Tussentijdse evaluatie van het project Centrale Toegang Maatschappelijke Opvang (CTMO) RIS119781a_13-SEP-2004
1.
Inleiding
De ontwikkeling van het project Centrale Toegang Maatschappelijke Opvang (CTMO) te Den Haag is in het voorjaar van 2003 van start gegaan. Het project baseert zich op het Adviesrapport “Centrale Toegang Maatschappelijke Opvang Den Haag” (febr. 2003) van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW). Het NIZW is een onafhankelijke organisatie die zich inzet voor kwaliteit en vernieuwing van de sector zorg en welzijn. Het NIZW is ingeschakeld om afstemming op landelijke ontwikkelingen te waarborgen. In de commissiebrief van 7 april 2003 (RIS104790_17-04-2003) zijn de uitgangspunten van het project CTMO vastgelegd. Hierin is opgenomen dat het project na een periode van 20 maanden (eind 2004) geëvalueerd zou worden. De doelstellingen en beoogde functies van het project staan beschreven in een convenant dat door alle projectpartners (de instellingen voor maatschappelijke opvang en de Dienst OCW) is ondertekend. Het project is in de periode van juli 2003 tot en met februari 2004 fasegewijs opgestart. Tijdens de bespreking van de kadernota Maatschappelijke Opvang op 4 april 2004 in de commissie WDLY, is afgesproken de evaluatie van het project te vervroegen. Deze tussentijdse evaluatie heeft betrekking op de periode 1 juli 2003 tot en met 31 mei 2004 en is opgesteld in overleg met de stuurgroep CTMO.
Pagina 1 van 12
2.
Doelen en functies van het project
Het project CTMO is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Den Haag (GGD/afdeling Openbare Gezondheidszorg en de vier instellingen voor maatschappelijke opvang in Den Haag , te weten de Stichting Huize Tichelaar, de Kessler Stichting, de Stichting Limor en Goodwillwerk Leger des Heils. Doelen van het project: • Betere afstemming van het aanbod op de vraag naar maatschappelijke opvang; • Een verbeterde intake bij de maatschappelijke opvang • Bevordering van in-, door- en uitstroom bij de maatschappelijke opvang. Functies van het project CTMO: 1. Informatie en advies: eenduidige en onafhankelijke informatieverstrekken over het hulpaanbod voor dak- en/of thuisloze burgers van Den Haag en de aanmelden plaatsingsprocedure van de instellingen voor Maatschappelijke Opvang. 2. Aanmelding en screening: het aanmelden en screenen van de vraag van de cliënt waarbij in alle MO-instellingen eenzelfde vragenformulier wordt gebruikt en dezelfde informatie wordt verstrekt over de plaatsingsprocedure. 3. Hulptoewijzing: het afstemmen van de te bieden hulpverlening (diensten) van de instellingen voor Maatschappelijke Opvang op de hulpvraag van de cliënt. 4. Cliëntvolging en trajecttoetsing: het periodiek inventariseren en registreren van de hulpverlening (diensten) die de cliënt ontvangt van de instellingen voor Maatschappelijke Opvang en beoordelen of dit hulpaanbod (nog) aansluit bij de vraag van de cliënt en of door- of uitstroom wenselijk dan wel mogelijk is. 5. Beleidsinformatie: het periodiek verzamelen van de cumulatieve hulpvraaggegevens van dak- en/of thuisloze burgers van Den Haag met als doel afstemming van het integrale hulpaanbod voor deze doelgroep en het aanleveren van informatie waarmee het door- en uitstroombeleid kan worden aangescherpt. Het project CTMO valt onder de verantwoordelijkheid van een Stuurgroep, bestaande uit een vertegenwoordiger van het DOMOVO (Directeuren Overleg Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang) , het hoofd van de afdeling Openbare Gezondheidszorg van de GGD en een vertegenwoordiger van de afdeling Beleid Subsidies en Projecten van dienst OCW. Het projectteam bestaat uit de projectleider OGZ, de projectcoördinator CTMO en een administratief medewerker. De projectcoördinator coördineert de werkzaamheden van een screeningsteam bestaande uit de vier vertegenwoordigers van de MO instellingen. De uitvoering van het project vindt plaats in: a) een front-office, het informatie- en adviesloket gevestigd op het Zieken. Hier kunnen dak- en thuislozen informatie krijgen over het brede terrein van de maatschappelijke opvang, (medische)zorg, gemeentelijke diensten, enz.. Ook kunnen zij zich hier aanmelden voor de MO. Het loket is op 31 juli 2003 feestelijk geopend door Wethouder Klijnsma en is sindsdien op alle werkdagen geopend van 13.00 tot 16.30 uur. b) een back-office, gevestigd in het GGD kantoor aan de Thorbeckelaan, waar de aanmelding, de screening, de hulptoewijzing, de cliëntvolging en de trajecttoetsing plaatsvindt . Het screeningsteam, zoals gezegd bestaande uit
Pagina 2 van 12
vertegenwoordigers van de MO-instellingen en de afdeling Openbare Gezondheidszorg van de gemeente Den Haag, is op 1 september 2003 van start gegaan met het ontwikkelen van de benodigde instrumenten, zoals uniforme hulpvraagformulieren en het maken van concrete werkafspraken, voor o.m. het Screeningsteam. De centrale screening en hulptoewijzing van cliënten is op 1 februari 2004 van start gegaan. Voor de Sociale Pensions, waar dak- en thuislozen met een psychiatrische handicap worden geplaatst, bestond al langere tijd een speciale Indicatiecommissie, voorgezeten door Parnassia. Inmiddels zijn deze Indicatiecommissie en het Screeningsteam van het CTMO samengegaan.
Pagina 3 van 12
3.
De eerste monitorgegevens van CTMO
Cliënten worden zowel bij het dak- en thuislozenloket als in de back-office nauwkeurig geregistreerd. In bijlagen 1 en 2 is een aantal gegevens opgenomen die in dit hoofdstuk kort worden toegelicht.
3.1.
Monitorgegevens van het Dak- en thuislozenloket (augustus 2003 t/m mei 2004)
Gedurende 10 maanden hebben 477 personen uit de doelgroep de weg naar het melden adviespunt gevonden voor 763 consulten. Van de 477 personen is drie kwart tussen de 24 – 47 jaar en één op de zeven personen is vrouw. Vrouwen namen vaker telefonisch contact op. Bijna de helft was volledig dakloos, ruim een derde verslaafd en 4% was illegaal of zat in een verblijfsvergunningprocedure. De meest voorkomende vragen betroffen onderdak (70%), uitkering (37%), de tandarts (15%) en drugs (13%). Doorverwijzing vond vooral plaats naar de casemanagers van het GGD Vangnet Zorg & Advies (23%), het Passantenverblijf van de Kessler Stichting (15%), de verslavingszorg van Parnassia en de DSZW ieder 8%, terwijl 7% in aanmerking kwam voor het tandartsproject dak- en thuislozen. Bij de Kessler Stichting werd 3% opgenomen in een crisisbed en 5% werd naar een arts of naar de GGZ doorverwezen.
3.2.
Monitorgegevens uit het Clientvolgsysteem (februari t/m mei 2004)
Er zijn 240 personen aangemeld bij de back-office van het project CTMO. Van hen zijn 172 (72%) direct geplaatst bij en door een MO-instelling, o.a. via bemiddeling door het dak- en thuislozenloket (zie hierboven). Op 31 mei stonden 5 personen op de wachtlijst. Voor 43 mensen (18%) bleek geen plaatsing mogelijk. In bijna de helft van de gevallen was de cliënt uit het zicht verdwenen, terwijl bij 13 cliënten gedrag en of problematiek (verdere) opvang in de wegstonden. Voor meer informatie zie ook bijlagen 1 en 2.
Pagina 4 van 12
4.
De meerwaarde van het project
4.1
Algemeen
Het project CTMO is gebaseerd op de uitgangspunten zoals beschreven in de commissiebrief d.d. 7 april 2003. Het is ontwikkeld en uitgevoerd volgens de afspraken uit het convenant met de projectpartners. Het project heeft op een aantal punten al duidelijk haar meerwaarde bewezen. Door vertegenwoordigers van de instellingen voor Maatschappelijke Opvang is in het kader van evaluatie over het algemeen geconstateerd dat: • • • •
• • •
het CTMO een goede eerste aanzet is geweest tot het creëren van onderlinge samenwerking tussen de MO-instellingen; het CTMO inmiddels haar geloofwaardigheid heeft bewezen en er meer vertrouwen is ontstaan in het project bij de betrokken MO-instellingen; het beleid van het CTMO op alle niveaus in de organisatie van de MOinstellingen is doorgedrongen; het wenselijk is voor de toekomst om een bindend plaatsingsadvies te laten geven door het CTMO bij het screenen van cliënten. Momenteel is het screeningsadvies nog vrijblijvend en kunnen de MO-instellingen hun eigen beleid hierin volgen (zie de cijfers uit paragraaf 3.2); het als positief wordt ervaren dat de GGD als onafhankelijke gemeentelijke organisatie de regie van het CTMO voert; het CTMO moet klein en slagvaardig zijn met een beperkte overhead (een goede financiële balans). Het belang van de cliënt moet centraal staan en daarom is laagdrempelig werken cruciaal.; de vertegenwoordiging vanuit de instellingen in de CTMO-overleggen moet gelijkwaardig blijven. Oververtegenwoordiging moet worden voorkomen
In het vervolg van deze paragraaf wordt wat uitgebreider ingegaan op een aantal belangrijke aandachtspunten voor de werkwijze van CTMO.
4.2
Laagdrempeligheid en korte doorlooptijden
Laagdrempeligheid Het dak- en thuislozenloket op de huidige locatie is een laagdrempelige voorziening. Steeds meer cliënten vinden de weg er naar toe. Dat dit loket voorziet in een grote behoefte, blijkt wel uit de registratiegegevens (zie bijlage 1). De meest gestelde vragen door cliënten gaan over onderdak, uitkering, tandarts en drugs, maar ook over postadressen, lichamelijke gezondheid, schulden en medicijnen. In de casus aan het einde van deze alinea, wordt een voorbeeld beschreven waarin de functie van het loket duidelijk naar voren komt. Korte doorlooptijden In de aanmeldings- en screeningsfase heeft een korte doorlooptijd hoge prioriteit. Het screeningsteam vergadert daarom wekelijks over de nieuwe aanmeldingen. Aan de hand van de hulpvraaggegevens uit de aanmeldingsformulieren beoordeelt het screeningsteam bij welke instelling de cliënt het beste terecht kan. .
Pagina 5 van 12
Veelal kunnen de cliënten de uitslag van de screening de dag erna op het dak- en thuislozenloket vernemen. Indien bereikbaar worden de cliënten of verwijzers de dag erna gebeld. Alle deelnemende instellingen houden in de gaten dat een toewijzing binnen korte tijd (hooguit 10 werkdagen) ook leidt tot een intake in de desbetreffende instelling. Wanneer er sprake is van een crisisaanmelding, wordt de cliënt rechtstreeks geplaatst, en achteraf ingebracht in het CTMO screeningsteam.
Casus Een man van 44 jaar woont samen met vrouw en kinderen. Door diverse problemen in het gezin gaat zijn vrouw met de kinderen bij hem weg. Vanaf die tijd gaat de situatie van deze man achteruit en wordt hij door de woningbouwvereniging in verband met huurschuld uit zijn woning gezet. Hij heeft geen uitkering, geen slaapplaats en hij meldt zich bij het dak- en thuislozenloket. De medewerkster aldaar verwijst meneer door naar een casemanager van GGD. Deze gaat samen met de cliënt naar de Sociale Dienst om een dak- en thuislozenuitkering aan te vragen. Daarna wordt de cliënt tijdelijk op een (door de GGD betaald) “Tyfoonbed” geplaatst bij de Kessler Stichting, tot het moment dat de uitkering geregeld is. Vanaf dat moment, kan de cliënt zelf zijn overnachtingen bij de Kessler Stichting in het Passantenverblijf betalen. Intussen heeft de casemanager de cliënt aangemeld bij het Leger des Heils op de Nieboerweg. Na de intake kan de cliënt gelijk blijven. De casemanager heeft de cliënt toegeleid en overgedragen aan het maatschappelijk werk van het Leger des Heils. De verwachting is dat door deze inzet de cliënt na ongeveer een jaar weer zelfstandig kan wonen.
4.2
Centrale aanmelding en cliëntvolging
Het Screeningsteam van CTMO heeft een uniform aanmeldingsformulier ontwikkeld, dat inmiddels door de deelnemende instellingen en het dak- en thuislozenloket wordt gebruikt. Door de functie cliëntvolging heeft het CTMO inzicht in de duur van de te volgen trajecten, t.w.: aanmelding, intake, wachtlijst en opname. Het CTMO zal daarmee in de toekomst ook zicht krijgen op de door - en uitstroom en de eventuele knelpunten daarin. Dit is zowel voor de instellingen als voor de gemeente belangrijke beleidsinformatie. Voor de toekomst streeft het CTMO ernaar dat de geautomatiseerde cliëntvolgsystemen (van de MO-instellingen en de GGD) met elkaar kunnen communiceren, waardoor dubbele inzet/registratie wordt voorkomen. Als knelpunt wordt ervaren dat momenteel nog niet alle instellingen goed geautomatiseerd zijn. Privacywaarborg voor cliënten De databank die het projectteam van CTMO gebruikt, voldoet aan de in de Wet Bescherming Persoonsgegevens opgenomen voorwaarden. Het project CTMO is aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens. De cliënten waarvoor het team CTMO bemiddelt, tekenen een toestemmingsverklaring alvorens hun persoonsgegevens geregistreerd en besproken worden met bilaterale partijen.
Pagina 6 van 12
4.3
Signalering en onderlinge afstemming
In de periode vóór het project CTMO, kon iemand zonder thuis, zich aanmelden bij een willekeurige MO instelling. Wanneer hij of zij daar niet geholpen kon worden of zelf de instelling verliet, was er geen zicht op zijn of haar verblijf meer. Er bestond geen onderlinge afstemming tussen instellingen met een versnippering van de zorg als gevolg. Dit leidde ertoe dat cliënten onnodig op straat verbleven. Dankzij CTMO gebeurt dit nu veel minder. Wanneer cliënten de instelling verlaten of alsnog worden afgewezen door de instelling waarvoor ze gescreend zijn vanwege contra-indicaties (zoals gedrag dat niet te hanteren is, verslavingsproblematiek en/of psychiatrische problematiek), blijven zij binnen het vangnet van het CTMO. Zij worden de week erna opnieuw in het screeningsteam besproken, met als doel de cliënt toch een passende oplossing te bieden . Ondanks de huidige afstemming die er dankzij CTMO plaatsvindt, lukt het helaas nog niet in alle gevallen om deze moeilijke cliëntengroep te plaatsen. Instellingen hebben hun eigen beleid en geven regelmatig contra-indicaties af. In de Kadernota MO is de doelstelling opgenomen om, rekening houdend met het beleid van de betrokken instellingen, bindende afspraken te maken die deze contra-indicaties minimaal moeten maken.
Pagina 7 van 12
5.
Het project CTMO in de toekomst
Op 14 april 2004 is de Kadernota Maatschappelijk Opvang 2004 – 2008 behandeld in de commissie WDLY en op 3 juni 2004 is de nota vastgesteld in de gemeenteraad. De nota is ook met instemming ontvangen door de directeuren van de instellingen voor MO. Doelstelling van de nota is om binnen vier jaar te realiseren dat de maatschappelijke opvang een laagdrempelige, breed toegankelijke voorziening is met een gecontroleerde toegang. In de kadernota worden de toekomstige taken en functies van het project CTMO helder weergegeven. De gemeente blijft inzetten op ketenaanpak voor de doelgroep van de Maatschappelijke opvang. Het CTMO zal in de hele in- door- en uitstroom een belangrijke rol spelen. De registratie en informatieverwerking, het bevorderen van de toegang tot, door- en uitstroom uit de maatschappelijke opvang, de indicering voor passende zorgtoewijzing en toegang tot de zorgketen zullen tot de taken van het C TMO behoren. In de Kadernota MO wordt specifiek vermeld, dat de werkwijze van CTMO met screening en hulptoewijzing niet vertragend mag werken op het herstel van de cliënt. Eerder heeft u kunnen lezen, in hoofdstuk 1.2., dat het CTMO laagdrempeligheid en korte doorloop tijden hoog in het vaandel heeft staan. Ook in de toekomst zal hiervoor blijvend aandacht bestaan. Cliënten van de maatschappelijke opvang kunnen door intensieve begeleiding van de MO bij onder andere wonen, werken, schulden, psychiatrische-, somatische en/of verslavingsproblematiek, hun weg vinden naar verder herstel. De registratie van de geboden hulp door de MO en de bewaking hiervan zal plaatsvinden bij het CTMO. Voor het CTMO blijft het inzichtelijk maken van de in- door en uitstroom in de maatschappelijke opvang en een goede afstemming, een hoge prioriteit voor de toekomst. Ook de knelpunten binnen de MO kunnen aan de hand van de registratiegegevens sneller zichtbaar gemaakt worden. Op basis van clientvolging en trajecttoetsing zal uitstroom vanuit de maatschappelijke opvang gestimuleerd worden naar de volgende sectoren: • intramurale zorg • (semi-) permanente woonvoorzieningen • begeleid wonen -voorzieningen • zelfstandige woonvoorzieningen In het schema op de volgende pagina, afkomstig uit de Kadernota MO, is de positie geschetst van het CTMO in relatie tot de andere sectoren en de ketenpartners. De tussentijdse evaluatie van de projectresultaten, geeft aanleiding tot de verwachting dat al de bovengenoemde taken, binnen het project CTMO, naar behoren kunnen worden uitgevoerd.
Pagina 8 van 12
OUTREACHENDE ACTIVITEITEN
INSTELLINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
INTRAMURALE INSTELLINGEN
(SEMI-) PERMANENTE WOONVOORZIENINGEN
VORMEN VAN BEGELEID ZELFSTANDIG WONEN
CTMO
ZELFSTANDIG WONEN
Pagina 9 van 12
Bijlage 1. Registratiegegevens dak- en thuislozen loket De registratiegegevens hebben betrekking op de periode 31 juli 2003 t/m 31 mei 2004. Hieronder volgt een samen vatting van de registratiegegevens van het loket. Aantallen contacten en personen Aantal contacten: Waarvan personen:
763 477
339 personen hebben het loket 1 keer bezocht. 68 personen hebben het loket 2 keer bezocht. 70 personen hebben het loket meer dan 2 keer bezocht. Gemiddeld zijn er 3,6 contacten per dag.
Indeling leeftijd t.o.v. totaal aantal personen (477) Leeftijd 18 t/m 23 jaar: Leeftijd 24 t/m 35 jaar: Leeftijd 36 t/m 47 jaar: Leeftijd 48 t/m 59 jaar: Leeftijd 36 jaar en ouder: Niet bekend:
46 136 170 61 9 55
Geslachtsindeling Man: Vrouw: Niet geregistreerd:
395 67 15
Vrouwen nemen voornamelijk telefonisch contact op met het loket. Achtergrondgegevens van klanten dakloos: verslaafd: verblijvend bij familie/vrienden: ex-gedetineerd: GGZ-cliënt: ex-verslaafd: regulier wonend: hulpverlener: illegaal: verblijfprocedure loopt:
217 165 91 36 23 22 21 13 9 8
Pagina 10 van 12
Indeling meest voorkomende hulpvraag van totaal aantal vragen (819) In de 763 contacten aan het loket zijn 819 vragen gesteld. De meest voorkomende vragen hebben betrekking op: Onderdak: 324 Uitkering: 176 Drugs: 55 Tandarts: 70 Geld: 18 Postadres: 21 Geestelijke Gezondheid: 17 Lichamelijke Gezondheid: 15 Schulden: 14 Doorverwijzingen door het loket Klanten worden bij het loket voornamelijk doorverwezen naar: Casemanagers Vangnet Zorg & Advies: 109 Kessler Stichting Passantenverblijf: 70 Parnassia Verslavingszorg: 39 Dienst SZW: 39 Tandarts: 32 STEK: 14 Kessler Stichting Crisisbedden: 14 Arts: 16 Parnassia GGZ: 6 GLD Dienstencentrum: 5
Pagina 11 van 12
Bijlage 2.
Gegevens uit cliëntvolgsysteem
De registratiegegevens hebben betrekking op de periode 1 februari 2004 t /m 31 mei 2004. Hieronder volgt een samenvatting van de registratiegegevens uit het cliëntvolgsysteem. CTMO aanmeldingen Aantal aanmeldingen:
240
Waarvan directe plaatsingen bij en door een MO-instelling: - GLD/MC, achteraf aangemeld met formulier - GLD/MC, achteraf aangemeld zonder formulier - LIMOR, achteraf aangemeld met formulier - C.I.C./Kessler Stg., achteraf aangemeld zonder formulier - O.B.B./Kessler Stg., achteraf aangemeld zonder formulier - Crisopnames Kessler Stg. ; - volwassenen - kinderen
17 14 5 25 20 83 8 172
Aantal personen dat via screeningsteam bij een MO-instelling is geplaatst:
20
Aantal personen op wachtlijst d.d. 31-05-2004 Aantal aanmeldingen dat niet tot plaatsing heeft geleid Om reden van: - uit beeld/ontraceerbaar - éénzijdige verbreking cliënt - elders of zelf onderdak gevonden - geschorst binnen de M.O. - terug naar verwijzer/aanmelder - voldoende zelfredzaamheid - in detentie - te problematisch*
5
20 3 5 2 2 2 1 8 43
* Te problematisch dat wil zeggen dat het gebruik van middelen en/of de aanwezigheid van psychische of psychiatrische problematiek problemen opleveren m.b.t. het dagelijks functioneren, gedrag, aanspreekbaarheid.
Pagina 12 van 12