Stichting SURF Jaarplan en Begroting 2010
Utrecht, 24 november 2009 SURF 09.2126 Versienummer 0.5
1
Inhoud Jaarplan 2010
Voorwoord Inleiding 1.1 1.2 1.3
4
Uitgangspunten voor 2010 Hoofdthema’s voor de platforms SURF algemeen
5 5 6 6
2
Platform ICT en Onderzoek 2.1 Inleiding 2.1.1 SURFshare programma 2.1.2 Europese projecten 2.1.3 Platform Overstijgende Activiteiten (POA) 2.1.4 Aansluiting bij speerpunten SURFfoundation voor 2010 2.1.5 Activiteiten 2010 2.2 SURFshare programma 2.2.1 WP1 Verrijkte publicaties 2.2.2 WP2 Collaboratories en digitale werkbank 2.2.3 WP3 Open Toegang, Kwaliteit en Impact 2.2.4 WP4 Architectuur en Infrastructuur 2.2.5 WP4a Research Informatie Systeem 2.2.6 WP5 HBO kennisinfrastructuur 2.2.7 WP6 Digitale duurzaamheid en datacuratie 2.2.8 WP7 SHAREcommunity, kennisdisseminatie en communicatie 2.2.9 Programmamanagement 2.3 Europese projecten 2.4 Platform Overstijgende Activiteiten 2.4.1 POA / LOREnet voor leermiddelen van universiteiten en hogescholen 2.4.2 POA / SURFdirect 2.4.3 Fobid 2.4.4 POA / SURFinternationaal 2.5 Begroting
8 8 8 9 9 9 10 11 11 12 12 13 14 14 16 17 18 19 19 19 21 21 22 23
3
Platform ICT en Onderwijs 3.1 Inleiding 3.2 Onderwijsvernieuwing 3.2.1 Nationaal Actieplan e-Learning 3.2.2 Onderwijsvernieuwing 3.3 Digitale Leer- en Werkomgeving 3.4 Delen van Leermiddelen 3.5 Studiekeuzegesprekken 3.6 SURFacademy 3.7 Netwerken 3.8 Samenwerkingsrelaties en SURF-brede initiatieven 3.9 Begroting
25 25 25 25 27 29 31 33 35 36 37 40
4
Platform ICT en Organisatie 4.1 Inleiding en hoofdlijnen 4.1.1 Onderwijslogistiek 4.1.2 Beveiliging en Identitymanagement 4.1.3 Implementatie 4.1.4 Werkwijze 4.2 Activiteiten 4.2.1 Architectuur 4.2.2 Standaarden 4.2.3 DLWO
41 41 41 41 42 42 42 43 43 44
2
4.3
4.2.4 Informatie beveiliging en Identitymanagement 4.2.5 Implementatie 4.2.6 Shared services 4.2.7 Kennisdisseminatie activiteiten 4.2.8 Governance en professionalisering organisatie structuren Begroting
44 45 45 46 46 48
5
E-Services 5.1 Inleiding 5.2 Activiteiten
49 49 49
6
SURFworks
50
7
SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma
52
8
GigaPort3
54
9
Oprichting E-Science Research Center
55
10
Commissie Projectbewaking
56
11
Wetenschappelijk Technische Raad 57 11.1 Samenstelling van de WTR 57 11.2 Geplande activiteiten WTR 2010 57 11.2.1 Voorbereiding voor nieuwe Trendrapport 57 11.2.2 Onderzoeken 57 11.2.3 Adviezen 58 11.2.4 Voortzetting van het Diensten georiënteerd Kostenmodel (Benchmark ICT) 58 11.2.5 Onderzoek naar de mogelijkheid van draadloze infrastructuur 58
12
Bureau en staf 12.1 Inleiding 12.2 Bedrijfsvoering algemeen 12.2.1 Kennismanagement 12.2.2 ICT beheer 12.3 Communicatie 12.3.1 Corporate communicatie (communicatie onder SURF-label) 12.3.2 Interne communicatie SURFfoundation 12.3.3 Externe communicatie SURFfoundation 12.4 Juridische ondersteuning en advisering 12.5 Facilitaire- en Office-ondersteuning 12.6 Finance en Control 12.7 Personeelszaken 12.8 SURF projecten 12.9 Begroting
59 59 59 60 60 60 60 61 61 61 62 62 62 62 64
Begroting 2010
65
Bijlage A
69
Bijlage B
75
Bijlage C
77
3
Voorwoord Stichting SURF is de samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek op het gebied van netwerkdienstverlening en informatie- en communicatietechnologie (ICT) in Nederland. In SURF werken de universiteiten, hogescholen, researchcentra en de centra voor documentaire informatievoorziening samen met SURFfoundation, SURFnet en SURFdiensten. De missie van SURF is het exploiteren en innoveren van een gezamenlijke geavanceerde ICT-infrastructuur, zodat de mogelijkheden die ICT biedt om de kwaliteit van het hoger onderwijs en onderzoek te verbeteren ten volle worden benut. Dit met name op die terreinen waar door samenwerking resultaten kunnen worden bereikt die de mogelijkheden van individuele instellingen overstijgen. Om haar missie zo goed mogelijk te realiseren, worden de innovatie-activiteiten belegd en gefinancierd door Stichting SURF, terwijl de dienstverlening is belegd bij SURFnet en SURFdiensten, twee besloten vennootschappen in volledig eigendom van Stichting SURF. Stichting SURF kent als statutaire organen het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Wetenschappelijk Technische Raad. Jaarplan 2010 Het jaarplan begint met een inleidend hoofdstuk over de algemene koers voor 2010 en de relatie met het lopende en komende SURF-Meerjarenplan. In dit inleidende hoofdstuk worden de hoofdthema’s genoemd die richting geven aan de activiteiten van SURF in 2010. De activiteiten van SURF zijn geclusterd in drie platforms bij SURFfoundation, rondom onderzoek, onderwijs en organisatie. In de hoofdstukken 2, 3 en 4 worden de plannen voor 2010 van deze platforms en programma’s geschetst. De plannen worden afgesloten met de jaarbegroting voor het betreffende platform. In de hoofdstukken 5 t/m 8 worden de innovatieprojecten beschreven die bij SURFnet en SURFdiensten in uitvoering zijn. In hoofdstuk 9 worden de plannen beschreven die er zijn om te komen tot een e-Science Research Center en de bijdrage van SURF hier aan. De activiteiten van de Commissie Projectbewaking, de Wetenschappelijk Technische Raad (WTR) en van het bureau van SURF worden respectievelijk in hoofdstuk 10, 11 en 12 behandeld. Begroting 2010 Aansluitend aan het jaarplan volgt de begroting 2010. Hierin zijn respectievelijk opgenomen: de samenvattende begroting 2010 voor SURFfoundation, een exploitatieoverzicht van de overige onderdelen, alsmede een overzicht van de OHW posities van de projecten en van de reserves van de stichting. Bijlage A bevat een recent overzicht van de samenstelling van de organen en besturen van Stichting SURF en SURFfoundation. De bijdrage van de SURF-participanten in de samenwerkingskosten 2010 zijn te vinden in bijlage B. In bijlage C is een lijst met veelgebruikte afkortingen opgenomen.
4
Inleiding Het jaar 2010 is het afsluitende jaar van het Meerjarenplan 2007-2010 en daarmee zowel een oogstjaar als een transitiejaar voor SURF. Vooruitlopend op het nieuwe Meerjarenplan zetten we een kritische evaluatie van het aflopende Meerjarenplan in, waarbij gebruik zal worden gemaakt van externe (internationale) auditing.
1.1 Uitgangspunten voor 2010 Problem-driven aanpak Voor 2010 en de komende jaren vormen de samenwerkingsbijdragen van de instellingen en lopende OCW-subsidies de basis voor onze financiering. SURF zal proactief en voortvarend te werk te gaan om kansen te pakken die OCW en andere ministeries bieden. Daarnaast is het van groot belang onderwerpen op te pakken vanuit een ‘problem-driven’ invalshoek en via matching met instellingen projecten van de grond te trekken. Dit vereist intensieve interactie met het veld. Het duiden van trends en de vertaling daarvan naar de praktijk van het hoger onderwijs en onderzoek is een wens van het veld. Recente voorbeelden zijn SOA, Software as a Service (SaaS), Cloud Computing en Open Content. De benadering van trends moet zijn: het probleem is leidend, niet de trend. SURF als expertisecentrum In het verlengde van bovenstaande zal SURF nieuwe en complexe trends benaderen door kritisch onderzoek te doen naar de specifieke raakpunten van nieuwe trends met de Nederlandse situatie. Met daaruit voortvloeiende white papers en onderbouwde statements over relevante vraagstukken kan SURF de instellingen faciliteren. Deze werkwijze zal SURF bovendien zichtbaarder maken in de buitenwereld. SURFacademy heeft de potentie om (in samenwerking me SURFnet en SURFdiensten) op te schalen naar een strategisch faciliteit waarmee SURF helpt de expertise binnen de instellingen op te bouwen. Eind 2010 wordt de SURFacademy geëvalueerd en de toekomstige positie/status van SURFacademy bepaald. Een SURF dochter voor shared professional services De SURF-werkmaatschappijen hebben met enige regelmaat te maken met projecten of programma’s die na hun ontwikkelfase terecht komen in een exploitatiefase. In de exploitatiefase is er sprake van een product of dienst voor de instellingen van hoger onderwijs en onderzoek die over een langere periode wordt aangeboden op basis van structurele financiering of een tariefmodel. Het komst regelmatig voor dat zo’n project zich ontwikkeld tot een exploitatieorganisatie die verzelfstandigd kan worden, zoals dat gebeurd is met Studiekeuze123 en Studielink. Het is te verwachten dat binnen de SURFwerkmaatschappijen verzelfstandiging vaker zal voorkomen. Daarnaast zijn er samenwerkingsinitiatieven van verschillende instellingen uit het veld die diensten of producten gezamenlijk willen exploiteren. Te denken valt daarbij aan initiatieven die leiden tot gemeenschappelijke voorzieningen op het terrein van de onderwijslogistiek. Ook deze initiatieven zoeken vaak een organisatie waar zij hun exploitatie kunnen onderbrengen. De exploitatieorganisaties zijn te klein om alle ondersteunende diensten zelf uit te voeren, zoals op het terrein van financiën, personeelszaken, communicatie en facilities. Ook zijn zij op zoek naar een efficiënte manier om de primaire activiteiten van het project te organiseren. Zij zouden in veel gevallen graag hun personeel betrekken van - of aanwezig personeel willen onderbrengen in - een shared professional services organisatie. Zo’n organisatie kan de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening beter organiseren.
5
Regionale initiatieven Meer en meer blijkt vraagbundeling in de regio een goede manier om ICT-toepassingen bereikbaar en consumeerbaar te maken. SURF zal zich inzetten om regionale activiteiten te initiëren en/of te begeleiden en ondersteunen. Deze regionale initiatieven kunnen zich richten op kennistransfer en –valorisatie en op het creëren van living labs. Vooral deze laatste aanpak waarbij diverse stakeholders experimenteren met de toepassing van nieuwe technologie biedt kansen om ICT in complexe processen te ontwikkelen, uit te proberen, te evalueren en te borgen. Hierbij wordt gestreefd naar intensieve samenwerking met SURFnet.
1.2 Hoofdthema’s voor de platforms Hoofdthema voor het platform ICT en Onderwijs blijft de flexibilisering van het onderwijs (anytime, anyplace, anywhere) en in het verlengde daarvan het verder werken aan de Digitale Leer en Werkomgeving (DLWO). De hoofdprocessen Onderwijs en Onderzoek ontmoeten en overlappen elkaar op het terrein van de digitale informatievoorziening, vooral waar het gaat om content- en communicatiegerelateerde processen, diensten en standaarden. Ten aanzien van de Open-Contentontwikkelingen kiest SURF voor een benadering die start met een projectmatig onderzoek uitmondend in een white paper gericht op de huidige staat van beschikbaarstelling en hergebruik van digitale content, interoperabiliteit issues en specifiek Nederlandse behoeften en oplossingrichtingen. Support vanuit het Platform Organisatie is hierbij gewenst. LOREnet bevindt zich op een cruciaal moment van ontwikkeling en zal zich in 2010 als infrastructurele dienst moeten bewijzen om bestaande content betrouwbaar te ontsluiten voor hergebruik. Dit vergt naast technische inspanning een heldere marketingstrategie en inzet. Implementatie als zelfstandige service wordt voorbereid. Het platform ICT en Onderzoek continueert de inzet op verbetering van effectieve samenwerking tussen onderzoekers, transparante toegang tot resultaten en publicaties. Het SURFshare programma gaat in 2010 verder met kruisbestuiving tussen nationaal belang en internationale studies en ontwikkelingen als het gaat om informatieinfrastructuur en dienstverlening (bijvoorbeeld OpenAIRe, eInfraNet). Voortgezette deelname aan PRIMA (en OCW-subsidie) wordt voorbereid. Het onderwerp ‘architectuur’ zal meer praktisch worden benaderd en aangesloten worden op concrete vraagstukken in de onderwijslogistiek. De ingezette overlegstructuur en kennisopbouw met instellingsvertegenwoordigers wordt voortgezet.
1.3 SURF algemeen Geïntegreerde research infrastructuur Voor het realiseren van een geïntegreerde research infrastructuur onder coördinatie van SURF conform het advies van ICT Regie zal, naar alle waarschijnlijkheid, in 2010 geen financiering beschikbaar zijn. De activiteiten op dit terrein zullen in 2010 bestaan uit het samen met NWO oprichten van een E-science Research Center, en het ontwikkelen van een stappenplan voor de volledige uitvoering van het advies, ter voorbereiding van de mogelijke financiering in de toekomst. Internationalisering Evenals in 2009 (e-Framework, JISC, Neth-ER) zullen in 2010 een aantal partner- en lidmaatschappen van SURF (nationaal en internationaal) kritisch worden beschouwd op hun bijdrage, direct of indirect, aan de SURF-missie. In de internationale focus van SURF wint Europa aan belang. SURF zal blijven optreden als antenne voor (internationale) trends, maar zal scherper inzetten op het inzoomen op praktische relevantie voor de instellingen. Het helpen oplossen van wereldproblemen is een afgeleide; hoofdzaak is de kwaliteit en relatieve positie van het Nederlandse hoger onderwijs te verbeteren.
6
Interne professionalisering Binnen SURFfoundation zal worden ingezet op het interne kennismanagement. Dit betreft de continue scholing van en uitwisseling tussen SURF medewerkers over technologische en inhoudelijke ontwikkelingen, maar ook het toegankelijk vastleggen van gerealiseerde resultaten.
7
2
Platform ICT en Onderzoek 2.1 Inleiding
Onderzoek, zowel wetenschappelijk als toegepast, is onder invloed van ICT sterk aan verandering onderhevig. Met ICT en internet zijn er veel mogelijkheden bijgekomen voor het doen van onderzoek, het toegankelijk maken en (snel) verspreiden van de resultaten, het hergebruiken en voortbouwen op eerdere resultaten. Door de grote toename van digitale informatie groeit de aandacht voor het bewaren en vindbaar maken van onderzoeksresultaten ICT introduceert ook nieuwe vormen van kwaliteitscontrole en waardering van onderzoeksresultaten. Het platform ICT en Onderzoek speelt met het vierjarige SURFshare programma op deze ontwikkelingen in door een infrastructuur te realiseren die de toegankelijkheid en de uitwisseling van onderzoeksinformatie bevordert. De kennis uit het SURFshare programma wordt door het platform ICT en Onderzoek ingezet in de Platform Overstijgende Activiteiten (POA) van SURFfoundation, diverse Europese projecten en het samenwerkingsverband Knowledge Exchange. In 2010 continueert het platform ICT en Onderzoek de inzet op verbetering van effectieve samenwerking tussen onderzoekers en transparante toegang tot resultaten en publicaties. Het SURFshare programma gaat verder met kruisbestuiving tussen nationale en internationale ontwikkelingen in informatie-infrastructuur en dienstverlening. Een vervolgaanvraag voor PRIMA-subsidie voor Fase 2 van het SURFshare programma wordt voorbereid. Naar verwachting wordt de aanvraag in maart behandeld. 2.1.1 SURFshare programma SURFshare werkt aan vernieuwing van de samenwerking tussen onderzoekers, het samenstellen van complexe (‘verrijkte’) publicaties en het review- en publicatieproces. In dit proces veranderen de rollen en taken van onderzoekers, lectoren, instellingen, universiteitsbibliotheken en uitgeverijen. Het onderzoek- en publicatieproces raakt nog meer verweven. Hierdoor en door de toegenomen mogelijkheden op het gebied van kennisdeling en disseminatie, verdwijnt het harde onderscheid tussen onderzoeksdata en de ‘traditionele’ publicatie als onderzoeksoutput. Om de volle potentie van onderzoek te benutten, streeft SURFshare naar open toegang tot onderzoeksresultaten. Zeker daar waar onderzoek is uitgevoerd met publieke middelen. Het SURFshare programma ondersteunt en stimuleert kennisuitwisseling binnen hoger onderwijs en onderzoek en kennisoverdracht naar het bedrijfsleven, beroepsbeoefenaren en de samenleving door middel van: • • •
•
Verrijkte publicaties: vernieuwing van onderdelen van de wetenschappelijke communicatie-infrastructuur gericht op verrijkte publicaties, publicaties inclusief onderliggende datasets en visualisaties met aandacht voor juridische consequenties. Virtuele werkomgevingen: communicatie tijdens het onderzoeksproces door middel van virtuele werkomgevingen als ‘collaboratories’ en ‘digitale werkbanken’, waarmee onderzoekers hun bronnen kunnen delen en kunnen samenwerken. Open toegang, kwaliteit en impact: ontwikkelen en toepassen van nieuwe vormen van publiceren, middelen voor kwaliteitscontrole en impactmetingen die de onderzoeker in een Open Access-omgeving ondersteunen met aandacht voor economische aspecten, auteursrechten en digitale duurzaamheid. Architectuur en infrastructuur: ontwikkeling van een samenhangende architectuur en infrastructuur inclusief registratie van onderzoeksdata met oog voor internationale standaarden en interoperabiliteit. Voor Nederland wordt gestreefd naar een landelijk Research Informatie Systeem en handige ‘tools en widgets’ voor administratie en presentatie van onderzoeksgegevens.
8
• •
Versterking van de HBO kennisdissiminatie: realisatie van een repositoryinfrastructuur en aanverwante diensten bij hogescholen met als doel de kennisdeling tussen hogescholen en naar het bedrijfsleven en de publieke sector te versterken. Digitale duurzaamheid en datacuratie: opslag en digitale toegankelijkheid in de toekomst van onderzoeksdata.
Het SURFshare programma begint in 2010 aan de tweede helft van het vierjarige programma. Technisch gezien maakt het programma grote voortgang. Ook is er in 2009 veel inspanning gestoken in voorlichting over toegankelijkheid en daarmee samenhangende auteursrechten. De eerste twee jaar waren vooral gericht op exploreren, definiëren en onderzoeken. Eind 2009 is de balans opgemaakt van hetgeen we in gang gezet hebben en op basis daarvan worden keuzes gemaakt over het vervolg. Waar gaan we mee verder en welke onderdelen gaan we dusdanig verder ontwikkelen dat het in 2011 gebruiksklaar kan worden afgeleverd en in gebruik genomen? Bijzondere aandacht verdient hierbij de besluitvorming over een landelijk Ondezoeks Informatie Systeem voor Universiteiten, Universitaire medische centra en HBO-instellingen. Eindresultaat is dat Nederland in 2012 beschikt over een landelijk geïmplementeerde kennisinfrastructuur voor hoger onderzoek en onderwijs, bestaand uit interoperabele ICTbouwstenen voor verrijkte publicaties en de organisatie van de toegang tot mensen en hun kennis. 2.1.2 Europese projecten De ontwikkelingen van ICT en internet op onderzoek en de toegankelijkheid van onderzoeksresultaten beperken zich niet tot Nederland. Internationaal gezien gebeurt er heel veel en SURFshare houdt alle ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en participeert waar mogelijk bij de ontwikkeling van nieuwe standaarden voor de repositoryinfrastructuur. De ervaringen en resultaten van het SURFshare programma worden ingezet in Knowledge Exchange en diverse Europese projecten om breed draagvlak te creëren, kennis te kunnen delen en samen sterk te staan. De Europese Commissie hecht steeds meer belang aan openheid van met publieke middelen gefinancierd onderzoek. Daarvoor nodigen ze partijen uit om met projecten bijdragen te leveren dit zo goed mogelijk te realiseren en met een goede kennisinfrastructuur te faciliteren. 2.1.3 Platform Overstijgende Activiteiten (POA) Platform ICT en Onderzoek is penvoerder voor een aantal platformoverstijgende activiteiten: • LOREnet, voor leermiddelen van universiteiten en hogescholen • SURFdirect, de digitale rechten expertise community van SURF • SURFinternationaal. 2.1.4 Aansluiting bij speerpunten SURFfoundation voor 2010 SURFfoundation heeft, naast de al eerder ingezette speerpunten Secure, Open en Seduce to Use een aantal nieuwe accenten en thema’s geformuleerd die voor 2010 aan de orde zijn. Problem-driven aanpak Het duiden van trends en de vertaling daarvan naar de praktijk van het hoger onderwijs en onderzoek is een wens van het veld. Dit is ook een duidelijke focus binnen het SURFshare programma, waarbij vooral in de tenderprojecten de praktijk voorop staat. Problemen die door de community worden aangegeven als storend voor verdere ontwikkeling, worden opgepakt. SURF als expertisecentrum Het SURFshare programma houdt internationaal ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en zet regelmatig studies uit naar nieuwe trends en de impact op de Nederlandse situatie. Hierin wordt nauw samengewerkt met Knowledge Exchange en andere internationale partners.
9
Vooral in 2010 zal SURFshare regelmatig met white papers en onderbouwde statements over relevante vraagstukken de instellingen faciliteren. Deze werkwijze zal SURFshare bovendien zichtbaarder maken in de buitenwereld. Ook in 2010 wordt vanuit het platform ICT en Onderzoek bijgedragen aan de SURFacademy om expertise binnen de instellingen op te bouwen. Er zijn plannen voor expertise seminars, masterclasses en een school. Regionale initiatieven Vooral in de context van HBO-kennisdisseminatie zal SURFshare zich inzetten om regionale activiteiten te initiëren en/of te begeleiden en ondersteunen die gericht zijn op kennistransfer en –valorisatie en op het creëren van living labs. Vooral deze laatste aanpak waarbij diverse stakeholders experimenteren met de toepassing van nieuwe technologie biedt kansen om ICT in complexe processen te ontwikkelen, uit te proberen, te evalueren en te borgen. Het inzetten van de repositories en de HBO Kennisbank voor (regionale) kenniscentra is een van de manieren waarop dit wordt uitgevoerd. Samenwerking tussen platforms Het platform ICT en Onderzoek zal zich samen met het platform Onderwijs sterk maken voor de Open-Content ontwikkelingen met een projectmatig onderzoek naar de huidige staat van beschikbaarstelling en hergebruik van digitale content, interoperabiliteit issues en specifiek Nederlandse behoeften en oplossingrichtingen. LOREnet bevindt zich op een cruciaal moment van ontwikkeling en zal zich in 2010 als infrastructurele dienst moeten bewijzen om bestaande content betrouwbaar te ontsluiten voor hergebruik. Dit vergt naast technische inspanning een heldere marketingstrategie en inzet. Implementatie als zelfstandige service wordt voorbereid. Naast periodiek overleg met SURFnet, zal op termijn afstemming plaatsvinden tussen het platform ICT en Onderzoek en de te verwachten nieuwe dochter van SURF. Deze dochter zal zich met name richten op het ‘zware onderzoek’: computing power, netwerk, storage faciliteiten. 2.1.5 •
• •
Activiteiten 2010 SURFshare programma: WP1 Verrijkte publicaties WP2 Collaboraties (Virtuele Onderzoeks Omgeving) WP3 Kwaliteit en Impact bij Open toegang WP4 Architectuur en Infrastructuur WP5 HBO-kennisdisseminatie WP6 Digitale duurzaamheid en datacuratie WP7 SHAREcommunity, kennisdisseminatie en communicatie Programmamanagement Europese projecten Platform Overstijgende Activiteiten (POA)
10
2.2 SURFshare programma 2.2.1
WP1 Verrijkte publicaties
Doelstelling
Activiteiten
Onderzoekers (en docenten) een gemakkelijk en breed platform bieden voor het verrijken van publicaties en het hergebruik van verrijkte publicaties.
•
• •
Relatie: • op het gebied van organisatie met Onderzoeksdata Forum (zie WP6) • op het gebied van infrastructuur met het Linked Data project (WP4).
•
• • •
•
Doorontwikkelen van de in 2009 gestarte demonstrator voor verrijkte publicaties in samenwerking met WP4 tot een interoperabele infrastructuur. Implementeren van deze infrastructuur als pilot bij en in samenwerking met een aantal instellingen. ‘Roadshow’ voor verrijkte publicaties met de ontwikkelde demonstrators. Met onderzoekers bespreken wat verrijkte publicaties voor hun onderzoek kunnen betekenen. Eventueel uit te voeren in combinatie met WP2. Call uitzetten voor Grassroot projecten (HBO en WO) voor verrijkte publicaties gebruikmakend van de ervaringen van de tenders 2009 (Call mei-juni; start projecten september; looptijd tot november) met als doel: - verbreden van de ervaring met het opslaan en delen van verrijkte publicaties - vergroten kwantiteit en bekendheid met verrijkte publicaties in het Nederlandse onderzoekslandschap Inventarisatie en analyse beschikbare tools voor de creatie van verrijkte publicaties door onderzoekers. Beschrijven van een mogelijke workflow voor onderzoekers om verrijkte publicaties aan te leveren, op te slaan en openbaar te maken. Stimuleren van het aanleveren en (her)gebruik van onderzoeksdata onder andere door het identificeren van good practices en ontwikkelen van beleid (in samenwerking met WP6). Identificeren en ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren voor repositories die verrijkte publicaties ondersteunen.
11
2.2.2
WP2 Collaboratories en digitale werkbank
Doelstelling
Activiteiten
Het onderzoek in een (inter)nationale omgeving verrijken en versnellen via webgebaseerde samenwerkingsomgevingen.
•
•
Onderzoekers voorzien van een naar eigen wensen in te richten digitale werkbank.
•
Digitale werkbank: een werkomgeving met een geïntegreerde set van hulpmiddelen binnen een collaboratory, die de onderzoeker ondersteunen bij het creëren, registreren en verspreiden van onderzoeksresultaten.
• • • •
Relatie met innovatieprojecten van SURFnet (in het bijzonder SURFgroepen).
2.2.3
•
In samenwerking met SURFnet de mogelijkheden van een open platform onderzoeken, waarin onderzoekers zelf de voor hen wenselijke tools (ook discipline specifieke tools) kunnen gebruiken. Identificeren van standaarden en randvoorwaarden voor een digitale werkbank conform de architectuur die binnen WP4 ontwikkeld wordt; (in samenwerking met WP4 en SURFnet). Beide ontwikkelingen dienen aan het eind van 2010 te leiden tot een ‘standaard starterspakket’ voor onderzoekers die met een collaboratory willen werken. Identificeren van de relaties tussen repositories en collaboratories en aanbevelingen doen voor implementatie. Identificeren specifieke aspecten en behoeftes aan collaboratory-omgevingen in het HBO Opzetten van pilot-project(en) in samenwerking met een of enkele Kenniskringen. Kennisoverdracht via o.a. bijeenkomsten en wiki’s over standaarden, workflows en ontwikkelde tools. ‘Roadshow’ voor het vergroten van het draagvlak en de participatiegraad bij onderzoekers door het tonen van good practices en presenteren meerwaarde voor onderzoek(ers).
WP3 Open Toegang, Kwaliteit en Impact
Doelstelling
Activiteiten
Het ontwikkelen van nieuwe systemen voor kwaliteitscontroles (vergelijkbaar met peer review van de klassieke publicatie) en het meten van impact.
•
Wegnemen van juridische barrières die open toegang en hergebruik belemmeren door voorlichting en ontwikkeling van juridische hulpmiddelen (licenties) die open toegang en hergebruik bewerkstelligen.
• • •
• •
• •
Bevorderen van OA tot onderzoeksdata (i.s.m. WP6) en andere componenten van verrijkte publicaties. Slechten van juridische barrières ten aanzien van hergebruik van onderzoeksresultaten (i.s.m. WP6 en SURFdirect) Afstemming met overige Open Content activiteiten binnen dit SURF speerpunt. Studie en workshop nieuwe en verbeterde mechanismen voor kwaliteitsbeoordeling van zowel traditionele publicaties als verrijkte publicaties en onderzoeksdata. Ontwikkeling van nieuwe kwaliteitsbeoordelingmechanismen (WO en/of HBO). Studie naar actuele ontwikkelingen op het terrein van cybermetrics en identificeren van mogelijke nieuwe impact- of citatiemetingen gerelateerd aan OA. Aansluiten bij een internationaal project rondom citatiemetingen in een Open Access omgeving. Uitbouwen van het in 2009 gestarte project omtrent usage statistics (SURE statistics - zie ook WP4) in de context van repositories en aanzet tot implementatie in repositories van de resultaten.
12
2.2.4
WP4 Architectuur en Infrastructuur
Doelstelling
Activiteiten
Experimenten en onderzoek in 2008 en 2009 leiden tot het maken van gemeenschappelijke afspraken. Deze afspraken worden vastgelegd en uitgevoerd.
WP1: verrijkte publicaties Bepalen van richtlijnen voor de manier waarop verrijkte publicaties (VP’s) geschreven en opgeslagen worden en machine leesbaar kunnen worden aangeboden. Tevens richtlijnen voor het tonen van VP’s en mechanismen voor batch aggregatie. Hierbij horen ook richtlijnen voor opslag van datasets en multi/rijke media.
Lange termijn doel is een (inter)nationaal netwerk van onderzoekersplatforms (repositories, collaboratories, digitale werkbanken en aanverwante diensten), waarin nieuwe toepassingen zoals verrijkte publicaties kunnen worden geïntegreerd conform afgesproken open standaarden, protocollen en formaten.
WP2: collaboratories Richtlijnen opstellen voor het uitwisselen van informatie in digitale samenwerkingsomgevingen.
In werkpakket 4 is de technische ondersteuning van alle activiteiten gebundeld. Onderstaande activiteiten zijn gerelateerd aan de andere SURFshare werkpakketten.
WP5: HBO-kennisdisseminatie Richtlijnen opstellen voor lange termijn opslag (en transport) van HBO-materiaal. Tevens ondersteuning bieden bij infrastructurele vragen voor HBO-kennisbank architectuur, SURFsharekit en verrijkte publicaties, ontsluiten van publicaties van lectoren, de Upload tool en procedures voor koppeling met de identifier voor publicerende onderzoekers (DAI).
WP3: open toegang, kwaliteit en impact Vaststellen van componenten en richtlijnenvoor het meten van impact, bijvoorbeeld download statistiek en citaties en hun wegingen binnen gremia. Vaststellen van richtlijnen voor (gedistribueerde) kwaliteitsbeoordelingsmechanismen, bijvoorbeeld hoe gedistribueerd review commentaar terug gehaald kan worden naar de oorspronkelijke repository.
WP6: Digitale duurzaamheid en datacuratie Richtlijnen vaststellen voor lange termijn opslag voor VP’s. Lopende projecten Reeds gestarte initiatieven die in 2010 zullen worden afgerond: • Verzamelen van (vergelijkbare) gebruikersstatistieken vanuit repositories en deze beschikbaar stellen via services. • Ontwikkelen en in productie nemen van de Persistente Identifier (PId) inclusief roadmap met business case voor een Resolver Dienst en een Registratie agentschap met internationale inbedding. • Onderhouden en beheren van een openbare wiki als centrale verzamelplaats voor toepassingsprofielen, vocabulaires en afspraken. • Documenteren van Meresco open source code en het oprichten van een open source community. • Richtlijnen vaststellen om ‘datamining’ mogelijk te maken. • Resultaten uit het internationale PEER project voor ‘self-archiving’ (volgens het SWORD-protocol) geschikt maken voor Nederlandse repositories en uitvoeren. KNAW biedt via de NARCIS portaaldiensten aan die het implementeren van de gemaakte afspraken zichtbaar en
13
Doelstelling
Activiteiten meetbaar maakt. Hierbij wordt samengewerkt met SURFnet. In 2010 zal in veel bovenstaande activiteiten nauw worden samengewerkt met KNAW.
2.2.5
WP4a Research Informatie Systeem
Doelstelling
Activiteiten
Transparante registratie en rapportage van onderzoeksresultaten met behulp van een interoperabel Current Research Information System (CRIS).
Voorbereiden van aanbesteding en ontwikkeling van een nieuw Research Informatie Systeem (CRIS), al of niet gebaseerd op het huidige Metis. Dit is erg belangrijk in combinatie met de Open Access repository infrastructuur en mede bepalend voor de architectuur van de in SURFshare op te leveren onderzoeksinfrastructuur.
Bij interoperabiliteit gaat het om repositories (metadata van de onderzoeksresultaten), interne systemen voor HRM, workflow en rapportage, de NWO-projectadministratie, NARCIS en het Europese D-NET.
Mogelijke scenario’s: • Vijfjarig traject van geleidelijke vernieuwing van Metis. • Gezamenlijke aanbesteding bij UCI (nieuwe versie van huidige software Metis). • Europese aanbesteding, gevolgd door ontwikkeling/localisatie en implementatie. De planning voor activiteiten in 2010 is afhankelijk van door VSNU, HBO-raad en UMC-federatie te maken keuzes. Het budget van SURFshare is niet bestemd voor bekostiging van de nieuwbouw, maar kan worden ingezet voor onderzoek en het begeleiden van keuzetrajecten.
2.2.6
WP5 HBO kennisinfrastructuur
Doelstelling
Activiteiten
Versterken van de kennisinfrastructuur van hogescholen door het bieden van ondersteuning bij het inrichten en uitbreiden van een stelsel van interoperabele repositories en daarop gebaseerde diensten voor ontsluiting van de inhoud.
Verstevigen van infrastructuur en stimuleren van gebruik: • Vergroten draagvlak en uitbreiding repository netwerk door voorlichting en samenwerking met relevante partijen (HBO-raad, SIA, Forum voor Praktijkgericht Onderzoek). • Realiseren van digitale duurzaamheid van de collecties van hogescholen in samenwerking met KB. • Ontwikkelen van goede voorbeelden rondom gebruik van de nieuwe diensten (social bookmarking, waarderingen, recensies). • Implementeren van Digital Author Indentification (DAI) binnen hogescholen. • Beschrijven van de wensen en eisen ten aanzien van verrijkte publicaties die voortvloeien uit de specifieke kenmerken van praktijkgericht onderzoek.
Het jaar 2010 is met name gericht op het op het ontsluiten van de collectie van de lectoraten en kenniskringen en op het verder ontwikkelen van diensten die aansluiten bij het praktijkgericht onderzoek van hogescholen.
Stimuleren collectievorming: • Ontwikkelen van instrumenten voor de implementatie van HBO Kennisbank en repositories of de SURFsharekit binnen instellingen.
14
• • •
•
Uitschrijven van een wedstrijd gericht op het vullen van repositories van hogescholen. Ontwikkelen van voorlichtings- en communicatieactiviteiten voor de diverse doelgroepen binnen de instellingen. Ondersteunen van de werkgroepen (metadata, auteursrecht, communicatie) en gebruikersgroepen (HBO Kennisbank, SURFsharekit). Ondersteunen van contactpersonen en uitbreiden en verankering community.
Professionaliseren diensten en ontwikkelen nieuwe diensten: • Ontsluiten van de collectie van kenniskringen in samenwerking met Forum voor Praktijkgericht Onderzoek. • Ondersteunen van de inrichting van een professionele beheer- en onderhoudsomgeving voor de HBO kennisbank en het beleggen van deze omgeving bij derden. • Onderzoek van de mogelijkheden voor een dienst voor kwaliteitsbeoordeling van maatschappelijke relevantie en valorisatie van praktijkgericht onderzoek. • Onderzoeken van wensen en mogelijkheden ten aanzien van onderzoeksregistratiesystemen voor hogescholen. • Ondersteunen en stimuleren van collaboratories die samenwerking tussen onderzoekers binnen kenniskringen versterken.
15
2.2.7
WP6 Digitale duurzaamheid en datacuratie
Doelstelling
Activiteiten
De preservering en blijvende toegankelijkheid van onderzoeksdata.
Activiteiten in het kader van de Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid (NCDD), waar SURFfoundation een van de tien leden is.
Dit werkpakket is ondersteunend aan de innovaties in andere werkpakketten.
Voorzitterschap van de coördinatiegroep van het Onderzoeksdata Forum.
Afstemming met activiteiten van NCDD, DANS en 3TU.
Uitbouw van het Onderzoeksdata Forum en coördinatie van de activiteiten van de drie werkgroepen van het Forum. Netwerktafel over de uitkomsten die de opdracht ‘collectioneren van data’ heeft opgeleverd; verschillende richtlijnen voor instellingen, financiers en onderzoekers om beslissingen over het bewaren en selecteren van data te ondersteunen en te vergemakkelijken. Uitgewerkte set van richtlijnen voor instellingen, financiers en onderzoekers voor selecteren en bewaren van data. Projecten rond de vraagstukken: • Eigendom van data en datasets. • Verantwoordelijkheden diverse betrokkenen; wie is waarvoor bij de instellingen verantwoordelijk bij de preservering van data; beleggen van taken binnen de organisatie, het bepalen van een strategie voor duurzame toegankelijkheid van de eigen digitale data en voortdurend bewaken van technisch, financieel en beleidsmatige keuzen. • Centrale of decentrale opslag digitale data; per instelling, clustering van data of data curation centra? • Kosten van digitale duurzaamheid en businessmodellen. • Gebruik metadata/ resolvers en preservering hiervan.
16
2.2.8
WP7 SHAREcommunity, kennisdisseminatie en communicatie
Doelstelling
Activiteiten
Groei van bewustwording onder onderzoekers, lectoren, beleidsmakers, uitgevers en anderen van het nut van vrije toegang tot de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
De in 2009 ontwikkelde communicatiemiddelen effectief inzetten om onderzoekers, lectoren en beleidsmakers te informeren over Open Access en te motiveren om beschikbare (ICT) toepassingen te gebruiken.
Kennisuitwisseling tussen alle bij SURFshare betrokken instellingen en de maatschappij. Synergie behalen door bewaken van samenhang tussen activiteiten en promotie van ontwikkelde infrastructuur en tools. Zichtbaarheid van expertise, resultaten en ontwikkelingen van SURFshare. Mede ook om draagvlak te vergroten. Aansluiting bij de speerpunten ‘Open’ en ‘Seduce to Use’ van SURF. Relatie met SURFdirect en SURFacademy.
Resultaten uit de andere werkpakketten beschikbaar maken en verspreiden om gebruik van de resultaten te promoten en te stimuleren. Voorlichtingsmiddelen ontwikkelen en inzetten, zoals websites, factsheets, (multimedia) publicaties, korte filmpjes, persberichten, presentaties, bijeenkomsten, nieuwsbrieven. Faciliteren van het delen van kennis en ervaringen, ook tussen HO en WO. Middelen die hiervoor worden ingezet zijn onder andere SURFshare community website, vergaderingen en workshops. Versterken rol intermediairs als SHARE ambassadeurs in de instellingen. Instellingen enthousiasmeren om te participeren in werkgroepen en (tender)projecten en daarover te rapporteren. Projectbegeleiding door bewaken van het communicatieproces.
17
2.2.9
Programmamanagement
Doelstelling
Activiteiten
Expliciet maken van de visie van SURFshare en het definiëren van een blauwdruk van de nieuwe kennisinfrastructuur.
Binnen het programma management worden de noodzakelijke werkpakketten en projecten geïdentificeerd en opgestart, wordt de onderlinge samenhang van de projecten gecoördineerd en worden de op te leveren resultaten van de projecten op elkaar afgestemd.
Identificeren van de toegevoegde waarde van de veranderingen voor het hoger onderzoek en onderwijs. Programma management levert de organisatie en de processen om de veranderingen door te voeren en de toegevoegde waarde te realiseren.
De toegevoegde waarden worden expliciet gemaakt en gemanaged gedurende de gehele levenscyclus van het programma. Financiën: indienen van plannen bij ministeries, nationale en internationale sponsoren. Bedrijfsvoering en personeelsbeleid binnen het platform ICT en Onderzoek. Afstemming: • SURFfoundation: directie en MT • Inhoudelijke raakvlakken: SURFnet • Open: SURFnet en SURFdiensten • SURFshare: BIK en Platformbestuur • Diverse adviesraden, stuurgroepen en besturen als NARCIS, MIXED, EuroCRIS, NCDD, Knowledge Exchange, Europese projecten en eIFL.
18
2.3 Europese projecten Samen met de instellingen in de Joint Research Unit (JRU) participeert SURF in projecten van de Europese Unie. In 2009 zijn dat DRIVER II en OVERDRIVE in KP7 en PEER in eContentplus.
Doelstelling
Activiteiten
In de internationale projecten wordt vooral aandacht besteed aan het gebruik van de infrastructuur (guidelines, workflows, kennisfora, helpdesk ondersteuning) door de onderzoeker (seduce to use).
PEER (Open Access tot postprint publicaties van een grote serie tijdschriften in samenwerking met vooraanstaande uitgevers): • Richtlijnen (Guidelines) voor uitgevers voor deponeren in repositories. • Helpdesk activiteiten. Subsidie: 73 k€ voor drie jaar (50% matching) Start: september 2009.
Lange termijn doel is (aansluiting op) een internationaal netwerk van onderzoekerplatforms waarin nieuwe toepassingen kunnen worden geïntegreerd conform afgesproken open standaarden, protocollen en formaten.
openAIRE: alle 27 Europese landen werken samen aan OA op basis van de in DRIVER ontwikkelde repository infrastructuur en de portal DNET. Subsidie: 167 k€ voor drie jaar (ongeveer 25% matching). Aandeel subcontractor DANS is 50 k€. Start: november 2009. COAR (lidmaatschap 100 €): Confederatie van Open Access Repositories, waarin naast Europese landen ook Japan en misschien India en China participeren. eINFRANet: beleidsadvies aan de Europese Commissie over ontwikkeling van de European Research Area. Subsidie: 170 k€ voor drie jaar (ongeveer 20% matching). Start: eind 2009. Betrokken bij nieuwe proposals: eSCHOLAR: elektronische werkomgeving van onderzoekers (op initiatief van de KB).
2.4 Platform Overstijgende Activiteiten Platform ICT en Onderzoek is penvoerder voor de platformoverstijgende activiteiten (POA) LOREnet (voor leermiddelen van universiteiten en hogescholen), SURFdirect (digitale rechten expertise community) en SURFinternationaal. De POA’s waar het platform Onderzoek in bijdraagt zijn SURFacademy, SURFspace en Standaarden. 2.4.1
POA / LOREnet voor leermiddelen van universiteiten en hogescholen
Doelstelling
Activiteiten
POA LOREnet Stimuleren van hergebruik van leermiddelen.
Na het op orde hebben gebracht van de techniek (2008) en het ontwikkelen van de middleware functie en opschaling (2009), ligt in 2010 de nadruk op de validatie van de businesscase en de implementatie.
Valorisatie door uitwisseling van leermiddelen tussen HO en WO en het openstellen van leermiddelen
Katalysatie van toepassing en gebruik:
19
voor de maatschappij en het bedrijfsleven. LOREnet Infrastructuur Innovatie van beheer, gebruik en hergebruik van leermiddelen over onderwijsinstellingen heen. In Platform ICT en Onderwijs zal LOREnet worden ingezet voor het Delen van Leermiddelen en promotie van Open Content.
• • •
een consulterende en monitorende rol naar startende en lopende projecten uit het veld loket voor expertise het samenbrengen en informeren van belanghebbenden
LOREnet als dienst: • het implementeren van in andere projecten bewezen functionaliteiten, deels voortvloeiend uit de katalyserende werking (relatie met HBO Kennisbank) • ter beschikking stellen van LOREnet infrastructuur, bijvoorbeeld als metadataengine voor andere portals • het faciliteren van projecten in het gebruiken van de LOREnet portal Implementatie van de dienst: • opstellen en valideren van een businesscase • implementatie en onderbrengen van de dienst buiten SURFfoundation • beslismoment voor verdere exploitatie in 2011 en verder
20
2.4.2
POA / SURFdirect
Doelstelling
Activiteiten
SURFdirect, de digitale rechten en expertise community van SURF, ondersteunt het hoger onderwijs en onderzoek bij rechtenkwesties rond het (her)gebruik van tekst, beeld en geluid. SURFdirect richt zich zowel op het HBO als op het WO en zowel op onderwijs als op onderzoek.
De activiteiten in 2010 richten zich voornamelijk op: • Doorontwikkelen en implementeren van Licentie tot publiceren, Licentie tot deponeren en Licentie tot gebruik/Creative Commons als middel om meer Open Access te bereiken tot Open Content. • De informatie en producten die door SURFdirect zijn ontwikkeld in de afgelopen jaren goed communiceren en onder de aandacht (blijven) brengen van de doelgroepen, via berichten, flyers, websites, multimedia publicaties. • Onderhoud van de rubrieken veelgestelde vragen en praktische tools op de auteursrechten website. • Actief inzetten van SURFspace voor de interactie met het veld en voor voorlichting en bewustwording. • Versterken en stimuleren van het Netwerk Auteursrechten Informatiepunten en werkgroep auteursrechten en hbo. Inschakelen van dit netwerk voor het geven van internationale en lokale presentaties. • Tweedelijnshulp voor vragen over digitale rechten. • Workshops en themagerichte bijeenkomsten over digitale rechten.
Concrete doelen: Aandragen van juridische handvatten en tools om onderwijs- en onderzoekscontent publiekelijk beschikbaar te maken via het internet. Samenwerken met en relevante informatie bieden aan: • Eindgebruikers (docenten, studenten, onderzoekers); • Intermediairs (mediathecarissen, Auteursrecht Informatiepunten, bibliothecarissen, ICT&O, Special Interest Groups (SIG’s), afdelingen juridische zaken); • Beleidsmakers (advies, beleidsontwikkeling, onderzoek). SURFdirect profileren als expertgroep op het gebied van digitale rechten.
2.4.3 Fobid De FOBID Juridische Commissie (FJC) is een van de vaste commissies van FOBID, Netherlands Library Forum, dé koepelorganisatie van bibliotheken in Nederland. De FJC houdt zich bezig met de juridische aspecten die van belang zijn voor bibliotheken, informatie- en documentatiecentra De FJC heeft twee belangrijke opdrachten: • informatie uitwisselen over ontwikkelingen met betrekking tot het auteursrecht met de aangesloten leden, dat wil zeggen: de ‘koepelorganisaties’ die samen FOBID vormen, stichting SURF en OCLC-PICA • de belangen van de leden behartigen door de ontwikkelingen te volgen en daarop op gepaste wijze te reageren. Platform ICT en Onderzoek verleent ondersteuning aan FOBID en ontvangt daar een (niet helemaal dekkende) vergoeding voor.
21
2.4.4
POA / SURFinternationaal
Doelstelling
Activiteiten
Effectieve samenwerking in Europees en breder verband.
Partnership management (inclusief lidmaatschappen) • Subscription fees: CNI, ECAR, Educause, ALTC, EUNIS • Collaboration fee: Neth-ER (effectuering heroriëntatie op basis van review 2009) • Facilities & PR: symposia, presence/vergaderservices
Onderlinge afstemming over internationale initiatieven van SURFfoundation, SURFnet en SURFdiensten.
Knowledge Exchange management en werkgroepen: • Partner representative • Steering Group • Activity participation (Research Data, OA, VRE, PI, LitDA) • Membership fee • Facilities & PR: workshops/community experts • Facilities & PR: vergaderservices • Community management / coördinatie activiteiten JISC partnership management: • Meetings: mutual conference visits/CETIS Board/SMT, Staff Exchanges • Facilities & PR: vergaderservices Buitenlandse delegaties, conferentiebezoek en manifestatie: • Meetings: ontvangsten en bezoek, reiskosten • Acte de presence op conferenties (bijvoorbeeld OEB) • Facilities & PR: vergaderservices EU Diversen, internationale publicaties, community, coördinatie en strategisch advies: • Meetings: coördinatie, Brussel bezoek / EU op bezoek • Facilities & PR: vergaderservices, vertaalkosten
22
2.5 Begroting In onderstaande begroting is uitgegaan van 2 miljoen Euro PRIMA-subsidie plus OCWbijdrage. Van de 800.000 Euro vaste bijdrage wordt ongeveer de helft ingezet als matching voor PRIMA subsidie en de helft voor platformoverstijgende activiteiten en matching Europese projecten. Inkomsten: • 1,5 miljoen • 0,5 miljoen • 0,8 miljoen • 0,1 miljoen • 0,1 miljoen • 0,4 miljoen • 0,4 miljoen
PRIMA subsidie (nog aan te vragen) per jaar PRIMA-matchingbijdrage van OCW voor 2008-2011 samenwerkingsbijdrage (deels PRIMA-matching) Europese projecten (twee proposals zijn in onderhandeling) van Knowledge Exchange (community manager en studies). interne POA-bijdragen plus Fo Fobid Juridische Commissie restbedrag voor Onderhanden werk vanuit 2007
Totaal: 3,8 miljoen Euro Uitgaven: • 1,7 miljoen personeel en bureau voor SURFshare, POA, KE en Europese projecten • 0,6 miljoen bijdrage aan POA activiteiten van SURFfoundation • 1,3 miljoen SURFshare activiteiten, gematched met minstens 0,6 miljoen per jaar door de instellingen die participeren in tenders, projecten en werkgroepen. • 0,2 miljoen activiteiten in Europese projecten, grotendeels uitgevoerd door instellingen. Totaal: 3,8 miljoen Euro Opmerkingen: • De grote bijdrage aan POA’s SURFdirect en SURFinternationaal komen uit de PRIMAsubsidie. • Studies voor Knowledge Exchange (97.000 Euro) zijn nog in onderhandeling. • Relatief grote post materiële kosten bij WP4 Infrastructuur en Architectuur vanwege OHW, beschreven onder lopende projecten bij WP4. Het budget voor de Platformoverstijgende Activiteit SURFinternationaal is in verhouding erg hoog. Dit komt omdat er ook inkomsten tegenoverstaan, namelijk vergoeding voor de communitimanager die SURFshare en Knowledge Exchange delen en een project van Knowledge Exchange van 97.000 Euro. Dit project zal drie studies inclusief business case en roadmap over de inrichting van een organisatie voor uitgifte en ‘resolven’ van een Persistant Identifier voor permanente opslag en toegankelijkheid van wetenschappelijke resultaten.
23
ICT en Onderzoek: Exploitatierekening
Projectkosten
Projectinkomsten
B edragen (X € 1 .000,-)
dire cte koste n
burea u
inte rne ve rrekening
Subtotaa l koste n
subsi die s
inkomsten derde n
mutati e OHW
sa menw. bijdra ge
1
2
3
4
5 =(2+3+4 )
6
7
8
9
Share Verrijkte publicaties (wp1) Collaboraties & Digitale Werkbank (wp2) Toegang, Kwaliteit en Impact (wp3) Architectuur / infrastructuur (wp4) CRIS (wp4a) HBO-Kennisdissimatie (wp5) Datacuratie en digitale duurzaamheid(wp6) ShareCommunity, inclusief rOAdmap (wp7) Programmamanagement / Platform Algemeen (wp9) Inhuur WTR en CP Inzet SURF-office en Facilitaire dienst Subtotaal Share Europa Peer openAIRE eInfraNET Fobid Juridische Commissie Platform Algemeen Subtotaal platformprojecten Platformoverstijgende POA Direct POA Internationalisering POA LOREnet POA bijdrage aan SURF Academy POA bijdrage aan SURF DLWO POA bijdrage aan SURF space POA bijdrage aan Standaarden POA bijdrage aan Identity Managm./informatiebeveiliging Subtotaal POA Subtotaal Platform
160 160 159 240 84 188 150 180 120 1.441
28 65 70
80 79 95 155 64 102 53 180 285 1.093
-
240 239 254 395 148 290 203 360 405 2.534 38 75 81
10 10 11
35
43
1.639
1.167
40 255 110
68 338 28
402305025 15 25 15 15
68 363 88 25 15 25 15 15
405
434
225-
614
2.044
1.601
225-
3.420
2.000
2.000
2.806
-
310
-
133
78 -
310
35 2.133
35 15 87
310
800 800
40
-
102
40
2.133
137
350
800
Resultaat ultimo 2010 Platformreserve ultimo 2009 Platformreserve ultimo 2010
24
3
Platform ICT en Onderwijs 3.1 Inleiding
Het Platform ICT en Onderwijs wil systematisch vernieuwingen in het onderwijs stimuleren door innovatie en kennisontwikkeling op gang te brengen, en de resultaten daarvan te verspreiden. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord. Samenwerking vormt een wezenlijk onderdeel van innovatie, en biedt universiteiten en hogescholen mogelijkheden om van elkaars inzichten en ervaringen te leren en elkaar te inspireren. 2010 is het afsluitende jaar van het Meerjarenplan 2007-2010. De hoofdactiviteiten van het Platform ICT en Onderwijs staan in 2010 daarom vooral in het teken van het afronden van eerder ingezette activiteiten en evaluatie. In dit afsluitende jaar worden de onderwijsvernieuwingsprojecten afgerond. In 2010 wordt sterk ingezet op disseminatie en evaluatie van de resultaten van een programma dat in 1998 startte. Ook voor het Nationaal Actieplan e-Learning heeft evaluatie van het programma de grootste prioriteit, ter oriëntering op de koers die na de afronding van het programma in 2011 gekozen moet worden. Voor LOREnet, de repository voor leermiddelen voor het hoger onderwijs geldt dat het daadwerkelijk gebruik zich in 2010 moet gaan bewijzen. In 2008 is gestart met activiteiten rondom de Digitale Leer- en Werkomgeving. In 2010 krijgt de Digitale Leer- en werkomgeving programmatisch verder vorm. Het programma ‘Studiekeuzegesprekken: wat werkt?’ levert eerste resultaten op en wordt uitgebreid met een groot aantal nieuwe projecten. Binnen de SURFacademy, het professionaliseringsprogramma van Stichting SURF, wordt in 2010 samen met de platformen Onderzoek en Organisatie, SURFnet en instellingen voor hoger onderwijs, een hoogwaardig programma aangeboden. Ten slotte blijft het Platform ICT en Onderwijs zich inspannen voor afstemming en integratie van initiatieven met SURFdiensten, Studiekeuze123 en Studielink. Dit gebeurt met behulp van SURFspace, de SURFacademy, en andere SURF-brede programma’s.
3.2 Onderwijsvernieuwing 3.2.1 Nationaal Actieplan e-Learning Het Nationaal Actieplan e-Learning, een initiatief van het ministerie van OCW, HBO-raad en VSNU, richt zich op vergroten van de participatie in het hoger onderwijs. Het programma heeft een budget van M€ 12 voor een periode van drie jaar. Onder regie van SURFfoundation kunnen de instellingen in samenwerkingsverbanden investeren in initiatieven die voortbouwen op eerder behaalde resultaten. In 2007 en 2008 zijn twee tenders uitgeschreven. In totaal ontvingen 17 projecten subsidie. Projecten uit deze tenders ronden hun activiteiten in 2010 en 2011 af. Doelstelling Het Nationaal Actieplan e-Learning levert, door het financieren van projecten, een bijdrage aan het verhogen van de participatie in het Nederlands Hoger Onderwijs.
Activiteiten / resultaten In samenwerking met de Commissie Projectbewaking ondersteunt het programmamanagement de succesvolle afronding van de zeventien gesubsidieerde projecten, die gericht zijn op het verhogen van de participatie in het hoger onderwijs. In 2010 wordt daarnaast een tender uitgeschreven voor projecten waarin het onderzoek naar de impact van ICT-interventies centraal staat. Resultaat: • Succesvolle begeleiding van de afronding van de activiteiten van negen projecten uit de tender 2007
25
• •
Het Nationaal Actieplan e-Learning geeft inzicht in de impact van de afzonderlijke projecten, en het programma als geheel.
Succesvolle begeleiding van de uitvoering van acht projecten uit de tender 2008 Uitschrijven van een tender in 2010, gericht op de impact van ICT-projecten.
Alle projecten leveren als onderdeel van hun eindrapportages de resultaten van een effectmeting op. Dit biedt inzicht in de resultaten van de projecten. Alle projectleiders worden ondersteund in het uitvoeren van de effectmeting. De activiteiten dragen bij aan kennisontwikkeling rond het aannemelijk maken van de effecten van ICTprojecten in het hoger onderwijs. Resultaat: • workshops over het aannemelijk maken van de impact van projectresultaten • Publicatie over de ervaringen rond het aannemelijk maken van de impact van projectresultaten en het programma.
De impact van het Nationaal Actieplan e-learning is groter dan de impact van de afzonderlijke projecten.
De 17 afzonderlijke projecten richten zich op verschillende aspecten van het thema “verhogen van de participatie in het hoger onderwijs”. Het programmamanagement zorgt voor dwarsverbanden tussen te projecten, door onderlinge kennisuitwisseling te faciliteren, en samenwerking te stimuleren. In 2010 wordt een symposium georganiseerd waarin de opbrengsten van projecten centraal staan. Resultaat: • Projectleiders kennen elkaar door gezamenlijke activiteiten zoals studiereizen, trainingen en workshops • Alle projectleiders kennen de inhoud van in elk geval voor hun relevante andere projecten binnen het programma, en onderhouden contact met collega projectleiders • Waar mogelijk werken projectleiders van verschillende projecten samen, om verdubbelingen te voorkomen, en meerwaarde te creëren. • Een symposium rond het Nationaal Actieplan e-Learning geeft een indruk van de impact van het programma rond het thema “verhogen van participatie in het hoger onderwijs”.
De resultaten van het Nationaal Actieplan e-Learning zijn breed bekend en beschikbaar voor het hele hoger onderwijs.
De projecten van het Nationaal Actieplan eLearning hebben hun eigen verantwoordelijkheid voor de disseminatie van projectresultaten, en worden daarin, waar nodig, ondersteund door het programmamanagement. Het programmamanagement organiseert in samenwerking met het programmamanagement van de
26
onderwijsvernieuwingsprojecten in 2010 een symposium om de resultaten van het programma onder de aandacht van de stakeholders, zoals OCW, VSNU, HBO-raad en (bestuurders van) instellingen voor hoger onderwijs te brengen. In 2010 verschijnt een tweede publicatie over het programma. De resultaten van het programma worden duurzaam landelijke ontsloten via een repository van SURF. Resultaat: • Symposium voor stakeholders • Publicatie • Resultaten van projecten zijn beschikbaar via een repository Het Nationaal Actieplan e-Learning zorgt voor een professionaliseringsslag ten aanzien van projectmanagement van ICT-projecten in het hoger onderwijs.
Het programmamanagement van het Nationaal Actieplan e-Learning faciliteert verschillende professionaliseringsactiviteiten voor projectleiders. Resultaat: • Alle projectleiders nemen deel aan de speciaal voor SURFfoundation ontwikkelde training projectmanagement • Projectleiders nemen deel aan voor hun relevante professionaliseringsactiviteiten binnen de SURFacademy
3.2.2 Onderwijsvernieuwing Sinds 1998 investeert SURFfoundation in (relatief) kleinschalige onderwijsvernieuwingsprojecten. In 2006 ontvingen instellingen voor de laatste keer subsidie voor onderwijsvernieuwingsprojecten. De projecten worden begin 2010 afgerond. In dit ‘oogstjaar’ staat disseminatie van de resultaten van de ruim zeventig gesubsidieerde resultaten centraal, en wordt een kritische evaluatie van het Onderwijsvernieuwingsprogramma uitgevoerd, waarbij gebruik gemaakt wordt van externe (internationale) auditing. Doelstelling Afronding De lopende projecten binnen het onderwijsvernieuwingsprogramma worden in 2010 inhoudelijk en financieel afgerond.
Activiteiten / resultaten Het programmamanagement begeleidt de lopende onderwijsvernieuwingsprojecten in het afrondende traject. Afronding vindt plaats op basis van adviezen van de Commissie Projectbewaking. Resultaat: • In 2010 zijn alle lopende onderwijsvernieuwingsprojecten inhoudelijk en financieel afgerond.
Disseminatie projecten De projectresultaten van de afzonderlijke projecten worden in het veld en daarbuiten breed zichtbaar gemaakt.
De afgeronde projecten worden uitgenodigd zichzelf te presenteren als Praktijkvoorbeeld op de website SURFspace. Het programmamanagement ondersteunt projecten waar mogelijk bij het presenteren van projectresultaten buiten de kring van projectdeelnemers, o.a. door ruimte te bieden
27
in het programma van de SURFacademy. Resultaat: • Praktijkvoorbeelden van de twintig meest recente Onderwijsvernieuwingsprojecten op SURFspace • Vijf Onderwijsvernieuwingsprojecten hebben een inhoudelijke bijdrage geleverd in het programma van de SURFacademy. Ontsluiting projectresultaten Projectresultaten worden duurzaam landelijk ontsloten in een repository van SURF.
Het programmamanagement levert een bijdrage aan de SURF-brede inrichting van een repository voor projectresultaten. De afgeronde projecten worden uitgenodigd hun projectresultaten hierin op te slaan. De beschikbaarheid van de repository wordt breed bekend gemaakt. Resultaat: • In 2010 is een repository beschikbaar voor projectresultaten. • Alle afgeronde projecten zijn uitgenodigd hun resultaten te ontsluiten. • Instellingen voor hoger onderwijs weten waar en hoe zij materiaal uit de repository kunnen vinden.
Publicatie programmaresultaten De resultaten van het Onderwijsvernieuwingsprogramma als geheel worden inzichtelijk gemaakt in een publicatie.
Aan de hand van themaclusters (zoals: Video, Toetsen etc.) wordt in een toegankelijke publicatie in kaart gebracht wat SURF in ruim tien jaar onderwijsvernieuwing heeft bereikt. De individuele projecten worden genoemd en kort beschreven. Daarnaast wordt gestreefd naar conclusies en weergave van resultaten op programmaniveau. Resultaat: • Publicatie tien jaar onderwijsvernieuwing
Externe (internationale) review De resultaten van het Onderwijsprogramma worden onderworpen aan een externe review.
Aan de hand van de gegevens over de programmaresultaten, wordt aan experts van buitenlandse zusterinstellingen een oordeel gevraagd over het bereikte eindresultaat. Resultaat: • Verslag van internationale en nationale review onderwijsvernieuwingsprogramma
Disseminatie op programmaniveau Een ronde tafel dient als terugblik op het Onderwijsvernieuwings programma.
Om de vraag “hoe nu verder” te bespreken, beoogt SURF in 2010 de organisatie van een rondetafelgesprek. Hiervoor wordt een genodigdenlijst opgesteld, bestaande uit o.a. OCW, HBO-raad en VSNU en leden van het platformbestuur ICT&Onderwijs. Mogelijk is het wenselijk ook journalisten en bloggers uit te nodigen als toehoorders van het gesprek. Resultaat:
28
• •
Ronde tafel gesprek Brochure met highlights uit de publicatie
3.3 Digitale Leer- en Werkomgeving Naar aanleiding van de studie naar toekomstscenario’s voor de digitale leer- en werkomgeving die het Platform ICT & Onderwijs en het Platform ICT & Organisatie in 2008 en 2009 hebben uitgevoerd, hebben instellingen voor hoger onderwijs de ambitie uitgesproken rond dit thema samen op te trekken. In 2010 zal het Platform ICT en Onderwijs, samen met het Platform ICT en Organisatie het programma ‘Leren zonder grenzen, Samen in verbinding’ lanceren, en starten met de eerste activiteiten. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met SURFnet, Kennisnet en andere samenwerkingsverbanden, zoals de Special Interest Groep ‘De nieuwe leer- en werkomgeving’ en het Sharepoint-consortium (samenwerkingsverband van INHolland, Fontys, Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam), In het programma werken instellingen voor hoger onderwijs samen onder de regie van SURFfoundation om met behulp van ICT een bijdrage te leveren aan het altijd en overal toegankelijk maken van diensten, kennis en -gegevens voor studenten, docenten en hoger onderwijsinstellingen. Het meerjarige programma beoogt een bijdrage te leveren aan een helder toekomstbeeld van de digitale leer- en werkomgeving. Een toekomstbeeld helpt instellingen een strategie te ontwikkelen om voor zowel studenten als docenten een variëteit van diensten beschikbaar te stellen, die tegemoet komen aan hun vragen en behoeften om flexibel en via verschillende devices en applicaties en tussen instellingen toegang te krijgen tot informatie, begeleiding, leermaterialen, toetsen (en resultaten), portfolio, communicatie etc.
Doelstelling Samenwerken Samenbrengen van bestaande ontwikkelingen en afstemmen de verschillende stakeholders rondom het DLWO-programma.
Matching vraag en aanbod De vraag van studenten en docenten voor DLWO-diensten matchen met het aanbod van hoger onderwijsinstellingen.
Activiteiten / resultaten In 2010 wordt een omgevingsanalyse uitgevoerd op basis van input van samenwerkingspartners en verschillende stakeholders rondom het DLWO-programma, zoals informatiemanagers van hoger onderwijsinstellingen, functioneel en technisch beheerders van DLWO’s bij instellingen, leden van gebruikersgroepen, DWLO- leveranciers etc. Deze omgevingsanalyse verheldert de vragen die de stakeholders hebben binnen DLWOprogramma beantwoordt willen zien. Op basis van deze vragen kunnen de DLWOjaarplannen voor de volgende jaren worden opgesteld. Resultaat: • Analyse die resulteert in de beschrijving van Good Practices • Prijsvraag waaraan instellingen kunnen mee doen om bouwkundige- en of virtuele voorzieningen aan te melden die de innovatie voor de DLWO van een instelling faciliteren In 2010 wordt op basis van de eerdere inventarisatie een klein aantal experimenten gestart rond gewenste DLWO-diensten die het onderwijs(leer)proces van studenten, docenten, instellingen ondersteunen. Daarbij
29
kan het gaan om het opschalen van diensten die door SURFnet worden aangeboden. De experimenten worden uitgevoerd in zogenaamde ‘Living labs’.
Pilotstudy gericht op studenten met een functiebeperking Bereikbaar maken van de Digitale leeren werkomgevingen voor studenten met dyslexie.
Resultaten: Op basis van door studenten en docenten gewenste DLWO-diensten starten van een beperkt aantal projecten in zogenaamde ‘living labs’ In 2010 wordt in samenwerking met de stichting Handicap + Studie een pilotstudy uitgevoerd om te komen tot een verbinding tussen de dyslexiesoftware en de DLWO. Binnen deze pilotstudy wordt eerst een analyse gemaakt van de voorwaarden die nodig zijn om te komen tot een verbinding tussen de dyslexiesoftware en de DLWO’s, waarna vervolgens gekeken wordt of een daadwerkelijke verbinding ook geïmplementeerd kan worden. Hiertoe worden een aantal ‘proof-of-concepts’ ontwikkeld. Resultaten: • Rapportage pilotstudy naar verbinding dyslexiesoftware en DLWO • Twee proof of concepts
Kennisdeling De resultaten die bereikt worden met het programma ‘Leren zonder grenzen: Samen in verbinding’ worden gedeeld en verspreid naar de instellingen voor hoger onderwijs.
In 2010 worden binnen de SURFacademy workshops georganiseerd. Good practices van instellingen rond het thema DLWO inzichtelijk maken voor betrokkenen in het HO door beschrijvingen en het organiseren van verschillende bijeenkomsten in samenwerking met hoger onderwijsinstellingen. De bestaande Special Interest Group Sharepoint opschalen tot een groep waarin de nieuwe leer- en werkomgeving centraal staat. Binnen deze SIG worden eerste stappen gezet, om ervoor zorg te dragen de DLWOexpertise binnen het Nederlandse hoger onderwijs bij elkaar wordt gebracht. (Nu zijn de SIG-leden vooral Sharepoint gebruikers, de ledengroep dient uitgebreid te worden met de expertises van Blackoard, Moodle, Sakai etc.). Resultaten • 1 a 2 bijeenkomsten binnen SURFacademy over DLWO • Viertal DLWO-bijeenkomsten bij Hoger Onderwijsinstellingen waar best-practices worden getoond en besproken • Facilitering van de SIG-DLWO • Organisatie van workshops bij nationale en internationale bijeenkomsten
30
3.4 Delen van Leermiddelen De afgelopen jaren heeft SURF op een aantal manieren een bijdrage geleverd aan het toegankelijk maken en zonder belemmeringen (her)gebruiken van digitale content in het onderwijs en onderzoek. In de voorwaardelijke sfeer noemen we auteursrechten, authenticatie en identificatie (federaties), standaardisatie (afspraken OAI-LOM) en het beschikbaar komen van een technische infrastructuur DARE, LOREnet en de HBO Kennisbank. Afstemming met soortgelijke ontwikkelingen in Nederland en internationaal vindt plaats. Nationaal met Kennisnet (Edurep), Groen onderwijs en SURFnet. In de loop van 2009 is LOREnet aangesloten op de internationaal beschikbare infrastructuur via Ariadne (Leuven) en bereikt zo ook het wereldwijde aanbod op Globe. Ook zijn er zijn veel nieuwe initiatieven waarin LOREnet voor het Nederlandse Hoger Onderwijs een belangrijk platform is, zoals het project Wikiwijs dat primair gericht is op het primair en secundair onderwijs, maar ook van belang voor aansluiting met het HO en de PABO’s. Ook noemen we het internationale Online Educational Resources initiatief (OER) waarin vanuit NL de OU en TU Delft participeren. Voor LOREnet, de repository voor leermiddelen voor het hoger onderwijs, geldt dat in 2010 het daadwerkelijk gebruik zich moet gaan bewijzen. De inzet op innovatie van beheer, gebruik en hergebruik van leermiddelen over onderwijsinstellingsgrenzen heen. wordt gecontinueerd. Een van de belangrijke onderwerpen uit het SURF Meerjarenplan 2007-2010. De beoogde toegevoegde waarde zit vooral in de diensten die, gebruik makend van het LOREnet netwerk, aan het onderwijs kunnen worden aangeboden. Het portal www.lorenet.nl is gestart. Gebruik open content Innovatie van beheer, gebruik en hergebruik van content over onderwijsinstellingen heen
Verkenning Maken van een programma waarin het daadwerkelijk gebruik van open content gefaciliteerd wordt en wordt geïmplementeerd in de onderwijspraktijk Dit plan gebaseerd op al dat gene wat reeds is ontwikkeld, besteed aandacht aan het beheer, de toegang en de afspraken (standaarden). Beschrijft de samenwerking en het stimuleren van het daadwerkelijk gebruik. Aansluiten bij pilotprojecten binnen de instellingen (LUW,drie TU, OU) om het daadwerkelijk gebruik te stimuleren Resultaat: Voorstel voor een SURFbreed ondersteund programma dat een basis biedt voor uitvoering van het onderdeel open content in het nieuwe meerjarenplan van SURF.
LOREnet Succesvolle onderwijs- en leermiddelen zijn vrij toegankelijk voor alle hoger onderwijsinstellingen en worden ook daadwerkelijk gebruikt.
Regelen van het beheer LOREnet bevindt zich op een cruciaal moment van ontwikkeling en zal zich in 2010 als infrastructurele dienst moeten bewijzen om bestaande content betrouwbaar te ontsluiten voor hergebruik. Dit vergt naast de eerdere technische inspanningen een heldere marketingstrategie en inzet. In samenwerking met het platform ICT en Onderzoek wordt implementatie als zelfstandige service voorbereid. Nagegaan wordt of de exploitatie van LOREnet kan worden uitbesteed. Ook wordt nagegaan in welke mate kosten reductie te bereiken is door de gezamenlijke kerninfrastructuur (waaronder LOREnet, EDUrep en Groenkennisnet) als basis te bieden. Een stap
31
vooruit in de efficiëntie en effectiviteit van investeringen voor ontwikkeling, onderhoud, beheer en gebruik van een NL Kennis infrastructuur. Resultaat: • Uitbesteden van het technisch beheer van LOREnet. • Afstemmen van het beheer van LOREnet met EDUrep en Groenkennisnet Beschikbaarheid Intensiveren van de landelijke samenwerking in het vrij toegankelijk maken en gebruiken van content.
Vergroten van potentieel Eigendom van de inhoud blijft bij de instellingen. De afspraken om via LOREnet tot uitwisseling en gebruik te komen wordt herijkt en SURFbreed vastgesteld zodanig dat aansluiting nationaal (EDUREP) en internationaal (Ariadne) ook daadwerkelijk drempel verlagend werkt en het grote aanbod toegankelijk is. Initiatieven ontplooien om het daadwerkelijk gebruik van het groeiende aanbod te stimuleren Resultaten: • Initiëren en versterken van de landelijke samenwerking met Kennisnet en groenkennisnet • Aanvullen catalogus van LOREnet • Opschalen van de internationale afstemming met Ariadne, Globe en het door JISC ontworpen Jorum • Vergroten van het daadwerkelijk gebruik. faciliteren van en ondersteunen van lopende initiatieven (OER, Wikiwijs ed.)
32
3.5 Studiekeuzegesprekken Op verzoek van het ministerie van OCW voert het Platform ICT en Onderwijs het programma ‘Studiekeuzegesprekken: wat werkt?’ uit. SURF heeft hierin een faciliterende rol. De uitvoering van het programma vindt rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van de directeur SURF plaats. Ter versterking van een gemotiveerde en passende studiekeuze door studenten, wil de minister van OCW studiekeuzegesprekken tussen de aankomende student en de onderwijsinstelling stimuleren. De minister heeft SURF verzocht een programma op te zetten dat de universiteiten en hogescholen gelegenheid biedt hiermee te experimenteren. Om te onderzoeken op welke manier studiekeuzegesprekken georganiseerd zou kunnen worden, welke aanpak onder welke omstandigheden effectief is en welke knelpunten kunnen ontstaan, worden in dit programma good practices verzameld. Eind 2008 is een eerste tenderronde uitgeschreven. Daaruit zijn elf projecten geselecteerd, die per 1 maart 2009 zijn gestart. Inmiddels heeft het ministerie de opdracht verlengd en aanvullende middelen voor een tweede ronde beschikbaar gesteld ter hoogte van € 1.450.000. De selectieprocedure vindt eind 2009 plaats, zodat per 1 maart 2010 maximaal negentien nieuwe projecten van start kunnen gaan. Doelstelling
Activiteiten / resultaten
Begeleiden projecttenders De lopende projecten binnen de eerste tenderronde Studiekeuzegesprekken worden zodanig begeleid dat de gestelde projectdoelen kunnen worden bereikt.
In maart 2010 ronden de eerste elf projecten hun werkzaamheden af. SURF bewaakt de voortgang van de projecten en de kwaliteit van de eindresultaten, grotendeels in samenwerking met de Commissie Projectbewaking. Per 1 maart 2010 start een tweede ronde projecten. SURF begeleidt de opstart daarvan en bewaakt de kwaliteit van de projectplannen. Om de vergelijkbaarheid van de projectresultaten te waarborgen, ondersteunt SURF de projectleiders bij het opstellen van een gemeenschappelijk onderzoeksmodel en een gemeenschappelijk evaluatiemodel. SURF organiseert voor de projectleiders een begeleidingstraject waarin zij workshops op maat krijgen aangeboden, bijvoorbeeld over effectmeting en het opstellen van praktijkbeschrijvingen. Resultaat: • Elf projecten zijn succesvol afgerond. • Max 19 nieuwe projecten zijn geselecteerd en opgestart. • Onderzoeks- en evaluatiemodellen zijn verder doorontwikkeld en gedragen door projectleiders.
33
Faciliteren cross-case analyse SURF ondersteunt de opdrachtgever (OCW) bij het formuleren van beleidsaanbevelingen voor intakegesprekken.
SURF voert het secretariaat van een begeleidingscommissie, bestaande uit HBOraad, VSNU en OCW, die belast is met de strategische sturing van het programma. Om gemeenschappelijke conclusies te kunnen verbinden aan de resultaten van de individuele projecten, wordt beoogd door externe deskundige een cross-case analyse te laten opstellen. SURF faciliteert dit. SURF ondersteunt de opdrachtgever waar nodig bij het verzamelen van specifieke informatie uit de uitgevoerde projecten die het mogelijk maken beleidsaanbevelingen te formuleren. Resultaat: • Drie vergaderingen van de begeleidingscommissie hebben plaatsgevonden. • Een extern opgestelde cross-case analyse op basis van de eerste elf projecten is gepubliceerd.
Ontsluiten programmaresultaten SURF levert een bijdrage aan de zichtbaarheid van de programmaresultaten in het Nederlandse hoger onderwijs.
Ter afsluiting van de eerste tenderronde organiseert SURF in het voorjaar van 2010 in aanwezigheid van de minister van Onderwijs een symposium over Studiekeuzegesprekken. Hier worden de inzichten uit het programma breed gepresenteerd en besproken. Ook draagt SURF zorg voor het schriftelijk en online publiceren van de ontwikkelde good practices, zoals de reeds ontwikkelde film over studiekeuzegesprekken. Resultaat: • Afsluitend symposium heeft plaatsgevonden. • Een publicatie over de resultaten van de eerste projectentender is verschenen. • De film over studiekeuzegesprekken is breed verspreid.
Ondersteunen community SURF faciliteert de intensieve kennisuitwisseling tussen de projectuitvoerders en naar de nietdeelnemende instellingen toe.
Om het ontstaan van samenwerking binnen het programma te bevorderen, stelt SURF een online werkomgeving, een mailinglist en andere faciliteiten beschikbaar en begeleidt de projectleiders actief bij het gebruik daarvan. OCW heeft middelen beschikbaar gesteld voor een nieuw aan te stellen community manager. Deze neemt coördinerende taken op zich bij het leggen van contacten met instellingen van buiten het project. In het kader van de SURFacademy wordt een Masterclass “Vormgeven van Studiekeuzegesprekken” aangeboden. De projectleiders en community manager worden hierbij betrokken.
34
Resultaat: • De online werkomgeving is operationeel en wordt door de projecten gebruikt. • Er is een community manager geworven die met zijn werk is gestart. • Masterclass Studiekeuzegesprekken heeft plaatsgevonden.
3.6 SURFacademy Samen met SURFnet startte het Platform ICT&Onderwijs in 2008 een professionaliseringsprogramma voor het hoger onderwijs, onder de noemer SURFacademy. In 2009 werd de SURFacademy een SURFbreed programma, in nauwe samenwerking met SURFnet, en is een gezamenlijk programma, gezamenlijke website en gezamenlijk logo opgesteld. In 2010 wordt de SURFacademy nog sterker doorontwikkeld als gemeenschappelijk SURF label voor professionaliseringsactiviteiten op het gebied van ICT in Onderwijs & Onderzoek. Het aanbod bevat schools, workshops, masterclasses en seminars op gebieden waar expertise binnen de SURFfamilie of binnen de SURFprojecten aanwezig is. Vorm School Masterclass Workshop Expertiseseminar
Tijdsinvestering middel/lang middel/lang kort kort
Gericht op Vaardigheden Kennis Vaardigheden Kennis
niveau inhoudelijke experts beleidsmedewerkers beginners/inhoudelijke experts alle deelnemersgroepen.
In 2010 biedt SURFfoundation alle vier activiteiten aan. Het Platform Onderwijs is penvoerder van het programma. Doelstelling Uitvoering professionaliseringsprogramma De SURFacademy biedt de universiteiten en hogescholen in 2010 landelijke trainingsactiviteiten aan voor uitwisseling van kennis, producten en projectresultaten.
Activiteiten / resultaten Het Platform ICT en Onderwijs stelt in nauw overleg met de SURF-interne partners en met de contactpersonen bij de instellingen het programma voor 2010 op en coördineert de uitvoering daarvan. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de projecten en diensten van SURF. “Excellentie” is een sleutelbegrip in de programmakeuze bij Masterclasses: voor de doelgroep van beleidsmedewerkers ICT&Onderwijs wordt hier een speciaal toegesneden aanbod ontwikkeld. In het programma wordt speciale aandacht gegeven aan een duidelijke doelgroepomschrijving, zodat elke deelnemer de juiste verwachting heeft bij de gekozen bijeenkomst. Resultaat: • Een programma van ca. 15 bijeenkomsten (workshops, schools, masterclasses en expertiseseminars) • Evaluaties van de bijeenkomsten door de deelnemers
Communicatie De SURFacademy wordt breder bij de doelgroep onder de aandacht
Het communicatieplan dat in 2009 is opgesteld, wordt geconcretiseerd en uitgevoerd. De website
35
gebracht.
van de SURFacademy op www.surf.nl/surfacademy wordt doorontwikkeld naar een forum waar de deelnemers ook na afloop van bijeenkomsten relevant materiaal kunnen vinden. De programmaflyer verschijnt tweemaal per jaar, om meer actualiteit te kunnen bieden. In de corporate nieuwsbrief wordt een vaste rubriek met nieuws over de SURFacademy ingericht. Resultaat: • Een vernieuwde website van de SURFacademy • Een vaste plaats in de corporate nieuwsbrief voor het programma van de SURFacademy • Tweemaal per jaar een actueel gedrukt programma
Evaluatie Het aanbod van de SURFacademy van 2008 tot 2010 wordt geëvalueerd en het perspectief en de doorontwikkeling van de SURFacademy wordt bepaald.
Eind 2010 wordt de SURFacademy na ruim drie jaar geëvalueerd om de toekomstige positie en status te bepalen. De evaluatie moet leiden tot een SURF-breed gedragen concept voor de positie van de SURFacademy in het komende meerjarenplan. Resultaat: • Evaluatierapport SURFacademy 2008 – 2010 • Plan van aanpak SURFacademy 2011 - 2012
3.7 Netwerken Het kernwoord van alle activiteiten van SURFfoundation en het Platform ICT en Onderwijs in het bijzonder is samenwerking. Binnen het Platform staan daarom het laten ontstaan en onderhouden van menselijke netwerken centraal. Hierdoor kan kennisdeling sneller en gemakkelijker plaatsvinden. Door een intensieve betrokkenheid bij verschillende netwerken, zoals bijvoorbeeld de Special Interest Groups en de community rond SURFspace, kan het Platform ICT en Onderwijs nieuwe relevante ontwikkelingen snel signaleren en daar tijdig op inspelen. Met SURFspace heeft SURF, in intensieve samenwerking met het onderwijsveld, een zeer succesvolle portal voor en vooral door het hoger onderwijs gerealiseerd. “De Onderwijsdagen” worden vanaf 2009 samen met Kennisnet en alle SURF-onderdelen georganiseerd. Dit maakt het uitwisselen van informatie en het versterken van menselijke netwerken door de hele onderwijskolom mogelijk. Samen met de Stichting handicap en Studie werkt het Platform ICT en Onderwijs aan het bevorderen van de inzet van ICT die gericht is op het faciliteren van het leren van mensen met beperking in het hoger onderwijs. Doelstelling
Activiteiten / resultaten
De Onderwijsdagen Dé Onderwijsdagen, georganiseerd door SURF en Kennisnet, biedt een breed en relevant palet van onderwijsvernieuwingen door en voor de hele onderwijskolom, en is dé ontmoetingsplaats voor onderwijsvernieuwers uit de hele onderwijskolom.
Thema’s als doorgaande leerwegen, toetsen, studiekeuze, mobiliteit, innovaties en internationalisering zijn van belang voor de hele onderwijsketen en vragen om samenwerking en afstemming tussen de verschillende onderwijsniveaus. Daarom is in 2009 gekozen voor een congres dat is gericht op de hele onderwijskolom. Afhankelijk van de evaluatie van deze samenwerking, worden De Onderwijsdagen in 2010 opnieuw SURFbreed en in samenwerking met Kennisnet voor het hele onderwijsveld georganiseerd.
36
Resultaat: • De Onderwijsdagen 2010 zijn toegankelijk en relevant voor de hele onderwijskolom; • De inhoud van het congres sluit aan bij de behoefte en interesse uit het veld. Special Interest Groups Door het faciliteren van Special Interest Groups stimuleert het Platform ICT en Onderwijs de kennisontwikkeling en kennisdeling rond actuele thema’s.
Door SURF erkende SIG’s kunnen gebruik maken van voorzieningen van SURF, vergaderfaciliteiten, mogelijkheden tot communicatie met het netwerk van SURF en advisering. Met het erkennen van de SIG krijgt de groep een positieve uitstraling. De SIG’s zijn: • Webstroom (Video) • NL Portfolio • Serious gaming/virtuele werelden • Digitale leeromgeving/ architectuur • SURFdirect (Auteursrechten) • SIGMA (Wiskundeaansluiting Speerpunten van de SIG’s zijn: • vorming van communities van experts; • bevorderen van samenwerking tussen hoger onderwijsinstellingen in projecten; • samenwerken bij het indienen van grotere projecten en dissemineren van de resultaten. Resultaat: • De bestaande SIG’s ontvangen benodigde faciliteiten • Nieuwe SIG’s kunnen worden opgericht, bijvoorbeeld rond het thema studeren met een functiebeperking
SURFspace SURFspace is dé plek voor ICT&Onderwijs professionals waar zij relevante informatie vinden over eLearning aan de hand van vaste thema’s.
SURFspace is een interactieve portal met een upload functie. ICT&Onderwijsprofessionals kunnen hierdoor relevante informatie delen en vinden. SURFspace is in 2008 van start gegaan en heeft snel een plaats veroverd. SURFspace wordt verder ontwikkeld tot een SURF brede ‘dienst’ van, voor en door het hoger onderwijs. Het Platform ICT en Onderwijs is penvoerder van SURFspace. In 2010 wordt extra aandacht besteed aan de verdere verdieping en uitbreiding van de thema’s. Alle projectleiders van SURFprojecten worden uitgenodigd Praktijkvoorbeelden te publiceren op SURFspace. Waar mogelijk worden ook de resultaten van niet door SURFfoundation geïnitieerde projecten bij deze disseminatieactiviteiten betrokken. Resultaat: • Verdieping van bestaande thema’s in samenwerking met de thematrekkers en de redactie Publicatie van Prakijkvoorbeelden van SURFprojecten die vanaf 2009 hun activiteiten afronden
3.8 Samenwerkingsrelaties en SURF-brede initiatieven
37
Vernieuwing van het onderwijsproces, onder andere als gevolg van ICT, stelt eisen aan de manier waarop de bedrijfsvoering rondom het onderwijs en onderzoek wordt vormgegeven. Ook (internationale) samenwerking binnen de hele onderwijskolom is van groot belang. Het Platform ICT en Onderwijs onderhoudt daarom intensieve samenwerkingsrelaties met verschillende partijen, binnen en buiten de SURF-familie.
Doelstelling Door samenwerkingsrelaties met de SURFfoundation Platforms, SURFnet en SURFdiensten worden de activiteiten van het Platform ICT en Onderwijs versterkt.
Activiteiten / resultaten Resultaten: • Onder regie van het Platform ICT en Onderwijs samenwerking met de Platforms en programma’s binnen SURFfoundation, SURFnet en SURFdiensten binnen de SURFacademy • Samenwerking met SURFnet rond het thema Streaming Media (Special Interest Group Webstroom) • Samenwerking met Platform ICT en Organisatie rond Identity management, architectuur en open source verkenning, onder andere in de Special Interest Group DLWO. • Samenwerking met SURFnet en SURFdiensten binnen de Special Interest Group DiRect. • Samenwerking met Kennisnet ICT op school bij organisatie van Onderwijsdagen, Nationaal Actieplan e-Learning, effectmeting, etc. • Samenwerking met SURFnet en Kennisnet ICT op school op het gebied van gaming en portfolio. • Samenwerking met NUFFIC bij de ondersteuning van de Nederlandse instellingen bij hun internationaliseringactiviteiten. • Samenwerking met de UKB door afstemming over Institutionele Repositories en door adviesrol van de UKB in het Platformbestuur.
Internationale samenwerking
SURFfoundation wil het HO-veld ondersteunen bij internationale samenwerking. Hiertoe dient onder andere het lidmaatschap van Neth-er en de multilaterale samenwerkingsverbanden met partnerinstellingen (JISC, Knowledge Exchange). Het Penvoerderschap voor Internationale Samenwerking is belegd bij het Platform Onderzoek.
Uitwisselen van kennis en valideren van nationale initiatieven.
Platform Onderwijs heeft belang bij de aanwezigheid van een sterk internationaal netwerk: • om in voorkomende gevallen de eigen projecten en kennis te kunnen benchmarken met ontwikkelingen elders. (Voorbeeld: de geplande internationale review van het Onderwijsvernieuwingsprogramma) • in een ondersteunende rol bij de studiereizen die Onderwijs voor het veld organiseert. Resultaat: • Samenwerkingsrelaties en lidmaatschappen zijn in stand gehouden. • Internationale contacten worden ingezet bij benchmarking van de activiteiten van het Platform Onderwijs en ter ondersteuning van studiereizen.
38
39
3.9 Begroting Uitgangspunt is een sluitende begroting. De inkomsten voor 2010 bestaan uit de samenwerkingsbijdrage, de bijdrage van SURFnet voor de onderwijsdagen, een bijdrage van de Stichting Handicap+Studie, subsidie Studiekeuzegesprekken, subsidie Nationaal Actieplan e-Learning, een bijdrage uit het innovatiefonds voor het DLWO programma en bijdragen van SURFnet voor de SURFacademy. Met de andere platformen is afgestemd welke bijdragen gereserveerd zijn voor de Platform-overstijgende activiteiten. Voor de afronding van het OVP programma worden de resterende middelen uit dit programma ingezet. De projecten, Studiekeuzegesprekken, Onderwijsvernieuwingsprojecten en Nationaal Actieplan e-learning zijn kostendekkend begroot. De bijdrage van projectmiddelen aan de SURFprojectorganisatie bedraagt maximaal 15%. Uit de samenwerkingsbijdrage van €k800 worden Netwerkactiviteiten, Algemeen platformmanagement en een bijdrage aan de Platformoverstijgende activiteiten begroot. Binnen het Algemeen Platformmanagement is nog vacatureruimte voor 0.45 fte gereserveerd bestemd voor mogelijke extra inzet van personeel in de loop van 2010.
In de laatste kolom staan de in de begroting voor 2009 opgenomen bedragen geordend volgens de begroting van 2010. De belangrijkste afwijkingen betreffen: • Er zijn meer materiële kosten begroot voor het faciliteren van de SIGs; • De Studiekeuzegesprekken bevatten nu ook tranche 2 • Ten Competence wordt beëindigd per 31-12 2009; • Bij Nap II is de tender uitgezet. Door herschikking van het KEN uit 2009 is er meer ruimte en zijn er meer kosten voor het algemeen Platformmanagement. De stijging bij de POA’s komt voor rekening van het DLWO programma.
ICT en Onderwijs: Exploitatierekening
Projectkosten
Projectinkomsten
Bedragen (X € 1 .000,-)
kosten derden
doorber. bureau
interne verrekening
Subtotaal kosten
subsidies
inkomsten derden
mutatie OHW
samenw. bijdrage
1
2
3
4
5=(2+3+4)
6
7
8
9
Moederprojecten Netwerken Studiekeuzegesprekken OVP-monitoring NAP II Platform Algemeen Subtotaal platformprojecten Platformoverstijgende POA bijdrage aan Direct POA bijdrage aan Internationalisering POA bijdrage aan Standaardisatie POA bijdrage aan LOREnet POA SURFspace POA SURF Academy POA DLWO Subtotaal POA Totaal Platform
108 1.207 135 1.345 39 2.834
144 160 90 335 274 1.003
-
85 125 81 291
154 189
15 60 15 50 5050150110-
3.125
1.192
110-
35
252 1.367 225 1.680 313 3.837
90
162 1.367 225 1.680
-
90
15 60 15 50 70 75 85 370
-
45
4.207
-
135
3.272
313 475
-
15 60 15 50 75 25 85 325
3.272
800
45
Resultaat ultimo 2010 Platformreserve ultimo 2009 Platformreserve ultimo 2010
40
4
Platform ICT en Organisatie 4.1 Inleiding en hoofdlijnen
Dit jaarplan beschrijft de activiteiten van het platform ICT en Organisatie voor 2010. Het platform ICT en Organisatie richt zich op de bedrijfsvoering van hogescholen en universiteiten, waaronder de ondersteunende processen voor onderwijs en onderzoek, maar ook overkoepelende vraagstukken als beveiliging en strategisch informatiebeleid. Het gaat daarbij steeds om de vraag hoe samenwerking bij innovatie, ontwikkeling en implementatie van ICT behulpzaam kunnen zijn. Uitdagende opgave voor het platform is om niet de techniek, maar de procesinrichting en de organisatie centraal te stellen, terwijl toch de ICT de bestaansreden voor het platform vormt. In de afgelopen paar jaar heeft de nadruk gelegen op de vraag hoe wij tot ontwikkeling van onze gemeenschappelijke informatie-infrastructuur kunnen komen. Voor 2010 wordt die focus op zichzelf niet losgelaten, maar wordt gezocht naar een meer concrete en aansprekende benadering voor het domein van ICT en Organisatie. De hoofdlijnen voor het Jaarplan 2010 zijn: 4.1.1 Onderwijslogistiek De logistieke organisatie van het onderwijsproces is een groeiende uitdaging voor hogescholen en universiteiten. Onderwijslogistiek is de verzamelnaam voor een scala aan processen, systemen en informatiestromen die het mogelijk maken dat het onderwijs daadwerkelijk kan worden uitgevoerd en gemanaged.1 Een steeds gevarieerder klantengroep vraagt om onderwijs in een steeds grotere diversiteit naar inhoud, vorm en plaats. Daarbij moet meer invulling worden gegeven aan vraagsturing, maar tegelijkertijd scherp worden gelet op kwaliteitsbewaking. Onderwijslogistiek heeft niet alleen te maken met processen die direct met het onderwijs zijn geassocieerd, zoals planning, roostering en toetsing, maar ook met administratieve en bestuurlijke processen en thema’s die voorwaarde scheppend zijn voor het onderwijs, bijvoorbeeld inschrijving en klantbeheer. Omdat onderwijslogistiek een actueel en doorsnijdend thema is voor vrijwel alle instellingen, zal in de diverse aandachtsgebieden en activiteiten van het platform waar relevant hierop de focus worden gericht. In het bijzonder geldt dat bij de activiteiten rondom architectuur, standaarden en implementatie. Met de architecten-groep zal de uitwisseling van architectuurkennis en –ontwerpen en bij de ontwikkeling van gemeenschappelijke elementen voor een referentie-architectuur bij voorkeur worden gekozen voor thema’s die verband houden met onderwijslogistiek. Hetzelfde geldt bij de ontwikkeling van standaarden waar zo mogelijk prioriteit zal worden gegeven aan toepassingen die met dit thema verband houden. Ook het in 2009 gestarte experiment met de ondersteuning van een groep instellingen bij de opzet van een gebruikersgroep rondom het roosterpakket Syllabus past binnen deze focus. Het platform zal de samenwerking met het Onderwijsplatform bij het programma ‘Digitale Leer en Werkomgeving’ (DLWO) voortzetten. De in 2009 afgeronde scenario-studie leidt tot diverse vervolgactiviteiten, waarbij de betrokkenheid van het platform ICT en Organisatie primair de aspecten van onderwijslogistiek betreft. 4.1.2 Beveiliging en Identitymanagement Van de drie SURF-brede thema’s2 is Security belegd bij Organisatie. Het platform geeft hieraan samen met SURFnet vorm door diverse activiteiten, gebundeld in het zogenoemde BIS! programma. Belangrijke speerpunten zijn de ondersteuning van het SURF-IBO (het Informatie Beveiligers Overleg) waarin gewerkt wordt aan delen en verbreden van kennis en best practices en het gezamenlijk ontwikkelen van leidraden voor de instellingen. Met behulp hiervan krijgen instellingen handvatten voor het afdoende implementeren van beleidseisen op het gebied van informatie beveiliging en privacy-bescherming. 1 2
J. de Boer, ”Onderwijs en logistiek; een gedwongen huwelijk”, presentatie van KPMG. Security, Open en Seduce to use
41
Daarnaast wordt samen met SURFnet een proef gedaan met het opzetten van een zogeheten SURF-audit, waarin een aantal scans op het terrein van informatiebeveiliging worden samengevoegd. Doelstelling is om zicht te krijgen op waar we staan met de ontwikkeling van diverse facetten van informatiebeveiliging, zowel voor de individuele instelling die meedoet als voor de SURFcommunity als geheel. Derde speerpunt is dat volgend jaar de ontwikkeling van kennis en implementatieondersteuning van het zogeheten Role Based Acces zal worden voortgezet. Op verzoek van het Platformbestuur heeft het CIO-beraad een werkgroep gevormd die de activiteiten in dit domein helpt besturen. De besturing zelf vindt samen met SURFnet plaats in het zogenoemde BIS!-programma. 4.1.3 Implementatie Steeds vaker wordt de behoefte geuit aan een zekere rust op het terrein van ontwikkeling en innovatie van ICT-toepassingen om te kunnen werken aan een optimalisatie van het gebruik van de ontwikkelde middelen. Er is behoefte aan aandacht voor de innovatie van de organisatie en de besturing. Om aan deze wens te kunnen voldoen zal onderzoek worden opgezet gericht op inzicht in de do’s en dont’s van implementatie en op de ontwikkeling van implementatieondersteuning. Hierbij zal aansluiting worden gezocht bij actuele implementatietrajecten. Zodoende kunnen zij bijdragen aan community-vorming rond een bepaald thema en een platform bieden voor de uitwisseling van best practices en lessons learned m.b.t. de governance van implementatietrajecten. Om implementatie beter te ondersteunen zal worden geëxperimenteerd met een ‘implementatie-toets’. Analoog aan de ‘uitvoeringstoets’ die uitvoeringsorganisaties van de overheid uitvoeren indien zij worden geconfronteerd met nieuwe beleidsvoornemens, zal een pilot worden gedaan om een ‘ICT-implementatietoets’ te ontwikkelen, die de organisatie stimuleert en ondersteunt bij degelijke voorbereiding op de implementatie van een nieuwe ICT-toepassing. Wat is daarvoor nodig? En zijn die randvoorwaarden ingevuld. Dan wel wat is er nodig om die randvoorwaarden in te vullen? 4.1.4 Werkwijze Het platform zoekt bij de activiteiten nauwere aansluiting bij de instellingen. Dit doet het door de concrete behoeftes van de instellingen als uitgangspunt te nemen en er vervolgens voor te zorgen dat de activiteiten worden gedragen en zo mogelijk ook uitgevoerd door de instellingen. Daartoe zal in 2010 worden geëxperimenteerd door nadrukkelijker nauwe samenwerking te zoeken met een aantal instellingen. De hiervoor genoemde ontwikkeling van een implementatietoets en experimenten op het terrein van onderwijslogistiek lenen zich daar bij uitstek voor. Met een aantal instellingen (HAN en WUR) is al contact gelegd om in 2010 tot bedoelde nauwere samenwerking te komen. Ook zal nader worden verkend of en hoe (opzet en) ondersteuning van gebruikersgroepen rondom bepaalde systemen kan bijdragen aan effectiviteit en attractiviteit van de platformactiviteiten. Daarnaast is het platform verheugd over de vorming van het CIO-beraad en wil het bestuur de dialoog met dit beraad voortzetten en intensiveren om de activiteiten van het platform beter aan te laten sluiten bij de concrete noden en behoeften van instellingen enerzijds en anderzijds de resultaten van deze activiteiten beter te benutten binnen de instellingen.
4.2 Activiteiten Het jaarplan van het platform ICT en Organisatie heeft een vaste structuur. In deze structuur worden de verschillende activiteiten op hoofdlijnen beschreven (Wat) met een verantwoording (Waarom) van de gekozen activiteiten. Vervolgens wordt de hoofdlijn in verder detail uitgewerkt (Hoe) en worden de beoogde resultaten benoemd. Wat
Hoe
Waarom Resultaten
42
Bij de beschrijving van de uitwerkingen wordt eveneens aangegeven hoe het project getypeerd kan worden. Deze typeringen komen tot stand op basis van twee assen: de as met betrekking tot werkgebied (instellingsgericht vs instellingsoverstijgend) en de as met het niveau waarop het project impact heeft (strategisch vs. operationeel).
4.2.1
Architectuur
Wat: Verder ontwikkelen van architectuur en het stimuleren van architectuurdenken in het onderwijs. Waarom: • Verbeteren van informatiebeleid • Identificeren van mogelijkheden tot samenwerking • Professionaliseren van de informatiehuishouding • Afstemmen van IT op de behoefte van de organisaties Beoogde resultaten: • Een actieve community op het thema van architectuur • Ingerichte vraagbaakfunctie op het gebied van architectuur • Verwezenlijken van een Masterclass architectuur met oplevering van gezamenlijk gedragen principes • Identificatie van een tweetal gemeenschappelijke architectuur bouwblokken op terrein van onderwijslogistiek en een aanzet geven tot (verdere) ontwikkeling daarvan 4.2.2
Hoe: 1) Opzetten kerngroep architectuur voor aansluiting bij het werkveld (3) 2) Kennis op gebied van architectuur ontwikkelen en bundelen (3) 3) Ontwikkelen en aanbieden architectuursessies (2) 4) Propageren van Archimate (en wellicht TOGAF) (4) 5) Deelname architectuurcommissie 3TU (3) 6) Deelname aan The Open Group (4) 7) Samenwerken met het FSD programma van JISC op het gebied van architectuur (4) 8) Werken aan het beschrijven van gezamenlijke elementen referentie architectuur. (1)
Standaarden
Hoe: Wat: Maken, uitdragen en beheren van afspraken 1) Visie ontwikkeling op het gebied van het beheer van standaarden en binnen het HO en afstemmen met profielen (4) initiatieven van andere partijen binnen 2) Meedenken over en meewerken aan binnen het (internationale) onderwijsveld de toepassing standaarden (3) Waarom: a) Participeren in 3TU-project om • Vergroten betrouwbaarheid en gemak van ontwikkeling van standaarden te interoperabiliteit van gegevens en ondersteunen en te verbreden processen b) Ontwikkelen beheerorganisatie • Efficiënter gebruik van informatie HODEX (Opleidingsaanbod) en • Creëren van solide basis voor innovatieve Harmonisatie Hodex – SK123 – projecten NUFFIC
43
Beoogde resultaten: • Inventaris standaarden/profielen (gebruik en behoefte) • Aansluiting bij/invloed op internationale standaarden en standaardisering organisaties, uitmondend in hanteerbare internationale standaard voor uitwisseling student- en onderwijsgegevens • Strategieën voor beheer standaarden • Tijdelijk beheer van Hodex • Actieve deelname Forum Standaardisatie • Actieve deelname Nederland Open in Verbinding (NOiV). • Toepassingsprofiel voor toetsing en assesement • Seminar over standaarden op het gebied van vakinformatie (XCRI) en digitaal toetsen (QTI) • Overkoepelend metadata profiel
4.2.3
DLWO
Wat: Ontwikkeling DLWO programma ondersteunen Waarom: • Flexibilisering van het onderwijsproces ondersteunen • Verbetering van aansluiting onderwijs op de processen en ervaringen van studenten • Toegang tot onderwijs en onderzoek vergemakkelijken o voor mensen met een functie beperking o voor een grotere doelgroep (ook afgestudeerden) Beoogde resultaten: • Uitgewerkt programmaplan voor DLWO • Geïdentificeerde aanknopingspunten tussen de DLWO en administratieve systemen als SIS ter optimalisering van het onderwijslogistieke proces. 4.2.4
3) Identificeren relevante standaarden en inventariseren implementaties (bijv. IMS-LIP/SL en ELD) (4) 4) Ondersteuning ontwikkelen toepassingsprofiel voor XCRI CAP (Onderwijsaanbod) (3) 5) Verkennende participatie in RS3Ggroep, een Europese groep voor ontwikkelen standaard uitwisselen student- en onderwijsgegevens bij Europese mobiliteit (samen met Studielink) (4). 6) Ondersteuning ontwikkelen toepassingsprofiel voor QTI vs. 2.1 (toetsing en assesment) (3) 7) Technology/trendwatching (4) a) Volgen ELM (Studieresultaten) b) Volgen MLO (Onderwijsaanbod) 8) Beinvloeden van standaarden (4) a) Deelname CEN (ELM/MLO) b) Deelname IMS c) Deelname NEN d) Forum standaardisatie 9) Onderzoek doen naar criteria voor een standaard op het gebied van onderwijsaanbod (met lectoraat ICTO Windesheim)- mogelijk vervolgtraject (4) 10) Harmonisatie Content Zoek Profiel en LORElom (4)
Hoe: 1) Omgevingsanalyse doen samen met het platform onderwijs (4) 2) Actief bijdragen aan de ontwikkeling van een programma op het thema DLWO 3) Identificeren van best practices en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van DLWO (4) 4) Regionale samenwerking stimuleren (locale samenwerkingsverbanden identificeren en daar waar mogelijk als livinglab situatie inzetten) (1)/(2)/(3) 5) Vergemakkelijken van de integratie tussen DLWO en achterliggende informatie systemen
Informatie beveiliging en Identitymanagement
Hoe: Wat: Gemeenschappelijke ontwikkeling van beleid 1) Ondersteunen en professionaliseren Informatie Beveiligers Overleg (SURFen tools en het ondersteunen van individuele IBO)(4) instellingen bij verhogen van balans 2) Pilot & SURF Audit beveiliging en gebruiksgemak, alsmede bij (Beveiligingsmaturity scan) (2) waarborgen van privacy. Dit onderdeel wordt
44
samen met SURFnet vormgegeven in het zogeheten BIS!-programma) Waarom: • Verbeteren beveiling informatie en persoonsgegevens • Verhogen bewustzijn t.a.v. waarde van informatie en persoonsgegevens • Professionaliseren beveiligingsprocessen • Nader verkennen van noodzaak van en draagvlak voor (verhogen) formele toegangseisen voor toetreding tot SURFnetwerken als de SURFfederatie, SURFnet, Studielink, etc. • Vergroten mogelijkheden om overal op een veilige manier toegang te verschaffen tot gegevens (mobiliteit personen en gegevens) Beoogde resultaten: • Een actieve community rondom het thema Informatie Beveiliging • Door-ontwikkeling van SURF Audit en uitgevoerd bij 10 instellingen • ontwikkelen en aanbieden Starterskit Informatiebeveiliging • ontwikkelen leidraad informatiebeveiligingsbeleid. • Inventaris generieke rollen HO voor Rolgebaseerde toegang 4.2.5
Implementatie
Wat: Vergroten en delen van kennis op het terrein van duurzaam succesvol implementeren van ICT-toepassingen in omgeving van onderwijs en onderzoek Waarom: • Uitwisseling van kennis en ervaringen op het gebied van implementeren van projecten en project resultaten tussen instellingen mogelijk maken Beoogde resultaten: • Experiment met opzet van een ‘Implementatie-toets’ • Uitwisseling van best practices tussen instellingen • Overzicht van geplande implementatietrajecten
4.2.6
3) Uitbouw structurele coördinatie/faciliteiten om instellingen te stimuleren BIS! activiteiten te ondernemen. (2) 4) Research en development op gebied van rolgebaseerde toegang (4) 5) Onderzoek Digitale Identiteit en Burger Servicenummer(3)/(4) 6) Directe ondersteuning kleine instellingen via Starterskit Informatiebeveiliging (3) 7) Implementatie ondersteuning / ontmoeten experts (IBO) (4) 8) Ontwikkelen model informatiebeveiligingsbeleid (4)
Hoe: 1) Inventarisatie systemen & activiteiten a) van huidge implementatie trajecten (wie is waar mee bezig) (2) b) huidige systemen binnen instellingen (wie heeft wat in huis) (2) 2) Inventarisatie wensen a) informatiseringbehoefte (waar wil je iets van horen) (1)/(2) 3) Experimenteren met opzet van een ‘Implementatietoets’ naar analogie van ‘uitvoeringstoets’. 4) Organiseren ronde-tafel-conferenties 5) Experimenteren met opzetten, ondersteunen van gebruikersgroepen gericht op uitwisseling van kennis (best practices en lessons learned).
Shared services
Hoe: Wat: 1) Inventarisatie wensen shared services Ontwikkelen van gemeenschappelijke (en identificeren quick wins) samen informatiediensten (Shared services) en met CIO-beraad (4) innovatieve modellen voor delen van 2) Mogelijk onderzoek naar shared middelen (shared resources) services inzake internatationale Waarom: studenten (samenwerking met • Delen van schaarse resources Studielink, Nuffic, SK123) • Behalen van schaalvoordeel • Efficienter met eigen middelen om gaan • Nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk maken,
45
om gezamenlijk van te kunnen profiteren Beoogd resultaat: • Inventaris op gebied van Shared Services • Inventaris op gebied van Shared Resources 4.2.7
Kennisdisseminatie activiteiten
Wat: Stimuleren van uitwisselen en gemeenschappelijk vergaren van kennis Waarom: • Het centraal aanbieden van kennis maakt het mogelijk om efficient kennis op te bouwen over overkoepelende, complexe en zeldzame informatieprocessen. Beoogde resultaten: • Goed functionerende landelijke gebruikersgroep Syllabus+ • SISLink conferentie • 3 onderdelen SURFacademy • Programma ‘DLWO van de toekomst’
4.2.8
Hoe: 1) Ondersteuning landelijke gebruikersgroep Syllabus+ (Roosterpakket) (3) a) Inventarisatie koppelvlakken omliggende systeen (OSIRIS, Planon, ect.) (2) 2) SIS activiteiten(3) a) community of practice b) ondersteunen samenwerkingsverbanden in het SIS domein (SaNS) c) Organisatie SISLink 3) SURFAcademy: a) Digitaal toetsen (3) b) Architectuur (3) c) Expertise-seminar implementeren CRM
Governance en professionalisering organisatie structuren
Wat: • kennis ontwikkelen rondom ‘good governance’ van ICT in het hoger onderwijs; • verkennen van noodzaak en vorm van nauwere samenwerking over de onderwijssectoren heen; • de governance van de activiteiten van het platform organiseren Waarom: • Vergroten draagvlak en daadkracht door verbeteren aansluiting platformactiviteiten met de behoefte van de instellingen • Professionaliseren governance van ICT • Samen met andere onderwijssectoren zorgdragen voor overkoepelend informatiebeleid en ondersteunen van leven lang lerende burger/leerling/student Beoogde resultaten: • Eén of meer bestuurlijke ronde tafel gesprekken over governance van ICT; • Goede afstemming over en samenwerking met diverse overleggremia over activiteiten in het domein van ICT en Organisatie; • Goed functionerend CIO-beraad dat bijdraagt aan intensivering betrokkenheid instellingen bij platformactiviteiten en aansluiting van activiteiten bij strategische noden van de instellingen; • Zicht op nut, noodzaak en praktische
Hoe: 1) Actief ondersteunen van en overleggen met het CIO-beraad (4) 2) Actief participeren in het overleg met de sectorraden in het Onderwijs, Kennisnet en OCW over betere samenwerking tussen de onderwijssectoren inzake ICT (4) 3) Ontwikkelen en aanbieden van maturity metingen & benchhmark ICT-governance (2) 4) Ronde tafel gesprek organiseren over governance-vraagstukken 5) Contact onderhouden met KAAIWO, COMIT, CvDUR en secretarieel ondersteunen van KAAIWO en COMIT (4)
46
vormgeving van nauwere samenwerking tussen de verschillende onderwijssectoren
47
4.3 Begroting ICT en Organisatie: Exploitatierekening
Projectkosten
Projectinkomsten
B edragen (X € 1 .000,-)
koste n de rden
doorber. burea u
inte rne ve rrekening
Subtotaa l koste n
subsi die s
inkomst en derde n
mutati e OHW
sa menw. bijdra ge
1
2
3
4
5 =(2+3+4 )
6
7
8
9
Projecten Infrastructuur/standaarden (POA) Architectuur DLWO (POA) SISLink-conferentie Implementatie Shared services Desseminatie Identity management/Informatiebeveiliging (POA) Governance incl. ondersteuning ICT-gremia Subtotaal:
100 25 75 10 10 45 25 120 75 485
Platform Algemeen Platform Algemeen Studiereis & Congressen POA bijdrage aan DiRECT POA bijdrage aan Internationalisering POA bijdrage aan SURFspace Subtotaal:
100
Totaal Platform
585
50 50
67 34 49 34 33 34 17 64 332
30-
1545-
225
137 59 75 59 44 78 59 122 139 772
-
-
-
-
225
25 120 25 170
275 50 25 120 25 495
800
-
-
-
800
557
125
1.267
-
-
-
800
Resultaat ultimo 2010 Platformreserve ultimo 2009 Platformreserve ultimo 2010
48
5
E-Services 5.1 Inleiding
Iedere vier jaar ontwikkelt SURFdiensten (in aansluiting op het Meerjarenplan van SURF) een programma waarin de plannen zijn opgenomen met betrekking tot de innovatie van de dienstverlening. Gedurende de huidige planperiode voert SURFdiensten het innovatieprogramma E-services 2007 – 2010 uit. Het programma zorgt ervoor dat instellingen en hun eindgebruikers optimaal gebruik kunnen maken van de licenties die SURFdiensten namens en voor hen afsluit. eServices richt zich specifiek op de innovatie van drie onderdelen van de dienstverlening, te weten: 1. de innovatie van het distributie proces 2. de implementatie ven nieuwe licentiemodellen 3. het versnellen van het factureringsproces.
5.2 Activiteiten Het eerste deel (het project Electronische Software Distributie - ESD) is inmiddels afgerond. Dit betekent dat instellingen vanaf begin 2008 gebruik kunnen maken van de ESD infrastructuur om software eenvoudig en sneller te verkrijgen. Voor het 2e onderdeel van E-services plan, de nieuwe licentiemodellen, is in 2009 de detailontwerpfase uitgevoerd. In deze fase zijn de volgende activiteiten uitgevoerd • de nieuwe werkprocessen uitgewerkt; • het nieuwe applicatie ‘landschap’ voor de ondersteuning van de processen uitgewerkt; • een prototype van de Digitale Licentie Calculator (DLC) is gerealiseerd. De DLC is met een 8-tal instellingen besproken. Tijdens deze gesprekken is vastgesteld of de instellingen het gebruik van de DLC wenselijk achten om kosten van flexibele licentieovereenkomsten vast te stellen. Vervolgens zijn met een aantal aanbieders de reacties van de instellingen besproken. Tijdens de gesprekken met deze aanbieders is gestart met het flexibiliseren van de contractvoorwaarden. De voorbereidingen voor de implementatie fase zijn eind 2009 afgerond. In het implementatieplan wordt beschreven hoe in 2010 de processen & applicaties bij SURFdiensten worden geïmplementeerd. Tevens zal het prototype van de DLC worden omgevormd naar een werkende applicatie. De DLC wordt een nieuwe elektronische dienst van SURFdiensten, die zal worden geïntegreerd binnen het SURFdiensten.nl platform. Door de komst van de DLC zal het SURFdiensten.nl platform grondig moeten worden herzien om verschillende selfservice modules voor instellingen beschikbaar te stellen. Na afloop van de implementatie fase kunnen de nieuwe licentiemodellen worden geleverd aan instellingen, zijn de processen ingericht om deze nieuwe licentiemodellen te kunnen verwerken en zijn de applicaties operationeel om de processen te ondersteunen. Het derde onderdeel van het E-services plan heeft betrekking op de versnelling van het factureringsproces. Dit onderdeel van het plan zal in 2010 worden uitgevoerd. Eind 2009 heeft de planvorming plaatsgevonden en is vastgesteld hoe de relatie met het project van de nieuwe licentiemodellen is. De nieuwe processen en applicaties voor het leveren van de nieuwe licentiemodellen wordt door het project licentiemodellen geïmplementeerd. Het is de verwachting dat de implementatie van het project digitale facturering parallel gaat worden uitgevoerd met de implementatie van het project nieuwe licentiemodellen. Dit betekent dat eind 2010 digitale facturen kunnen worden aangeboden aan instellingen die hiervoor klaar zijn.
49
6
SURFworks
Het SURFworks Jaarplan 2010 is de uitwerking van het SURFworks Meerjarenplan 20072010 voor het jaar 2010 en de bijstelling daarop. SURFworks richt zich op innovatie van middleware, beveiliging en toepassingen van SURFnet. Daarbij is innovatie gedefinieerd als de succesvolle exploitatie van nieuwe ideeën. Dat betekent dat SURFworks op een niet vrijblijvende wijze onderzoek doet naar nieuwe technische en organisatorische mogelijkheden, waarbij de life cycle van eerste idee tot succesvolle introductie wordt afgedekt. In de planperiode 2007-2010 staan binnen SURFworks drie thema’s centraal, deze centrale thema’s blijven overeind, maar zijn wel aangescherpt voor 2010: Vereenvoudiging van samenwerking over instellingsgrenzen Binnen dit thema wordt een open samenwerkingsplatform ontwikkeld waarmee gebruikers eenvoudig samen kunnen werken over instellings- en landsgrenzen heen. Met SURFgroepen heeft SURFnet een belangrijke impuls gegeven aan instellingsoverstijgende nationale en internationale samenwerking. Er is gestart met een verticaal geïntegreerd systeem dat alle functionaliteit vanuit een bijna monolithisch systeem aanbiedt. Inmiddels zijn er voldoende alternatieven in de markt en bij de instellingen zelf beschikbaar. Dat brengt een nieuwe uitdaging hoe al die systemen zo met elkaar samen te laten werken dat gebruikers over instellings- en landsgrenzen heen kunnen samenwerken. Dit leidt in 2010 tot een ambitieuze set van projecten samengevat onder de noemer: Collaboration Infrastructure. Het tweede deel binnen dit thema is het ondersteunen van de samenwerking tussen instellingen door een vertrouwensinfrastructuur te creëren in de vorm van de SURFfederatie. Dit thema wordt in 2010 binnen GigaPort3 opgepakt en vormt daarom geen onderdeel van SURFworks in 2010. Verhoging van beveiligingsniveau Nieuwe technologieën brengen nieuwe bedreigingen en met de nog altijd toenemende afhankelijkheid van ICT kunnen deze bedreigingen grote impact krijgen. Beveiliging wordt in 2010 vormgegeven via technologieverkenningen en in kennis- en expertisedeling in de programmalijn Stimulering gebruik & support. Ontwikkeling van praktische Service Oriented Architecture Het onderwerp Service Oriented Architecture heeft zich gedurende de meerjarenplanperiode ontwikkeld tot een metathema waaraan veel van de concrete ontwikkelingen binnen SURFworks schatplichtig zijn. In SURFworks 2010 is de ontwikkeling van deze Service Oriented Architecture het meest zichtbaar in de Collaboration Infrastructure projecten en in de stimulering gebruik thema’s Online Applicaties en Unified Communications. De activiteiten binnen SURFworks zijn georganiseerd in zes programmalijnen: Marktverkenning De programmalijn Marktverkenning omvat in 2010 de projecten marktonderzoek en marktverkenningen Collaboration Infrastructure. Doelstelling van het marktonderzoek is om de klanttevredenheid van de instellingen te meten en onderzoek te doen naar de gebruikerswensen voor de diensten SURFcert en SURFmedia. Daarnaast zal voor de nieuw op te zetten Collaboration Infrastructure op twee momenten in 2010 via een marktonderzoek afstemming plaats over de ontwikkelde functionaliteit..
50
Technologieverkenning In 2010 zullen op het gebied van Collaboration Infrastructure en op het gebied van beveiliging technologieverkenningen worden uitgevoerd. Voor de Collaboration Infrastructure gaat het om functionaliteiten zoals federatieve widgets en mashups. Op het gebied van beveiliging worden onderwerpen vanuit de instellingen, SURFcert en de technische product managers van de SURFnet diensten geïdentificeerd. Proof of Concept In 2010 zullen op het gebied van Collaboration Infrastructure een aantal Proof of Concepts worden uitgevoerd. De Proof of Concepts worden bepaald op basis van de technologie- en marktverkenningen. Er wordt uitgegaan van tenminste twee Proof of Concepts, die beiden starten met de uitwerking van een bijbehorende use-case. Dienstontwikkeling In 2010 wordt op basis van de uitkomsten van de technologieverkenning, de Proof of Concept en het behoeftenonderzoek uit 2009 een eerste versie van de Collaboration Infrastructure gebouwd. Stimulering Gebruik & Support De programmalijn Stimulering gebruik & support krijgt in 2010 een andere indeling dan voorgaande jaren. Tevens wordt meer ingezet op een heel gerichte persoonlijke benadering van en directe samenwerking met instellingen en eindgebruikers. Dat leidt tot vier onderdelen: SURFnet labs: een webbased showcase omgeving waarin nieuwe ICTmogelijkheden laagdrempelig worden gepresenteerd. Kennis- en expertisedeling met ICT professionals op de volgende onderwerpen: Unified Communications, Beveiliging, Online Applicaties en Shared Service Centrum. Good Practices over de inzet van SURFnet diensten. Gezamenlijke beveiligingscampagne gericht op eindgebruikers met instellingen: CyberSave Yourself. Toepassingsgebieden Via de projectlijn Toepassingsondersteuning draagt SURFworks bij aan het beter zichtbaar maken van de inzet van kennis en ervaring van SURFnet in projecten binnen de doelgroep en in de maatschappij. De toepassingsgebieden in 2010 zijn: Digibob, HD in de zorg en CineGrid. Budget x 1.000 (EUR) Programmalijnen Marktverkenning Proof of Concept Technologieverkenning Dienstontwikkeling Stimulering Gebruik & Support Toepassingsgebieden Programmamanagement Totaal
Begroting 2010 202 92 222 620 619 165 80 2.000
51
7
SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma
Achtergrond en doel In het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma geven SURFnet en Kennisnet al 5 jaar gezamenlijk een impuls aan ICT-vernieuwing in het gehele onderwijs, waarbij de online digitale leer- en (samen) werkomgeving centraal staat. Door de samenwerking tussen SURFnet en Kennisnet en onderwijsinstellingen intersectoraal, ontstaat een kruisbestuiving van ICT toepassingen die anders niet of in mindere mate plaatsvindt. Dit doordat de activiteiten gezamenlijk worden uitgevoerd en daarnaast doordat de organisaties elkaar aanvullen met de kennis van technologie vanuit SURFnet enerzijds en de kennis van onderwijsvraagstukken vanuit Kennisnet anderzijds. Hierdoor kunnen onderwijsvraagstukken gekoppeld worden aan technologieën die hierop een antwoord kunnen bieden. Tevens worden door de samenwerking vertaalslagen gemaakt van ICT toepassingen die meerwaarde bieden aan het HO naar het PO, VO en MBO en vice versa. De kracht van het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma is de focus op het onderzoeken en verkennen van ICT-innovaties die nog geen gemeengoed zijn in het onderwijs. Door te experimenteren met technologische en didactische ICT vernieuwingen worden, samen met de voorlopers in de onderwijsinstellingen, nieuwe dingen uitgeprobeerd. Door onderzoek en pilots met de onderwijsinstellingen wordt bekeken wat wel en niet werkt. Indien bewezen effectief, worden deze toepassingen breed beschikbaar gesteld voor andere onderwijsinstellingen en wordt kennis over de opgedane vernieuwingen verspreid. Het innovatieprogramma gaat hierbij gefaseerd te werk. Projecten zijn onder te verdelen in de fases: Technologieverkenningen, Haalbaarheidsstudies, Dienstontwikkeling en Stimulering Implementatie en Gebruik. Aan het einde van iedere fase binnen het programma ligt een go/no-go moment, waarbij op basis van de resultaten de afweging wordt gemaakt om een technologie of toepassing al dan niet verder door te laten stromen naar de volgende fase binnen het programma. Meerjarenperspectief 2009-2012 In 2009 is het innovatieprogramma een meerjarige weg ingeslagen waarbij de online digitale leer- en (samen)werkomgeving van de toekomst centraal staat. Een leeromgeving die docenten en leerlingen in staat stelt altijd en overal onbeperkt en eenvoudig toegang te hebben tot educatieve content, kennis en sociale netwerken met vrienden, collega’s en vakgenoten. Een leeromgeving waarin docenten en leerlingen vrijheid hebben om zelf te bepalen met welke applicaties zij leren of onderwijs geven. De vraag is dan ook hoe het toekomstige infrastructurele landschap van de onderwijsinstellingen eruit ziet. Deze visie van de leeromgeving van de toekomst vertaalt zich naar de volgende drie thema’s waarop het innovatieprogramma zich richt: • Variëteit in leren; • Grenzeloos samenwerken; • Randvoorwaarden. Plannen voor 2010 Het SURFnet/Kennisnet innovatieprogramma richt zich in 2010 meer op technologie verkenningen, haalbaarheidsstudies en pilots dan op dienstontwikkeling. Verdere uitbreiding van functionaliteiten in de vorm van dienstontwikkeling is alleen voorzien voor het gezamenlijke in het innovatieprogramma ontwikkelde open source videoplatform Mediamosa. Tegelijkertijd worden in 2010 een aantal technologieverkenningen uitgevoerd naar nieuwe toepassingsmogelijkheden voor Mediamosa, zoals het zoeken op teksten in video’s. De meer dan 50 projecten die in 2010 binnen het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma in de vorm van technologie verkenningen en haalbaarheidsstudies/pilots worden uitgevoerd, richten zich naast video op trends als: •
Any time, any place, any device
52
• • • • •
Sociale netwerken Groene ICT Zoeken en vinden Simulatie en gaming Co-creatie
Net als voorgaande jaren is in 2010 kennisdeling en stimulering en gebruik van groot belang. Naast de in samenwerking met SURFfoundation voort te zetten SURFacademy (gericht op professionalisering in de vorm van schools, masterclasses, expertiseseminars en workshops), worden er in 2010 een aantal innovatieregelingen uitgeschreven. Het doel van deze innovatieregelingen is om kleine projecten binnen de onderwijsinstellingen te stimuleren. Voor verspreiding van de uit het innovatieprogramma ontstane producten, kennis en ervaring wordt zoveel mogelijk samengewerkt met bestaande of nieuw op te zetten ambassadeursnetwerken en communities vanuit de onderwijsinstellingen. Deze netwerken worden tevens ingezet om innovatievragen vanuit de onderwijsinstellingen bij het innovatieprogramma onder de aandacht te brengen. Daarnaast vindt vanuit het innovatieprogramma een constante monitoring plaats van trends in de (inter)nationale omgeving van het SURFnet/Kennisnet Innovatieprogramma, zodat gedurende het jaar met projecten kan worden ingesprongen op de nieuwste technologische en onderwijskundige ontwikkelingen. Belangrijke randvoorwaardelijke uitgangspunten voor het programma in 2010 zijn de aspecten Open (standaarden, software en content), Interoperabiliteit en Building Blocks. Door deze aspecten toe te passen kan de uitwisselbaarheid en hergebruik van ontwikkelde applicaties, voorzieningen en diensten worden bevorderd. De in het programma ontwikkelde software wordt in principe open source beschikbaar gesteld. Daarnaast dragen SURFnet en Kennisnet zorg voor het gebruik en aanbieden van Building Blocks om dienstverlening naar de onderwijsinstellingen zo flexibel mogelijk in te richten. In de onderstaande tabel wordt een samenvatting gegeven van het innovatieprogramma en de samenhang tussen thema’s, werkwijze en uitgangspunten.
De thema's binnen het innovatieprogramma zijn opgebouwd uit projectfases met de overkoepelende uitgangspunten: kennisdeling, ambassadeursnetwerk, Buildingblocks, Interoperabiliteit en Open.
53
8
GigaPort3
GigaPort3 is de opvolger van het Gigaport Next Generation Networkproject dat op 31 december 2008 eindigde. Gigaport3 implementeert het SURFnet7 netwerk dat voortbouwt op de succesvolle voltooiing van SURFnet6, ’s werelds eerste landelijk dekkende optische en packet switching netwerkinfrastructuur. GigaPort3 zorgt er voor dat het hoger onderwijs en onderzoek in Nederland gebruik kan blijven maken van een state of the art netwerk, terwijl gelijktijdig de grenzen worden verkend van de beschikbare netwerktechnologie. Het GigaPort3-programma bouwt voort op de activiteiten en resultaten die voortkomen uit de eerdere GigaPort projecten, SURFworks en andere innovatieprojecten. Op basis daarvan wordt in GigaPort3 de komende vier jaar het SURFnet netwerk verder ontwikkeld. Werkplan voor 2010 Het werkplan voor 2010 wordt momenteel afgerond en zal worden vastgesteld door de GigaPort3 Governing board tijdens haar bijeenkomst in januari. Het werkplan bestaat uit zeven werkpakketten: 1.
Photonics - GigaPort3 will upgrade the network to provide full photonic flexibility in the core of the network, and create an architecture that allows the network to grow further at the edges. Also, the newest photonic technologies will be implemented to deliver 40 Gbps, and later 100 Gbps.
2.
Next generation Ethernet (NGE) – In 2010 the procurement process of SURFnet7 will start, followed by proof of concept tests.
3.
Enabling Dynamic Services - Federated and multi-domain lightpath services will be introduced and a proof of concept for integrated resource services will be tested.
4.
Netherlight and global connectivity – In this work package, NGE services will be made available at NetherLight, as well as additional 10Gbs intercontinental lambdas.
5.
Mobility and Fixed-Wireless - GigaPort3 intends to implement a seamless connection of the fixed fibre network to a wireless network infrastructure. To prepare for this, technology and legal assessments will be made as well as a scan of operators and vendors.
6.
IP innovation - GigaPort3 will continue to monitor and assess developments in IP innovation, including the different approaches used to deal with the imminent depletion of IPv4 addresses. This leads to expertise that will be shared with institutions and peers.
7.
User Participation and Knowledge dissemination - GigaPort3 will work in close partnerships with advanced users and user groups from different scientific disciplines to investigate and explore novel uses of networking and e-Science services and will ensure that all know-how created through GigaPort3 will become widely available.
Samenstelling van de GigaPort3 Governing Board Chairman: Dr.R.J. van Duinen Members: Prof.dr. L.J. Gunning-Schepers Dr. S.J. Noorda Prof.dr.ir. J.G.H. Joosten Dhr. D. Terpstra Dr. J.J. Engelen Dr. W.B.G. Liebrand Secretary Dr. L.A. Plugge
Former President of the ESF and of NWO President NFU President NVSU Director Corporate Technology, DSM President HBO-raad President NWO General Director SURF Foundation
54
9
Oprichting E-Science Research Center
In het rapport “De ICT-infrastructuur voor het wetenschappelijk onderzoek in Nederland” (eind 2008) gaf ICTRegie een visie voor de toekomst van de wetenschappelijke ICT Infrastructuur in Nederland. In de loop van 2009 zijn, grotendeels op initiatief van SURF, de eerste voorbereidende stappen gezet voor de implementatie van deze visie. Een belangrijk element in het ICTRegie advies is de oprichting van een e-Science Research Center, waarin bestaande en nieuwe initiatieven op het gebied van e-Science onderzoek gebundeld worden. Het e-Science Center dient de kennis en ervaring die is opgedaan te borgen en verder uit te bouwen, maar bovendien de vele andere –vaak lokale- initiatieven op dit gebied te versterken. SURF wil in 2010 bijdragen aan de opzet van dit e-Science Center (e-SRC). SURF is daarom al in gesprek met de belangrijkste stakeholders, en werkt met hen samen aan een verdere uitwerking. Het e-SRC zal een intensieve samenwerking tussen wetenschappers uit verschillende disciplines moeten stimuleren. Daartoe ligt het voor de hand om een centrale organisatie in te richten, bestaande uit een directie en een beperkt aantal vaste medewerkers, en vervolgens een aantal wetenschappers in deeltijd aan deze organisatie te verbinden. De centrale organisatie kan dan daarnaast onderzoeksgroepen bij bestaande instellingen aansturen bij activiteiten die via e-SRC geïnitieerd worden. Om een dergelijke organisatie in te richten zal er om te beginnen een “kwartiermaker” aangesteld moeten worden, die er voor zorgt dat de centrale organisatie en de bijbehorende faciliteiten ingericht worden. Deze kwartiermaker zal moeten zorgen voor een aantal financieringsbronnen, waaronder in elk geval een opdrachtenstroom vanuit SURF en wellicht een rechtstreekse financiering ten behoeve van specifieke onderzoekstaken door NWO. De kwartiermaker zal een aantal medewerkers moeten werven, onder andere vanuit het binnenkort aflopende VL-e project. Zo kan in elk geval een deel van de daar opgebouwde kennis behouden blijven. Daarnaast zal hij kontakten op moeten bouwen met bestaande onderzoeksinstellingen die (deels) op hetzelfde gebied actief zijn, en deze betrekken bij de activiteiten van het e-SRC. Om deze eerste stappen mogelijk te maken verwacht SURF in 2010 een bijdrage nodig te hebben van € 5.000.000. Dit bedrag is bestemd om de fysieke faciliteiten in te richten, het personeel te werven en initieel te betalen, en een aantal kleine projecten op het gebied van e-Science op te starten. Na de oprichting zal het e-Science Center zelf verder naar financieringsbronnen moeten zoeken; een groot deel van de financiering zal naar verwachting bestaan uit bijdragen voor specifieke projecten, onder andere in opdracht van SURF maar ook van andere instituten.
55
10
Commissie Projectbewaking
De Commissie Projectbewaking bewaakt ook in 2010 de voortgang van SURFprojecten. De portefeuille omvat in 2010 in ieder geval de projecten die worden toegekend in 2009 voor het programma ‘Studiekeuzegesprekken: wat werkt?’ en de projecten uit de beperkte tender van het programma Nationaal Actieplan eLearning die in 2010 zal uitgaan. Daarnaast lopen ook de activiteiten van het SURFworks programma door in het volgend jaar. De Commissie streeft bij haar werkzaamheden onverminderd naar het leveren van kwalitatief hoogstaande adviezen aan de directie van Stichting SURF. Continue aandachtspunten zijn het beleid ten aanzien van de projectbewaking, het waar nodig leveren van maatwerk binnen de gestelde kaders, communicatie over de werkwijze (o.a. website, voorlichtingsbijeenkomsten), optimalisatie van werkwijze en functioneren door regelmatige evaluaties alsook de evaluatie van de resultaten van de projecten. In 2010 zal van uit de commissie ook een bijdrage worden geleverd aan de interne scholing bij SURFfoundation op het terrein van werken met projecten en programma’s.
56
11
Wetenschappelijk Technische Raad 11.1
Samenstelling van de WTR
In 2009 heeft de WTR afscheid genomen van de heren Valcke en Van der Veen, die beiden sinds 2000 lid waren van de WTR. Tot de WTR traden toe Dr. E. van den Berg, Prof.dr.ir. N. Baken, Dr. F. Klok, Dr. I.J. Mulder en Prof.dr. P.A. Kirschner. Daarmee is de WTR weer voltallig, i.e. twaalf leden. In januari 2010 neemt de heer Van Bergen op zijn verzoek afscheid van de WTR. Samenstelling van de WTR ultimo 2009 Prof.dr. F. Leijnse (voorzitter) Prof.dr.ir. N. Baken Dr. E. van den Berg ir.J.E.J. van Bergen Prof.dr. S. Heemstra De Groot Prof.dr. J. van Hillegersberg Prof.dr. P.A. Kirschner Dr. F. Klok Prof.dr. J.S. Mackenzie Owen Dr. I.J. Mulder Prof.mr.dr. J.M. Smits Ir. J. van Till
11.2
Geplande activiteiten WTR 2010
11.2.1 Voorbereiding voor nieuwe Trendrapport In 2010 zal de WTR een studiereis organiseren ter voorbereiding op het nieuwe trendrapport dat waarschijnlijk eind 2011 zal verschijnen. De studiereis zal in het najaar van 2010 plaatsvinden. Onderzocht wordt nog welke bedrijven en instellingen zullen worden bezocht. 11.2.2 Onderzoeken De WTR heeft voorgenomen om (startend in 2009) inventariserend onderzoek te doen naar het gebruik van: 1. de invloed van communities op het ict-gebruik in de onderwijs- en onderzoekspraktijk. Doel van dit onderzoek is om zicht te krijgen op de vermeende effecten van gemeenschappen op de praktijk van alledag. Op dit moment worden allerlei gemeenschappen opgericht terwijl er weinig tot geen inzicht is in hoeverre die iets aan de dagelijkse praktijk veranderen, terwijl de verwachtingen vaak hoog zijn. 2. het gebruik van online diensten (zoals Google docs, Adobe Buzzword, Zoho, Windows Live e.d.) door studenten, onderzoekers en medewerkers. Doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in wie wat gebruikt en waarvoor. Van online diensten is bekend dat er vrij veel gebruik van wordt gemaakt, maar het is onduidelijk door wie, waarvoor en hoe frequent. Voor beide onderzoeksvragen wordt een kortlopend onderzoek gestart in de vorm van een online enquête onder een steekproef uit de doelgroepen, i.e. studenten, docenten, onderzoekers en medewerkers. Voor het onderzoek zal worden samengewerkt met SURF en de dochters. De resultaten zullen gebruikt worden om te komen tot een white paper over de wijze waarop instellingen en SURF om zouden moeten/kunnen gaan met communities en online diensten.
57
11.2.3 Adviezen De verwachting is dat SURF ook in 2010 weer een beroep zal doen op de WTR voor adviezen over verschillende onderwerpen, zoals het meerjarenplannen voor SURFworks en de innovatieplannen van SURFdiensten. Daarnaast zullen ook de deelnemers van Stichting SURF in voorkomende gevallen weer een beroep doen op de expertise van de WTR. 11.2.4 Voortzetting van het Diensten georiënteerd Kostenmodel (Benchmark ICT) In 2009 is een online versie van het dienstengeoriënteerde kostenmodel opgeleverd en geëvalueerd. Afhankelijk van de beslissing van de deelnemers wordt hierover een seminar georganiseerd. In 2010 zal met de deelnemende instellingen het kostenmodel verder worden aangescherpt. Verder zullen nieuwe instellingen worden benaderd om deel te nemen aan dit model. 11.2.5 Onderzoek naar de mogelijkheid van draadloze infrastructuur In vervolg op het advies van de WTR voor het meerjarenplan van SURF, wordt door de WTR in samenwerking met SURFnet onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het realiseren van een draadloze infrastructuur voor onderwijs en onderzoek, in aanvulling op het vaste netwerk.
58
12
Bureau en staf 12.1 Inleiding
Het bureau van SURF zorgt voor bestuursondersteuning en ondersteuning van de CP en WTR. Daarnaast zorgt het bureau voor de uitvoering van de bedrijfsvoeringsprocessen van SURFfoundation. Dit deel van het Bureau wordt aangeduid als bedrijfsbureau. Het bedrijfsbureau van SURF kent de volgende afdelingen en diensten: • Afdeling Communicatie • Afdeling Finance en Control • Juridische ondersteuning en advisering • Directiesecretariaat • Facilitair Bureau • Office • Personeelszaken Hieronder zullen voor de onderdelen van het bedrijfsbureau de belangrijkste doelstellingen voor 2010 worden genoemd.
12.2 Bedrijfsvoering algemeen Doelstellingen Adequate planning van activiteiten voor beleidsvoorbereiding en -verantwoording Bewaking van verantwoordings- en rapportagemomenten voor ontvangen subsidies Bewaking van lopende contracten Bewaking van de kwaliteit van leveranciers Ontvangen en gecreëerde documenten zijn gemakkelijk te vinden voor daartoe geautoriseerden Relatiegegevens zijn betrouwbaar en eenvoudig beschikbaar
Inschrijvers kunnen gemakkelijk online inschrijven voor bijeenkomsten Inschrijvingen worden gecontroleerd verwerkt het relatiebeheer systeem Efficiënte facturering van bijeenkomsten aan de deelnemers
Resultaten De centrale P&C-cyclus wordt gebruikt als leidraad voor activiteiten op het terrein van beleidsvoorbereiding en -verantwoording Centrale subsidiedossiers voor alle ontvangen subsidies. Een systeem voor de bewaking van de verantwoordings- en rapportagemomenten in de dossiers. Ingericht contractenregister. Systeem voor de bewaking van opzegmomenten. Overzicht voorkeursleveranciers Evaluatie van de kwaliteit van belangrijke leveranciers Ingericht systeem voor documentbeheer en archivering en implementatie van de bijbehorende werkprocessen Een ingericht systeem voor relatiebeheer en implementatie van de bijbehorende werkprocessen Verzoek aan relaties om controle en correctie van gegevens mogelijk per e-mail Nieuwe webpagina voor inschrijving voor bijeenkomsten Geautomatiseerde controle op dubbele relatiegegevens van inschrijvers Geautomatiseerde productie van facturen en aanmaningen voor deelname aan bijeenkomsten Automatisch inlezen van bankafschriften
59
12.2.1 Kennismanagement Doelstellingen Een goede toegankelijkheid van materiaal afkomstig uit projecten van SURFfoundation Informatie uit projecten kan binnen SURFfoundation gemakkelijk gedeeld worden Een bruikbaar overzicht van lopende projecten en de status hiervan Nieuwe medewerkers hebben een goed overzicht van relevante informatie en werkwijzen bij SURF
Resultaten Een SURFrepository voor projectresultaten Een ingerichte wikitool waarop projecten intern en extern informatie beschikbaar kunnen stellen aan verschillende doelgroepen Een centrale projectenadministratie Een inwerkprogramma met een uitgebreid algemeen deel
12.2.2 ICT beheer Doelstellingen Een up-to-date elektronische werkomgeving
Effectief gebruik beschikbare middelen Effectieve werkwijze bij projecten waarbij ontwikkelactiviteiten plaatsvinden Afstemming ICT infrastructuur binnen de stichting SURF
Resultaten Beschikbaarheid van MS Office 2007 Meest voorkomende aanvragen en verzoeken zijn geautomatiseerd Centrale elektronische kalender voor bijeenkomsten en evenementen Frequent gebruik van de videoconferencing apparatuur Standaard aanpak voor ontwikkelprojecten Aantal gemeenschappelijk geformuleerde standaarden voor ICT diensten Aantal gemeenschappelijke keuzen voor elementen van de ICT infrastructuur
12.3 Communicatie 12.3.1
Corporate communicatie (communicatie onder SURF-label)
Doelstellingen SURF helder en duidelijk neerzetten in de buitenwereld, waardoor de meerwaarde van SURF en haar activiteiten beter bekend raken bij bestuurders, politici, overheden en samenleving
Gezamenlijke SURF-initiatieven voldoen aan randvoorwaarden SURF-communicatie
Resultaten • Door SURF-familie en bestuur SURF gedragen positionering van SURF en de verschillende onderdelen • Kernwaarden en –boodschappen voor SURF vervat in corporate story, facts&figures • Corporate middelen aangepast op positionering • Tweede Kamerleden met ICT/Hoger Onderwijs & Onderzoek in portefeuille kennen de meerwaarde van SURF • SURF wordt maandelijks geciteerd in de landelijke pers • De bezoeker vindt gemakkelijk zijn weg in de websites van SURF. • Medewerkers ontvangen 4 x per jaar een SURFlink. SURFstartbijeenkomsten. In maart: SURFfamiliedag. Communicatie-uitingen van SURFacademy en OWD zijn conform randvoorwaarden SURF-communciatie
60
12.3.2
Interne communicatie SURFfoundation
Doelstelling Medewerkers van SURFfoundation voelen zich verbonden met de organisatie, weten waar de organisatie voor staat en weten op hoofdlijnen wat collega’s doen.
Managers kennen de kaders voor het jaarplan 2011 12.3.3
Resultaten • Maandelijkse SURF break • Kwartaalbijeenkomsten, Heidag, Uitje, Sinterklaasactie, Kerstactiviteit, Nieuwjaarsontbijt. • Iedere twee weken Graadtmeter • Analyse van interne communicatiemiddelen + bijbehorende vervolgacties. • Kadernotitie 2011
Externe communicatie SURFfoundation
Doelstellingen De werkzaamheden en resultaten van SURFfoundation onder de aandacht brengen van bestuurders, docenten, beleidsmedewerkers en studenten
Resultaten • Communicatie-activiteiten van platforms zijn afgestemd met communicatie en voldoen aan kaders van afdeling Communicatie • Platformmedewerkers voelen zich geholpen door advies van Communicatie • www.surffoundation is up-to-date, o.a. met meest recente projectresultaten • Minimaal 1 communicatie-medewerker heeft cursus gevolgd op terrein van nieuwe communicatievormen • Kennis over nieuwe communciatievormen is verspreid binnen de organisatie • Eén gezamenlijke nieuwsbrief voor SURFfoundation • Jaarverslag SURFfoundation
12.4 Juridische ondersteuning en advisering De hoofdactiviteiten op het terrein van juridische ondersteuning en advisering in 2010 zullen zich op het zelfde vlak bevinden als in 2009: • • • • •
Bieden van juridische ondersteuning aan SURFfoundation in haar rol van innovator; Beoordelen/concipiëren en opstellen eventuele noodzakelijke contracten met derde partijen; Regelen en onderhouden woord- en beeldmerken en domeinnamen SURFfamilie; Juridische bewaking subsidievoorwaarden tenderprocedures; Advies voorkomende juridische aangelegenheden.
Doelstelling: Juridisch faciliteren van toegang en hergebruik van informatie. Activiteiten: • Geven van tweedelijns juridische ondersteuning aan de SURFdirect, Webstroom en SURFshare communities volgens een vastgesteld protocol; • Deelnemen aan Commissie Digiti©E die afspraken over digitalisering van bibliotheekbezit met collectieve beheersorganisaties kritisch volgt; • Deelnemen aan Knowledge Exchange Licensing Working Group die over licenties met uitgevers onderhandelt waardoor toegang tot wetenschappelijke informatie onder betere condities verkregen wordt; • Participatie in Expert Groups over Informatierecht van Europese en internationale bibliotheekorganisaties.
61
Doelstelling: Juridische ondersteuning bij aansluiten standaarden. Activiteiten: • Lidmaatschap van internationale gezamenlijke werkgroep van uitgevers en bibliotheken die de ONIX standaard voor licenties propageert wat moet leiden tot acceptatie en gebruik van deze standaard bij de Nederlandse bibliotheken; Doelstelling: Bieden van juridische ondersteuning bij toewerken naar geïntegreerd systeem webservices. Activiteiten: Ondersteunen van activiteiten die Stichting Pica en het Consortium Gemeenschappelijke Informatie Infrastructuur ondernemen om de wetenschappelijke en openbare informatievoorziening in Nederland te bevorderen.
12.5 Facilitaire- en Office-ondersteuning Doelstellingen Duidelijkheid over de standaard dienstverlening van het Facilitair Bureau Optimaal gebruik van de aanwezige telecommunicatiemiddelen
Resultaten Beschrijving service levels van de belangrijkste vormen van dienstverlening Gebruik nieuwe functies telefooncentrale
12.6 Finance en Control Doelstelling Adequaat budgetbeheer
Adequate financiële stuurinformatie
Transparante doorberekening van kosten
Resultaten Ingewerkte kostensoortbeheerders Bijgewerkte AO budgetadministratie Geautomatiseerde verplichtingenadministratie Standaard rapportages en een set aan rapportages op aanvraag Uitsplitsing personele en materiële kosten in standaard budgetrapportage Budgetrapportage gebaseerd op nieuwe systematiek doorberekening Doorberekening gebaseerd op fte en op werkplekgebonden kosten
12.7 Personeelszaken Doelstellingen Persoonlijke ontwikkeling van medewerkers wordt gestimuleerd
Adequate personele stuurinformatie Stimuleren vernieuwing en doorstroming Duidelijkheid bij medewerkers over wat van hen wordt verwacht bij het realiseren van de organisatiedoelen
Resultaten Evaluatie van het gebruik van persoonlijke ontwikkelingsplannen Maatregelen om het gebruik van persoonlijke ontwikkelingsplannen te stimuleren Intervisie wordt actief ingezet als middel voor persoonlijke ontwikkeling Beschikbaarheid personele gegevens voor leidinggevenden Creëren 2 á 3 stageplaatsen Voorbespreking R&O gesprekken over verwachtingen per medewerker
12.8 SURF projecten Doelstellingen
Resultaten
62
Ontwikkeling Meerjarenplan 2011-2014, gedragen door leden SURF en medewerkers Bijdragen aan de ontwikkeling van een SURF service organisatie Bijdragen aan de ontwikkeling van het stappenplan voor de uitvoering van het ICT Regie advies
•
Meerjarenplan 2011-2014 in april geaccordeerd door AB • Executive Seminar met AB-leden in april Start van een SURF service organisatie Beschikbaar stappenplan voor de uitvoering van het ICT Regie advies
63
12.9
Begroting
Exploitatie
Bureau Exploitatierekening Bedragen (X € 1.000,-)
Jaarprojectie 2010 Prognose 2009
Personeelskosten Huisvesting & bureaukosten Communicatiekosten Vergaderservice Projectkosten Bureau Afschrijvingskosten WTR Opbouw bedrijfsreserve Exploitatiekosten
3.750 1.347 73 85570 235 30 -
Af: Doorb. kosten programma/SURF Af: Inkomsten derden Af: financiële baten en laste Subtotaal doorberekeningen
4.670 610 40
3.720 1.295 140 70620 150 30 75 5.920
Exploitatiekosten tlv bureau Samenwerkingsbijdrage
Budget 2010
5.320
5.960 4.690 545 25
640 700
Bureauresultaat
5.260 700
700 60
-
Personeel
SURFfoundation
2009
2010
9,3 6,6 3,5 4,5 5,3 29,2
9,2 7,0 3,2 4,5 4,7 28,6
Directie Bestuurlijke ondersteuning WTR CP Office Finance & Control Communicatie Facilitair bureau Subtotaal:
2,0 2,1 1,0 0,5 0,1 2,6 2,5 4,6 15,4
2,0 2,1 1,0 0,5 0,1 2,6 2,5 4,6 15,4
Totaal
44,6
44,0
SURF platforms en programma's
ICT en Onderzoek ICT en Onderwijs ICT en Organisatie Stichting Studielink Stichting Studiekeuze123 Subtotaal: SURF Bureau
Noot: 2009: Stand fte oktober 2009 2010: Verwachte bezetting 2010
64
Begroting 2010
65
SURFfoundation totaaloverzicht Exploitatierekening Bedragen (X € 1.000,-) 1
ICT & Onderzoek ICT & Onderwijs ICT & Organisatie Overig Subtotaal Programma Bureaukosten, niet doorberekend Bijdrage aan WTR Subtotaal Bureau Totaal SURF
kosten Derden 2
2.044 3.125 585 7.305 13.059
inkomsten
Bureau
Interne Verrekening
Subtotaal Kosten
3
4
5=(2+3+4)
1.601 1.192 557 80 3.430
225110125 60 150-
1.240 -
1.240
30 30
13.059
4.670
120-
3.420 4.207 1.267 7.445 16.339
Subsidies
Inkomsten derden
mutatie OHW
samenw. bijdrage
subtotaal inkomsten
Resultaat platform/ programma
6
7
8
9
10=(6+7+8+9)
11=(10-5)
2.133 7.270 9.403
1.240 30 1.270 17.609
137 135 270 542
350 3.272 45 3.667
570
1.112
3.420 4.207 800 7.585 16.012
467140 32730 30-
700
1.270 1.270
3.100
17.282
2.400 700
570 9.403
800 800 800
3.667
327-
66
Overige Onderdelen Exploitatierekening
Projectkosten
Projectinkomsten
Bedragen (X € 1. 000,-)
kosten derden
doorber. bureau
interne verrekening
Subtotaal kosten
subsidies
inkomsten derden
mutatie OHW
samenw. bijdrage
1
2
3
3
4 =(2 +3)
5
6
7
8
Overige Organen E-services (SURFdiensten) SURF works (SURFnet) e-Science Research Centre WTR Subtotaal Overige Organen
255 1.985 4.950 115 7.305
Innovatie reserve DLWO (POA) (1) Internationalisering (POA)) (2) Subtotaal Innovatie reserve
-
Algemene Reserve Deposito's (3) Subtotaal Algemene reserve
-
Totaal overige onderdelen
7.305
15 15 50 80
5050-
270 2.000 5.000 65 7.335
270 2.000 5.000
20 20
7.270
45 45
-
-
60 50 110
60 50 110
-
-
-
-
-
-
-
-
250 250
-
-
7.445
7.270
270
80
60
45
-
Resultaat ultimo 2010 noot: 1) Onttrekking 60 uit innovatie reserve tbv POA DLWO noot: 2) Onttrekking 50 uit innovatie reserve tbv POA Internationalisering noot: 3) Rente inkomsten van deposito's
67
SURFfoundation Projectgelden OHW & voorzieningen(excl. tenders) Bedragen (X € 1. 000,-)
Verwachte beginstand 1 jan. 2010
Mutaties in 2010
Beoogde eindstand per 31 dec. 2010
1
2
3
4=(2+3 )
1.898 1.106 355 2.275 400 6.034
3101.3672251.6804003.982-
1.588 261130 595 2.052
6.034
3.982-
2.052
50 50
4545-
5 5
6.084
4.027-
2.057
Onderhandenwerk Projectgelden SURF-share 2008-2011 Studiekeuzegesprekken OVP-monitoring NAP II Innovatieprojecten Subtotaal OHW projecten platform: Projectgelden Overig Subtotaal Onderhanden Werk Voorzieningen WTR Subtotaal Voorzieningen Totaal OHW & Voorzieningen
SURFfoundation Reserve Overzicht Bedragen (X € 1.000,-)
Verwachte beginstand 1 jan. 2010
Mutaties in 2010
Beoogde eindstand per 31 dec. 2010
1
2
3
4=(2+3)
Reserves Diffusie ICT & Onderzoek ICT & Onderwijs ICT & Organisatie Innovatie reserve Algemene reserve projecten Subtotaal Reserves Projecten: Algemene Reserve Bureau Totaal Reserves
608 820 800 208 2.100 4.536 519 5.055
467110250 327327-
608 820 333 98 2.350 4.209 519 4.728
68
Bijlage A Benoemingen SURF Algemeen Bestuur SURF (AB)
Het Algemeen Bestuur heeft onder meer tot taak algemene beleidsnota‘s, een ontwikkelingsplan annex meerjarenbegroting voor de middellange termijn, de jaarlijkse begroting, het jaarverslag en de jaarrekening vast te stellen. Het Algemeen Bestuur van SURF heeft ook tot taak de strategische visie op het ICT-gebruik in de toekomst en de invloed daarvan op onderwijs en onderzoek vast te stellen. Het Algemeen Bestuur vergadert twee maal per jaar. Het Algemeen Bestuur bestaat uit maximaal 34 leden. De universitaire leden (14) en de leden afkomstig uit het HBO (10) worden door de universiteiten respectievelijk de HBO-raad benoemd (kwaliteitszetels). Daarnaast zijn er ‘Niet kwaliteitszetels’. Er is een categorie ‘Niet universitaire, niet commerciële research’ (vijf zetels). In deze categorie benoemen NWO en TNO ieder een zetel. Er is een categorie ‘Commerciële research’ (twee zetels) en een categorie ‘Overig’ (drie zetels). In deze laatste categorie wordt één bestuurder door KNAW en één bestuurder door de Koninklijke Bibliotheek benoemd. De door het SURF-bestuur te benoemen leden (niet kwaliteitszetels) worden voor een periode van drie jaar benoemd. De voorzitter (Algemeen en Dagelijks Bestuur) is onafhankelijk en wordt voor een periode van twee jaar benoemd met een maximum van drie termijnen. Voor de overige leden geldt geen benoemingstermijn. Naam Akker, Drs. T.H. van den (HS De Kempel) Amman, Prof.dr. H.M. (UU) Ast, Ir. K.J. van (UT) Beest, Drs. H.W. te Breebaart, Drs. W.J. (Haagse HS) Breukink, Dr. IJ.J.H. (WU) Brouwer, Drs.ing. C.J. (OU) Buck, Ir. A.P. de (HS Zeeland) Dam – Mieras, Prof.dr. M.C.E. van (UL) Doop, Drs. P.W. (UVA) Duppen, Prof.dr. K. (RUG) Franken, Dr.ir. A.A.J.M. (RU) Gaast, Drs. C.J. van der (TNO) Ham, Mr. J.P. van (TUE) Heijne, drs. M.A.M. (TUD/UKB) Kalmthout, Drs. F.J.M. van (Avans) Labruyère, L.N. (INHOLLAND) Maanen, E.P. van (HS Leiden) Oorschot, Mr. H.M.C.M. van (UVT) Postema, Drs. A. (UM) Rooijen, Drs. C.W. van (EUR) Rullmann, Drs. P.M.M. (TUD) Rutten, Mr. H.J. (VU) Savenije, drs. J.S.M. (KB) Veenstra MBA, R. (Stenden HS) Visser, Dr. C. de (NWO) Vries, drs. M. de Maes, Drs. A.J.M.M. (Kennisnet) * Daarvoor interim directeur
Categorie HBO WO WO voorzitter HBO WO WO HBO WO WO WO WO TNO WO Overig HBO HBO HBO WO WO WO WO WO Overig HBO NWO KNAW Waarnemer
Benoemingsdatum: 01-05-2004 24-05-2006 13-12-2005 01-05-2006 01-05-1999 01-10-2005 01-01-2008 01-01-2003 01-01-2008 01-12-2006 01-05-2006 01-01-2008 01-02-2008 01-10-2008 01-01-2006 01-01-1996 01-11-2008 01-11-2008 01-10-2005 01-10-2005 23-10-2006 01-02-2005 01-07-2005 01-06-2009* 01-03-2008 01-02-2007 01-03-2009 01-01-2006
Tot: 01-05-2010 01-02-2011 01-01-2012 01-02-2010 01-03-2012
69
Vacatures: Vacature HBO Vacature HBO Vacature: Commerciële research Vacature: Commerciële research Vacature: Niet uni., niet comm. research Vacature: Niet uni., niet comm. research Vacature: Niet uni., niet comm. research
HBO HBO
Dagelijks Bestuur SURF (DB)
Het Dagelijks Bestuur van SURF heeft tot taak de vergaderingen van het Algemeen Bestuur voor te bereiden en is belast met de uitvoering van de besluiten van het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur ziet toe op het functioneren van het Bureau, de uitvoering en voorbereiding van jaarplannen en de verslaglegging hieromtrent. Het Dagelijks Bestuur komt circa tien maal per jaar bijeen. Samenstelling (benoemingstermijn twee jaar, maximaal drie termijnen) (Besluitenlijst 176ste DB, Statutenwijziging benoemingstermijn DB-leden en voorzitter SURF, drie jaar, maximaal twee termijnen) De leden worden benoemd door het Algemeen Bestuur van SURF. Naam Beest, Drs. H.W. te Brouwer, drs.ing. C.J. Dekker, Drs. R.J.P. Doop, Drs. P.W. Maanen, E.P. van Oldeniel, mr. H.G.M. Van
Benoemingsdatum: 01-05-2006 (voorzitter) 01-05-2009 01-05-2007 01-01-2009 01-11-2008 (penningmeester) 01-05-2009 (vice-voorzitter)
Benoemd tot: 01-05-2011 01-05-2012 01-05-2012 01-01-2012 01-11-2011 01-05-2012
Aftreding: 01-05-2011 01-05-2012 01-05-2012 01-01-2012 01-11-2011 01-05-2012
Platforms
In aansluiting op het Meerjarenplan is de organisatie van SURF per 2003 opnieuw ingericht. De belangrijkste verandering in structuur is gelegen in de vorming van drie bestuurlijke Platforms, voor de domeinen Onderzoek, Onderwijs en Organisatie. Deze bestuurlijke Platforms nemen ieder op hun domein voor hun rekening: • De vertaling van het SURF-Meerjarenplan naar projecten en activiteiten, op basis van inhoudelijke afwegingen, prioriteiten en keuzes. • Het communiceren met betrokkenen binnen de instellingen en het verwerven van draagvlak voor de projecten en activiteiten. • Het houden van toezicht op de realisatie van de projecten en activiteiten. De bestuurders en adviseurs van de drie Platforms zijn door het Dagelijks Bestuur benoemd voor een periode van drie jaar en voor maximaal twee perioden. Samenstelling Platform ICT en Onderzoek (benoemingstermijn drie jaar, maximaal twee termijnen) De leden worden benoemd door het Dagelijks Bestuur van SURF. Naam bestuurders Akker, Prof.dr. W.J. van den Cornelissen, prof. dr. A.W.C.A. Doop, Drs. P.W. (voorzitter) Franken, Dr.ir. A.A.J.M. Hooimeijer, Prof.dr. P. Jong, Prof.mr.dr. H.M. de Savenije, drs. J.S.M. Voermans, Prof.dr. W.J.M. Vacature Naam adviseurs Oudega, Prof.dr. B.
Benoemingsdatum: 01-01-2009 01-06-2009 01-01-2009 01-01-2009 01-10-2005 01-10-2007 01-06-2009 01-05-2007
Tot: 01-01-2012 01-06-2012 01-01-2012 01-01-2012 01-10-2011 (laatste termijn) 01-10-2010 01-06-2012 01-05-2010
Benoemingsdatum: 01-01-2005
Tot: 01-01-2011 (laatste termijn)
70
Geleijnse, mr. J.P.J.
01-02-2009
01-02-2012
Samenstelling Platform ICT en Onderwijs (benoemingstermijn drie jaar, maximaal twee termijnen) De leden worden benoemd door het Dagelijks Bestuur van SURF. Naam bestuurders Brinksma, prof.dr. H. Kalmthout, drs. J.F.M. van Mols, prof.mr. G.P.M.F. Mulder, prof.dr.ir. F. Oldeniel, mr. H.G.M. van (voorzitter) Rullmann, Drs. P.M.M. Verhoef, E.R.M. Willems, Dr. J.M.H.M. Naam adviseurs Smit, mevr. drs. A
Benoemingsdatum: 01-03-2009 01-01-2007 01-04-2004 01-11-2006 01-05-2009
Tot: 01-03-2011 01-01-2013 (laatste termijn) 01-04-2010 (laatste termijn) 01-11-2012 (laatste termijn) 01-05-2012
01-10-2002 01-01-2005 01-05-2009 Benoemingsdatum: 01-09-2008
01-10-2011 (laatste termijn) 01-01-2011 01-12-2010 Tot: 01-09-2011
Samenstelling Platform ICT en Organisatie (benoemingstermijn drie jaar, maximaal twee termijnen) De leden worden benoemd door het Dagelijks Bestuur van SURF. Naam bestuurders Ast, ir. K.J. van Bormans, drs. M.J.G. Brouwer, drs.ir. C.J. (voorzitter) Ham, mr. J.P. van Kamsma MBA/MBI, Drs. M.M.J. Postema, drs. A. Ruiter, C. de Keizer – Mastenbroek, drs. A.C. Naam adviseurs Riet, Dr. S.P. van ‘t vacature
Benoemingsdatum: 01-11-2009 01-10-2005 01-05-2009 01-11-2009 01-10-2005 01-11-2009 01-12-2007 01-05-2009 Benoemingsdatum: 01-10-2007
Tot: 01-11-2012 01-10-2011 (laatste termijn) 01-05-2012 01-11-2012 01-10-2011 (laatste termijn) 01-11-2012 01-12-2010 01-05-2012 Tot: 01-10-2010
Wetenschappelijk Technische Raad (WTR)
De Wetenschappelijk Technische Raad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het bestuur van SURF en aan de bij SURF betrokken instellingen. De WTR bereidt vierjaarlijks een trendstudie voor. De WTR vergadert circa zeven maal per jaar. Samenstelling Bestaat uit maximaal 12 leden (benoemingstermijn drie jaar, maximaal twee termijnen. Benoemingstermijn adviseurs drie jaar, maximaal één termijn) De leden worden benoemd door het Algemeen Bestuur van SURF. Naam Berg, dr. E. van den Heemstra de Groot, Dr.ir. S.M. Hillegersberg, Prof.dr. J. van Kirschner, prof.dr. P.A. Klok, dr. F. Leijnse, Prof.dr. F. (voorzitter) Mackenzie Owen, Prof.drs. J.S. Mulder, dr. I. Smits, Prof.dr.mr. J.M. Till, Prof.ir. J.W.J. van
Benoemingsdatum: 01-09-2009 01-07-2007 01-01-2007 01-09-2009 01-09-2009 01-07-2008 01-01-2005 01-09-2009 01-01-2007 01-07-2007
Tot: 01-09-2012 01-07-2010 01-01-2013 (laatste termijn) 01-09-2012 01-09-2012 01-07-2011 01-01-2011 (tweede termijn) 01-01-2012 01-01-2013 (laatste termijn) 01-07-2010
71
Commissie Projectbewaking (CP)
De Commissie Projectbewaking bewaakt in opdracht van de directeur van Stichting SURF de voortgang van de projecten die SURF subsidieert. Zij informeert de directeur van Stichting SURF over haar bevindingen en besluitvorming, en adviseert de directeur o.a. over (continuering van) beschikbaarstelling van subsidie. De Commissie Projectbewaking is een onafhankelijke commissie bestaande uit 15 personen. De leden zijn op persoonlijke titel geselecteerd op basis van hun deskundigheid en ervaring. De directeur van Stichting SURF benoemt de leden. De projectbewaking vindt plaats op een aantal vooraf vastgestelde momenten en op basis van vooraf vastgestelde criteria. De Commissie stelt (in overleg met SURFfoundation) bij de start van elk project de werkwijze voor dat project vast. Zij houdt daarbij rekening met o.a. aard, omvang en doorlooptijd van het project. De bewaking door de Commissie vormt een aanvulling op de dagelijkse projectbewaking door onder andere het platformmanagement van SURFfoundation en de projectleiders bij de instelling. Samenstelling (benoemingstermijn drie jaar, maximaal twee termijnen) De leden worden benoemd door de directeur van SURF.
Naam leden: Borg-Spitholt, drs. W.E. ter Dijk, drs. W.J. van Goldschmeding, dr. J.T. Houwen, D.J. (voorzitter) Molenaars, drs. D.C.H. Nieboer, Drs. M. Paulissen, Drs. A.A.F. Riet, Dr. S.P. van ‘t Veenstra, drs. W.M. Wal, H.J.H. van der Zwarthoed, drs. G.A.A.
Benoemingsdatum: 01-01-2009 01-09-2007 01-10-2008 01-01-2005 01-12-2008 01-04-2003 01-01-2007 01-01-2007 01-10-2008 01-12-2008 nvt
Tot: 01-01-2012 01-09-2010 01-10-2011 01-01-2011 (laatste termijn) 01-12-2011 01-04-2010 (laatste termijn) 01-01-2013 (laatste termijn) 01-01-2010 01-10-2011 01-12-2011 nvt
Stuurgroep GigaPort Samenstelling De leden worden benoemd door het Dagelijks Bestuur van SURF. De leden zijn benoemd voor de looptijd van het project. Naam bestuurders Duinen, dr. R.J. van (voorzitter) Gunning-Schepers, prof.dr. L.J. Noorda, dr. S.J. Joosten, prof.dr.ir. J.G.H. Terpstra, D. Engelen, dr. J.J. Liebrand, dr. W.B.G Plugge, dr. L.A
Organisatie Ex-ESF NFU NVSU DSM HBO-raad NWO SURF SURF
Raad van Commissarissen SURFnet Samenstelling
72
De AVA SURFnet benoemt de commissarissen. Het Dagelijks Bestuur van SURF bereidt de benoeming voor. De president-commissaris wordt benoemd voor een termijn van drie jaar met een maximum van drie termijnen achtereen. Naam bestuurders Lundqvist, A.H. (president) Beest, Drs. H.W. te Liebrand, Dr. W.B.G.
Benoemingsdatum: 01-10-2004 01-05-2006 01-09-2001
Tot: 01-10-2010 01-05-2012 -
Raad van Commissarissen SURFdiensten Samenstelling De AVA SURFdiensten benoemt de commissarissen. Het Dagelijks Bestuur van SURF bereidt de benoeming voor. De president-commissaris wordt benoemd voor een termijn van drie jaar met een maximum van drie termijnen achtereen. Naam bestuurders Lundqvist, A.H. (president) Beest, Drs. H.W. te Liebrand, Dr. W.B.G.
Benoemingsdatum: 01-10-2004 01-09-2006 01-09-2001
Tot: 01-10-2010 01-09-2012 -
Raad van Commissarissen SUAA Samenstelling De AVA SUAA benoemt de commissarissen. Het Dagelijks Bestuur van SURF bereidt de benoeming voor. De president-commissaris wordt benoemd voor een termijn van drie jaar met een maximum van drie termijnen achtereen. Naam bestuurders Lundqvist, A.H. (president) Beest, Drs. H.W. te
Benoemingsdatum: 01-10-2004 01-05-2006
Tot: 01-10-2010 01-05-2012
Stichting Pica Benoemingen SURF in Bestuur Stichting Pica Stichting SURF benoemt vier leden in het bestuur van Stichting Pica, waaronder de voorzitter. Deze leden dienen afkomstig te zijn uit de kringen van wetenschappelijk onderwijs, de Koninklijke Bibliotheek en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Een van deze leden moet een vertegenwoordiger van de Koninklijke Bibliotheek zijn. Op grond van de statuten (art. 3.6.) bepaalt het bestuur van Stichting Pica zelf het aftreedrooster. Stichting SURF kan bij de benoeming een aanbeveling doen; deze wordt in de praktijk meestal overgenomen, zij het dat bestuurstermijnen bij voorkeur lopen van juli – juli, in verband met goedkeuring en verantwoordelijkheid voor jaarrekening over het kalenderjaar daarvoor. De bestuurstermijn is drie jaar. Naam bestuurders Amman, Prof.dr. H.M. Bergen, Ir. J.E.J. van (voorzitter) Heijne, Drs. M.A.M. Pronk, R.J. Savenije, drs. J.S.M. Vacature VOB
Benoemd tot 01-07-2011 01-07-2010 01-07-2011 01-07-2010 01-07-2010
73
74
Bijlage B Bijdrage samenwerkingskosten Stichting SURF 2010
Bijdrage samenwerkingskosten Stichting SURF 2010 Hieronder is het rekenschema van de samenwerkingskosten 2010 opgenomen. Ook de uitgangspunten van de berekeningsmethodiek zijn vermeld. Instelling
Bijdragen nullast in €
bijdrage cfm RB/FS 2010 Rijksbijdr. in miljoen € Prop. deel in €
Bijdrage SURF 2010 in €
WO+ Erasmus Universiteit Rotterdam Open Universiteit Heerlen Radboud Universiteit Nijmegen Rijksuniversiteit Groningen Technische Universiteit Delft Technische Universiteit Eindhoven Universiteit Leiden Universiteit Maastricht Universiteit Twente Universiteit Utrecht Universiteit van Amsterdam Universiteit van Tilburg Vrije Universiteit Wageningen Universiteit Totaal WO HBO
Aeres Groep Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Avans Hogeschool Christelijke Hogeschool De Driestar Christelijke Hogeschool Ede Christelijke Hogeschool Windesheim Design Acedemy Fontys Hogescholen Gereformeerde Hogeschool Gerrit Rietveld Academie Haagse Hogeschool Hanzehogeschool Groningen HAS Den Bosch Hogeschool Domstad, katholieke erarenopleiding basisonderwijs Hogeschool Edith Stein, Onderwijscentrum Twente Hogeschool Helicon Hogeschool INHOLLAND Hogeschool IPABO Amsterdam/Alkmaar Hogeschool Leiden Hogeschool Rotterdam Hogeschool Utrecht Hogeschool van Amsterdam Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Hogeschool voor de Kunsten, Codarts Hogeschool Zeeland Hogeschool Zuyd Hotelschool Den Haag, Int. Hogeschool voor Hotelmanagement Iselinge, Educatieve Faculteit Katholieke PABO Zwolle
60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922 60.922
304,4 42,6 322,6 395,6 341,1 181,5 332,6 240,0 186,1 500,8 430,3 104,6 324,7 158,5
67.164 9.394 71.183 87.300 75.266 40.058 73.384 52.957 41.058 110.493 94.952 23.074 71.653 34.964
128.086 70.308 132.105 148.222 136.188 100.980 134.306 113.879 101.980 171.415 155.874 83.996 132.575 95.886
852.900
3.865,4
852.900
1.705.800
ingeschreven studenten 2008 1859 2524 18539 1280 3976 16675 486 35573 1414 820 17500 21539 1400 1046 1069 293 31161 1671 5996 26027 33799 34998 25343 1351 3252 854 3694 13118 1868 525 669
Prop. deel in %
0,51 0,70 5,13 0,35 1,10 4,61 0,13 9,84 0,39 0,23 4,84 5,96 0,39 0,29 0,30 0,08 8,62 0,46 1,66 7,20 9,35 9,68 7,01 0,37 0,90 0,24 1,02 3,63 0,52 0,15 0,19
5.850 7.942 58.336 4.028 12.511 52.471 1.529 111.937 4.449 2.580 55.067 67.776 4.405 3.291 3.364 922 98.053 5.258 18.867 81.898 106.355 110.128 79.746 4.251 10.233 2.687 11.624 41.278 5.878 1.652 2.105
75
NHTV, internationale hogeschool Breda Noordelijke Hogeschool Leeuwarden PC Hogeschool Marnix Academie Pedagogische Hogeschool De Kempel Saxion Hogescholen Stenden Hogeschool Stichting ArtEz Van Hall Instituut HBO totaal
6526 9334 1262 913 17729 8997 2612 3706
1,81 2,58 0,35 0,25 4,91 2,49 0,72 1,03
20.535 29.371 3.971 2.873 55.787 28.311 8.219 11.662
361398
100,00
1.137.200
Overigen KB KNAW NWO Politieacademie TNO Universiteit van de Humanistiek Totaal overigen Totaal-generaal
55.000 55.000 95.000 10.000 40.000 2.000 257.000 3.100.000
Toelichting op de berekeningsmethodiek De berekeningsmethodiek voor de verdeling van de bijdragen in de samenwerkingskosten van de Stichting SURF ziet er als volgt uit: De totale jaarlijkse samenwerkingskosten van de Stichting SURF zijn € 3.100.000. De samenwerkingskosten kunnen voor de jaren 2007 tot en met 2010 worden geïndexeerd op basis van de prijscompensatie in de Rijksbijdrage aan het HO. Voor de verdeling van de samenwerkingskosten tussen het WO en HBO wordt in 2010 een verdeelsleutel gehanteerd van 60 : 40. Bij € 2.843.000 ( € 3.100.000 minus € 257.000 voor KB, KNAW, NWO, Politieacademie, TNO en de Universiteit van de Humanistiek) betekent dit een verdeling van € 1.705.800 : 1.137.200. De verdeling binnen het WO is gebaseerd op de Rijksbijdrage 2010 waarbij, na de gelijke nullast, het resterende deel van de samenwerkingsbijdrage WO volgens het evenredig deel van de Rijksbijdrage per universiteit wordt verdeeld. Deze grondslag wordt ook gehanteerd bij de vaststelling vsn de contributie voor de VSNU. De verdeling binnen het HBO zal berekend worden op basis van het aantal ingeschreven studenten per jaar. In bovenstaande tabel zijn de aantallen RB 2008 verwerkt. Deze grondslag wordt ook gehanteerd bij de van de contributie voor de HBO-raad.
De categorie Overigen (KB, KNAW, NWO, Politieacademie, TNO en de Universiteit van de Humanistiek) krijgt een vaste bijdrage doorberekend.
76
Bijlage C Veel gebruikte afkortingen
AB
-
Algemeen Bestuur
ALT
-
Association for Learning Technology in GB
Cetis
-
the Centre for Educational Technology Interoperability Standards, de door JISC ondersteunde standaardisatie-organisatie
CIO
-
Chief Information Officer
COMIT
-
Coördinerend Overleg Managers Informatie Technologie
CP
-
Commissie Projectbewaking
CSIRT CvDUR
-
Computer Security Incident Response Team Coördinatievergadering van Directies Universitaire Rekencentra
DARE
-
Digital Academic Repositories
DB
-
Dagelijks Bestuur
DiRECt
-
Digitale Rechten Expertise Centrum
DU
-
Digitale Universiteit
ECAR
-
EDUCAUSE Center for Applied Research
EDUCAUSE -
Transforming Education Through Information Technologies, de SURF van de VS
ELO
-
elektronische leeromgeving
ESD
-
Elektronische Softwaredistributie
ESP
-
Educational Service Provider
EU
-
Europese Unie
FAQ
-
Frequently Asked Questions
FOBID
-
Federatie van Organisaties in het Bibliotheek-, Informatie-, en Documentatiewezen
IDS
-
Intrusion Detection System
JISC
-
Joint Information Systems Committee, de SURF van GB
KAAIWO
-
Kontaktgroep Administratieve Automatisering Instellingen voor Wetenschappelijk Onderwijs
KNAW
-
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
LUKB
-
Licentiebureau UKB
NAP
-
Nationaal Actieplan e-Learning
NEN
-
Nederland Normalisatie Insituut
NVAO
-
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie
NWO
-
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
OCW
-
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
PKI SaNS
-
Public Key Infrastructure Samenwerken aan een Nieuw SIS
SHB
-
Samenwerkingsverband Hogeschool Bibliotheken
77
SIG
-
Special Interest Group
SIS
-
Student Informatie Systemen
SOA
-
Service Oriented Architecture
SPARC
-
Scholarly Publishing and Academic Resources Coalition
UKB
-
Samenwerkingsverband van de dertien Nederlandse universiteits bibliotheken, de Koninklijke Bibliotheek en de bibliotheek van het NIWI
UVIPA
-
Universiteiten vervangen IPA (salarissysteem)
VoIP
-
Voice over IP (internettelefonie)
VSNU
-
Vereniging van Universiteiten
WP
-
werkpakket(ten)
WTR
-
Wetenschappelijk Technische Raad
78