Informatiegids 2011 Opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde
NVOMG469 Informatiegids 2011
1
Inhoudsopgave
0. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Voorwoord Het vak OrthoManuele Geneeskunde Competenties van de arts OrthoManuele Geneeskunde Opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde Toetsing Financiën Toelatingsvoorwaarden, sollicitatieprocedure en start opleiding Toekomstperspectief als arts OrthoManuele Geneeskunde
NVOMG469 Informatiegids 2011
2
Voorwoord De Nederlandse Vereniging van artsen voor OrthoManuele Geneeskunde (NVOMG) organiseert de opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde. In deze informatiegids vindt u alle informatie over de opleiding. Als u na het lezen hiervan vragen heeft, neem dan contact op met het secretariaat van de NVOMG (telefoon: 030-2250552 of email:
[email protected]) Als u zich alvast verder wilt oriënteren en meer wilt weten over het vak OrthoManuele Geneeskunde, kunt u een dag(deel) met één van de artsen in de praktijk meekijken. Hiervoor kunt u contact opnemen met het secretariaat van de NVOMG.
NVOMG469 Informatiegids 2011
3
1. Het vak OrthoManuele Geneeskunde OrthoManuele Geneeskunde richt zich op de behandeling van klachten van of gerelateerd aan het bewegingsapparaat en wordt ingezet bij verschillende klachten van het bewegingsapparaat, met of zonder duidelijke oorzaak. Op het spreekuur van de arts OMG zijn de meest voorkomende: - (lage) rugpijn (ongeveer 50% van de nieuwe patiënten komt met rugklachten); - nekpijn (20% van de nieuwe patiënten komt met nekklachten); - hoofdpijn; - schouder- en armklachten. Ook bij hernia, whiplash, tintelingen of duizeligheid kan OrthoManuele Geneeskunde verlichting bieden. Na gemiddeld 2- 5 behandelingen zijn de meeste patiënten weer in staat pijnvrij te bewegen. Van oorsprong zijn er twee technieken in de OrthoManuele Geneeskunde: manipulatie (methode Eindhoven) en orthomanipulatie (methode Sickesz). Orthomanipulatie benadert het probleem in eerste instantie via veranderingen in de stand van de botdelen. Bij manipulatie wordt eerst gekeken naar de manier waarop het gewricht kan bewegen en functioneert. Dat brengt met zich mee dat de twee technieken een eigen manier van behandelen hebben: bij orthomanipulatie wordt de stand gecorrigeerd, waarna de functie verbetert. Bij manipulatie wordt de functie gecorrigeerd waardoor de stand verbetert. In het beroepsprofiel arts OrthoManuele Geneeskunde is het vak OrthoManuele Geneeskunde verder beschreven.
NVOMG469 Informatiegids 2011
4
2.
Competenties van de arts OrthoManuele Geneeskunde
De Nederlandse opleidingen tot medisch specialist zijn gericht op dit Canadese systeem van beoordeling en toetsing: de Canadian Medical Education Directions for Specialist (CanMeds). In het beroepsprofiel arts OrthoManuele Geneeskunde en de opleiding tot arts OMG worden de competenties uit het CanMeds model gebruikt. In het CanMeds model wordt het beroepsprofiel van de medisch specialist gedefinieerd aan de hand van competenties die gegroepeerd zijn in een zevental competentiegebieden: 1. medisch handelen 2. communiceren met patiënten 3. samenwerken met collegae 4. toepassen kennis en wetenschap 5. geneeskundig maatschappelijk handelen 6. organiseren praktijkvoering 7. professioneel handelen Onderstaande criteria zijn gebaseerd op het beroepsprofiel arts OrthoManuele Geneeskunde en vormen de basis voor de inhoud van de opleiding en de toetsing. 1. Medisch handelen Hanteert diagnostische methoden waarbij segmentaal stand-, bewegings- en ketenonderzoek geïntegreerd zijn Voert bij de diagnostiek aanvullend diagnostisch onderzoek uit Behandelt patiënten met klachten van bewegingsapparaat (stand- en bewegingsafwijkingen) Adviseert de patiënt Verwijst een patiënt door of terug naar een andere arts of zorgverlener 2. Communiceren met patiënten Verkrijgt doelmatig relevante patiëntinformatie Informeert de patient Legt aan de patiënt het opgestelde therapieplan uit Verwerft het informed consent Legt gegevens consult vast 3. Samenwerken met collegae Treedt in overleg met verwijzende arts, collegae en/of andere zorgverleners Indiceert bij complexe klachten en/of functiestoornissen een multidisciplinaire aanpak 4. Toepassen kennis en wetenschap Beschouwt medische informatie kritisch Past gegevens uit de vakliteratuur en na- en bijscholing toe voor het eigen beroepsmatig handelen Bevordert de deskundigheid van de beroepsgroep 5. Geneeskundig maatschappelijk handelen Behandelt patiënten met klachten die het maatschappelijk functioneren beïnvloeden als deze gerelateerd zijn aan het bewegingsapparaat Handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen Onderschrijft procedures voor melding van incidenten in het medisch handelen
NVOMG469 Informatiegids 2011
5
6. Organiseren praktijkvoering Weet hoe de eigen praktijk volgens Nederlands ondernemerschap te voeren Draagt zorgt voor een professionele accommodatie en uitrusting Treft voor de continuïteit van zorg maatregelen in geval van afwezigheid 7. Professioneel handelen Handelt op integere, oprechte en betrokken wijze Reflecteert op eigen handelen Bespreekt het eigen beroepsmatig handelen met collegae en vertegenwoordigers van andere disciplines Handelt naar de gedragscode van de NVOMG in casu de vigerende gedragscode van de KNMG
NVOMG469 Informatiegids 2011
6
3. Opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde 3.1 Inleiding Op 23 november 2010 heeft de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de NVOMG het opleidingsplan van de vernieuwde opleiding tot arts OMG goedgekeurd. Het opleidingsplan volgt de nieuwste ontwikkelingen zoals die voor de opleiding tot specialist gelden en is op te vragen via het secretariaat van de NVOMG. Het vak OrthoManuele Geneeskunde omvat twee verschillende behandeltechnieken. De AIO wordt tijdens de opleiding in één van de technieken getraind om zelfstandig te behandelen en verkrijgt door een stage voldoende kennis van de andere techniek om een juiste behandelkeuze te kunnen maken. De AIO kiest zelf in welke techniek hij opgeleid wil worden tot zelfstandig behandelaar. 3.2 Opleidingsduur De opleidingsduur is afhankelijk van de tijd die de AIO nodig heeft om de technieken te beheersen en op een verantwoorde manier zelfstandig te kunnen uitvoeren. Bij een praktijkopleiding van 2-3 dagen per week, duurt de opleiding gemiddeld 2 jaar. 3.3 Opleidingsprogramma De opleiding bestaat uit twee samenhangende onderdelen: praktijk en bijeenkomsten (figuur 1).
M(d)-8(ETBT1.63 T(j)6(k e6( v)-3(BT1 0 0 1 126.02 453.45.9[(Md)-8(ET EMC /P BDC BT8/F1 9.6 Tf1 0 0 1 90.24 441.79 Tm3.15 ] TJEN)-15( ee)-3(a)-4(de)6(z)810(n)4(v)-17( o)-1)-4(t g)- v)-3(a)-4e stT1.63 T(de)6( o)-4i)-BT1 0 0 1 233.57 453.14.4
NVOMG469 Informatiegids 2011
7
S T A R T W E E K
o p t i o n e e
praktijk orthomanipulatie* STAGE
l o p t i o n e e l
ANDERE TECHNIEK**
praktijk manipulatie*
start opleiding
Toelichting * = AIO kiest voor praktijkopleiding manipulatie of orthomanipulatie ** = stage kan ook aan begin van de opleiding plaatsvinden om weloverwogen keuze te maken. externe cursussen
bijeenkomsten NVOMG
Figuur 1: schematische weergave van de opzet van de opleiding 3.4 Inhoud van de praktijk De opbouw van de praktijk is verdeeld over vier fasen die oplopen van meekijken tot zelfstandig werken onder eindverantwoordelijkheid van de praktijkopleider en van eenvoudige tot complexe behandelingen. De exacte duur van een fase is ter beoordeling van de praktijkopleider. Fase 1 Meekijken met de praktijkopleider en het onder diens toezicht aanleren van alle praktische vaardigheden. Fase 2 Zelfstandig werken onder direct toezicht van de praktijkopleider (volledige supervisie). Fase 3 Zelfstandig werken, steeds minder onder toezicht van de praktijkopleider (afbouwende supervisie). Volgen van een korte externe stage bij een andere praktijkopleider. Fase 4 Zelfstandig werken, de supervisie wordt afgebouwd.
NVOMG469 Informatiegids 2011
8
3.5 Inhoud van de bijeenkomsten Competenties
Bijeenkomsten NVOMG
1. Medisch handelen
Startweek: basiskennis en – vaardigheden: anatomie, orthopedie, neurofysiologie en pathologie. Pols/hand/elleboog, schouderklachten, CWK/CTO specifieke en aspecifieke klachten, hoofdpijn, integratie/divers
2. Communiceren met patiënten
Voet/enkel, knie/heup, LWK/bekken/SIG klachten specifiek en aspecifiek, TWK/ribben, interne klachten, chronische klachten, integratie/divers Communiceren met patiënten
3. Samenwerken met Andere disciplines collegae Correspondentie Positie OrthoManuele Geneeskunde 4. Toepassen kennis en wetenschap 5. Geneeskundig maatschappelijk handelen
Referaat De maatschappelijke positie en bijdrage aan de algemene gezondheid Grenzen aan het OMG handelen
6. Organiseren praktijkvoering
Kwaliteitsmanagement arts OMG Beroepsorganisaties Intercollegiale toetsing
7. Professioneel handelen
Intervisie (gekoppeld aan alle bijeenkomsten)
NVOMG469 Informatiegids 2011
Jaar 1 (5 dgn)
Externe cursussen
Jaar
Röntgenologie
1 ( 3 dgn) 2 ( 2 dgn)
Injectie technieken 1 of 2 (9 dgn per jaar) 2 of 1 (9 dgn per jaar) 1 en 2 (1 dag per jaar)
2 2 2 (1 dag over allen) 2 (1 dag) 2 (0.5 dd)
Communicatie
1 (2 dgn)
Gezondheidsrecht
1 (1 dag)
Evidence based medicine Klachtencommissie
1 (3 dgn) 2 (1 dag)
2 (0.5 dd) 2 (1 dd voor allen) 1 en 2
9
4. Toetsing 4.1 Doel toetsing Het doel van de toetsing is het vaststellen of de AIO de competenties van een arts OMG in voldoende mate heeft ontwikkeld en dus recht heeft op het diploma. Deze toetsing wordt de summatieve toetsing genoemd in tegenstelling tot de formatieve toetsing die bedoeld is om de AIO feedback te verschaffen over zijn of haar ontwikkeling en dus onderdeel uitmaakt van de opleiding. 4.2 Vormen van toetsing De toetsing is gericht op alle competenties die een arts OMG dient te bezitten. Alle competenties moeten in de daadwerkelijke context, dus de praktijk van een arts OMG, worden aangetoond. De AIO doet dit door het aanleveren van authentieke bewijzen waarmee hij of zij op een verifieerbare wijze aantoont de competenties in voldoende mate te bezitten (portfolio) en door het te laten zien (praktijk). Portfoliobeoordeling Deze verzameling bewijzen voor de summatieve toetsing wordt het te beoordelen portfolio genoemd. Het portfolio moet bewijzen bevatten van alle competenties en wordt beoordeeld door een beoordelaar die is aangewezen door het Concilium van de NVOMG. Als het portfolio als voldoende is beoordeeld en deze beoordeling is vastgesteld door het Concilium volgt de praktijkbeoordeling. Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling is gericht op de competentie medisch handelen als arts OMG, het daarover communiceren met patiënten en het daarbij tonen van zijn/haar professionaliteit. De praktijkbeoordeling vindt op aanwijzing van het Concilium plaats in de praktijk van een arts OMG die tevens optreedt als beoordelaar. Dit is niet de praktijk van de praktijkopleider. De toetsperiode heeft betrekking op een aantal behandelingen van meerdere patiënten. Als de praktijk als voldoende is beoordeeld, wordt de uitslag formeel vastgesteld door het Concilium en ontvangt de AIO het diploma.
1 2 3 4 5 6 7
Competenties Medisch handelen Communiceren met patiënten Samenwerken met collegae Toepassen kennis en wetenschap Geneeskundig maatschappelijk handelen Organiseren praktijkvoering Professioneel handelen
NVOMG469 Informatiegids 2011
Portfoliobeoordeling X X X X X X X
Praktijkbeoordeling X X
X
10
5. Financiering Praktijk In overleg met de praktijkopleider worden afspraken over het praktijkgedeelte van de opleiding gemaakt en geformaliseerd. Bijeenkomsten De kosten van de NVOMG bijeenkomsten en van de externe bijeenkomsten zijn voor eigen rekening van de AIO. In de meeste gevallen zullen deze kosten als beroepskosten worden aangemerkt en derhalve worden afgetrokken van de belasting.
6. Toelatingsvoorwaarden, sollicitatieprocedure en start opleiding Toelatingsvoorwaarden diploma basisarts inschrijvingsbewijs BIG register 1 jaar relevante patiëntgebonden ervaring beheersing Nederlandse taal
Sollicitatieprocedure Geïnteresseerd in de opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde? Stuur dan een email naar
[email protected]. U ontvangt dan meer informatie over de sollicitatieprocedure. Start opleiding De startweek van de opleiding wordt in het voorjaar 2011 georganiseerd. AIO’s dienen voor de start van de opleiding: - een praktijkopleider te hebben en de gemaakte afspraken voor het praktijkgedeelte van de opleiding hebben vastgelegd; - zich in te schrijven in het opleidingsregister ROMG.
7. Toekomstperspectief als arts OrthoManuele Geneeskunde Het aantal geregistreerde artsen OMG in Nederland is ongeveer 150. Zij werken zowel in een solopraktijk als in samenwerkingsverbanden. De meeste artsen OMG hebben wachtlijsten; er zijn na afronding van de opleiding tot arts OrthoManuele Geneeskunde voldoende mogelijkheden om zich ergens in het land te vestigen. De verwachting is dat vanwege de hoge gemiddelde leeftijd van de huidige artsen OMG de komende jaren relatief veel artsen uittreden en hun praktijk beëindigen / overdragen.
NVOMG469 Informatiegids 2011
11
adres secretariaat NVOMG Prof. Bronkhorstlaan 10 (gebouw 60) 3723 MB Bilthoven
NVOMG469 Informatiegids 2011
email:
[email protected] tel nr: 030 - 225 05 52 fax nr: 030 - 225 08 09
12