Programmaschema bacheloropleiding Taalwetenschappen – trajecten in jaar 2 en 3 In het tweede semester van het eerste jaar kiest de student drie van negen keuzevakken binnen de gebonden keuzeruimte. De keuze wordt mede bepaald door het traject (=specialisatie) dat de student in het tweede jaar wil kiezen. Traject Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap
Tweede jaar Titel: Indo-Europese fonologie ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: Dit vak is het eerste deel van een tweeluik, waarin de student een grondige inleiding krijgt in de methoden en resultaten van de vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap. In dit deel komt de reconstructie van de Proto-Indo-Europese fonologie aan bod. Aan de hand van een beperkt aantal uitgewerkte voorbeelden wordt getoond, hoe met behulp van bewijsmateriaal uit alle oude IndoEuropese talen de oorspronkelijke vorm van een klank of klankgroep beredeneerd kan worden. Daarna worden systematisch alle klanken die we voor het Proto-Indo-Europees aannemen behandeld, alsmede de manier waarop ze in de verschillende dochtertalen worden voortgezet. Bij de illustratie van de klankhistorie ligt de nadruk op voorbeelden uit de talen Grieks, Latijn, Gotisch, Sanskrit, Litouws en Hettitisch; maar ook Armeens, Avestisch, Tochaars en Oudkerkslavisch spelen een rol. Het college vergt, naast een analytische, ook een grote mnemotechnische inspanning van de student. Leerdoelen: * Gedegen kennis van en inzicht in de methodes van de fonologische reconstructie van het Indo-Europees. * Gedegen kennis van en inzicht in het Proto-Indo-Europese foneemsysteem, alsmede de manier waarop de PIE fonemen in de belangrijkste dochtertalen voortgezet worden. Titel: Hettitisch I ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: Het Hettitisch, tot ons gekomen op zo’n 30.000 fragmenten van kleitabletten uit het koninklijk archief van het Hettitische Rijk, werd gesproken van ongeveer 1700-1200 v. Chr. in het huidige Turkije, waarmee het de oudst geattesteerde Indo-Europese taal is. Daarnaast is gebleken dat het Hettitisch als eerste afgesplitst moet zijn geweest van de Proto-Indo-Europese moedertaal en heeft het soms taalkundige kenmerken bewaard die in de andere Indo-Europese talen niet of nauwelijks meer te traceren zijn. Bestudering van het Hettitisch is daarom van cruciaal belang voor de vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap. In deze cursus, die een paar vormt met het vak Hettitisch II, wordt de gehele klankleer en grammatica van het Hettitisch behandeld en wordt de student getraind om met behulp van een woordenboek en grammatica zelfstandig Hettitische teksten in transliteratie te kunnen lezen. Leerdoelen: * Gedegen kennis van de klankleer en grammatica van het Hettitisch. * Lees- en vertaalvaardigheid van Hettitische teksten in transliteratie. Titel: Grieks ECTS: 10 Niveau: 200 Beschrijvingen: In de cursussen 'Taalverwerving Grieks' behandelen wij systematisch alle hoofdzaken van de Griekse grammatica (morfologie en syntaxis). In het eerste blok ligt het accent op de morfologie
(vormleer) van het Attisch Grieks en richten wij ons speciaal op het werkwoord. Enkele verschijnselen uit de historische grammatica (klankleer) zullen behandeld worden voor zover zij schijnbaar onregelmatige vormen verklaren. Daarnaast maken studenten een begin met het leren van een basiswoordenschat en van de onregelmatige werkwoorden ('stamtijden'). Daarnaast beginnen we in deze cursus met de bestudering van de basisfeiten van de Griekse zinsleer (syntaxis), waarbij we ons in eerste instantie met name richten op zaken die te maken hebben met nominale groepen rondom het werkwoord (congruentie, naamvalsgebruik, woordvolgorde). De syntaxis van het werkwoord en de morfologie van het nomen komen aan bod in blok 2. Leerdoelen: * Taalvaardigheid: verwerving en bestendiging van elementaire kennis op gebied van morfologie, stamtijden, vocabulaire, syntaxis en van een elementaire vertaalvaardigheid. * Schriftelijke presentatievaardigheden: het formuleren van een korte vertaling gelezen en ongelezen stof, en het beantwoorden van eenvoudige open vragen over grammaticale en syntactische verschijnselen binnen een Griekse tekst, alsmede van eenvoudige vragen over de inhoud van de gelezen stof. Titel: De Indo-Europeanen en hun cultuur ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: Dit vak beoogt een beeld te schetsen van de materiële en geestelijke cultuur van de IndoEuropeanen in het vierde millennium v. Chr. aan de hand van taalkundige, archeologische en literaire (mythologie, poëzie) gegevens. Hoe leefden onze voorouders, welke planten en dieren kenden ze, wat aten ze en welke kleren hadden ze aan, hoe begroeven ze hun doden, in welke goden geloofden ze? Er wordt nagegaan in hoeverre we op deze vragen antwoord kunnen geven en welke methoden we hiervoor kunnen gebruiken. Leerdoelen: * Inzicht in de methodes en resultaten van onderzoek naar de cultuur van de IndoEuropeanen. Titel: Wetenschapsfilosofie ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: In een reeks van hoorcolleges worden eerste enkele algemene thema's uit de wetenschapsfilosofie besproken, wordt vervolgens ingegaan op de eigen aard van de geesteswetenschappen, en komen uiteindelijk verschillende stromingen binnen de geesteswetenschappen vanuit filosofisch oogpunt aan bod--denk hierbij aan structuralisme, kritische theorie, hermeneutiek en postmodernisme. Leerdoelen: * inzicht in de aard van wetenschap in het algemeen en van de geesteswetenschappen in het bijzonder, * kennis van de belangrijkste stromingen die in de debatten over de geesteswetenschappen een rol spelen of gespeeld hebben. Titel: Indo-Europese morfologie ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Dit vak is het tweede deel van een tweeluik, waarin de student een grondige inleiding krijgt in de methoden en resultaten van de vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap. In dit deel komt de reconstructie van de Proto-Indo-Europese morfologie aan bod. Aan de hand van een beperkt aantal uitgewerkte voorbeelden wordt getoond, hoe met behulp van bewijsmateriaal uit alle oude Indo-Europese talen de oorspronkelijke vorm van een naamwoordelijk of werkwoordelijk paradigma beredeneerd kan worden. Daarna worden de belangrijkste flexie- en conjugatietypen
die we voor het Proto-Indo-Europees aannemen behandeld, alsmede de sporen die ze in de verschillende dochtertalen achtergelaten hebben. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan een aantal verschillen in opvattingen die in de vakwereld over de details van deze reconstructie bestaan. Het college bouwt voort op de in ‘IE Fonologie’ opgebouwde kennis. Leerdoelen: * Gedegen kennis van en inzicht in de methodes van de morfologische reconstructie van het Indo-Europees. * Gedegen kennis van en inzicht in het morfologisch systeem van het Proto-Indo-Europees, alsmede de manier waarop de morfologische categorieën van het PIE in de belangrijkste dochtertalen worden voortgezet. Titel: Historische grammatica Grieks ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Dit college behandelt de historische grammatica van het Grieks, dat wil zeggen: de taalhistorische verklaring van het Oudgrieks aan de hand van onze kennis over het Proto-Indo-Europees (waaruit ook het Grieks voortkomt) en de vergelijking met andere oude Indo-Europese talen. We behandelen de verschillende fasen die in het Oudgrieks te onderscheiden zijn (de Myceense tijd, het episch Grieks, het Attisch) en de belangrijkste dialectverschillen. In hoofdzaak worden de fonologie en morfologie bestudeerd, en de samenstelling van de woordenschat. Er zal onder andere apart aandacht worden besteed aan de accentuering van het Grieks, en aan de stamtijden van onregelmatige werkwoorden en hun Indo-Europese achtergrond. Er wordt uitgegaan van een goede basiskennis van het klassiek Grieks. Leerdoelen: * Algemene kennis van en inzicht in de externe geschiedenis van het Grieks, inclusief de dialecten. * Gedegen kennis van en inzicht in de historische grammatica van het Grieks. Titel: Hettitisch II ECTS:5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Dit college bouwt voort op de kennis van de cursus Hettitisch I en richt zich op de historische grammatica van het Hettitisch: hoe verhoudt het Hettitisch zich qua fonologie, morfologie en woordenschat tot de andere Indo-Europese talen, en welk licht werpt het Hettitisch op de reconstructie van het Proto-Indo-Europees. Er wordt vooral ook ingegaan op de bijzondere positie van het Hettitisch binnen de Indo-Europese taalgroep. Daarnaast wordt er ingegaan op de verwantschap tussen het Hettitisch en zijn naaste verwanten binnen de Anatolische taalgroep, namelijk het Palaisch en Spijkerschrift-Luwisch, beide contemporain met Hettitisch, en het jongere Hiëroglyfen-Luwisch, Lycisch, Carisch en Lydisch. Leerdoelen: * Gedegen kennis en inzicht in de historische grammatica van het Hettitisch. * Gedegen kennis van de verwantschap tussen het Hettitisch en de andere Indo-Europese talen. * Algemene kennis van de andere Anatolische talen en de onderlinge verwantschap daarvan met elkaar en het Hettitisch. Titel: Lectuur Homerus ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: In dit college lezen, vertalen en bespreken we geselecteerde passages uit Homerus. Aan de hand daarvan wordt dieper ingegaan op concrete vraagstukken van de historische grammatica van het Grieks. De nadruk ligt daarbij op de taal en de versleer van het Homerische epos, en wat daaruit
over de voorgeschiedenis van het epos geconcludeerd kan worden. De leesvaardigheid wordt met een tentamen getoetst. Daarnaast schrijft de student een werkstuk over een thema dat tijdens het college behandeld is. Leerdoelen: * Algemene kennis van en inzicht in de wordingsgeschiedenis van het Homerische epos. * Algemene kennis van en inzicht in het taaleigen van het Homerische epos. * Lees- en vertaalvaardigheid in het Homerisch Grieks. * Gedegen kennis van en inzicht in de historische grammatica van het Grieks. Titel: Vedisch Sanskrit ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: Kennismaking met de oudste vorm van Sanskrit, namelijk die van de Vedas, een verzameling hymnen en rituele teksten uit de periode tussen ca. 1200 en 800 v. Chr. In deze cursus wordt het gehele grammaticale systeem van de taal behandeld en een overzicht gegeven van verschillende genres van de Vedische literatuur. Aan het einde van de cursus worden al een paar hymnen uit de Rigveda, de oudste van de Veda’s, gelezen, als voorbereiding op de cursus Vedische lectuur die hierop een vervolg is. Ook worden de grondslagen van de Vedische metriek behandeld. Leerdoelen: * Gedegen kennis van de klankleer en grammatica van het Vedisch Sanskrit. * Algemene kennis van de Vedische metriek. Derde jaar Titel: Structuur en geschiedenis van een IE taal ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Naast de verplichte talen die je in de studie Indo-Europees bestudeert, is er nog een flink aantal andere (vooral oude) talen dat een rol speelt bij de reconstructie van de prototaal. Denk bijvoorbeeld aan Keltische talen zoals het Oudiers en het Middel-Welsh, Iraanse talen als het Avestisch of het Oudperzisch, het oudste Slavisch (Oudkerkslavisch), oude talen van Italië (Oskisch, Umbrisch), of natuurlijk Germaanse talen, zoals het Oudijslands, Oudhoogduits, Oudfries of Oudsaksisch. Cursussen in deze talen worden regelmatig aangeboden door de staf van het LUCL. Een college ziet er meestal als volgt uit. We behandelen in vogelvlucht de gehele klanken vormleer van de taal en schetsen de belangrijkste ontwikkelingen (sommige in detail) die van het Proto-Indo-Europees tot de betreffende taal geleid hebben. Daarbij speelt de kennis opgedaan in ‘Taal en Cultuur van de Indo-Europeanen’ (1e jaar) en 'Indo-Europese Fonologie' een structurerende rol. Daarnaast lezen en vertalen we een aantal geselecteerde teksten in de brontaal. Leerdoelen: * Algemene kennis van en inzicht in de externe geschiedenis van de betreffende taal. * Lees- en vertaalvaardigheid van teksten in de betreffende taal. * Algemene kennis van en inzicht in het taaleigen van de betreffende taal. * Algemene kennis van en inzicht in de historische grammatica van de betreffende taal. Titel: Historische grammatica Sanskrit ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Dit college is gewijd aan de taalhistorische verklaring van het Sanskrit aan de hand van onze kennis over het Proto-Indo-Europees en de vergelijking met andere oude Indo-Europese talen. Er wordt ingegaan op de nauwe verwantschap tussen het Sanskrit en de Iraanse talen, vooral het Oud-Perzisch en het Avestisch. Niet alleen de Sanskrit fonologie en morfologie worden uitvoerig
besproken, maar ook de bijzonder lastige morfonologie (sandhi). Leerdoelen: * Gedegen kennis in de historische grammatica van het Sanskrit. * Gedegen kennis van de klankcorrespondenties tussen het Sanskrit en de andere IndoEuropese talen. Titel: Werkgroep voorbereiding eindwerkstuk ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: Dit college behandelt aan de hand van wetenschappelijke artikelen of boekdelen bepaalde vraagstukken uit de historische taalkunde van de oudste Indo-Europese talen. Het thema verschilt per jaar; voorbeelden van eerdere onderwerpen zijn ‘PIE werkwoordsformaties met een o-trap in de wortel’ en ‘De theorie van de “interne derivatie” in het PIE’. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat studenten per week een deel van de voorbereiding voor hun rekening nemen. Een mondelinge presentatie maakt deel uit van de beoordeling. Het werkcollege wordt getoetst door een werkstuk dat op één van de behandelde thema’s aansluit. Het doel is het verwerven van de vaardigheden die nodig zijn om in het tweede semester het eindwerkstuk te schrijven. Leerdoelen: * Toepassing van ‘kennis en inzicht op het gebied van de taalwetenschap in den brede’ op het gebied van de Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap. * Analyse en beoordeling van wetenschappelijke literatuur. * Schriftelijke en mondelinge presentatievaardigheden. Titel: Lectuur Vedische teksten ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: Kennismaking met de oudste vorm van Sanskrit, namelijk die van de Vedas, een verzameling hymnen en rituele teksten uit de periode tussen ca. 1200 en 800 v.Chr. In deze cursus wordt het gehele grammaticale systeem van de taal behandeld en een overzicht gegeven van verschillende genres van de Vedische literatuur. Aan het einde van de cursus worden al een paar hymnen uit de Rigveda, de oudste van de Veda’s, gelezen, als voorbereiding op de cursus Vedische lectuur die hierop een vervolg is. Ook worden de grondslagen van de Vedische metriek behandeld. Leerdoelen: * gedegen kennis van de klankleer en grammatica van het Vedisch Sanskrit * algemene kennis van de Vedische metriek Titel: BA-eindwerkstuk ECTS: 10 Niveau: 400
TRAJECT TAALBESCHRIJVING Tweede jaar Titel: Beschrijvende taalkunde I ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: In dit college wordt de diversiteit in vormelijke systemen van de talen van de wereld onder de loep genomen. Hierbij wordt ingegaan op de problemen en resultaten van de beschrijvende analyse van onderwerpen als toon en accent, harmoniesystemen, non-concatenatieve morfologie en affixvolgorde. Bovendien worden de studenten getraind in het zelf analyseren van taalverschijnselen in hun onbekende talen. Hiervoor schrijven ze twee keer een werkstukje waarbij ze uit bestaande, weinig geanalyseerde taalgegevens een fonologisch en een (deel van een) morfologisch systeem destilleren. Leerdoelen: * Kennis van en inzicht in (een representatief deel van) de verscheidenheid aan fonologische en morfologische structuren in de talen van de wereld. * Vaardigheid in het zelf maken van een beschrijvende fonologische en een beschrijvende morfologische analyse van hun onbekende talen. Titel: Historische taalkunde II ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: In dit college wordt verder ingegaan op onderwerpen en problemen van het taalhistorisch onderzoek, met de nadruk op andere taalfamilies dan het Indo-Europees. Hierbij komen onderwerpen aan bod als het vaststellen van genetische relaties tussen talen, lexicostatistische methodes en subclassificatie. In de tweede helft van het college wordt nader ingegaan op vragen van taalverandering door taalcontact, waarbij onderwerpen als taalmenging, creolisatie en metatypie de revue zullen passeren. Leerdoelen: * Verdieping van inzicht en kennis van de methoden en resultaten van taalhistorisch onderzoek. * Inzicht in de problematiek van taalhistorisch onderzoek buiten de Indo-Europese taalfamilie. * Vaardigheid in de toepassing van verschillende historisch taalkundige methodes. Titel: Wetenschapsfilosofie ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: In een reeks van hoorcolleges worden eerste enkele algemene thema's uit de wetenschapsfilosofie besproken, wordt vervolgens ingegaan op de eigen aard van de geesteswetenschappen, en komen uiteindelijk verschillende stromingen binnen de geesteswetenschappen vanuit filosofisch oogpunt aan bod--denk hierbij aan structuralisme, kritische theorie, hermeneutiek en postmodernisme. Leerdoelen: * inzicht in de aard van wetenschap in het algemeen en van de geesteswetenschappen in het bijzonder, * kennis van de belangrijkste stromingen die in de debatten over de geesteswetenschappen een rol spelen of gespeeld hebben.
Titel: Beschrijvende taalkunde II ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: In dit college wordt de diversiteit in (morfo)syntactische systemen van de talen van de wereld onder de loep genomen. Hierbij wordt ingegaan op de problemen en resultaten van de beschrijvende analyse van onderwerpen als nominale classificatie, casus en transitiviteit, tijd, aspect en modus, evidentialiteit, discourse partikels en constituentenvolgorde. Bovendien worden de studenten verder getraind in het zelf analyseren van taalverschijnselen in hun onbekende talen. Hiervoor schrijven ze twee keer een werkstukje waarbij ze uit bestaande, weinig geanalyseerde taalgegevens twee aspecten van de (morfo)syntactische taalstructuur destilleren. Leerdoelen: * Kennis van en inzicht in (een representatief deel van) de verscheidenheid aan (morfo)syntactische structuren in de talen van de wereld. * Vaardigheid in het zelf maken van een deelbeschrijving van syntactische verschijnselen van onbekende talen. Titel: Antropologische taalkunde ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Taal is één van de belangrijkste dragers van de menselijke cultuur. Het ligt dan ook voor de hand dat er een wisselwerking tussen de taal van een bepaalde cultuurgemeenschap en de cultuur van een bepaalde taalgemeenschap bestaat. In hoeverre bepaalt bijvoorbeeld de talige verwoording van de ruimte (“hier”, “daaro”) de manier waarop wij deze ruimte interpreteren, of, andersom, bepaalt onze interpretatie de manier waarop wij dit in taal verwoorden? In dit college staat de wederkerige relatie centraal tussen culturele antropologie en taalkunde. Daarbij gaat het vooral om de interactie van cultuurpatronen, taalgebruik en taalsysteem (taal, wereldbeeld en cognitie). Een en ander wordt toegespitst op de manier waarop de werkelijkheid wordt ingedeeld in verschillende talen, bijvoorbeeld in domeinen als kleur, ruimte, verwantschap, natuur, ziekte en emoties. Leerdoelen: * Kennis van de problemen en resultaten m.b.t. de belangrijkste domeinen van de antropologische taalkunde. * Inzicht in de interactie tussen cultuurpatronen, taalgebruik en taalsysteem. * Vaardigheid in de analyse van onderwerpen binnen de antropologische taalkunde, toegepast op niet-westerse talen. Titel: Taaltypologie ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Talen kunnen op verschillende manieren met elkaar vergeleken worden. Naast de vergelijking waarbij overeenkomsten en verschillen tussen talen uit de geschiedenis van deze talen worden verklaard, bestaat ook een type vergelijking dat juist a-historisch optreedt: de taaltypologie. Taaltypologie is dan ook de studie van significante niet-genetische overeenkomsten tussen talen, gebaseerd op een groot en representatief geacht sample aan talen van de wereld. In dit college worden eerst verschillende kwantitatieve en kwalitatieve methodes van taaltypologisch onderzoek
voorgesteld, waarbij vragen als sampling (welke talen vergelijk je met elkaar), maar ook de resultaten van het onderzoek worden uiteengezet. Daarna worden zij aan de hand van een aantal concrete verschijnselen kritisch tegen het licht gehouden. Het belang van taaltypologie voor taalbeschrijving zal worden uiteengezet, maar ook het belang van taaltypologie voor algemene theorieën van menselijke taal zal aan de orde komen Leerdoelen: * Kennis van de belangrijkste stromingen binnen de taaltypologie. * Kritisch inzicht in nut en nadeel van het taaltypologisch onderzoek. * Vaardigheid in het herkennen en beoordelen van significante overeenkomsten tussen talen. Derde studiejaar Titel: Werkgroep Veldwerk I ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: In dit college dienen studenten aangeleerde analytische vaardigheden toe te passen op basis van materiaal verzameld in veldwerksessies onder begeleiding van een docent(e) met een spreker van een minder courante niet-westerse taal. Het gaat er met name om nieuwe problemen te formuleren die uit deze analyse voortkomen en vragen voor te leggen aan de informant die hierover uitsluitsel kan geven. De koppeling tussen analyse en veldwerk is essentieel. Een tweede belangrijke vaardigheid die in dit werkcollege aangeleerd wordt is het beseffen wat er allemaal mis kan gaan door fouten in de interpretatie van beide kanten. De keuze van de taal hangt veelal af van toevallig in Nederland aanwezige en beschikbare sprekers. De voorkeur gaat daarbij uit naar veldwerk op een nog niet eerder beschreven of slechts gedeeltelijk bestudeerde taal. We proberen ook een taal te kiezen die fonetisch niet al te moeilijk is, zodat niet alleen fonologie maar ook morfologie en syntaxis aan bod komen. Tijdens de afzonderlijke wekelijkse bespreking van de verzamelde gegevens wordt aan een analyse gewerkt van structurele kenmerken van de betreffende taal. Bij het college gaan we er vanuit dat de deelnemers de vaardigheden in de elementaire taalkundige analyse onder de knie hebben en dus een basiskennis hebben op het terrein van articulatorische fonetiek, fonologie, morfologie, semantiek en syntaxis. Wat het werkcollege hieraan toevoegt, is het leren toepassen van deze vaardigheden op eigen verzameld materiaal en het leren ontlokken en interpreteren van taaluitingen die uitsluitsel geven voor analyses. Leerdoelen: * Kennis van de basistechnieken van taalkundig veldwerk. * Inzicht in de praktijk van taalkundige analyse op basis van eigen verzamelde gegevens. * Vaardigheid in basaal taalkundig veldwerk op een onbekende taal. Titel: Taaldocumentatie ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: De laatste jaren is een kleine boom ontstaan in de documentatie van met name bedreigde en uitstervende talen. In dit college wordt ingegaan op een aantal centrale onderwerpen op dit terrein: technische aspecten, de ethische kant van taaldocumentatie, de relevantie van taaldocumentatie voor de taalgemeenschap en de rol van taaldocumentatie in taalrevitalisatie. Bovendien wordt de verhouding tussen taalbeschrijving en taaldocumentatie bediscussieerd. De student krijgt inzicht in de internationale netwerken van taaldocumentatie en hun functioneren. Leerdoelen: * De student heeft kennis van de meest recente ontwikkelingen op het gebied van het vastleggen van talen. * Heeft inzicht in de urgentie van taaldocumentatie.
* Heeft kennis van en begrip voor de ethische kanten van taaldocumentatie. Titel: Capita selecta ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: In dit college worden wisselende onderwerpen behandeld die relevant zijn voor de beschrijvende taalkunde. Hierbij zal zo veel mogelijk worden aangesloten bij lopend onderzoek van de docenten en de specifieke regionale en thematische belangstelling van de studenten. Leerdoelen: * Verdieping van het inzicht in de beschrijvende analyse van talen door blootstelling aan lopend onderzoek. * Inzicht in actuele ontwikkelingen binnen de beschrijvende taalkunde. Titel: Werkgroep Veldwerk II ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: Dit college sluit aan op Taalkundig Veldwerk I. In dit gedeelte formuleren de studenten een eigen studieonderwerp binnen de in het eerste college bestudeerde taal. Door middel van zelfstandige sessies met de spreker werken zij dit onderwerp uit. Op basis van deze gegevens schrijven zij dan een eindverslag. Dit eindverslag dient weer als een voorbereiding op het BA eindwerkstuk, dat –indien niet anders door de examencommissie toegestaan– aansluit bij het veldwerkcollege. Leerdoelen: * Inzicht in de procedures en complicaties bij het doen van veldwerk op een onbekende taal, m.n. bij het doen van onderzoek met enige diepgang. * Vaardigheid in het zelfstandig uitvoeren van basaal taalkundig veldwerk op een onbekende taal. Titel: BA-eindwerkstuk ECTS: 10 Niveau: 400
TRAJECT TAAL & COMMUNICATIE Tweede jaar Titel: Wetenschapsfilosofie ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: In een reeks van hoorcolleges worden eerste enkele algemene thema's uit de wetenschapsfilosofie besproken, wordt vervolgens ingegaan op de eigen aard van de geesteswetenschappen, en komen uiteindelijk verschillende stromingen binnen de geesteswetenschappen vanuit filosofisch oogpunt aan bod--denk hierbij aan structuralisme, kritische theorie, hermeneutiek en postmodernisme. Leerdoelen: * inzicht in de aard van wetenschap in het algemeen en van de geesteswetenschappen in het bijzonder, * kennis van de belangrijkste stromingen die in de debatten over de geesteswetenschappen een rol spelen of gespeeld hebben. Titel: Tekstgenres ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Menselijke communicatie maakt gebruik van vele soorten tekst (genres), variërend van de streekroman tot het sms’je. In dit college wordt in de eerste plaats de problematiek van genredefinitie behandeld: ethno-definities (hoe heet een genre in de eigen taal) tegenover universele (veelal Eurocentrische) definities, het belang van uitvoering en context binnen genredefinitie, enz. Daarna worden kwalitatieve en kwantitatieve (Biber) methodes van genre-onderzoek kritisch voorgesteld. In de tweede plaats wordt een aanschouwelijk overzicht geboden over de verscheidenheid aan tekstgenres in de wereld. De opbouw loopt van “narratief” naar “persuasief”. Nadruk wordt gelegd op verschillende functies van gelijksoortige genres in verschillende culturen (bv. poëzie als handeling) en verschillende invullingen van genres in verschillende culturen . Verschillende soorten poëtische, narratieve, informatieve en persuasieve teksten, zowel uit een westerse als uit een niet-westerse context komen aan bod. Leerdoelen: * Kennis van de theorie en de problematiek van het genre in een tekstwetenschappelijk kader. * Inzicht in het cultuurspecifieke karakter van genres. * Vaardigheid in het analyseren van verschillende tekstgenres van ver weg en dichtbij. Titel: Tekst- en gespreksanalyse ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Tekst- en gespreksanalyse houdt zich bezig met de studie van taaluitingen die uitgaan boven het niveau van één zin. Die uitingen kunnen alledaagse gesprekken aan de keukentafel zijn, waarin meerdere gespreksdeelnemers op elkaar reageren, maar ook korte of lange heel formeel geschreven officiële teksten in bijvoorbeeld een juridisch dossier en verder zo’n beetje alles wat daartussenin zit. Dit soort taaluitingen kun je vanuit verschillende perspectieven bestuderen; tekst- en gespreksanalyse is dan ook een interdisciplinair vakgebied. In de eerste plaats kun je dit soort uitingen beschouwen als een bepaald type sociale handeling, namelijk een verbale interactie tussen mensen die een bepaald doel nastreven. Je kijkt dan met name naar de wijze waarop mensen die verbale interactie coördineren en naar de verbale strategieën die zij toepassen bij het bereiken van dat doel; dit is de sociologische en sociaal-psychologische invalshoek. In de tweede plaats kun je kijken naar de wijze waarop taaluitingen boven het zinsniveau zijn gestructureerd, dat wil zeggen
hoe er samenhang wordt aangebracht tussen de verschillende delen van een tekst of een gesprek, met behulp van zowel talige als inhoudelijke middelen; dit is de linguïstische en psycholinguïstische invalshoek. En in de derde plaats kun je deze regels bestuderen in verschillende talen en nagaan wat er gebeurt als taalgebruikers er verschillende regels op nahouden. Op die manier bestudeer je ook wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen regels voor verbale interactie en tekstsamenhang in verschillende talen en culturen; dit is de linguïstisch-antropologische invalshoek. In deze cursus zullen deze perspectieven alle drie aan bod komen. Maar ook komen de verbanden tussen deze invalshoeken aan de orde. Daarbij wordt voortgebouwd op de inzichten en vaardigheden die zijn verworven in eerdere colleges uit de propedeuse en zal ingegaan worden op verschillende theorieën op het terrein van de bestudering van teksten en gesprekken. Verder zal er ook geoefend worden met verschillende analysemethoden, zodat ook de analysevaardigheden van de deelnemers worden vergroot. Leerdoelen * Kennis van de belangrijkste theoretische inzichten in de eigenschappen van teksten en gesprekken. * Kennis van de belangrijkste theoretische benaderingen van teksten en gesprekken en van de overeenkomsten en verschillen tussen die benaderingen. * Kennis van en inzicht in de wijze waarop verschillen tussen talen en culturen van invloed kunnen zijn op de eigenschappen van tekst en gesprekken. * Vaardigheid in toepassen verschillende analysemethoden op het terrein van teksten en gesprekken. Titel: Taalkunde en retorica ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Door hun woordkeus kunnen taalgebruikers de gedachten van gesprekspartners of lezers een bepaalde kant op sturen. Het maakt uit of je bijvoorbeeld de aanslagen op New York van 11 september 2001 een “daad van oorlog” noemt of een “misdaad” - bij het eerste denk je eerder aan het inzetten van het leger, bij het tweede eerder aan politie en justitie. Beeldspraak kan in dit opzicht ook heel sturend werken: het maakt uit of je een groep mensen voorstelt als één persoon of juist niet (“Nederland is kwaad weggelopen uit de vergadering” of “De Nederlandse vertegenwoordiger is kwaad weggelopen…”). Ook grammaticale keuzes beïnvloeden het sturende karakter van een taaluiting. De journalist die schrijft “Groot aantal demonstranten hinderen treinverkeer” lijkt de demonstranten meer van opzet te beschuldigen dan degene die schrijft “Treinverkeer gehinderd door groot aantal demonstranten”. Veel grammaticale constructies en speciale woordjes spelen een aparte rol bij het leggen van verbanden tussen onderdelen van een tekst, en leveren daarmee ook een speciale bijdrage aan de retorische aspecten ervan. Voortbouwend op verschillende eerdere onderdelen analyseren we in dit vak de relaties tussen taalkundige en retorische dimensies van teksten en gesprekken. In de eerste plaats worden enkele speciale verschijnselen uit woordenschat (o.a. metaforiek en metonymie) en grammatica (o.a. onderschikking en verbandaanduidende elementen) behandeld; daarbij komt ook het taalspecifieke karakter ervan aan de orde en de problematiek van de vertaalbaarheid. In de tweede plaats worden enkele case studies verricht. Tevens wordt een kort overzicht gegeven van de belangrijkste theoretische benaderingen op dit gebied (Relevantietheorie, Neo-Griceaanse pragmatiek, ‘Frame’ semantiek, Linguïstische argumentativiteitstheorie). Leerdoelen: * Kennis van en inzicht in verbanden tussen taalkundige eigenschappen op woord- en zinsniveau en retorische effecten op tekstniveau. * Vaardigheid in het herkennen en analyseren van deze relaties in teksten. * Kennis van het betreffende semantisch-pragmatische begrippenapparaat. * In staat zijn een gefundeerd standpunt in te nemen over taalkundig-retorische aspecten van een tekst.
Titel: Stilistiek van het Nederlands ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Is stijl meer dan de versiering (‘ornatus’) van een gedachte? Welke stijlmiddelen zaten er in de gereedschapskist van schrijvers als Vondel, Multatuli, Elsschot en Van der Heijden? Waarin verschilt de stijl van de speeches van Obama van die van Wilders? Deze cursus Stilistiek is interdisciplinair van opzet: taalkundigen, letterkundigen en taalbeheersers presenteren enkele belangrijke stijlopvattingen en -benaderingen. Bestudeerd wordt de eigenschap van taal als instrument dat kan emotioneren en overtuigen. Er zijn allerlei redenen aan te wijzen waarom wij de ene schrijver mooier vinden dan de andere, het ene artikel overtuigender dan het ander. Aan de hand van soms oude, soms nieuwe taalkundige en letterkundige inzichten proberen wij nu een vaste basis voor de analyse van deze verschijnselen te geven. Met behulp van diverse analyseapparaten (ontleend aan klassieke retorica, letterkunde en [corpus]linguïstiek) worden uiteenlopende tekstsoorten uit uiteenlopende media (boeken, tijdschriften, kranten, speeches, brieven) benaderd. Studenten maken diverse stilistische analyses en passen stijladviezen toe op eigen teksten, zoals een stijlpastiche en een column. Leerdoelen: * Het vergroten van kennis en inzicht in enkele belangrijke stijlopvattingen en -benaderingen op het gebied van taalkunde, historische en moderne letterkunde en taalbeheersing. * Het vergroten van vaardigheden in analyseren van stijlverschillen en hun effecten in uiteenlopende tekstsoorten (literair en zakelijk) uit uiteenlopende periodes (van zeventiende tot eenentwintigste eeuw). * Het vergroten van de productieve vaardigheid in het toepassen van stijladviezen en het schrijven van een pastiche en een column. Derde jaar Titel: Empirische onderzoeksmethoden ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Voor de studie van het gebruik van taal in de menselijke communicatie is het van groot belang om na te gaan hoe taal daadwerkelijk in concrete situaties wordt gebruikt. In het algemeen doet men dit empirische onderzoek door in corpora van geschreven of gesproken woorden, zinnen, teksten of gesprekken na te gaan hoe taal wordt gebruikt en wat de effecten daarvan zijn in uiteenlopende communicatieve situaties. Naast corpora kunnen ook experimenten als empirische onderzoeksmethode worden ingezet, dit met name vanwege het voordeel van de gecontroleerde condities. Daarom verwerven studenten ook inzicht in de mogelijkheden van experimentele benaderingen in taalgebruikonderzoek. In bepaalde gevallen kan voor het onderzoek naar taal en communicatie gebruik worden gemaakt van bestaande corpora; maar in zeer veel gevallen zal een onderzoeker zelf corpora moeten samenstellen. Dit kan neerkomen op het verzamelen van gesproken en geschreven taaluitingen in allerlei realistische situaties, zoals uit krantenartikelen of opnames van arts-patiëntgesprekken, maar het materiaal kan ook op experimentele wijze in gesimuleerde situaties worden verkregen. In deze cursus zal worden ingegaan op de rol van corpora in empirisch onderzoek op het terrein van taal en communicatie. Ingegaan zal worden op de methodologische eisen die moeten worden gesteld aan het maken en gebruiken van corpora om tot betrouwbare en interessante empirische uitspraken te komen en op de methodologische voetangels en klemmen die men daarbij kan tegenkomen. Ook zal ten behoeve van de kwantitatieve analyse van corpora worden ingegaan op een aantal elementaire aspecten van de statistiek. Daarnaast zullen studenten kennismaken en leren werken met een aantal belangrijke bestaande corpora, zoals het Corpus Gesproken Nederlands en het British National Corpus. Tijdens de cursus zullen studenten onderzoeksresultaten waarover is gerapporteerd in wetenschappelijke literatuur beoordelen op hun methodologische aspecten en zelf ook een aantal
empirische onderzoekjes uitvoeren. Leerdoelen * Kennis van en inzicht in de belangrijkste kwalitatieve en kwantitatieve empirische onderzoeksmethoden op het terrein van taal en communicatie. * Basiskennis van en inzicht in de mogelijkheden van experimentele benaderingen in taalgebruikonderzoek. * Kennis van en inzicht in de beginselen van de statistiek teneinde verzamelde data te kunnen analyseren. * In staat zijn onderzoek te doen aan bestaande of zelf samengestelde corpora. Titel: Betogende teksten ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: In dit college verdiepen we ons in de subgenres van het genre betogende teksten – teksten waarin de schrijver een standpunt inneemt en dit ondersteunt met argumenten. Je moet daarbij onder andere denken aan ingezonden brieven of opiniestukken in de krant, aan recensies (van boeken, films enzovoort) en natuurlijk aan wetenschappelijke artikelen, al dan niet populariserend gebracht. Qua theorie wordt er voortgebouwd op het college Argumentatieve en Retorische Analyse, maar anders dan in dat college zullen we uitgaan van een analysekader waarin het retorische onderdeel in het argumentatieve is geïntegreerd. Het uitgangspunt van dit analysekader is dat schrijvers van een betogende tekst strategisch manoeuvreren met de talige middelen die hen ter beschikking staan, om zo hun standpunt aanvaard te krijgen. In het college zullen we voor verschillende teksten nagaan of een schrijver zijn of haar argumentatieve mogelijkheden zo strategisch mogelijk heeft benut. In dit verband zullen we ook bekijken of er wat betreft het gebruik van retorische en argumentatieve middelen verschillen bestaan in de manier waarop taalgebruikers in verschillende culturen hun betogen inrichten. Naast een theoretische, receptieve kant heeft dit college ook een belangrijke productieve component. Met verschillende schrijfopdrachten leer je hoe je je eigen teksten op een overtuigende en strategische manier kunt presenteren. Zo leer je je schrijfvaardigheid vergroten op het gebied van een aantal betogende teksttypen, en leer je in het bijzonder hoe je het strategisch manoeuvreren kunt toepassen bij het schrijven van je eigen teksten. Leerdoelen: * Kennis van de teksttypen die behoren tot het genre betogende teksten. * Kennis van de manieren waarop strategisch gemanoeuvreerd kan worden met het talig potentieel en deze kennis kunnen toepassen bij de analyse van betogende teksten. * Vaardigheid in het schrijven van een strategisch gepresenteerde argumentatieve tekst. Titel: Informatieve teksten ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: Nieuwsberichten, rapporten en voorlichtingsfolders zijn zogenoemde informatieve teksten. Opmerkelijk is dat er tal van interessante cross-overs zijn, zoals advertorials waarbij persuasieve teksten vermomd worden als informatieve. Ook binnen de voorlichting bestaan discussies over de grenzen tussen niet-sturende en sturende voorlichting. In dit college komen de genre- en productkenmerken van informatieve teksten aan bod en is er bijzondere aandacht voor de grensgebieden met andere tekstsoorten. Twee soorten processen zullen bestudeerd en beoefend worden: het verwerkingsproces van informatieve teksten door de lezers ervan en het productieproces door de ontwerpers en schrijvers ervan. Gewapend met kennis van het verwerkingsproces door de lezers (interesse, voorkennis e.d.) en de institutionele context waarbinnen deze teksten vaak functioneren (media, overheidscommunicatie, voorlichting, educatie) wordt gereflecteerd op en geoefend met het
ontwerpen en schrijven van allerlei soorten informatieve teksten. Factoren als inhoud, structuur, stijl en illustraties van de informatieve teksten zullen geanalyseerd worden. Het Nederlands vormt de basis, maar er is ook aandacht voor andere, met name westerse talen. Leerdoelen: * Kennis van en inzicht in: * het verwerkingsproces van informatieve teksten door lezers. * het ontwerp en schrijfproces van effectieve informatieve teksten. * de institutionele omgevingen waarbinnen informatieve teksten functioneren. * de vervagende grenzen tussen informatieve en persuasieve teksten. Vaardigheid in: * het schrijven van effectieve informatieve teksten (inhoud, structuur, stijl en illustraties afgestemd op voorkennis en interesse van publiek). Titel: Vergelijkende stilistiek ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: Terwijl we ervan uit mogen gaan dat er in de wereld een zekere overlap bestaat tussen wat mensen willen bereiken door middel van communicatie, is de vorm waarmee men dit probeert te bereiken zeer verschillend. In dit college wordt ingegaan op de grote diversiteit aan stilistische middelen die in culturen over de gehele wereld gebruikt worden. Daarbij wordt zowel ingegaan op de meer taalkundige elementen (verschillende poëtische vormen als rijm of ritme), als op meer “inhoudelijke” kanten: wat zeg je wel, wat zeg je niet in bepaalde situaties. Bij dit college zal expliciet de interculturele component (en problematiek) van verschillende pragmatische modellen aan de orde komen. Gedurende het college zullen studenten zelf teksten met een niet-westers stilistisch patroon leren produceren. Leerdoelen: * Kennis van de hoofdzaken van de interculturele stilistiek. * Inzicht in de culturele dimensie van stilistiek en de (on)doelmatigheid van verschillende stijlmiddelen in verschillende culturen. * Vaardigheid in het analyseren van cultuurgebonden stijlverschillen. Titel: BA-eindwerkstuk ECTS: 10 Niveau: 400
TRAJECT TAAL & COGNITIE Titel: Semantiek I ECTS: 5 Niveau: 100 Beschrijvingen: Van oudsher speelt de logica een belangrijke rol in de taalkunde. Met name geldt dat voor de theorie van de grammatica, voor de betekenisleer en voor de retorica. Vanuit een historischfilosofisch perspectief maakt de student kennis met twee eenvoudige logica's: Aristoteles' syllogistiek en de klassieke voegwoordenlogica zoals deze in de 20e eeuw heeft vorm gekregen. Met behulp van de twee bekendste instrumenten om de voegwoordenlogica vast te leggen - de methode van de waarheidstabellen en de methode van de natuurlijke deducties - zullen vervolgens twee alternatieven voor de klassieke voegwoordenlogica worden geformuleerd. Aan de orde komen noties als logisch gevolg en consistentie, onderwerpen als formele talen vs. natuurlijke talen, en vragen als: indien er meer logica's bestaan, zijn die dan allemaal even goed? Leerdoelen: * De studenten verwerven basiskennis over logica en raken vertrouwd met formele redeneerwijzen. Titel: Neurolinguïstiek ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: Dit is een inleidende serie colleges over de representatie en de verwerking van taal in de hersenen, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: neuroanatomie, neurocognitieve methodieken (i.h.b. EEG/ERP, fMRI), afasie, taalstoornissen bij kinderen, en eventueel tweetaligheid en gebarentaal. De opzet van dit college is als volgt: na een inleidings- en overzichtscollege volgen een aantal colleges over neuroanatomie (structuur van de hersenen en werkwijze van neuronen) en methodiek in de neurolinguïstiek (zoals electro-encefalografie, EEG, en event-related brain potentials, ERP, functional magnetic resonance imaging, fMRI, en neuropsychologisch onderzoek van afasiepatiënten). Daarna volgen dan colleges over verschillende stoornissen van taalverwerking, bv. stoornissen van het spreken zoals anomie en categoriespecifieke semantische stoornissen, stoornissen van taalbegrip, stoornissen bij het schrijven (dysgrafie) en leesstoornissen zoals verworven en ontwikkelingsdyslexie. Optioneel volgen colleges over (stoornissen bij) meertaligheid en gebarentaal. De toetsing bestaat uit een schriftelijk tentamen aan het einde. Leerdoelen: * Studenten verwerven kennis over de relatie van de hersenen met taal. * Studenten maken kennis met experimentele methoden in de neurolinguïstiek. * Studenten leren de samenhang tussen beschadigingen van de hersenen en de meest bekende vormen van afasie. Titel: Taalverwerving ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: Dit college biedt een inleiding tot kindertaalverwerving. Baby’s verwerven hun moedertaal door de omgevingstaal te analyseren en stap voor stap hun eigen taalproductie - en taalperceptie – aan te passen aan die omgevingstaal. Aspecten van de verwerving van fonologie (klankstructuur), morfologie (woordstructuur), syntaxis (zinsstructuur) en semantiek (betekenisstructuur) worden geïntroduceerd aan de hand van literatuur in combinatie met praktijkstudies. In de colleges wordt studenten geleerd om kindertaaldata te vinden in de online dataverzamelingen CHILDES en PHON. In kleine groepen wordt het babylab bezocht om studenten een idee te geven over experimenteel kindertaalonderzoek in de praktijk. Tenslotte wordt ook aandacht besteed aan de rol van het taalaanbod en de relatie tussen taaltheorie en kindertaaldata.
Leerdoelen: * Inzicht verwerven in het basale proces van de eerste taalverwerving. * Leren omgaan met kindertaalgegevens. * Vanuit een theoretisch perspectief kindertaalgegevens kunnen categoriseren. * Hypotheses op kunnen stellen over de stappen die in de ontwikkeling gezet zouden kunnen worden. * Een basaal idee kunnen vormen hoe dergelijke hypotheses getoetst zouden kunnen worden. Titel: Spraak en synthese ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: In dit practicum wordt ervaring opgedaan met de meest relevante methoden en technieken in het hedendaagse experimenteel Fonetische onderzoek. Eerst wordt geoefend met diverse opnameapparatuur, zodat de cursist in staat is kwalitatief goede geluidsopnamen te maken. Vervolgens komt de nadruk van de opdrachten op het gebruik van het programma Praat te liggen. Gedurende de cursus komen ook de geavanceerde mogelijkheden van Praat aan bod, zoals de manipulatie van spraaksignalen en het gebruik van scripts. Tenslotte wordt geoefend met E-Prime, een ontwikkelomgeving voor cognitieve experimenten, en met Internet survey technieken. Leerdoelen: * Studenten verwerven kennis om zelfstanding om te kunnen gaan met de in de experimentele fonetiek gebruikte apparatuur en programmatuur. * Studenten verwerven kennis van inzicht in de werking van apparatuur en programmatuur, zodat deze op een creatieve maar wetenschappelijk verantwoorde wijze kan worden toegepast. Titel: Syntaxis II ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: In het eerste deel van dit college worden de uitgangspunten van de generatieve syntaxis behandeld. Aan de hand van verschillende syntactische verschijnselen (o.a. verplaatsingen) zullen de studenten bekend gemaakt worden met X-bar theorie, casustheorie, localiteit en andere kernbegrippen binnen generatieve syntaxis. In het tweede deel van het college leggen wij de nadruk op argumentatie, bijvoorbeeld de vraag wat als doorslaggevend bewijs voor een bepaalde stelling kan worden beschouwd. Studenten zullen leren om oorspronkelijke artikelen te lezen. Leerdoelen: * Studenten verwerven kennis over de basis van generatieve syntaxis. * Studenten verwerven kennis over de basis van argumentatie. Titel: Wetenschapsfilosofie ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: In een reeks van hoorcolleges worden eerste enkele algemene thema's uit de wetenschapsfilosofie besproken, wordt vervolgens ingegaan op de eigen aard van de geesteswetenschappen, en komen uiteindelijk verschillende stromingen binnen de geesteswetenschappen vanuit filosofisch oogpunt aan bod--denk hierbij aan structuralisme, kritische theorie, hermeneutiek en postmodernisme. Leerdoelen: * inzicht in de aard van wetenschap in het algemeen en van de geesteswetenschappen in het bijzonder, * kennis van de belangrijkste stromingen die in de debatten over de geesteswetenschappen een rol spelen of gespeeld hebben.
Titel: Fonologie II ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: In dit college worden de begrippen die geïntroduceerd zijn in Fonologie I nader uitgewerkt. We gaan dieper in op de verschillende theoretische visies op klankstructuur, lettergreepstructuur en klemtoon. Het voor de fonologie belangrijke begrip 'gemarkeerdheid' wordt geïntroduceerd, en we gaan in op de rol van gemarkeerdheid in fonologische processen, in leenwoordfonologie, taalverandering en taalontwikkeling. In dit college wordt ook de Optimaliteitstheorie geïntroduceerd, waarin het begrip gemarkeerdheid een theoretische primitieve is. Net als bij Fonologie I worden fonologische processen en de verklarende theorieën geïllustreerd met voorbeelden uit allerlei talen. Kennis wordt in de praktijk gebracht door het maken van fonologische oefeningen. Leerdoelen: * Studenten kunnen een gedetailleerde fonologische analyse maken. * Studenten weten wat gemarkeerdheid inhoudt en ze kunnen aan de hand hiervan hypotheses opstellen over fonologische processen in de synchrone fonologie, leenfonologie, taalverandering en taalontwikkeling. * Studenten hebben inzicht in de beginselen van de Optimaliteitstheorie en kunnen een analyse binnen dit kader interpreteren. Titel: Semantiek II ECTS: 5 Niveau: 200 Beschrijvingen: Taal verwijst, en kan daar niks aan doen. Betekenis komt tot stand buiten afspraken of instructie om. Van de meeste woorden weten we nauwelijks wat ze betekenen maar we hebben doorgaans geen enkele moeite om zinnen of teksten te begrijpen. Dit college stelt de vraag hoe natuurlijke taal erin slaagt over iets anders dan zichzelf te gaan. We proberen een vinger te krijgen achter de structuren en processen die het verwijzend karakter van taal bepalen: predicatie, kwantificatie en modificatie. Hierbij proberen we te achterhalen hoe en in welke mate betekenis van taal samenhangt met de vorm van taal. De nadruk ligt op het bepalen van de formele eigenschappen van betekenis, indachtig Frege's stelling: woorden verwijzen alleen in zinsverband. Deze formele eigenschappen van betekenis zijn met name van belang voor het inzicht in taalleerprocessen, voor taalvergelijking en voor computationele modellen van taal. Leerdoelen: * Studenten hebben inzicht in de semantische mechanismen van natuurlijke taal. * Studenten kunnen omgaan met formele beschrijvingen van betekenis. Derde jaar Titel: Werkgroep taal & cognitie ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: In deze werkgroep worden studenten in aanraking gebracht met het uitvoeren van experimenteel psycholinguïstisch onderzoek. Aan de hand van verschillende voorbeelden leren studenten hoe men binnen de psycholinguïstiek zelf een experiment opzet (met behulp van E-prime software), uitvoert (werven en testen van proefpersonen, inclusief ethische aspecten) en data analyseert (met behulp van de SPSS software). Voorbeelden van onderzoeken worden besproken (lexicale beslissing; priming; plaatje-woord interferentie) en studenten voeren zelf kleine proefjes uit (opdrachten). Op basis van een zelf uitgevoerd experiment schrijven de studenten een verslag. Leerdoelen: * Studenten verwerven kennis over verschillende experimentele paradigma’s binnen de
psycholinguïstiek en de valkuilen. * Studenten leren omgaan met tools (software) voor de opzet van experimenten (b.v. Eprime) en de analyse van experimentele data (b.v. SPSS). * Studenten verwerven hands-on ervaring met het uitvoeren van experimenten, beginnend bij het bedenken van een vraagstelling en het formuleren van een hypothese, en eindigend met de data-analyse en interpretatie van de resultaten. Titel: Werkgroep klank & klankstructuur ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: In deze werkgroep wordt een onderwerp uit de fonetiek of de fonologie aangepakt. Het onderwerp is telkens anders en ligt vaak dicht aan tegen het onderzoek waar de docent zelf mee bezig is. Voorbeelden van onderwerpen zijn: de ontwikkeling van lettergreepstructuur in kindertaal, de waarneming van klinkerduur door volwassen luisteraars, en de akoestische kenmerken van /r/ in verschillende Nederlandse dialecten. Het onderwerp wordt in één à twee colleges geïntroduceerd door de docent. Daarna worden er deelonderzoeken gedefinieerd waar studenten individueel of in groepjes aan werken. Studenten werken het onderwerp uit tot een werkstuk, gebaseerd op zelf te verzamelen literatuur en (experimentele) gegevens. Voor het verzamelen van gegevens kan gebruik worden gemaakt van diverse bronnen op internet of er kunnen opnamen gemaakt worden in het fonetisch lab of op locatie. PRAAT wordt gebruikt wanneer akoestische analyses van de gegevens vereist zijn, en voor een eventuele statistische analyse wordt gebruik gemaakt van SPSS. De studenten rapporteren tussentijds over hun bevindingen en het college wordt afgesloten met een eindpresentatie. Leerdoelen: * Studenten leren in deze werkgroep wetenschappelijke artikelen op gevorderd niveau te verwerken. * Ze kunnen een fonologisch of een fonetisch onderzoeksonderwerp definiëren en een onderzoek opzetten. * Ze weten relevante data te verzamelen en de daartoe vereiste apparatuur te bedienen. Met behulp van software zoals e-prime kunnen ze een experiment opzetten en gegevens kunnen akoestisch worden geanalyseerd in PRAAT. De resultaten kunnen statistisch worden geanalyseerd in SPSS. * Tenslotte leren studenten mondeling en schriftelijk verslag te leggen van hun onderzoek. Titel: Werkgroep vorm & betekenis ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: In deze werkgroep wordt een onderwerp of taalkundig verschijnsel aangepakt dat relevant is voor het raakvlak van de syntaxis en de semantiek (ofwel de "syntax-semantics interface"). Tijdens het eerste deel van de werkgroep wordt tijd en aandacht besteed aan belangrijke artikelen over het onderwerp /verschijnsel (recente, zowel als minder recente maar mogelijk "klassieke" artikelen), zodat studenten vertrouwd raken met de problemen en de vragen die daarmee samenhangen, en met de verschillende manieren waarop die problemen en vragen kunnen worden benaderd. De student kiest in het tweede deel van de cursus een taal waarin hij het onderwerp of verschijnsel in kwestie bestudeert. Geeft de door mij gekozen taal een nieuw perspectief op de zaak? Is het wellicht het geval dat begrip van het onderwerp/verschijnsel leidt tot een beter inzicht in de structuur van de door mij gekozen taal meer in het algemeen? De keus voor een bepaalde taal heeft als consequentie dat de student zich moet verdiepen in die taal, waarbij hij zich niet beperkt tot het onderwerp/verschijnsel van de werkgroep. Uiteindelijk moet iedere student over zijn voortgang rapporteren tijdens college. Hierdoor worden alle studenten blootgesteld aan kwesties die zich rond het onderwerp voordoen in allerlei talen van de wereld. Zo leren ze niet alleen meer van het onderwerp/verschijnsel, maar ook krijgen zij een goed beeld van de diversiteit die we aantreffen onder de talen van de wereld.
Onderwerpen die in de afgelopen jaren aan de orde zijn geweest zijn, zijn onder andere: de syntaxis en semantiek van in-situ vragen, de syntaxis en semantiek van existentiële zinnen, de syntaxis en semantiek van indefiniete nomina, de syntaxis en semantiek van negatief-polaire uitdrukingen en zgn. “free choice items”. Leerdoelen: * Het verwerken van wetenschappelijke artikelen op gevorderd niveau. * Het definiëren van een onderzoeksonderwerp in de syntaxis-semantiek interface. * Het opzetten van een onderzoek over een vreemde taal en verslaglegging daarvan. Titel: Practicum psycholinguïstiek ECTS: 5 Niveau: 300 Beschrijvingen: Dit practicum richt zich op de praktische aspecten van experimenteel onderzoek binnen de psycholinguïstiek. Er wordt kennis gemaakt met de meest gebruikte onderzoeksmethoden en experimentele paradigma’s binnen deze discipline zoals: woorden en afbeeldingen benoemen, lexicale beslissingen, categorisatietaken en (semantische en morfo-/fonologische) priming. De student zal leren onafhankelijk een psycholinguïstisch experiment te ontwerpen, uit te voeren en te analyseren. Er wordt nadruk gelegd op de volgende aspecten: experimenteel design (selectie van stimuli, randomisatie en counterbalancing), data verkrijgen door middel van het software programma “E-prime 2.0” (+apparatuur), data analyse met behulp van de programma’s “EDataAid” en “SPSS” and het rapporteren van verkregen resultaten. Leerdoelen: * Kennis van de meest voorkomende onderzoeksmethoden, paradigma’s, terminologieën en methodologieën in de psycholinguïstiek. * Het onafhankelijk opzetten, uitvoeren en analyseren van psycholinguïstisch onderzoek. * Kennis van de programma’s “E-prime 2.0” (inclusief E-Basic scripting) en statistische analyseprogramma’s als mede het gebruik van veelgebruikte hardware (zoals een voicekey). Titel: Werkgroep taal- en spraaktechnologie ECTS: 5 Niveau: 400 Beschrijvingen: Studenten en docenten werken samen in het onderzoeken van vragen en problemen rond de verwerking van taal en spraak op computers. De thema's zijn direct gerelateerd aan lopend fonetisch en computationeel onderzoek en de daarbij gehanteerde modellen. De studenten leren doelgericht experimenteel onderzoek te doen en de resultaten ervan te modelleren. Leerdoelen: * Het verwerken van wetenschappelijke artikelen op gevorderd niveau. * Het definiëren van een onderzoeksonderwerp. * Het opzetten en verslagleggen van dat onderzoek. Titel: BA-eindwerkstuk ECTS: 10 Niveau: 400