Trias Jaarverslag 2008
Trias steunt ondernemende mensen in het Zuiden
Inhoudsopgave Woord vooraf
3
Hoofdstuk 1: Het profiel van Trias
4
Hoofdstuk 2: Het bestuur van Trias
7
Hoofdstuk 3: De mensen van Trias
9
Hoofdstuk 4: Het Zuiden
12
Bestedingen en bereik De vier kernthema’s: · Microfinanciering · Bedrijfsdiensten · Toegang tot markten · Bewegingsopbouw Regio’s en regiokantoren Overzicht van partners
Hoofdstuk 5: Uitwisseling tussen Noord en Zuid
22
KLJ en Groene Kring KVLV en Agra Landelijke Gilden en Boerenbond markant Neos UNIZO
Hoofdstuk 6: Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag
29
Financiële indicatoren Milieu-indicatoren Sociale indicatoren
Hoofdstuk 7: Tot slot
2
37
Identiteit Woord vooraf Sabine de Bethune, Beste lezer,
voorzitster Trias
In het vorig jaarverslag kon u lezen dat Trias streeft naar transparantie. Transparantie en verantwoording zijn terecht begrippen die de publieke opinie beroeren. Om aan die bezorgdheid tegemoet te komen, ligt voor u het eerste jaarverslag van onze werking dat opgemaakt werd volgens de internationale standaard van duurzaamheidverslaggeving ‘Global Reporting Initiative’, afgekort GRI. Voor de eerste keer brengt Trias een integraal verslag. Dit betekent dat in dit jaarverslag 2008 er naast financiële verslaggeving ook over maatschappelijke en milieuaspecten wordt gerapporteerd. En naast het verslag over de activiteiten in het Zuiden en het Noorden, belichten we het profiel van de organisatie en haar bestuur. Het jaar 2008 was een bijzonder jaar, niet alleen omwille van de wereldwijde financiële crisis met diverse gevolgen, maar ook voor Trias. Met de verderzetting van de integratie van de organisaties Act, Form en ‘Ieder Voor Allen’, was het in 2008 tijd om op een constructieve manier alle potentieel te verenigen in één merk: Trias. Vanaf 2009 willen we Trias als organisatie verder zichtbaar maken, met een scherp profiel, een uitgetekend karakter en een unieke identiteit. Trias wordt erkend en herkenbaar als de ngo die kleinschalig ondernemerschap steunt. Dit vergt een continu en intens proces van samenwerking, afstemming en een volgehouden communicatie-inspanning. Trias steunt ondernemende mensen in het Zuiden met het oog op duurzame resultaten. Concreet betekent dit dat 380.000 mensen op een blijvende manier hun bestaanszekerheid verbeteren. Steeds vaker wordt daarbij ook naar sociale en milieugerelateerde randvoorwaarden gekeken. Trias is proactief in het ontwikkelen van een meetsysteem, zodat we steeds beter het brede spectrum van resultaten en effecten in kaart kunnen brengen via een hele reeks indicatoren. Trias ondervindt invloed van diverse maatschappelijke factoren, ook met betrekking tot haar financiële ambities. De nood aan een breed draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking, de vraag naar verantwoording en transparantie van ngo’s en de voortdurende veranderingen binnen de sector en de hele samenleving, zorgen ervoor dat Trias niet op haar lauweren kan rusten. Daarom kiest Trias om te groeien op een consistente manier en via een brede waaier aan middelen. Een belangrijke stap in de verdere diversificatie van de werking en financiering van Trias, is de erkenning als Agri-agency binnen het netwerk AgriCord. Dit mandaat werd ons voorgesteld door de Boerenbond. AgriCord brengt middelen samen uit verschillende bronnen met als doel de rol en de plaats van boerenorganisaties binnen ontwikkeling in het Zuiden te versterken. Die rol opnemen betekent voor Trias ook een evolutie in de doelstellingen en strategie waarbij we de boerenorganisaties en de ondernemersorganisaties nog meer centraal stellen. De werkelijkheid van elke dag voor zoveel mensen in het Zuiden is de reden waarom we met zijn allen werken aan solidariteit tussen mensen wereldwijd. De inhoud van dit jaarverslag is het resultaat van de inspanningen van vele mensen, vaak vrijwilligers, die we met dit verslag ook willen bedanken. Ik wens u veel leesplezier,
Sabine de Bethune, voorzitster Trias Woord vooraf 3
Het profiel van Trias De naamgeving Trias verwijst niet naar een specifiek aspect van ontwikkelingssamenwerking, maar is het resultaat van het vanaf 2002 geleidelijk samengaan van drie organisaties: Form, Ieder Voor Allen en Act tot “drie assen” of “Trias”. Na het samenbrengen van die drie organisaties, was het tijd om in 2008 op een constructieve manier alle potentieel te verenigen in dat ene merk: Trias. Trias wordt in de komende tijd als organisatie meer zichtbaar, met een scherp profiel, een uitgetekend karakter en een unieke identiteit. Dit heeft in 2008 een intens proces van samenwerking en afstemming gevergd en blijft centraal op onze agenda staan.
Wat zijn de waarden van waaruit Trias werkt? Trias werkt vanuit een christelijk waardepatroon. Het recht op zelfontplooiing, respect voor elkeen en gelijkwaardigheid van mensen staan centraal. Daarbij zijn zowel gelijkgestemdheid als zelfredzaamheid van primair belang voor Trias. • Gelijkgestemdheid: het belang van een gemeenschappelijke visie op de maatschappij, waarin de betrokkenen zelf het recht hebben een eigen visie uit te bouwen. • Zelfredzaamheid: omdat er voldoende sociaalen economisch basiskapitaal aanwezig is, kunnen mensen hun eigen lot in handen nemen.
Trias steunt ondernemende mensen in het Zuiden. Dat is de slagzin die bij ons logo hoort. En die weergeeft wat Trias uniek maakt en wat haar positie is in de sector en daarbuiten.
MISSIE
Wat Trias concreet tot doel heeft, is uitgetekend in een visie en een missie, die werd vastgelegd in een Strategische Nota 2006-2012. Om die missie waar te maken zet Trias mensen en middelen in via een aantal welgekozen strategieën en daarin specifieke doelen. Trias ontwikkelt daartoe de nodige processen en meet de verwachte resultaten.
Trias wil ook wereldwijd uitwisseling en samenwerking stimuleren tussen landbouwers en ondernemers en hun verenigingen.
Trias wil de bestaanszekerheid verhogen van kleinschalige ondernemers en familiale landbouwers in het Zuiden en van hun organisaties.
In het Noorden draagt Trias bij tot meer bewustzijn over gelijkheid en verschillen in waarden en tot grotere maatschappelijke betrokkenheid van haar specifieke doelgroep omtrent de Noord-Zuid-verhouding en de internationale solidariteit.
VISIE Trias gelooft dat individuen en groepen de kracht bezitten om zichzelf te ontplooien en zich samen in te zetten om sociaal en economisch sterker te staan. Hoe begrijpt Trias “ontwikkeling” en “armoede”? Een ontwikkelde maatschappij kenmerkt zich volgens Trias door de waaier aan keuzes die een individu heeft om zijn leven in te vullen. In het Zuiden bestaan die keuzes vaak niet, en zijn de mensen dus letterlijk ‘kansarm’. Trias kiest er daarom voor de economische en sociale positie van individuen te versterken via ondernemerschap, zodat de armen de kans krijgen om zelf als economische en sociale actoren deel te nemen aan processen die leiden tot betere levensomstandigheden. Op die manier draagt ook Trias bij aan de Millenniumdoelstellingen voor Ontwikkeling van de Verenigde Naties.
4 Hoofdstuk 1: Het profiel van Trias
Trias heeft haar missie vertaald in één algemene en vijf strategische doelstellingen.
ENKELE KERNCIJFERS Trias werkt in 12 landen, geconcentreerd in 9 regio’s en werkt samen met 83 lokale partners. In Vlaanderen heeft Trias een formeel partnerschap met de volgende 6 organisaties uit de civiele maatschappij: KLJ, KVLV, Landelijke Gilden (Boerenbond) enerzijds en Unizo, markant en Neos anderzijds. Bovendien heeft Trias een breed netwerk van individuele sympathisanten, vrijwilligers en van donoren.
EEN ALGEMENE DOELSTELLING De bestaanszekerheid van micro-ondernemers en familiale landbouwers in de regio’s waar Trias actief is, is verhoogd evenals de actieve participatie in de processen van lokale economische ontwikkeling en dit op een duurzame wijze.
Totaal inkomsten: subsidies: fondsenwerving en andere:
8.413.129 euro 6.254.902 euro 2.158.227 euro
Bestedingen programma’s in het Zuiden:
6.616.466 euro
De financiële gegevens kan u lezen in het hoofdstuk ‘financieel, maatschappelijk en milieuverslag’.
OVER DIT VERSLAG VIJF STRATEGISCHE DOELEN Trias heeft vijf strategische doelstellingen waarbij de drie eerste vooral slaan op de werking in het Zuiden, de vierde op de werking tussen Noord en Zuid, en de vijfde op de kwaliteitsvolle werking van de organisatie Trias zelf. 1. De doelgroep heeft toegang tot adequate, aangepaste en kwalitatief hoogstaande dienstverlening (micro financiering, bedrijfsondersteunende diensten en vermarkting). 2. De doelgroep is beter georganiseerd in democratische en onafhankelijke organisaties waardoor steeds meer invloed kan uitgeoefend worden op de sociale en economische realiteit. 3. De doelgroep is beter ingebed in en kan meer invloed uitoefenen op sociale en economische ontwikkelingen wat resulteert in een verhoogde institutionele slagkracht om de eigen strategische belangen te verdedigen. 4. De solidariteit en het wederzijds respect tussen bewegingen in Noord en Zuid is versterkt. 5. Trias werkt op een resultaatgerichte manier aan haar missie en haar doelstellingen. Het activiteitenverslag over de inhoudelijke werking van Trias kan u lezen in de hoofdstukken “Het Zuiden” en “Uitwisseling tussen Noord en Zuid”.
Dit verslag slaat op de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008. Het vorig jaarverslag werd gepubliceerd naar aanleiding van de Algemene Vergadering van 24 juni 2008. Er is een jaarlijkse verslagcyclus. De inhoud van dit jaarverslag werd afgebakend door de groep leidinggevenden van de organisatie op basis van een voorstel van de directie. Daarbij kon elke dienst een inbreng voorbereiden. De belangrijkste bronnen voor het jaarverslag zijn enerzijds de DGOS 2008 rapportering en anderzijds het eigen PLATS (Planning, Learning, Accountability, Trias System). Bij de afbakening van de inhoud werd rekening gehouden met de belangrijkste externe stakeholders en hun behoefte aan informatie over de werking van de organisatie. De Raad van Bestuur keurde de belangrijkste uitdagingen voor 2009 goed en die kan u lezen doorheen dit verslag. We richten ons met dit verslag in eerste instantie op de omschrijving van de organisatie, de verslagparameters, de GRI inhoudsopgave, de bestuurlijke facetten, het overleg met de belanghebbenden en tenslotte de drie soorten indicatoren : economische, milieu gerelateerde en over de sociale aspecten. Vanzelfsprekend komen de Noordwerking en de Zuidwerking uitgebreid aan bod.
Hoofdstuk 1: Het profiel van Trias 5
Wij menen dat de transparante wijze van communiceren, de goede structurering van de informatie en het evenwicht tussen volledigheid en verstaanbaarheid de communicatie met onze voornaamste stakeholders – medewerkers, vrijwilligers, financiers, donoren, leveranciers en doelgroepen in Zuid en Noord – ten goede komt. Er hebben zich tijdens de verslagperiode geen veranderingen voorgedaan die de vergelijkbaarheid van de verslaggeving beïnvloeden. Dit verslag wordt bovendien beschouwd als een nulmeting tegenover alle volgende verslagen voor de periode 2008-2013. Dit komt overigens overeen met het proces van het meten van onze werking via het PLATS, waarbij in 2008 ook een nulmeting werd uitgevoerd voor die programma's die binnen het DGOS actieplan 2008-2010 vallen.
In de komende jaren streven we ernaar om met de geïntegreerde rapportering steeds beter de wereldwijde activiteiten van Trias te omvatten. Trias heeft immers in 2008 en ook nog in 2009 bijzondere aandacht aan het consolideren van systemen en processen, met name die met betrekking tot het financieel beheer, de fondsenwerving, het personeelsbeleid en de werking van de Research & Development afdeling (R&D). De technieken voor de metingen van de activiteiten van Trias worden uitgebreid beschreven in het PLATS handboek. Voor de berekening van CO2 emissies maken we gebruik van een rekenmodule die ter beschikking werd gesteld door Bond Beter Leefmilieu. Andere metingen zijn afgeleid uit facturatie en registratie binnen de diensten financiën en personeelsbeheer, uit de sociale balans en de boekhouding. De GRI overzichtstabel met het overzicht van de behandelde criteria vindt u op de laatste pagina. Het jaarverslag wordt actief aangeboden aan de donoren, financiers en een lijst van betrokken stakeholders. Daarnaast wordt er een samenvatting gemaakt in het Nederlands, Engels, Frans en Spaans. De Nederlandse versie daarvan wordt ruim verspreid en streeft vooral goede verstaanbaarheid na. Dit document wordt jaarlijks vernieuwd en ingezet in de brede communicatie over Trias.
Het activiteitenverslag, met name hoofdstukken 4 en 5, behandelt de werking van Trias wereldwijd. De balansgegevens slaan op het Trias hoofdkantoor. Op termijn wordt er gestreefd naar een geconsolideerde boekhouding van het hoofdkantoor en de negen regiokantoren. Ook de maatschappelijke en milieurapportering slaan op het hoofdkantoor. Waar geen gegevens beschikbaar zijn, wordt dit verder verduidelijkt in de rapportering.
6 Hoofdstuk 1: Het profiel van Trias
Het bestuur van Trias BESTUURSSTRUCTUUR Trias is een vzw naar Belgisch recht met als hoogste bestuursorgaan de Algemene Vergadering (AV). De AV stelt de Raad van Bestuur (RvB) aan en keurt de jaarrekening goed, geeft kwijting aan de bestuurders en keurt de begroting goed. De AV komt één keer per jaar samen. De Raad van Bestuur komt maandelijks samen. De RvB zet de krijtlijnen uit die door de directie en de medewerkers worden uitgevoerd. De voorzitster zit zowel de AV als de RvB voor. Alle bestuursleden zijn onbezoldigde vrijwilligers die geen mandaat hebben binnen de operationele werking van de organisatie. Sabine de Bethune Rik Jaeken Eric Tollens Jos Daniels Miet Deckers Carla Durlet Anne Van den Bussche An Van Elsacker Chris Verhaegen Jan Boulogne Eric Bradt Walter Corluy Guido Lamote Christian Stivigny Dominique Veraert Jan Steverlynck
voorzitster ondervoorzitter ondervoorzitter bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid
met als doel enerzijds de werkbaarheid te verbeteren en anderzijds een betere weerspiegeling van de betrokken stakeholders te bekomen. De AV wordt kleiner en representatiever. Het hervormingsproces zal resulteren in de formele goedkeuring van de nieuwe samenstelling van beide organen op de extra Algemene Vergadering in het najaar 2009. De leden van de Raad van Bestuur vertegenwoordigen elk specifieke kennis, competenties en verankering in de Vlaamse samenleving. De statuten bepalen expliciet het proces voor de selectie van leden van de Raad van Bestuur of de Algemene Vergadering. Via de website kan iedereen kennis nemen van de samenstelling van beide organen, waarbij voor elk lid van de Raad van Bestuur een korte voorstelling wordt gegeven om de persoon in kwestie te helpen situeren.
MEDEZEGGENSCHAP Alle medewerkers van Trias hebben verschillende formele overlegmomenten, zowel op het niveau van de dienst als de diensthoofden en leidinggevenden met de directie. Bovendien is Trias een vlakke organisatie. Dit betekent dat via de directeur en – voor specifieke onderwerpen ook via een medewerker- maximaal input wordt gegeven aan de Raad van Bestuur. Op basis daarvan worden beslissingen genomen. De directie heeft een adviserende rol ten aanzien van de RvB zonder stemrecht.
HERVORMING VAN DE BESTUURSORGANEN Trias is in 2008 een proces gestart om de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering te hervormen
HET ONTSTAAN VAN VISIE EN MISSIE Trias heeft, na het opstarten van het integratieproces in 2002, een grondig proces gevoerd om te komen tot een gedragen visie en missie. In de Strategische Nota 2006-2012 werden naast visie en missie ook twee algemene doelen en zes strategische doelen vastgelegd. In 2007, naar aanleiding van het ontwerp van het nieuwe DGOS programma 2008-2013, werd dit bijgestuurd tot één algemeen doel en vijf strategische doelen, die elders in dit jaarverslag aan bod komen. Voor de transversale thema’s – gender & diversiteit, duurzaamheid en participatie- werden visiedocumenten ontwikkeld. Deze vormen een leidraad voor de medewerkers en de werking in Noord en Zuid. Hoofdstuk 2: Het bestuur van Trias 7
In 2008 werd een proces gestart om een instrument te ontwikkelen rond vrouwelijk ondernemerschap. In 2008 werd de dienst R&D verrijkt met een medewerker ‘bewegingsopbouw’ waarbij kennis en kunde met betrekking tot participatie binnen de organisatie wordt opgebouwd en gedeeld. Beide beslissingen kaderen in de uitdieping van visie en missie en het verdere afstemmen van de werking daarop.
Na een periode van focus op interne versterking, evolueert Trias nu naar een organisatie die steeds alerter is voor voortdurende en versnellende veranderingen, zowel binnen de sector als daarbuiten.
TRIAS ONDERSCHRIJFT…
In het kader van PLATS zal begin 2010 een tussentijdse evaluatie van de belangrijkste aspecten van de Triasstrategie worden uitgevoerd, zodat eventuele operationele aanpassingen in de periode 20112013 kunnen worden geïmplementeerd.
Trias onderschrijft de Millenniumdoelstellingen en draagt haar steentje bij tot het halen van die doelstellingen via haar werking. Trias onderschrijft het charter van VEF en haalt het label van ‘ethisch fondsenwerver’. Trias is initiatiefnemer van en onderschrijft het Social Performance Manifest.
HET METEN VAN PRESTATIES
TRIAS IS LID VAN…
De prestaties, waaronder de duurzaamheid, worden gemeten via het PLATS, gegroepeerd onder de vijfde strategische doelstelling die we kunnen samenvatten als ‘de gezondheid van de organisatie en de kwaliteit van haar werking’. Dit verslag, maar ook een tussentijdse rapportage over de werking, worden voorgelegd aan de RvB. De AV keurt het jaarverslag goed, met inbegrip van het financieel, maatschappelijk en milieuverslag en met inbegrip van de strategische lijnen en begroting voor het volgende werkingsjaar. De begroting wordt een eerste keer door de RvB goedgekeurd in december van elk werkingsjaar evenals de krijtlijnen voor het volgende werkjaar, om zodoende de continuïteit te verzekeren.
Trias is erkend als Agri-agency en lid van het AgriCord netwerk. Trias is lid van 11.11.11, de koepel van Noord-Zuid bewegingen, en van Coprogram, de sectorfederatie. Trias is lid van verschillende werkgroepen binnen de federatie en de koepel. Trias is lid van de VEF, Vereniging voor Ethische Fondsenwerving en van het Fundraisers Network. Trias is deelnemer aan Donorinfo, een site voor wie giften een bestemming wil geven. Trias is lid van de coalitie ‘2015 De Tijd Loopt’ , de campagne die de Millenniumdoelstellingen als voorwerp heeft. Trias is één van de stichtende leden van het Wereldmediahuis, de uitgever van MO* magazine. Trias is lid van het Belgisch platform voor microfinanciering. Trias is lid van het Europees Microfinance Platform en zit in de Raad van Bestuur. Trias is lid van Kauri, een Belgisch duurzaamheidsnetwerk. Trias is stichtend lid van CFP, een samenwerkingsverband tussen ngo’s en bedrijven.
HET VOORZORGSPRINCIPE Er werden in de literatuur vijf beginselen vastgelegd om duurzame ontwikkeling te definiëren en te beoordelen. Eén ervan is het voorzorgsbeginsel zoals bepaald in het artikel 15 van de verklaring van Rio. Bij het nemen van besluiten, zowel strategisch als operationeel, is het dus duurzaam om rekening te houden met de onzekerheid over de gevolgen van de beslissingen. Bij het ontwerp van programma’s moeten we rekening houden met financiële risico’s, sociale risico’s en milieurisico’s. Trias is bijgevolg behoedzaam in haar werkwijze. Zij betracht die voorzorgen te nemen die nodig zijn om ongewenste risico’s te vermijden. De inschatting van die risico’s gebeurt zowel aan de hand van eigen leercycli en metingen, als aan de hand van zowel sectorgebonden als thematische informatie en aan de hand van maatschappelijke informatie zowel in België als internationaal.
8 Hoofdstuk 2: Het bestuur van Trias
De mensen van Trias
Trias is een organisatie van en voor mensen en organisaties van mensen. Daarom lijsten we hier de mensen en organisaties op waar Trias een relatie mee heeft.
STAKEHOLDERS Een stakeholder kan zowel iemand zijn die invloed uitoefent als iemand die invloed ondervindt. Het kan zowel iemand zijn die veel belangstelling toont maar niet meteen een groot belang heeft bij de organisatie, maar het kan ook iemand zijn die veel belang heeft bij de organisatie en haar werking en toch weinig belangstelling toont. Trias deed reeds in 2006 een analyse en de belangrijkste groepen voor Trias zijn: • KLJ, KVLV, Landelijke Gilden, en hun respectieve beroepswerking Groene Kring, Agra en Boerenbond. • UNIZO, markant en Neos. • CD&V. • de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering van Trias. • het personeel van Trias. • Donerende organisaties zoals VDK, BRS, Rabobank en andere donerende bedrijven en stichtingen zoals CFP, Via fonds, Felix fonds, De Wilg, Gillès, Kerk In Actie, Efico, Ommersteyn, Belgapom, Palm, Lotus Bakeries, Van de Capelle, Panasonic, … • de koepelorganisatie 11.11.11 en bevriende ngo’s zoals Caritas International en met speciale aandacht voor de vijf zusterorganisaties uit het AgriCord netwerk.
• De individuele particuliere donoren. • Subsidiërende overheden: de federale overheid via haar agentschap DGOS en via het Belgisch Overlevingsfonds (BOF), de Europese Unie, de Vlaamse overheid, de vijf provincies en een tiental gemeenten. • onze partners in Afrika, Latijns-Amerika, Azië en hun doelgroepen. • De uiteindelijke begunstigden van Trias zijn de 380.000 bestaansonzekere mensen en hun families.
DE MEDEWERKERS VAN TRIAS Brussel, hoofdkantoor: 25 (23,74 VTE) Guinée coöperanten: 3 lokaal personeel: 4 DR Congo coöperanten: 1 lokaal personeel: 14 Tanzania coöperanten: 4 lokaal personeel: 3 Brazilië coöperanten: 1 lokaal personeel: 2
Andes coöperanten: 2 lokaal personeel: 3 Ghana coöperanten: 0 lokaal personeel: 4 Uganda coöperanten: 3 lokaal personeel: 7 Filipijnen coöperanten: 2 lokaal personeel: 3 Centraal Amerika coöperanten: 5 lokaal personeel: 5
Totaal: werknemers in Brussel: 25 coöperanten in regiokantoren:21 lokale medewerkers: 45 Hoofdstuk 3: De mensen van Trias 9
VRIJWILLIGERS VOOR TRIAS Elk jaar kan Trias rekenen op een aantal vrijwilligers die een reële bijdrage leveren tot het realiseren van onze missie. Trias is hen erg dankbaar en wil dit ook tonen. Om de vrijwilligers nog beter te omkaderen is er in 2008 een eerste aanzet gegeven om het vrijwilligersbeleid te verbeteren. Een inventaris van de bestaande praktijken binnen en buiten de organisatie met betrekking tot vrijwilligers en het organiseren van een netwerkmoment zijn daarbij de eerste stappen. Om praktische redenen is het organiseren van een netwerkmoment uitgesteld tot 2009. Het plan is om minstens één maal per jaar een moment te voorzien waar de brede achterban, de vrijwilligers en de medewerkers van Trias elkaar kunnen ontmoeten. De meer dan 200 vrijwilligers hebben in 2008 veel werk verzet via overleg, organisatie van en deelname aan activiteiten. Vrijwilligers hebben zich ook ingezet voor vertaalopdrachten of als fluistertolk. Het totaal aantal vrijwilligers bij de bewegingen in 2008 is 214.
inclusief drukwerk en het versturen ervan. Een derde belangrijke groep dienstverleners houdt verband met de Zuidwerking en de Noord Zuid uitwisselingen en behelst voornamelijk reizen en daaraan gerelateerde kosten en verzekeringen. Deze leveranciers hebben betrekking op het hoofdkantoor. De dimensie 'lokale leveranciers' wordt opgenomen op het moment dat de scope van de verslaggeving de hele organisatie betreft.
DE FINANCIERS VAN TRIAS De financiële bronnen van Trias zijn erg divers. Enerzijds zijn dit de overheden: federaal, Vlaams en Europees maar ook provincies en gemeenten. Anderzijds zijn dit andere maatschappelijke actoren: stichtingen en bedrijven, de bewegingen en hun leden, andere ngo’s en individuele donoren uit het bredere netwerk. In een medefinancieringlogica brengen zij de totale som aan werkingsmiddelen bijeen. Om het beheer van deze middelen zo efficiënt mogelijk te maken, zal Trias in 2009 investeren in het implementeren van nieuwe software, wat een professioneel beheer van individuele en institutionele donoren mogelijk maakt.
DE PARTNERS VAN TRIAS De 83 partners van Trias in 2008 zijn verspreid over drie continenten waaronder 49 partners in Afrika, 24 in Latijns-Amerika en 9 in Azië en 1 op wereldvlak. Trias heeft vier soorten partners: dienstverlenende organisaties (26), microfinancieringsinstellingen (28), ledenbewegingen (25) en platforms of netwerkorganisaties (4).
z KLJ: 14 z LG: 12 z Neos: 9 z Vertalers 13
z KVLV: 44 z markant: 57 z UNIZO: 65
Meer over de partners in het Zuiden kan u lezen in het hoofdstuk over de werking in het Zuiden. De achterbanorganisaties in Vlaanderen bestaan uit de ongeveer 350.000 leden van de zes bewegingen waarmee Trias een partnerschap heeft en uit individuen die behoren tot het ‘historisch’ netwerk van Trias.
DE LEVERANCIERS AAN TRIAS Een eerste groep leveranciers van Trias houdt verband met het personeel en de daarbij horende diensten. Daarbij wordt ook beroep gedaan op freelance medewerkers, adviserende en dienstverlenende organisaties. Een tweede belangrijke groep leveranciers levert kantoormateriaal en materieel,
10 Hoofdstuk 3: De mensen van Trias
Meer over de partners in het Noorden kan u lezen in het activiteitenverslag Noord.
PARTICIPATIE VAN STAKEHOLDERS Participatie is één van de drie transversale thema’s binnen Trias, naast gender & diversiteit en duurzaamheid. Alle Trias partners in het Zuiden zijn gericht op kansarme ondernemende mensen, hebben sociale doeleinden en zijn sterk participatief ingesteld. Binnen de deelwerking ‘organisatieversterking’ wordt veel aandacht besteed aan het verhogen of bewaken van participatie. Het werken met participatieve methoden is immers één van de belangrijkste vereisten om armoede te bestrijden. Trias werkt zelf ook aan het zo optimaal mogelijk inzetten van participatie in haar eigen werking en in die van haar partners in het Noorden. Het Trias atelier is een jaarlijks conclaaf van alle leidinggevenden van Trias, zowel op het hoofdkantoor als uit het Zuiden, waar gedurende één week in het najaar thema’s, strategische keuzes en operationele uitdagingen worden aangekaart. Vanaf 2009 worden ook momenten gepland waar de voltallige ploeg op het hoofdkantoor op een participatieve manier wordt betrokken bij de uitdagingen en keuzes voor Trias. Deze samenkomsten worden momenten om een gezamenlijk en gedragen beeld van Trias te beleven. We stellen vast dat de plaats en de rol van de ledenorganisaties, zowel in Noord als in Zuid, binnen de werking van Trias steeds belangrijker wordt.
Hoofdstuk 3: De mensen van Trias 11
Het Zuiden Bestedingen programma’s in het Zuiden:
6.616.466 euro
Latijns Amerika: Regio Brazilië Regio Andes Regio Centraal -Amerika
37% 359.705 630.944 1.488.234
Afrika: Regio Guinée Regio Ghana Regio RD Congo Regio Uganda Regio Tanzania
54% 492.472 207.445 1.185.052 724.297 944.001
Azië: Regio Filippijnen
9% 584.316
BEREIK IN HET ZUIDEN Als we het bereik van alle partners optellen bedraagt de totale doelgroep 380.000 personen. Gemiddeld is 39 % van alle directe begunstigden een vrouw. Continent Afrika
Aantal partners 47 partners
Latijns-Amerika 24 partners Azië
9 partners
Verdeling man-vrouw 39% man 61% vrouw 86% man 14% vrouw 5% man 95% vrouw
VIER KERNTHEMA’S IN HET ZUIDEN Naast de drie transversale thema’s, zet Trias in op vier kernthema’s: microfinanciering, bedrijfsdiensten, toegang tot de markten en bewegingsopbouw.
Microfinanciering(MF) Microfinanciering (microkrediet, sparen en aanverwante producten) beschouwt Trias als een krachtige hefboom voor armoedebestrijding
12 Hoofdstuk 4: Het Zuiden
indien het beheer professioneel ingevuld wordt en indien microfinanciering ondersteund wordt binnen een geïntegreerde lokale ontwikkelingsdynamiek. Zowel voor landbouwers en hun gezinnen als voor kleinschalige ondernemers is microfinanciering een zeer doelmatig instrument om hun perspectieven te verruimen. Trias specialiseert zich in rurale microfinanciering en in microfinanciering met een accent op armoede. Microfinanciering is in veel landelijke gebieden immers nog altijd zo goed als onbestaande. Ook de armoedefocus is erg belangrijk om te voorkomen dat microfinancieringsorganisaties na verloop van tijd hun sociale missie verwaarlozen en zich dus niet meer op de armen concentreren. Trias werkt met 32 in microfinanciering gespecialiseerde partners (MF partners) waaronder coöperaties (8), ngo’s (9), rurale banken (13) en koepelorganisaties (2). De MF partners hebben in 2008 over het algemeen een positief jaar achter de rug. Er is een toegenomen bereik met 54% in Afrika en 14% in Latijns Amerika. Qua sociale performantie zien we dat een groot gedeelte van de mensen die bereikt worden tot de armste bevolking behoren, waarbij de kredietbedragen relatief laag zijn (vanaf 43 euro) en verstrekt worden aan personen die geen toegang hebben tot bancair krediet. Met deze kredieten worden ook veel vrouwen bereikt, meer dan 40% van de gezamenlijke kredietportefeuille van alle partners is voor vrouwen, voor Afrika is dit zelfs 56% en in specifieke gevallen, zoals in de Filipijnen, is dit 100%. In Tanzania en Ghana gaat bijna 70% van de kredietportefeuille naar vrouwen. In andere landen is dit lager, ook al omdat kredieten meer gericht zijn op groepen of op families, en dus minder individueel. Deze vrouwen behoren veelal tot de meest kwetsbare groepen maar bewijzen leningen te kunnen beheren. Trias en haar MF partners bereiken 195.522 kredietnemers. Dit is een forse stijging in het bereik ten opzichte van het voorgaande programma, toen er ongeveer 110.000 personen bereikt werden. Deze kredietnemers gebruiken de leningen voor diverse doeleinden, met name als werkkapitaal voor agrarische productie en handel. Maar microkredieten
dienen vaak gedeeltelijk als buffer om onverwachte noden op te vangen zoals gezondheidskosten binnen de familie vanwege de precaire situatie. Trias ondersteunt de partners door middel van advisering op diverse deelaspecten. Hiervoor heeft Trias 7 adviseurs microfinanciering in dienst in het Zuiden en één adviseur microfinanciering op het hoofdkantoor in Brussel als onderdeel van de dienst Research & Development. Door deze advisering en bemiddeling zijn de financiële middelen van de partners toegenomen waardoor zij meer kredieten kunnen verstrekken aan de arme boeren en ondernemers. De financiering van de kredietportefeuille komt voort uit diverse bronnen. In 2008 zien we dat het aantal partners met commerciële leningen is toegenomen maar nog steeds klein blijft. Bij deze partners nemen de externe leningen met meer dan 50% toe. Ook de spaargelden nemen toe met 30% via deposito’s van de klanten. Dit laatste is zeer belangrijk omdat het blijk geeft van het vertrouwen van de klant in de MFI en het de meest duurzame vorm is van kapitaalsvorming voor de MFI om de kredietportefeuille te financieren. Zeker in de context van de financiële crisis , wanneer extern kapitaal steeds schaarser en duurder wordt, is die strategie van vitaal belang. Ook het eigen vermogen van de partners nam toe met meer dan 40%. Ondanks de sterke verbetering van de toegang tot diverse kapitaalbronnen, blijft de financiering een grote zorg voor vele MFI’s. Velen kunnen immers niet aan de vraag voldoen vanwege een tekort aan kapitaal. Mede dankzij de ondersteuning vanuit Trias zijn de MF partners vrij gezond. Ze hebben een operationeel inkomen dat hoger is dan operationele kosten. De operationele duurzaamheid (OSS) van de huidige
Trias partners is gemiddeld dan ook 132% wat prima is. Dit is een stijging ten opzichte van 2006. De achterstallige schuld, gemeten door middel van de indicator “Portfolio at Risk 30” is ongeveer 10% in Afrika en 9.1% in Latijns-Amerika. Trias ondersteunde ook de aanpassingen van de productvoorwaarden zodat de mensen minder terugbetalingsproblemen hebben, zoals bijvoorbeeld in Ghana. In vergelijking met soortgelijke partners in de regio’s scoren de indicatoren voor achterstallige betalingen redelijk goed. Speciale aandacht gaat nu uit naar de partners die minder goed scoren, zeker in deze huidige fragiele economische situatie. De crisis zal immers invloed hebben op de MF partners. Er is nu al sprake van een vermindering van de toegang tot extern kapitaal, wat het belang van spaargelden en een goed portfolio management belangrijker maakt. In diverse landen, waaronder Congo, werd sterk gecommuniceerd over het sparen en spaarproducten, wat geleid heeft tot het aantrekken van meer spaargelden. Het management van de MF partners voelt sterk de druk vanwege deze externe factoren en dient verder ondersteund te worden. Trias levert die steun op diverse terreinen in duidelijke samenspraak met de partner, op basis van de analyse van de behoeften en met duidelijke focus op de duurzaamheid van de partner en het bereik van de doelgroep. Trias biedt die steun onder meer door middel van versterking van de organisatie, financiële ondersteuning, technische advisering, kennisuitwisseling met andere Trias partners en organisaties in het noorden, faciliteren van deelname Trias partners aan overleg in de regio en daarbuiten, faciliteren van bijvoorbeeld toegang tot fondsen of deelname aan evenementen, planning en monitoring. De ondersteuning door Trias wordt over het algemeen erg op prijs gesteld door de partners.
Bedrijfsdiensten (BDS) Bedrijfsdiensten, ook wel Business Development Services genoemd, omvatten een breed spectrum aan diensten: van trainingen en boekhoudkundige ondersteuning tot advisering en informatie voor individuele micro-ondernemers en familiale boeren. In de eerste plaats hebben we het hier over bedrijfsdiensten ontwikkeld voor andere dan landbouwactiviteiten. De bedrijfsdiensten ontwikkeld voor landHoofdstuk 4: Het Zuiden 13
Ook de samenwerking tussen partners kan efficiënter, bijvoorbeeld in Guinee. Bij veldbezoeken door de MF partner worden ook vormingsbehoeften geïdentificeerd voor de BDS partner. Daardoor worden dubbele bezoeken vermeden, wat veel tijd kost in moeilijk bereikbare gebieden. Dankzij het faciliteren door Trias, maken vele partners deel uit van netwerken, wat hun toegang tot kennis en de mogelijkheid tot beleidsbeïnvloeding sterk vergroot. Binnen de Trias werking is er een uitgebreid scala aan vormingen voor het personeel van de partnerorganisaties, evenals specifieke adviezen. Deze dienstverlening door Trias wordt door de partners over het algemeen zeer op prijs gesteld. bouwactiviteiten zijn opgenomen in de thema ‘toegang tot markten en ketenontwikkeling’. Vormingen zijn de belangrijkste component binnen het aanbod van de Trias partners. In de praktijk worden in sommige gevallen de vormingen aan dezelfde doelgroep als die van de MF partners verstrekt om te komen tot een hogere impact. Een voorbeeld hiervan is een pilootproject in de Filipijnen, waar een MF partner en een BDS partner samenwerken om de klanten te ondersteunen bij het realiseren van hun business plan en bij de financiering ervan. De doelgroep van deze diensten zijn arme boeren en kleine ondernemers. Met zowel financiële als technische ondersteuning van Trias werden door deze partners bijna 30.000 personen bereikt, waarvan ongeveer 45% vrouw en 55% man. In de ondersteuning door Trias is er ruime aandacht voor het verbeteren of ontwikkelen van vormingsproducten, het stimuleren van samenwerking en participatie in platforms, het creëren van handleidingen en interne procedures en de vorming van het personeel onder andere over het begeleiden van basisorganisaties, over klantvriendelijkheid en over financieel management. Door deze ondersteuning zijn partners in staat geweest om hun dienstverlening beter af te stemmen op de behoeften van de doelgroep. Trias streeft ernaar zowel financiële als niet financiële diensten aan te bieden door diverse partners aan dezelfde doelgroep. Door die combinatie van beide middelen is de impact van de Trias werking hoger. Een ander voorbeeld hiervan is de werking in Uganda waar collectieve bedrijfsvorming (door een BDS partner) gekoppeld wordt aan microfinanciering voor deze bedrijfjes (door een MF partner).
14 Hoofdstuk 4: Het Zuiden
Toegang tot markten (MCD) Om haar missie te bereiken, focust Trias ook op een verbeterde toegang tot vooral lokale en regionale markten. Een belangrijke strategie daarbij is de ketenbenadering waarbij de functies van alle actoren (van productie tot consumptie), hun winsten en relaties in kaart gebracht worden. Bij ketenontwikkeling wordt die analyse gebruikt bij het versterken van de positie van de doelgroep en haar markttoegang. Daarom worden de dienstverlening door TRIAS’ partners vaak in 1 adem “market and chain development” (MCD) genoemd, wat wij vertalen als ‘vermarkting en ketenontwikkeling ‘ of ‘toegang tot markten’. Trias steunt met betrekking tot dit thema zowel ledenorganisaties als dienstverlenende ngo’s. De eerste bieden aan hun leden vormende diensten aan, maar nemen soms ook een uitvoerende rol op binnen de keten, overwegend vermarkting, terwijl de tweede vooral vormend en adviserend te werk gaan. De aard van diensten en doelgroep kan dan ook variëren. Doordat sommige regio’s en partners MCD diensten anders gedefinieerd hebben, is voor 2008 de vergelijkbaarheid van gegevens niet evident. Niettemin zijn de getallen een waardevolle benadering en wordt er gerapporteerd dat minstens 6.600 mannen een verbeterde toegang tot MCD diensten kregen, en minstens 7.240 vrouwen.
De ketens zijn heel divers. Binnen de landbouw zijn dat onder andere koffie, cacao, zonnebloem, rijst, aardappel, bonen, pinda’s en karité. In de veeteelt zijn dat melk, kippen, varkens en bijen. Ook rond visteelt en visverwerking wordt gewerkt. De verwerkende voedselindustrie komt ook aan bod en verder is er in heel wat landen aandacht voor het artisanaat. Ten slotte worden ook dienstverlenende activiteiten ondersteund zoals toerisme en in een enkel geval ook massage, detailhandel… Binnen het brede gamma aan mogelijke dienstverlening zijn er continentale tendensen te onderscheiden. Zo worden in Latijns-Amerika en Filippijnen vooral diensten ondersteund die zich richten op toegenomen verwerking (upgrading) of verbeterde verwerking (upscaling) en het consolideren van marketing door product- en klantdifferentiatie. Milieuvriendelijkheid, kwaliteitsverhoging en kwaliteitsgarantie doorheen de hele keten worden benadrukt. In Afrika – met uitzondering van Oeganda – wordt aandacht besteed aan de verbeterde basisproductie en aan de productiviteit, vaak door technologische verbeteringen. Verder wordt verbeterde markttoegang vooral nagestreefd door upscaling via het aanmoedigen en versterken van groepsvermarkting en het uitschakelen van tussenhandelaars, en in mindere mate via verhoogde kwaliteit. Er wordt in Uganda en Tanzania geëxperimenteerd met twee bedrijfsondersteunende dien-
sten waarbij de ketenbenadering een centrale rol speelt: respectievelijk “de 10 step market linkage approach” en de “participatory agro-enterprise development”. De effecten die deze dienstverlening in het voorbije jaar heeft gehad bij de doelgroep, variëren sterk. Niettemin is er bij een aantal doelgroepen een stijging van inkomen, een stijging van verkoop en winsten, net als toenemende investering in succesvolle ketens. Er is sprake van een verbetering in het functioneren van de markt dankzij handelsbeurzen en uitwisselingen, maar vooral dankzij gegroepeerde vermarkting. Qua competenties wordt er in vele gevallen een verbetering vastgesteld bij de doelgroep, waarbij zij zelf de verworven kennis en middelen beginnen over te dragen en er dus sprake is van een multiplicatoreffect. Om effectieve en kwaliteitsvolle MCD diensten te verlenen aan de doelgroep moet de partnerorganisatie zelf natuurlijk ook sterk staan. Dat is een proces van lange adem. Versterking van de partner gebeurt door inhoudelijke en methodologische vorming voor het technische personeel van de partners. Het gebeurt ook institutioneel door het verbeteren van het interne functioneren van de organisatie en door het verhogen van haar autonomie. De noden en activiteiten zijn natuurlijk partnerspecifiek en vaak een combinatie van inhoudelijke en institutionele elementen. Een belangrijk probleem waar heel wat partners mee geconfronteerd worden, is de gebrekkige inventaris van de noden van de doelgroep enerzijds en de geschiktheid van de aangeboden diensten zowel inhoudelijk als naar methodologie anderzijds. Daarom werken partnerorganisaties aan een beter opvolging- en evaluatiesystemen. Een veelgebruikte oplossing om aan de nood te voldoen, is het inzetten van expertise van buitenaf. Dat kan gaan van advies vanwege Trias, het inhuren van extra personeel tot het tijdelijk inhuren van externe experts of een conHoofdstuk 4: Het Zuiden 15
sultant voor vormingen aan de doelgroep of voor vormers, het zogenaamde “train the trainers”.
Bewegingsopbouw (MB) Trias werkt aan de duurzame versterking van lokale basisgroepen en ledenorganisaties om zodoende het lokaal economisch ontwikkelingsproces te stimuleren. Organisatieversterking heeft vooral betrekking op de interne werking van de organisatie (beleid en strategie, planning, monitoring en evaluatie, human resource management, financieel beheer en eventueel bewegingsopbouw). Organisatieversterking heeft als doel de duurzaamheid van ledenorganisaties te vergroten, de participatie van doelgroep te verhogen en de diensten aan de doelgroep te optimaliseren. We spreken dan ook van bewegingsopbouw of ‘movement building’ (MB). Naast de organisatieversterking wil Trias haar partners ook stimuleren deel te nemen aan lokale ontwikkelingsprocessen samen met andere actoren. De gemeenschappelijke visie op ontwikkeling die de diverse actoren samen ontwikkelen met daarin elk hun eigen rol en wederzijdse verantwoording, leidt tot een betere lokale economische ontwikkeling en tot een verbeterd investering - en ondernemersklimaat. Daarom wil Trias hierop inspelen door de partner te steunen in zijn institutionele ontwikkeling. Het bereik van individuen en basisgroepen met leiderschapstrainingen, kadervorming (vorming voor secretaris, voorzitter en penningmeester) en trainingen voor belangenverdediging zijn relevante indicatoren
16 Hoofdstuk 4: Het Zuiden
met betrekking tot de versterking van de doelgroep. Verder worden er positieve effecten gemeten op: • Het aantal coöperatieven met een economisch leefbare micro-onderneming is gestegen (Filippijnen, Congo - Kinshasa) • Basisgroepen die samen commercialiseren is gestegen in Congo – Bas Fleuve. • Officiële registratie van basisgroepen en coöperatieven (Filippijnen, Congo – Bas Fleuve, Guinée) • Opzetten van en verbeteren van PME-systemen, beheerssystemen en/of een administratie om lidmaatschappen bij te houden (Filippijnen, Congo Kinshasa, Guatemala, Honduras, El Salvador) • Betere belangenverdediging van de leden (Guinée, Filippijnen, Honduras, Guatemala, El Salvador, Congo – Bas Fleuve) en meer inspraak van de leden (Ecuador) • Het participeren in uitwisselingsactiviteiten nationaal en internationaal leidt tot versterkte capaciteit van de betrokkenen en werd genoteerd in El Salvador, Guatemala, Honduras en bij Tanzania. De resultaten bij de ledenorganisaties en bij partners die ledenorganisaties versterken zijn divers. Dit hangt samen met de rollen die Trias vervult, voornamelijk die van donor, adviseur en facilitator. We zien dat er voornamelijk gewerkt wordt aan het goed beheer van de organisaties in al haar aspecten via vorming van de besturen en personeelsleden en via instrumenten die de planning en de opvolging van de partners zelf vergemakkelijken. Tenslotte werd ook aandacht besteed aan de financiering van de partners. Het is nog steeds moeilijk om fondsen te mobiliseren. Er zijn een aantal partners die er min of meer in slagen, maar het blijft een uitdaging.
DE 9 REGIO’S EN REGIOKANTOREN VAN TRIAS Trias heeft negen regiokantoren die gedecentraliseerd werken, met telkens een regionaal coördinator (RC) aan het hoofd ervan.
kantoor Guinée: Kindia RC: Bert Snoek BP 50 Kindia Guinée Conakry tel. Nr.: 00224 30 61 16 77 Satelliet: 0088 16 31 57 88 96 Mobiel: 00224 64 37 14 42 De expat medewerkers in Guinée combineren heel wat jaren terreinervaring en coördinatiecapaciteiten met grondige kennis over de kernthema's van onze lokale programma's: bewegingsopbouw, organisatieontwikkeling en vermarkting. Ook het thema gender krijgt hier extra aandacht. Een lokale medewerker werd aangetrokken om de partners te versterken in het opzetten van goede opvolging- en evaluatiesystemen voor de activiteiten.
kantoor Ghana: Bolgatanga RC: Rex Asanga PO box 619 Bolgantanga Upper East Region Ghana Tel. +233 72-23282 Mob. +233 246924053 Ghana Het regiokantoor in Noord Ghana werd opgezet in 2008. Trias Ghana werkt samen met 12 rurale banken, om microfinancieringsdiensten te verlenen aan kleine boeren en ondernemers. Via training en regelmatige opvolging, staat het regioteam de banken bij in het opzetten en/of beter uitwerken van hun diensten, en het introduceren van informaticasystemen.
kantoor RD Congo: Kinshasa RC: Alphonse Kapuya 7éme Rue, Avenue de la Révolution 402 Q. Résidentiel Commune de Limete Kinshasa RD Congo Het regioteam in Congo bestaat uit 15 medewerkers met een uitgebreide kennis van de Congolese context. Hun uiteenlopende profielen en ervaringen bieden de ideale mix voor het welslagen van onze multidisciplinaire programma's in de regio. Onder leiding van een Congolese regiocoördinator verzekeren de 3 expat adviseurs en het team Congolese medewerkers een goede begeleiding van de jonge lokale partnerorganisaties rond de thema's vermarkting en economisch beheer; bewegingsopbouw en organisatieontwikkeling; microfinanciering; en landbouwtechnische innovatie. Hoofdstuk 4: Het Zuiden 17
kantoor Uganda: Kampala RC: Willem Koster P.O. Box 5617 Kampala Uganda landline: 00256 41 4266 371 De Expat Adviseurs in Oeganda zijn mensen met jarenlange ervaring in de regio, voor wie Afrika hun thuis geworden is. Een combinatie van capaciteiten in planning en facilitering en sterke kennis rond het versterken van bewegingen geeft een goede basis voor het programma. De lokale adviseurs werden aangeworven omwille van hun specifieke meerwaarde en praktische kennis op het terrein rond de kernthema's: vermarkting (toepassing van de Participatory Agro-Enterprise Development methode) en microfinanciering.
kantoor Tanzania: Arusha RC: Toon Röttjers P.O. Box 12 005 Arusha Tanzania
[email protected] landline: 00255 27 250 48 17 De expat medewerkers in het Regiokantoor van Tanzania combineren veel ervaring in de het land met specifieke thematische kennis rond microfinanciering en organisatieversterking. Deze ervaring stelt hen in staat om de verschillende partners op de juiste manier te benaderen en te stimuleren tot een succesvolle samenwerking. Op het vlak van microfinanciering brengen ze een meerwaarde, niet alleen voor de partners in Tanzania maar voor heel Trias. In 2009 zal het team doelgericht versterkt worden door lokale adviseurs met specifieke ervaring rond microfinanciering en vermarkting. Recent werd een veelbelovende lokale adviseur financieel management aangeworven, die zowel het regiokantoor als de partners zal ondersteunen.
kantoor Filipijnen: Manila RC: Gudrun Cartuyvels # 22 Matiyaga Street Corner - Mapagbigay Street Barangay Central District Diliman Quezon City - Manila Philippines tel.: 0063 (0)2 92 66 163 fax: 0063 (0)2 43 44 417 Filippijnen Het programma in de Filippijnen telt 9 partners, verdeeld over 3 provincies. Per interventiegebied verzekert 1 medewerker van het regioteam een regelmatig contact met de partners ter opvolging van het programma. Het merendeel van de partnerorganisaties werken pas sinds 2008 samen met Trias. Het regioteam staat hen bij in Organisationele Ontwikkeling, Lokale Economische Ontwikkeling en Algemene Leerprocessen.
18 Hoofdstuk 4: Het Zuiden
kantoor Brazilië: Curitiba RC: Jaap van Waalwijk van Doorn Rua Nilo Cairo 336 Cj. 402 - 4° andar CEP 8.00.60-050 Centro - Curitiba Paraná Brasil tel.: 00 55 (0)41 32 62 98 91 Het team in Brazilië heeft één expat coördinator die sterk op netwerking inzet met nationale en internationale contacten. Men focust op de ondersteuning van alle coöperatieve organisaties voor familiale landbouw binnen de coöperatieve koepel UNICAFES. De werking wordt omringd door een jong maar dynamisch team van lokale experten die adviserend en faciliterend werken naar de integrale ketens van zuivel, granen en fruit. Hun facilitatie tracht in te spelen op de noden en prioritaire aandachtspunten binnen de betrokken coöperaties.
kantoor Centraal-Amerika: San Salvador RC: Astrid Vreys Urbanizacion Lomas de San Fransisco, Pol "C" Avenida 2, casa 29 San Salvador El Salvador tel.: 00503 2273 80 82 fax: 00503 2273 80 82 Het team in Centraal-Amerika werkt enerzijds met een grote mix van dienstverlenende organisaties in microfinanciering, groepsvorming, bedrijfsversterking, markttoegang of integratie in de civiele maatschappij en anderzijds met ledenorganisaties. Het team heeft een mooie balans van expat en lokale adviseurs. Heel veel aandacht gaat naar de organisatorische versterking van de lokale partnerorganisaties, het leren plannen en evalueren en het inbedden in lokale, regionale en nationale netwerken. Eén van de sterke punten van het team is het linken van deze partners onderling en met andere actoren die een hefboomeffect kunnen genereren.
kantoor Andes: Riobamba Librecht Van Hemelryck en Wilson Carasco (ad interim) Olmedo 21-41 entre Espejo y 5 de Junio Riobamba Ecuador tel: 00 593 (0)3 29 68 211 Het team in de Andes speelt in op de eigenheid van de partners in de regio. Vier van de 6 partnerorganisaties zijn ledenorganisaties van ondernemers en boeren in de sectoren zuivel, aardappel, ecotoerisme en een koepel van kredietcoöperaties met 110.000 leden. Het team biedt een sterke expertise in in organisatieversterking, microfinanciering, netwerking en markttoegang. Het versterken van de ledenbewegingen om hun "kerntaken" op te nemen staat centraal. Hoofdstuk 4: Het Zuiden 19
OVERZICHT VAN PARTNERS Naam Organisatie Bessfa Rural Bank, Bonzali Rural Bank, Borimanga Rural Bank, Builsa Rural Bank, East Mamprusi Rural Bank, Lawra Rural Bank Naara Rural Bank, Nandom Rural Bank, Sissala Rural Bank, Sonzele Rural Bank, Toende Rural Bank, West Mamprusi Rural Bank Apfog Fong AGUIDEP ATC CAFODEC FOP-BG FPAKI RGTA-D SARA MBADIFA HODFA MADFA HOFOKAM EBO SACCO MADFA SACCO Nucafe Unasgo CEP Coocec SOPAM COOPECMAKIN Mec Bosangan Mec Idece CADEM PREFED ACIST Faida Mali FIDE MVIWATA Manyara MVIWAMO WEDAC WEGCC INCOMET MUCOBA TASGA ADF AFON
20 Hoofdstuk 4: Het Zuiden
Land Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Ghana Guinée Guinée Guinée Guinée Guinée Guinée Guinée Oeganda Oeganda Oeganda Oeganda Oeganda Oeganda Oeganda Oeganda RDC RDC RDC RDC RDC RDC RDC RDC Tanzania Tanzania Tanzania Tanzania Tanzania Tanzania Tanzania Tanzania Tanzania Tanzania Filippijnen Filippijnen
Continent Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Afrika Azië Azië
Type Organisatie Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Ledenorganisatie Ledenorganisatie Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Microfinanciering Ledenorganisatie Ledenorganisatie Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Ledenorganisatie Ledenorganisatie Ledenorganisatie Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Ledenorganisatie Ledenorganisatie Dienstverlenende ngo Microfinanciering Dienstverlenende ngo Microfinanciering Microfinanciering Microfinanciering Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Ledenorganisatie Ledenorganisatie Microfinanciering Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Microfinanciering Ledenorganisatie Dienstverlenende ngo Netwerk/Platform
Naam Organisatie ASHI BMCI CSE INSOL MNCCI PDCI PROCESS Unicafes-Paranà Cresol Baser / Ancosol Unicafes-Nationaal APODIP ACDIJ FUNDACEN ADP AMPRO PILARH OPDF PILARH OPD ADELSAR ASONOG CCA FADEMYPE FADEMYPE Red Unión de Mujeres CESA Fundación MARCO COLACH CONPAPA CORDTUCH UCACCENTRO ADEA Andahuaylas MIJARC
Land Filippijnen Filippijnen Filippijnen Filippijnen Filippijnen Filippijnen Filippijnen Brazil Brazil Brazil Guatemala Guatemala Guatemala Guatemala Honduras Honduras Honduras Honduras Honduras El Salvador El Salvador El Salvador El Salvador Ecuador Ecuador Ecuador Ecuador Ecuador Ecuador Peru World
Continent Azië Azië Azië Azië Azië Azië Azië Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika Latijns Amerika World
Type Organisatie Microfinanciering Netwerk/Platform Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Ledenorganisatie Ledenorganisatie Dienstverlenende ngo Ledenorganisatie Microfinanciering Ledenorganisatie Ledenorganisatie Ledenorganisatie Microfinanciering Dienstverlenende ngo Ledenorganisatie Microfinanciering Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Ledenorganisatie Microfinanciering Dienstverlenende ngo Netwerk/Platform Dienstverlenende ngo Dienstverlenende ngo Ledenorganisatie Ledenorganisatie Ledenorganisatie Microfinanciering Dienstverlenende ngo Ledenorganisatie
Hoofdstuk 4: Het Zuiden 21
Uitwisseling tussen Noord en Zuid Trias heeft een partnerschap met zes organisaties in Vlaanderen. Deze organisaties en hun leden steunen Trias en haar partners in het Zuiden. Trias heeft als doel de solidariteit te versterken tussen die Vlaamse bewegingen en organisaties van boeren en ondernemers in het Zuiden. In 2008 zijn vijf bewegingen betrokken in negen uitwisselingen tussen Noord en Zuid. De ondernemersbewegingen in Vlaanderen wisselen uit met ondernemersbewegingen, microfinancieringsinstellingen en vormingsinstellingen in de Filipijnen, in Guinee, in El Salvador en in Tanzania. De Boerenbond, die de Vlaamse agrarische sector verenigt, haar socio-culturele verenigingen en de diverse beroepswerkingen wisselen uit met landelijke bewegingen, met familiale boeren en met beroepsverenigingen in Brazilië, Guinee, Congo en Tanzania. In die uitwisselingen staat solidariteit, respect en wederkerigheid voorop. Dit vergt van alle betrokkenen bijzondere vaardigheden en vaak een nieuwe kijk op ontwikkelingssamenwerking en op armoede. Een uitwisseling is een traject met een waaier aan activiteiten. Die activiteiten worden georganiseerd en gecoördineerd door de zes medewerkers van de Noorddienst van Trias. Ondernemers en familiale boeren wereldwijd staan voor dezelfde uitdagingen als gevolg van globalisering en de diverse crisissen: voedselzekerheid, energie, financieel en economisch. Voor de betrokkenen in de uitwisselingstrajecten is de meerwaarde de mogelijkheid om tot echte dialoog te komen, om van elkaar te leren, om solidariteit te ervaren als een verrijking.
PARTNERS VAN TRIAS IN VLAANDEREN De zes Trias partners in het Noorden zijn, net als de meeste partners in het Zuiden, gegroeid uit en opgebouwd rond familiale landbouw en (kleinschalig) ondernemerschap. Historisch zijn die bewegingen stevig ingebed in het sociaal-cultureel, professioneel en politiek weefsel. Hun ervaringen in verband met bewegingsopbouw, specifieke dienstverlening, belangenbehartiging door organisaties en het ont-
22 Hoofdstuk 5: Uitwisseling tussen Noord en Zuid
wikkelen van een professioneel vormingsaanbod, worden ingezet in een duurzame internationale samenwerking met gelijkaardige bewegingen in het Zuiden.
Beweging KLJ en Groene Kring
KVLV- Agra Landelijke Gilden - Boerenbond markant Neos UNIZO TOTAAL
Aantal leden in 2008 25.000 waarvan 21.400 KLJ en 3.600 Groene Kring 112.382 waarvan 10.826 Agra 70.000 waarvan 17.000 actieve landen tuinbouwers 26.500 26.260 85.000 345.142
Wie bereiken we in Vlaanderen? • Meer dan 200 vrijwilligers zetten zich regelmatig of occasioneel in voor Trias. Velen van hen zijn een klankbord voor de Noordwerking en leveren ideeën en inhoud aan de partnerschappen tussen Noord en Zuid. • 7% van alle afdelingen werd bereikt met een educatief aanbod: 194 afdelingen en 8.732 leden. • Tientallen bestuursleden binnen de bewegingen maar ook professionele medewerkers van de bewegingen werkten mee aan de uitwerking van de Noord Zuid partnerschappen. • Naast de diverse geledingen binnen de bewegingen, heeft Trias een breder netwerk van betrokken individuen. Meer dan 7000 mensen worden aangesproken via het kwartaaltijdschrift Zuidingen. • Er werden 11 artikels gepubliceerd in de ledenbladen van de bewegingen. Op de volgende pagina’s volgt een overzicht van de deelwerkingen per beweging
KLJ EN GROENE KRING
“Samen springen we hoger”: de hele beweging springt mee. KLJ, Groene Kring en Trias lanceerden een nieuw actiemodel en een spelbundel om de hele beweging te betrekken bij het partnerschap met de boerenorganisatie Mviwamo in Tanzania. Alle afdelingen kunnen met een foto van hun sprong (refererend naar de springende Masai) lokale kranten aanspreken en hun omgeving sensibiliseren. Ze kunnen hun actie alvast kwijt op onze blog www.wijspringenmee.be die centraal staat de komende jaren.
De werking Voor de leden en bestuursleden van lokale afdelingen is ‘Samen springen we hoger’ een actiemodel dat laagdrempelig is en een hele afdeling kan sensibiliseren over de samenwerking met Mviwamo. Het dient ook om fondsen te werven voor Trias en de partner in het Zuiden • In de Nationale Commissie Solidariteit zitten 8 vrijwilligers die regelmatig feedback en input geven voor het uitwisselingstraject met Mviwamo. • Voor sleutelpersonen wordt een werkgroep Tanzania opgericht. Daarbij betrekken we mensen die mee inspiratie willen bieden aan Mviwamo, mensen die goed zijn in het organiseren van events in Vlaanderen om te sensibiliseren en mensen die goed zijn in fondsenwerving. • Wereld Aan Tafel, een wereldhandelsspel gemaakt door het Centrum Informatieve Spelen, werd in 2008 twee keer lokaal gebracht en er werden 15 leden bereikt. • In Cactus, het ledenblad voor de +16 jarige KLJ leden, getuigde de ex-voorzitter over het vorige traject met Trias -Tiener Aksie in Zuid Afrikadat dit één van de voornaamste herinneringen is in zijn carrière als voorzitter. • In december 2008 werd Komma, het ledenblad voor -12 jarige KLJ leden, gewijd aan het bezoek van An Van Elsacker, voorzitster van KLJ, aan Tanzania. • In het voorwoord van de voorzitter in het tijdschrift van de Groene Kring staat de intentie tot samenwerking met Mviwamo. • Een artikel in de Groene Krant over landbouw in Tanzania werd gepubliceerd.
KLJ voorzitster An Vanelsacker na het bezoek aan enkele organisaties die werken met jongeren: "De organisaties hebben elk hun eigen manier van werken met jongeren. Voor ons was het zeer interessant om inzicht te krijgen in deze verschillende methoden. " Groene Kring voorzitter Pieter Van Oost over de samenwerking met Mviwamo: "Jongeren in Tanzania mobiliseren lijkt ons geen makkelijke taak, maar wij willen er alvast voor gaan."
KLJ en Groene Kring werken samen met Mviwamo, een boerenorganisatie, aan de opstart van een jongerenwerking in Tanzania. De eerste stap in deze uitwisseling werd door de voorzitters van KLJ en Groene Kring gezet met een studiereis in oktober 2008. Na een inhoudelijke en praktische voorbereiding trok de delegatie onder begeleiding van Trias naar Mviwamo in Tanzania. Ze bezochten verschillende Trias partners en wisselden uit met Mviwamo om een jongerenwerking uit te bouwen.
Hoofdstuk 5: Uitwisseling tussen Noord en Zuid 23
KVLV
“Een jaar in het teken van Guinee”, getuigt een inleefreizigster. KVLV maakt deel uit van de Nederlandstalige Vrouwenraad. De toestand in Oost- Congo stond afgelopen jaar geagendeerd. Op de vraag hoe de NVR iets kon doen aan het lot van de vele vrouwen daar, heeft KVLV (nationaal voorzitster) een toelichting gegeven over hoe KVLV ism Trias aan ontwikkelingssamenwerking doet via o.a. Noord-Zuid uitwisseling. De aanwezigen waren onder de indruk van dit engagement en de onderbouwde manier van werken van KVLV en Trias.
De werking • Negentig afdeling luisterden naar een getuigenis over de inleefreis naar Guinee. • Er werd door 185 afdelingen 13.000 zakjes rijst gekocht ten voordele van rijstpelmachines in Guinee. • Zeven afdelingen speelden het spel ‘Energie op je Bord’, dat op vraag van Trias werd ontwikkeld door het Centrum Informatieve spelen. • Negen afdelingen organiseerden de activiteit ‘Gezond de Wereld Rond’. • Zes afdelingen luisterden naar de voordracht ‘Help! Mijn spaarpot wordt gepluimd’ over microkrediet. • Er werden 3 artikels in het ledenblad ‘Vrouwen met Vaart’ gepubliceerd: - een reisverslag van de inleefreis - over Wereldvoedseldag en voedselprijzen - over de fondsenwervende actie voor rijstpelmachines
24 Hoofdstuk 5: Uitwisseling tussen Noord en Zuid
Uit het dagboek van Lieve Baert (inleefreizigster KVLV), januari ‘08 “Onze voorstelling van de evolutie van de rechten van de Vlaamse vrouw oogstte veel bijval. Hoe zij vroeger moest opkomen in de mannenwereld voor haar rechten, terwijl ze nu beschikt over eigen geld, vertegenwoordigd is in het bestuur van gemeente en staat. Hoe kinderen en jonge meisjes studeren en zelfstandig beslissingen nemen.“
In het uitwisselingstraject tussen KVLV en de plattelandsvrouwen van FOP-BG werden een aantal belangrijke stappen gezet. Achtentwintig KVLV vrouwen vertrokken in januari 2008, na een intense voorbereiding, op inleefreis naar Guinee. Ze maakten kennis met de plaatselijke Trias werking en het regiokantoor, en de Guineese partnerorganisaties. Ze wisselden uit met de Guineese plattelandsvrouwen over de beslissingsmacht van vrouwen en over vele andere onderwerpen waar vrouwen wereldwijd mee bezig zijn. Het thuisfront en heel KVLV volgde hen op de voet via verhalen en beelden op het webdagboek. De twee ‘nareis’ vergaderingen stonden in het teken van de getuigenissen in de KVLV-afdelingen. Een klein werkgroepje selecteerde uit duizenden foto’s de mooiste beelden die hun inleefervaring het best illustreren. Samen met het scenario dat ze daarbij schreven, en het filmpje dat een inleefreizigster op eigen initiatief maakte, resulteerde dat in degelijk materiaal om in afdelingen te getuigen. Op de programmadagen ontpopten de inleefreizigsters zich tot de beste ambassadeurs van Trias en Guinee. Wat resulteerde in 90 aanvragen van KVLVafdelingen om te getuigen in 2008.
LANDELIJKE GILDEN EN BOERENBOND
‘Bijeenkomen maakt het verschil’ is de slagzin die Landelijke Gilden gebruikt voor haar dialoog met het Congolese platteland. Het trajectbeeld ‘Bijeenkomen maakt het verschil’ alsook het aanbod ‘Congo in Beeld’ werkt aan een andere beeldvorming over Congo en ontwikkelingssamenwerking in het algemeen. ‘Met Congo in beeld’ worden voordrachten gegeven bij de lokale afdelingen van Landelijke Gilden waarbij de situatie wordt geduid adhv kunstwerken van moderne stadschilders uit Kinshasa.
De werking • Drie afdelingen, samen goed voor 165 leden, luisterden naar een getuigenis over Honduras als uitvloeisel van het vorig uitwisselingstraject. • Trias gaf een vorming over microfinanciering tijdens één arrondissementsraad en bereikte 23 leden. • Met 9 voordrachten ‘Congo in Beeld’ werden 268 personen bereikt. • Met de actie ‘Stap Voor Stap’ werden ten voordele van de werking van Trias 5 solidaire wandelingen in de provincie Antwerpen georganiseerd. • Het personeel van Landelijke Gilden en Boerenbond maakt kennis met de Congolese realiteit tijdens ‘Mondvol’, een lunchactiviteit. • In het ledenblad ‘Buiten’ verscheen een artikel over Gi Mateusen en zijn voordracht ‘Congo in Beeld’. • In het ledenblad van de Boerenbond ‘Boer & Tuinder’ verschenen volgende bijdragen: - over Congo - over biobrandstoffen en voedselzekerheid - over voedselzekerheid in Tanzania - over studiereis Boerenbond naar Brazilië
In 2008 werden voorbereidingen getroffen om de uitwisseling tussen Landelijke Gilden en de boerenbewegingen in Congo op te starten.
Dialoog ‘biobrandstoffen en voedselzekerheid’ Dit is een thematisch traject waarbij het doel is een boerendialoog op te starten in Noord en Zuid en op zoek te gaan naar gemeenschappelijke uitdagingen in verschillende contexten. Partners uit het Zuiden konden deelnemen aan de hand van een vragenlijst en gaven op die manier opinie en informatie over het thema ‘biobrandstoffen en voedselzekerheid’ vanuit hun context. De verzamelde informatie werd verwerkt en, samen met opzoekingwerk, verwerkt in de publicatie: ‘Biobrandstoffen en voedselzekerheid – elementen voor dialoog.’ Deze publicatie diende als basis om een dialoogmodel te ontwikkelen dat reflecties binnen de Landelijke Beweging en de Boerenbond moet stimuleren.
Boerenbond Twee vertegenwoordigers van Boerenbond trokken naar Brazilië om in dialoog te gaan over de melkketen met de UNICAFES coöperaties. In september 2008 werd op basis van de bevindingen van de missieleden bepaald hoe verder samen te werken. De prioritaire werkgebieden zijn de melksector, de ledenbinding en de coöperatiemodellen, en hoe meerwaarde creëren in de keten via industrialisatie. Een programma werd uitgewerkt voor een volgend bezoek van een delegatie van de Braziliaanse melkcoöperaties aan Vlaanderen in 2009.
Hoofdstuk 5: Uitwisseling tussen Noord en Zuid 25
MARKANT
“Twins. Een zaak van wereldvrouwen” is de slogan die markant gebruikt om solidariteit uit te drukken .
De werking Vierentwintig afdelingen gingen voor een avondje ‘Twins: karibu Tanzania'. Er verschenen de volgende artikels in het ledenblad Vrouw: • verslag Twins -reis Tanzania • 4 columns • over intra familiaal geweld • over waardig werk • verslag studiereis Filipijnen De Noord- Zuid werking kreeg een belangrijke plaats binnen markant met zowel een inleefreis voor het traject met WEGCC,Tanzania, als de opstart van een nieuw traject met ASHI op de Filipijnen.
Mieke Vandromme’ s motivatie voor dit nieuwe traject na haar studiereis: “Terwijl ik deze tekst schrijf, voel ik nog de warmte van de gastvrijheid die wij ondervonden tijdens onze studiereis in de Filippijnen. De contacten met de kandidaat-winnaressen van de Womed Award Zuid waren intens, het verblijf fysiek en emotioneel behoorlijk zwaar. Het was ontnuchterend te zien in welke omstandigheden de mensen leven en hoe ze vechten om een hogere levensstandaard te bereiken…. Ons verblijf bevestigde mijn overtuiging op 101 manieren: onze samenwerking met Trias is goed. Vrouwen vorming en een (micro)banklening geven als start voor een zelfstandige onderneming, maakt het verschil tussen een leven in armoede of de weg eruit. Vooral de wens om hun kinderen een beter leven te bezorgen, stuwt de Filippijnse vrouwen vooruit. Female empowerment – vrouwen steunen in hun groei – is een missie die stand houdt over de continenten heen.
Uitwisseling met Tanzania De samenwerking met WEGCC kende een hoogtepunt tijdens de Twins-reis naar Tanzania in februari 2008 door 15 markant leden. De reis was het langverwachte vervolg op het bezoek van WEGCC aan België en vormde de bekroning van de samenwerking . Een mooi resultaat was de dynamiek die de reis via de deelneemsters teweeg bracht binnen de beweging. Een grote respons op hun getuigenissen toonde aan dat er wel degelijk een draagvlak bestaat rond het Zuiden binnen markant. Een ander resultaat was het besef van de gelijkenissen tussen Vlaamse en Tanzaniaanse vrouwen en van hun gelijkwaardigheid.
26 Hoofdstuk 5: Uitwisseling tussen Noord en Zuid
Uitwisseling met de Filippijnen Een studiereis naar Trias-partner ASHI door directeur Anne-Marie Descamps en voorzitster Mieke Vandromme in oktober 2008 vormde de aftrap van het nieuwe uitwisselingstraject waarmee markant de volgende vier jaar het vrouwelijk ondernemerschap in het Zuiden zal promoten.
NEOS
De werkgroep Trias werd opgericht in 2008.
Neos draagt solidariteit hoog in het vaandel, ook met het Zuiden. Trias en Neos gaan samen verder op het ingeslagen weg om het Zuiden een plaats te geven in de lokale clubs. Door voordrachten van gerenommeerde sprekers tracht Trias een realistisch beeld te geven over ontwikkelingssamenwerking en wordt de rol van Trias telkens belicht.
Jean-Creemers, voorzitter Neos Peer: “Ik sta achter het werk van Trias: mee werk helpen creëren door microkredieten voor de kleine ondernemer in het Zuiden is volgens mij de juiste aanpak. Ondernemers moeten kansen krijgen om te groeien, ook daar waar de omstandigheden moeilijk zijn.”
De werking • Vijfenveertig afdelingen luisterden naar één van de voordrachten ‘Experten aan het woord’: - “Congo: tussen hoop en wanhoop door Walter Zinzen: 22 afdelingen - “Globalisering en armoedebestrijding” door Dirk Barrez: 6 afdelingen - “Het gezicht van Congo” door Peter Verlinden: 7 afdelingen - “Door de mazen van het net: ouder worden in ontwikkelingslanden” : 5 afdelingen - “Latijns-Amerika: op weg naar democratie” door An Vranckx: 3 afdelingen - “Latijns-Amerika: een toekomst in beweging” door Liesbet Walckiers: 2 afdelingen • Nationaal secretaris Eric Bradt droeg dit jaar zijn deelname aan de Dodentocht van Bornem op aan de werking van Trias. Neos zette hiervoor een hele actie op touw en met succes. Meer dan 50 clubs en vele individuele sponsors ondersteunden deze actie. • Er verscheen een artikel in het ledenblad ‘Neos Magazine’ over ‘waardig werk’.
Oprichting werkgroep Trias In het voorjaar van 2008 werd een werkgroep ’Trias’ opgericht. Dit is een denktank over hoe Noord-Zuid binnen Neos het best aan bod kan komen en heeft als doel Trias en ontwikkelingssamenwerking op de kaart te zetten binnen Neos. Trias begeleidt en coördineert de werkgroep. Op dit moment neemt Neos niet deel aan een uitwisselingstraject. Wel is er interesse om nader kennis te maken met de context waarin ondernemers in het Zuiden leven via bijvoorbeeld een inleefreis. Trias en Neos bekijken samen wat de beste manier is om Neos dichter bij het Zuiden te brengen. Hoofdstuk 5: Uitwisseling tussen Noord en Zuid 27
UNIZO
‘Ondernemers zonder Grenzen’: UNIZO en Trias slaan een brug naar ondernemers in het Zuiden Aan de hand van deze slogan maakt UNIZO samen met Trias haar engagement concreet door uitwisselingen uit te bouwen tussen ondernemers in Vlaanderen en ondernemers uit het Zuiden. Uitwisseling van kennis en ervaringen staan in het partnerschap centraal. Dat kan bijvoorbeeld gaan over thema's zoals relaties met de overheid, belangenbehartiging, dienstverlening voor ondernemers en alles wat met ondernemerschap te maken heeft.
De werking • Er werd driemaandelijks een elektronische nieuwsbrief gepubliceerd voor 600 geïnteresseerden over de voortgang van de Trias werking binnen Unizo • Er kwam een nieuwsbrief van GentMeetjesland en de Trias partner Fpaki voor bestuursleden, personeelsleden en geïnteresseerden over de voortgang van de Trias werking binnen Gent- Meetjesland. • Er ware enkele artikels in ledenblad ‘ZO magazine’: - Aankondiging van studiereis GentMeetjesland - UNIZO-ondernemers in de Filippijnen - De werkgever als bullebak volgens 11.11.11 • Op de site van UNIZO kwam er een pagina over de inleefreis naar El Salvador op www.unizo.be/elsalvador • Op talrijke netwerkactiviteiten bij UNIZO was er communicatie over de uitwisselingen tussen Noord en Zuid.
28 Hoofdstuk 5: Uitwisseling tussen Noord en Zuid
Ondernemers zonder grenzen in de Filippijnen Na de inleefreis van UNIZO Westhoek naar de Filippijnen in december 2007 werd er in 2008 verder uitgewisseld via een communicatieplatform en werden initiatieven tot fondsenwerving ondernomen.
Ondernemers zonder grenzen in El Salvador UNIZO Noord-West-Vlaanderen trok in oktober 2008 naar El Salvador. Het bezoek van de UNIZO delegatie (8 ondernemers en 2 beroepskrachten) had een stimulerend effect op zowel Fademype (BDS en microfinancieringsdiensten) en Redga (netwerk van ondernemerssectoren) als op de UNIZO delegatie. Het was ook inspirerend voor Trias in Centraal- Amerika en voor Trias in het algemeen, meer bepaald in haar definiëring en strategie rond ondernemerschap.
Ondernemers zonder grenzen in Guinee Een regiodirecteur van UNIZO, een adviseur die werkt voor ‘Jobkanaal’ en de Trias ambassadrice voor UNIZO Gent-Meetjesland zijn in april 2008 op studiereis geweest naar Guinee waar ze kennis maakten en overleg hadden met vertegenwoordigers van Aguidep en FPAKI.
Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag FINANCIËLE INDICATOREN Trias groeit en dat is ook in haar cijfers waar te nemen. Vooral de subsidies van de Europese Unie en van het Belgisch Overlevingsfonds (BOF) zullen in 2009 verder stijgen. In het financieel meerjarenplan 2006-2013 van Trias staat een groeipad dat zo goed als mogelijk gevolgd wordt, rekening houdend met interne en externe factoren die de resultaten beïnvloeden. De wereldwijde financiële crisis en de daarbij horende voorzichtigheid van donoren heeft zich in 2008 nog niet substantieel laten voelen, maar zal mogelijks in 2009 wel een effect hebben op de fondsenwerving. In 2008 werd er gewerkt aan een strategische nota fondsenwerving en externe communicatie. Wat de fondsenwerving betreft, was één van de conclusies de nood aan verdieping van bestaande donorrelaties en de diversificatie van financiële bronnen. Ook wordt er gewerkt aan het meten en verbeteren van de rendabiliteit van de fondsenwervende inspanningen. Trias is nu financieel gezond en wenst dat ook zo te houden. Trias heeft een goede solvabiliteit, liquiditeit en begrotingsevenwicht, en is erkend voor programma financiering door DGOS, de dienst ontwikkelingssamenwerking van de federale overheid. Naast de subsidiërende overheden, waaronder provincies en gemeenten, werven we ook fondsen bij 5 andere categorieën van donoren: particulieren, de 6 achterbanorganisaties in Vlaanderen, andere ngo’s, stichtingen en fondsen en tenslotte bedrijven. In 2009 worden deze inspanningen geconsolideerd en wordt er geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe fondsenwervende instrumenten. Een bijzondere inspanning in het verbeteren van het beheer van financiën, en ook fondsenwerving, is de aankoop en implementatie van nieuwe boekhoudkundige software, inclusief een module voor donorbeheer in 2009. Hoofdstuk 6 Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag 29
BALANS 2008
OPBRENGSTEN 2008 euro 0,00 218.189,10 1.125,00
ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen op meer dan 1 jaar Vooruitbetalingen Vorderingen op ten hoogste 1 jaar Liquide middelen Overlopende rekeningen TOTAAL ACTIVA
7.719.870,31 0,00 8.023.194,29 1.843.887,82 0,00 17.806.266,52
PASSIVA euro Bestemde fondsen 569.077,72 Overgedragen resultaat 137.384,40 Voorzieningen voor risico’s en kosten 175.053,00 Schulden op ten hoogste 1 jaar 379.147,06 Overlopende rekeningen 16.545.604,34 TOTAAL PASSIVA 17.806.266,52
Zoals uit de balans 2008 blijkt, is vanwege de eenmalige goedkeurig door DGOS van de meerjarige programmafinanciering een veel hoger activa en passiva ontstaan in vergelijking met vorige jaren, met name de hogere vorderingen op zowel 1 jaar als op meer dan 1jaar.
Verdeling Eigen Opbrengsten
2% 7%
7%
2% 7% 6%
Eigen opbrengsten Particulieren Bewegingen 11.11.11 Agricord Ieder voor Allen Form Stichtingen en Fondsen Bedrijven Andere inkomsten Totaal eigen opbrengsten
euro 147.736,85 136.362,89 282.892,03 706.408,52 44.541,21 34.870,70 503.230,39 147.132,77 97.906,69 2.101.082,05
Subsidies en medefinanciering Provincies en Gemeenten Belgische Overheid DGOS Belgische Overheid BOF Vlaamse Overheid Europese Unie Andere Totaal subsidies
euro 153.181,20 4.993.756,22 763.830,70 0,00 344.133,73 57.145,07 6.312.046,92
TOTAAL OPBRENGSTEN
8.413.128,97
De eigen opbrengsten kenden in 2008 een substantiële verhoging in vergelijking met 2007, toen we 1.457.621 euro realiseerden. De vooropgestelde begroting werd voor 91% gerealiseerd. Dit is, naast de volgehouden inspanning naar de andere donoren, vooral het resultaat van de inspanningen die geleverd werden met betrekking tot het AgriCord netwerk. In 2009 zullen de subsidies van de Europese Unie en het Belgisch Overlevingsfonds verder stijgen. Er wordt in 2009 ook een bijzondere inspanning geleverd in de fondsenwerving naar bedrijven en in de samenwerking met CFP.
22% 47% z Verkopen: 45.235 € z Particulieren: 147.737 € z Bewegingen: 136.363 € z Andere NGO's: 980.090 € z Stichtingen en Fondsen: 456.361 € z Bedrijven: 147.133 € z CD&V: 33.933 € z Provincies en gemeentes: 153.181 € 30 Hoofdstuk 6 Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag
KOSTEN 2008 Kosten Directie Financiën & ICT Fondsenwerving & externe communicatie HRM & Logistiek Noorddienst Research & development Regio adviseurs Regio's TOTAAL KOSTEN
91.781,16 201.155,43 189.658,77 108.889,87 438.409,77 242.612,29 401.803,47 6.616.466,10 8.290.776,86
RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR
Meteen wordt duidelijk wat het hoofdkantoor kost, de ondersteunde diensten en de Noordwerking, nl. 20% van de totale kosten. Bovendien kan de kost van fondsenwerving en communicatie afgezet worden tegen de opbrengsten, zijnde het resultaat aan eigen middelen. Dat betekent dat 1 euro kosten voor fondsenwerving ongeveer 11 euro opbrengt. Uit beide indicatoren blijkt dat Trias zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk met middelen omspringt.
122.352,11
De jaarrekening van Trias vzw met betrekking tot het boekjaar 2008, afgesloten op 31 december 2008, werd gecontroleerd en goedgekeurd door de Burgerlijke bvba Van Impe, Mertens & Associates, vertegenwoordigd door de bedrijfscommissaris Herman Van Impe.
In 2008 werd de kostenstructuur gealligneerd met het organigram, waardoor de financiële verantwoordelijkheid en de operationele efficiëntie van elke dienst verder zichtbaar wordt gemaakt.
Verdeling kosten hoofdzetel
Verdeling uitgaven Regio’s
5%
9%
5% 10%
11%
24%
14% 12% 23% 11%
14%
7% 27%
z Directie: 91.781 € z F&ICT: 201.155 € z Noord: 438.410 € z RA: 401.803 €
z FW&EC: 189.659 € z HRM&LOG: 108.890 € z R&D: 242.612 €
18%
7% 3%
z Brazilië: 359.705 € z Andes: 630.944 € z Centraal Amerika: z Guinee: 492.472 € 1.488.234 € z Ghana: 207.445 € z RD Congo: 1.185.052 € z Oeganda: 724.297 € z Tanzania: 944.001 € z Filippijnen: 584.316 € Hoofdstuk 6 Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag 31
EN1: Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht of volume. Door de organisatie aangekocht kopieerpapier en drukwerk voor intern gebruik in 2008: 100,00 kg. Door de organisatie aangekocht kopieerpapier en drukwerk voor externe publicatie, inclusief het papier gebruikt bij uitbestede publicaties: 1571,00 kg. Omdat Trias geen typische campagne organisatie is, is het papierverbruik relatief laag.
EN2: Percentage van de gebruikte materialen dat bestaat uit afval uit externe bronnen.
MILIEU-INDICATOREN Dit onderdeel geeft momenteel alleen informatie over een aantal milieuaspecten van de werking van het Trias hoofdkantoor. De aspecten waarover gerapporteerd wordt, zijn: materialen, energie, luchtemissies en transport. Trias is een lerende organisatie. Omwille van de relevantie zal Trias in 2009 een nulmeting uitvoeren voor het aspect ‘gebouw’ en het aspect ’mobiliteit’ voor wat betreft CO2 emissies. Verder zal Trias een nulmeting doen voor het aspect ‘papier’ voor wat betreft samenstelling en gewicht. Trias is zich bewust van de milieu-impact van haar werking. Trias is zich ook bewust van haar bijdrage aan de herverdeling van middelen ten voordele van het Zuiden, inclusief de nodige milieukwaliteit. Het PLATS, het ‘Planning Learning Accountability Trias System’, zal verder evolueren om op termijn de milieu impact en ook de milieubijdrage van de organisatie beter meetbaar te maken. Voor 2008 geven we metingen weer die afgeleid zijn uit de bestaande registratiesystemen. Dit betekent dat sommige waarden een deductie zijn uit andere gegevens. Trias zal in de loop van de volgende twee verslaggevingcycli verder werken aan het verfijnen van dataverzameling afgestemd op de prestatie indicatoren van GRI.
32 Hoofdstuk 6 Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag
Intern gebruik Geen van het aangekochte kopieerpapier en drukwerk is van een soort met een recyclage inhoud van 100%. Dit is een werkpunt voor 2009. De helft ongeveer van het aangekochte kopieerpapier en drukwerk is van een soort met een recyclage inhoud van 50%. Extern gebruik Geen van het aangekochte kopieerpapier en drukwerk is van een soort met een recyclage inhoud van 100% . Ongeveer een kwart van het aangekochte kopieerpapier en drukwerk is van een soort met een recyclage inhoud van 50%.
EN3 en EN4: Direct en indirect energieverbruik door primaire energiebron. Energieverbruik van de gebouwen Aantal kWh elektriciteit verbruikt in 2008: 12.951,00 kWh, 100 % standaard grijze stroom geleverd door Essent. De CO2-uitstoot van het elektriciteitsverbruik is 9.764,54 kg CO2 en uitgedrukt in Megajoule: 46.623,60 MJ Aantal liter stookolie voor verwarming in 2008: 3.138 liter. Dit betekent een CO2-uitstoot van 9.209,94 kg CO2 of 113.909,40 MJ. De centrale verwarming is gemeenschappelijk en in beheer van de gebouwbeheerder Imargo. Het verbruik werd afgeleid uit facturatie en gemiddelde literprijs 2008. Dienstverkeer Aantal kilometer dienstverkeer afgelegd auto in 2008: 3.367,00 km Aantal kilometer dienstverkeer openbaar vervoer in 2008: 0,00 km Aantal kilometer dienstverkeer met de fiets in 2008: 0,00 km
Aantal retourvluchten binnen Europa: 4 Aantal retourvluchten naar Oostkust Amerika, Midden-Oosten, Noord-Afrika: 0 Aantal retourvluchten naar Westkust Amerika, Midden- en Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Azië op: 91 Totalen Totale CO2-uitstoot als gevolg van het energieverbruik van gebouwen is 18.974,47 kg CO2 of uitgedrukt in Megajoule 160.533,00MJ. Totale CO2-uitstoot als gevolg van het dienstverkeer is 11.875.452,50 kg CO2 of 146.779.191,68 MJ . Totale CO2-uitstoot als gevolg van directe energieverbruik in 2008: 11.894.426,97 kg CO2 of 146.939.724,68 MJ EN5: Energie die bespaard is door besparingen & efficiëntieverbeteringen. Er zijn geen besparingen of verbeteringen te melden ten opzichte van vorige jaren, omdat er geen metingen zijn.
SOCIALE INDICATOREN Ook hier is de scope van dit verslag beperkt tot het hoofdkantoor. Het HR beleid wordt vorm gegeven door de directie en het management, inclusief consultatie en informatiemomenten voor alle medewerkers. Het HR beleid van Trias werd eind 2007 vernieuwd en in 2008 expliciet gecommuniceerd in een handleiding die aangeboden wordt aan elke medewerker. Het HR beleid wordt vanaf 2009 uitgevoerd door twee HR medewerkers (1,7 VTE). De operationele leiding wordt waargenomen door de directie. In het organigram is deze functie toegewezen aan de adjunct directeur. Naast de handleiding die zowel gedrukt als via het interne communicatiesysteem First Class raadpleegbaar is, zal het arbeidsreglement aangepast en ter inzage aangeboden worden, zoals voorzien in de arbeidsreglementering. Beide werkdocumenten streven naar eenvormigheid, duidelijkheid en transparantie met betrekking tot verschillende aspecten van het HR beleid.
EN8: Totale wateronttrekking per bron. Het aantal m3 leidingwater verbruikt door Trias is niet gekend omdat dit niet apart gemeten wordt. Dit wordt opgenomen als aandachtspunt voor 2009. De organisatie beschikt niet over een opslagcapaciteit voor regenwater.
EN17: Andere relevante indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht. CO2-uitstoot als gevolg van het woon-werk verkeer: 25.646,21 kg CO2 CO2-uitstoot als gevolg van het papierverbruik: 8.755,99 kg CO2 Totale CO2-uitstoot als gevolg van indirecte energieverbruik: 34.402,20 kg CO2
EN18: Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen. In 2008 werd voor dienstverkeer met de auto overgeschakeld op Cambio autodelen. Het is echter niet mogelijk het precieze effect ervan te meten. We kunnen wel vaststellen dat er nog minder met de eigen wagen naar Brussel wordt gereden omdat men niet zelf in een voertuig moet voorzien. In 2009 wordt verder gewerkt aan een nulmeting op diverse indicatoren. Hoofdstuk 6 Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag 33
Het organigram geeft de operationele structuur weer.
Organigram Trias Algemene vergadering Raad van bestuur Algemeen Directeur Adjunct-directeur
Financiën & ICT Diensthoofd en 3 medewerkers
Noord Diensthoofd en 4 medewerkers
Zuid
Research & Development
Personeel & Onthaal
Fondsenwerving & Communicatie
RA RA RA
2 R&D medewerkers
2 medewerkers
2 medewerkers
RC
RC
RC
RC
RC
RC
RC
RC
RC
LA1: Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio. A. Tijdens het rapporteringjaar 2008. Vanaf 2009 zal telkens ook het vorig rapporteringjaar worden opgenomen. voltijds deeltijds (boekjaar) (boekjaar) gemiddeld aantal werknemers 18 4
totaal (in VTE) (boekjaar) 20,74
De daadwerkelijk gepresteerde uren werden niet tijdig opgevraagd, maar dit punt wordt opgenomen in de data verzameling voor 2009. B. Op de afsluitingsdatum van het rapporteringjaar voltijds (boekjaar) aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister 21 volgens de aard van de arbeidsovereenkomst: overeenkomst voor onbepaalde tijd 20 overeenkomst voor bepaalde tijd 0 overeenkomst voor duidelijk omschreven werk 0 vervangingsovereenkomst 0 volgens de beroepscategorie: Kaderleden (directie & diensthoofd) 5 Bedienden (inclusief regio-adviseurs) 16 arbeiders 0
34 Hoofdstuk 6 Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag
deeltijds (boekjaar)
totaal (in VTE) (boekjaar)
4
23,74
4 0
21,74 0
0 0
0 0
0 4 0
5 18,74 0
LA2: Totaal aantal en snelheid van personeelverloop per leeftijdsgroep en geslacht. Geef het verloop weer van het aantal VTE gedurende het rapporteringjaar: volgens het geslacht: vertrokken mannen 1 vrouwen 4
ingeschreven 4 4
VOLGENS LEEFTIJDSGROEP: < 30j 2 30 - 50j 2 > 50j 1
4 4 0
LA4: Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt. Percentage werknemers gebonden door Paritair Comité 329.1: 100,00%
LA10: Gemiddeld aantal uren training en vorming per persoon gedurende 2008 ONDERVERDELING NAAR BEROEPSCATEGORIE kaderleden: 10 uren training/kaderlid (2 personen) bedienden: 4 uren training/bediende (5 personen) arbeiders: 0,00 uren training/arbeider (NVT)
LA13: Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en andere indicatoren van diversiteit. Algemene Vergadering In het kader van de het proces tot hervorming van de bestuursorganen zal vanaf 2009 hierover gerapporteerd worden. Raad van Bestuur Onderverdeling naar geslacht mannen 9 vrouwen 7
56,25% 43,75%
Onderverdeling naar leeftijdsgroep < 30 j 0 0,00% 30 - 50j 8 50,00% > 50j 8 50,00% Onderverdeling naar afkomst afkomstig uit EU 16 afkomstig van buiten de EU 0
100,00 0,00
De leeftijd werd niet expliciet bevraagd, dus is dit een zo accuraat mogelijke inschatting. Werknemers
In 2009 wordt het HRM beleid verder uitgewerkt tot en met de functiekaarten en het bijhorende persoonlijk ontwikkelingsplan. Op die manier wordt vorming en training verankert in de implementatie, aangepast aan elke medewerker. Het volgend jaarverslag brengen we daar verslag over uit. In het kader van de versterking van de eigen organisatie, werd in 2009 voorzien om een binnen de persoonlijke jaarplanning ook vormingsmomenten te voorzien op maat van de individuele medewerkers. Ook het leren tussen collega’s wordt gestimuleerd via “boeiende boterhammen”. Dit zijn lunchmomenten waarbij een collega een verhaal brengt uit haar of zijn praktijk.
Onderverdeling naar geslacht mannen 10 vrouwen 15
40,00% 60,00%
Onderverdeling naar leeftijdsgroep < 30 j 7 28,00% 30 - 50j 17 68,00% > 50j 1 4,00% Onderverdeling naar afkomst afkomstig uit EU 25 afkomstig van buiten de EU 0
100,00% 0,00%
Hoofdstuk 6 Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag 35
LA14: Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkercategorie De lonen zijn gender neutraal en transparant. In het handboek dat elk personeelslid ontvangt, staan de looncategorieën, de aanvangslonen en het progressiemechanisme. Aanvangslonen bediende Categorie 1 1.804,05
bediende Categorie 2 1.984,84
bediende Categorie 3 2.222,59
Alle medewerkers vallen onder het paritair comité 329.1 en de daaruit volgende Cao’s. Lokale medewerkers in de negen regio’s vallen onder de plaatselijke wetgeving, zowel qua arbeidsstandaarden als qua remuneratie. Het handboek biedt een methode voor een benchmark om het loon vast te stellen. Verslaggeving hierover wordt opgenomen wanneer de scope van het verslag de wereldwijde organisatie betreft. Trias is een groeiende organisatie en bijgevolg is er een belangrijke taak weggelegd voor de dienst HRM en logistiek die het menselijk kapitaal van Trias beheert. In 2008 werden bijzondere inspanningen geleverd in de zoektocht naar talent in Vlaanderen en in het Zuiden, zowel in vervanging van als in aanvulling op de bestaande competenties.
36 Hoofdstuk 6 Het financieel, maatschappelijk en milieuverslag
adviseur Categorie 4 2.555,98
leidinggevend directie Categorie 5 Categorie 6 2.939,38 3.527,26
Diversiteit Trias is een vlakke organisatie en er is een diversiteit van competenties nodig om de doelstellingen te verwezenlijken. Gender is als transversaal thema ook zichtbaar een element van diversiteit binnen Trias. Er is een openheid naar personen met een beperking: zowel onder de vrijwilligers als onder het personeel bevinden zich personen met een beperking. Op het hoofdkantoor werken twee mensen (voltijds) met een beperking. De culturele diversiteit is eigen aan de internationale werking van Trias. Op het hoofdkantoor is het team nog niet een weerspiegeling van de maatschappelijke diversiteit rondom, omdat de competentieprofielen zo specifiek zijn. Trias kijkt uit naar de komende generatie die vanuit diverse achtergronden kiest voor de sector en daaromtrent specifieke competenties ontwikkelt.
Tot slot Het is duidelijk dat dit jaarverslag een eerste oefening is om met het raamwerk van GRI aan de slag te gaan. Voor een aantal indicatoren kunnen we onvoldoende of niet rapporteren. We leren uit die eerste ervaring waar er ‘information gaps’ zijn. Daar is werk aan de winkel voor de lerende organisatie Trias. Concreet zal dit worden ingevuld via PLATS, zodat dit meten en data verzamelen gecoördineerd en uiteindelijk voor de hele organisatie kan gebeuren.
HET GLOBAL REPORTING INITIATIVE Global Reporting Initiative of kortweg GRI ontstond een 10-tal jaar geleden als netwerk van ngo’s, bedrijven en overheden. Het opzet was om in de eerste plaats bedrijven aan te zetten om te rapporteren over hun volledige maatschappelijke impact en dus informatie te verschaffen niet enkel over hun financiële resultaten maar ook over hun milieu-impact en hun sociale impact. Daarnaast wou GRI ook richtlijnen aanreiken om op die drie vlakken een beleid uit te stippelen. Daarvoor werkte GRI een raamwerk voor verslaggeving uit. Dat bevat ten eerste een aantal sleutelprincipes voor goede rapportering (relevantie, betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid, leesbaarheid …) en ten tweede geeft het een aantal elementen aan waarover het rapport informatie moet verschaffen. Achteraan in dit verslag staat een overzicht van de GRI-elementen in dit verslag en waar ze terug te vinden zijn. GRI is een uitgebreid raamwerk gericht op grotere organisaties. Maar het kan toegepast worden op 3 niveaus A, B en het instapniveau C. Trias koos voor het C-niveau en wil dit eerst volledig uitwerken. GRI is uitgegroeid tot een wereldwijd netwerk met vertegenwoordigers vanuit de bedrijfswereld, overheden, ngo’s … Inmiddels rapporteren er ook al een 1000-tal organisaties volgens dit raamwerk. Momenteel wordt er ook gewerkt aan een raamwerk afgestemd op ngo’s. Trias neemt voor de Belgische ngo’s deel aan dit proces. Door deze internationale standaard te gebruiken verhoogt Trias haar transparantie, vergroot dit de vergelijkbaarheid van verslaggeving en geven we het goede voorbeeld, als lerende en proactieve organisatie.
GRI overzichtstabel Dit is de tabel waarin staat waar in het verslag de verschillende onderdelen van de informatie voorziening te vinden zijn.
1. Strategie en analyse 1.1 Verklaring duurzaamheid 1.2 Beschrijving implicaties in de toekomst
p3 p3
2. Organisatieprofiel 2.1 Naam van de organisatie 2.2 Voornaamste producten en/of diensten 2.3 Operationele structuur van de organisatie 2.4 Locatie van het hoofdkantoor, colofon 2.5 Het aantal landen waar de organisatie actief is 2.6 Eigendomsstructuur en de rechtsvorm 2.7 Afzetmarkten 2.8 Omvang van de organisatie 2.9 Veranderingen tijdens de verslagperiode 2.10 Onderscheidingen tijdens verslagperiode
Trias vzw p12, p 22 p 34 p 39 p 5, p 17-19 p 7, p 39 p 5, p 12, p 22 p5 p6 geen Hoofdstuk 7: Tot slot 37
3. Verslagparameters 3.1 Verslagperiode 3.2 Datum van het meest recente verslag 3.3 Periodiciteit 3.4 Contactpunt voor vragen over het verslag colofon 3.5 Proces het bepalen van de inhoud van het verslag 3.6 Afbakening van het verslag 3.7 Specifieke beperkingen reikwijdte van het verslag 3.8 Verslaggeving over samenwerkingsverbanden 3.10 Herformuleringen van eerder verstrekte informatie geen 3.11 Significante veranderingen qua reikwijdte, afbakening, methoden 3.12 GRI- inhoudstafel
p5 p5 p5 p 39 p5 p 5, p 6 p6 p 17-21 geen geen p 37
4. Bestuur, Verplichtingen en betrokkenheid 4.1 De bestuursstructuur van de organisatie 4.2 Heeft de voorzitter een leidinggevende functie? 4.3 Het aantal onafhankelijke bestuurders 4.4 Inspraak mogelijkheden stakeholders 4.8 Intern verklaring code van belang voor MVO 4.12 Externe handvesten de organisatie onderschrijft 4.13 Lidmaatschap van verenigingen 4.14 Lijst van groepen belanghebbenden die werden betrokken 4.15 Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden 4.16 Benadering van het betrekken van belanghebbenden
p7 neen 100% p 11 geen p8 p8 p 9-10 p9 p10
Prestatie-indicatoren Economische prestatie-indicatoren EC1 Directe economische waarden EC4 Significante steun van de overheid EC6 Beleid lokale leveranciers
p 30 p 30 p 10
Milieuprestatie-indicatoren EN1 Gebruikte materialen EN2 Hergebruikte materialen EN3 Direct energieverbruik door primaire energiebron EN4 Indirect energieverbruik door primaire bron EN8 Totale waterontrekking per bron EN17 Andere relevante indirecte emissie van broeikasgassen EN18 Verlaging van de emissie van broeikasgassen
p 32 p 32 p 32 p 32 p 33 p33 p33
Sociale aspecten LA1 Totale personeelsbestand LA2 Personeelsverloop LA4 Collectieve arbeidsovereenkomst LA10 Vorming en opleiding LA13 Samenstelling van bestuurslichamen LA14 Verhouding salarissen van mannen en vrouwen
p 34 p 34 p 34 p 34 p 34 p 35
38 Hoofdstuk 7: Tot slot
Trias vzw Handelsstraat 20 bus 14 1000 Brussel tel. 02/513 75 34 fax 02/512 05 02
[email protected] www.triasngo.be ondernemingsnummer 0427.736.148
Steun op rekening 736-3333333-89
Trias verhuist op 3/8/2009! Ons nieuw adres: Wetstraat 89, 1040 Brussel. Ons e-mailadres en telefoonnummer blijven ongewijzigd.
V.U. Lode Delbare, Handelsstraat 20 bus 14, 1000 Brussel
Hoofdstuk 7: Tot slot 39
www.triasngo.be