2-3 vmbo
Dit dossier is van:
Klas:
Tumult Kiezen Sector Keuze- en loopbaanvaardigheden 2012 2013
Tumult maak je samen!
In dit dossier: • Jouw droombaan! • Waar ben jij goed in?
• Ken jezelf! • Welke sector past het best bij jou? • Met handige Sectorwijzer
Kiezen Sector In dit dossier vind je deze hoofdstukken:
Deze picto’s kun je tegenkomen:
Zo werkt het:
1. Jouw droombaan
1
2. Jouw talenten
9
3. Jouw interesses
15
4. Welke sector past bij jou?
21
5. Een sector kies je zo!
27
6. Jouw vakkenpakket
35
Extra: Sectorwijzer
41
Extra: Interviewformulier
47
= Tip
= Groepsopdracht
= Weetje
= Verwijzing naar www.tumult.nl
= Opdracht
= Bruikbaar bij andere vakken
= Keuzeopdracht
= Samenvatting
Je abonnement bestaat uit dit dossier en digitaal materiaal op www.tumult.nl:
+
Tumult Antwoordnummer 47563 1070 WE Amsterdam Tel. 020 – 421 51 29
[email protected] www.tumult.nl ISBN 978-94-6114-112-5 © Tumult, 2012 Alle rechten voorbehouden
In het dossier maak je individueel, in groepjes of klassikaal opdrachten die je in de les kunt doen.
2 Tumult ’08-’09
Op www.tumult.nl vind je na inloggen opdrachten, lesbrieven, digilessen, testen en handige studiekaarten.
Na deze les kun je: • verwoorden wat jouw droombaan is; • beroepen noemen die jou leuk lijken; • je verdiepen in een bepaald beroep; • een top 3 maken van jouw droombanen.
1 • Jouw droombaan Dit jaar kies je een sector. Daarmee kies je je programma voor de rest van deze school. Het is ook de eerste stap naar een vervolgstudie en je toekomstige baan. Voordat je een keuze maakt is het goed om te dromen. Bijvoorbeeld over je ideale baan.
1 • Ogen dicht! Schrijf op wat jouw droombaan is. Wat zou jij het allerliefste willen worden later? Waar droom je van?
Bij dromen denk je er nog niet aan of iets praktisch kan. Alles is mogelijk!
Wat lijkt jou zo leuk aan die baan? Noem drie dingen. 1. 2. 3.
1 Tumult ’12-’13
Administratief medewerker, juwelier, kapper, vrachtwagenchauffeur, sportinstructeur … Er zijn ontzettend veel beroepen die je later kunt gaan doen. Heb jij al een idee welke richting jou leuk lijkt?
2 • Beroepen Hiernaast staan plaatjes van verschillende beroepen. Kies twee plaatjes die jou aanspreken. Schrijf de nummers van die plaatjes op. Zet erachter waarom je dat plaatje kiest.
Als je weet wat je dro men zijn, heb je de grootste kans dat ze uitkomen!
Het hoeft niet precies het beroep te zijn dat je wilt gaan doen. Het kan ook zijn dat de werkomgeving je aanspreekt. Voorbeeld: 13 Dit lijkt me leuk, omdat: ik een beroep wil met een beetje actie!
Dit lijkt me leuk, omdat:
Dit lijkt me leuk, omdat:
Kies ook twee plaatjes die jou helemaal niks lijken. Schrijf de nummers van die plaatjes op. Zet erachter waarom je dat plaatje kiest.
Dit lijkt me niet leuk, omdat:
Dit lijkt me niet leuk, omdat:
2 Tumult ’12-’13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
3 Tumult ’12-’13
Je droombaan kom je op de gekste plekken tegen. Maar soms vind je hem zelfs heel dichtbij.
3 • Held Kijk eens om je heen, bij je familie, vrienden, buren etc. Wat voor banen hebben zij? Kies daar een baan uit die jou heel leuk lijkt. Mijn (vul in: tante, oom, buurman etc.) is Dat lijkt mij een leuke baan, omdat:
Vaak weet je niet wat een beroep precies inhoudt. Daar kom je achter door iemand met dat beroep vragen te stel len.
Bedenk wat je wilt weten over dit beroep. Waar ben jij nieuwsgierig naar? Bedenk minimaal vijf vragen die je aan deze persoon wilt stellen. Voorbeeld: – Wat doe je precies op een dag? – Hoe ben je bij deze baan terecht gekomen? Nu jij! Bedenk vragen die beginnen met hoe, wat, waarom of welke. Dat zijn open vragen. Daarmee krijg je de beste antwoorden.
1.
?
2.
?
3.
?
4.
?
5.
?
Interview de persoon over zijn/haar beroep. Maak een afspraak met de persoon van je keuze. Stel hem/haar de vragen die je hebt bedacht in een interview. Bereid je interview voor met het interviewformulier op pagina 47 en 48.
4 Tumult ’12-’13
Je hebt in deze les nagedacht over banen die jou leuk lijken. Dromen over de toekomst geeft je richting. Als je weet wat je graag zou willen, kun je eraan werken om dat te bereiken.
4 • Top 3 Droombanen Kijk nog eens naar opdracht 1 tot en met 3. Welke banen zijn er allemaal voorbij gekomen? Maak een top 3 van jouw droombanen. 1. 2. 3.
Route Kijk naar de droombaan die je op 1 hebt staan. Welke weg moet je volgen om die droombaan te krijgen? Welke opleidingen moet je doen? Hoelang duurt dat? Gebruik het schema hieronder. Als je het niet weet, zoek het dan uit op internet. Of vraag het aan je decaan. Op de volgende pagina staat een voorbeeld. [schema]
5 Tumult ’12-’13
Voorbeeld: Ik volg nu: vmbo theoretische leerweg. Ik wil televisieverslaggever worden. Dan is mijn route na het vmbo … Opleiding: 1. Havo 2. Hbo journalistiek In totaal:
Aantal jaar: 2 jaar 4 jaar 6 jaar
Nu jij! Ik volg nu: Ik wil
worden.
Dan is mijn route na het vmbo …
Stel, je droombaan is piloot. Maar je hebt geen zin om nog zo lang te studeren. Zoek dan eens uit welke andere banen er op Schiphol mogelijk zijn.
Opleiding:
Aantal jaar:
1.
2.
3.
4.
5.
In totaal:
Beantwoord de vragen. Wat heb jij allemaal over voor je droombaan?
Geloof jij dat alles mogelijk is als je er maar hard voor werkt? Ja, want:
Nee, want:
6 Tumult ’12-’13
Toekomst Vorm groepjes van vier. Stel je voor hoe jullie toekomst eruit ziet. Wat voor baan denk jij dat de anderen later hebben? Teken iedereen in je groepje in hun toekomstige beroep. Voorbeeld: Denk je dat Tessa later dieren gaat verzorgen in een dierentuin? Dan teken je Tessa in een dierentuin.
Naam:
Naam:
Naam:
Naam:
Bespreek de opdracht met je groepje. Vertel elkaar wat je denkt dat de ander gaat doen. Leg uit waarom je dat denkt. Wat vind je van de beroepen die de anderen voor jou hebben bedacht?
7 Tumult ’12-’13
Droombaan gezocht! Vraag je ouders naar hun droombaan. Stel één van je ouders/verzorgers de volgende vragen. 1. Wat wilde jij vroeger worden?
2. Wat doe je nu voor werk?
3. Wist je altijd al dat je dit wilde? Of is het meer toevallig gelopen?
4. Welk advies kun je mij geven over het vinden van je droombaan?
Handtekening ouder/verzorger:
Digiles Jouw Beroep Log in op www.tumult.nl. Maak de digiles Jouw Beroep.
Deze les ging over … … jouw droombanen. Hoe zien jouw droombanen eruit? Het is goed om te dromen. Zo ontdek je wat je echt graag zou willen later. … beroepen. Er zijn ontzettend veel beroepen die je later kunt gaan doen. Vaak heb je al een idee welke richting jou leuk lijkt of juist niet. … jouw held. Kijk eens in je omgeving welke beroepen mensen hebben. Misschien zit jouw droombaan daar wel bij!
8 Tumult ’12-’13
Na deze les kun je: • aangeven wat jij goed kunt; • vertellen waar jij trots op bent; • uitleggen waar anderen jou goed in vinden; • benoemen waar jij goed in bent op school; • een top 3 maken van jouw talenten.
2 • Jouw talenten Iedereen is wel ergens goed in. De één kan goed met dieren omgaan. De ander repareert alles wat kapot is. Weer een ander kan goed tekenen of is goed met cijfers. Als je weet waar jij goed in bent, is het makkelijker om een sector te kiezen.
1 • Bakken of sleutelen? Bekijk de vaardigheden hieronder. Een vaardigheid is iets wat je goed kunt. Omcirkel hieronder wat jij allemaal goed kunt. Je mag ook zelf iets opschrijven.
koken en bakken
dingen repareren
op de computer werken tekenen
schrijven
omgaan met kinderen sporten
presenteren dingen uitleggen
met mensen omgaan
mensen aan het lachen maken tekenen
precies werken
iets nieuws bedenken
luisteren
in de tuin werken
met gereedschap omgaan
rekenen
met m’n handen werken kleren maken
een ruimte inrichten iemand mooi maken met dieren werken
9 Tumult ’12-’13
praten leren nadenken
doorzetten
Wil je weten waar je goed in bent? Dan helpt het om te kijken naar dingen waar je trots op bent. Dat betekent dat je van jezelf vindt dat je iets goed hebt gedaan.
2 • Trots! Denk terug aan een situatie waarin jij iets goed hebt gedaan. Wanneer was jij echt trots op jezelf? Als je ergens niet zo goed in bent, kun je door trainen, oefenen of bijles beter worden.
Voorbeeld: Situatie: Vorige week was mijn fiets kapot. Die heb ik zelf gemaakt. Dat vond ik echt goed van mezelf. Ik ben dus best goed in: dingen repareren. Nu jij! Situatie:
Ik ben dus best goed in:
10 Tumult ’12-’13
Je ontdekt ook waar je goed in bent door wat anderen over je zeggen. Bijvoorbeeld als je een compliment krijgt. Dat is als iemand iets aardigs of positiefs over je zegt. Zoals: ‘Dat heb je goed gedaan!’ of ‘Wat kun jij mooi tekenen!’
3 • Complimenten Vorm groepjes van vier leerlingen. Bedenk voor iedereen in je groepje een compliment. Wat vind jij dat de ander echt goed kan? Schrijf jouw complimenten op voor de anderen. Dat gaat zo: • Neem het dossier van je linker buurman/vrouw. • Schrijf jouw compliment voor de ander op in zijn/haar dossier. • Geef er ook een voorbeeld bij. • Schuif dan de dossiers één plaats door. • Schrijf je compliment en voorbeeld voor de volgende op. • Net zo lang tot je je eigen boekje weer hebt. Voorbeeld: Compliment: Ik vind het echt knap dat jij zo goed kunt tekenen. Voorbeeld: Laatst had je bij tekenen een supermooie tekening gemaakt. Het leek net echt, zo precies had je het getekend! Als iemand je een com pliment geeft, accepteer het dan ook. Zeg niet iets als: ‘Valt wel mee.’ Zeg bijvoorbeeld: ‘Dank je wel.’
Compliment: Voorbeeld:
Compliment: Voorbeeld:
Compliment: Voorbeeld:
Bespreek na afloop de complimenten per persoon. Vertel om de beurt je compliment aan de ander. Leg uit wat je ermee bedoelt.
11 Tumult ’12-’13
Je zit een groot deel van je tijd op school. Ook daar ben je goed in sommige dingen en minder goed in andere dingen. In welke vakken en vaardigheden blink jij uit op school? Dat kan ook je sectorkeuze bepalen.
4 • Op school Vul je rapport in. Schrijf op welk gemiddelde cijfer je staat voor ieder vak. En geef jezelf een cijfer voor elke vaardigheid. Zet de datum en je hand tekening eronder.
Rapport van: Vakken: Cijfer:
Vaardigheden: Cijfer:
Nederlands
Samenwerken
Engels
Plannen
Geschiedenis
Informatie zoeken
Aardrijkskunde
Presenteren
Wiskunde
Iets onderzoeken
Natuurkunde/Scheikunde
Teksten leren
Biologie
Luisteren
Informatica
Werkstuk maken
Tekenen/Handvaardigheid
Discussiëren
Lichamelijke opvoeding
Datum:
Handtekening
Omcirkel de vakken en vaardigheden waar jij het beste in bent.
12 Tumult ’12-’13
Een talent is iets waar je goed in bent. De een heeft talent voor sporten. De ander voor rekenen. Zo is iedereen wel ergens goed in.
5 • Top 3 Talenten Kijk terug wat je in deze les over jezelf hebt opgeschreven. Waar ben jij echt goed in? Maak een top 3 van jouw talenten. 1. 2. 3.
Vraag het je ouders! Jouw ouders of verzorgers maken je dagelijks mee. Misschien zien zij talenten bij jou, waar je zelf nog niet aan had gedacht. Vraag je ouders/verzorgers wat zij zien als jouw talent(en). Wat vinden zij dat jij goed kunt? Laat ze ook een voorbeeld geven. Ze mogen natuurlijk ook meerdere dingen noemen. Voorbeeld: Mijn ouders/verzorgers vinden over mij: dat ik erg zorgzaam ben. Voorbeeld: Ik neem het altijd op voor mijn zusje. Mijn/ouders verzorgers vinden over mij:
Voorbeeld:
Handtekening ouder/verzorger:
13 Tumult ’12-’13
Digiles Jouw Capaciteiten Log in op www.tumult.nl. Maak de digiles Jouw Capaciteiten.
Deze les ging over ... … jouw vaardigheden. Een vaardigheid is iets wat je goed kunt. Bijvoorbeeld op de computer werken, rekenen of koken. … trots. Wil je weten waar jij goed in bent? Kijk dan naar dingen waar je trots op bent. … complimenten. Je ontdekt ook waar je goed in bent door wat anderen over je zeggen. Bijvoorbeeld als je een compliment krijgt. … school. Je zit een groot deel van je tijd op school. Ook daar ben je goed in sommige dingen en minder goed in andere dingen. … talenten. In deze les heb je nagedacht over jouw talenten. Dat zijn de dingen waar jij goed in bent en in uitblinkt.
14 Tumult ’12-’13
3 • Jouw interesses
Na deze les kun je: • benoemen wat jouw interesses zijn; • uitleggen wat je hobby’s betekenen voor je keuzes; • aangeven hoe jij je vrije tijd verdeelt; • een top 3 maken van jouw interesses.
Wat vind jij echt leuk om te doen? Als je dat weet, kan dat je helpen bij het kiezen van een sector. Vind je dieren leuk, dan kun je bijvoorbeeld dierenartsassistent worden. Houd je van tekenen, dan word je misschien wel striptekenaar. Dingen die jij leuk vindt, noem je jouw interesses.
1 • Zappen! Bekijk de plaatjes van televisieprogramma’s. Stel je voor dat je aan het zappen bent op televisie. Bij welk programma blijf jij hangen? Kruis dat plaatje aan.
Soapserie
Nieuws
Talkshow
Comedyserie
Muziekvideo
Ziekenhuisserie
Natuurfilm
Sport
Kijk op de volgende pagina voor de uitslag!
15 Tumult ’12-’13
Lees de beschrijving bij het plaatje dat jij hebt gekozen. Plaatje
Jouw interesses
[
Jij bent geïnteresseerd in mensen en hun relaties. Je houdt wel van een beetje drama en acteert graag.
Jij wilt altijd op de hoogte zijn van wat er in de wereld gebeurt. Je bent geïnteresseerd in politiek en actualiteiten.
Jij houdt van praten. Je vindt het leuk om met mensen om te gaan en ze te helpen met hun problemen.
4
Jij houdt van humor. Je vindt het leuk om grappen te maken, zodat mensen om je moeten lachen.
Jij houdt heel erg van muziek. Je luistert veel naar muziek en/of maakt graag zelf muziek.
Jij vindt medische dingen interessant, zoals ongelukken, ziektes en operaties. Je wilt graag mensen helpen.
Jij houdt van de natuur. Je bent graag buiten en werkt graag met planten of dieren.
Jij weet alles over sport. Je houdt van wedstrijdjes en je kunt niet zonder sporten.
Geef aan of jouw beschrijving klopt. Herken jij je in de interesses die er staan? Ja, want:
Een beetje, want:
16 Tumult ’12-’13
Nee, want:
Een hobby is iets wat je graag doet. Daaraan zie je ook wat je interesses zijn.
2 • Hobby Lees de tekst hieronder. Het is een stukje uit een interview met Sylvana Simons. “… Als je een keuze moet maken, kijk dan goed naar je hobby’s. Stel, je rent uit school direct naar huis om je paard te verzorgen, om te dansen of om aan een modelvliegtuig te bouwen … Dan heb je een passie voor jouw paard, het dansen of het bouwen van een model vliegtuig. Ga voor je passie! Je kunt beter middelmatig worden in iets wat je heel leuk vindt, dan de beste in iets wat aanzien heeft en wat je niet leuk vindt.” Schrijf op wat jouw grootste hobby is. Wat vind jij echt superleuk om te doen? Dat kan van alles zijn: handballen, muziek luisteren, gamen etc. Mijn grootste hobby is: Wat vind je daar zo leuk aan?
Geef aan of je het eens bent met de uitspraak van Sylvana. “Als je een keuze moet maken, kijk dan goed naar je hobby’s.” Je kunt soms van je hobby je beroep maken. Als je heel erg van lezen houdt, kun je bijvoorbeeld in een boek winkel gaan werken.
Ik ben het wel/niet eens met deze uitspraak, omdat:
Wat betekent dat voor jou?
17 Tumult ’12-’13
Wat doe jij allemaal in je vrije tijd? Heb je een bijbaantje in de supermarkt? Zit je veel achter de computer? Spreek je vaak met vrienden af? Ook dat zegt iets over jouw interesses.
3 • Vrije tijd Geef aan hoe jij je vrije tijd doorbrengt. Wat doe jij allemaal in een week? Met welke dingen ben je na school bezig? Vul het lijstje hieronder aan.
Tv-kijken
Computeren
Sporten
Bijbaantje
Geef al je activiteiten een kleur. Kleur de vakjes hierboven met verschillende kleuren in. Kleur daarna hieronder in hoeveel tijd je elke dag met alles bezig bent. Voorbeeld: Tv-kijken is geel en je kijkt maandag van 20.00 tot 20.30 tv. Dan kleur je in de kolom van maandag het vakje 20.00-20.30 geel. een poster bij het mobieltje. Bedenk een slogan dieZa het unieke Zo van jullie Tijd Ontwerp Ma Di Wo Do Vr
mobiel benadrukt. 15.00-15.30
15.30-16.00 16.00-16.30 16.30-17.00 17.00-17.30 17.30-18.00 18.00-18.30 18.30-19.00 19.00-19.30 19.30-20.00 20.00-20.30 20.30-21.00 21.00-21.30 21.30-22.00 22.00-22.30 22.30-23.00 23.00-24.00 18 Tumult ’12-’13
Bekijk het ingekleurde overzicht. Waar besteed jij na school het meeste tijd aan? Je brengt straks een groot deel van je tijd op je werk door. Dan kun je maar beter een beroep kiezen dat je echt leuk vindt.
Wat vind je daar zo leuk aan?
Je hebt nu een beeld van jouw interesses. Je weet wat je leuk vindt om te doen en wat je graag wilt. Dat maakt het makkelijker om straks een sector te kiezen.
4 • Top 3 Interesses Kijk nog eens naar de eerste drie opdrachten van deze les. Maak een top 3 van jouw interesses. 1. 2. 3.
Geen school meer … Stel je voor: vanaf nu hoef je niet meer naar school. Maar je moet wel iets doen. Behalve de hele dag op je bed liggen, mag en kan alles. Wat zou je het liefste willen doen? Dan zou ik het liefste omdat:
19 Tumult ’12-’13
,
Vroeger Vraag aan je ouders wat jij vroeger het allerliefste deed. Speelde jij het liefst met autootjes? Of was je altijd aan het dansen? Vraag het aan je ouders/verzorgers en schrijf het hieronder op.
Handtekening ouder/verzorger:
Digiles Jouw Interesses Log in op www.tumult.nl. Maak de digiles Jouw Interesses.
Deze les ging over ... ... jouw interesses. Een interesse is iets wat je leuk vindt om te doen. Als je weet wat je interesses zijn, kan dat je helpen bij het kiezen van een sector. … zappen. Waar blijf jij hangen als je zapt op televisie? Dat geeft ook aan waar jouw interesses liggen. … je hobby. Kijk eens naar wat je het liefste doet. Als je daar je baan van kunt maken ... ... vrije tijd. Wat doe jij allemaal in je vrije tijd? Dat zegt ook iets over jouw interesses.
20 Tumult ’12-’13
4 • Welke sector past bij jou?
Na deze les kun je: • een beeld geven van alle sectoren; • afwegen welke sectoren bij jou passen; • een voorlopige keuze maken; • vragen stellen over je keuze.
Een sector is een richting die je kiest. Er zijn vier sectoren in het vmbo: Techniek, Economie, Zorg & Welzijn en Landbouw/Groen. In deze les onderzoek je welke sector het beste past bij jouw dromen, talenten en interesses.
1 • Sectoren op jouw school Schrijf op: waar denk jij aan bij elke sector? Schrijf alles op wat je te binnen schiet. Niets is gek. Voorbeeld: Bij Zorg & Welzijn denk ik aan ziekenhuis, mensen helpen etc. Bij deze sector …
… denk ik aan:
Techniek Economie Zorg & Welzijn Op som mige scho len kun je kiezen voor een intersec toraal programma. Dan combineer je vakken van verschillende sectoren.
Landbouw/Groen Niet elke vmbo-school biedt alle sectoren aan. Hoe zit dat bij jou op school? 21 Tumult ’12-’13
Zoek uit welke sectoren je op jouw school kunt kiezen. Kijk op de website van je school of vraag het je mentor of decaan. Op onze school heb je deze sectoren:
In les 1 tot en met 3 heb je nagedacht over jouw droombanen, talenten en interesses. Tijd om uit te zoeken welke sectoren daarbij passen.
2 • Wat past bij jou? Achterin dit dossier op pagina 41 vind je de Sectorwijzer. Daarin staat per sector veel informatie. Gebruik de Sectorwijzer bij deze opdracht. Zoek uit welke sectoren bij jouw droombanen passen. Welke drie droombanen heb je bij opdracht 4 uit les 1 opgeschre ven? Zoek die banen op in de Sectorwijzer. Schrijf daarna jouw droombanen in het schema hiernaast bij de juiste sector. Staat jouw droombaan niet in de Sectorwijzer? Kies dan een beroep dat het meeste lijkt op jouw droombaan.
Voorbeeld: Je droombaan is matroos. Zet ‘matroos’ bij de sector Techniek. Zoek uit welke sectoren bij jouw talenten passen. Welke drie talenten heb je bij opdracht 5 uit les 2 opgeschreven? Zoek die talenten op in de Sectorwijzer (kijk bij Vaardigheden). Schrijf daarna jouw talenten in het schema hiernaast bij de juiste sector. Voorbeeld: Je bent goed in koken. Dan zet je ‘koken’ bij de sector Economie. Zoek uit welke sectoren bij jouw interesses passen. Welke drie interesses heb je bij opdracht 4 uit les 3 opgeschreven? Zoek die interesses op in de Sectorwijzer. Schrijf daarna jouw inte resses in het schema hiernaast bij de juiste sector. Voorbeeld: Jouw interesse is sporten. Zet ‘sporten’ bij de sector Zorg & Welzijn.
22 Tumult ’12-’13
Sectoren Techniek
Landbouw/Groen
+
+
–
–
Economie
Zorg & Welzijn
+
+
–
–
23 Tumult ’12-’13
Je hebt gekeken welke sectoren bij jouw droombanen, talenten en interesses passen. Tijd om de tussenstand op te maken.
3 • Tussenstand Kijk in de Sectorwijzer welke kenmerken er bij elke sector staan. Zet de plus- en minpunten per sector in het schema op pagina 23. Kenmerken die je leuk vindt, zet je bij de +. Kenmerken die je niet zo leuk vindt, zet je bij de –. Voorbeeld: (Sector Landbouw/Groen) Je heb een hekel aan vroeg opstaan. Dan is ‘vroeg beginnen’ een minpunt. Je werkt het liefst buiten. Dan is ‘buiten werken’ een pluspunt. Bepaal wat je twee favoriete sectoren zijn. Kijk in het schema op pagina 23 bij welke sector je het meeste hebt ingevuld. Die sector past waarschijnlijk het beste bij jou. Mijn favoriete sector is Op de tweede plaats komt Heb je alleen maar in één sector dingen staan? Kies dan uit de overige drie sectoren de sector die jou het leukste lijkt.
4 • Vragen? Bedenk minimaal drie vragen die je nog hebt over je sectorkeuze. Voorbeeld: — Is de sector Techniek een goede keuze als ik later cameraman wil worden? — Ik twijfel tussen Zorg & Welzijn en Economie. Hoe maak ik een keuze? 1.
?
2.
?
3.
?
24 Tumult ’11-’12
Advies Bespreek je vragen in groepjes van vier. Stel de vragen die je bij opdracht 4 hebt opgeschreven aan je groepje. Weten zij het antwoord? Geef elkaar zo goed mogelijk advies. Schrijf de antwoorden die je krijgt op. Antwoorden: 1. 2. 3.
Kom je er samen niet uit? Vraag dan advies aan je mentor of decaan.
Bespreek het met je ouders Neem deze les door met je ouders of verzorgers. Leg hen uit welke vier sectoren er zijn. Vertel welke twee sectoren voorlopig jouw voorkeur hebben en waarom. Bespreek met je ouders welke vragen zij nog hebben. 1.
?
2. ?
3.
?
Als je het antwoord weet, leg je het aan je ouders uit. Bespreek de vragen waar je het antwoord niet op weet in de volgende les met je mentor of decaan. Handtekening ouder/verzorger:
25 Tumult ’12-’13
Interview Je kunt met je vragen ook terecht bij iemand uit een hogere klas. Zij hebben hun sectorkeuze al gemaakt en kunnen jou daarbij dus goed helpen! Interview iemand uit een hogere klas over zijn/haar sector keuze. Wie ga je interviewen? Welke sector doet hij/zij? Bedenk van tevoren welke vragen je wilt stellen. Voorbeeld: — Hoe heb jij je sectorkeuze gemaakt? — Wat vind je leuk/niet leuk aan jouw sector?
Gebruik voor je interview het interviewformulier achterin dit dossier (die vind je ook na inloggen op www.tumult.nl).
Deze les ging over … … vier sectoren. Er zijn vier sectoren in het vmbo: Techniek, Economie, Zorg & Welzijn en Landbouw/Groen. Niet elke vmbo-school biedt alle sectoren aan. Zoek dus uit hoe het bij jou op school zit. … welke sector past bij jou? Kijk naar je droombanen, talenten en interesses. Zoek uit welke sectoren daarbij aansluiten. Zo kies je een sector die echt bij jou past. … tussenstand. Als je hebt uitgezocht welke sectoren het beste bij jou passen, kun je een voorlopige keuze maken.
26 Tumult ’12-’13
Na deze les kun je: • uitleggen welke leerweg bij jou past; • een sector kiezen; • je keuze bespreken; • een afdeling kiezen; • terugkijken of je de juiste keuze hebt gemaakt.
5 • Een sector kies je zo! Het is bijna zover … Je staat op het punt om echt een sector en een afdeling te kiezen. Als je eerst alle voordelen en nadelen op een rijtje zet, is dat helemaal niet zo moeilijk. Succes!
1 • Jouw leerweg Een leerweg kies je samen met je school. Het is een keuze voor een manier van leren. De één leert beter door te doen. De ander leert liever door te studeren. Bepaal welke leerweg het beste bij jou past.
Ik vind studeren leuk en haal goede cijfers.
Ga door naar 1
Ik leer liever door te doen.
Ga door naar 2
1. Theoretisch Ik heb nog geen idee wat voor beroep ik wil gaan doen. Het liefste wil ik nog doorstuderen (havo of mbo). Ik wil wel doorstuderen. Maar ik wil me ook al voorbereiden op een bepaald beroep of bepaalde beroepsrichting. 2. Praktisch Ik wil leren en vast bezig zijn met een beroep. Ik vind leren moeilijk. Ik wil werken en leren combineren.
Theoretische leerweg
Gemengde leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg Basisberoepsgerichte leerweg
27 Tumult ’12-’13
Hoe maak je een goede keuze voor een sector? Het helpt om eerst alle voors en tegens op een rijtje te zetten. Dan weet je zeker dat je overal aan denkt.
2 • Jouw sector Kijk nog eens welke twee sectoren je op pagina 24 als favoriet hebt opgeschreven. Schrijf bij elke sector op wat jij als voordelen en nadelen ziet. Gebruik daarvoor de Sectorwijzer achterin. Of kijk wat je hebt opgeschreven in het schema op pagina 23. Voorbeeld: (Sector Techniek) Een voordeel vind ik dat je veel met je handen werkt. Een nadeel vind ik dat je als verplicht sectorvak Wiskunde moet doen. Favoriete sector: Voordelen: Nadelen: Tweede sector: Voordelen: Luister naar je hart: wat wil je echt? Kies niet op basis van vooroordelen. Zoals: Techniek is voor jon gens en Zorg & Welzijn voor meisjes.
Nadelen: Vergelijk de voor- en nadelen per sector. Welke voor- en nadelen vind je heel belangrijk? Zet dat erbij. ++ = dit voordeel vind ik heel belangrijk + = dit voordeel vind ik een beetje belangrijk – – = dit nadeel vind ik heel belangrijk – = dit nadeel vind ik een beetje belangrijk 28 Tumult ’12-’13
Kies nu een sector. Denk nog één minuut heel goed na en maak dan je keuze. Ik kies voor de sector Weet je het zeker? Ja. Ik twijfel nog een beetje.
Twijfel je nog over je sectorkeuze? Of weet je het helemaal zeker? In allebei de gevallen is het goed om met iemand te praten over je keuze.
3 • Zeker weten? Samen met je buurman of buurvrouw
Ruil van dossier met je buurman/vrouw.
Maak gebruik van de ‘ogen’ en meningen van anderen. Soms zien andere mensen dingen die je zelf over het hoofd ziet. Vraag advies, vraag andermans mening en doe er je voordeel mee.
Kijk welke sector je buurman/vrouw heeft gekozen. Blader door het dossier. Bedenk drie vragen voor hem of haar. Voorbeeld: — Bij Zorg & Welzijn moet je later waarschijnlijk in een uniform werken. Hoe vind je dat? — Wat is de reden dat je nog twijfelt? 1.
?
2.
?
3.
?
Bespreek de vragen met elkaar. Twijfel je (nog) over je sectorkeuze na het gesprek met je buurman/vrouw? Nee, ik weet het zeker. Ja, ik twijfel nog een beetje. Overleg met je ouders, mentor of decaan.
29 Tumult ’12-’13
Binnen een sector kun je kiezen voor verschillende afdelingen. Bijvoorbeeld Mode en commercie in de sector Economie of Bouwtechniek in de sector Techniek. Je kiest alleen een afdeling als je de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte of gemengde leerweg volgt.
4 • Jouw afdeling Zoek uit welke afdelingen je in jouw sector kunt volgen. Kijk daarvoor in de Sectorwijzer. Afdelingen in de sector
:
Sommige scholen bieden ook combinaties van verschillende afdelingen aan. Dat noem je intrasectorale programma’s. Zoek uit welke intrasectorale programma’s je in jouw sector kunt volgen. Kijk daarvoor in de Sectorwijzer. Intrasectorale programma’s in de sector
Kies twee afdelingen die jou het meeste aanspreken. Je mag ook voor een intrasectoraal programma kiezen in plaats van een afdeling. Pak de Sectorwijzer er weer bij. Zet de voordelen en nadelen per afdeling op een rijtje. Geef ook aan wat je beslist wel en niet wilt. Maak op basis daarvan je keuze.
30 Tumult ’12-’13
:
Voorbeeld: Afdelingen Voordelen Nadelen Veehouderij Met dieren Stinkende stallen Veel binnen werken Tuinbouw/bosbouw Buiten werken Soms slecht weer Beslist wel: buiten werken. Beslist niet: stinkende stallen. Keuze: Tuinbouw/bosbouw Nu jij! Vul het schema in en maak je keuze.
Afdelingen Voordelen Nadelen 1.
1.
2.
1.
Beslist wel: Beslist niet: Keuze:
Je hebt nu een sector en een afdeling gekozen. Zoek uit of je de afdeling van jouw keuze kunt volgen op jouw school. Vraag aan de decaan of je men tor of je die vakken of programma’s ook op jouw school kunt volgen.
Als dat niet het geval is, waar kun je deze afdeling dan wel volgen? Deze afdeling … kan ik gewoon op deze school volgen. kan ik niet op deze school volgen. Dan moet ik naar:
Wat betekent dat voor je keuze? Ik blijf bij mijn keuze. Ik kies voor een andere afdeling, namelijk:
Kom je er zelf niet uit? Overleg dan met je ouders, mentor of decaan.
31 Tumult ’12-’13
Hoe weet je of je de beste keuze hebt gemaakt? Het helpt om te luisteren naar je gevoel.
5 • Terugkijken In deze les heb je een sector en een afdeling gekozen. Geef elke stelling hieronder een cijfer van 1 tot 5. Omcirkel bij elke stelling het cijfer van je keuze. 5 betekent hele maal waar en 1 betekent helemaal niet waar. 1. Ik heb een heel goed gevoel bij mijn keuze. 1 2
3
4 5
2. Ik heb voldoende informatie verzameld.
1 2
3
4 5
3. Ik weet heel goed wat ik wil.
1 2
3
4 5
4. Ik weet zeker dat dit de beste keuze is.
1 2
3
4 5
5. Ik ken mezelf heel goed.
1 2
3
4 5
Score:
Minder dan 15 punten: Je twijfelt nog erg over je keuze. Dat is helemaal niet erg, van twij felen word je wijzer. Praat erover met je decaan. Of maak deze les nog eens samen met je ouders. Tussen de 15 en 20 punten: Je twijfelt nog een beetje over je keuze. Bespreek eventuele twijfels met je decaan, mentor of ouders. Meer dan 20 punten: Go for it!
Samen met je ouders Kijk nog één keer met je ouders/verzorgers terug op je keuze. Kijk nog eens naar je dromen, talenten en interesses. Passen die bij de sector- en afdelingkeuze die je hebt gemaakt? Snappen je ouders je keuze? Ja. Nee. Praat er samen nog eens over met je mentor of decaan erbij.
Handtekening ouder/verzorger:
32 Tumult ’12-’13
Reclame Maak groepjes per sector. Leerlingen die dezelfde sector hebben gekozen zitten bij elkaar. De twijfelaars vormen ook een groepje. Vertel elkaar waarom je deze sector hebt gekozen of waarom je nog twijfelt. Maak reclame voor jullie sector! Bedenk een slogan om je sector te promoten. Hoor je bij de twijfe laars, dan verzin je een slogan die gaat over twijfelen. Voorbeeld: Kies voor de mens. Kies voor Zorg & Welzijn. Onze slogan is:
Maak een poster van jullie slogan. Schrijf het in mooie letters, maak er een tekening bij, plak er plaatjes bij. Maak er wat moois van!
33 Tumult ’12-’13
Presenteer jouw sectorkeuze Maak een PowerPointpresentatie van jouw keuze! Die presentatie moet in ieder geval uit vijf onderdelen bestaan: 1. Je dromen 2. Jouw talenten 3. Je interesses 4. Je sector- en afdelingskeuze 5. Informatie over een beroep dat jou leuk lijkt Zoek naar informatie op internet. Je kunt ook een interview houden met iemand die dat beroep doet, een leerling die de sector volgt of een docent die in die sector lesgeeft. Heel veel succes!
Deze les ging over ... … jouw leerweg. De leerweg die je volgt heeft te maken met jouw manier van leren. De één leert beter door te doen. De ander leert liever door te studeren. … jouw sector. Hoe maak je een goede keuze voor een sector? Zet alle voordelen en nadelen op een rijtje. … zeker weten? Het is goed om nog met iemand te praten over je keuze. Dat helpt om twijfels weg te nemen. … jouw afdeling. Binnen een sector kun je kiezen voor verschillende afdelingen. Daarmee kies je al in welke richting je later wilt werken. … terugkijken. Hoe weet je of je de beste keuze hebt gemaakt? Luister naar je gevoel!
34 Tumult ’12-’13
6 • Jouw vakkenpakket
Na deze les kun je: • je gemeenschappelijke vakken noemen; • je sectorvakken noemen; • je keuzevakken of beroepsgericht programma kiezen; • je vakkenpakket opschrijven.
Wiskunde, timmeren, administratie, Engels … Welke vakken krijg jij de komende jaren? Dat hangt af van je leerweg en van de sector en afdeling die je hebt gekozen. En van de vakken die jij zelf kiest.
1 • Gemeenschappelijke vakken Lees de informatie.
Er zijn vijf verplichte gemeenschappelijke examenvakken. Het maakt niet uit welke sector of leerweg je volgt, iedereen moet deze vakken doen: Nederlands Engels Maatschappijleer 1
Lichamelijke opvoeding Kunstvakken 1
Beantwoord de vragen. Welke van deze vakken had je vorig jaar ook al?
Welke vakken zijn nieuw?
Op welk vak verheug je je het meest?
, want:
35 Tumult ’12-’13
Naast de gemeenschappelijke vakken, zijn er per sector verplichte vakken. Dat zijn vakken die iedereen in die sector moet volgen.
2 • Sectorvakken Lees de informatie.
Elke sector heeft verplichte sectorvakken: Sector Zorg & welzijn Economie Landbouw/Groen Techniek
Verplicht sectorvak Biologie Economie Wiskunde Wiskunde & nask1
Bij alle sectoren, behalve Techniek, mag je zelf een tweede sectorvak kiezen. Uit welke vakken je kunt kiezen, verschilt per sector. Vraag aan je mentor of decaan hoe dat bij jou op school zit.
Schrijf op welk verplicht sectorvak jij hebt. Verplicht sectorvak: Schrijf de vakken op waaruit je binnen jouw sector kunt kiezen. Geef daarna per vak met een +, +/– of – aan: • hoe goed je erin bent; • hoe leuk je het vindt; • of het belangrijk is voor het beroep of de studie die je wilt gaan doen; • wat het advies van je vakdocent is.
Sectorvak naar keuze Hoe goed Hoe leuk vind Belangrijk ben je erin? je het? voor beroep of studie?
Advies vakdocent?
Bekijk het schema: welk tweede sectorvak kies je? Tweede sectorvak:
36 Tumult ’12-’13
Je weet nu welke gemeenschappelijke vakken en sectorvakken je gaat volgen. Tot slot kies je nog je vrije keuzevakken of een beroepsgericht programma. En dan is je vakkenpakket compleet!
3 • Vrije keuzedeel Lees de informatie.
Om je vakkenpakket compleet te maken, kies je nog een aantal vrije keuzevakken of een beroepsgericht programma. Waar je uit kunt kiezen is afhankelijk van je leerweg: Leerweg Theoretisch Gemengd
Wil je van vmbo-t naar de havo? Dan is het goed om te weten dat veel scholen gemiddeld een 7 eisen, plus (vaak) wiskunde en een tweede vreemde taal naar keuze.
Kaderberoepsgericht Basisberoepsgericht
Keuze 2 vrije keuzevakken 1 vrije keuzevak + 1 beroepsgericht programma 1 groot beroepsgericht programma 1 groot beroepsgericht programma
Het precieze vakkenaanbod verschilt per sector en per school.
Zoek uit hoe het bij jou op school zit. Welke vrije keuzevakken of beroepsgerichte programma’s kun jij met jouw leerweg en sector volgen? Schrijf die op in het schema. Geef weer per vak of programma met een +, +/– of – aan hoe goed je erin bent, hoe leuk je het vindt etc.
Keuzevak/Programma’s Hoe goed Hoe leuk vind ben je erin? je het?
Belangrijk voor beroep of studie?
Advies vakdocent?
Bekijk het schema: welke keuzevakken en/of welk beroeps gericht programma kies je? 1. 2.
37 Tumult ’12-’13
Kiezen kan best lastig zijn. Heb je de juiste keuzes gemaakt? Twijfel je nog tussen twee vakken? Bespreek je twijfels met iemand die je vertrouwt en die je een goed advies kan geven. Bijvoorbeeld met je ouders/verzorgers, je decaan of je mentor.
4 • Kies je vakkenpakket Bekijk de vakken die je in deze les hebt gekozen. Twijfel je nog over sommige vakken? Nee. Ga door naar de volgende vraag. Ja. Over welke vakken twijfel je nog? Ik twijfel nog over deze vakken: 1. 2. Het kan handig zijn om bij de theoretische en de gemengde leerweg één of twee vakken uit een andere sector in je vrije deel te kiezen. Dan heb je meer ‘speelruimte’ bij het kiezen van een baan of vervolg opleiding.
3. Bespreek je twijfels met je mentor of decaan. En praat er ook over met je ouders/verzorgers. Probeer samen met hen tot een keuze te komen. Schrijf jouw vakkenpakket op de volgende pagina op. Vul de gegevens in en schrijf netjes alle vakken op die je kiest. Zet je handtekening eronder en laat het ook ondertekenen door je ouders.
38 Tumult ’12-’13
Mijn vakkenpakket Naam: Leerweg: Sector: Afdeling: Gemeenschappelijke vakken: 1. Nederlands 2. Engels 3. Maatschappijleer 1 4. Kunstvakken 1 5. Lichamelijke opvoeding Sectorvakken: Verplichte sectorvak: Tweede sectorvak: Vrije keuzevakken / Beroepsgericht programma: 1. 2. 3. Opmerkingen:
Datum: Jouw handtekening: Handtekening ouder/verzorger:
Gefeliciteerd! Je hebt je keuze gemaakt. Succes!
39 Tumult ’12-’13
Laatste ronde Bespreek je vakkenpakket met je ouders. Twijfel je nog over je vakkenkeuze? Bespreek de twijfels die je hebt opgeschreven met je ouders/verzorgers. Hebben zij nog vragen? Schrijf die hieronder op. 1.
?
2.
?
3.
?
Komen jullie er samen niet uit? Bespreek de vragen die jij en je ouders/verzorgers hebben dan nog eens met je mentor of decaan. Handtekening ouder/verzorger:
Deze les ging over … … jouw vakkenpakket. Wat jouw vakkenpakket wordt, hangt af van je leerweg en van de sector die je hebt gekozen. En van de vakken die jij zelf kiest. Je vakkenpakket is als volgt opgebouwd: 1. gemeenschappelijke vakken. Er zijn vijf verplichte gemeenschappelijke examenvakken. Het maakt niet uit welke sector of leerweg je volgt, iedereen moet deze vakken doen. 2. sectorvakken. Elke sector heeft één verplicht sectorvak. Daarnaast kies je zelf in overleg met je school een tweede sectorvak. 3. vrije keuzevakken of beroepsgericht programma. Tot slot kies je nog vrije keuzevakken (vmbo-t, vmbo-g) of een beroepsgericht programma (vmbo-g, vmbo-kb, vmbo-bb). Het precieze vakkenaanbod verschilt per sector en per school. … kies je vakkenpakket. Heb je nog twijfels over de keuze van je vakkenpakket? Bespreek je twijfels met iemand die je vertrouwt en die je een goed advies kan geven.
40 Tumult ’12-’13
Sectorwijzer Dit jaar kies je een sector en een afdeling. Ook bepaal je samen met je school welke leerweg je gaat volgen. Met behulp van deze Sectorwijzer kun je snel en gemakkelijk zien welke sector en afdeling het beste bij jou passen. Leerwegen Een leerweg is de manier van leren die het beste bij je past. Belangrijk daarbij is de vraag: ben je meer een denker of een doener? Er zijn vier leerwegen op het vmbo:
• • • •
Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg Theoretische leerweg
De leerwegen sluiten aan op de verschillende niveaus in het mbo. De definitieve keuze voor een leerweg wordt vaak door de school gemaakt op basis van je cijfers. Sectoren Een sector is een vakgebied. In een sector krijg je vakken die je voorbereiden op een vervolgopleiding of beroep in een bepaalde richting. Op het vmbo kun je kiezen uit vier sectoren: 1. Zorg & Welzijn 2. Landbouw/Groen 3. Techniek 4. Economie Afdelingen Binnen elke sector heb je afdelingen. Een afdeling is een onderver deling van een sector. Daarmee kies je nog preciezer een richting. Zo kun je binnen de sector Zorg & Welzijn voor Verzorging kiezen, maar ook voor Uiterlijke verzorging. En doe je de sector Techniek, dan kun je onder andere kiezen uit Bouwtechniek of Grafimedia. NB Je kiest alleen een afdeling als je de basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte of gemengde leerweg volgt. Dus niet als je de theoretische leerweg volgt. Hoe maak je de beste keuze? Bij een sectorkeuze gaat het over vijf dingen: 1. Wat zijn je interesses? 2. Wat zijn je vaardigheden? 3. Welke afdelingen vind je in elke sector? 4. Welke banen vind je in elke sector? 5. Welke vakken krijg je per sector? Op de volgende pagina vind je voor elke sector een schema waarin alle informatie over die sector staat.
41 Tumult ’12-’13
Zorg & Welzijn Afdeling
Interesses
Vaardigheden
Mogelijke banen
Verzorging
Mensen helpen
Verzorgen
Bejaardenverzorger
Je leert in een huishouding
Huishoudelijk werk
Omgaan met mensen
Medewerker
werken en mensen verzorgen
Medische dingen
Mensen begeleiden
kinderdagverblijf
en begeleiden, zoals zieken,
Verplegen
Gehandicaptenverzorger
gehandicapten, ouderen en
Geduldig zijn
Gezinshulp
kinderen.
Verpleger Jongerenwerker
Uiterlijke verzorging
Schoonheidsproducten
Haren knippen
Kapper
Je leert hoe je gezicht,
Make-up
Nagels verzorgen
Visagist
huid, haar, voeten en
Mensen mooi maken
Mensen opmaken
Pedicure
handen verzorgt en je leert
Uiterlijk
Mensen adviseren
Schoonheidsspecialist
verzorgingsproducten kennen.
Nagelstylist Wellness specialist
Sport en Dienstverlening
Sport
Met groepen werken
Sportleider
Je leert hoe je zorgt voor
Mensen helpen
Leiding geven
Beveiliger
een veilige omgeving
Veiligheid
Sporten
Politieagent
bij sportverenigingen,
Actie
Zelfstandig werken
Voetbaltrainer
Initiatief nemen
Sportmanager
gemeenten, beveiligingsbedrijven of politie.
Reisleider Brandweerman
Verplicht sectorvak: Biologie. Intrasectoraal programma: Zorg & Welzijn breed. Kenmerken: Je kunt mensen helpen door ze te leren sporten of gezonder te laten eten, door ze mooi te maken, door goed voor ze te zorgen of door te zorgen voor hun veiligheid. Je krijgt (misschien) ook te maken met wisselende diensten, een uniform en in sommige gevallen met bloed, urine, poep en pijn.
42 Tumult ’12-’13
Landbouw/groen Afdeling
Interesses
Vaardigheden
Mogelijke banen
Dierhouderij en
Dieren
Dieren verzorgen
Veehouder
-verzorging
Boerderij
Omgaan met dieren
Dierenartsassistent
Je leert dieren houden en
Verkoper dierenwinkel
verzorgen, zoals varkens,
Hondentrimmer
koeien, kippen en huisdieren.
Medewerker manege
Groene ruimte
Natuur
Met (tuin)gereedschap
Hovenier
Je leert hoe je de natuur
Buiten
en machines werken
Boswachter
beschermt en onderhoudt
Bos
Tuinieren
Medewerker
en hoe je tuinen aanlegt en
Snoeien
groenvoorziening
onderhoudt.
Voorlichten
Natuurbeheerder
Plantenteelt
Planten
Tractor rijden
Akkerbouwer
Je leert hoe je groenten, fruit
Buiten
Op het land werken
Fruitteler
en planten teelt, op het land of
Landbouw
Planten verzorgen
Bloembollenkweker
in kassen.
Groenten en fruit
Met (tuin)gereedschap en machines werken
Bloembinden en
Bloemen
Creatief zijn
Medewerker tuincentrum
-schikken
Planten
Met planten en bloemen
Bloemschikker
Je leert boeketten,
Creatief
werken
Medewerker
Met je handen werken
bloemenveiling
plantenarrangementen en bloemstukken maken. Verwerking agrarische
Eten / voeding
Onderzoeken
Productontwikkelaar
producten (voeding)
Proefjes doen
Koken
voeding
Je leert over voeding en de
Hygiënisch werken
Laborant
verwerking van agrarische
Proeven
Foodoperator
producten tot levensmiddelen.
Keurmeester
Verplicht sectorvak: Biologie. Intrasectoraal programma: Landbouw breed. Kenmerken: Je werkt met de natuur: dieren, bloemen, bomen/bos, groente en/of fruit. Je werkt (misschien) lekker buiten. Je krijgt (misschien) ook te maken met een overall, vieze handen, vroeg beginnen, regen en wind en zwaar werk.
43 Tumult ’12-’13
Techniek Afdeling
Interesses
Vaardigheden
Mogelijke banen
Bouwtechniek
Huizenbouw
Met gereedschap en
Timmerman
Je leert hoe je dingen bouwt,
Wegenbouw
machines werken
Aannemer
bijvoorbeeld meubels,
Schilderen
Schilder
gebouwen, bruggen of
Timmeren
Stukadoor
wegen. Elektrotechniek
Elektrische apparaten
Dingen repareren
Elektricien
Je leert hoe je elektronische
Computers
Met gereedschap werken
Computerreparateur
Met je handen werken
Tv- en radiomonteur
apparatuur (tv, computer etc.) maakt en repareert. Installatietechniek
Systemen
Dingen repareren
Loodgieter
Je leert hoe je gas-, water-,
Onderzoeken
Met gereedschap en
Verwarmingsmonteur
verwarmings- en koelinstalla-
machines werken
Installatiemonteur
ties aanlegt en onderhoudt.
Dingen installeren
Grafimedia
Vormgeving
Ontwerpen
Medewerker printmedia
Je leert hoe je kranten of
Creatief
Met machines werken
DTP-er
folders drukt, websites
Games
Opmaken
AV-medewerker
Met computers werken
Gamedesigner
ontwerpt of AV-producties maakt. Metaaltechniek
Machines
Met gereedschap en
Machinebouwer
Je leert werken met metaal
Metaal
machines werken
Metaalbewerker
en metaalbewerkings-
Monteren
Lasser
machines.
Dingen maken
Scheepvaart
Water
Varen
Matroos
Je leert werken aan boord
Boten
Navigeren
Schipper
van een schip, bijv. in de
Buiten
Samenwerken
Stuurman
visserij of binnenvaart.
Visser
Transport en Logistiek
Vervoer
Organiseren
Vrachtwagenchauffeur
Je leert hoe je de aan-, af-
Vrachtwagens
Met klanten omgaan
Heftruckbestuurder
en doorvoer van goederen
Reizen
Netjes werken
Planner
organiseert.
Magazijnmedewerker
Voertuigentechniek
Motoren
Dingen repareren
Automonteur
Je leert hoe je motoren en
Auto’s
Met gereedschap en
Fietsenmaker
voertuigen onderhoudt en
Fietsen
machines werken
Carrosseriebouwer
repareert.
Sleutelen
Verplicht sectorvak: Wiskunde. Intrasectoraal programma: Bouw breed; Metalektro; Instalektro. Kenmerken: Je gaat (waarschijnlijk) werken met machines. Je krijgt (misschien) te maken met uitvindingen. Je kunt (misschien) nieuwe dingen ontwerpen. Je krijgt (misschien) ook te maken met zwaar werk, vieze handen, overall, gevaarlijk werk, lawaai en stank.
44 Tumult ’12-’13
Economie Afdeling
Interesses
Vaardigheden
Mogelijke banen
Consumptief Horeca
Horeca
Koken en bakken
Kok
Je leert koken, serveren en
Mensen
Serveren
Gastvrouw
werken in bijv. een restaurant
Vrije tijd
Met klanten omgaan
Ober
of hotel.
Hotelreceptionist
Consumptief Bakker
Brood
Bakken
Broodbakker
Je leert broodbakken en
Bakken
Met klanten omgaan
Banketbakker
Iets moois/lekkers
Medewerker bakkerij
maken
Chocolatier
banketbakken.
Administratie
Bellen
Netjes werken
Telefonist / receptionist
Je leert hoe je een
Computer
Organiseren
Administratief
administratie bijhoudt en
Opruimen
Op de computer werken
medewerker
Telefoneren
Assistent accountant
communiceert met klanten. Handel en Verkoop
Spullen (ver)kopen
Met geld omgaan
Kassamedewerker
Je leert hoe je producten
Geld verdienen
Rekenen
Etaleur
Adviseren en verkopen
Verkoper
verhandelt en verkoopt. Mode en Commercie
Mode
Ontwerpen
Modeontwerper
Je leert alles over mode en
Kleding
Naaien
Medewerker styling
kleding (ontwerpen, naaien,
Creatief
Mensen adviseren
Kleermaker
Mooie dingen maken
Verkoper modewinkel
verkopen, etaleren etc.).
Verplicht sectorvak: Economie. Intrasectoraal programma: Handel & Administratie; Consumptief breed. Kenmerken: Je werkt met mensen. Je krijgt (waarschijnlijk) te maken met kopen en verkopen. Je krijgt (misschien) te maken met lekker eten en drinken en mooi presenteren. Je krijgt (misschien) ook te maken met nette kleren (pak, overhemd en stropdas), lastige klanten en werken van negen tot vijf of (in de horeca) juist met wisselende diensten.
45 Tumult ’12-’13
Intersectorale programma’s Twijfel je heel erg welke sector je moet kiezen? Op sommige scholen kun je een intersectoraal programma volgen. Dan combineer je vakken uit verschillende sectoren. Je volgt dus vakken in verschillende beroepsrichtingen. Op die manier stel je je definitieve sectorkeuze nog even uit. Inmiddels bieden zo’n 250 scholen intersectorale programma’s aan, zoals:
• • • • • •
Sport, Dienstverlening en Veiligheid Technologie en Commercie Technologie en Dienstverlening ICT-route Dienstverlening en Commercie Recreatie en Toerisme
Intrasectorale programma’s Weet je wel welke sector je gaat doen? Maar vind je het lastig om daarbinnen al een afdeling te kiezen? Veel scholen bieden intrasectorale programma’s aan. Dan kies je niet voor één afdeling, maar je maakt kennis met meerdere afdelingen. De definitieve keuze maak je dan pas als je naar het mbo gaat. Per sector kun je kiezen uit onderstaande intrasectorale programma’s. Let wel op, want niet iedere school biedt alle programma’s aan. Sector Techniek: • Bouw breed • Metalektro • Instalektro Sector Zorg & Welzijn: • Zorg en welzijn breed Sector Economie: • Handel en administratie • Consumptief breed Sector Landbouw: • Landbouw breed
46 Tumult ’12-’13
Formulier Interview
Een interview bestaat uit twee delen: 1. Voorbereiding Stap 1. Bedenk: wat wil je precies weten? Dat kan van alles zijn. Bijvoorbeeld wat jouw droombaan precies inhoudt. Of wat de voor- en nadelen zijn van een bepaalde oplei ding. Stap 2. Bedenk: wie kan die vragen het beste beantwoorden? Denk bijvoorbeeld aan iemand die dat beroep heeft of die opleiding doet. Probeer ook iemand te vinden die gemakkelijk te benaderen is (bijvoorbeeld een buurvrouw of een neef). Stap 3. Bedenk: hoe kun je die persoon benaderen? Kun je aan een adres, e-mailadres of telefoonnummer komen? Zoek daarvoor op internet, vraag aan je klasgenoten, ouders, docent etc. Stap 4. Neem contact op en maak een afspraak. Als je die gegevens hebt, mail of bel je die persoon. Bereid dat gesprek wel goed voor: wat is je doel en waarom heb je juist hem of haar benaderd? Stap 5. Bereid je interview voor. Zoek op internet of je informatie over het onderwerp kunt vinden. Kijk eventueel ook wat je op het internet over de persoon kunt vinden die je gaat interviewen. Maak daarna een vragenlijst. 2. Het interview Stap 1. Begin met een ijsbreker. Zeg iets over de ruimte waar het interview plaatsvindt, het weer of iets wat je hebt meegemaakt op weg naar het interview. Daarmee breek je het ijs en zal de geïnterviewde meer ontspannen zijn. Stap 2. Vertel wat je doel van het interview is. Leg uit waar je het interview voor doet en waarom je juist hem/ haar hebt gevraagd. Stap 3. Stel je vragen. Als je geïnteresseerd bent in zijn/haar mening, stel dan open vragen. Open vragen beginnen vaak met wanneer, wat, waarom en hoe. Als je juist feitelijkheden wilt weten, stel dan gesloten vragen. Op gesloten vragen kun je alleen antwoorden met ja of nee of een feit. Stap 4. Bedank de geïnterviewde, maak afspraken. Vergeet de geïnterviewde na afloop niet de bedanken voor de tijd en moeite. En vraag of hij/zij een verslag van het interview wil lezen.
47 Tumult ’12-’13
Tips
• Lees je vragen niet droog van het papier op, maar vraag door. Bijvoorbeeld als je iets niet begrijpt of meer wilt weten.
• Neem het interview op (bijvoorbeeld met je mobiele telefoon), dan kun je je aandacht bij het gesprek houden.
• Neem een open houding aan. Laat zien dat je geïnteresseerd bent.
Vraag 1: Vraag 2: Vraag 3: Vraag 4: Vraag 5: Vraag 6: Vraag 7: Vraag 8: Vraag 9: Vraag 10:
48 Tumult ’12-’13
Jouw Tipkaart Schrijf hier de tips op die jij echt handig vindt! Zet erbij op welke pagina de tip staat. Zo heb je altijd handige tips bij de hand.
Pagina:
2
Pagina:
Als je weet wat je dromen zijn, heb je de grootste kans dat ze uitkomen!
Tip:
Pagina:
Pagina:
Tip:
Tip:
Pagina:
Pagina:
Tip:
Tip:
Pagina:
Pagina:
Tip:
Tip:
Pagina:
Pagina:
Tip:
Tip:
Tip:
geen tumult
veel tumult te veel tumult
te weinig tumult
ISBN 978-94-6114-112-5
4 Tumult ’08-’09
9 789461 141125 ISBN: 978-90-77655-??-?