten uit. 1. Marine Brandweer 1 2. Hr.Ms. Rotterdam 1 3. KIM/NLDA
MK/NMK/ Kampioenschap OMK MK Basketbal, selectie NMK NMK Zaalvoetbal NMK Schermen NMK Zwemmen NMK Volleybal NMK Basketbal OMK Sloepzeilen NMK Judo MK Long distance run NMK Golf MK Schieten geweer en pistool OMK Strandloop OML Oriëntering ODL Teams OMK Rugby OMK Atletiek OMK 10 Engelse Mijl NMK Mountainbike OMK Zeilen-Centaur OMK Speedmars NMK Triathlon OD – 1/8 – Tri Together OMK Zweefvliegen OMK ODL Schieten geweer en pistool NMK Geweer en pistool OMK Sportschieten NMK Tennis enkel OMK Cramer revolver OMK Aanmoediging sloepzeilen NMK Dubbel Tennis MK Duathlon NMK Militaire Vijfkamp NMK Ruitersport NMK Wielrennen OMK Beachvolleybal 4:4 OMK Hondenbiathlon MK Veldvoetbal NMK Survivalrun individueel en koppel NMK _ Marathon OMK Kleinterrein veldvoetbal dames NMK Oriënteren individueel OMK Indoor klimmen NMK Veldvoetbal OMK Cross-estafette NMK Badminton OMK Volleybal veteranen
32
Organi- Locatie sator KM MKWD Den Helder KM MKWD Den Helder KM MEA Amsterdam KLu Breda Kmar Hanzehal Zutpen KM MKWD Den Helder KM OPSchool Den Helder KMar Politie-academie Apeldoorn KM FSPNH KL Groesbeek KM MKWD/SSB Den Helder KMar Den Haag KL Wezep KL NRC Amsterdam KLu Atletiekveld Uden KL Vlasakkers Amersfoort KLu AOCS Nw. Milligen KM Amstelmeer De Haukes KL KMA/NLDA Breda KL Fleonice Biddinghuizen KLu Vliegveld Malden KL ISK Harskamp KL ISK Harskamp KLu Rotterdam KM Hilversum KLu Heumesoord KM Amstelmeer De Haukes KM Hilversum KM MKWD Den Helder KL RvS Oirschot KL Oirschot KL Vlasakkers Amersfoort KM Scheveningse strand KLu VLB Woensdrecht KM MKWD Den Helder KL P.I. Bankenbosch Assen KM MKWD Den Helder KL GMK Stroe KL Ermelo KLu Klimhal Eindhoven KLu FC Spakenburg KL GWK Harskamp KMar LTK ’t Harde KL Wijchen
LOGBOEK
14 | 02
Assistentie na aanvaring
Dubbele Alle Hens In het personeelsbestand van de Koninklijke Marine zit een aanzienlijk aantal medewerkers dat op hetzelfde adres woont. De Alle Hens wordt maandelijks naar elke afzonderlijke werknemer gestuurd. Dit betekent dat een aantal medewerkers iedere maand twee of meerdere exemplaren op hun deurmat terugvindt. De redactie is zich er volledig van bewust dat dit in de huidige tijden van bezuinigingen ergernis kan veroorzaken. Er wordt dan ook hard gewerkt om een oplossing te vinden voor dit euvel.
Bedankt Hartverwarmend waren de bloemen, kaarten en de warme woorden van medeleven rondom het overlijden van mijn man en onze papa, sergeant-majoor van de mariniers T. (Ron) de Wit. Heel veel dank hiervoor. Geraldine de Wit, Mirthe en Veerle en verdere familie
Na een aanvaring op de Noordzee tussen een vrachtschip en een viskotter, verleende Hr.Ms. Luymes hulp. De aanvaring tussen de Urk 33 en het vrachtschip Birka vond plaats op 19 mijl ten westen van Den Helder. Beide schepen liepen forse schade op. Toen bleek dat de viskotter water maakte, kwam de Luy-
mes in actie. Met een RHIB bracht de bemanning een dompelpomp aan boord van de kotter. Ook de kustwacht en de Nederlandse Reddingsmaatschappij leverden een pomp. Hiermee kon de Urk op eigen kracht de haven van Den Helder bereiken. Bij de aanvaring raakten geen opvarenden gewond.
10 | 02
Verjaardag en binnenkomst De Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caraïbisch Gebied bestond in februari vijftien jaar. In die tijd is de kustwacht uitgegroeid van een pionierende organisatie tot een professioneel bedrijf dat 24 uur per dag, 7 dagen in de week de veiligheid op de Caraïbische wateren garandeert. Met onder meer 2 DASH8 maritieme patrouillevliegtuigen, de AS-355 kustwachthelikopter en 12 super-RHIB’s opereert de kustwacht in de territoriale wateren en de exclusieve visserijzones van Curaçao, Aruba, St. Maarten, Bonaire, St. Eustatius en Saba. Permanent ondersteund door de Koninklijke Marine in het Caraïbisch Gebied staan de eenheden van de kustwacht garant voor veiligheid op zee. Bijvoorbeeld met search and rescue, grensbewa-
king, het opsporen van milieudelicten en het voorkomen van illegale visserij. In deze feestelijke maand is Hr.Ms. Rotterdam binnengekomen op Curaçao. Voor het eerst wordt een Landing Platform Dock ingezet als Westschip. Zij zal de strijd aanbinden met illegale drugstransporten en de Kustwacht assisteren in het uitvoeren van haar taken.
07 | 02
07 | 02
Hr.Ms. Tromp is vertrokken
Zeshonderd mariniers en 75 militairen van de Luchtmobiele Brigade zijn aan de jaarlijkse wintertraining in Noorwegen begonnen. Daar bekwamen zij zich de komende zeven weken in het verplaatsen, overleven en tactisch opereren onder extreme omstandigheden. De wintertraining bestaat uit een Arctic Movement and Survial Course en wordt afgesloten met een tactische eindoefening. 351 militairen, de zogenoemde novices, doorlopen de wintertraining voor de eerste keer. De training wordt uitgevoerd onder toezicht van het Kenniscentrum Militair Optreden onder Extreme Omstandigheden (KCMOX) van het Korps Mariniers en staat onder leiding van gecertificeerde instructeurs.
Het LCF heeft koers gezet naar de Hoorn van Afrika om daar Hr.Ms. De Ruyter af te lossen en te fungeren als vlaggenschip van de Standing NATO Maritime Group 2. Met dit NAVOvlootverband wordt het schip de komende maanden ingezet om piraterij te bestrijden in wateren rond Somalië. De heenreis naar het missiegebied duurde door de ongeregeldheden in Libie wat langer dan verwacht.
Defensie heeft vanaf vliegbasis Eindhoven een KDC-10 transportvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht ingezet om naar Tripoli in Libië te vliegen, om daar de aanwezige Nederlanders te evacueren. Indien het luchtruim boven Libië definitief zou sluiten, lag Hr.Ms. Tromp gereed om indien nodig ondersteuning vanaf zee te leveren.
33
Alle Hens | Februari 2011
Joint Arctic Training in Noorwegen
LOGBOEK
26 | 01
17 | 01
Naambord Maritime Warfare Centre
Piraten berecht Op Tweede Paasdag 2010 voerde Hr. Ms. Tromp op vijfhonderd zeemijl uit de kust van Somalië een bevrijdingsactie uit op het gekaapte Duitse koopvaardijschip Taipan. Bij deze actie werden tien piraten overmeesterd, die na een gerechtelijke procedure aan Duitsland zijn uitgeleverd. De rechtszaak tegen deze piraten is inmiddels in volle gang. Begin februari hebben enkele bemanningsleden van de Tromp, waaronder de voormalig Commandant KTZ Hans Lodder, hun getuigenissen afgelegd. De zaak staat in Duitsland behoorlijk in de mediabelangstelling. Dit heeft er mede toe geleid dat de video van de bevrijdingsactie, die destijds door het Special Forces team van de Mariniers werd vastgelegd, meer dan twee miljoen keer is bekeken op YouTube en defensie.nl.
De Directeur Operaties, BRIGGENMARNS Rob Verkerk heeft samen met het hoofd Maritime Warfare Centre KTZ Ed Veen het nieuwe naambord voor het centrum onthuld. De ceremonie vond plaats voor gebouw Zilvermeeuw op het Marinecomplex Nieuwe Haven te Den Helder in aanwezigheid van staf en delegaties van het Maritiem Doctrine en Tactieken Centrum (MDTC) en het Centrum voor Operationele Data, Analyse & METOC (CODAM). Met de onthulling van het naambord is het startsein gegeven voor de integratie van het MDTC en CODAM. Deze samenvoeging is een logisch gevolg van de nauwe samenwerking tussen beide instanties. Omdat de huidige accommodatie van het MDTC in gebouw Zilvermeeuw onvoldoende is om ook de medewerkers van CODAM te huisvesten, krijgt het gebouw een extra verdieping.
25 | 01
Geen Koude Oorlog in heet Afrika Tijdens de escorte van een groot konvooi van de Rode Zee naar de Indische Oceaan voer het schip Admiral Vinogradov van de Russische Federale Marine door het patrouillegebied van Hr Ms De Ruyter. Een uitgelezen kans om aan boord van één van de voormalige iconen van de Koude Oorlog de nieuwe bondgenoot te ontmoeten. De Russische Federatie stuurt al een aantal jaren eenheden naar de Golf van Aden om de scheepvaart in het gebied te beschermen tegen piraterij. Na een wat aftastende start ontstond er een productief overleg, waarin concrete oplossingen en afspraken voor verdere samenwerking en
oefeningen zijn gemaakt. Zowel Rusland als de NAVO toonde zich bereid de communicatie en de gezamenlijke aanpak van de piraterij te verbeteren. “De coördinatie tussen onze task forces groeit nu echt naar coöperatie. Ieder heeft natuurlijk zijn eigen taken, maar we hebben concrete afspraken gemaakt om samen acties en oefening uit te kunnen gaan voeren. Dit overleg komt de samenwerking in antipiraterij maar ook de relatie tussen Rusland en NATO in het algemeen zeer zeker ten goede”, concludeerde de commandant van de Standing NATO Maritime Group 2, commandeur Michiel Hijmans.
Alle Hens | Februari 2011
34
14 | 01
Een goed begin Nog voor het vertrek naar de West, doneerde de commandant van Hr.Ms. Rotterdam, KTZ Peter van den Berg, 2500 Euro aan de vertegenwoordigster en de voorzitter van de Helderse Sjaak Pach Stichting. Deze stichting organiseert vaarreizen voor gehandicapte kinderen. Het amfibische transportschip heeft dit goede doel geadopteerd en zal gedurende haar reis diverse activiteiten op touw zetten om geld in te zamelen.
LOGBOEK
12 | 01
Proeve van Bekwaamheid Veiligheid De leerlingen van het Regionaal Opleidingscentrum (ROC) Kop van Noord Holland beleefden met de Proeve van Bekwaamheid Veiligheid (PvB) op het marinekamp Erfprins een primeur binnen de krijgsmacht. De cursisten die het project Loopbaanlint volgen, lieten in deze proef zien dat ze beschikken over de competenties van de militaire basisvaardigheden. Dit deden zij aan de hand van een scenario waarin verschillende onderwerpen aan bod kwamen. Gereed maken voor actie, tactisch verplaatsen, gebruik van communicatiemiddelen en het toepassen van procedures, afstand schatten, observeren en coördinaten plotten in een kaart hadden ze allemaal onder de knie. In gebouw Gelderland, een oud gebouw met lange donkere gangen en veel ruimtes, werden andere competenties belicht. Zelfhulp kameradenhulp, Ammunition Awareness en person search. Het ROC Zadkine uit Rotterdam heeft een week later ook de PvB gedaan. De locatie Erfprins heeft zich hiermee als een uitstekende en unieke locatie getoond met veel enthousiaste reacties van de docenten van de ROC’s en van de leerlingen zelf.
13 | 01
Landing Craft Seminar
Traditioneel vond bij het Opleidingscentrum Amfibisch (OCAMFIB) op de Joost Dourlein Kazerne op Texel het jaarlijkse Landing Craftseminar (LC) plaats. Deze conferentie heeft als doel de amfibische gemeenschap op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen binnen hun werkveld. Hiertoe werden een ze-
vental presentaties gegeven die varieerden van materieelontwikkeling tot operationele inzet tijdens Atalanta. Traditiegetrouw werd de bijeenkomst afgesloten met het diner waarbij BRIGGENMARNS Rob Verkerk en GENMAJMARNS Ton van Ede als oudste LCOQ (Landing Craft Officer Qualified) aanwezig was.
13 | 01
IGK bezoekt Facilitair steunpunt Nieuwe Haven Tijdens een werkbezoek aan de Nieuwe Haven heeft de Inspecteur Generaal Krijgsmacht zich door het hoofd faciliteren, de chef staf en de hoofden van diverse stafbureaus laten voorlichten over de kansen en bedreigingen die er op het gebied van faciliteren zijn. Ook voerde hij gesprekken met de vertrouwenspersonen en de medezeggenschapscommissie. De IGK had zelf om deze gesprekken gevraagd om uitdrukking te geven aan de meerwaarde die hij ziet in zowel het fenomeen vertrouwenspersoon als medezeggenschap. Aansluitend was er een rondleiding over alle locaties van het Facilitair Steunpunt Nieuwe Haven. Het daar aanwezige personeel lichtte de grote diversiteit
aan activiteiten toe.‘s Middags was er nog tijd om informeel met een doorsnee van de bemanning te spreken.
20 | 04
Vossenjacht en paaseieren zoeken Van 13.30 tot 16.00 uur, voor kinderen vanaf twee jaar tot en met groep zes op het terrein van Quelderduijn. Verzamelen bij het clubhuis van de tourvereniging Toon Jacobs, Schootenweg 2-A , 1785 LV Den Helder. Dit terrein bevindt zich naast de parkeerplaats
van het sauna- en wellnesscentre. Inschrijven kan nog tot 12 april per e-mail OPZ.
[email protected] onder vermelding van naam activiteit, voor- en achternaam kind, adres, geslacht, school en groep, leeftijd en werknemer ID van vader of moeder. 35
Alle Hens | Februari 2011
logboek
Veteranennieuws 01 | 06
Landdag officieren operationele dienst en mariniers De landdag wordt gehouden in gebouw Dukdalf op de oude Rijkswerf. Tijdens deze dag wordt de doelgroep actief betrokken bij de toekomst en de ontwikkelingen van de Koninklijke Marine. Commandanten en hoofden van afdelingen worden verzocht hun officieren OD en MARNS in de gelegenheid te stellen de bijeenkomst bij te wonen. Opgave impliceert deelname aan het gehele programma en kan (binnen Nederland) worden beschouwd als dienstverrichting. Opgave voor deelname voor 1 mei 2011 per email aan AOOODOPS W.Langhorst (
[email protected]) of per bericht aan NLBENAVOPSCHOOL onderwerp opgave landdag officieren. 08 | 06
Landdag voor onderofficieren operationele dienst en mariniers De landdag wordt gehouden in gebouw Dukdalf op de oude Rijkswerf. Alle onderofficieren ODND, ODVB, ODOPS en MARINIERS die geplaatst zijn bij de operationele eenheden en in ondersteunende functies zijn uitgenodigd. Opgave voor deelname voor 1 mei 2011 per e-mail aan AOOODOPS W.Langhorst (
[email protected]) of per bericht aan NLBENAVOPSCHOOL onderwerp opgave landdag officieren. 09 | 05
Alpe D’Huzes De 53-jarige Leo Verbeek Rutten is werkzaam in de winkel van de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. Om geld in te zamelen voor KWF Kankerbestrijding gaat dit jaar zes keer de Alpe d’Huez beklimmen. Hij heeft zich tot doel gesteld om 50.000 Euro in te zamelen. U kunt hem sponsoren op: http://deelnemers.alpe-dhuzes.nl/acties/leoverbeekrutten/leo-verbeek-rutten
Alle Hens | Februari 2011
13 | 04
Reünie Rectificatie De reunie van de Stichting Reunisten Electromonteurs KM zal niet plaatsvinden op 23 april zoals in de vorige Alle Hens vermeld stond, maar op 13 april.
18 | 05
Reünie Rectificatie In tegenstelling tot wat er in de vorige Alle Hens stond, vindt de reünie voor oud NGIDpersoneel van de Navigatie Gevechtsinformatie School bij voldoende aanmelding plaats op woensdag 18 mei van 10.30 tot 15.30 uur in restaurant Fore in Julianadorp. Kosten bedragen 25 Euro, hierin zijn inbegrepen: koffie, thee, een nasibuffet (dieetmenu op aanvraag) en twee consumptiebonnen. Graag ontvangen wij bij opgave uw naam-, adres-, woonplaatsgegevens, uw telefoonnummer en het e-mailadres waarop u bereikbaar bent. Ook de periode dat u in dienst zat weten wij graag. Informatie m.b.t. het volledige reünieprogramma en betaling voor deze reünie zal per email worden opgestuurd. Het juiste emailadres voor aanmeldingen voor 15 april en informatie is
[email protected].
10 | 09 Reünie voor oud-opvarenden van Hr.Ms. Poolster. Meer informatie op www.hrmspoolster.nl of
[email protected]. Telefonisch op 074-2665181, 06-51199230.
Dan toch maar… Binnenkort verschijnt de tweede druk van het boek: 'Dan toch maar….!', Herinneringen, ervaringen en overpeinzingen van Indonesische Adelborsten tijdens en na hun opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder, 1949 – 2009. Het boek bevat maritiem-historisch onthullende, van visie getuigende, interessante en humoristische verhalen, opgetekend door voormalige Indonesische adelborsten. Zij vertellen over hun herinneringen, ervaringen en overpeinzingen tijdens en na hun opleiding. De verhalen spelen zich af in de politiek en militair turbulente periode van de jaren vijftig, na de soevereiniteits-overdracht van Nederlands-Indië aan Indonesië en gedurende het conflict over Nederlands Nieuw-Guinea. Hier-
36
in kwamen bevriende Indonesische en Nederlandse jaargenoten in gewapende confrontaties tegenover elkaar kwamen te staan. Het boek bestaat uit 250 pagina’s en is geïllustreerd met 160 foto’s, tekeningen en kaarten, waarvan vele in kleur. De prijs bedraagt 35 Euro inclusief verzendkosten binnen Nederland. Bestelling: schriftelijk of per e-mail met vermelding van naam en adres en gelijktijdige overmaking van € 35 aan: Louis E.F. Couvreur, Van Zuylen van Nijeveltstraat 15, 2242 AH Wassenaar. e-mail:
[email protected]. Banknr. ING 748.213.295 t.n.v. Hr L.E.F. Couvreur en/of Hr R. Krijger
Gezocht De heer Theo Schuyt is op zoek naar een maat 51, Sabardine jas, donkerblauw met de zakken waar je van binnen naar buiten en van buiten naar binnen kunt (voor het dragen van een zwaard en / of grand tenue). Contact: 020-5986781/2 of t.
[email protected] De heer Nico Looy is op zoek naar foto's van de Tour de Lasalle. Hij wil van deze Helderse wielerwedstrijd graag een fotoboek maken. Heeft u vanaf 1955 in dienst gezeten en meegedaan aan deze wedstrijd, graag contact opnemen met 0223-623547,
[email protected] De heer Aad Spek zoekt wapenschildjes voor zijn verzameling. Indien er medewerkers zijn die nog schildjes hebben en er verder niets mee doen, wil hij ze graag tegen vergoeding overnemen. Contact: 010-4326359,
[email protected] De heer Kees Donze zoekt een borstlapje dat tot in de jaren zestig werden gedragen door de matrozen. Hij zingt bij het Shantykoor De Dekzwabbers in Terneuzen en wil zijn tenue graag vervolledigen. Contact: Kees Donze, Kievithof 19, 4332 CK Middelburg, 0118617996,
[email protected] De heer Ben Schinkel is op zoek naar alles wat met het Korps Mariniers en de kikvorsmannen te maken heeft. Heeft u nog spullen liggen uit het verleden of heden, uniformen, oude duikpakken, uitrustingen, rantsoenen, emblemen, schildjes, rangen, boeken zijn welkom. Contact: Ben Schinkel, 038-3328591,
[email protected]
logboek
Uit de West 31 | 01
6 I 02
4.250 gulden voor Dios Yudami De geestelijke verzorging van de Marinebasis Parera heeft 4.250 NAFL gedoneerd aan het opvangcentrum Dios Yudami. Het geldbedrag is verzameld met een collecte tijdens de kerstnachtviering op de Marinebasis. Het door tropische storm Tomas zwaar getroffen opvangcentrum voor verslaafden kan het geldbedrag goed gebruiken. Matrassen, stoelen, tafels, kasten op de begane grond zijn onbruikbaar geworden door het binnenstromende wa-
Schoenendozen vol speelgoed
ter. Met dit geld wordt er aan de opbouw gewerkt. De afdeling materieel en logistiek van de marine zal het opvangcentrum de komende tijd daarbij ondersteunen.
20 | 01
Miliciens met baret bekroond Na hun trotse binnenkomst op Marinekazerne Suffisant, stond 55 miliciens een ander bijzonder moment te wachten: de uitreiking van hun felbegeerde baret op Marinekazerne Suffisant. Na zes maanden
van opleiding en een loodzwaar eindbivak hebben deze jongens zich genoeg bewezen om het embleem van de Curaçaose Militie te mogen dragen.
Bij aankomst in het Caraïbisch gebied had Hr.Ms. Rotterdam wel een heel bijzondere lading bij zich uit Nederland: twee pallets vol met schoenendozen gevuld met speelgoed. De dozen zijn overhandigd aan de gehandicapte kinden van het orthopedische dagopvangcentrum Pasadia te Curacao. Even verderop zitten de kinderen netjes in de kring te wachten op hun verrassing. Een van de bemanningsleden van Hr.Ms. Rotterdam legt uit dat de schoenendozen speciaal zijn versierd en gevuld door de schoolkinderen van de Koningin Julianaschool uit Den Helder in Nederland. Dit gebeurde in het kader van de ‘actie schoenendoos’. Een actie door kinderen voor kinderen die al jarenlang wordt uitgevoerd op deze manier. Aan de kinderen van het Monseigneur Verriet Instituut te St. Maria werden ook tientallen schoenendozen overhandigd.
17 | 01
Zeventien nieuwe leiders beëdigd Tijdens een ceremonie op Marinekazerne Suffisant zweerden en beloofden zeventien korporaals van de Curaçaose Militie ten overstaande van alle aanwezigen: ‘Trouw aan de Koningin, gehoorzaamheid aan de wetten en onderwerping aan de krijgstucht’. Met het uitspreken van deze woorden, accepteren de beëdigde militairen alle rechten en plichten verbonden aan de stand van kaderlid. De plechtigheid werd bijgewoond door de Gouverneur van Curaçao, mr. Frits Goedgedrag, CZMCARIB en verte-
genwoordigers van diverse ministeries en departementen die nauw betrokken zijn bij de dienstplicht. “Een voorbeeld”, noemde de commandant van Marinekazerne Suffisant, MAJMARNS Enrique Sanchez, de groep nieuwe leidinggevenden. “Om als leider te worden erkend is goed leiderschap van belang, uw kennis, uw vakmanschap maar bovenal uw persoonlijkheid.” De kazernecommandant vroeg nog bijzondere
37
aandacht voor de in augustus 2009 overleden korporaal Cherlton Koeiman. “Een tragische gebeurtenis die ons allen altijd zal bijblijven.”
Alle Hens | Februari 2011
logboek
WieWatWaar 04 | 02
14 | 01
Op de marinierskazerne Savaneta op Aruba kregen SMJRMARNS Jacobus Snaauw en SMJRMARNS Johan van den Burg gezamenlijk hun zilveren medaille uitgereikt. Bijzonder is dat beide onderofficieren samen hun eerste plaatsing hadden op de Van Ghentkazerne te Rotterdam op 6 januari 1987.
03 | 02 In het bijzijn van zijn vrouw en oud-collegae, kreeg LTZA 2 OC bd. Willem Ceelie in gebouw Waddenzee het gevechtsinsigne, opgespeld door KTZ René Luyckx. Ceelie kreeg het insigne met terugwerkende kracht vanwege gevechtshandelingen bij Camp Hadrian in Uruzgan tijdens zijn uitzending als PRT-er in 2007. Hij was tijdens zijn missie toegevoegd aan een peloton van de landmacht, gelegerd in Deh Rawod. Tijdens een tweedaagse patrouille kwamen zij onder zwaar vijandelijk vuur te liggen, waarbij Ceelie de aanwezige tolk in veiligheid wist te brengen.
20 | 01 LTZ1 Wiebe van Beek heeft het commando over Hr. Ms. Dolfijn overgedragen aan LTZ1 Bastiaan Ruizeveld de Winter.
Op Aruba reikte CZMCARIB het Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden uit aan dertig mariniers. Dit insigne wordt toegekend aan individuele militairen die hebben deelgenomen aan een militaire operatie, waarbij sprake was van vijandelijk optreden met direct vuur of vergelijkbare gevechtsomstandigheden. Het handelen van de militair tijdens het gevecht moet actief en adequaat zijn geweest en niet alleen gericht op de eigen veiligheid. “Het te decoreren personeel dat hier voor mij staat, heeft allen hun taken in Afghanistan op uitstekende wijze vervuld", sprak BRIGGENMARNS Dick Swijgman de aanwezigen toe. "Zij hebben blootgestaan aan de gevaarlijke omstandigheden die gevechtscontact met zich meebrengt. En daar staan we vandaag bij stil. Dat verdient waardering.” Hij vervolgt. “Achter elk insigne schuilt een persoonlijk verhaal. Van een raketaanval door Taliban-strijders, een aanval met geïmproviseerde explosieven tot daadwerkelijk vuurcontact met vijandelijke troepen. Stuk voor stuk indrukwekkende verhalen.” Verhalen die aantonen dat de militairen van onze krijgsmacht in het volledige geweldsspectrum optreden. Met het uitreiken van deze decoraties, druk ik namens de Commandant der Strijdkrachten mijn waardering uit voor uw goede werk en de gevaarlijke omstandigheden waaronder u het Koninkrijk heeft gediend.” Ook in Den Helder werd een insigne uitgereikt. Daar sprak minister Hans Hillen bij de uitreiking van de Herinneringsmedaille Vredesoperaties aan de bemanning van Hr.Ms. Amsterdam, één opvarende persoonlijk toe. “Luitenant-terzee 2OC Melle Van den Boorn is tijdens zijn uitzending in Afghanistan geconfronteerd met IED-aanslagen en direct vuur, waarbij hij actief en adequaat heeft gereageerd”. Uit handen van de bewindsman ontving de marineofficier vervolgens het gevechtsinsigne voor zijn optreden in Uruzgan Een week later ontvingen weer zes militairen op Curaçao de decoratie voor hun adequate acties
Alle Hens | Februari 2011
38
onder gevechtsomstandigheden. Tijdens een alle hens op Marinebasis Parera reikte de CZMCARIB de gevechtsinsignes uit. De groep gedecoreerden bestond uit een gemêleerd gezelschap, waaronder vier mariniers, één luchtmachtofficier en een onderofficier van de landmacht. Allen bewezen hun diensten voor het Koninkrijk in uiteenlopende gevechtssituaties in Afghanistan. "Dit is persoonlijke waardering voor gedane zaken. Ik ben blij met dit insigne, maar het maakt mij geen betere marinier", reageerde een sergeant-majoor der mariniers achteraf. Hij werd meerdere malen uitgezonden naar Afghanistan en maakte een aantal moeilijke situaties mee. "We hebben regelmatig oog in oog gestaan met de vijand. Het was toen hen of wij. Die momenten blijven je wel bij.” Op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn werden diezelfde dag 73 militairen onderscheiden met het Gevechtsinsigne. Het ging hier om militairen die niet bij een eerdere uitreiking aanwezig konden zijn of waarvan de administratieve bescheiden eerst nu gereed waren. Het eremetaal werd door de commandant van het Mariniers Trainings Commando (MTC), kolonel der mariniers Rolf Springer, uitgereikt in het bijzijn van alle bataljonscommandanten en de Chef Staf van het MTC, luitenant-kolonel der mariniers Wil Briggen.
11 | 01
Aan boord van Hr. Ms. De Ruyter heeft LTZV 2OC Mattijn van Deelen zijn 500e deklanding gemaakt. Dit gebeurde na terugkeer van de patrouillevlucht in het kader van de antipiraterijoperatie Ocean Shield. De bijbehorende taart werd door de commandant overhandigd in het bijzijn van de gehele vluchteenheid.
o
oefening MUTATIES
officieren Bevorderingen KTZE F. Bolderheij KTZ G.H. Nijenhuis KOLMARNS F.R. Swart KLTZA H.W.J. van.Woezik LTZ 1 G.E. Fretz LTZE 1 J.J.E. van Heezick LTZE 1 M.E. Klaassen LTZ 1 R.H.G. Woertman LTZE 2 OC M. Burki LTZ 2 OC A.A.L. Elbers LTZE 2 OC R.M. Hartenberg LTZE 2 OC J.J. Hengsdijk LTZT 2 OC F.M. van den Herik LTZ 2 OC B.G. Kaal LTZ 2 OC R. Kasper LTZSD 2 OC B.A. Koster LTZE 2 OC N.I. Lahaye LTZA 2 OC R. Niersman LTZ 2 OC B. Saltzherr LTZE 2 OC M.J.P. Verbrugge LTZ 2 OC J.G. Zegers ELNTMARNS M. Bredewold ELNTMARNS J.C.M. van den Broek LTZE 2 W.T. Keijzer LTZE 2 M.N. Scherpenzeel LTZA2 K.M. Peters
AOOTDW J. Bosma AOOMARNALG G. Breet AOOMARNALG R.H.A. van Haastrecht AOOTDE H.J. Harders AOOLDGB M. Jansen AOOBDAV J.A.H.M. van Lent AOOODVB P. Perdok AOOODND C.G.W.M. Schouten AOOODOPS W.H. van Treijen SMJRTDW W.J. van Andel SMJRTDW A.J. van Antwerpen SMJRODOPS N. van Duijvenvoorde SMJRMARNALG N.C. Eeken SMJRODND L.A.A.J. Lommen SMJRWDS R.D.G.M. Mentjens SMJRWDS R.W. Nijland SMJRODVB G. Tjarks SMJRODOPS H.J. Wigchert SMJRTDW R.E.S van Zwieten SGTMARNVB J. Breedveld SGTTDW E.R. Couwenberg SGTTDW J. Dubbeld SGTMARNALG M.V.C.J. Frijns SGTLDV J.M.T. Fuchs SGTMARNVB M.H.A. Lelieveld SGTODVB G.A.A. van der Reijden SGTMARNALG P. Wagteveld SGTMARNALG M. Wind SGTMARNALG R.C.J. Zuurbier KPLTDW R.A.H. Baas KPLMARNTAMB S.G.W. Bergman KPLODOPS M.R.P.M. Blok KPLODOPS R.C. Boom KPLTD K.B. Janson KPLODOPS D.M. Kramer KPLODVB J. Ravesloot KPLTDE D.H. Roubos KPLTDE J.J.C. Schilder KPLTDE E.E. Tediek KPLTDW G.J. Wensink KPLTDW E.C. Zijm
SGTWDS P.L. Rapmund SGTODOPS G.H. Smeets SGTBDAV S.J.M.G. Smeets SGTTDE M.N. Verkerk KPLLDV D.R. Brekelmans KPLLDGD C.M.J.M. Koomen KPLODVB S.R. den Uijl KPLLDV A.C. Webbe
Bevorderingen MATR 1 OD M.I.A. Cooymans MATR 1 TD J. Heijmink MATR 1 TD B.F.J. Hengst MATR 1 LDV J.M.S. Hup MATR 1 WDS L.J.E. Kneepkens MATR 1 TD J. Lammers MATR 1 TD M.C. van de Polder MATR 1 TD M. Stoker MATR 1 OD D. Verdonk MATR 1 OD R. Westerhof
MARN 3 S.R. Heilmann MARN 3 ALG J.C. Jonk MARN 3 H.S. Kappetijn MATR 3 ODVB D. Kok MARN 3 A.L. Krone MARN 3 A. Kuipers MATR 3 TD W. Lancel MARN 3 J.J.M. de Munck MATR 3 ODVB J. Pol MATR 3 TD S. Pronk MATR 3 TD T. Raven MARN 3 J. Rothuizen MATR 3 TD L. Smit MARN 3 J.J.J.M. van de Ven MARN 3 R.A. te Witt MATR 3 OD M.M.M. Zandwijk MATR 3 OD R.van Zanten
onderofficieren Dienstverlaters KTZAR J.T.H. van Asseldonk KTZ H.J.J. Dekkers KTZT M.C. Wouters KLTZ R.J.G. Aenmey KLTZ M.R. van Ettinger LTKOLMARNS A.O. Loos LTZAR 1 P.H. van Lieshout LTZT 1 D.B. van der Plas LTZA 2 OC A.M.J. Blanke LTZE 2 OC J.M. Bouman LTZ 2 OC T. van der Horst LTZA 2 OC P.E.C. Jansen LTZV 2 OC D.J.M. Kleijsen LTZT 2 OC J. Leijten LTZE 2 OC J. Sneep LTZA 2 OC E.F.G.B. Tahaparij LTZSD 2 OC B. Wijnandts LTZ 2 M.R. Funcke ELNTMARNS J.A. Slootweg
Dienstverlaters MATR 1 LDA M.D. van den Berg MATR 1 OD F. Bliek MATR 1 LDV P. Charité MATR 1 ODVB T. Doldersum MARN 1 ALG T.T.H. Driessens MARN 1 ALG A. Gorzeman MATR 1 OD H. Hoekstra MATR 1 WDS G.R. Horster MATR 1 TDE J.G.J. Kaldenhoven MARN 1 ALG A.J. Marchal ADBM J.A. Niezen MATR 1 TD N.F. van Paassen MATR 1 TDE S.P.W. van der Peijl MATR 1 OD T. Prins MATR 1 LDV F. Yigidim MATR 1 LDA G.J.K. van Slageren MATR 1 LDV R.M. Spoor MATR 1 TDE C.J. Velleman MATR 1 LDGB M. Vlap MARN 1 ALG A.H.C. Willers MATR 2 ODVB L.A. Aartman MATR 2 OD T. Baarssen MATR 2 OD B.B. Bakker MATR 2 LDV M. Boudri MATR 2 LDV P. Kruiter MATR 2 OD A. van Meel MATR 2 OD C. van der Plas MARN 2 ALG I.T.H. te Wieske MARN 3 A.C.F.S. van Agthoven MATR 3 LDV M.R. den Besten MATR 3 TD M. Boer MARN 3 J.C. Dijkman MARN 3 A.M.G. Goethals MARN 3 M. Groen MARN 3 G.E. Harbers
Burgermedewerkers Kop: Bevorderingen M.F. de Lange, 6 D. Denker, 5 A. Meilink, 5 Dienstverlaters H.H. Hogenhuis B.J. Kamphuis M.A. Vos P.J.G.H. Schaufeli H.W. Walter G. Maree A.J. Wetzel R. van Hulst W.H.J. Minnen B. Pinchetti R.R. Wasch
manschappen Bevorderingen AOOTDW A. Bakker AOOMARNALG P.A.J van den Boomen AOOMARNALG G. Bornebroek
Dienstverlaters AOOMARNALG J.M. Eeltink AOOMARNALG T. Hol AOOTDW F.J. Kellner AOOBDWKA R.H.W. Mensink SMJRTDW R. Nieuwenbroek SMJRMARNALG H.J.J.P. Verwaters SMJRODND J. Weug SGTMARNALG Q. Derksen SGTMARNVB D. van Dokkum SGTMARNALG R. Duijnstee SGTMARNALG R. Groot SGTLDA S.A.B Helmers SGTTDE J. Pasterkamp
burgers 39
Alle Hens | Februari 2011
oefening
Wat:
Maritime Special Forces Operator - opleiding 2011/1 zie bekendmaking OKM-MARNS 2010-017
Wanneer: 15 augustus 2011- 03 februari 2012 POC:
Hoofd Opleiding 06 203 693 25
Alle Hens | Februari 2011
40