OPLEIDINGSEISEN ‘TUBERCULOSEBESTRIJDING ‘ VAN DE VVAWT ten behoeve van het PROFIEL TUBERCULOSEBESTRIJDING VAN DE OPLEIDING TOT ARTS MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID
Januari 2006
In dit document worden de opleidingseisen voor de scholing in het tuberculoseprofiel beschreven, die de VvAwT stelt aan artsen Maatschaatschappij en Gezondheid (AMG) die de functie ‘arts tuberculosebestrijding’ gaan uitoefenen. Deze eisen zijn aangepast aan de organisatie en structuur van de opleiding tot arts M&G, die vanaf januari 2006 van start gaat. De opbouw van het document is als volgt. Op blz.2 wordt een schematisch overzicht gegeven van de duur van de verschillende onderdelen van de opleiding van het ‘tuberculoseprofiel’. Daarna wordt in bijlage 1 tot en 5 uitwerking gegeven aan de verschillende onderdelen. Op iedere eerste bladzijde van een bijlage wordt in algemene termen het onderdeel (assistenschap, stage etc) beschreven. Vervolgens wordt in diezelfde bijlage getoond aan welke leerdoelen dit onderdeel een bijdrage levert. Deze leerdoelen zijn ontleend aan het VvAwT-document ‘Leerdoelen voor de kwalificatie tot sociaal geneeskundige tuberculosebestrijding’ van juli 2000. Met dit pakket is een logisch en overzichtelijk geheel ontstaan van de opleidingseisen en de leerdoelen waarnaar de TB-profielfase van de opleiding tot AMG moet leiden.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 1/17
SCHEMATISCH OVERZICHT
OPLEIDINGSEISEN PROFIEL ‘TUBERCULOSEBESTRIJDING ‘ VOOR DE OPLEIDING TOT ARTS MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID Versie januari 2006
No
Onderdeel
Onderwijsvor m Assistentschap
Duur
Beschrijving/voorstel
1
Kliniek longziekten
22 weken
Zie bijlage 1
2
GGD afdeling tuberculosebestrijding, waarvan 14 weken in een tbc-afdeling met > 120 patiënten en 26 weken in een tbc-afdeling met backofficefunctie voor de regio.
Assistentschap
40 weken
Zie bijlage 2
3
Sanatorium
Assistentschap
4 weken
Zie bijlage 3
4
Cursorisch onderwijs + Capita selecta TB-control: 40 dagen tuberculoseprofiel en 19 dagen keuze-onderwijs (naast 21 dagen scholing sociaal geneeskundige basis)
Cursorisch onderwijs
Variabel
Zie bijlage 4
5
Laboratorium
Stage
1 week
Zie bijlage 5
6
Cursus stralingshygiene Boerhave/IRS (Leiden)
Cursorisch onderwijs
1 week (incl. Examen)
Wettelijk verplichte cursus
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 2/17
Bijlage 1
1
Assistentschap afdeling longziekten en tuberculose in een ziekenhuis
Inleiding / toelichting Een tuberculose-arts komt in de praktijk patiënten tegen waarbij de diagnose tuberculose (nog) niet is gesteld. Om een goede diagnose (wel/niet tuberculose) te kunnen stellen is ook kennis van en inzicht in andere longziekten een vereiste. Algemeen doel Inzicht krijgen in de diagnostische en therapeutische mogelijkheden voor longziekten in het algemeen. Doelen assistentschap Na afloop van het assistentschap kan de arts maatschappij en gezondheid in opleiding (amgio): • Zelfstandig anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek verrichten bij patiënten met pulmonale klachten; • Deze gegevens hanteren voor de diagnostiek van longziekten en aanvullend onderzoek indiceren; • Een thoraxfoto beoordelen en kent hij/zij de betekenis van andere beeldvormende technieken van de thorax; • Op basis van anamnese en/aanvullende diagnostiek het beleid bepalen; • Aangeven hoe in een ziekenhuis met tuberculose en tuberculoseprventie wordt omgegaan en welke rol de tuberculose-arts van de GGD hierbij kan spelen.
Methoden Dit assistentschap dient vervuld te worden in een kliniek met opleidingsbevoegdheid voor longartsen. In onderling overleg met de betrokken instelling stelt de amgio een programma op waarin in ieder geval is opgenomen: • Onder supervisie patiënten zien op polikliniek; • Onder supervisie zorg dragen voor een aantal patiënten op zaal; • Bijwonen en actief deelnemen aan patiëntenbesprekingen, röntgenbesprekingen en onderwijsactiviteiten voor arts-assistenten; • Bijwonen van bijeenkomsten van de infectieziektecommissie en de afdeling ziekenhuishygiene. Duur 22 weken full time Beoordeling van het assistentschap • Tussentijdse evaluatie na 8 weken waarin het functioneren besproken wordt en het programma zo nodig bijgesteld; • Eindgesprek met de longarts-opleider, waarin o.a. wordt gekeken of de doelen zijn gehaald. De amgio maakt een kort verslag van dit gesprek: dit wordt door de opleider en amgio ondertekend.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 3/17
Bijlage 1
Het assistentschap levert vooral een bijdrage aan de leerdoelen: 1.2
De arts-tuberculose kan het op risicogroepen gerichte landelijke interventiebeleid naar de regio interpreteren, uitvoeren en evalueren. •
Op specialistisch niveau communiceren met huisartsen, specialisten, microbiologen en andere medische professionals.
3.1
De arts tuberculosebestrijding kan pulmonale en een aantal extrapulmonale vormen van tuberculose diagnosticeren alsmede andere artsen adviseren met betrekking tot de diagnostiek van tuberculose. • Verklaren hoe, na infectie, een granuloom zich ontwikkelt tot een caverne en hoe fibrosering en calcificatie, zwoerdvorming, ofwel “de specifieke restafwijking” tot stand komt; • Bepalen wat het functioneel verlies c.q. herstel van de long is na tuberculose; • De verschillende vormen van respiratoire tuberculose herkennen; • Primaire en secundaire (reactivatie) tuberculose herkennen; • Argumenten voor endogene reactivatie versus exogene reïnfectie opsommen; • Voorkeurslocaties van extrapulmonale tuberculose aangeven; • Klinische manifestaties aangeven bij gestoorde cellulaire immuniteit, miliaire of gedissemineerde tuberculose; • De anamnese en het lichamelijk onderzoek hanteren voor de (differentiaal) diagnose van tuberculose; • Een diagnostisch plan opstellen voor een patiënt met afwijkende symptomatologie of thoraxfoto (alle afwijkingen).
3.1.1
De arts kan de thoraxfoto hanteren als (differentiaal-) diagnostisch instrument bij individueel of screeningsonderzoek • Weergeven wat de betekenis is van de thoraxfoto in individueel en screeningsonderzoek; • Weergeven wat de invloed van de tuberculoseprevalentie is op de positief voorspellende waarde van thoraxscreening; • De thoraxfoto beoordelen op technische afwijkingen; • De thoraxfoto beoordelen op medisch afwijkingen.
3.1.2
De arts kan de bacteriologische diagnostiek hanteren bij de (differentiaal-) diagnostiek van tuberculose (ZN, auramine, kweek (vast/vloeibaar) en resistentiebepaling) • De betekenis aangeven van sputumonderzoek voor de opsporing van tuberculose; • Kan het klassieke en moderne bacteriologisch onderzoek indiceren en interpreteren; • De gevoeligheid en specificiteit van de verschillende bacteriologische onderzoeken weergeven; • Een banale sputumkweek indiceren (diff.diagn).
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 4/17
Bijlage 1
3.1.3
De arts kan overige klinische diagnostische methoden hanteren bij de (differentiaal-) diagnostiek van tuberculose • Weergeven wat de plaats, betekenis en beperking is van de overige klinische diagnostische mogelijkheden; • Functionele beperkingen als gevolg van actieve dan wel vroeger doorgemaakte tuberculose herkennen en de diagnostische methoden ter evaluatie van deze beperkingen aangeven; • Leverfunctiebepalingen op juiste wijze indiceren; • Een diagnostische klier- of pleurapunctie of andere verrichtingen indiceren.
3.2
De arts tuberculosebestrijding kan een tuberculose-infectie bij patiënten diagnosticeren. • Aangeven hoe de wederzijdse immunologische interactie tussen HIV en M.tuberculosis op de patiënt uitwerkt; • De anamnese en eventueel het lichamelijk onderzoek hanteren voor de schatting van het risico van tuberculose-infectie.
4.2
De arts-tuberculosebestrijding kan patiënten met actieve tuberculose behandelen alsmede andere artsen adviseren m.b.t. de behandeling van tuberculose. • Weergeven wat de betekenis en beperking is van klinische opname voor de behandeling van tuberculose; • De kennis over algemene kenmerken/eigenschappen van de tuberkelbacterie in de praktijk toepassen; • Rekening houden met de verschillende farmacologische en farmacokinetische eigenschappen van de diverse tuberculostatica; • Rekening houden met interacties van tuberculostatica en andere geneesmiddelen; • De behandeling van de individuele patiënt instellen, afgestemd op de specifieke situatie inclusief het gevoeligheidspatroon; • Het therapeutisch effect van de behandeling “monitoren”(zie ook diagnostiek).
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 5/17
Bijlage 2
2
Assistentschap GGD, afdeling Tuberculosebestrijding
Inleiding/toelichting De afdeling Tuberculosebestrijding van de GGD is één van de meest waarschijnlijke werkterreinen van een arts tuberculosebestrijding. Een assistentschap op een afdeling tuberculosebestrijding van een GGD is noodzakelijk voor het verkrijgen kennis, vaardigheid en de attitude m.b.t. de bestrijding van tuberculose in Nederland en de rol van de tuberculosearts daarin. Algemeen doel Verkrijgen van kennis, vaardigheid en attitude (KVA) ten behoeve van het bestrijden van tuberculose met aandacht voor zowel de individuele als de ‘public health’ invalshoek. Doelen assistentschap Na afloop van het assistentschap: • Heeft de arts maatschappij en gezondheid in opleiding (amgio) inzicht in de functie, taak en rol van de GGD in de tuberculosebestrijding in Nederland; • Heeft de amgio ervaring opgedaan met het functioneren als arts tuberculosebestrijding binnen een GGD ten aanzien van de individuele als de ‘public health’ invalshoek; • Heeft de amgio inzicht in het beleid ten aanzien van de verschillende risicogroepen; • Heeft de amgio ervaring opgedaan met het organiseren van contactonderzoek; • Kent de amgio het regionaal netwerk inzake tuberculose; • Heeft de amgio inzicht in hoe de regionale surveillance wordt vormgegeven (incl. de verslaglegging); • Heeft de amgio inzicht in welke mechanismen van kwaliteitscontrole worden toegepast. Methoden In onderling overleg met de opleider onder wiens hoede het assistentschap plaatsvindt, stelt de amgio een programma op waarin in ieder geval is opgenomen: • Onder supervisie houden van tuberculose-spreekuur; • Discussie aan de hand van casuïstiek met tuberculose-artsen; • Analyseren van het regionale bestrijdingsbeleid en het rapporteren hierover (o.m. ten aanzien van regionale surveillance, risicogroepenbeleid, uitvoering contactonderzoek, infectiepreventie, netwerkonderhoud); • Het bijwonen van activiteiten van andere beroepsgroepen in de tuberculosebestrijding (sociaal-verpleegkundigen, medisch-technisch medewerkers); • Verdiepen in individuele casussen en bestrijdingsproblemen (bijvoorbeeld contactonderzoek); • Gebruik van internet en analyse van relevante literatuur; • Contact leggen met andere betrokken organisaties. Duur 40 weken full time, waarvan 14 weken op een afdeling tuberculosebestrijding (van een GGD) met minimaal 120 tuberculosepatiënten per jaar in het verzorgingsgebied. De praktijkscholing gedurende de overige 26 weken vindt plaats tuberculoseafdeling met een backofficefunctie voor de regio. Beoordeling van assistentschap • Tussentijdse evaluaties conform de systematiek binnen de opleiding M&G met aandacht voor het gegeven dat er in beide GGD’en een praktijkopleider is. • Eindgesprek met opleider-arts tuberculosebestrijding: hierin wordt o.a. gekeken of de doelen van het assistentschap zijn behaald. De amgio maakt een kort verslag van dit gesprek: dit wordt door de opleider en amgio ondertekend. Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 6/17
Bijlage 2
Het assistentschap levert vooral een bijdrage aan de leerdoelen: 1.1.1 De arts-tuberculosebestrijding kan de tuberculosesituatie in zijn werkgebied bewaken door gegevensverzameling, epidemiologische registratie en analyse en een daarop gebaseerde strategie van bestrijding formuleren en evalueren. D.w.z. de arts kan: • het natuurlijk beloop van de epidemie in een populatie beschrijven en het effect van bestrijdingsmaatregelen en programma’s daarop aangeven; • de tuberculosesituatie inzichtelijk maken voor zowel lekenbestuurders als partners in de gezondheidszorg onder meer door een gedetailleerd jaarverslag; • de toekomstige ontwikkelingen op het terrein van de regionale tuberculose-epidemiologie globaal inschatten en een bestrijdingsplan formuleren; • de betekenis aangeven van de administratieve aspecten in de organiseerde tuberculosebestrijding; • de relatieve betekenis aangeven van actieve en passieve opsporing bij de bestrijding van tuberculose in Nederland; • verschillen aangeven en verklaren tussen de tuberculose-epidemiologie in niet geïndustrialiseerde landen ten opzichte van die in geïndustrialiseerde landen. 1.2 • • • • • •
•
De arts-tuberculosebestrijding kan het op risicogroepen gerichte landelijke interventiebeleid naar de regio interpreteren, uitvoeren en evalueren. D.w.z. de arts kan: een strategie met prioriteiten formuleren bij de uitvoering van passieve en actieve opsporingsactiviteiten; relevante wetgeving op zijn werkterrein toepassen; het risicogroepen-beleid van de Commissie Praktische Tuberculosebestrijding (CPT) toepassen en in de lokale praktijk uitvoeren door het opstellen en implementeren van protocollen en procedures; een analyse maken van in de eigen regio aanwezige risicogroepen; een netwerk van (al dan niet zijdelings) bij de tuberculosebestrijding betrokken instanties in het werkgebied opbouwen en onderhouden; op specialistisch niveau communiceren met huisartsen, specialisten, microbiologen en andere medische professionals; wetenschappelijke literatuur op het gebied van de tuberculosebestrijding beoordelen en interpreteren.
1.2.1 De arts kan een lokaal screeningsbeleid opzetten, onderhouden en evalueren. • De prevalentie van tuberculose en tuberculose-infectie meten in de (deel-)populatie; • Op basis van epidemiologische gegevens bepalen welke groepen als risicogroep gekenmerkt kunnen worden; • Contact onderhouden met organisaties in de regio ter bevordering van de screening; • Een protocol / werkprocedure opstellen voor screening van een specifieke doelgroep; • Een rapportage maken van het screeningsonderzoek voor diverse belanghebbenden. 1.2.2 De arts kan een contactonderzoek initiëren, controleren en evalueren: • het nut van contactonderzoek onderbouwen en de basis van het ringprincipe verklaren en toepassen; • determinanten voor besmettelijkheid onderscheiden en een risicoschatting maken; • op basis van de risicoschatting tot contactonderzoek besluiten en bepalen wie hiervoor in aanmerking komen; Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 7/17
Bijlage 2
• • • • • •
het moment bepalen waarop onderzoek wordt uitgebreid dan wel gestaakt; wetenschappelijke argumenten voor een (grootschalig) onderzoek scheiden van eventueel aanwezige politiek/bestuurlijke motieven; medisch-inhoudelijke leiding geven aan het onderzoek; anticiperen op mogelijke onrust; omgaan met de media; een rapportage maken van het onderzoek voor diverse belanghebbenden.
1.2.3 De arts kan een BCG-vaccinatieproject opzetten, onderhouden en evalueren: • de historische betekenis van BCG-vaccinatie weergeven; • de verschillende bevindingen op het gebied van het beschermende effect van BCG verklaren; • de indicatie tot BCG-vaccinatie stellen op basis van eigen risico-inschatting in samenhang met landelijke richtlijnen; • complicaties herkennen en de aard daarvan verklaren; • adequaat reageren op complicaties; • een eventueel verhoogde incidentie van complicaties signaleren, onderzoeken en rapporteren; • nieuwe richtingen aangeven van de ontwikkeling van vaccins; • beoordelen of de vaccinatie op juiste wijze wordt gezet; • de kwaliteit van de BCG-vaccinatie binnen de afdeling bewaken; • rapporteren m.b.t. het (lokale) BCG programma. 2.1
• • • •
• • • • • • 3.1 • • • •
De arts-tuberculosebestrijding kan hygiënische maatregelen nemen ter preventie van transmissie op de eigen afdeling alsmede derden adviseren met betrekking tot infectiepreventie. De besmettingsroutes toelichten; De diverse factoren onderscheiden, die de blootstelling en transmissie –in het algemeenbepalen; De besmettelijkheid van een patiënt bepalen; Procedures voor isolatie van besmettelijke patiënten opstellen; een risicoschatting/-evaluatie maken voor een ruimte en de gebruikers; op basis van een risicoschatting hygiënische maatregelen treffen/adviseren; landelijke richtlijnen voor personeel van risicoafdelingen vertalen naar specifieke situaties, inclusief de periodieke screening van contactgroepen;1 procedures voor het periodiek onderzoek van contactgroepen opstellen; procedures voor isolatie van besmettelijke patiënten opstellen; samenwerking tussen GGD en ziekenhuis of andere risicosetting afstemmen. De arts tuberculosebestrijding kan pulmonale en een aantal extrapulmonale vormen van tuberculose diagnostiseren alsmede andere artsen adviseren met betrekking tot de diagnostiek van tuberculose. De verschillende vormen van respiratoire tuberculose herkennen; Primaire en secundaire (reactivatie) tuberculose herkennen; Voorkeurslocaties van extrapulmonale tuberculose aangeven; De anamnese en het lichamelijk onderzoek hanteren voor de diagnose van tuberculose.
1
Met contactgroepen worden werknemers bedoeld, die door hun werk met mensen uit een risicogroep een verhoogd infectierisico lopen.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 8/17
Bijlage 2
3.1.1
De arts kan de thoraxfoto hanteren als diagnostisch instrument bij individueel en screeningsonderzoek. Weergeven wat de betekenis is van de thoraxfoto in individueel en screenings-onderzoek; De thoraxfoto beoordelen op technische afwijkingen; De thoraxfoto beoordelen op medisch-inhoudelijke afwijkingen; In de juiste situatie een thoraxfoto indiceren.
• • • •
3.1.2
De arts kan de bacteriologische diagnostiek hanteren bij de diagnostiek van tuberculose. De betekenis aangeven van sputumonderzoek voor de opsporing van tuberculose; Kan het klassieke en moderne bacteriologisch onderzoek indiceren en interpreteren; Kan, indien relevant, beoordelen of het microscopisch sputumonderzoek (Ziehl-Neelsen) op de juiste wijze wordt uitgevoerd;
• • •
3.2 •
4.1
• • • • • 4.2 • • • • • • • • • •
De arts-tuberculosebestrijding kan een tuberculose-infectie bij patiënten diagnosticeren. Aangeven hoe de wederzijdse immunologische interactie tussen HIV en M.tuberculosis op de patiënt uitwerkt; De arts-tuberculosebestrijding kan patiënten met tuberculose-infectie profylactisch behandelen alsmede andere artsen adviseren m.b.t. de behandeling van tuberculose-infectie. D.w.z. de arts kan: het doel van profylaxe aangeven en de belangrijkste studies die de basis vormen voor toepassing van INH-profylaxe weergeven; aangeven wat de effectiviteit is van regimes van 3, 6 en 12 maanden in verschillende trials; de indicatie stellen voor primaire en secundaire profylaxe; de alternatieven regimes voor INH-profylaxe toepassen en de indicatie stellen voor de verschillende alternatieven; kan de profylaxe begeleiden, bijwerkingen herkennen en eventuele maatregelen treffen.
De arts-tuberculosebestrijding kan patiënten met actieve tuberculose behandelen alsmede andere artsen adviseren m.b.t. de behandeling van tuberculose. D.w.z. hij kan: de huidige behandeling in een historisch perspectief plaatsen; weergeven wat de betekenis en beperking is van klinische opname voor de behandeling van tuberculose; kan de factoren weergeven die van invloed zijn op het effect van de medicamenteuze therapie van tuberculose; de kennis over algemene kenmerken/eigenschappen van de tuberkelbacterie in de praktijk toepassen; rekening houden met de verschillende farmacologische en farmacokinetische eigenschappen van de diverse tuberculostatica; rekening houden met de interacties van tuberculostatica en andere geneesmiddelen; achtergronden aangeven van het behandelingsregime; aangeven wat de effectiviteit is van de moderne, korte tweefasen behandeling; aangeven wat de wetenschappelijke basis is van intermitterende behandeling; de richtlijnen toepassen inzake de (verkorte) behandeling van tuberculose evenals de richtlijn voor multiresistentie;
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 9/17
Bijlage 2
• • • • • • • • • •
de behandeling van de individuele patiënt instellen, afgestemd op de specifieke situatie inclusief het gevoeligheidspatroon; het therapeutisch effect van de behandeling “monitoren” (zie ook diagnostiek); de patiënt motiveren voor de langdurende behandeling, rekening houdend met culturele barrières, stigma en bijgeloof; de voordelen aangeven van en indicatie stellen voor gesuperviseerde behandeling (DOTS); de voortgang van de behandeling monitoren, bijwerkingen en complicaties in de praktijk tijdig signaleren (zie ook diagnostiek); behandelingsresultaten meten, beschrijven en rapporteren; in samenwerking met de sociaal-verpleegkundige therapietrouw monitoren en bevorderen; de indicatie stellen voor opname in een ziekenhuis of sanatorium; een onvrijwillige opname van een patiënt regelen binnen de wettelijke kaders; samenwerken met diverse instanties betrokken bij de zorg van patiënten uit de risicogroepen.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 10/17
Bijlage 3
3
Assistentschap sanatorium
Inleiding/toelichting Assistentschap in een sanatorium is belangrijk voor een amgio, om inzicht te krijgen in verschillende vormen van tuberculose en de indicaties voor opname in een sanatorium. Tevens levert een assistentschap in een sanatorium een goed beeld van de gespecialiseerde diagnostische en therapeutische mogelijkheden die worden geboden. Algemeen doel Inzicht krijgen in vormen van tuberculose die behandeling in een gespecialiseerd centrum behoeven met aandacht voor diagnostische en therapeutische mogelijkheden. Doelen assistentschap Na afloop van het assistentschap: • kent de arts maatschappij en gezondheid in opleiding (amgio) ten aanzien van pulmonale, extra-pulmonale en a-typische tuberculose: - de klinische beelden - de diagnostische methoden (laboratorium, bacteriologie, röntgenologie) - de therapeutische methoden (medicamenteus en niet-medicamenteus) • heeft de amgio inzicht in de indicaties voor klinische behandeling (ziekenhuis en tuberculose-centrum); • heeft de amgio inzicht in de medicamenteuze behandelprincipes, met toepassing van eerste- en tweedelijns medicijnen; • kan de amgio de tuberculosebehandeling (compliance, bijwerkingen en effectiviteit) monitoren; • kent de amgio de klinische beelden en behandelmodaliteiten van tuberculose bij AIDS. Methoden In onderling overleg met de longarts/begeleider van de betrokken instelling stelt de amgio een programma voor het assistentschap op waarin in ieder geval is opgenomen: • Onder supervisie patiënten zien op de polikliniek; • Onder supervisie lopen van visites; • Onder supervisie behandelen van patiënten; • Discussie aan de hand van patiëntencasuïstiek met sanatorium-artsen; • Verdiepen in individuele casussen; • Gebruik van internet; • Bestuderen van de standaardantwoorden op veel gestelde vragen aan de consulenten klinische tuberculose. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een uitgebreide hoeveelheid literatuur van vrijwel alle facetten betreffende de tuberculose en de correspondentie in het kader van de klinische consulentfunctie van KNCV Tuberculosefonds; • Analyse van relevante literatuur. Duur 4 weken full time Beoordeling van het assistentschap • Eindgesprek met begeleider: hierin wordt o.a. gekeken of de doelen voor het assistentschap zijn behaald. De amgio maakt en kort verslag van dit gesprek: dit wordt door de begeleider en amgio ondertekend.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 11/17
Bijlage 3
Het assistentschap levert vooral een bijdrage aan de leerdoelen: 1.3
De arts-tuberculosebestrijding kan het op risicogroepen gerichte landelijke interventiebeleid naar de regio interpreteren, uitvoeren en evalueren. D.w.z. de arts kan: • Op specialistisch niveau communiceren met huisartsen, specialisten, microbiologen en andere medische professionals.
3.2
De arts tuberculosebestrijding kan pulmonale en een aantal extrapulmonale vormen van tuberculose diagnostiseren alsmede andere artsen adviseren met betrekking tot de (differentiaal-) diagnostiek van tuberculose. • Bepalen wat het functioneel verlies c.q. herstel van de long is na tuberculose; • De verschillende vormen van respiratoire tuberculose herkennen; • De prognose aangeven van een sluimerende (sub)apicale laesie; • Primaire en secundaire (reactivatie) tuberculose herkennen; • Argumenten voor endogene reactivatie versus exogene reïnfectie opsommen; • Voorkeurslocaties van extrapulmonale tuberculose aangeven; • Klinische manifestaties aangeven bij gestoorde cellulaire immuniteit, miliaire of gedissemineerde tuberculose; • De anamnese en het lichamelijk onderzoek hanteren voor de (differentiaal) diagnose van tuberculose; • Een diagnostisch plan opstellen voor een patiënt met afwijkende symptomatologie of thoraxfoto (alle afwijkingen).
3.1.3
De arts kan de thoraxfoto hanteren als (differentiaal-)diagnostisch instrument bij individueel en screeningsonderzoek. • Weergeven wat de betekenis is van de thoraxfoto in individueel en screeningsonderzoek; • De thoraxfoto beoordelen op technische afwijkingen; • De thoraxfoto beoordelen op medisch-inhoudelijke afwijkingen; • In de juiste situatie een thoraxfoto indiceren.
3.1.4
De arts kan de bacteriologische diagnostiek hanteren bij de (differentiaal-) diagnostiek van tuberculose. • De betekenis aangeven van sputumonderzoek voor de opsporing van tuberculose; • Kan het klassieke en moderne bacteriologisch onderzoek indiceren en interpreteren; • Kan, indien relevant, beoordelen of het microscopisch sputumonderzoek (ZiehlNeelsen) op de juiste wijze wordt uitgevoerd; • De gevoeligheid en specificiteit van de verschillende bacteriologische onderzoeken weergeven.
3.1.5
De arts kan overige klinische diagnostische methoden hanteren bij de (differentiaal) diagnostiek van tuberculose. • Weergeven wat de plaats, betekenis en beperking is van de overige klinische diagnostische mogelijkheden; • Functionele beperkingen als gevolg van actieve dan wel vroeger doorgemaakte tuberculose herkennen en de diagnostische methoden ter evaluatie van deze beperkingen aangeven; • Leverfunctiebepaling op juiste wijze indiceren; • Een diagnostische klier- of pleurapunctie of andere verrichtingen indiceren (en, indien relevant zelf verrichten).
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 12/17
Bijlage 3
3.2 • • • 4.2 • • • • • • • • • • • • • • • • •
De arts-tuberculosebestrijding kan een tuberculose-infectie bij patiënten diagnosticeren. Aangeven hoe de wederzijdse immunologische interactie tussen HIV en M.tuberculosis op de patiënt uitwerkt; Gastheergebonden factoren aanwijzen, die van invloed zijn op de celgebonden immuniteit; Oorzaken aangeven van (huid)anergie. De arts-tuberculosebestrijding kan patiënten met actieve tuberculose behandelen alsmede andere artsen adviseren m.b.t. de behandeling van tuberculose. Weergeven wat de betekenis en beperking is van klinische opname voor de behandeling van tuberculose; Kan de factoren weergeven die van invloed zijn op het effect van de medicamenteuze therapie van tuberculose; De kennis over algemene kenmerken/eigenschappen van de tuberkelbacterie in de praktijk toepassen; Rekening houden met de verschillende farmacologische en farmacokinetische eigenschappen van de diverse tuberculostatica; Rekening houden met de interacties van tuberculostatica en andere geneesmiddelen; Achtergronden aangeven van het behandelingsregime; Aangeven wat de effectiviteit is van de moderne, korte tweefasen behandeling; Aangeven wat de wetenschappelijke basis is van intermitterende behandeling; De richtlijnen toepassen inzake de (verkorte) behandeling van tuberculose evenals de richtlijn voor multiresistentie; De behandeling van de individuele patiënt instellen, afgestemd op de specifieke situatie inclusief het gevoeligheidspatroon; Het therapeutisch effect van de behandeling “monitoren” (zie ook diagnostiek); De patiënt motiveren voor de langdurende behandeling, rekening houdend met culturele barrières, stigma en bijgeloof; De voordelen aangeven van een indicatie voor gesuperviseerde behandeling (DOTS); De voortgang van de behandeling monitoren, bijwerkingen en complicaties in de praktijk tijdig signaleren (zie ook diagnostiek) Behandelingsresultaten meten, beschrijven en rapporteren; De indicatie stellen voor opname in een ziekenhuis of sanatorium; Een onvrijwillige opname van een patiënt regelen binnen de wettelijke kaders.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 13/17
Bijlage 4
4
Cursorisch onderwijs TB: onderwerpen
Inleiding/toelichting Om als arts tuberculosebestrijding te kunnen werken, is een goede theoretische basis noodzakelijk. Kennis zal moeten worden verworven middels het volgen van cursussen, zelfstudie en in de vorm van gezamenlijke studiebijeenkomsten met toekomstige collega’s. Algemeen doel Algemene kennis opdoen omtrent diagnose, behandeling en de bestrijding van tuberculose. Doelen cursorisch onderwijs Na afloop van het cursorisch onderwijs: • Heeft de arts maatschappij en gezondheid in opleiding (amgio) theoretische kennis van de ziekte tuberculose, de diagnose en behandeling van tuberculose; • Heeft de amgio theoretische kennis van de bestrijding van tuberculose; Methoden: De amgio doet kennis op middels het volgen van cursussen, zelfstudie en gezamenlijke studiebijeenkomsten. Inhoud: De onderwerpen die in het cursorisch onderwijs aan de orde moeten komen, richten zich op categorieën: 1. Kliniek van tuberculose 2. Bestrijding van tuberculose
De onderwerpen die onder de eerste twee genoemde categorieën vallen, zijn hieronder weergegeven. • • • • • • • • •
Kliniek Pathogenese en Immunologie Klinische beelden (P + EP) Diagnostiek Behandeling en begeleiding Bacteriologie Resistentie HIV/TB BCG MOTT
• • • • • • • • •
Bestrijding Epidemiologie Transmissie Contactonderzoek / outbreak management Risk-group management Infectiepreventie Latente tuberculose infectie DOTS Surveillance RFLP
Bovenstaande onderwerpen komen niet in één cursus aan de orde. Dat is ook niet noodzakelijk. Aan een bepaalde duur van het specifiek tuberculose-onderwijs (zowel klinische tuberculose als onderwerpen gericht op de bestrijding van tuberculose) worden vanuit de VvAwT geen eisen gesteld, aangezien de bestaande cursusssen sterk variëren qua samenstelling van het programma en in aandacht voor de verschillende onderwerpen. Wel is de eis dat ten aanzien van bovengenoemde onderwerpen cursorisch onderwijs is gevolgd. De cursus stralingshygiëne (niveau 4a) geldt ook als eis, momenteel (2004) 1 week inclusief examen.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 14/17
Bijlage 4
Enkele mogelijkheden voor cursussen zijn op dit moment (2003): -
Cursorisch praktijkonderwijs NSPOH-GGD R’dam (10 dagen) Module tuberculose control NSPOH-KNCV (3 dagen) Cursus contactonderzoek KNCV (3 dagen) NVALT cursusdagen (4 dagen), Clinical management and control of tuberculosis. National Jewish Medical and Research Center, Denver (1 week), Tuberculosis: clinical aspects of diagnosis, management and control. The British Council, Liverpool (1 week), IUATLD cursus in Hanoi of Arusha (10 dagen),
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 15/17
Bijlage 5
5
Stage laboratorium
Inleiding/toelichting Microbiologische laboratoriumdiagnostiek is een belangrijk hulpmiddel bij het stellen van de diagnose tuberculose. De arts AMG, profiel TB moet kennis hebben van de toepassingen van deze methoden. Algemeen doel Inzicht krijgen in het bacteriologisch onderzoek en de mogelijkheden en toepassingen daarvan, dat wordt gebruikt in de tuberculosebestrijding. Doel stage Na afloop van de stage: • Kent de arts maatschappij en gezondheid in opleiding (amgio) de verschillende bacteriologische onderzoekstechnieken en de toepassing daarvan bij het diagnosticeren van tuberculose; • Kan de amgio de uitvoering beschrijven van de verschillende bacteriologische onderzoekstechnieken; • Kan de amgio de resultaten beoordelen van de verschillende bacteriologische onderzoekstechnieken. Methoden In onderling overleg met de betrokken instelling stelt de amgio een programma voor de stage op waarin in ieder geval is opgenomen: • Meekijken met de opzet en uitvoering van bacteriologisch onderzoek (Ziehl-Nielsen, Auramine, kweekmethoden (vast/vloeibaar), gevoeligheidsbepaling, PCR, RFLP), zowel op een perifeer als op het referentie laboratorium (Bilthoven). Duur 1 week full time Beoordeling van de stage • Eindgesprek met stageverlener: hierin wordt o.a. gekeken of de doelen voor de stage zijn behaald. De amgio maakt en kort verslag van dit gesprek: dit wordt door de stageverlener en amgio ondertekend.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 16/17
Bijlage 5
De stage levert vooral een bijdrage aan de leerdoelen: 1.4
De arts-tuberculosebestrijding kan het op risicogroepen gerichte landelijke interventiebeleid naar de regio interpreteren, uitvoeren en evalueren. D.w.z. de arts kan: • Op specialistisch niveau communiceren met huisartsen, specialisten, microbiologen en andere medische professionals.
3.1.6
De arts kan de bacteriologische diagnostiek hanteren bij de diagnostiek van tuberculose. • Kan de betekenis aangeven van sputumonderzoek voor de opsporing van tuberculose; • Kan het klassieke en moderne bacteriologisch onderzoek indiceren en interpreteren; • Kan, indien relevant, beoordelen of het microscopisch sputumonderzoek (ZiehlNeelsen) op de juiste wijze wordt uitgevoerd; • De gevoeligheid en specificiteit van de verschillende bacteriologische onderzoeken weergeven.
Opleidingseisen Profiel Tuberculosebestrijding van AMG opleiding geaccordeerd door Leden van VvAwT 14 november 2003 17/17