TRANSUMO Peoplemovers op Weg Duurzaam openbaar vervoer door geautomatiseerd Personevervoer EindrapportagePeoplemovers op Weg, februari 2010
Auteur: Ir. Gerard Alink
THEMA KLANTGERICHT COLLECTIEF PERSONENVERVOER
Samenvatting Nederlands Het project Peoplemovers op Weg (PoW) heeft zich gericht op het ontplooien van de mogelijkheden van automatisch personentransport als nieuwe modaliteit binnen duurzaam openbaar vervoer. Openbaar vervoer kan een belangrijke rol te vervullen in duurzame mobiliteit omdat een grote vervoerprestatie bij een verhoudingsgewijs beperkt ruimte- en energiegebruik geleverd kan worden, en de vervoerwijze toegankelijk is voor eenieder en daarom een belangrijke sociale functie kan vervullen. Om die rol optimaal te vervullen is het belangrijk het openbaar vervoer zelf duurzaam te maken en de servicegraad gelijkwaardig of tenminste concurrerend te maken met autovervoer. De dienstverlening van peoplemovers richt zich op de ‘eerste en laatste kilometers’ van de collectief vervoerketen. Dit voor- en natransport kenmerkt zich door sterk divergerende, individuele, vervoerstromen. Individueel openbaar vervoer was tot dusver beperkt tot taxi’s met inherent hoge kosten. Een manier om deze kosten te verlagen is het elimineren van de factor chauffeur. Dat is de kern van het peoplemover concept. Het project “Peoplemovers Op Weg” was opgebouwd uit vier werkpakketten: - WP1: Stedelijk vervoer-in-de-toekomst; - WP2: Omgaan met omgevingsfactoren; - WP3: Toolbox voor concessieverleners; - WP4: Proeftuin. Het project borduurde voort op eerder onderzoek in Connekt- respectievelijk EU-verband. Daar was vooral sprake van onderzoek naar technische aspecten. In Transumo is het onderzoek ‘van kleur verschoten’ naar de implementatiekant. De volgende resultaten zijn bereikt: 1. Er is een stakeholdersanalyse uitgevoerd waaruit blijkt welke partijen welke belangen dienen en hoe zij kunnen bijdragen aan het succes van een peoplemoverproject. 2. Voorstudie m.b.t. nieuwe algoritmen om de gegevens van het omgevingsscanningsysteem om te zetten naar besturingsacties van het voertuig. 3. Een systeemlogica voor de afhandeling van een vloot Peoplemovers op een netwerktracé. 4. Aanzet tot een op basis van die systeemlogica functionerend besturingssysteem voor de afhandeling van de vervoervraag. In de tweede helft van 2006 ontstond een groot probleem toen bleek dat de verdeling over de partners van het door Transumo uitgekeerde subsidievoorschot door de penvoerder niet plaatsvond. Ondanks intensieve actie vanuit het projectmanagement bleef dit probleem voortduren. Daarop besloot één van de partners de projectwerkzaamheden op te schorten, waardoor het prototype niet kon worden afgemaakt. Uiteindelijk is het project in 2007 gestopt nadat Frog, dat de projectleider leverde en penvoerder was, failliet ging. Desondanks heeft dit project bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van Peoplemovers. Het vormde tevens de basis voor het in 2008 binnen Transumo gestarte project NiVeS.
2
1. Introductie Het project Peoplemovers op Weg (PoW) heeft zich gericht op het ontplooien van de mogelijkheden van automatisch personentransport als nieuwe modaliteit binnen duurzaam openbaar vervoer. Openbaar vervoer kan een belangrijke rol te vervullen in duurzame mobiliteit omdat een grote vervoerprestatie bij een verhoudingsgewijs beperkt ruimte- en energiegebruik geleverd kan worden, en de vervoerwijze toegankelijk is voor eenieder en daarom een belangrijke sociale functie kan vervullen. Om die rol optimaal te vervullen is het belangrijk het openbaar vervoer zelf duurzaam te maken en de servicegraad gelijkwaardig of tenminste concurrerend te maken met autovervoer. De dienstverlening van peoplemovers richt zich op de ‘eerste en laatste kilometers’ van de collectief vervoerketen. Dit voor- en natransport kenmerkt zich door sterk divergerende, individuele, vervoerstromen. Individueel openbaar vervoer was tot dusver beperkt tot taxi’s met inherent hoge kosten. Een manier om deze kosten te verlagen is het elimineren van de factor chauffeur. Dat is de kern van het peoplemover-concept. Er zijn twee grote barrières voor het realiseren van het potentieel van peoplemovers. Allereerst is met de huidige stand van de techniek alleen rijden op een aparte, autonome (van overig verkeer gescheiden) rijbaan mogelijk. Dit is een enorme beperking voor de toepassingsmogelijkheden in de stedelijke omgeving, waar de ruimte kostbaar is en het aanleggen van nieuwe infrastructuur, indien al mogelijk, een traag en zeer kostbaar proces is. Idealiter zou het geautomatiseerde systeem moeten kunnen functioneren in een (beperkt) gemengd-verkeer situatie, bijvoorbeeld op taxi-/busbanen en eventueel gemengd met fietsverkeer. De tweede barrière ligt in de algemene onbekendheid van peoplemovers bij gemeenten, planologen, OV bedrijven, publiek en bij de nog beperkte acceptatie van volledig geautomatiseerde vervoersystemen – zeker in een gemengd verkeer omgeving. Het project Peoplemovers op Weg heeft het slechten van deze twee barrières tot doel gehad en wilde daarmee een belangrijke stap zetten op het transitiepad naar duurzaam stedelijk collectief vervoer. De innovatie van het project heeft zich gericht op twee aandachtsvelden: 1. Techniek: Voor het inpassen van peoplemovers op bestaande infrastructuur en in bestaande verkeersstromen wordt een zeer geavanceerd systeem ontwikkeld voor het scannen van de omgeving en de vertaling daarvan naar concrete reacties van het voertuig op veranderende elementen in zijn omgeving. 2. Inpassing: Het bestudeert alle aspecten die van belang zijn bij de inpassing en ontwikkeling van een peoplemoverproject in de stedelijke en sociale omgeving en ontwikkelt innovatieve hulpmiddelen en oplossingen daarvoor. De combinatie van innovatierichtingen zou de weg vrij moeten maken naar opschaling van peoplemoverprojecten in Nederland. Het toegepast wetenschappelijk onderzoek richtte zich op het stadcentrum van Almere als testcase of ‘proeftuin’. Doel was, in samenwerking met de gemeente Almere, een concept te ontwikkelen voor een peoplemover-systeem in het autoluwe centrum. Dit systeem moest een belangrijke schakel vormen voor het behoud van de centrumfunctie in de geplande opschaling van de stad van ca. 200.000 naar 400.000 inwoners (de zogenaamde ‘Schaalsprong Almere’). Het eindresultaat van het project binnen de kaders van Transumo zou een uitgewerkt, uitgetest en gedragen plan moeten zijn voor de implementatie van peoplemovers in Almere. Daarbij was ook een demonstratie voorzien op locatie om het idee tastbaar te maken voor de stakeholders. Full scale implementatie van een peoplemoversysteem kan het gevolg zijn van het project, maar maakt geen deel uit van het project in zijn huidige vorm. Het project dient de haalbaarheid aan te tonen vooraleer de gemeente daartoe kan besluiten. De achterliggende hypothese was, dat een goed functionerende operationele demonstratie belangrijke stakeholders (besluitvormers, maar ook burgers, bedrijven) zou kunnen overtuigen van de meerwaarde en haalbaarheid van het systeem – en daarmee een bijdrage zou kunnen leveren aan het implementatietraject. Een risico daarbij vormen onbekendheid van het concept en mogelijke vooroordelen of scepsis ten aanzien van dergelijk innovatief en futuristisch vervoer. Het creëren van maatschappelijk draagvlak en het voorbereiden van gemeentelijke besluitvorming zijn voor peoplemovers geenszins een gebaand pad. Ook de technische haalbaarheid van de voor het stadcentrum benodigde systeemfunctionaliteit vormt een risico. Belangrijk pluspunt daarbij is dat in het project, ook in internationaal opzicht, leidende partners betrokken zijn uit zowel de industrie als de kenniswereld en dat de meest betrokken dienst (Stadsontwikkeling) van de gemeente Almere met groot enthousiasme aan het project meewerkte.
3
2. Onderzoeksopzet/aanpak Het project Peoplemovers Op Weg was opgebouwd uit: - WP1: Stedelijk vervoer-in-de-toekomst; - WP2: Omgaan met omgevingsfactoren; - WP3: Toolbox voor concessieverleners; - WP4: Proeftuin. Het project borduurde voort op eerder onderzoek in Connekt- respectievelijk EU-verband. Daar was vooral sprake van onderzoek naar technische aspecten. In Transumo is het onderzoek ‘van kleur verschoten’ naar de implementatiekant. WP1 'Stedelijk vervoer-in-de-toekomst' WP1, 'Stedelijk vervoer-in-de-toekomst', onderzocht zowel de vervoerkundige implicaties van een grootschalige uitrol van peoplemovers als de marktkansen op basis van het huidige en toekomstige verplaatsingsgedrag. Daarbij is expliciet rekening gehouden met de onvergelijkbaarheid tussen overheidsinvesteringen in grote infrastructuurprojecten en grootschalige implementatie van kleinere verkeer- en vervoerprojecten. Door de vervoerkundige aspecten van een systeem met peoplemovers te beschrijven en een plaats te geven in de ‘staalkaart aan vervoersaanbod’, kunnen de unieke kwaliteitsaspecten van de peoplemover ingevoerd worden in een -te ontwikkelen- stedelijk vervoersmodel. Netwerkmodellering, programmering en kalibrering, gaan vooraf aan een analyse en interpretatie van de (duurzame) stedelijke vervoersmarkt van de toekomst. Tegelijkertijd is het mogelijk ook de vervoersvraag (opnieuw) te segmenteren in de wetenschap dat de peoplemover deel uitmaakt van het toekomstige stedelijke vervoeraanbod. Door de gesegmenteerde vraag te vullen met data uit het Mobiliteit Onderzoek Nederland, wordt een match mogelijk tussen vraag en aanbod die inzicht geeft over de marktpotentie van de peoplemover in het stedelijk gebied. WP2 Omgaan met omgevingsfactoren Dit WP richtte zich op het ontwikkelen van de volgende stap op het gebied van virtuele intelligentie en systeemfunctionaliteit conform het transitiepad van de Peoplemover Roadmap. Het vooronderzoek had betrekking op het concipiëren van het sensorsysteem voor scanning van de omgeving en functionele experimenten met de sensoriek, zodat de prestaties daarvan in het omgaan met de omgeving in kaart kunnen worden gebracht en meegenomen kunnen worden in de uiteindelijke specificaties. Hierbij is onderzocht in hoeverre de automatische systeemfuncties de (veranderende) omgevingsfactoren van de betreffende locatie kunnen behandelen, in hoeverre de omgeving kon worden aangepast aan het functionele niveau dat bereikt kan worden (door bijvoorbeeld de toegankelijkheid van de rijbaan voor ander verkeer te beperken) en in welke mate menselijke beoordeling en handeling in het omgaan met omgevingsfactoren moest worden toegevoegd. Indien menselijke ondersteuning vereist blijkt, zoul worden onderzocht op welke manier daarbij de beste combinatie kan worden gerealiseerd tussen veiligheid en (kosten)efficiëntie. Om het functioneren reeds op laboratoriumniveau aan te kunnen tonen en de grenzen van de automatische functies te kunnen bepalen, zou voor het systeem een nieuwe 'Hardware In the Loop' testmethodiek worden ontwikkeld en uitgevoerd. WP3 'Toolbox voor concessieverleners' WP3 betrof de ontwikkeling van een viertal praktische instrumenten waarmee vragen met betrekking tot de implementatie van peoplemovers op een specifieke locatie kunnen worden afgehandeld. De tools zijn hulpmiddelen voor concessieverleners in het besluitvormingsproces gedurende ideeën-, planvorming- en realisatiefase. Specifiek gaat het om de volgende deliverables: • Een marktverkenner, bestaande uit een SWOT-analyse waarmee bereikbaarheids-, duurzaamheids- en concurrentieaspecten in kaart worden gebracht, een ontwerpsjabloon waarmee specifieke ontwerpdilemma´s worden voorkomen of opgelost, en een user needs onderzoek om draagvlak en potentieel gebruik onder ingezetenen en bezoekers te peilen. • Een simulator: is een model dat het gedrag van voertuigen in een vraagafhankelijke omgeving als uitgangspunt heeft. De simulator kan worden gebruikt ter ondersteuning van de dimensionering van het systeem en voor een vroege vorm van visualisatie van het systeem in de omgeving ter ondersteuning van de besluitvorming. • Een risico-reductor die tegemoet komt aan het gebrek aan wet- en regelgeving op het gebied van vervoersystemen met volledig automatische voertuigen en de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheidskwesties. Een beproefde methode om veiligheidsrisico´s te identificeren en adequate maatregelen te genereren met een preventief en/of mitigerend karakter, zullen vanaf het eerste idee het
4
•
Peoplemover design voorbereiden op een succesvol te doorlopen veiligheidsevaluatie (Failure Mode, Effects, and Criticality Analysis, FMECA). Een business model, opgebouwd uit een lijst met kostenposten en een inschattingsmodule voor het vullen van deze lijst, een kader voor maatschappelijke kosten-baten analyses, en een format voor de benodigde business case.
WP4 Proeftuin De plannen voor de proeftuin zouden worden ontwikkeld voor het centrum van Almere. Dit nieuwe centrum moet uitgroeien tot de kern van een stad met een omvang groter dan Utrecht. Dit geeft een geweldige uitdaging met betrekking tot de bereikbaarheid. Die bereikbaarheidskwaliteit is nu zeer goed en Almere wil dat behouden. De stad wil daarbij nadrukkelijk denken aan innovatieve oplossingen. Het proces in WP 4 doorloopt vijf fasen: • vooronderzoek, • planvorming, • uitwerking van oplossingen, • simulaties en demonstraties, • ex-post evaluaties. Het vooronderzoek betreft een inventarisatie van de ontwikkeling van klantenwensen, vervoersvraag en de infrastructurele mogelijkheden van de locatie. In deze fase wordt reeds aandacht besteed aan de veiligheid opdat risicoreductie al op de tekentafel kan worden toegepast. Vervolgens wordt het benodigde systeem in functionele termen beschreven en geconcipieerd. Hieruit volgt een programma van eisen voor de verdere ontwikkelingen in WP2 en WP3. Consortium Het projectconsortium bestond uit: • Gemeente Almere. Almere is probleemeigenaar (zie hoofdstuk 1) met het centrum als onderzoeksgebied en de stadsdiensten en het bestuur als referentiemodel voor het besluitvormingsproces. • Advanced Netherlands Transport - ANT is een verkeerskundig adviesbureau dat gespecialiseerd is in innovatief vervoer en openbaar vervoer. • Frog Navigation Systems - Specialist op het gebied van AGV’s en marktleider op het gebied van vrij navigerende peoplemovers. Frog heeft een eigen technologie voor voertuignavigatie en introduceerde in 1997 de eerste vrij navigerende peoplemover. • Mobileye - Mobileye is gevestigd in Jeruzalem/Israël en is wereldwijd één van de meest vooraanstaande firma’s op het gebied van vision technologie voor automotive toepassingen in advanced driver assistance systems. • Sick GmbH - Sick, met het hoofdkantoor in Waldkirch/Duitsland, is wereldleider op het gebied van laserscanners. Haar dochteronderneming Ibeo AS (Hamburg) is specialist op het gebied van laserscanners voor automotive toepassing en heeft daarvoor de meest geavanceerde software en hardware. • TNO - Automotive zet haar kennis in op het gebied van veiligheidsanalyse en testmethoden voor intelligente voertuigen met gebruik van het VEHIL Lab. • TNO - Mobiliteit en Logistiek is sterk in de planologische en vervoerskundige kant van de zaak en geïnteresseerd in het procesmatige en transitie gedeelte van het project. TNO werkt samen met het Dutch Research Institute for Transitions van de Erasmus Universiteit (DRIFT) dat via TNO ook deelneemt aan het project. Projectverloop Inhoudelijk is de projectuitvoering goed verlopen tot en met eind 2006. Aan het einde van 2006 vertrok de mede-initiator van het project bij TNO. Ondanks dat direct in goede opvolging werd voorzien, is deze personele mutatie een verlies voor het project gebleken. Voor het project eindigde 2006 in een instabiele situatie vanwege onzekerheid over de inzet van de partners in verband met een stagnerende subsidiekasstroom vanuit de penvoerder (Frog Navigation Systems). Dit bleek een niet oplosbaar probleem te zijn omdat de penvoerder in financieel zwaar weer terecht was gekomen, hetgeen uiteindelijk leidde tot een faillissement. Dat had weer tot gevolg dat het project begin 2007 voortijdig is beëindigd. Frog nam het reeds door Transumo uitgekeerde subsidievoorschot (enkele tonnen euro’s) mee in de boedel van het faillissement, waardoor de consortiumpartners uiteindelijk geen vergoeding hebben gekregen voor reeds uitgevoerd werk. Het lukte vervolgens niet om een adequate vervanger voor Frog in het consortium te krijgen.
5
3. Resultaten en effecten De volgende resultaten zijn bereikt: • Er is een stakeholdersanalyse uitgevoerd waaruit blijkt welke partijen welke belangen dienen en hoe zij kunnen bijdragen aan het succes van een peoplemoverproject. • Voorstudie m.b.t. nieuwe algoritmen om de gegevens van het omgevingsscanningsysteem om te zetten naar besturingsacties van het voertuig. • Een systeemlogica voor de afhandeling van een vloot peoplemovers op een netwerktracé. • Aanzet tot een op basis van die systeemlogica functionerend besturingssysteem voor de afhandeling van de vervoervraag. Na een opstartperiode in het laatste kwartaal van 2005 is het project in 2006 goed van start gegaan met een helder plan en een gedefinieerde lijst deliverables om in 2006 op te leveren. Er is een goede inventarisatie gemaakt in Almere van de wensen en mogelijkheden voor een peoplemoversysteem in het stadshart (WP1) met als resultaat een in eerste fase afgerond site design (WP3). Daarnaast zijn de eerste stappen gezet tot het ontwikkelen van de techniek nodig voor mengen van peoplemovers met ander verkeer (WP2). Er is een goede systeemspecificatie van een nieuw te ontwikkelen sensorfusie systeem opgesteld op basis van enerzijds de behoeften van de site in Almere en anderzijds de mogelijkheden van de beste technologie van Sick, Mobileye en Frog. Ook is gewerkt aan een eerste werkend prototype. Dit is echter niet gereed gekomen zoals was voorzien. Tevens is er een voor de toepassing in Almere user case study gedaan die in beeldtaal is uitgewerkt. Het prototype van het sensorfusie systeem is gestart en gedeeltelijk getest maar kon niet worden afgebouwd i.v.m. complicaties die zijn opgetreden in de projectuitvoering. Er is binnen het project veel aandacht besteed aan het transitieaspect van PoW (hierover later meer). Het gehele project draaide namelijk om de vraag hoe kan een peoplemover-systeem gerealiseerd worden in de stedelijke omgeving en geïntegreerd in het overige verkeer? Door het systeem de rol van het OV in de stad te laten overnemen en het overige autoverkeer onaantrekkelijk te maken kan dan een duurzaam vervoersysteem gerealiseerd worden en een substantiële bijdrage worden geleverd aan de 3 P’s (people, planet, profit)! Projectanalyse Ontwikkelingen projectconsortium In het begin van 2006 was vooral het integreren van de nieuwe partner Mobileye een belangrijke ontwikkeling. De techniek van Mobileye geeft belangrijke nieuwe mogelijkheden om met behulp van sensorfusie een zeer intelligent en betrouwbaar systeem te bouwen voor het scannen van de omgeving rondom de bewegende peoplemover. De integratie van Mobileye vergde een herschikking van de financiën tussen de partners die goed verlopen is. In de tweede helft van 2006 ontstond een groot probleem toen bleek dat de verdeling over de partners van het door Transumo uitgekeerde subsidievoorschot niet plaatsvond. Ondanks intensieve actie vanuit het projectmanagement bleef dit probleem voortduren. Daarop besloot een van de partners de projectwerkzaamheden op te schorten, waardoor het prototype niet kon worden afgemaakt. Uiteindelijk is het project in 2007 gestopt nadat Frog, dat de projectleider leverde en penvoerder was, failliet ging. Aandacht voor transitieaspecten In de oorspronkelijke projectvoorstellen zat naar de mening van de Transumo-directie veel te weinig aandacht voor de transitieaspecten. Transumo adviseerde om transitiewetenschappers bij het project te betrekken alsmede een OV-concessieverlenende overheid. De noodzakelijke focus op transitievraagstukken, als expliciet onderdeel van het project op te nemen, is als harde eis voor financiering vanuit Transumo gesteld. Daarbij is expertise aangeboden via KSI. Het transitieaspect is door het project intensief opgepakt en door deelname van Jan Rotmans (KSI/DRIFT) via TNO geprofessionaliseerd. Er zijn verschillende analyses uitgevoerd m.b.t. het transitieaspect en presentaties gegeven, o.a. binnen Transumo. Dit project werd gezien als een goed voorbeeld van een transitie naar duurzame mobiliteit. Het is daarom des te meer te betreuren dat het project om redenen van een faillissement van een belangrijke projectpartner voortijdig beëindigd is. Veranderende omstandigheden Participatie van Almere leek een cruciale zet te zijn om het project uit de technische sfeer weg te halen. Almere wilde de peoplemover als onderdeel van het Structuurplan-traject ontwikkelen, waarbij de transitievraagstukken niet van technische maar van bestuurlijke aard waren. Het project PoW verschoot hierdoor van kleur. De aandacht ging uit naar stedelijke inpassing, draagvlakverwerving, bestuurlijk commitment en dergelijke. Het was daarom een grote teleurstelling dat de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 in Almere een nieuw college opleverde met -naar later zou blijken- belangrijke gevolgen voor het project. Wethouder Halbesma, die zeer enthousiast was voor het project, verdween van het politieke toneel.
6
In het nieuwe college werden de portefeuilles anders verdeeld en vond het project niet een direct verantwoordelijke wethouder. Zonder deze backing werd het voor de projectdeelnemers van de Dienst Stadsontwikkeling moeilijker opereren. Het betrekken van andere afdelingen bij het project werd ook uitgesteld. Inbedding in Transumo thema Collectief Personenvervoer De samenwerking in het thema Collectief Personenvervoer onder leiding van Pieter Hilferink van NEA heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de bereikte resultaten. Deelname aan de door Transumo georganiseerde netwerkbijeenkomsten leverde contacten op met andere projecten. Er bleek een enthousiaste bereidheid bij de Transumo directie om het project te ondersteunen met opschaling in de Noordvleugel en het vinden van fondsen voor het realiseren van een implementatieproject in Almere. Internationale kennisontwikkeling Ook t.a.v. de internationale kennisontwikkeling kan nog gezged worden dat door actieve deelneming van enkele buitenlandse partners als Mobileye (Israel) en Sick Gmbh (Duitsland) de kennis goed ingebed werd.
4. Verankering en doorwerking In 2006 is een vrij ambitieus communicatieplan opgesteld. Dit voorzag naast publicaties ook in het regelmatig naar buiten treden van de projectdeelnemers om een zo groot mogelijke groep potentiële gebruikers te voorzien van relevante kennis en zo weerstanden tegen geautomatiseerd vervoer weg te nemen. Voor kennisdeling binnen het internationale professionele circuit was het Europese ‘Integrated Project’ Citymobil de belangrijkste partner. Frog, TNO en Almere waren alledrie bij Citymobil betrokken. Almere heeft op vergaderingen van de Citymobil Reference Group de PoW-plannen gepresenteerd. Binnen Nederland is het project verschillende malen in de media geweest, bijvoorbeeld in de regionale kranten en op TV. TNO heeft het project gepresenteerd op het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2006 en daarover een paper gepubliceerd. Op het seminar Innovatieplatform Rail op september 2006 heeft het project via Marten Janse van TNO een presentatie gegeven over de toekomst van peoplemovers. Dit betrof vooral de inhoud van deliverable D1.1 Peoplemover State Of The Art. Op deze wijze werd inhoud gegeven aan de kennisverspreiding van dit document. Dit document beschrijft de peoplemover vanuit de optiek van transitiemanagement. Verder heeft het project actief bijgedragen aan kennisdisseminatie binnen Transumo door middel van deelname en presentaties op Transumo-evenementen zoals de kennismiddag Mobiliteitstechnologie op 19 oktober 2006. Door het beëindigen van dit project begin 2007 is de verdere uitvoering van het communicatieplan komen te vervallen. Alle deliverables die zijn afgerond zijn gerapporteerd, waardoor deze kennis in elk geval geborgd is. PoW is een belangrijke casus geweest in de ontwikkeling van het gedachtegoed en aanpak rondom transitieexperimenten. PoW is in verschillende publicaties van transitieprofessionals en theoretici (TNO, KSI, DRIFT) gebruikt als casus. Het werd gezien als een zeer goed voorbeeld hoe om te gaan met het transitieaspect.
5. Projectsucces Er is met de afgeronde studieonderdelen een belangrijke stap vooruit gezet op weg naar grootschalige invoering vanpeoplemovers in Nederland. Echter het feit dat dit project voortijdig is gestopt, geeft aan dat er veel nog niet is onderzocht en getoetst, zeker als we kijken naar het ambitieuze projectplan dat in 2005 is opgesteld. Het is maar de vraag of de beschikbare kennis voldoende aanleiding biedt voor partijen om het stokje over te nemen en verder te gaan op de ingeslagen weg. Peoplemovers op (de) Weg krijgen is een grote stap. Je moet de beheersing over je vervoermiddel overdragen aan een computer en dan ontstaat angst voor juridische gevolgen. Gemeenten en politici branden niet graag hun vingers aan schadeclaims die hun een verkiezingsnederlaag kunnen bezorgen. Een belangrijke vraag voor een follow-up van dit soort transitieprojecten is dan ook: hoe kunnen we die vrees bij politici wegnemen opdat er bestendige (bestuurlijke) steun ontstaat voor dit soort projecten, die echte oplossingen kunnen bieden voor de grote problemen waarvoor we ons gesteld zien in mobiliteitsland? Het Transumo-project NiVeS dat in 2008 is gestart in de Zuidvleugel van de Randstad heeft echter laten zien dat een perspectief op implementatie wel degelijk realistisch is. Het project PoW heeft ons in elk geval geleerd hoe bepalend de politieke arena is voor transities naar duurzame mobiliteit. Vanuit transitiemanagement optiek was aan een aantal belangrijke zaken voldaan: er was (althans bij aanvang van het project) politiek draagvlak en een boegbeeld (een koploper met aanzien die een project, idee of concept kan ‘verkopen’, barrières kan slechten en ruimte kan creëren voor ontwikkeling).
7
Het wegvallen van een boegbeeld illustreert enerzijds het belang ervan en aan de andere kant dat je niet alle zaken op voorhand kunt managen in een transitieproject. Het projectteam is trots op wat het bereikt heeft in ruim een jaar. Het is ook teleurgesteld dat het uiteindelijk niet heeft kunnen doorpakken en een echte transitie heeft kunnen bereiken. Wat er nu ligt zou zonder de steun vanuit Transumo niet zijn gerealiseerd en dat is winst. Nu is het wachten op nieuwe initiatieven om uiteindelijk tot een goede business case te komen. Het team is er van overtuigd dat er een toekomst is voor PoW. Op welke termijn is nog moeilijk aan te geven.
Trefwoorden Peoplemovers, transitie, Almere, Transumo, Collectief Vervoer, personenvervoer, duurzaamheid, duurzame mobiliteit.
8
Bijlage Mijlpalen (gehele looptijd project) Mijlpalen voor wetenschappelijke output Wetenschappelijke publicatie W1 Dissertaties/theses W2 Wetenschappelijke publicaties 1 W3 Wetenschappelijke seminars Internationalisering W4 Aansluiting internationale netwerken 2 W5 Participatie internationale deskundigen Toepassingen W6 Toepassingen (valorisatie) 2 Mijlpalen voor economische en maatschappelijke output Duurzame kennisinfra M1 Meer-partij onderzoek 1 M2 Best practices 1 M3 Samenwerkingsverbanden Kennis duurzame mobiliteit M4 Conceptontwikkeling 2 M5 Kennis over technologische vernieuwing 1 M6 Kennis van gebruikers Ervaring voor implementatie M7a Gebruikersoriëntatie 1 M7b Gebruikersparticipatie M8 Praktijkcases 1 M9 Proeftuinprojecten M10 (Ontwikkelen) transitiekennis 1 Concretisering M11 Investeringsprojecten M12 Commerciële tools Mijlpalen innovatietraject, incl. kennistransfer Communicatie-uitingen K1a Website* K1b Factsheets projecten 1 K1c Transumobrochure/leaflet K1d Transumo jaarverslag 1 K1e Transumo jaarcongres Toegepaste publicaties K2 Onderzoeks(tussen)rapportages 4 K3 Vakpublicatie 2 K4 (Bijdragen) Vaksymposia 1 K5 Lezingen, interviews 10
Onderwijs K6 Onderwijscases HBO/WO K7 Afstudeerprojecten/stages Communities K8 Communities/Networks of Practice
9
Over Transumo Transumo (TRansition SUstainable MObility) is een platform van meer dan 300 bedrijven, overheden en kennisinstellingen die gezamenlijk kennis ontwikkelen op het gebied van duurzame mobiliteit. Transumo streeft naar een transitie vanuit het huidige, inefficiënte Nederlandse mobiliteitssysteem naar een duurzaam systeem dat bijdraagt aan versterking van de economische concurrentiepositie, met aandacht voor mens en milieu. Transumo’s activiteiten zijn gestart in 2005 en liepen tot eind 2009. Er is binnen Transumo gewerkt aan ruim 35 projecten en ruim 30 Top-up’s. Louis Pasteurlaan 6 PO Box 80 2700 AB Zoetermeer T +31 (0)79 347 09 50 F +31 (0)79 347 09 55
[email protected] www.transumo.nl
Meer informatie over dit project en andere Transumo-projecten is te downloaden op: www.transumofootprint.nl