TradersClub Jaargang 2 •
september
2012
Technische analyse
! s d n e r t r e Alles ov
Kwantitatieve analyse Strategische analyse Beleggingssoftware
COLUMN DAVID FULLER:
Mogelijke kentering dalende trend waarderingsratio’s?
CHARTING:
Het detecteren van trends
TECHNICAL TOOLS: De Supertrend-indicator
INTERVIEW:
‘To trend or not to trend?’
3 Websites & Apps
Beleggingsboeken Aandelen
Opties & futures Fondsanalyse
Achtergronden
www.keyword.nl – software en boeken voor de ambitieuze belegger
Software voor: • Technische Analyse • Koersinformatie • Portefeuillebeheer
Succesvol traden in opties, futures en turbo’s Auteurs: Michael Ahrens, Harry Geels en Rombout Kerstens 160 pagina’s, € 39,95 ISBN 978-90-77553-06-0
Beleggen met technische analyse Auteur: Harry Geels 320 pagina’s, € 59,ISBN 90-77553-03-7
Praktijkgids Indicatoren Auteur: Rombout Kerstens 136 pagina’s, € 39,95 ISBN 978-90-77553-07-7
Succesvol beleggen is een keuze Auteur: Bert van Arkel 194 pagina’s, € 39,95 ISBN 978-90-77553-08-4
TA-script voor systeembouwers Auteur: Eric Jansen 192 pagina’s, € 39,-
Inhoud
5
EDITORIAL:
6
UIT DE MARKT:
Harry Geels legt uit waarom het bestaan van trends een van de belangrijkste veronderstellingen is van de technische analyse.
CHARTING:
14
TECHNICAL TOOLS:
Wetenswaardigheden uit de financiële markten en de wereld van beleggingssoftware.
COLUMN 3 DAVID FULLER:
David Fuller kijkt naar de koerswinstverhouding van de afgelopen en constateert dat de eerste tekenen van een mogelijke kentering in de dalende trend van de waarderingsniveaus zichtbaar zijn.
10
12
Op internet staan diverse artikelen en papers over de Supertrend-indicator. Jeroen Bijleveld gaat een aantal tests doen en kijken of de indicator zijn naam eer aan doet.
INTERVIEW: 16 Een gesprek van Mischa Peters met de
heer Koelewijn en de heer Zwag, twee academisch geschoolde beleggers die hun sporen in de beleggerwereld hebben verdiend. Ze behandelen onder andere de vraag of de koersvorming nu efficiënt is of niet, en of beleggers met actieve beslissingen extra rendement kunnen behalen.
BOEKEN:
Recensies van ‘A Random Walk Down Wall Street, The Time Tested Strategy for Succesful Investing’ van Burton G. Malkiel en ‘Trading Triads, Unlocking the Secrets of Market Structure and Trading in Any Market’ van Felipe Tudela.
Harry Geels gaat in op de vraag of trends bestaan en hoe we ze in dat geval dan kunnen detecteren.
22
LEZERSVRAGEN:
Trader Aloys Mattijssen beantwoordt vragen van traders, een belangrijke doelgroep van TradersClub Magazine. De redactie reageert op vragen van meer algemene aard en Rombout Kerstens behandelt vragen over Excel.
september 2012 ● TradersClub Magazine
3
Servicepagina
TradersClub TradersClub Magazine verschijnt vier maal per jaar met artikelen over o.a. technische analyse, handelssystemen, derivaten, kwantitatieve en strategische analyse. TradersClub Magazine geeft praktische informatie, maar schuwt de theoretische diepgang en een kritische blik niet als dat nodig is. Het doel is u een voorsprong te geven op de rest van het beleggerspeloton.
T
radersClub magazine krijgt u vier maal per jaar toegestuurd als u een z.g.n. Premium Member Lidmaatschap afsluit op www.tradersclub.nl. U heeft dan ook volledige toegang tot de TradersClub website met alle voordelen zoals: de juridische en computertechnische ledenservice, charts, nieuwsbrief en veel extra informatie. U kunt bovendien met korting naar de TradersClub workshops.
Trader Jaargang
2•
ber
septem
sClu
b lyse
che ana
Technis
2012
lyse
atieve ana
Kwantit
lyse
sche ana
Strategi
e
softwar
Beleggings
: FULLER nd DAVID ende tre COLUMNkentering dal e ? Mogelijk ngsratio’s waarderi
G: CHARTINeren van trends ect
Het det
OLS: CAL TO TECHNI rend-indicator ert
De Sup
IEW: ’ INTERV or not to trend? nd ‘To tre
Word Premium Member op www.tradersclub.nl en ontvang ieder kwartaal TradersClub Magazine
3 s
s & App
Website
boeken
Beleggings n
Aandele
Opties &
futures se
naly Fondsa
ronden
Achterg
Agenda Workshops & Seminars dinsdagavond ☛ Workshop Zelf doen of kant-en-klaar product? Door Jim Tehupuring, Beleggingscoach Tijd: 19:30 tot 22:00 Hotel Maarsbergen, Maarsbergen
le e u t c a e d r voo rs a n i m e s & Workshops kijk op :
donderdagavond ☛ Commodity workshop met Erem + Nikken Door Gökhan Erem en Geert-Jan Nikken Tijd: 19:30 tot 22:00 Hotel Maarsbergen, Maarsbergen Vrijdagmiddag ☛ Live Trading Event Live Trading Forum met bekende traders en échte trades Uniek nieuw evenement voor Nederland! Met o.a.: Michael Ahrens, Aloys Mattijssen, Geert-Jan NIkken, Gokhan Erem Locatie: Centraal in nederland
l n . b u l C s r Trade
Meer informatie: TradersClub.nl
4
TradersClub Magazine ● september 2012
Van de redactie
Trends H
et al dan niet bestaan van trends is het thema in dit nummer van TradersClub Magazine. Het bestaan van trends is een van de belangrijkste veronderstellingen van de technische analyse. Een belangrijk deel van technieken die de technische analyse rijk is probeert trends te detecteren. Dat geldt zeker voor de visuele technische analyse. Met koerspatronen wordt niets anders geprobeerd dan vast te stellen of we een trendomkeer krijgen of dat we slechts in de pauze van een trend zitten. Bij de indicatoranalyse zijn ook de meeste indicatoren bepaald om gebruik te maken van trends (trendvolgende indicatoren), of om vast te stellen of markten voldoende trending zijn of trendkracht hebben (trendindicatoren). Binnen de indicatoranalyse is er een, afwijkende, groep indicatoren die bekend staat als oscillatoren of countertrendindicatoren. Deze proberen ‘overbought’- en ‘oversold’-condities aan te geven. Met deze indicatoren gaat men op zoek naar momenten om te verkopen, of short te gaan als markten te snel zijn gestegen, of te kopen op momenten dat markten te snel zijn gedaald. Overigens werken ook deze countertrendindicatoren beter als er gehandeld wordt in de richting van de trend, dus alleen kopen bij te snelle dalingen in een opgaande trend en alleen verkopen of shortgaan bij te snelle stijgingen. Het al dan niet bestaan van trends komt met name aan de orde in het artikel over charting en het interview met Professor Jaap Koelewijn en Ingenieur Peter Zwag. Wij hopen met dit nummer iets meer licht te laten schijnen over het bestaan van trends en over het, daarmee samenhangende, nut van technische analyse. Maar zelfs voor wie meent dat technische analyse geen extra rendementen oplevert, kan technische analyse toch nuttig zijn. Voor de fundamentele analyse fungeert technische analyse als een soort ‘reality check’. Een fundamenteel analist kan zeggen dat een bepaald aandeel bijvoorbeeld koopwaardig is, maar als de technische analyse het tegenovergestelde zegt, kan de fundamenteel analist zich toch nog eens afvragen of er toch nog wat gemist wordt in de analyse. En andere waardevolle aanvulling die de technische analyse kan bieden is risicomanagement. In mijn boek ‘Beleggen met Technische Analyse’ beschrijf ik in een van mijn appendices de resultaten van mijn afstudeerscriptie aan de universiteit waarin ik een aantal bekende technische-analyse-indicatoren zoals de MACD en Stochastics heb getest. Daaruit kwam naar voren dat het rendement niet zozeer hoger lag dan dat van de benchmark, maar meer dat de risico’s van het beleggen met de betreffende technische indicatoren lager kwamen te liggen, omdat in bepaalde fasen van de markt niet belegd wordt. Verschillende beleggers en vermogensbeheerders gebruiken bijvoorbeeld (de helling van) Voortschrijdende Gemiddelden om te beoordelen of ze tijdelijk uit de markt moeten zijn voor de betreffende assetcategorieën. Aanpalend aan de technische analyse is het hele vak van moneymanagement ontstaan, en tegenwoordig maakt dit onderdeel uit van ieder technisch-analyseboek. De inzichten van moneymanagement zijn ook belangrijk voor het beperken van risico’s. In het risicomanagement ligt waarschijnlijk wel de grootste kracht van technische analyse en risicomanagement kan niet goed uitgevoerd worden zonder het detecteren van trends.
Harry Geels
Colofon Hoofdredactie Harry Geels
[email protected] Eindredactie Heidi Roos
Productie Leontine Koot, PreView Design, Buitenkaag Uitgever Rombout Kerstens Marketing Jolanda Hoebée
Bureauredactie (niet voor abonnementen en bezorgingen)
[email protected] Telefoon: 015-2600487 Postbus 677, 2600 AR Delft
Abonnementen Nederland Jaarabonnement: € 79,Abonnementsprijzen buiten Nederland worden verhoogd met verzendkosten.
Medewerkers Richard Abma, Michael Ahrens, Nico Bakker, Jeroen Bijleveld, Rob Brand, Peter Brands, Hendrik Jan Davids, Rick Duijvestein, David Fuller, Juus de Kempenaer, Rombout Kerstens, Edward Loef, Aloys Mattijssen, Ad Nooten, Michel van Oostvoorn, Mischa Peters, Cees Quirijns, Frans Schreiber, Cees Smit, Ivan Snurer, Jim Tehupuring, Dirk Vandycke, Rick Versteeg, Louis Witte.
Abonnementen België Jaarabonnement: € 79,(+ verzendtoeslag)
Vormgeving PreView Design, Buitenkaag (www.previewdesign.nl)
Abonnementen, bezorging en klantenservice Telefoon: 030 6622466 (tussen 9:00 en 17.00 uur) Fax: 030 6620469 Maarsbergseweg 59, 3956 KV Leersum
[email protected] www.tradersclub.nl Rabobank: 3500.83.83.5
Abonnementen Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via website of bij Klantenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 30 dagen voor de vervaldatum telefonische bij klantenservice wordt opgezegd of anders is overeengekomen. Ook voor informatie over uw lopende abonnement kunt u contact opnemen met klantenservice. Adreswijziging Adreswijziging s.v.p. drie weken van tevoren schriftelijk doorgeven, of wijzigen op de website www.tradersclub.nl Nabestellingen en lezersservice Oude nummers zijn uitsluitend door leden via de website te bestellen: www.tradersclub.nl Advertentie-exploitatie Keyword BV Telefoon: 015-2600487 Fax: 015-2600489
[email protected]
© Keyword Info Systems BV
Niets uit deze uitgave mag worden geproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Keyword BV zijn van toepassing de voorwaarden welke zijn gedeponeerd bij de kamer van koophandel te Delft. TradersClub Magazine bevat informatie en wenken, die met de meeste zorgvuldigheid zijn samengesteld. Keyword BV en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie. De gegevens zoals wij die van u hebben ontvangen, kunnen worden gebruikt voor het toezenden van informatie en/of aanbiedingen door Keyword BV en speciaal geselecteerde bedrijven. Indien u hiertegen bezwaar heeft, dan kunt u een briefje sturen naar Keyword BV, t.a.v. Adresregistratie, Postbus 677, 2600 AR Delft.
september 2012 ● TradersClub Magazine
5
Uit de markt
Vijf alarmsignalen We zijn de laatste jaren regelmatig opgeschrikt door beleggingsfraude. Hoe herkennen we potentiële oplichters?
I
n juni dit jaar werd Texaan Allen Stanford wegens oplichting van beleggers, die daarmee $7 mrd verloren, veroordeeld tot 110 jaar gevangenisstraf. Na Bernie Madoff was dit opnieuw een miljardenfraude in korte tijd. Fraude komt niet alleen in de VS voor, ook Nederland blaast zijn toontje goed mee: Quality Investments, Palm Invest, EasyLife et cetera. Beleggers tuimen er, vooral in goede beleggingstijden, steeds weer in. Recent werd er in Roemenië weer een ‘Ponzi scheme’ (=pyramidespel) opgerold, waarbij maar liefst twee miljoen mensen in het schip zijn gegaan. Er is een aantal criteria die de alarmbellen ten aanzien van op het oog mooie beleggingen moet doen rinkelen. Ten eerste hebben potentiële pyramidespelen doorgaans mooie factsheets met hoge rendementen en lage risico’s. Er bestaan echter geen hoge rendementen gepaard gaande met lage risico’s. Rendement en risico gaan namelijk hand in hand, anders zou er sprake zijn van de ‘free lunch’. Vooral als er sprake is van bijna iedere maand gelijke positieve rendementen, moet dat argwaan opwekken. Ten tweede moeten we oppassen als onduidelijk is hoe de geldstromen precies lopen. Als het geld op een
of andere bedrijfsrekening van de aanbieder van het product moet worden gestort, of als de geldstromen via allerlei vehikels (vaak in het buitenland) lopen, klopt er vaak iets niet. De derde alarmbel heeft te maken met het soort belegging. Potentiële fraudebeleggingen gaan bijna altijd buiten de beurs om; een vastgoedbelegging in Dubaï terwijl daar de rijkste mensen op aarde leven die het prima zelf kunnen financieren, teakhout, levensverzekeringen, directe investeringen in een bedrijf die het niet lukt op reguliere wijze geld bij elkaar te krijgen. Vaak maken ingewikkelde fiscale constructies of belastingontwijkingen deel uit van de mooie rendementen. Ten vierde is er vaak in het marketingmateriaal (dat doorgaans erg goed verzorgd is) overmatig gebruik van woorden die ‘veiligheid’ suggereren. Termen als trust, garantie, kredietwaardigheid, toezicht vallen opvallend vaak. Ten vijfde wordt door fraudeurs vaak de suggestie gewekt dat ze het geld van hun potentiële beleggers eigenlijk niet nodig hebben. Niet zelden gaat het om een zogeheten exclusieve belegging, die alleen voor de ‘happy few’ toegankelijk is. Let wel, niet ieder criterium is even hard en ze moeten vaak in totaliteit worden beschouwd. Hoe krachtiger de bovengenoemde criteria opgeld doen, hoe groter de kans dat er iets mis is. ✘ (reacties:
[email protected])
Graham/Shiller-k/w Er zijn recent twee wetenschappelijke studies verschenen over de Graham/Shiller Cyclically Adjusted Price Earnings (CAPE) ratio, een fundamentele waarderingsratio. Er blijkt enige voorspelkracht uit.
T
echnisch analisten hebben nooit zoveel op met fundamentele ratio’s als de koers-winstverhouding (k/w). Het is echter toch goed af en toe kennis te nemen van de laatste wetenschappelijke studies. Technische en fundamentele analyse kunnen immers ook een prima aanvulling op elkaar zijn. Een van de meest gebruikte ratio’s is de k/w, alleen bestaat deze in verschillende varianten. De kritiek (vooral van technisch analisten) is er altijd op de winstcomponent van de ratio. Gebruiken we de huidige jaarwinst of die van het komende jaar, of gebruiken we, zoals bij Graham/ Shiller, juist een historisch 10-jaarsgemiddelde van de winsten? Er zijn recent twee wetenschappelijke onderzoeken naar de CAPE van Shiller gepubliceerd. De eerste, Value Matters: Predictability of Stock Index Returns, van Natascia Angelini, Giacomo Bormetti, Stefano Marmi en Franco Nardini onderzoekt de capaciteit van CAPE om langetermijnrendementen van aandelen in ontwikkelde landen te voorspellen. De onderzoekers namen echter geen gewoon gemiddelde van de
6
TradersClub Magazine ● september 2012
winsten, maar een exponentieel gemiddelde. De ratio bleek een goede voorspeller te zijn, waarbij de voorspellingen met berekeningen over een langere termijn beter waren. Dat wil zeggen, dat hoe lager de ratio (hoe goedkoper de beurs) is, des te beter de rendementen daarna zijn en vice versa. Een en ander wordt geïllustreerd in figuur 1. Iedere stip geeft de relatie weer tussen de hoogte van CAPE (horizontale as) in iedere maand uit de onderzochte periode en het 20-jaarsrendement (geannualiseerd) daarna. De puntenwolk Relatie 20-jaarsrendement en CAPE (verschillende deelperioden)
Bron: Irrationalexuburance.com
Uit de markt
loopt van rechtsonder naar linksboven, dus hoe lager de CAPE in enige maand, hoe meer rendement in de twintig jaar daarna. De verschillende kleuren geven deelperioden aan. De relatie tussen CAPE en toekomstig rendement is stabiel in de geschiedenis. Er werd nog een aantal andere zaken gevonden door de onderzoekers, bijvoorbeeld dat de voorspelkracht beter werd door niet alleen gebruik te maken van koersen, maar ook van brutoresultaten. De conclusie was dat aandelenmarkten altijd bubbles en crashes zullen hebben op de korte termijn, terwijl voor de langetermijnrendementen waardering op basis van bijvoorbeeld CAPE een goede voorspeller is. In de tweede studie getiteld ‘Does the Shiller-PE Work in Emerging Markets?’ van Joachim Klement wordt onderzocht hoe betrouwbaar CAPE is voor 35 verschillende landen, waaronder een grote hoeveelheid opkomende markten. Klement vond ook hier dat CAPE een betrouwbaar waarderingsindicator is voor zowel opkomende als ontwikkelde landen. Klement gebruikte de indicator om de reële rendementen van lokale aandelenmarkten over de komende vijf tot tien jaar te voorspellen. Op basis van de huidige stand van de CAPE voor de onderzochte landen doet Klement een aantal opvallende voorspellingen. De kans op negatieve reële aandelenrendement na tien jaar is klein, waarbij de VS wordt verondersteld de laagste reële rendementen te behalen (hij raadt daarom aan de VS
10-jaars CAPE VS
Bron: The Economist
te onderwegen). Zie ook figuur 2. De door de crisis getroffen Zuid-Europese landen hebben over het algemeen de gunstigste waardering, dus potentieel ook de hoogste rendementen in de toekomst. Griekenland zou zelfs 100% rendement moeten kunnen maken over een periode van vijf jaar. Opkomende markten gaan waarschijnlijk minder hoge reële rendementen halen, waarbij Oost-Europa, Turkije en Zuid-Afrika thans het best gewaardeerd zijn, dus relatief de hoogste rendementen moeten kunnen halen.✘
(reacties:
[email protected])
Spreiding werkt (beperkt) Onderzoek van Blackrock toont aan dat spreiding werkt, maar beperkt. Zelfs een goed gebalanceerde portefeuille correleert sterk met aandelen. Wie echt goed wil spreiden moet naar alternatieve beleggingsvormen gaan.
B
(70% obligaties dus) heeft nog altijd een hoge correlatie met de aandelenmarkt. De correlatie van de rendementen van de 30/70-portefeuille met de rendementen van aandelen is nog altijd 0,82. Conclusie van de onderzoekers: ‘een traditionele ‘long-only’-portefeuille van aandelen en obligaties biedt niet voldoende spreiding. Het verhaal wordt anders als je grondstoffen, valuta’s (CTA’s) en vastgoed en dergelijke in de portefeuille zet. Dan gaat de correlatiecoëfficiënt wel (hard) omlaag. ✘
eleggers moeten weten waar de risico’s vandaan komen en op basis van welke risicofactoren ze uiteindelijk beloond worden. Veel traditionele (reacties:
[email protected]) beleggers spreiden bijvoorbeeld volgens het bekende 60/40-principe, wat neerkomt op 60% Correlatie van traditionele 60/40-portefeuille aandelen en 40% oblimet aandelenmarkt gaties. De researchafdeling van Blackrock heeft uitgerekend dat over een 15-jaarsperiode (1997-2011) zo’n traditionele portefeuille sterk gecorreleerd is met aandelen. Sterker nog, de correlatie is bijna 1-op-1 (zie figuur, die aangeeft dat de correlatie 0,99 is om precies te zijn). Zelfs een meer defensieve portefeuille, die bijvoorbeeld gebaseerd is Blackrock op het 30/70-principe
september 2012 ● TradersClub Magazine
7
Software
Trends uit de software- en datamarkt Extreme High Speed trading High Speed(HS)-trading is feitelijk een extreme vorm van voorkennis. Het is volledig geautomatiseerde, ultrasnelle scalptrading. Door het orderboek sneller te ‘lezen’ dan de concurrentie, kan er net iets eerder worden ge- of verkocht dan de concurrentie. Deze vorm van trading is overigens alleen weggelegd voor professionele partijen met directe toegang tot de beurzen, lage orderkosten en kapitaal om te investeren in hard- en software. Het is te vergelijken met de uitverkoop in een warenhuis: iedereen staat startklaar bij de ingang achter het lint met een winkelwagen in de aanslag. Wie het hardste door de gangpaden racet haalt de beste koopjes binnen. Wat de opgevoerde winkelwagen is voor de shopaholic, is de snelle computer voor de HS-trader. De meeste computers zijn voorzien van identieke chips van Intel,
Product Fabrikant Website- WWW
AMD of Motorola, dus hier is niet zo veel winst te behalen. Maar met een truc is dezelfde processor wel iets ‘op te voeren’, door hem meer berekeningen per seconde te laten maken dan waarvoor hij ontworpen is. Deze techniek heet ‘overclocking’, maar heeft zijn beperkingen. Bij een te hoge ‘clockspeed’ wordt de processor te warm en dit doet de snelheidswinst weer teniet. En hier komt de vloeibare stikstof om de hoek kijken als extreem koelmiddel voor de processor, zodat de computer weer net iets sneller is dan de concurrentie. PC’s met ‘overclocking’-techniek zijn overigens ook voor particulieren te koop. De extra snelheid kan bijvoorbeeld zinvol zijn bij extreem rekenintensieve taken zoals het optimaliseren van indicatorparameters. Handelscomputer op hol Dat algorithmic trading niet
zonder risico’s is, bewees beurshandelaar Knight Capital met een technische storing begin augustus. Ongeveer $10 mln per minuut ging er voor de beurshandelaar verloren door een op hol geslagen handelscomputer. Door de computerstoring kocht het bedrijf onbewust grote hoeveelheden aandelen. Bij de verkoop van deze aandelen heeft Knight Capital een verlies van $440 mln geboekt. Ter vergelijking: het bedrijf had in het tweede kwartaal van dit jaar een inkomen van $289 mln. De toekomst van de beurshandelaar is hierdoor onzeker geworden. Er hebben zich inmiddels al enkele strategische en financiële partners gemeld om een doorstart te maken. Knight Capital zegt dat de storing veroorzaakt werd door het implementeren van nieuwe software op de computer. Foutje, bedankt! ✘ (reacties:
[email protected]).
NL- Technische Portefeuille- Trading- Koers- Optie- Fundamentele Intraday Koop/ Opmerkingen talig analyse beheer systemen info analyse Data Charting Huur
Beurssoftware Amibroker Amibroker Amibroker.com X X X K Elwave Prognosis Prognosis.nl X X X K Specifieke software voor Elliott Wave Analyse Fibonacci Trader Fibonacci Trader Fibonaccitrader.com* X X X K Forest Trader Forest Bergen forestbergen.com X X X X X H Hermes IIS IIS.NL X X X X K Portefeuillebeheer via module Demeter Equis Equis.com* X X X K Importeur in Nederland: Metastock Forest Bergen Omnitrader Nirvana Systems Nirvanasystems.com* X X K Tradestation Tradestation Tradestation.com X X X X H Alleen beschikbaar inclusief Brokerservice Vestics Vestico Vestico.nl* X X X X X X H Vision Expert Pavell Pavell.com X X K Wall Street Professional Keyword Onsitesolutions.nl X X X X X X X X K Opie-analyse via optiemodule Option Street Stock Vision Stock Vision Stockvision.nl X X X K Transstock CompuGraphics Transstock.nl X X X K Optiesoftware Optiemaat Foxware Foxware.nl X X K OptionVue OptionVue Systems OptionVue.com X K Sinus Sinus Sinus.nl X X X X K Vooral gericht op optiestrategieën en portefeuillebeheer Datavendors ActiveNet vwd group Activeplus.nl X X X H Eris2 vwd group Eris.nl X X X X X H Esignal Esignal Esignal.com X X X X H ProRealTime ProRealtime Prorealtime.com X X X X H Brokers softwarepakketten Alex Advanced Plus Alex Vermogensbank Alex.nl X X X X X X H Uitgebreide TA via Alex Pro of TA-module Alex Pro Alex Vermogensbank Alex.nl X X X X X X X X H Binck ProTrader Binck Effectenbank Binck.nl X X X X X X X X H TradeBox ABN AMRO Abnamro.nl X X X H WH Selfinvest WH selfinvest Whselfinvest.com X X X X H * Wordt in Nederland aangeboden door de firma Forestbergen, Forestbergen.com
8
TradersClub Magazine ● september 2012
Bron: TradersClub (2011)
Column David Fuller
Einde grote waarderingskrimp? Tekst: David Fuller, Vertaling en bewerking: Jeroen Bijleveld
Deze keer kijken we naar de ontwikkeling van de koers-winstverhouding in de afgelopen jaren. De eerste tekenen van een mogelijke kentering in de dalende trend zijn zichtbaar.
I
n maart 2000 maakte de S&P500 een top in de buurt van 1550 en in de daaropvolgende twaalf jaar heeft de index zich voor het merendeel van de tijd op een volatiele wijze bewogen in een range. Een van mijn seminardeelnemers een paar jaar geleden, herinnerde zich hoe ze tien jaar eerder in een tracker had belegd. Ondanks dat ze deze belegging een decennium had aangehouden, had ze er weinig op verdiend. Dit moet hebben gevoeld als rennen zonder van de plaats te komen, gezien de grote gebeurtenissen die in de voorgaande jaren plaatsvonden op de markten. Een belangrijk emotioneel kenmerk van markten in een range is dat de verwachtingen verslechteren. Hoe langer een range duurt, des te teleurgestelder degenen zijn die op de top van de stagnatiefase hebben gekocht. Ze zullen minder geneigd zijn om te kopen wanneer de koersen naar dit niveau terugkeren. Precies hetzelfde geldt voor degenen die short zijn gegaan op de bodem van de range. Daarom is de range de weergave van een conditioneringsproces en verslechteren de verwachtingen. Mensen zijn geneigd te voorspellen wat ze zien, dus wanneer een markt gedurende lange tijd in een range gezeten heeft, zullen de
Ontwikkeling koers-winstratio S&P500 vanaf 1982
meeste mensen voorspellen dat de markt in deze range zal blijven. Ook tussen 1965 en 1982 zat de S&P500 zo’n lange tijd in een range. In deze periode werd het 1000-puntenniveau gezien als een glazen plafond voor de Dow Jones Industrials Index, omdat de index een aantal keren weerstand had ondervonden rond dit niveau. Deze cyclus van vijftien jaar werd gekenmerkt door een lang proces van dalende koerswinstverhoudingen (k/w’s) en stijgende dividendrendementen. Met andere woorden: terwijl de koersen min of meer zijwaarts bewogen, verbeterden de winsten waardoor de k/w’s daalden. De markt werd fundamenteel goedkoper door simpelweg zijwaarts te gaan. In de laatste twaalf jaar is de k/w van de S&P500 gedaald van een piek in de buurt van 30 in juni 2000 naar het huidige niveau van 14,29 (zie figuur). Dit is een vergelijkbaar proces van afname van de waarderingen. Een van de uitdagingen bij het bekijken van koers-winstdata over een lange periode, is dat sommige aandelen soms een heel slecht kwartaal hebben in termen van winst en dit kan de grafieken verstoren. Uitschieters in de data komen voor in een aanzienlijk aantal aandelen in 2000 en 2008. De consistentste koers-winstgrafieken zijn van bedrijven die relatief stabiele winsten hadden. Ik geef twee voorbeelden. Johnson & Johnson is een ‘dividend aristocrat’ uit de S&P500. Dividend aristocrats zijn bedrijven uit de S&P500 die gedurende tenminste 25 opeenvolgende jaren
David Fuller
elk jaar het dividend hebben verhoogd. De k/w bereikte een piek rond 39,5 in 1999 en maakte een bodem rond 11 in 2009. De koers van het aandeel zit sinds 2002 in een range onder $70. De verwachting op de middellange termijn is dat de vraag zal domineren. Pas bij een beweging tot onder $65 wordt dit scenario twijfelachtig. In de technologiesector geeft Microsoft een dividendrendement van 2,61%. In 1999 maakte de k/w een piek in de buurt van 70 en op dit moment handelt het aandeel rond een ratio van 11 als gevolg van een decenniumlange daling die waarschijnlijk gebodemd heeft. Het aandeel heeft grotendeels in een range gezeten sinds 2001, maar zit sinds februari in het bovenste gedeelte van de range. Alleen een beweging tot onder $28 zou ons doen twijfelen aan het potentieel voor een hervatting van de opwaartse trend op middellange termijn. Er zijn nog meer van dergelijke aandelen te vinden. Ze laten zien dat een aantal autonome bedrijven zich uit het proces van waarderingskrimp bewegen en mogelijk een langjarig proces van koers-winstratio-expansie ingaan. Het is nog te vroeg om dezelfde conclusie te trekken voor de brede markt. Niettemin is het redelijk om te veronderstellen dat na een 12-jarige periode van consolidatie, de brede markt dichter bij het einde dan bij het begin van de waarderingskrimp zit. ✘
DAVID FULLER is strateeg bij Stockcube Research Ltd.; hij geeft dagelijks zijn commentaar op de website www.fullermoney.com, waarvan een gedeelte vrij toegankelijk is.
In de laatste twaalf jaar is de k/w van de S&P500 gedaald van een piek in de buurt van 30 in juni 2000 naar het huidige niveau van 14,29.
JEROEN BIJLEVELD is Adjunct-hoofd vermogensbeheer bij Inmaxxa B.V.
september 2012 ● TradersClub Magazine
9
Boekrecensies 10
A Random Walk Down Wall Street The Time Tested Strategy for Succesful Investing Tekst: Jeroen Bijleveld
Auteur: Burton G. Malkiel Uitgever: W.W. Norton & Company Pagina’s: 445 Prijs: €23,99
B
urton Malkiel is professor in de economie geweest aan Princeton en 28 jaar lang was hij directeur van de Vanguard Group. Hij heeft meerdere boeken geschreven en een aantal wetenschappelijke artikelen op zijn naam staan. Hij is momenteel Chief Investment Officer van AlphaShares Investments, een bedrijf gericht op het voor beleggers toegankelijk maken van de Chinese markt. In 1973 verscheen de eerste uitgave van zijn boek ‘A Random Walk Down Wall Street’. Sindsdien zijn er meer dan 1,5 miljoen exemplaren verkocht van deze klassieker die zijn tiende herdruk beleeft. Het boek bestaat uit vier delen. In het eerste deel gaat Malkiel in op het fenomeen speculatieve zeepbellen, beginnend bij de tulpenmanie en eindigend bij de huizencrisis. Een manier om op manies in te spelen is de luchtkastelentheorie. Deze strategie werd geïntroduceerd en succesvol in de praktijk gebracht door de beroemde econoom John Maynard Keynes in 1936. Professionele beleggers moesten zich volgens hem niet bezighouden met het vaststellen van de intrinsieke waarde van een aandeel, maar analyseren welke aandelen de grootste kans maken om onderdeel te worden van een hype onder beleggers. De succesvolle belegger koopt voordat de meute het aandeel ontdekt.
TradersClub Magazine ● september 2012
Keynes besteedde elke morgen een half uur in bed aan beleggen. Met deze gemakzuchtige methode van beleggen verdiende hij een paar miljoen pond. Alle bekende luchtbellen uit de geschiedenis worden op vermakelijke wijze beschreven. Vaak worden de bubbels op de beurs aangehaald als bewijs voor de stelling dat de markten inefficiënt zijn. Dit lijkt in tegenspraak met de visie dat markten rationeel en efficiënt zijn. Volgens Malkiel kunnen de markten irrationeel zijn, maar op den duur corrigeren ze zich op hun eigen onnavolgbare wijze. Uiteindelijk wordt de werkelijke waarde door de markten herkend en dit is de belangrijkste les voor beleggers. In het tweede deel van het boek gaat Malkiel in op de wijze waarop de professionele partijen de markt bespelen. Hij gaat uitgebreid in op de twee heersende stromingen: technische en fundamentele analyse. Malkiel heeft nog nooit een succesvolle technische analist ontmoet, maar wel veel onsuccesvolle. Vervolgens laat hij een aantal bekende en minder bekende technieken de revue passeren. Ook komen enkele goeroes op het gebied van technische analyse, waaronder Robert Prechter, aan bod. Volgens Malkiel kan het historische koersverloop niet worden gebruikt om de toekomst te voorspellen. Technische analyse is vooral amusant, maar niet van echte waarde. Bij fundamentele analyse gaat het volgens Malkiel met name om het voorspellen van toekomstige inkomstenstromen. Dit is om verschillende redenen niet mogelijk. Zo zijn veel van de belangrijke veranderingen die van invloed zijn op de inkomsten onvoorspelbaar. Malkiel geeft nog een viertal
redenen, geïllustreerd met veel praktijkvoorbeelden, waaruit blijkt dat ook fundamentele analyse de nodige tekortkomingen heeft. Fundamentele analyse is volgens hem niets beter dan technische analyse en helpt niet om bovengemiddelde rendementen te realiseren. Het derde deel gaat in op nieuwe beleggingstheorieën. Malkiel gaat in op risico en hoe dat gedefinieerd kan worden. Uitgebreid komt de Moderne Portefeuille Theorie van Nobelprijswinnaar Harry Markowitz aan bod. Ook het systematische, en onsystematische, risico en het Capital Asset Pricing Model worden behandeld. In het laatste deel van het boek geeft Malkiel aan hoe dan wel belegd zou moeten worden. Hij treedt hierbij behoorlijk in detail en geeft voorbeeldportefeuilles met daarbij de rendementsontwikkeling in de afgelopen tien jaar. In een apart hoofdstuk zijn alle fondsen die volgens hem interessant zijn opgenomen met tickersymbool en interessante gegevens als de expense ratio en het belegde vermogen. Malkiel wil in zijn boek aantonen dat rekening houden met de efficiënte markthypothese bij beleggen nog steeds de beste optie is. Hoewel hij in het boek zeer uitgebreid wetenschappelijke research aanhaalt en veel praktijkvoorbeelden, zijn sommige van zijn argumenten wat kort door de bocht en soms zelfs aantoonbaar onjuist. Zo zijn er wel degelijk fondsen te vinden die op basis van technische analyse al jarenlang bovengemiddelde rendementen maken. ‘A Random Walk Down Wall Street’ is echter een heel informatief boek en door de vele anekdotes en prettige schrijfstijl plezierig om te lezen.✘
Trading Triads Unlocking the Secrets of Market Structure and Trading in Any Market Tekst: Dirk Vandycke
Auteur: Felipe Tudela Uitgever: Wiley Pagina’s: 304 Prijs: €43,26
Boekrecensies
H
Het boek begint met een uitgesTrading Triads vormen de basisbouwstenen waaruit de structuur van elke financiële markt opgebouwd is. Ze liggen aan de basis van alle grafiektechnische patronen zoals dubbele toppen en bodems, vlaggen en kanalen. Trading Triads verklaren ook het bestaan van golven op de beurs en het oscillerend karakter dat op zijn beurt daaruit voortvloeit. Elke financiële markt is een oneindige aaneenschakeling van op- en neergaande golven als eb en vloed. Traders zoals Gann en Elliot beschreven het concept van golven al veel eerder. Felipe Tudela gaat in zijn boek echter een stap verder en definieert op een objectieve manier de basisbouwstenen die golven vastleggen. Dit doet hij door de scharnieren die de golven aan elkaar vasthangen te definiëren als pivots of hinges. Het volledige omkeerpatroon zelf doopt hij een triad(1). Ook het fractaal karakter wordt hierdoor op een objectieve manier gekarakteriseerd, want een triad is in wezen de kleinst mogelijke omkeercyclus die je kunt vinden, ofwel de elementaire bouwsteen, het ‘atoom’ van elke marktstructuur en elk patroon. Hieruit volgt eenvoudigweg dat, om van een trendomkeer te kunnen spreken, er minstens drie bars of kaarsen nodig zijn. Immers,
om van een trend te spreken heb je minstens twee kaarsen nodig en om een dalende trend gevolgd door een stijgende trend (of omgekeerd) te definiëren heb je dus minstens drie bars nodig. Geen vier, aangezien beide trends een gemeenschappelijke kaars kunnen hebben (die dan meteen de middelste van de drie moet zijn). De kleinste neerwaartsgerichte trendomkeer bestaat bijgevolg uit een kaars gevolgd door een kaars met een hogere low en een hogere high. Hiermee is de opwaartse trend een feit. De volgende kaars moet dan een lagere high en een lagere low hebben dan de tweede kaars, waarmee de overgang tussen deze laatste twee kaarsen een dalende trend wordt. De drie kaarsen samen vormen dan een neerwaartse scharnier of een ‘descending triad’:
Een ‘ascending triad’ is het spiegelbeeld van een ‘descending triad’. Een kaars met links en rechts ervan een kaars met een hogere low en een hogere high. Een pure ‘v’ dus:
De mainstreamliteratuur houdt het bij een dergelijk concept op het feit dat enkel de high van de linker- en rechterkaars hoger moet liggen en niet de low. Als je naar de opwaartse trendomkeer kijkt, dan zie je dat de rechterkaars de trend heeft
omgekeerd. Dit is een feit. En ook al zijn we niet zeker welke richting de volgende kaars ons zal brengen, toch moeten we het onderscheid maken tussen realiteit, namelijk dat de trend ‘is’ omgekeerd, en de opinie dat de trend terug zou kunnen keren of zijwaarts zou kunnen worden. Dit behoort tot de mogelijkheden, maar is op het moment van de derde kaars (nog) geen realiteit. De middelste kaars van een triad geeft met z’n hoogste koers (bij een descending) of z’n laagste koers (bij een ascending) de pivot aan. Elke ‘swing’ is dan telkens gevangen tussen twee pivots. Swings wisselen elkaar daardoor af. Nu is het best mogelijk, en dit hoort ook tot het bestek van dit boek, dat je clusters van dergelijke triads krijgt die zich voordoen op hetzelfde moment maar in verschillende tijdsframes. Dit is waar het boek echt interessant begint te worden. Een hele waaier aan bestaande technieken blijkt ‘bevat’ te liggen in de theorie van dit boek. Het boek is niet meteen ‘to the point’ geschreven en met veel herhaling, maar inhoudelijk een boek dat tot de categorie ‘brainfood’ mag worden gerekend. Het brengt je op ideeën, veel ideeën. ✘ Noot (1) Een triad lijkt heel goed op wat men ook wel een fractaal of algemeen een swingpoint noemt. Toch is de definitie van een triad strenger (en dus meer beperkend). Wat men in de mainstreamliteratuur een swingpoint of fractaal noemt, wordt dan door de auteur een ‘ringed (charted) bar’ betiteld. Verwarrend is hier de ‘zachte’ uitdrukkking.
september 2012 ● TradersClub Magazine
11
Charting
Trends: bestaan ze en kunnen we ze detecteren? Tekst: Harry Geels
Een van de belangrijkste veronderstellingen van de technische analyse is het bestaan van trends. Aanhangers van de Random Walk Hypothese, die vooral uit de wetenschappelijke hoek komen, hebben het bestaan van trends altijd ontkend. Bestaan ze nu wel of niet, die trends? En als ze bestaan, hoe kunnen we ze dan vaststellen?
E
en van de belangrijkste prijsvormingsmodellen uit de wereld van de efficiënte marktheorie is die van de Random Walk. De Random Walk-theorie zegt dat er geen vaste lijn in de koersontwikkeling zit. De beste schatting van de koers van morgen is van vandaag (en áls er een trend in de koersen zit, dan wordt deze gedomineerd door de grilligheid of ruis in de koersen). Deze theorie haalt een van de belangrijkste stellingen van de technische analyse, namelijk die van het bestaan van trends, onderuit. Volgens de
‘Failure swing’ en ‘nonfailure swing’ Figuur 1.5 Failure swing en nonfailure swing
A
C
B
A B
S
C
S1 E D
D
S2 F
A
B
Bron: J.J. Murphy, Technical Analysis of the Financial Markets, 1998
Bron: Beleggen met Technische Analyse (Geels, 2005)
‘Failure swing bottom’ en‘nonfailure swing bottom’ Figuur 1.6 Failure swing bottom en nonfailure swing bottom
F D B
B2
B
B1 C
A
D B1 E A
A
C B
Bron: J.J. Murphy, Technical Analysis of the Financial Markets, 1998
Bron: Beleggen met Technische Analyse (Geels, 2005)
12
TradersClub Magazine ● september 2012
Random Walk-theorie zijn, zoals dat zo mooi statisch heet, koersen van het ene op het andere moment niet gecorreleerd. Een van de grootste en bekendste aanhangers van de Random Walk-theorie is professor Burton Malkiel, bekend van zijn boek ‘A Random Walk Down Wall Street’. In de latere versies van deze bestseller heeft hij zijn visie op het louter bestaan van willekeurige koersbewegingen iets genuanceerd (voor bepaalde assetcategorieën zou de koersvorming wat minder efficiënt of willekeurig zijn, vooral van die assetcategorieën waar informatie lastig te verkrijgen is en/of minder betrouwbaar is, zoals voor opkomende markten of private equity). Aanvankelijk hingen de meeste wetenschappers voor 1980 de Random Walk-theorie aan. Over technische analyse en de veronderstelling dat er trends zouden bestaan werd tamelijk laatdunkend gedaan door de wetenschappers. Na 1980 kwam hier langzaam een kentering in. Belangrijk daarbij waren de Momentum-studies van Jagadeesh en Titman. Zij toonden in verschillende wetenschappelijke studies, waarvan de bekendste in 1993 en 2001 werden gepubliceerd, aan, dat het zogenaamde momentum-effect bestaat. Momentum slaat op het fenomeen dat een eenmaal in gang gezette koersbeweging (opwaarts of neerwaarts) de neiging heeft zichzelf in stand te houden of voort te zetten. Als de koers bijvoorbeeld drie maanden meer stijgt dan de meeste andere aandelen (er is sprake van een positief 3-maandsmomentum), dan is er een gerede kans dat ook de volgende maand positief is. In de literatuur wordt naast het 3-maandsmomentum – dat dus statistisch is aangetoond – ook gesproken van het 6-, 9- en 12-maandsmomentum. Het door de wetenschap waargenomen momentum-effect is een bevestiging van het bestaan van trends. Het zegt dat we de winnaars van de laatste maanden moeten kopen en dat we de verliezers short moeten gaan (‘buy the winners and sell (short) the losers’). Het tijdsvenster waarin het momentum-effect zich voordoet is doorgaans niet groter dan een jaar (iets langer of korter kan ook). Op de langere termijn doet zich een tegengesteld effect voor, namelijk overreactie. Zo vonden de Belgische wetenschappers Debondt en Thaler dat aandelen die het lange tijd goed gedaan hebben (over een periode van drie tot vijf jaar), daarna de ‘losers’ van de beurs worden en omgekeerd. Op dit effect moet een technisch analist beducht zijn, in die zin dat hij niet trends die al jarenlang bestaan ook weer voor jaren in de toekomst extrapoleert. Statistische trend Op basis van het door de wetenschap aangetoonde momentum-effect bestaan trends dus. Hoe kunnen we daar als technisch analist dan gebruik van maken? In de technische analyse zijn er twee manieren van werken, via indicatoren (de statistische manier van
FTSE100 met trendomkeer
Bron: Stockcube Research
Charting
werken) en via koerspatronen (de visuele manier van werken). Laten we van beide een voorbeeld bespreken hoe winstgevende trends te detecteren. In een softwarepakket als Wall Street Professional kun je voor de aandelen uit het universum uit laten rekenen hoe groot bijvoorbeeld het 6-maandsmomentum is. Je krijgt dan een lijst met fondsen met hun stijgings- of dalingspercentages. Die lijst rangschik je vervolgens, met bovenaan de sterkste stijgers en onderop de grootste dalers. Vervolgens koop je de top5 en ga je de minst gestegen of meest gedaalde vijf aandelen short. Iedere maand wordt de berekening weer gedaan en wordt de portefeuille eventueel aangepast. De nieuwe aandelen in de top5 worden gekocht en de aandelen die uit de top5 zijn gevallen, worden weer verkocht. Ook moet mogelijk aan de onderkant van de lijst een en ander geherbalanceerd worden. Er is discipline voor deze werkwijze nodig, en de transactiekosten moeten niet al te hoog zijn, want hoge kosten kunnen iedere strategie om zeep helpen. Bij veranderingen van marktsentiment heeft deze momentummethodiek het lastig. Als bijvoorbeeld het sentiment draait van positief naar negatief, dan hebben aandelen die voorheen het sterkst stegen de neiging daarna het hardst te gaan dalen. Deze periode moet een momentumbelegger gedisciplineerd weten te doorstaan. Visuele trend De visuele kant van de technische analyse vindt zijn oorsprong in de Dow-theorie. Hierbij is het patroon van toppen en bodems leidend bij het bepalen van de trend. Zolang toppen en bodems steeds hoger liggen, is er sprake van een opwaartse trend. Liggen toppen en bodems steeds lager, dan geldt de dalende trend. Een van de principes van de Dow-theorie is dat een trend intact blijft totdat er definitieve signalen zijn dat de trend weer gekeerd is. Over wanneer dat gebeurt, had Charles Henry Dow (de grondlegger van zijn gelijknamige theorie) een duidelijk standpunt, dat het beste wordt weergegeven in de figuren 1 (‘failure swing’ en ‘nonfailure swing’) en 2 (‘failure swing bottom’ en ‘nonfailure swing bottom’). Figuur 1 toont de twee situaties die volgens de Dowtheorie het einde van de opwaartse trend aangeven. Situatie A wordt ook wel de failure swing genoemd. Hiermee wordt aangegeven dat de nieuwe top B niet in staat is gebleken hoger te komen dan de vorige
top A. Vervolgens zakt de koers ook nog beneden bodem C, waarmee de koers op punt S het verkoopsignaal geeft. Situatie B wordt de nonfailure swing genoemd. Hier is de koers wel in staat een hogere top C neer te zetten, maar de koers zakt daarna onder de laatste bodem. Sommige analisten zeggen dat op het moment dat de koers een lagere bodem neerzet er al een verkoopsignaal wordt gegeven (S1). Voor andere moet ook nog de top (E) lager zijn en moet de koers beneden koersbodem D zakken om van een bearmarkt te spreken (S2). Figuur 2 toont het ontstaan van een opwaartse trend. In situatie A zien we de failure swing bottom. Hier zet de koers voor het eerst weer een hogere bodem neer (C is hoger dan A) en de koers stijgt vervolgens voorbij de laatste tussentop (B) waar het koopmoment ontstaat. In situatie B staat de nonfailure swing bottom afgebeeld. De koers zet nog wel een lagere bodem (C is lager dan A) neer, maar daarna weet de koers uit te stijgen boven de laatste tussentop (B). Sommige analisten spreken hier al van het ontstaan van een bullmarkt (B1), andere zoeken bevestiging door ook nog te eisen dat de koers een hogere bodem neerzet (E). Het koopsignaal ontstaat dan pas als de koers uitstijgt boven top D. Bevestiging Het zal niet altijd eenvoudig zijn aan te geven of een trend nu daadwerkelijk is omgekeerd en technisch analisten zelf verschillen, afhankelijk van de toegepaste techniek, nog weleens van mening hieromtrent. Een belangrijke visie van Dow, en van overigens alle technisch analisten, is dat de kans dat de trend zich voortzet groter is dan de kans dat hij omkeert. Om extra bevestiging te krijgen kan ook nog met trendkanalen of (liefst horizontale) trendlijnen worden gewerkt. Als belangrijke trendlijnen of betrouwbare uitbraken uit trendkanalen min of meer gelijk vallen met de verandering van het patroon van toppen en bodems, wordt een extra bevestiging gekregen om van een trendomkeer te spreken. Een goed voorbeeld zien we in figuur 3 waarin de FTSE100 van de afgelopen tien jaar wordt uitgebeeld. Nadat top B lager lag dan de vorige top, zakte de koers uit een opwaarts trendkanaal, waarna de koers ook nog beneden de laatste bodem C zakte (zie ook de pijl om het precieze verkooppunt aan te wijzen). De failure swing uit de Dow-theorie wordt overigens hier niet alleen bevestigd door de neerwaartse uitbraak uit het trendkanaal, maar ook door het feit dat de bodem C gelijk lag aan de drie bodems daarvoor, waardoor punt C belangrijke steun was en de neerwaartse doorbraak daarmee extra belang krijgt. ✘ Bron: Beleggen met Technische Analyse, visie, methoden en technieken (H.J. Geels, 2005) In de rubriek Charting worden allerlei onderwerpen uit de charttechnische of visuele analyse bij de kop gepakt. Harry Geels is partner en directeur Research van Inmaxxa BV (harry.
[email protected]; www.inmaxxa-research.nl).
september 2012 ● TradersClub Magazine
13
Technical Tools
De Supertrend-indicator Tekst:Jeroen Bijleveld
Op internet staan diverse artikelen en zelfs enkele papers over de Supertrend-indicator. Deze indicator wekt alleen al door zijn aansprekende naam de nieuwsgierigheid. Wie de originele bedenker van de indicator is, is mij overigens niet helemaal duidelijk geworden. In dit artikel gaan we een aantal tests doen en kijken of de Supertrend-indicator zijn naam eer aan doet.
D
e Supertrend-indicator (STI) is een redelijk gecompliceerde indicator met twee variabelen: de ‘Factor’ en de lengte van de Average True Range (ATR) waar we zo op terugkomen. De berekening van de STI gebeurt in een aantal stappen: Stap 1: Het berekenen van de True Range. De True Range is het maximum van: 1. de afstand tussen de high en de low van vandaag; 2. de afstand tussen het slot van gisteren en de low van vandaag; 3. de afstand tussen het slot van gisteren en de high van vandaag. Stap 2: Het berekenen van de Average True Range (ATR): De ATR, bedacht door Wellis Wilder, is het gemiddelde van de True Range over de afgelopen x-perioden. Het aantal perioden is een van de twee variabelen die bij de STI kunnen worden opgegeven. Stap 3: Het berekenen van de Mediaankoers: De Mediaankoers is gelijk aan: (high van de dag + low van de dag)/2, de gemiddelde koers van de dag dus. Stap 4: Het berekenen van de Boven- en Onderband: De Bovenband wordt berekend als: Mediaankoers + (Factor *ATR). De Onderband wordt berekend als: Mediaankoers – (Factor * ATR). De Factor is net als de lengte van de ATR een variabele die kan worden ingegeven. Naarmate de Factor groter is, zullen de Boven- en Onderband verder van elkaar komen te liggen. Een voorbeeld van de Onder- en Bovenband is weergegeven in figuur 1. Stap 5: Het berekenen van de Lowest Low en Highest High van de Boven- en Onderband: Van de hiervoor berekende Bovenband wordt nu de laagste waarde (Lowest Low Value) van de afgelopen 13 perioden genomen (LLV BB). Van de Onderband wordt de hoogste waarde (Highest High Value) van
Resultaten handelssysteem 2
de afgelopen 13 perioden genomen (HHV OB). Zie figuur 2 voor een voorbeeld. Stap 6: Het bepalen van de STI: Wanneer de koers boven de HHV OB sluit, wordt de waarde van de STI gelijk aan de LLV BB, totdat de koers onder de LLV BB sluit. Als dat gebeurt, is de waarde van de STI gelijk aan de HHV OB. Op deze wijze ontstaat een indicator die in een opwaartse trend als een soort trailingstop onder de koersen meeloopt, net zo lang tot de koers eronder sluit. Dan komt de indicator aan de bovenkant van de koersen te liggen, totdat deze opwaarts wordt doorbroken. Een voorbeeld van de STI is weergegeven in figuur 3. De STI is op internet terug te vinden, compleet met volledige formules die u kunt kopiëren en plakken in uw technische-analysepakket. Keyword publiceert voor Wall Street de formule van deze indicator (TradersClub.nl | Magazine | Indicatorenservice). Handelssystemen Om een indruk te krijgen van de prestaties gaan we twee systemen testen op basis van de STI. Voor het eerste handelssysteem gebruiken we de STI om long of short te gaan. Voor een longsignaal dient de koers boven de STI te komen, een shortsignaal krijgen we als de koers onder de STI komt. We zitten dus altijd in de markt. Bij het tweede handelssysteem gaan we een positie aan op basis van de slotkoers. Voor een longsignaal dient de koers boven de STI te sluiten, voor een shortsignaal moet de koers onder de STI sluiten. Ook bij dit systeem hebben we dus altijd een positie. Beide systemen gaan we testen met verschillende instellingen voor de eerdergenoemde Factor en ATR. De Factor laten we variëren van 1 tot en met 15 en de lengte van de ATR van 1 tot en met 10. We testen de systemen op de 25 aandelen van de AEX-index. In totaal doen we tweemaal 10 x 15 tests op 25 aandelen dus 7500 tests in totaal. Om een indruk te krijgen van de prestaties van de systemen vergelijken we deze met buy-en-hold. Het resulaat van het systeem in € wordt gedeeld door het buy-en-holdresultaat in €. Een waarde kleiner dan 1 betekent dat het systeem minder presteert dan buy-en-hold over de geteste periode. Een resultaat groter dan 1 geeft aan dat het systeem meer rendement behaald heeft. Testresultaten systeem 1 Van alle 150 geteste instellingen waren er 13 (9%) die verlies maakten. 131 instellingen (87%) maakten winst, maar minder dan buy-en-hold en 6 instellingen (4%) maakten (iets) meer winst dan buy-enhold. Gemiddeld kwam het rendement van alle 150 geteste instellingen ten opzichte van buy-en-hold uit op 0,28. Dit wil zeggen dat het gemiddelde resultaat, voor kosten en slippage, gemiddeld genomen 72% lager was dan buy-en-hold over dezelfde periode. Testresultaten systeem 2
14
TradersClub Magazine ● september 2012
Technical Tools
De resultaten van deze test Daggrafiek DSM met Boven- en Onderband (stap 4 STI) zijn weergegeven in de tabel. Van de 150 geteste instellingen bij systeem 2 was er 1 instelling (0,7%) die verlies maakte, deze is weergegeven in rood. 116 instellingen (77%) maakten winst, maar minder dan buy-en-hold, deze zijn weergegeven in grijs. 33 instellingen (22%) maakten meer winst dan buy-en-hold en zijn weergegeven in groen. Over Figuur 1: Naarmate de Factor groter is zullen de twee banden verder uit elkaar komen te liggen. alle 150 geteste instellingen kwam het gemiddelde onder de STI op slotbasis waren gemiddeld bijna resultaat ten opzichte van driemaal zo hoog als die op basis van een ‘gewone’ buy-en-hold uit op 0,75. Dit wil zeggen dat in de doorbraak. ✘ backtest het rendement gemiddeld 25% lager lag dan buy-en-hold. Er lijkt sprake te zijn van Daggrafiek DSM met laagste en hoogste waarden enige clustering in de (zie stap 5 STI) hoogste testwaarden. Een factorwaarde van 9 tot en met 12 in combinatie met een ATR-waarde van 3 tot en met 5 (zie kader in de tabel) blijkt goede resultaten te hebben gegeven. Gemiddeld was voor deze 12 systeeminstellingen de waarde 1,86. Dit wil zeggen dat het rendement voor kosten en slippage 86% boven dat van buy-en-hold Figuur 2: Dezelfde grafiek als figuur 1, maar nu met de laagste waarden van afgelopen 13 perioden van de Bovenband en de hoogste waarden van de afgelopen 13 lag in de geteste periode. weken van de Onderband. Wat in de tests verder opviel, is dat er enkele fondsen tussen zaten waarDaggrafiek DSM met STI bij het handelssysteem bij bepaalde instellingen fors positieve resultaten liet zien. Dit heeft de gemiddelde resultaten zoals gepresenteerd in de tabel wat omhoog getrokken. Conclusie We hebben twee handelssystemen op basis van de STI getest op de 25 AEXaandelen. Uit de backtests blijkt dat handelssysteem Figuur 3: Wederom dezelfde grafiek van DSM nu met de uiteindelijke 2 met een aantal verschilSupertrend-indicator. lende instellingen in staat is geweest om buy-en-hold te verslaan. De beste resultaten zijn behaald met een In de rubriek Technical Tools worden alle ins en outs van combinatie van een Factorwaarde van 9 tot en met een specifieke (technische-analyse-)techniek of -indicator 12 en een ATR-waarde van 3 tot en met 5. op een rijtje gezet. De belangrijkste conclusie is echter dat beleggers die de STI willen gebruiken, dit het beste kunnen JEROEN BIJLEVELD doen op basis van een signaal op slotbasis. De renis Adjunct-hoofd vermogensbeheer bij Inmaxxa B.V. dementen bij een doorbraak van de koers boven/ september 2012 ● TradersClub Magazine
15
Interview
‘Blijkbaar zijn er trends’ tekst: Mischa Peters
In de financiële wetenschap is geen onderwerp dat zo vaak wordt besproken en onderzocht als de efficiënte markttheorie. De belangrijkste conclusie van de theorie is dat het onmogelijk is om structureel betere beleggingsresultaten te behalen dan het marktgemiddelde, behalve door geluk. Tegenstanders van de theorie zijn er genoeg. Ze wijzen naar wetenschappelijke bewijzen dat het wel degelijk mogelijk is om structureel betere resultaten te behalen dan de markt. Recent had Traders ClubMagazine een gesprek met twee academisch geschoolde beleggers die hun sporen in de beleggerswereld hebben verdiend, Jaap Koelewijn en Peter Zwag, over het al dan niet bestaan van marktinefficiënties en trends en de vraag of hier winstgevend op ingespeeld kan worden.
P
rofessor Dr. Jaap Koelewijn (JK) vervulde functies als analist en strateeg bij grote institutionele beleggers. In 2000 startte hij zijn eigen onderneming Financieel Denkwerk. Thans is hij een veelgevraagd spreker en adviseert hij pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen inzake de strategische inrichting van hun beleggingsportefeuille. Verder is hij columnist, onder andere voor het Financieele Dagblad. Daarnaast komt Peter Zwag (PZ) aan het woord. Als kind van Nederlandse immigranten groeide hij op in Nieuw-Zeeland en momenteel woont hij in Australië. Vandaag de dag handelt hij met mechanische handelssystemen en heeft hij voldoende tijd voor zijn familie en twee kinderen. Hij is betrokken bij de begeleiding van kansarme kinderen en volwassenen. Tevens adviseert hij het in Nederland gevestigde beleggingsfonds,
Kapitaalontwikkeling mechanisch intraday S&P Midcap-trendsysteem
Figuur 1: In groen ziet u de positieve waardegroei van het mechanische trendsysteem. De resultaten zijn spectaculair tot november 2005 waarbij het handelskapitaal bijna onafgebroken naar $97.000 groeit. Het systeem nam steevast posities in in de richting van de trend die voor de middag aanwezig was. Na circa 1700 trades treedt er een forse drawdown op en blijkt het trendpatroon niet meer aanwezig te zijn.
16
TradersClub Magazine ● september 2012
de Alpha Index Trader (AGIT). AGIT maakt gebruik van geavanceerde computermodellen, die zonder menselijke tussenkomst handelen. Ze zijn speciaal door hem ontwikkeld en werken zonder enige vorm van menselijke interventie. Wat waren jullie eerste ervaringen met beleggen? JK: ‘Mijn eerste ervaringen met beleggen deed ik op toen ik op mijn veertiende van mijn oma ƒ700 erfde. Ik heb hiervan obligaties van de Nederlandse Spoorwegen gekocht. Pas vanaf begin jaren ‘80 ben ik regelmatig gaan deelnemen in de vele emissies van Nederlandse ondernemingen die toen plaatsvonden.’ PZ: ‘Mijn vrouw en ik hebben altijd als doel gehad om onze inkomens op passieve wijze te laten groeien. Het ruilen van tijd voor een inkomen is voor de meesten misschien een veilige optie, maar wij zochten echt naar iets anders. We hadden geld en een bepaalde visie. Wij zijn van mening dat het leven niet slechts ‘overleven’ is, maar eerder een kans om een verschil in het leven van anderen te maken. Toen een vriend van ons vertelde dat hij een eenvoudige manier had gevonden om zijn vrije tijd te vergroten en daarbij een inkomen had door de markten te traden, wisten wij meteen dat wij dit ook wilden. Een paar jaar later hadden wij ons doel bereikt. Het bleek echter dat trading veel moeilijker was dan ik in eerste instantie dacht, juist veel tijd vergt en zeker niet passief is.’ Wat kunnen jullie zeggen over de wijze van beleggen? JK: ‘Sinds 2000 beleg ik voor mijn eigen pensioen. Ik ben van mening dat als je een visie of strategie hebt gekozen, je je daar ook aan moet houden. Maar ik denk niet dat ik het beter weet dan een ander. Iedereen maakt wel eens een verkeerde beslissing en ook ik ben feilbaar. Ik analyseer altijd wat ik fout heb gedaan en geef niet de schuld aan de markt of mijn adviseur. Ik ga uit van een passieve strategie waarbij ik de kosten zo laag mogelijk probeer te houden. Ik acht de kans namelijk gering dat een actief beheerd fonds de vergoedingen die daarvoor staan kan terugverdienen. Hierin probeer ik de waan van de dag zo veel mogelijk te vermijden en richt ik mij op de lange termijn, omdat ik ervan overtuigd ben dat de financiële markten op de lange termijn efficiënt zijn. Hiermee beweer ik overigens niet dat het voorspellen op korte termijn onmogelijk is. Ik heb echter ook andere prioriteiten zoals het adviseren van institutionele beleggers en heb geen tijd om in te spelen op deze kortetermijnbewegingen.’ PZ: ‘Ik geloof dat de menselijke geest niet is toegerust om te beleggen. Doordat toch veel beleggers hun heil zoeken op de financiële markten, ontstaan er door foutieve beslissingen van beleggers inefficiënties, waarvan je alleen met computerhandel, waar de menselijke emotie dus geen rol bij speelt, gebruik van kunt maken. Op deze wijze beheer ik het geld van mijn ‘family trust’. Tevens worden mijn computersystemen gebruikt door andere partijen.’
Interview
Peter Zwag
Op basis van welke visie of strategie beleggen jullie op dit moment? JK: ‘Voor een deel vermijd ik de US dollar-regio’s, omdat ik denk dat de US dollar ten opzichte van de euro op de lange termijn gaat dalen. De Amerikanen kunnen hun schuldenprobleem alleen maar oplossen door op de lange termijn hun valuta te laten dalen. Een andere trend waarvan ik uitga, is het groeipotentieel van de opkomende markten, dat op dit moment door beleggers wordt onderschat. Verder meen ik dat de rente op de lange termijn weer zal gaan stijgen. Dit maakt mij terughoudend om in lange obligaties te stappen. Dit zijn de voornaamste redenen waarom ik voor mijn pensioen beleg in een wereldwijd gespreid aandelenfonds. Ik koop alleen obligaties waarvan de rente wordt aangepast aan de marktrente, en daarnaast heb ik wat obligaties van de Rabobank die een rente opleveren van 3%. Dat is allemaal niet zo spectaculair dus.’ PZ: ‘De Alpha Global Index Trader handelt met ongeveer zestig volledig gemechaniseerde systemen in futures op de DAX, Mini-S&P, Mini-Russell2000 en de Mini-S&P Midcap, commodities en renteproducten. Deze wijze van traden is zeker niet de enige manier, maar het werkt het beste voor ons en wij hebben er het meeste vertrouwen in. Er zijn tal van methoden op basis waarvan men winstgevend kan handelen, maar er zijn er ook zo veel meer die in de praktijk juist niet blijken te werken. Countertrendmethoden kunnen werken. Echter, markten die een trendrichting hebben zijn makkelijker te handelen.’ Naast het beheer van eigen geld dus ook nog adviseren? Jk: ‘Ja, ik adviseer pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen over de strategische inrichting van de portefeuille. Dit betreft dan niet alleen de beleggingen zelf, maar ook het balans- en risicomanagement. Het is mijn taak om de klant zo goed mogelijk te adviseren over het beheersen van de risico’s en het behalen van een rendementsdoelstelling, maar dan wel binnen de
Jaap Koelewijn
grenzen die er worden gesteld vanuit het risicokader. Dit is een heel andere benadering van beleggen dan door de meeste fondsbeheerders en particuliere beleggers wordt toegepast. Dit betekent bijvoorbeeld dat pensioenfondsen minder in aandelen kunnen beleggen als er sprake is van een onderdekking, ofwel een situatie waarin er sprake is van onvoldoende reserves om aan de pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. Om de risico’s verder te beperken kan het voorkomen dat pensioenfondsen juist aandelen gaan verkopen terwijl er op dat moment misschien wel sprake is van een aantrekkelijke waardering van aandelen.’ PZ: ‘Instituten worden vaak ingekaderd door regels. De enige regels waar ik voor mezelf en als adviseur aan gehouden ben, is dat er in alle marktomstandigheden geld moet worden verdiend, waarbij de risico’s in termen van bijvoorbeeld volatiliteit en hefboom beperkt moeten blijven.’ Minder in aandelen bij onderdekking? Moeten we aandelen niet laag (gewaardeerd) kopen en hoog verkopen? JK: ‘Ik geef toe dat dit een dilemma voor institutionele beleggers is. Dat de gebruikelijke waarderingstechnieken aangeven dat aandelen goedkoop zijn, biedt echter nog geen zekerheid dat ze vanaf dat moment ook gaan stijgen, integendeel zelfs. Een pensioenfonds heeft te allen tijde een verplichting naar zijn deelnemers die het zal moeten nakomen. Dat is de belangrijkste doelstelling. Stel dat de onderdekking van 95% naar bijvoorbeeld 70% zou zakken, dan is het leed niet meer te overzien. Dit zou immers betekenen dat er óf rigoureus in de bestaande pensioenen gesneden moet worden, óf dat de inlegpremie enorm omhoog zou moeten. Dit eerste, maar zeker ook dat laatste, zou desastreuze gevolgen hebben op de Nederlandse economie.’ PZ: ‘Een financieel instrument waarderen is lastig. Door het sentiment trekken koersen zich zeker op de korte termijn weinig van waarderingen, als we die al vast kunnen stellen, aan. Ik bespeel liever met computeralgoritmes koerstrends die ontstaan door sentiment.’ september 2012 ● TradersClub Magazine
17
Grote steekproeven vertellen niet het hele verhaal
Interview
Figuur 2: Op basis van een steekproef van 9000 trades met 'in-sample-data' zou je aannemen dat het systeem zich zou weten te handhaven op de 'out-of-sample data'. Dit blijkt niet zo te zijn. Grote steekproeven kunnen derhalve niet het enige beoordelingscriterium zijn. De robuustheid van een handelssysteem is volgens Peter Zwag ook een zeer belangrijke aanvullende voorwaarde.
18
Veel academici zeggen dat markten redelijk efficiënt functioneren en dat trends, als ze al bestaan, moeilijk of niet te voorspellen of te ‘timen’ zijn. PZ: ‘Enige verduidelijking is hier noodzakelijk. Laten veel markten geen trends of betrouwbare patronen zien, ergo zijn deze onbetrouwbaar? Waarschijnlijk ben ik het hiermee eens. Laten sommige markten patronen en trends zien die winstgevend geëxploiteerd kunnen worden? Hierop is mijn antwoord volledig ja. Neem bijvoorbeeld de E-MiniRussell2000 en de S&P Mid Cap400. Deze indices bewogen tijdens de namiddag steevast in de richting van de trend die voor de middag te zien was. De resultaten van een systeem dat hierop inspeelde waren spectaculair tot november 2005 toen het systeem in een drawdown raakte die veel groter was dan in het verleden. Gedurende het volgende jaar drong het tot me door dat dit trendpatroon niet goed meer werkte. Ik merkte dat doordat alleen de tradingsystemen die eerder op de dag posities innamen het winstgevendst waren. Deze systemen waren veel moeilijker te vinden, omdat de trends niet zo eenvoudig waren. In figuur 1 ziet u een realistisch voorbeeld uit 2005 dat de hoogte- en dieptepunten van het systeemhandelen toont, alsmede de sterke en zwakke punten.’ JK: ‘Ik heb vaak gezegd dat markten op de lange termijn efficiënt zijn en dat ik niet in markttiming geloof. Mijn uitspraken over markttiming wil ik graag nuanceren. Immers, ook ik pas door het formuleren van een visie een bepaalde vorm van markttiming toe. En natuurlijk ken ik de werkwijze en het trackrecord van bijvoorbeeld Transtrend goed omdat deze CTA onderdeel uitmaakt van een van mijn vorige werkgevers. Transtrend heeft het gehele proces volledig gemechaniseerd en belegt volgens bepaalde modellen en algoritmen. Hierdoor worden alle emoties overboord gezet. Dit is het grote verschil met beleggen op basis van een model en beleggen op basis van een visie. Gezien de beleggingsprestaties van bijvoorbeeld deze CTA moet ik onderkennen dat er blijkbaar altijd trends in de markt zitten waarvan je kunt zeggen: ‘als ik daarop inspeel, dan kan ik daarvan profiteren’. En er zijn jaren geweest dat circa tweederde van de winst van Robeco op conto van Transtrend kon worden geschreven. Kennelijk is het rücksichtslos toepassen van deze algoritmen iets dat werkt.’
TradersClub Magazine ● september 2012
PZ: ‘Algortimes werken beter naarmate er meer emotie in de markt zit. De beste resultaten die de Alpha Global Index Trader tot nu heeft gemaakt was in de maanden september tot en met november in 2008, toen de ‘perfect storm’ op zijn hardst waaide, en de tweede helft van 2011 toen de eurocrisis in alle hevigheid uitbarstte. Hoge volatiliteit is over het algemeen goed voor systemen die op trends inspelen.’ JK: ‘Op de lange termijn keert alles weer terug naar het gemiddelde; markten zijn ‘mean reverting’. Op de korte termijn kunnen er echter inefficiënties voorkomen die op basis van de modellen zoals die van Transtrend en al die andere CTA’s winstgevend geëxploiteerd kunnen worden, dus na transactiekosten. Voor de gewone man die niet over deze kennis en kunde beschikt is het echter een ander verhaal. Daar zie je dat men op een gegeven moment altijd weer beslissingen maakt op basis van emoties. Dit maak ik niet alleen regelmatig mee in de dossiers die ik te lezen krijg, dit wordt ook bevestigd door een enorme hoeveelheid onderzoek.’ Inefficiënties, trends, hoe kunnen systemen hierop inspelen? PZ: ‘Inefficiëntie is meer een academische term. Noem het een onlogische waardering die op de korte termijn kan ontstaan door sentiment. In ben meer technisch van aard en spreek liever van een trend, wat in mijn definitie een marktbeweging is waarvan de kans groter is dat deze in dezelfde richting blijft bewegen dan dat deze wordt afgebroken. Ik ben echter niet echt op zoek naar trends als zodanig, maar naar wiskundige patronen die op basis van historie winstgevend zijn en ook een hoge kans hebben om in de toekomst rendabel te zijn. Normaal gesproken leent een trendvolgendsysteem zich hier het beste voor.’ Hoe vergroten we de kans dat een historisch vastgesteld wiskundigpatroon of -trend zich ook in de toekomst zal voortzetten? PZ: ‘Grote steekproeven zodat de statistische waarschijnlijkheid toeneemt kunnen helpen, maar zijn op zich nog niet voldoende antwoord. In een eerder artikel van mijn hand gaf ik aan dat de meeste mensen dit niet goed begrijpen. In figuur 2 zie je een grafiek met de vermogensgroei van een trendsysteem op basis van een steekproef van 9000(!) trades. Het systeem doet het uitstekend tijdens de ‘in-sample’-periode, maar faalt spoedig in de ‘outof-sample’-periode. Op basis van deze steekproef van 9000 trades zou ik op geen enkel moment hebben gedacht dat het systeem het in de out-of-sample-periode zo slecht zou doen. Het toont echter wel aan dat de steekproefomvang niet het enige criterium kan zijn om een systeem te valideren. Robuustheid is eveneens van cruciaal belang, zozeer zelfs dat ik ongeveer twee maanden van het afgelopen jaar alleen maar heb besteed aan het verbeteren van mijn optimalisatiemethode. Het waren weliswaar twee saaie maanden, maar als je naar het grote plaatje kijkt was het zeer goed besteedde tijd waarin ik veel heb geleerd van de ‘walk-forward-test’ die ik heb uitgevoerd.’
Interview
Wat doet een walk-forward-test precies? PZ: ‘De logica die gebruikt is voor het programmeren van het hierboven genoemde systeem zou gelijk onderuit gaan wanneer het systeem door middel van een walk-forward-test op de pijnbank zou zijn gelegd. Als deze test goed wordt opgezet en uitgevoerd, heb ik zeer veel vertrouwen in deze wijze van testen. Het typische van een dergelijke test is dat je de instellingen van een handelssysteem op basis van de eerste 10% van de koersdata optimaliseert. Je probeert deze instellingen dan uit over de volgende 10% van de koersdata en legt deze resultaten vast als een ‘walk-forward-out-of-sample’-resultaat. Vervolgens optimaliseer je opnieuw de eerste en de tweede 10% van koersgegevens en test je de volgende 10% van de data, et cetera. Deze wijze van testen levert een performanceresultaat op dat voor 90% is behaald op basis van ‘out-of-sample’-koersgegevens. Samenvattend zou ik zeggen dat je een grote steekproef moet hebben en het liefst een systeem dat meerdere markten aan kan zonder dat je de instellingen van het systeem veel moet wijzigen. In de praktijk handel ik met vrijwel hetzelfde trendsysteem op de Emini-Russell2000, de S&P400 MidCap evenals het valutapaar EUR/USD en Euro Forex Futures. Elk systeem zou op soortgelijke markten met slechts een lichte verslechtering moeten werken, zonder dat er sprake is van veranderingen van de instellingen.’ We zijn het er volgens mij wel over eens dat beleggers zich laten leiden door emotie. Maar op lange termijn zijn markten wel efficiënt. Is dat niet in tegenspraak? JK: ‘Op de korte termijn kunnen er door angst en hebzucht, maar ook door institutionele factoren, inefficiënties in de financiële markten ontstaan. Een voorbeeld van een institutionele factor is als er obligaties moeten worden verkocht omdat de rating onder een bepaald niveau zakt.’ PZ: ‘De termijn waarop wij beleggen, meestal zelfs intradag, is kort. Of markten op lange termijn wel of niet efficiënt zijn, is niet zo’n belangrijke vraag voor ons. De meeste beleggers hebben een korte belegginghorizon en als ze zeggen dat ze de tijd hebben, laten ze zich vroeg of laat toch leiden door de waan van de dag.’ Hoe kunnen we de situatie in Japan, waar de kapitaalmarktrente al sinds mensenheugenis tussen 0 en 1% beweegt terwijl de staatschuld sinds de laatste officiële cijfers inmiddels 225% van het bbp bedraagt, verklaren? Als de markten op de lange termijn efficiënt zijn, dan zou je mogen verwachten dat geïnformeerde beleggers een hogere rentevergoeding verlangen, ergo de Japanse rente zou moeten stijgen. Toch ligt de rente op Japanse staatsschuld sinds het begin van deze eeuw soms op 0,5% of net iets boven 1%. Hier kan toch geen sprake meer zijn van slechts een kortetermijninefficiëntie? JK: ‘De financiële markten kunnen blijkbaar zeer lang inefficiënties vertonen. Het is door niemand te voorspellen. En ik sluit niet uit dat we in Europa ook met een dergelijk scenario te maken krijgen. Mijn punt is dat je een visie kunt ontwikkelen, maar je weet niet wanneer je gelijk krijgt. Als je überhaupt
gelijk krijgt.’ Hoe belangrijk is het toepassen van moneymanagementtechnieken, kijkend bijvoorbeeld naar het bepalen van de positiegrootte en het gebruik van stoplossniveaus? PZ: ‘Voor ervaren systeemontwerpers vind ik dat het grootste risico ligt in het gegeven dat de werkelijke prestaties van het systeem buiten het domein van de historische prestaties liggen. Als gevolg van het feit dat systemen er vaak niet in slagen om hun historische prestaties te evenaren, beschouw ik dit verschijnsel ook als een onderdeel van het moneymanagement. Elke wijze van moneymanagement die ervan uitgaat dat resultaten uit het verleden in de toekomst net zo goed zullen zijn, is zeer riskant. Voor wat betreft de stoploss, het gebruik ervan vind ik niet buitengewoon belangrijk. Ik gebruik nu ruimere stops dan vroeger. Typisch $1000 tot $2000 voor het intraday Russell2000-Emini-systeem’. Verandering is de enige constante in het leven. Hoe moet een belegger met de veranderende marktomstandigheden omgaan? PZ: ‘Op dit moment bevind ik mij in de opwindendste periode van mijn tradingcarrière. Afgelopen jaar heb ik minder toegelegd op het bouwen van handelssystemen en juist tijd besteed aan het bouwen van de volgende generatie van software die handelssystemen bouwt. Deze software stelt mij in staat om het hele proces van systeemontwikkeling ongeveer honderdmaal sneller uit te voeren. Om dingen in perspectief te zetten: ik herinner mij dat ik ongeveer acht maanden heb moeten werken om tot één uitstekend tradingsysteem te komen en toen heb ik nog één maand moeten uittrekken om het te testen. Nu hoop ik in ongeveer een maand tijd deze nieuwe software te kunnen uitrollen. Dit zal mij in staat stellen om meerdere systemen per week te ontwikkelen. Dit wordt gedaan door een groot aantal zeer innovatieve concepten waar niemand anders aan lijkt te hebben gedacht. Voor AGIT zullen de implicaties groot zijn. Het betekent namelijk weer betere handelssystemen en meer diversificatie.’ JK: ‘Veelvuldig onderzoek heeft aangetoond dat beleggers te lang vasthouden aan hun standpunten. Dit zie ik regelmatig in de praktijk terug in de beleggingsportefeuilles die ik onder ogen krijg. Portefeuilles met grote verliesgevende posities op aandelen, derivaten en andersoortige hefboomproducten zijn niet ongebruikelijk. Keer op keer blijkt dan dat de belegger te ver is afgedwaald van zijn oorspronkelijke beleggingsstrategie en doelstellingen. Succesvol beleggen in mijn optiek is mogelijk als men een strategie ontwikkelt waar men zich aan houdt en ook de werkelijkheid onder ogen durft te zien en bijvoorbeeld ingrijpt door verlies te nemen.’ ✘ In de rubriek Interview een vraaggesprek met een bekende analist of trader. MISCHA PETERS is initiatiefnemer van www.beurstrendsonline.nl en al sinds 1996 werkzaam in de financiële sector.
september 2012 ● TradersClub Magazine
19
Lezersvragen 20
Tradersvragen DSI-gecertificeerd trader Aloys Mattijssen beantwoordt namens TradersClub Magazine vragen van traders. Mattijssen is al ruim zestien jaar actief als trader in verschillende hoedanigheden: als marketmaker, als manager van een afdeling daytrading en als zelfstandig trader. Hij is op freelancebasis beschikbaar als trainer/coach voor individuele traders en bedrijven en voor het geven van workshops. (Voor meer informatie over zijn handelssystemen en voor zijn eerder publicaties in de rubriek Lezersvragen kunt u terecht op www.money2work. com). Uw vragen kunt u e-mailen naar
[email protected].
Omgaan met een trend Hoe kan ik het beste met een trend omgaan? Laat ik beginnen bij de basis: wat is een trend? Een stijgende trend ontstaat als er hogere bodems en hogere toppen worden neergezet. Een dalende trend ontstaat als het omgekeerde patroon wordt neergezet: lagere toppen en lagere bodems. Dit is simpel om te constateren, maar de hamvraag is wat voor een soort trader of belegger bent u? Voor mij kan er al op een 1-minuutgrafiek een trend(je) ontstaan, terwijl die op een 60-minutengrafiek niet zichtbaar is. Zo gebruikt de belegger misschien een trend in een weekgrafiek met een daggrafiek voor de timing om in- of uit te stappen. De tradingtechniek en het lezen van een grafiek zijn globaal hetzelfde voor een minutengrafiek als voor een dag- of week- of maandgrafiek. Het klinkt misschien vreemd, maar ik laat cursisten altijd gedurende een training een grafiek zien zonder timeframe-aanduiding. Op dat moment begrijpt men dat het niet om het timeframe gaat, maar om het feit of u de grafiek goed kunt lezen. Immers, alle koersinformatie is in de prijs verwerkt. Ook eventuele voorkennis. ‘Go with the flow’ is een bekend gezegde, maar het is wel de manier om met het minste risico deel te nemen aan het spel dat traden of beleggen wordt genoemd. Traden of beleggen begint met risicomanagement. Voordat u een positie opent moet u áltijd weten op welke prijs u de markt in wilt gaan, long of short, en op welke prijs u een stoploss gaat leggen en waar u winst gaat nemen. Zit u in een mooie trend, dan is het zaak om zo lang moge-
TradersClub Magazine ● september 2012
lijk mee te gaan met de beweging om uw winst te optimaliseren. Ga dan flexibel om met uw target, maar laat uw stoploss wel mee gaan, eventueel trailing of handmatig. Nu komt het punt dat een trader sneller zijn winst zal pakken dan een belegger. Een trader zal ook weer sneller de markt in gaan na een pullback om vervolgens op een beter niveau weer in te stappen. Een belegger kan overwegen om na een pullback in een trendmatige beweging zijn positie te vergroten. Wees echter alert, want elke trend, long of short, stopt een keer en gaat over in een consolidatiefase of een countertrend. Een handig hulpmiddel om te bepalen of een trend nog valide is, zijn de fibonacci-retracements van 38,2%, 50% en 61,8%. Ik ga ervan uit dat als een koers door het 61,8-retracement gaat en niet direct weer corrigeert, de trend is afgelopen en een 100%-retracement waarschijnlijk is. Een nadeel van trendtrading/-beleggen, voor zover je van een nadeel kunt spreken, is dat u nooit de beste prijs zult maken. Je kunt een top of bodem pas herkennen als deze gemaakt is. In principe is een langetermijntrend natuurlijk het mooiste om mee te maken; lekker lang in een positie blijven hangen en je account zien groeien. Helaas is het niet zo simpel in de praktijk, want er gaat geen bel als een trend begint. De keuze om als trader of belegger te gaan opereren is niet alleen een keuze tussen deze strategieën. Er moet worden meegenomen of het bij u past, maar zeker ook of markten zich ervoor lenen. Traden in koffie of cacao is iets anders dan traden in de AEX-index. Als u belegt voor de lange termijn, moet u maar afwachten of
Aloys Mattijssen
het verleden zich herhaald met stijgende koersen. In ieder geval moet u een lange adem hebben. Met andere woorden: volatiliteit is medebepalend welke strategie rendement kan opleveren. Ik heb mij gespecialiseerd in daytrading dus zonder overnightpositie. Momenteel zit ik soms echter ook twee uur in een positie om een klein winstje te kunnen pakken. Volatiliteit/beweeglijkheid kan zich van het ene moment op het andere moment voordoen. Globaal is de indruk dat trading nu meer op kan leveren dan beleggen, maar dat is ook maar gedeeltelijk waar. Kijkt u maar eens naar de figuur met een 60-minutengrafiek van de euro-dollar. Op deze grafiek is goed te zien aan de lange candles hoe heftig de markt momenteel tekeer kan gaan (zie A, B en C). Deze bewegingen worden bijna altijd veroorzaakt door uitspraken van politici en of de bekendmaking van economische data. Een positie innemen op basis van te verwachten eco-data staat tegenwoordig voor mij gelijk aan gokwerk. Als trader verwacht je ‘normaal’ gesproken dat er na een heftige beweging een pullback komt. Niet dus. Na die beweging is de beweeglijkheid er weer uit en gaat het geld sneller uit je zak dan er in, met het gevolg dat je als kortetermijntrader blij bent dat je geen geld verliest. Een (swing) trader met een breakoutsysteem daarentegen was na candle A shortgegaan en had na een paar dagen 240 pips kunnen bijschrijven op zijn account. Zoals ik eerder al aangaf, is het belangrijk dat u kiest voor een strategie en die consequent uitvoert. Misschien komt de week na deze beweging wel een goede markt voor daytra-
ders en moeten de swingtraders zweten. Bent u meer vertrouwd met aandelen dan indexfutures en/ of currencies, dan zijn daar ook mogelijkheden genoeg om kort te traden. Laat u echter niet gek maken door de huidige markten; wees consequent in uw strategie. Komt u tot de ontdekking dat alles fout gaat, gebruik het geld dan maar voor een vakantie, dan komt u weer fris terug en zal de investering zich het aankomende jaar laten renderen omdat u weer fris en objectief tegen de markt aankijkt.
Lezersvragen
Blijven zitten of niet Als belegger kan ik toch het beste blijven zitten in een trend en zo weinig mogelijk transacties doen? Als ik opnieuw instap loop ik het risico dat ik op de top weer met een order zit die later verlies geeft. In principe heeft u gelijk dat u als belegger (voor de lange termijn?) zo lang mogelijk moet blijven zitten als uw rendement voldoet aan uw doelstelling.Maar dat is passief beleggen. Daar is op zich niks mis mee, maar is dat heden ten dagen wel zinvol? Het kan ook zijn dat over een aantal jaren zal blijken dat nu instappen misschien wel een meesterzet is. Ik neem aan dat u belegt in individuele aandelen en dan kan actief beleggen ook zinvol zijn en u kunt dan toch uw aandelen aanhouden voor eventuele dividenden. Het is een gegeven dat aandelen niet in één rechte lijn omhoog of omlaag gaan. Dus u mag ervan uitgaan dat er correcties zullen komen. Na een correctie instappen om uw bezit te vergroten is een mogelijkheid, maar dan moet u wel de kennis en/of vaardigheden bezitten om dit te managen. Als u een correctie verwacht en denkt slim te zijn door uw aandelenpositie te sluiten om die op een lager niveau weer terug te kopen, dan kunt u wel eens voor de vervelende verrassing komen te staan dat de correctie kleiner is dan u had verwacht en vervolgens doet u niet mee met een volgende stijging. Als de basis is voor een langetermijnbelegging kunt u ook bij topvorming at-the-money-calls
shortgaan. Krijgt u gelijk, dan koopt u de calls terug op een lager niveau en zit u weer sec-long. Hebt u het verkeerd gezien en de koers stijgt door, dan pakt u de premie van de calls en haalt u de calls terug als deze pariteit doen, dan zit u weer sec-long, of u levert de aandelen op expiratie. Wat ik niet begrijp is dat nog weinig beleggers gebruikmaken van de mogelijkheid om aandelen met een discount te kopen. Als u aandelen wilt hebben, kunt u ook gewoon bijvoorbeeld een at-themoney-put shortgaan. Gaat de koers omhoog, dan krijgt u niet de aandelen maar wel de premie en kunt u dit spel herhalen. Het voordeel van opties is dat de timing iets minder belangrijk is dan met het aandeel of een future of cfd. Bij gebruik van een trailingstop loopt u het risico om op het laagste punt, van een correctie te worden uitgestopt. Een trailingstop is in theorie het ei van columbus, maar in de praktijk zeer moeilijk toepasbaar als u niet te veel winst wilt laten verdampen. Swingtrading Wat is volgens u swingtrading? Met een swing wordt bedoeld de draai van de markt. Swing-high is op een top en swing-low op een bodem. Swingtrading wordt hoofdzakelijk gebruikt door niet-institutionele traders omdat men snel de markt in- en uit wil gaan en dit met (te) grote volumes moeilijk kan zijn en of de prijs kan beïnvloeden. Ook een swingtrader moet een beproefd
handelssysteem hanteren met zijn eigen money-management om succesvol te zijn. Swingtrading is een manier van handelen die het midden houdt tussen daytrading en positietrading/-beleggen. Ik noem het altijd daytraden met vaak een overnightpositie die wel enkele dagen kan duren. De techniek waar traders gebruik van maken is identiek aan daytrading, dus hoofdzakelijk met behulp van technische analyse. Een verschil is wel het gebruik van hogere timeframes omdat een swingtrader langere bewegingen probeert te pakken dan een daytrader. Hij probeert echt een golf/swing mee te pakken. Als je dit beheerst en de markt helpt een beetje mee, kan dit zeer lucratief zijn. Swingtrading wordt toegepast in zowel stijgende- als dalende bewegingen. Het minst risicovol gaat dit in een trendmatige beweging. Na een correctie van een opgaande trend zal er weer een beweging omhoog komen - swing in de richting van de trend - en dit draaimoment is het ideale moment voor een swingtrade. Reageren op een countertrend met een swingtrade is uiteraard ook mogelijk. Het zal duidelijk zijn dat nu de risico’s veel groter zijn en veel ervaring een ‘must’ is. Alleen de zalmen in Alaska kunnen goed tegen de stroom in zwemmen en sommige ervaren traders. Het is nog steeds de mens die de zwakste schakel is bij trading: Discipline + Geduld – Angst Hebzucht = SUCCES.
60-minutengrafiek euro-dollar
Op deze grafiek is goed te zien aan de lange candles hoe heftig de markt momenteel tekeer kan gaan (zie A, B en C).
september 2012 ● TradersClub Magazine
21
Vragen aan de redactie
Vragen aan de redactie
Jeroen Bijleveld behandelt namens de redactie van TradersClub Magazine vragen van lezers. Het betreft de meer algemene vragen over beleggen en onlangs verschenen artikelen. Uw vragen kunt u e-mailen naar redactie@ tradersclub.nl.
22
Europees Stabiliteit Mechanisme Wat moet ik denken van het ESM? Wat ik er van begrepen heb, is dat dit fonds bedoeld is om landen die in financiële problemen zitten te redden. Laatst is dit goedgekeurd door onze regering, maar voordien werd er gewaarschuwd dat we niet langer zelf kunnen beslissen over ons belastinggeld. Kunt u uitleggen wat het ESM inhoudt en wat hierover uw mening is? Denkt u dat het gaat werken? Het Europees Stabiliteit Mechanisme (ESM) moet een definitieve oplossing geven voor Europese lidstaten die in financiële problemen verkeren. Het ESM is de opvolger van het EFSF (European Financial Stability Facility), ook wel Europees Financieel Stabiliteitsfonds genoemd. Het EFSF is in juni 2010 opgericht ter bestrijding van de Europese staatsschuldencrisis in 2010. Het EFSF zelf heeft slechts een zeer bescheiden kapitaal van ongeveer €18 mln, maar de aandeelhouders, de Europese lidstaten, hebben zich verplicht om de verplichtingen die het EFSF aangaat te garanderen tot een bedrag van in totaal €440 mrd. Het EFSF is bedoeld voor een beperkte periode, na 30 juni 2013 kunnen geen nieuwe verplichtingen meer worden aangegaan. Vanaf 2013 moet een permanent stabiliteitsmechanisme in werking treden, het ESM. In eerste instantie zal het ESM zo’n €700 mrd omvatten. De financiering van het ESM bestaat uit drie componenten. Het eerste gedeelte bestaat uit een kapitaal van €80 mrd dat direct door de lidstaten ter beschikking wordt gesteld. Het tweede gedeelte wordt gevormd door kredietgaranties voor ESM-obligaties door de lidstaten voor een bedrag van in totaal €420 - €620 mrd. Het derde deel bestaat uit een moge-
TradersClub Magazine ● september 2012
lijke lening door het IMF van €250 mrd. Er is over het ESM veel te doen vanwege de vergaande bevoegdheden die het ESM krijgt. Verschillende columnisten hebben gewaarschuwd voor de gevolgen en riepen op om kamerleden aan te schrijven en hen hierop te wijzen. Waar de tegenstanders bang voor zijn, is dat het ESM in de toekomst ongelimiteerd geld uit de nationale staatskassen kan vorderen. In artikel 9 van het ESM-verdrag staat dat de ESMleden beloven elke aanvraag voor kapitaal onvoorwaardelijk en onherroepelijk te voldoen binnen zeven dagen. De vraag is wat met onvoorwaardelijk en onherroepelijk wordt bedoeld. Hierover bestaat geen duidelijkheid. Indien een in de toekomst nieuw gekozen parlement het niet eens is met een besluit van het ESM, wat zijn dan nog de mogelijkheden? In artikel 10 staat dat het ESMbestuur kan besluiten om het basiskapitaal, nu €700 mrd, bij te stellen. Dit houdt in dat ze artikel 8, waarin nu het startkapitaal van €700 mrd staat vermeld, mogen aanpassen. Dit roept de vraag op of die €700 mrd slechts het begin is. Het ESM kan immers, zonder limiet, meer vragen. In artikel 27 van het verdrag staat dat het ESM volledige rechtsbevoegdheid heeft als partij in juridische procedures. Er staat ook in dat het ESM, haar eigendom, haar financiële middelen en activa juridische immuniteit genieten. Verder staat in artikel 27 dat het eigendom, de financiële middelen en activa van het ESM van onderzoek, vorderingen, onteigening, of enige andere vorm van beslaglegging door regeringen, bestuursorganen en rechters is gevrijwaard. Tegenstanders zien hierin het gevaar dat het ESM anderen kan aanklagen, maar
zelf niet aangeklaagd kan worden en dat zelfs democratisch gekozen regeringen, bestuursorganen en rechters machteloos staan tegenover het ESM. In artikel 30 staat dat de bestuursleden, directeuren, hun plaatsvervangers en andere personeelsleden zijn gevrijwaard van gerechtelijke procedures met betrekking tot hun handelen. Zij genieten juridische onschendbaarheid aangaande hun officiële papieren en documenten. De vraag is of degenen die bij het ESM werken in de praktijk straks jegens niemand verantwoording hebben af te leggen. Ook is de vraag wat met juridische onschendbaarheid van documenten wordt bedoeld. Zijn alle documenten geheim? Het moge duidelijk zijn dat het ESM een zeer machtig instituut zal zijn, dat buiten alle democratische controle lijkt te vallen. Of het allemaal zal gaan werken is de vraag. Indien steunoperaties op lange termijn effect willen hebben, dienen ze gepaard te gaan met structurele hervormingen. Om deze door te voeren zijn echter draconische maatregelen in de betreffende landen onontkoombaar. Het succes staat of valt met de mate waarin men in staat is deze daadwerkelijk door te voeren.
Statistische / Excel-vragen
Statistische / Excel-vragen Rombout Kerstens, directeur van het Delftse softwarebedrijf Keyword Info Systems BV (www.keyword.nl), beantwoordt namens de redactie van TradersClub Magazine vragen over Excel, en dan in het bijzonder hoe Excel kan worden gebruikt voor statistische toepassingen ten behoeve van het beleggings- en tradingproces. Uw vragen over Excel kunt u e-mailen naar
[email protected].
Optimaliseren Parameters Ik zou graag meer willen weten over het optimaliseren van indicatorparameters. Waar kan ik het beste beginnen? Optimaliseren van indicatorparameters is een fascinerende bezigheid. Je ziet aan de hand van historische backtests hoe je met andere parameters steeds meer geld kunt verdienen. Op papier en in het verleden wel te verstaan! Zo maar even de optimalisatieknop in je softwarepakket indrukken en vervolgens als een kip zonder kop gaan handelen met je ‘nieuwe beste parameters’ is niet iets wat ik iedereen zou aanraden. Optimale parameters uit het verleden, de zogenaamde ‘curvefit’, zijn geen garantie voor de toekomst. Optimaliseren is op zich echter wel een goede manier om inzicht te krijgen in het gedrag van indicatoren. Een goede start is het gebruik van de Dual Moving Average (DMA). Deze indicator bestaat uit twee afzonderlijke Moving Averages (MA’s). De kruising van een korte en een lange MA wordt Optimaliseren
gezien als aan-/verkoopsignaal. De DMA geeft minder signalen dan de enkelvoudige MA. De signalen lopen altijd achter op de koers en de DMA is dus net als andere trendvolgende indicatoren een ‘lagging’ indicator. De DMA is bij het optimaliseren, net als de enkelvoudige MA, gevoelig voor curvefitting. Met behulp van de kruisingen van twee MA’s is er voor bijna ieder individueel fonds een parameterpaar te vinden dat in het verleden - op papier - geld verdient. In figuur 1 is het grafische verloop te zien van het resultaat tijdens een DMA-optimalisatieproces in een trendingmarkt, met op de verticale as de gemiddelde winst per trade en op de horizontale as de parameters. De oplettende lezer ziet dat alle parameters in de grafiek winst maken. In Excel kunt u de DMA(30, 90) bestuderen met de formule: Kolom Formuleregel 90 en verder H = AVERAGE(E1:E30) I =AVERAGE(E1:E90 Werken de seasonals nog wel? Een aantal seasonals zoals de positieve maand april laten het dit (en vorig) jaar afweten. Werken ze nog wel? 2011 was een slecht jaar voor de beurswijsheden. Van de vijf meest betrouwbare wijsheden werden
er drie gelogenstraft. Dit jaar is het ook al raak, want de normaal gesproken positieve maand april (hitrate 80%) is voor de tweede keer op rij in de min gesloten (zie tabel 1). Beurswijsheden die betrekking hebben op seizoenspatronen in de beurskoersen worden ook wel aangeduid als ‘seasonals’. Het bekendste voorbeeld is dat de beurskoersen vanaf oktober tot mei meestal stijgen (sell in may), maar er zijn er uiteraard veel meer. Liefhebbers kunnen hun hart ophalen met de data van tientallen seasonals in de ‘Stock Traders Almanac’ van Jeffrey Hirsch. Is de slechte score in 2011, en wellicht in 2012, een reden om de seasonals vaarwel te zeggen? Wat mij betreft niet, en ik zal aan de hand van een eenvoudige statistiek uitleggen waarom. De kans op een verliesgevende maand april is 0,2 (20%). De kans op twee verliesgevende maanden achter elkaar is dus 0,2 X 0,2 = 0,04 (4%). Dit is een kleine kans, maar nog geen reden om te twijfelen aan de seasonal. Ter vergelijking: de kans om tweemaal achter elkaar een zes te gooien met een dobbelsteen is ongeveer 2,8%. Een andere manier om er naar te kijken, is om te berekenen hoe groot de kans is dat er over een periode van zes jaar minimaal één verliesgevende maand april voorkomt. De kans hierop is 100% minus de kans dat er zes jaar achter elkaar winst wordt gemaakt in april. Oftewel: 1 - 0,8 X 0,8 X 0,8 X 0,8 X 0,8 X 0,8 = 0,74 (74%). Dit is dus een behoorlijk grote kans dat u zelfs met een
Tabel 1: Seasonals
Figuur 1: Grafisch verloop van het resultaat tijdens een Dual Moving Average-optimalisatieproces in een trendingmarkt. Op de verticale as staat de gemiddelde winst per trade en op de horizontale as staan de parameters.
september 2012 ● TradersClub Magazine
23
Tabel 2: Hitrate, W/V* en WS-index van het beleggen in de AEX en Dow Jones AEX-index Hitrate W/V* WS-index oktober 68% 0,7 59 november 52% 1,3 74 Dow Jones Hitrate W/V* WS-index oktober 60% 0,85 31 november 64% 0,98 99
* gemiddelde Winst /gemiddelde Verlies
hoge hitrate van 80% eens in de zes jaar tegen een verliesgevende maand aanloopt. In Excel kunt u dit eenvoudig zelf berekenen door in cel A1 in te typen: =1-(0,8^6) De maanden oktober en november In deze rubriek zal de auteur geregeld een beleggingsperiode langs de meetlat van de statistische analyse leggen. Deze keer:
de maanden oktober en november van de AEX-index en Dow Jones. Wat kunnen we de komende maanden oktober en november verwachten voor zowel de AEXindex als de Dow Jones op basis van het verleden, inclusief de data van 2011 (zie ook tabel 2)? Beide maanden van de AEX doen het best redelijk met een hitrate van 68% (oktober) en 52% (november). 52% lijkt weinig, maar de W/V-verhouding in november van 1,30 zorgt ervoor dat de WSindex toch nog een mooie 74 punten scoort. De maanden oktober en november van de Dow Jones doen het qua hitrate met 60% en 64% ook niet slecht, maar de bijbehorende W/V-verhoudingen van net onder de één zorgen voor
Lezersvragen
Equitycurven AEX-index in de maanden oktober en november
24
Figuur 2: De equity curves van beleggen in de maanden oktober en november in de AEX-index.
Equitycurven Dow Jones in de maanden oktober en november
Bij de voorbeelden in Excel in deze rubriek gebruik ik zoveel mogelijk de volgende afspraken voor de plaats van de koersdata in een Excel sheet: KOLOM VASTE INHOUD A Datum/ Tijd B Open C Hoog D laag slot E F Volume G Reserve H Indicatorwaarde 1 I Indicatorwaarde 2 Indicatorwaarde 3 J K Entry/ Exit: 1= Enter long 2= Enter short 3= Exit long 4= Exit short De koersinformatie dient oplopend gesorteerd te zijn op datum en tijd. Kies voor de sheetname: Datasheet. Deze conventie sluit aan bij de files die veel dataproviders aanbieden voor gebruik in Excel. Ook kan men bij Yahoo Finance dergelijke historische koersdatafiles ophalen. Deze opmaak is ook geschikt voor gebruik samen met Wall Street Professional en Alex Pro. De formules worden gegeven voor de Engelse Excel versie; Als u een Nederlandse versie heeft dient u bijv. i.p.v. IF het commando ALS te gebruiken.
lagere WS-indexscores dan de AEX. Alle waarden van de WSindex voor risico en rendement zijn aan de ruime kant en dat betekent dat de winstverwachting voor alle maanden positief is. De data zijn gebaseerd op de afgelopen 23 jaar. In figuur 2 zijn de equitycurves afgebeeld van beleggen in de afzonderlijke maanden oktober en november in de AEX-index sinds 1987 (zie figuur 3 voor de Dow Jones Index). Op www.tradersclub.nl is voor leden een complete TA-script versie beschikbaar van bovenstaande indicatoren onder de rubriek Magazine | indicatorenservice.
Figuur 3: De equity curves van beleggen in de maanden oktober en november in de Dow Jones Index.
TradersClub Magazine ● september 2012
Bij de voorbeelden in Excel in deze rubriek gebruik ik zoveel mogelijk vaste afspraken voor de plaats van de koersdata in een Excel-sheet. Zie hiervoor de laatste uitgave van Traders ClubMagazine.