Trendnota Begroting 2010 1. Inleiding ‘Balans in onze samenleving’ was de titel van de trendnota begroting 2009. De juiste balans vinden tussen het afmaken van zaken die in gang gezet zijn en het oppakken van nieuwe vraagstukken. Balans tussen doen en denken. Balans tussen het fysieke en het maatschappelijke domein. Balans tussen lokaal, regionaal, provinciaal, nationaal en internationaal. Ook balans tussen de gemeente en haar burgers. En balans tussen investeren en een gezonde financiële huishouding. Om dat te realiseren stonden drie thema’s centraal: (a) economie als verbindende schakel, (b) regievoering en ketenverantwoordelijkheid en (c) een vitale organisatie. De programmabegroting 2009 is daar de uitwerking van. Ondertussen is de wereld behoorlijk door elkaar geschud vanwege een financieel-economische crisis die doet denken aan de crisis van de jaren dertig. Zowel door het samengaan van een financiële crisis aan een economische, als door de diepgang van de hierdoor ontstane recessie. Groot verschil met de jaren dertig is, gelukkig, dat ons welvaartsniveau vele malen hoger is. De financieel-economische crisis gaat ook Doetinchem niet voorbij. Hij zal effect hebben op onze inwoners en op onze bedrijven. Maar hij zal ook effect hebben op onze eigen begroting. Hier zullen we antwoord op moeten geven. Deze trendnota geeft richting hieraan en maakt discussie hierover mogelijk. Ook al zijn de economische omstandigheden totaal gewijzigd ten opzichte van een jaar geleden, onze uitgangspunten blijven overeind. We willen balans tot stand brengen en blijven dat doen vanuit de drie thema’s die in de vorige trendnota benoemd zijn. En we willen nog steeds afmaken waar we aan begonnen zijn. Maar we zullen scherpere keuzes moeten maken. Omdat de sociale en economische problematiek naar verwachting groeit. En omdat onze financiële mogelijkheden beperkter zullen zijn. 2. De financieel-economische crisis De achtergrond van de huidige crisis is genoegzaam bekend. Gestart als hypotheekcrisis in de Verenigde Staten heeft de financiële crisis zich razendsnel over de hele wereld verspreid. Vervolgens is die financiële crisis overgeslagen naar de zgn. reële economie. Een tijd lang hebben we in Nederland gedacht dat de gevolgen in ons land beperkt zouden zijn. De laatste economische prognoses van het CPB laten echter zien dat dat ijdele hoop was. Prognose Bruto Binnenlands Product (BBP) (Bron: CPB)
2009 2010
Prognose december 2008 - 0,75% + 1,00%
Trendnota Begroting 2010
Prognose februari 2009 - 3,50% - 0,25%
Pagina 1 van 22
Prognose Werkloze beroepsbevolking (Bron: CPB)
2008 2009 2010
Prognose december 2008 300.000 350.000 495.000
Prognose februari 2009 304.000 425.000 675.000
De prognosecijfers doen denken aan de crisis van de jaren ’30 van de vorige eeuw. Ook toen was er een vergelijkbare krimp van de economie en ook toen was er een koppeling van een financiële aan een economische crisis. Grootste verschil met die crisis is dat ons welvaartsniveau vele malen hoger ligt dan dat van toen. Dat verschil geeft ook de relativering van de huidige crisis. Weliswaar krimpt de economie sterk, maar die krimp werpt ons terug naar het niveau van een aantal jaren terug. En toen hadden we het zeer zeker niet slecht. Bepalend voor de economische situatie in Nederland is dat ons land een relatief grote financiële sector kent en dat wij een open economie hebben die sterk afhankelijk is van de wereldhandel. Beide factoren maken dat de mogelijkheden van de lokale overheid beperkt zijn om de crisis te beïnvloeden. We kunnen hoogstens de nadelige effecten zoveel mogelijk proberen op te vangen én we kunnen de crisis aangrijpen om onze economie te stimuleren zich om te vormen naar een moderne, duurzame economie. 3. Aanpak van de financieel-economische crisis – korte theoretische beschouwing Er zijn verschillende visies op de aanpak van de financieel-economische crisis. Wezenlijk strijdpunt tussen deze visies is of de crisis eerst en vooral een crisis van de staat is (terwijl de markt over voldoende zelfcorrigerend vermogen beschikt) of dat die crisis eerst en vooral een crisis van de markt is (waar de staat moet ingrijpen). Tot in de jaren zestig was ‘fine-tuning’ van de economie à la Keynes een geaccepteerd recept. Wanneer consumenten en particuliere investeerders te weinig besteedden om de capaciteit van de economie voldoende te benutten, trad de overheid stimulerend op. Extra bestedingen, belastingverlaging en renteverlaging waren daarbij de instrumenten. Maar deze aanpak leidde in de jaren zeventig tot grote structurele problemen, waardoor het keynesiaans conjunctuurbeleid in diskrediet raakte. Milton Friedman was een van de voornaamste economen die Keynes ten grave droegen. Volgens hem moet de overheid zich zo min mogelijk met de economische ontwikkeling bemoeien. Zij moet vooral niet actief proberen de conjunctuurgolven af te vlakken. Immers, voordat de overheid in de gaten heeft wat er aan de hand is en voordat er maatregelen bedacht en ingevuld zijn, is de economie meestal al op eigen kracht aan het herstellen. In plaats van anticyclisch beleid wordt er dan (ongewild) een procyclisch, de conjunctuur versterkend, beleid gevoerd. De afgelopen decennia is het (economisch) liberalisme de dominante internationale beleidsrichting geweest. Afbouw van handelsbelemmeringen, tegengaan van concurrentievervalsing, meer keuzevrijheid voor de consument, minder afhankelijkheid van de staat, stimulering van ondernemerschap en opbouw van het eigen vermogen zijn allemaal gevolgen daarvan. ‘Meer markt en minder staat’ is de slogan die hier bij hoort en die in ons land o.a. in de context van de vastgelopen verzorgingsstaat moet worden gezien.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 2 van 22
Niemand zal ontkennen dat er een crisis van de markt is. Sommige beweren echter juist dat die crisis laat zien dat de markt zijn werking doet. De tucht van de markt laat de ‘bubbels’ openbarsten en laat daarmee zijn zelfreinigende vermogen zien. Voor hen is de huidige crisis dan ook vooral een crisis van de staat, omdat die zijn gereedschapskist aan beleidsinstrumenten snel leger ziet worden. Het recept dat bij deze visie hoort is de markt zijn eigen werking te laten doen, vooral niet ingrijpen en zorgen dat de staatsfinanciën op orde blijven, om niet de rekening naar latere generaties door te schuiven. Vertaald naar de Doetinchemse situatie betekent dit (a) helder krijgen wat de effecten van de financieeleconomische crisis zijn voor onze eigen begroting, (b) de begroting via bezuinigingen sluitend houden en (c) de bezuinigingen gebruiken om de overheid minder (markt)taken te laten doen. Anderen zien echter dat de crisis laat zien dat de ‘markt niet altijd gelijk heeft’, sterker nog dat als je alles aan de markt overlaat er grote scheefgroei in en tussen samenlevingen (dwz. tussen mensen onderling) en tussen mens en natuur ontstaat. Er is een overheid van zekere omvang met bepaalde instrumenten nodig om die scheefgroei tegen te gaan. Het recept dat bij deze visie hoort is dat de overheid de economische vraag via investeringen stimuleert en de financiële gevolgen daarvan repareert op het moment dat het economisch weer beter gaat. Vertaald naar de Doetinchemse situatie betekent dit (a) helder krijgen welke investeringen gedaan kunnen worden om de economie op korte termijn te stimuleren, (b) deze investeringen realiseren en (c) het resulterende begrotingstekort pas aanpakken als de economische recessie ten einde is. Overigens dienen de investeringen te voldoen aan de drie T’s: ze moeten tijdig, tijdelijk en trefzeker zijn. De overheersende visie is (echter) dat een combinatie van gericht stimuleren en de begroting op orde houden door middel van bedachtzaam bezuinigen de beste aanpak van de huidige financieel-economische crisis is. Zo’n behoedzame aanpak staan wij dan ook voor. Dit brengen we tot uitdrukking in het Aanvalsplan gD. 4. Het Aanvalsplan gD Het Aanvalsplan gD poogt de balans te vinden tussen enerzijds investeren om de crisis tegemoet te treden en anderzijds een gezonde financiële positie. Vanuit deze achtergrond kent het Aanvalsplan gD vier onderdelen: (a) stimuleren economie, (b) versterken sociale structuur, (c) een vitale gemeentelijke organisatie en (d) een gezonde gemeentebegroting. Hierna worden deze onderdelen uitgewerkt. Met name het onderdeel ‘economie’ in ons Aanvalsplan gD sluit aan bij het Aanvalsplan Achterhoek Authentiek Anders en is in feite de Doetinchemse invulling ervan. Accent ligt bij behoud van de bestaande economische structuren en activiteiten en bij invulling geven aan een nieuw strategisch toekomstperspectief om te komen tot een ‘nieuwe’ economie gebaseerd op duurzame processen en producten. Tevens proberen we nadrukkelijk afstemming te zoeken met het Gelders economisch reddingsplan van de provincie ter waarde van € 100 miljoen voor de bestrijding van de gevolgen van de economische crisis.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 3 van 22
Investeren om de economie te stimuleren Het eerste onderdeel van het Aanvalsplan gD richt zich op de economie. Aangezien de lokale economie niet los te zien is van, op z’n minst, de regionale economie, sluiten we met ons aanvalsplan aan bij dat van de regio Achterhoek. Onder het motto ‘van crisis naar kans’ willen we de crisis aangrijpen om de regionale economie sterker te maken. Dat doen we door met gerichte investeringen (m.n. in bouwprojecten en infrastructuur) bedrijvigheid te stimuleren, door duurzaamheid te koppelen aan onze investeringen en door (o.a. daarmee) innovatie bij bedrijven te stimuleren. Een Green Deal voor Doetinchem en de Achterhoek. Eigen investeringen realiseren en investeringen naar voren halen We hebben voor de jaren 2009 en 2010 voor circa € 125 miljoen aan investeringen lopen in bouwprojecten, infrastructuur, vastgoed en dergelijke. Deze € 125 miljoen is verdeeld over diverse bouwprojecten, infrastructuurprojecten, vastgoedprojecten en overige projecten1. Met deze investeringen stimuleren we de economie. En door in ons aanbestedingsbeleid anders om te gaan met referte- en omzeteisen zorgen we er voor dat lokale en regionale bedrijven volwaardig mee kunnen dingen. Naast realisatie van voorgenomen investeringen, willen we ook een aantal investeringen naar voren halen. Dit streven sluit deels aan bij de zgn. versnellingstafels uit het Aanvalsplan Achterhoek Authentiek Anders. We denken daarbij o.a. aan onderwijshuisvesting (integraal huisvestingsplan onderwijs), fietstunnel Metzo, Ruimzichtlaan, Oude Postkantoor, silo Wehl en hoofdvestiging muziekschool. Voor de financiering van het naar voren halen van investeringen, doen we een beroep op bijdragen van derden. In het kader van het Gelders Actieplan Recessie 2009-2010 hebben we hiertoe een aanvraag gedaan bij de provincie. Bijlage 3 geeft het inzicht hierin. Investeringen door derden stimuleren Wij werken samen met partners, die in onze gemeente willen investeren in bijvoorbeeld woningbouw of winkelvoorzieningen. De vastgoedmarkt heeft het op dit moment moeilijk, waardoor ontwikkelaars moeten afzien van geplande investeringen. Het Lyceumkwartier is hiervan het meest pregnante voorbeeld, maar er zijn meer voorbeelden van projecten die voorlopig door de ontwikkelaar in de ijskast zijn gezet. Het is evident dat de behoefte aan (nieuwbouw)woningen door de crisis (tijdelijk) is afgenomen. We zijn gestart met de taskforce bouwprojecten. Vanuit deze taskforce wordt op dit moment getracht om voor de belangrijkste bouwprojecten een beeld te krijgen van de impact van de crisis. Het lijkt vrijwel onvermijdelijk dat zowel kwalitatief als kwantitatief moet worden bijgestuurd. Dit kan betekenen projecten herprogrammeren en/of temporiseren. Intensivering van acquisitie kan mogelijk al te drastische maatregelen voorkomen. Vanuit de taskforce bouwprojecten zijn ook initiatieven ontplooid om samen met onze partners te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om geplande investeringen zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden. Dat is onze insteek voor de komende tijd. Vanuit een gezamenlijk belang met elkaar de problematiek als gevolg van de financieel-economische crisis aanpakken en daarmee zoveel mogelijk voortgang in projecten te realiseren.
1
Zie bijlage 2 voor een overzicht van deze investeringen.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 4 van 22
Duurzaamheid toevoegen aan investeringen en innovatie bevorderen Een belangrijke conclusie van het Stormberaad op 13 januari 2009 in Winterswijk, die is uitgewerkt in de Werkfabriek op 7 februari 2009 in de DRU was: we moeten nu iets doen, we moeten het samen doen en we moeten het ‘groen’ oftewel duurzaam, doen. Inzet daarbij is een nieuwe economie met duurzame processen en producten. Juist de Achterhoek is uitstekend geschikt voor het inrichten van een duurzame economie en dus voor een Green Deal. De regio Achterhoek steekt in op een A-fonds (Achterhoekfonds) dat bestaat uit vier deelfondsen (groenfonds, verduurzamingsfonds, gezonde-regiofonds en omscholingsfonds. Uit deze fondsen kunnen initiatieven voor vergroening en innovatie worden bekostigd. Wij gaan op zoek naar mogelijkheden om financieel te participeren. De wens tot vergroening en verduurzaming van projecten en het stimuleren van innovatie zien we ook terug in het klimaatplan, dat bovendien in overleg met de andere Achterhoekse gemeenten is opgesteld. Ook de mogelijkheden die Oost NV biedt in de vorm van het verstrekken van kredieten aan innovatieve Gelderse (en dus Achterhoekse) bedrijven sluiten hier goed op aan. Onder andere in het kader van verduurzaming van de economie werken we aan het verplaatsen van de Esbro naar het RBT. Een nieuwe vestiging biedt het bedrijf groeimogelijkheden (extra werkgelegenheid), terwijl er tegelijkertijd milieuwinst wordt behaald. De bouw van de slachterij zelf levert uiteraard ook werkgelegenheid op. Er wordt een beroep gedaan op de gemeente voor financiële ondersteuning. De hoogte van de financiële bijdrage van de gemeente is nog onbekend. Versterken economisch klimaat Gezamenlijk aanpakken in tijden van crisis borgt een duurzame aanpak om het ondernemersklimaat gezond te houden. Juist in tijden van crisis is het van belang om de ondernemer dicht bij de overheid te houden. Het ondernemersloket wordt in 2009 operationeel en de economische functie wordt verder ontwikkeld. Economische randvoorwaarden realiseren Een goede bereikbaarheid is essentieel voor het economisch functioneren van de stad. Daarbij gaat het om de bereikbaarheid van Doetinchem als stad en de bereikbaarheid van Doetinchem als onderdeel van de regio. De bereikbaarheid van Doetinchem als stad staat onder druk. In het mobiliteitsplan is voor in totaal 100 miljoen aan maatregelen aangekondigd om de bereikbaarheid van Doetinchem te verbeteren. De financiering daarvan vormt een probleem. Externe financiering is onmisbaar om het mobiliteitsplan te realiseren. De bereikbaarheid van Doetinchem als onderdeel van de regio laat eveneens te wensen over. Het spoor tussen Doetinchem en Arnhem voldoet niet aan de eisen van deze tijd. Opwaardering van de treindienst (kwalitatief en kwantitatief) is noodzakelijk. Voor wat betreft de weginfrastructuur is investeren in een goede verbinding met het westen van Nederland, Duitsland en Twente noodzakelijk. Doortrekken A18 en A15 zijn dus van belang evenals een goede verbinding tussen de A18 en de A15. Deze investeringen moeten door derden (Rijk) worden gedaan. Om ervoor te zorgen dat de effecten van de crisis op de arbeidsmarkt beperkt blijven is het noodzakelijk, dat bedrijven kunnen uitbreiden. Realiseren van het RBT en revitalisering van Trendnota Begroting 2010
Pagina 5 van 22
bestaande bedrijventerreinen is daarom noodzakelijk. In het moeizaam tot stand gekomen principeakkoord over het RBT wordt een koppeling gemaakt met herstructurering, revitalisering en transformatie van bestaande bedrijventerreinen. Versterken sociaal bindweefsel De financieel-economische crisis heeft naast een economische component zeker ook een sociale component. De werkloosheid zal toenemen. Dit kan leiden tot spanning in bepaalde buurten. Vandaar dat wij het van belang vinden om aan de ene kant de groei van de werkloosheid aan te pakken en aan de andere kant de sociale structuur in onze gemeente te versterken. Werkgelegenheid De verwachting is dat de werkloosheid de komende periode fors zal groeien. Langs drie lijnen willen we deze groei aanpakken: (a) van werk naar werk, (b) van school naar werk en (c) arbeidsmarktbeleid. Door het UWV WERKbedrijf is een mobiliteitscentrum ingericht voor de regio. Mensen van werk naar werk leiden is hiervan het motto. Het mobiliteitscentrum is opgericht in samenwerking met de gemeenten. Investeren hierin is noodzakelijk gezien de verwachting van de toenemende werkloze beroepsbevolking. Daarnaast zullen de aanvragen voor een werkloosheidsuitkering toenemen. Belangrijk hiervoor blijft dat we investeren in scholing en training van mensen in de bijstand. Aanval op de schooluitval blijft zeker nu een belangrijk thema. Onze regio heeft over de afgelopen periode landelijk gezien de hoogste score behaald in de afname van het aantal voortijdig schoolverlaters. Het ingerichte jongerenloket met trajectbegeleiding bij het UWV werkbedrijf is een voorziening die uitermate belangrijk is, zeker in het licht van de huidige financieel-economische crisis. Naast afname van de kansen op de arbeidsmarkt is ook de bereikbaarheid van banen ongunstig door het vervoersnetwerk rondom Doetinchem en toenemende reistijden de stad uit. Beide aspecten vergen steeds meer onze aandacht. Samenwerking met diverse partners in de regio is hierbij noodzakelijk. De uitwerking van het regionaal arbeidsmarktbeleid moet hierop het antwoord zijn met als belangrijke onderdelen de invulling MBO+/HBO voor de regio Achterhoek en de oprichting van een Careercenter. Reeds eerder is geconstateerd dat de vacatures op HBO- en WO-niveau moeilijk te vervullen zijn en dit zal zeker op korte termijn niet veranderen. Versterken sociaal bindweefsel Juist in deze tijd moeten wij een oog blijven houden voor kwetsbare groepen/wijken. Als we naar Doetinchem (de wijken) kijken dan zien we een bevolkingskrimp en een vergrijzing van de bevolking. Er wordt ingezet op de wijken: schoon, heel, veilig en prettig. Hierbinnen kunnen natuurlijk keuzes gemaakt worden op welk niveau we de wijken schoon, heel en veilig willen hebben. Ontwikkelingen in de maatschappelijke hoek zijn het sportbeleid en de sinds 2008 lopende jeugdagenda met daaraan hangend de actuele ontwikkelingen rond het CJG, de lokale zorgnetwerken en het veiligheidshuis. Er is een trend waarneembaar dat de verschillen tussen de wijken groter worden. Er zijn wijken die nu extra aandacht behoeven omdat het mis dreigt te gaan en er zijn de wijken die reeds een zorg zijn. Doetinchem scoort als gemeente Trendnota Begroting 2010
Pagina 6 van 22
voldoende, maar er is geen reden voor zelfgenoegzaamheid. Daarom dient er gekeken te worden naar mogelijkheden om deze trend te doorbreken. Sport als sociaal bindweefsel kan hier een grote rol van betekenis spelen. Dit betekent dat er gekeken wordt hoe voor de verenigingen de lastendruk verlicht kan worden, zodat de sociale netwerken die de sport met zich meebrengt behouden kunnen worden. Daarnaast blijft investeren in onderwijshuisvesting een wettelijke en gemeentelijke taak. Gezien de toekomstige verwachting van krimp voor deze regio en de regierol van de gemeente, zal dit steeds integraler worden vormgegeven. Scholen krijgen steeds meer een maatschappelijke functie voor wijk, dorp of stad en dat heeft weer consequenties voor de multifunctionaliteit van de schoolgebouwen. Onderwijsvoorzieningen zullen steeds meer gebruikt worden als laagdrempelige voorzieningen in wijken waar meerdere functies (denk aan inlooppunt CJG) onder één dak gerealiseerd worden. Investeren in wijken is dus ook keuzes maken met betrekking tot de investeringen in onderwijsgebouwen, daar waar dat nodig is en bijdraagt aan de verbetering van de sociale infrastructuur van de wijk. Als de wijken nader bekeken worden, dan zien we dat veiligheid en veiligheidsbewustzijn zich verder ontwikkelen als belangrijke thema’s. Uit de meest recente nationale crisismeting is gebleken dan 38% van de mensen zich meer zorgen maakt om de veiligheid en het veiligheidsbewustzijn in hun wijk/stad/dorp. Waarden en normen en de manier waarop wij met elkaar omgaan zijn daarin belangrijke elementen. Overlast in algemene zin blijft de aandacht behoeven. Dit vraagt van de overheid om keuzes te maken op het gebied van beheer en beleid dat appelleert aan een prettige leefomgeving en geen kansen biedt voor vandalisme of verpaupering. Het besef dat de veiligheidsbeleving, veel meer dan de objectief gemeten veiligheidssituatie, van groot belang is voor de waardering voor de leefomgeving, leidt ertoe dat het onderwerp steeds meer aan zal moeten sluiten bij andere domeinen, zoals het jeugdbeleid en de wijkaanpak. De meest opvallende ontwikkeling op dit gebied is het Veiligheidshuis dat de aansluiting zoekt bij het Centrum voor Jeugd en Gezin en het Lokale Zorgnetwerk. De verbinding tussen zorg en veiligheid is essentieel om tot een sluitende aanpak te komen en een effectievere wijze van opereren. De uitwerkingen van de ingevoerde Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dragen bij aan de versterking van de sociale doelstellingen van onze gemeente. De rol die de gemeente hierin heeft wordt sterker, zowel in de zorg die rechtstreeks bij de burger thuis plaatsvindt als in de openbare geestelijke gezondheidszorg en de maatschappelijk opvang. Door het rijk wordt steeds meer een beroep gedaan op de lokale overheid in dit kader en daarbij worden verschillende taken en rollen gevraagd, zowel op procesniveau als in de uitvoering Doetinchem heeft als centrumgemeente ook een belangrijke rol en functie in de culturele infrastructuur. Twee belangrijke projecten zijn al in gang gezet te weten Schouwburg Amphion en het cultuurcluster ’t Brewinc. Beide projecten zullen in 2010 tot een afronding komen. Daarnaast bestaan in Doetinchem de Regionale Muziekschool en centrum voor kunst en cultuur De Gruitpoort. Beide instellingen vragen om een investering om in de huidige tijd hun doelstellingen waar te kunnen maken. Hiervoor zal een afweging gemaakt moeten worden in het kader van het Aanvalsplan financieel-economische crisis.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 7 van 22
Investeren in een vitale gemeentelijke organisatie De gemeente heeft verschillende rollen. Enkele rollen zijn dienstverlener, producent, regisseur en ketenpartner. Het denken hierover is sterk in ontwikkeling, onder andere door nieuwe technieken. Ondanks en deels ook vanwege de financieel-economische crisis willen we blijven investeren in onze organisatie om die op een goede wijze te kunnen laten functioneren. Regisseur en ketenpartner De afgelopen jaren heeft de gemeente in toenemende mate de rol van regisseur gekregen en heeft hiermee meer een sturende rol gekregen. Ook is er een ontwikkeling ingezet om tot sluitende ketens te komen zoals jeugd-, zorg-, en veiligheidsketen. De gemeente is naast regisseur van de keten tevens een coproducent in de keten. In tijden van crisis zal men als eerste naar de overheid kijken en wil men kunnen terugvallen op de overheid. Het beroep op de overheid wordt groter, we willen echter niet terug naar vadertje staat. We willen een moderne en actieve overheid, die de taken in samenspraak oppakt en oog en oor heeft voor bedrijven, instellingen en inwoners. Belangrijke begrippen: netwerkorganisatie, nieuwe vormen van samenwerken (ook digitaal), regierol, minder individualisme en minder marktwerking. Netwerkorganisatie betekent samenwerken met partners in de regio, Euregio, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en betrokken inwoners. Op gemeentelijk en regionaal gebied zijn innovatie en duurzaamheid zijn thema’s die als een soort paraplu fungeren voor wat we willen verbeteren en willen doen. Waardevast voor de nabije toekomst. Potentie en expertise in Doetinchem en de Achterhoek is er. Dienstverlener In 2009 is er flink ingezet op de dienstverlening. Er dient een keuze gemaakt te worden of ook in 2010 verder ingezet wordt op verhoging van de dienstverlening of dat het in 2009 bereikt niveau zoveel mogelijk behouden wordt. Vele nieuwe dienstverleningsprocessen zijn in gang gezet en kunnen moeilijk of zelf niets gestopt worden zonder de nodige consequenties. Er mag geen discrepantie zijn tussen hetgeen wij “buiten” aan dienstverlening doen en hetgeen wij “binnen” aan dienstverlening doen. Er zijn vele opties om de dienstverlening te optimaliseren. Werkprocessen en informatiesystemen moeten dan op orde zijn, regelgeving dient waar mogelijk vereenvoudigd te worden om de last op de burger, maar ook op de organisatie te verminderen en de vitaliteit moet bewaakt worden, waarbij professionaliteit het sleutelbegrip is. De interne (vitale) organisatie De gemeentelijke organisatie werkt aan vele zaken tegelijk. In 2009 en 2010 maken wij af waar wij aan begonnen zijn. Een vitale organisatie faciliteit het personeel adequaat, er is voldoende personeel en het personeel is voldoende toegerust. We willen investeringen die er in het personeel gedaan zijn behouden. Dit is extra van belang vanwege de economische en arbeidsmarktontwikkelingen. Er zullen goede afwegingen gemaakt moeten worden waar de investeringsaccenten en bijbuigingsaccenten komen te liggen als het gaat om het behouden van een vitale organisatie. De begroting op orde. Binnen het Aanvalsplan gD kiezen wij ervoor de begroting op orde te houden op basis van de volgende uitgangspunten:
Trendnota Begroting 2010
Pagina 8 van 22
•
• •
•
De begroting dient uiterlijk in 2013 structureel sluitend te zijn. Dit impliceert dat de begrotingen voor de jaren 2010 t/m 2012 niet perse sluitend hoeven te zijn. Eventuele (incidentele en structurele) begrotingstekorten komen ten laste van de algemene reserve. De algemene reserve geeft daarmee de bandbreedte voor dit uitgangspunt aan. Onder normale omstandigheden dient de algemene reserve € 11 miljoen (10% omvang begroting) te bevatten, onder de huidige crisisomstandigheden mag hier op ingeteerd te worden tot een minimale omvang van € 5 miljoen. De financiële effecten van de crisis komen in principe ten laste van de algemene reserve en andere reserves. De omvang van de algemene reserve is hiervoor de bandbreedte: deze mag niet onder de € 5 miljoen komen. Er wordt structurele ruimte gecreëerd voor extra investeringen (ruimte voor nieuw beleid) ten behoeve van het stimuleren van de economie, het versterken van het sociaal bindweefsel en het realiseren van een vitale gemeentelijke organisatie. Vooralsnog is hiervoor € 2 miljoen structureel beschikbaar (verdeeld over de jaren 2009 t/m 2012. De ruimte voor nieuw beleid wordt gerealiseerd door een heroverweging van bestaand beleid die structurele middelen oplevert. Vooralsnog is een heroverweging van € 1,6 miljoen nodig (verdeeld over de jaren 2010 t/m 2012).
In het overzicht op de volgende pagina zijn deze uitgangspunten uitgewerkt in een meerjarenbegroting en in een prognose van de ontwikkeling van de algemene reserve. Hierbij zijn aannames gemaakt over de effecten van de crisis op onze begroting2. Het moge duidelijk zijn dat in het overzicht aannames verwerkt zijn die mogelijk niet of anders uitkomen. Daarom kan maar beperkt belang gehecht worden aan de gepresenteerde cijfers. Het principe dat achter het overzicht zit, wordt er wel duidelijk mee. En dat is dat als meer ruimte voor nieuw beleid gewenst is, er ook meer heroverwogen moet worden. Én dat is dat als het effect van de crisis negatiever is, er een groter beslag op de algemene reserve gelegd wordt. In het overzicht is ook verwerkt de aanwending van een deel van opbrengst aandelenverkoop NUON. Na deze aanwending resteert een opbrengst van € 15 miljoen, waarvan € 7 miljoen gerealiseerd wordt in 2010 en de resterende € 8 miljoen in 2014/15/16 (zie bijlage 3 voor nadere informatie). Deze opbrengst kan ingezet worden óf voor het naar voren halen van eenmalige investeringen óf voor de dekking van structureel nieuw beleid. In deze Trendnota hebben we dat nog niet vertaald. We hebben op voorhand niet de bedoeling om de in de meerjarenraming opgenomen heroverwegingen van € 1,6 miljoen structureel te realiseren via een principiële takendiscussie. Wel zullen we de begroting doorlichten op ruimte die niet benut wordt en zullen we een generieke korting op alle budgetten toepassen. Wij denken daarmee de last van de heroverweging zo beperkt mogelijk te laten zijn en gelijkelijk te verdelen over alle beleidsvelden. Overigens hoort bij deze invulling van de (meerjaren)begroting een begrotingsdiscipline waarin (a) structurele tegenvallers direct gecompenseerd worden met structurele ombuigingen, (b) structurele meevallers gebruikt kunnen worden hetzij voor terugdraaien heroverwegingen, hetzij voor nieuw beleid en (c) incidentele mee- en tegenvallers (indien ze niet opgevangen kunnen worden binnen bestaande budgetten) verrekend worden met de algemene reserve. 2
In bijlage 1 staan deze aannames uitgewerkt.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 9 van 22
Meerjarenbegroting en prognose ontwikkeling algemene reserve bij Aanvalsplan gD. Meerjarenbegroting (bedragen x 1.000)
2009
2010
2011
2012
2013
€ 2.659 -€ 1.911
€ 248 -€ 460
-€ 112 -€ 59
-€ 171 € 182
€ 11 €0
€0 -€ 500
€ 600 -€ 500
€ 500 -€ 500
€ 500 -€ 500
€0 €0
Saldo begroting structureel
€ 248
-€ 112
-€ 171
€ 11
€ 11
Mutaties incidenteel Circulaires 2008 incidenteel
-€ 1.801 € 643
-€ 976 € 164
-€ 208 € 61
€0 €0
Uitkering gemeentefonds Omzettaakstelling grexen
€0 -€ 500
€0 -€ 1.000
-€ 1.000 -€ 1.000
-€ 2.000 -€ 500
-€ 3.000 €0
Belastingen&heffingen (m.n. bouwleges) Rente÷nden
-€ 300 p.m.
-€ 500 p.m.
-€ 500 p.m.
€0 p.m.
€0 p.m.
€0
-€ 2.000
-€ 2.600
-€ 1.300
€0
-€ 1.710
-€ 4.424
-€ 5.418
-€ 3.789
-€ 2.989
Beginsaldo Mutaties structureel Heroverwegingen bestaand beleid Nieuw beleid
Bijstandsuitkeringen Saldo totaal Prognose algemene reserve
2009
2010
2011
2012
2013
Stand per 1 januari
€ 11.155
€ 8.675
€ 11.882
€ 10.152
€ 8.420
Rente Mutaties autonoom
€ 223 -€ 1.575
€ 174 € 348
€ 238 €0
€ 203 €0
€ 168 €0
Mutaties begroting Verkoop panden De Schil
-€ 1.710 €0
-€ 4.424 € 1.000
-€ 5.418 € 1.500
-€ 3.789 €0
-€ 2.989 €0
€0 € 582
-€ 2.500 € 8.609
-€ 2.500 € 4.451
€0 € 1.854
€0 € 5.602
€ 8.675
€ 11.882
€ 10.152
€ 8.420
€ 11.202
(bedragen x 1.000)
Voeding reserve grondexploitaties Nuon-aandelen Stand per 31 december
Trendnota Begroting 2010
Pagina 10 van 22
Bijlage 1 - Toelichting meerjarenbegroting en prognose algemene reserve In de Trendnota presenteren we een meerjarenbegroting en een prognose algemene reserve. Deze bijlage geeft een uitgebreidere toelichting hierop. Uitgangspunten meerjarenbegroting Trendnota • De begroting dient uiterlijk in 2013 structureel sluitend te zijn. Dit uitgangspunt houdt in dat we vinden dat de begroting voor de jaren 2010, 2011 en 2012 niet perse structureel sluitend hoeft te zijn. Dat mag natuurlijk wel. Maar de begroting 2013 moet wel structureel sluitend zijn. Dit uitgangspunt wordt ondersteund door de provincie in hun rol als financiele toezichthouder. Structureel sluitend wil overigens zeggen dat de structurele baten en lasten in de begroting gelijk aan elkaar zijn. Incidentele baten en lasten hoeven dat dan niet te zijn. Bij een structureel sluitende begroting wordt het saldo van de incidentele baten en lasten verrekend met de algemene reserve. Eventuele (incidentele en structurele) begrotingstekorten komen ten laste van de algemene reserve. De algemene reserve geeft daarmee de bandbreedte voor dit uitgangspunt aan. Onder normale omstandigheden dient de algemene reserve € 11 miljoen (10% omvang begroting) te bevatten. Onder de huidige crisisomstandigheden accepteren we het interen hierop tot een minimale omvang van € 5 miljoen. Komt de algemene reserve onder dit niveau, dan zal dit via incidentele danwel structurele ombuigingen gerepareerd moeten worden. • De effecten van de financieel-economische crisis worden in principe opgevangen ten laste van de algemene reserve en andere reserves. De achterliggende gedacht bij dit uitgangspunt is dat de financieel-economische crisis tijdelijk van aard is. Daarom kunnen we de financiële effecten ervan op onze begroting als tijdelijke effecten zien en dus als incidentele lasten voor onze begroting. Vooralsnog gaan we er vanuit dat de crisis zich doet gelden in 2009 en 2010 en dat de gevolgen voor onze begroting voelbaar zullen zijn in de jaren 2010, 2011 en 2012. We verwachten op basis hiervan dat in 2013 de begroting weer op het huidige niveau is. Verderop in deze bijlage geven we een eerste prognose van de crisiseffecten op onze begroting. Aangezien de effecten van de crisis in principe opgevangen worden ten laste van de (algemene) reservepositie, geeft ook bij dit uitgangspunt de algemene reserve de bandbreedte: deze mag niet onder de € 5 miljoen komen. Komt de algemene reserve onder dit niveau, dan zal dit via incidentele danwel structurele ombuigingen gerepareerd moeten worden. • Er wordt structurele ruimte gecreëerd voor extra investeringen (ruimte voor nieuw beleid) ten behoeve van het stimuleren van de economie, het versterken van het sociaal bindweefsel en het realiseren van een vitale gemeentelijke organisatie. Jaarlijks reserveren we hiervoor € 500.000 structureel. Dit doen we ook voor het jaar 2009, omdat met name stimuleringsmaatregelen in 2009 genomen moeten worden, willen ze effect hebben in 2009 en 2010. En dit doen we tot en met 2012, omdat we er vanuit gaan dat in 2013 de crisis achter de rug is en er dus geen aanvullende maatregelen meer nodig zijn. • De ruimte voor nieuw beleid wordt gerealiseerd door een heroverweging van bestaand beleid die structurele middelen oplevert. Deze structurele middelen zijn nodig om de structurele ruimte voor extra investeringen te financieren. Vooralsnog gaan we uit van een heroverwegingspakket van in totaal € 1,6 miljoen structureel, dat gefaseerd in de jaren 2010, 2011 en 2012 doorgevoerd gaat worden. Voor de begroting 2010 zullen we de begroting doorlichten op ruimte die niet benut wordt. Daarbij kijken we ook naar het Trendnota Begroting 2010
Pagina 11 van 22
nieuwe beleid in de begroting 2009 dat nog niet tot uitvoering is gekomen. We denken met die doorlichting een belangrijk deel van de € 600.000 structureel voor 2010 te kunnen invullen. Voor het resterende deel en voor de heroverwegingsopgave 2011 en 2012 willen we een generieke korting doorvoeren op alle beïnvloedbare budgetten. Uitgaande van een heroverwegingstaakstelling van € 1 miljoen, betekent dit een generieke korting van 2% op alle budgetten. Aandelenverkoop NUON In de financiële paragraaf van de Trendnota hebben we de verkoop aandelen NUON verwerkt. We gaan er vanuit dat we de aandelen NUON verkopen conform het aanbod dat ons hiertoe gedaan is. Conform het aanbod levert de verkoop van onze NUON-aandelen ons € 59,3 miljoen bruto op. Hiervan moeten we € 2,3 miljoen storten in het netwerkdeel en betalen aan verkoopkosten. Daarnaast moeten we € 21,0 miljoen blokkeren om de structureel baat in onze begroting van € 1,0 miljoen dividenduitkering te compenseren. Netto resteert dan een opbrengst van € 36,0 miljoen. De netto-opbrengst van de aandelenverkoop kan op twee manieren ingezet worden. De eerste is dat die geblokkeerd wordt. Hiermee wordt een structureel rentevoordeel van in totaal € 1,7 miljoen gegenereerd. Dit levert een structureel voordeel op in de begroting. De tweede manier is dat de opbrengst vrij besteedbaar toegevoegd wordt aan de algemene reserve. Deze manier levert ruimte op voor eenmalige besteding. Aangezien de opbrengst van de aandelenverkoop verspreid over een aantal jaren gerealiseerd wordt, is zowel de incidentele als de structurele ruimte gefaseerd beschikbaar. In het volgende overzicht is deze fasering gegeven. Fasering netto-opbrengst aandelenverkoop NUON (bedragen x € 1.000) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Totaal
Structureel € 28 € 741 € 211 € 89 € 266 € 33 € 296 € 47 € 1.711
Incidenteel € 582 € 15.609 € 4.451 € 1.854 € 5.602 € 702 € 6.231 € 984 € 36.015
In de Trendnota kiezen we ervoor de netto-opbrengst van de aandelenverkoop in eerste instantie in te zetten om de begrotingseffecten van de crisis op te vangen. Dat doen we door een deel van de netto-opbrengst toe te voegen aan de algemene reserve. Uitgaande van de gehanteerde aannames resteert dan een opbrengst van totaal € 14,9 miljoen. Ook deze kan weer zowel structureel als incidenteel ingezet worden. Het volgende overzicht laat de fasering hiervan zien.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 12 van 22
Fasering restant opbrengst aandelenverkoop NUON (na opvang begrotingseffecten crisis) (bedragen x € 1.000) 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Totaal
Structureel €0 € 332 €0 €0 €0 € 33 € 296 € 47 € 708
Incidenteel € 0 € 7.000 €0 €0 €0 € 702 € 6.231 € 984 € 14.917
Het kabinetsbeleid en de uitkering gemeentefonds Op 25 maart j.l. is het kabinet tot een crisisakkoord gekomen. Met dit akkoord geeft het kabinet aan de komende jaren € 17 miljard aan extra uitgaven te willen doen in verband met de financieel-economische crisis. Overigens is van deze € 17 miljard ongeveer € 10 miljard aan hogere uitgaven werkloosheidsuitkeringen en € 1,5 miljard extra uitgaven door provincies en gemeenten (onduidelijk is of deze extra uitgaven door het rijk gecompenseerd zullen gaan worden of dat deze uitgaven geheel ten laste van de lagere overheden komen). Resteert een pakket van circa € 6 miljard aan stimuleringsmaatregelen. De stimuleringsmaatregelen van het kabinet zullen voor een deel inhoud gegeven moeten worden door provincies, gemeenten en woningcorporaties. Zo maakt het kabinet extra geld vrij voor infrastructuur, bouw, onderhoud/bouw scholen (€ 165 miljoen), zorg/awbzinstellingen (€ 270 miljoen) en jeugdzorg (€ 70 miljoen) en voor energiebesparingsprogramma’s uitgevoerd door corporaties (€ 320 miljoen). Daarnaast maakt het extra geld vrij voor het tegengaan van jeugdwerkloosheid (€ 220 miljoen), via een nieuwe Wet investeren in jongeren (Wij). Op het moment van schrijven van de Trendnota is echter nog niet duidelijk wat deze kabinetsmaatregelen precies gaan betekenen voor gemeenten. In financiële zin zijn ze daarom niet meegenomen in de Trendnota. Het kabinet heeft ook afspraken gemaakt over het moment waarop het gaat bezuinigen om de rijksbegroting op orde te krijgen. In principe is afgesproken om vanaf 2011 bezuinigingen te gaan doorvoeren. Gedacht wordt daarbij om een pakket van bezuinigingen ter waarde van € 5 miljard, gefaseerd over een aantal jaren. Alleen als de crisis langer aanhoudt dan nu verondersteld wordt, zullen de bezuinigingen op een later moment doorgevoerd worden. Globaal betekent een bezuiniging van € 5 miljard op de rijksbegroting een korting op de uitkering gemeentefonds van circa € 3 miljoen. In de meerjarenbegroting hebben we deze € 3 miljoen korting op de uitkering gemeentefonds gefaseerd verwerkt vanaf 2011 door drie jaar lang jaarlijks € 1 miljoen korting extra korting op te nemen. We gaan er vanuit dat vanaf 2014 de korting uitkering gemeentefonds weer (gefaseerd) ongedaan gemaakt wordt. Bouwprojecten Eén van de belangrijkste risicovelden vanwege de financieel-economische crisis is het geheel van onze bouwprojecten. Een eerste (globale en indicatieve) inschatting is gemaakt van de mogelijke consequenties van de crisis op het financieel resultaat van de bouwprojecten. • Het conceptrapport Woningmarktonderzoek geeft aan dat de huidige planvoorraad te groot is voor de Doetinchemse markt. De mogelijke consequentie hiervan is dat de doorlooptijd van projecten vertraagt, waardoor rentekosten stijgen en de cashflow onder druk komt te staan. Totale effect van deze mogelijke vertraging calculeren we vooralsnog Trendnota Begroting 2010
Pagina 13 van 22
•
•
•
op € 3,9 miljoen op contante waarde (€ 2,1 miljoen generieke vertraging van 1 jaar en € 1,8 miljoen extra plankosten als gevolg van de vertraging). Hetzelfde conceptrapport toont aan dat het wenselijk is te komen tot een verschuiving in woningtypes. Er zit met name ruimte in de goedkope sfeer, zowel koop als huur. Indien we zouden besluiten een verschuiving in typologie toe te passen conform het advies in het rapport dan genereert dat een reductie van het opbrengst van € 6,5 miljoen op contante waarde. Heroverweging van en binnen bouwprojecten leidt tot een toename van plankosten zonder dat het opbrengend vermogen van die projecten toeneemt. Uitgaande van vijf projecten waar dat voor geldt, becijferen we de toename van plankosten op circa € 1,0 miljoen op contante waarde. De bouwmarkt is veranderd van een verkopers- in een kopersmarkt. Dit betekent dat acquisitie-inspanningen zullen moeten toenemen. Vooralsnog becijferen we dit als een toename van het marketingbudget met € 150.000 (ten laste van de plankosten).
De totaalinschatting (globaal en indicatief) van het effect van de crisis op onze bouwprojecten komt hiermee op zo’n € 11,5 miljoen. Gerichte keuzes en bijdragen van derden moeten leiden tot een beperking van dit bedrag voor de gemeentelijke grondexploitaties. Voor met name de herprogrammering woningbouw hebben we in het kader van het Gelders Actieplan Recessie 2009-2010 een aanvraag ingediend voor een provinciale bijdrage van € 3,5 miljoen. De reserve grondexploitaties bedraagt per ultimo 2008 € 5,0 miljoen. Uitgaande van de voorgaande inschatting en uitgaande van nog te maken keuzes en te ontvangen bijdragen hebben we in onze financiële prognose vooralsnog in totaal € 5,0 miljoen onttrekking aan de algemene reserve opgenomen ten behoeve van toevoeging aan de reserve grondexploitaties. Een bijkomend nadeel is de afdracht aan het fonds bovenwijkse voorzieningen. Vertraging in de uitgifte van gronden heeft tevens effect op de inkomsten van dit fonds en dus voor de dekking van grote infrastructurele werken. Hiervoor hebben wij geen extra middelen gereserveerd. Het effect hiervan zal bij de jaarlijkse actualisatie van het fonds bovenwijkse voorzieningen in beeld worden gebracht met een eventueel aanvullend dekkingsvoorstel.
Omzettaakstelling grondexploitaties Zoals hiervoor aangegeven leidt zowel vertraging van bouwprojecten (op de langere termijn) als heroverweging van en binnen bouwprojecten (op de kortere termijn) tot toename van plankosten. Daarnaast zal vertraging van bouwprojecten op de korte termijn ertoe leiden dat er minder uren toegeschreven kunnen worden aan de projectkredieten. Voor een deel wordt dat opgevangen door het niet meer inhuren van externen. Een deel zal echter het eigen personeel treffen. Omdat we dit personeel wel hebben, gaan we er vanuit dat er sprake zal zijn van een zgn. omzetverlies. In totaal bedraagt de omzet van het eigen personeel op grondexploitatiekredieten € 2,3 miljoen jaarlijks. We verwachten dat we de komende tijd hiervan in 2009 € 0,5 miljoen niet kunnen realiseren en in 2010 en 2011 telkens € 1,0 miljoen. In 2012 verwachten we dat de bouwmarkt weer aantrekt en dat het omzetverlies € 0,5 miljoen is. Deze jaarlijkse omzetverliezen komen ten laste van de algemene dienst. Belastingen en heffingen Uitgangspunt bij de financiële paragraaf van de Trendnota is dat we de lokale lasten niet verhogen (d.w.z. slechts meegaan met de inflatiecorrectie). Daarnaast gaan we uit van 100%kostendekkendheid van leges e.d. Binnen het totaal van de belastingen en heffingen houden we rekening met een lagere opbrengst aan leges bouwvergunningen. Een deel van de lagere opbrengsten kan worden Trendnota Begroting 2010
Pagina 14 van 22
gecompenseerd door lagere uitgaven. Per saldo verwachten we voor de jaren 2009-2011 jaarlijks € 0,5 miljoen minder inkomsten bouwleges te realiseren. Aangezien de reserve bouwleges momenteel € 0,2 miljoen groot, is het netto-effect hiervan in 2009 € 0,3 miljoen. Rente en dividenden Vooralsnog schatten wij in dat de risico’s hiervan gering zijn. Bijstandsuitkeringen De toename van het aantal bijstandsuitkeringen wordt ingeschat op 100 voor het jaar 2009 en 200 voor de jaren 2010 en 2011. Voor het jaar 2012 wordt rekening gehouden met een aantal van 100 (aantallen tov begroting 2009, waarbij rekening is gehouden met een krimp van 75 gebaseerd op aantallen 2008). Een toename van 100 uitkeringsgerechtigden betekent een last van € 1,3 miljoen extra. Deze last komt in eerste instantie ten laste van de reserve Wwb. Deze bevat op dit moment € 2,0 miljoen. Pas als de reserve uitgeput is, komen de extra uitgaven ten laste van de begroting. Per saldo betekent dit in 2009 € 0,0 miljoen, in 2010 € 2,0 miljoen, in 2011 € 2,6 miljoen en in 2012 € 1,3 miljoen ten laste van de begroting. Verkoop panden In het kader van het project herontwikkelingen gemeentelijke gebouwen dienen een 7-tal gemeentelijke panden verkocht te worden. Daarvoor is een plan van aanpak opgesteld. Momenteel wordt er onderhandeld/gesproken over het verkopen van de panden Grutstraat 27 en 31/33, Korte Kapoeniestraat 24. Het pand Varsseveldseweg 104/108 wordt bij openbare inschrijving via een notariskantoor verkocht. Deze procedure loopt momenteel. De verkoop van de overige panden wordt gestart op het moment dat de bouwplannen van het CIC op het Brewincterrein verder gevorderd zijn. De huurders van deze panden gaan over het algemeen over naar het CIC. Vooralsnog is een opbrengst van in totaal € 2,5 miljoen (2010: € 1,0 mln en 2011: €1,5 mln) opgenomen. Monitoring aannames meerjarenbegroting In deze bijlage hebben we de uitgangspunten en aannames bij de financiële paragraaf van de Trendnota toegelicht. Op dit moment werken we de aannames meer gedetailleerd uit. Maar het blijven natuurlijk aannames, waarvan het de vraag is of die zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. Daarom gaan we realisatie van de aannames monitoren. In de financiële monitoren (voorjaar en najaar) rapporteren we hierover.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 15 van 22
Bijlage 2 – Overzicht lopende en voorgenomen investeringen Tabel 1: Lopende investeringen gD (in € miljoenen) Beleidsveld Nieuwbouw schouwburg Onderwijshuisvesting (Dichteren, Wijnbergen) Infrastructuur (o.a. mobiliteitsplan 2008) Parkeren (o.a. parkeergarage bij schouwburg) Riolering (afkoppelen, vervangingen en berg bezinkbassins) Openbare ruimte (kwaliteitsimpuls) Afvalinzameling Vervangingsinvesteringen (ondermeer verkeersregelinstallaties, openbare verlichting, tractie) GSO-3 projecten Totaal
Investeringsniveau 24,0 5,0 2,8 17,0 10,7 1,6 1,0 2,0
9,0 73,1
Tabel 2: Geplande investeringen gD, met financiering rond (in € miljoenen) Beleidsveld 2009 2010 Onderwijshuisvesting, school de Haven, gymlokaal 4,5 i.v.m. groei leerlingen en brede school wijnbergen Gemeentelijke huisvesting (Stadhuis, Havenstraat, 3,0 6,0 incl. herinrichting voorplein stadhuis 2009: 1,5 mln. maar exclusief herhuisvesting WMO- backoffice. W&I) Brandweerkazerne 0,5 2,5 Infrastructuur, uitvoeringsmaatregelen o.b.v. o.a. 4,5 2,5 mobiliteitsplan (jaar 2009: incl. 2,0 mln Ruimzichtlaan tlv grex) Parkeren, uitbreiding parkeerterrein Varkensweide 2,0 6,0 Riolering, vervanging o.b.v. GRP 2,8 0,8 Vervangingsinvesteringen (openbare verlichting, 2,1 2,0 automatisering, civieltechn. Kunstwerken en tractie). Totaal 19,4 19,8
2011
2012
3,0
2,5 2,5
2,5
0,9 0,9
0,4 1,5
9,8
4,4
Naast de hiervoor genoemde gemeentelijke investeringen, waarvan de financiering rond is, zijn er nog diverse projecten waarvan de financiering nog niet rond is. Het betreft hier investeringen die wij als gemeente noodzakelijk achten, maar waarvan de financiering (nog) niet geregeld is. Het betreft investeringen op de volgende terreinen: • infrastructuur (totaal € 73,2 miljoen gepland, waarvan € 31,7 afgedekt); • openbaar vervoervoorzieningen; • onderwijshuisvesting (totaal € 15,9 miljoen aan prioriteiten); Trendnota Begroting 2010
Pagina 16 van 22
• • • • •
muziekschool (schatting € 1,2 miljoen); revitalisering bedrijfsterreinen; verplaatsing Esbro; renovatie zwembad Rozengaarde; inlopen achterstand monumentenstatus gebouwen.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 17 van 22
Bijlage 3 - Overzicht uitwerking Aanvalsplan Achterhoek Authentiek Anders totale eigen kosten bijdrage gevraagd Tempo maken: Versnellingstafels Bevorderen van de economische ontwikkeling A-wijken Fietstunnel Metzo
3,5 2,0
2,0 1,0
1,5 gD GSO 1,0 gD
Ruimzichtlaan Oude Postkantoor
2,0 1,5
1,0 0,7
1,0 gD 0,8 gD
Silo Wehl Centraal station Achterhoek
2,1 2,5
0,3 pm
1,8 gD pm
Hoofdvestiging Muziekschool
1,2
0,0
1,2 gD
Behoud van economisch structuur & activiteiten Herprogrammering woningbouw
10,0
6,5
3,5 gD GSO
pm
pm
pm
Duurzame Topsporthal LED straatverlichting
5,5 2,4
3,5 pm
2,0 gD pm
Glasvezel Oplaadpunten elektrische auto’s
2,5 0,5
pm pm
pm pm
Ombouw auto’s naar gas Halfverharding fietspaden
0,0 0,9
pm pm
pm pm
Dorpsdeelauto’s Zonne-energie
0,5 6,6
pm pm
pm pm
GIOS Revolving Fund duurzame maatregelen
1,6 1,0
0,8 0,0
0,8 gD 1,0 gD
1,8 2,4
0,9 pm
0,9 gD GSO pm
50,5
16,7
Garantstelling Lyceumkwartier Slim kansen benutten: Het A-fonds, groen en duurzaam Stimuleren van duurzame investeringen
Stimuleren van werk en scholing Vraaggerichte diagnose arbeidsmarkt Leervouchers Totaal
Trendnota Begroting 2010
15,5
Pagina 18 van 22
Trendnota Begroting 2010
Pagina 19 van 22
Bijlage 4 – Prognoses reserve grondexploitaties en fonds bovenwijks Voor een vollediger beeld van onze financiele positie bijgaand de prognose reserve grondexploitaties en de prognose fonds bovenwijkse voorzieningen. In deze prognoses zitten niet verwerkt de eventuele effecten van de financieel-economische crisis. Tabel 1: Prognose reserve grondexploitaties Stand per 1 januari Rente Winstnemingen* Beschikking voorzieningen** Stand per 31 december
2009 2010 2011 € 4.970.860 € 7.233.285 € 8.949.641 € 84.505 € 122.966 € 152.144 € 2.158.461 -€ 2.489.503 € 5.645.231 € 19.459 € 4.082.893 € 728.253 € 7.233.285 € 8.949.641 € 15.475.269
2012 2013 2014 € 15.475.269 € 16.321.023 € 17.756.238 € 263.080 € 277.457 € 301.856 -€ 3.351.105 € 555.185 -€ 2.268.942 € 3.933.779 € 602.573 € 2.336.779 € 16.321.023 € 17.756.238 € 18.125.931
*Winstnemingen is het saldo van de (tussentijdse en eind-)winstnemingen van diverse grondexploitaties in enig jaar. Een negatieve winstneming is in feite een verliesneming. Aangezien de verliesnemingen geprognoticeerd zijn, staan hier voorzieningen tegenover. **Beschikking voorzieningen is het saldo van de voorzieningen die ingezet worden ter dekking van negatieve winstnemingen (oftewel verliesnemingen) in enig jaar.
Tabel 2: Prognose fonds bovenwijkse voorzieningen Stand per 1 januari Rente Bijdragen (inc. rente)* Investeringslasten** Stand per 31 december
2009 2010 2011 € 909.168 € 5.698.544 € 12.730.706 € 45.458 € 284.927 € 636.535 € 5.403.531 € 7.712.104 € 5.024.674 -€ 659.613 -€ 964.869 -€ 1.514.976 € 5.698.544 € 12.730.706 € 16.876.939
2012 2013 2014 € 16.876.939 € 18.199.121 € 17.032.388 € 843.847 € 909.956 € 851.619 € 2.653.291 € 527.837 € 554.229 -€ 2.174.956 -€ 2.604.526 -€ 2.887.356 € 18.199.121 € 17.032.388 € 15.550.880
*Bijdragen is het saldo van de afdrachten vanuit de diverse projecten aan het fonds bovenwijks in enig jaar. **Investeringslasten is het saldo van de investeringslasten behorende bij de infrastructurele werken die vanuit het fonds bovenwijks bekostigd worden.
Trendnota Begroting 2010
Pagina 20 van 22
Bijlage 5 – Berekening verkoop aandelen NUON Het Zweeds bedrijf Vattenfall heeft aangekondigd Nuon te willen kopen. Daartoe is de aandeelhouders een aanbod gedaan. In deze bijlage staat beschreven wat dit aanbod betekent voor onze gemeente. 1. Opbrengst verkoop aandelen In de tabellen 1 en 2 staat weergegeven wat de opbrengst van de verkoop aandelen Nuon voor onze gemeente is. Tabel 1 laat de bruto-opbrengst zien, terwijl tabel 2 de netto-opbrengst en de realisering van die opbrengst in de tijd toont (aangezien de aandelenverkoop in een aantal tranches gaat). Voor Doetinchem is de bruto-opbrengst ruim € 59 miljoen, terwijl de netto-opbrengst (opbrengst na aftrek storting in netwerkdeel en verkoopkosten) € 57 miljoen is. Bijna de helft hiervan wordt in 2009 gerealiseerd, terwijl de rest in 2011, 2013 en 2015 gerealiseerd wordt. Tabel 1: Overzicht verkoop aandelen NUON – Totaal en aandeel Doetinchem Totaal Doetinchem Aandelen (aantal) 136.794.964 787.348 Opbrengst verkoop aandelen € 10.310.000.000 € 59.341.058 Escrow* € 400.000.000 € 2.302.272 Storting in netwerkdeel € 350.000.000 € 2.014.488 Verkoopkosten € 45.000.000 € 259.006 * Escrow = voorziening voor claims Vattenfall Tabel 2: Fasering opbrengst verkoop aandelen NUON Verdeling BrutoStorting in Nettoopbrengst netwerkdeel opbrengst en verkoopkosten 2009 49,0% € 29.077.118 - € 2.273.493 € 26.803.625 2010 €0 2011 15,0% € 8.901.159 € 8.901.159 2012 €0 2013 15,0% € 8.901.159 € 8.901.159 2014 €0 2015 21,0% € 12.461.622 € 12.461.622 2016 €0 Totaal € 59.341.058 - € 2.273.493 € 57.067.564 * Escrow = voorziening voor claims Vattenfall
Escrow*
Totaal
- € 2.302.272
€ 24.501.353 €0 € 8.901.159 € 2.302.272 € 8.901.159 €0 € 12.461.622 €0 € 57.067.564
€ 2.302.272
€0
2. Derving dividend aandelen Nuon Nuon wordt gesplitst in een energieproductie en -leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf. Vattenfall koopt het energieleveringsbedrijf. Hieruit ontvangt onze gemeente dan geen dividend meer. De huidige aandeelhouders blijven aandeelhouder in het netwerkbedrijf (Alliander). Het netwerkbedrijf keert dividend uit. Van het dividend dat Nuon over 2008 uitkeert wordt € 139 miljoen toegerekend aan het netwerkbedrijf en € 211 miljoen aan het productie en leveringsbedrijf. Gezien de aard van de activiteit van het netwerkbedrijf Alliander zal het dividend van dat bedrijf relatief stabiel zijn. Het dividend kan wel onder druk komen als gevolg van de splitsingskosten en regulering van de tarieven door de Nma. Als met een veiligheidsmarge van 10% wordt gerekend, dan komt het dividendniveau van Alliander de komende jaren op € 125 miljoen uit. Trendnota Begroting 2010
Pagina 21 van 22
Voor onze gemeente betekent dit een jaarlijks dividend van € 700.000. Deze inschatting is gebaseerd op een verwachting van het Nuonplatform oud-Gamog aandeelhouders (zie ook nieuwsbrief nr. 3 – 25 februari 2009). Het Nuonplatform wordt geadviseerd door het bureau Andersson Elffers Felix. In onze begroting 2009 staat een dividendopbrengst Nuon begroot van € 1,7 miljoen structureel. Uitgaande van verkoop aandelen Nuon en een jaarlijks dividend van € 700.000 uit Alliander, resteert een derving van dividend in de begroting van € 1,0 miljoen structureel. Deze derving kan opgevangen worden door € 21 miljoen van de Nuonopbrengst vast te zetten (als bestemmingsreserve) en hierop een rendement van 4,75% te realiseren. Het te verwachten rendement van 4,75% denken wij te realiseren doordat we minder hoeven te lenen vanwege de Nuon-inkomsten. Wij zijn een investerende gemeente en moeten geld lenen om onze investeringen te kunnen financieren. In onze gemeentebegroting houden we rekening met een rentepercentage van 4,75% voor nieuwe leningen. Op dit moment anticiperen we op het verwachte besluit tot verkoop van de Nuon-aandelen door investeringen met kort geld te financieren. Begin april betreft dit € 27 miljoen. We hoeven dus geen geld tegen een laag tarief uit te zetten op het moment dat de verkoopopbrengst wordt ontvangen. 3. Effect verkoop aandelen op gemeentelijke begroting of vermogenspositie De opbrengst van de verkoop aandelen Nuon kan, na aftrek van de dividendderving, structureel gemaakt worden door de opbrengst vast te zetten en hierop een rendement te realiseren. Dit rendement is dan structurele ruimte in de begroting. De opbrengst kan echter ook, na aftrek van de dividendderving, toegevoegd worden aan de algemene reserve en zo eenmalig beschikbaar gemaakt worden. In tabel 3 zijn deze twee varianten uitgewerkt. De laatste twee kolommen laten zien wat het structurele resultaat is voor de begroting en wat het incidentele resultaat voor de vermogenspositie is. Voor de duidelijkheid wordt vermeld dat het hier om elkaar uitsluitende mogelijkheden gaat. Realisatie van het structurele resultaat betekent dat er geen eenmalig resultaat gerealiseerd wordt. En omgekeerd, realisatie van het eenmalige resultaat betekent dat er geen structureel resultaat gerealiseerd wordt. Wel kan een mix van eenmalig en structureel resultaat gerealiseerd worden. Tabel 3: Gevolgen voor begroting of vermogenspositie van opbrengst aandelen NUON Opbrengst Uitstaande Dividend over Rentevoordeel DividendStructureel verkoop koopsom uitstaande over verkoopderving resultaat aandelen koopssom opbrengst (gevolg voor (netto) begroting) (alternatief 1) 2009 € 24.501.353 € 30.263.940 € 1.706.000 € 581.907 €0 € 27.641 2010 € 0 € 30.263.940 € 605.279 € 1.163.814 - € 1.000.000 € 769.093 2011 € 8.901.159 € 21.362.781 € 605.279 € 1.375.217 - € 1.000.000 € 980.496 2012 € 2.302.272 € 21.362.781 € 427.256 € 1.641.298 - € 1.000.000 € 1.068.554 2013 € 8.901.159 € 12.461.622 € 427.256 € 1.907.380 - € 1.000.000 € 1.334.635 2014 € 0 € 12.461.622 € 249.232 € 2.118.782 - € 1.000.000 € 1.368.015 2015 € 12.461.622 €0 € 249.232 € 2.414.746 - € 1.000.000 € 1.663.978 2016 €0 €0 €0 € 2.710.709 - € 1.000.000 € 1.710.709 Totaal € 57.067.564
Trendnota Begroting 2010
Pagina 22 van 22
Eenmalig resultaat (gevolg voor vermogen) (alternatief 2) € 581.907 € 16.191.433 € 20.642.012 € 22.495.871 € 28.097.586 € 28.800.309 € 35.031.121 € 36.014.933