BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 20 JULI 1994 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het [Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap] de kosten van bijstand door [tolken voor doven en slechthorenden] ten laste nemen Publicatie : 22.10.1994 Inwerkingtreding : 1.1.1994
Artikel 1. Het [Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap] neemt binnen de perken van de hiervoor op zijn begroting ingeschreven kredieten en overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, de kosten ten laste van de dienstverlening die aan auditief gehandicapten via een gemachtigde voorziening door erkende [tolken voor doven en slechthorenden] verstrekt wordt. (B.V.R. 7.7.2006) Hoofdstuk I. - DE GEBRUIKERS Art. 2. De bij artikel 1 bedoelde dienstverlening wordt door het [Agentschap] slechts ten laste genomen als zij verstrekt wordt aan een gebruiker die tot de in artikel 3 omschreven doelgroep behoort. (B.V.R. 7.7.2006) Art. 3. Tot de doelgroep van dit besluit behoren de auditief gehandicapten die: a. ofwel via een tonaal audiometrische test een verlies aantonen van 90 dB of meer aan het beste oor voor de zuivere toonstimuli van 500, 1000 en 2000 Hz (gemiddelde waarde Fletcher-index) en/of een verlies van 90 dB of meer aan het beste oor voor de zuivere toonstimuli van 1000, 2000 en 4000 Hz (gemiddelde waarde). b. ofwel, bij een gemiddeld verlies van minder dan 90db, via een vocaal audiometrische test minder dan 20% herkende woorden scoren bij optimale versterking (categorie 4 in de BIAP-classificatie). (B.V.R.3.5.2002) Het audiometrisch bewijs of audiogram dient te worden verstrekt door een erkend revalidatiecentrum of –dienst of door een erkende universitaire dienst vooor audiometrisch onderzoek.
Hoofdstuk II. - DE VERGOEDBARE BIJSTAND Art. 4. Het [Agentschap] neemt voor de gebruikers, die tot de bij artikel 3 bedoelde doelgroep behoren, de dienstverlening door een [tolk voor doven en slechthorenden] ten laste in leefsituaties die tot het gebruikelijk maatschappelijk patroon behoren en waarvoor, met het oog op de noodzakelijke optimale communicatie, technische bijstand door een deskundig opgeleide tolk vereist is. [De krachtens het eerste lid van dit artikel ten laste genomen bijstand wordt beperkt tot maximaal 18 uren per jaar of [70] uur per jaar voor gebruikers die tevens volgende vermindering van hun gezichtsvermogen hebben: ofwel een gezichtscherpte van minder dan 1/20 (0,05) aan het beste oog en met de beste mogelijke correctie met bril of contactlens ofwel een gezichtsveld dat gemiddeld niet groter is dan 10 aan beide ogen.] (B.V.R. 25.11.1997), (B.V.R. 22.7.05), (B.V.R. 7.7.2006), (B.V.R. 19.7.2007) (B.V.R. 19.9.2011) Het [Agentschap] kan een afwijking tot maximum het dubbel aantal uren toestaan op het in vorig lid bedoeld maximum omwille van bijzondere individuele omstandigheden; om van deze afwijking te genieten, dient tegelijk aan volgende voorwaarden voldaan: 1° de afwijking dient schriftelijk aangevraagd te worden met een omstandige motivatie van het dwingend karakter, gestaafd met alle nuttige attesten en documenten in functie van de bijzondere situatie; deze aanvraag dient eveneens een opgave van het nodige aantal uren op jaarbasis te bevatten; 2° de bij 1° bedoelde aanvraag dient jaarlijks hernieuwd en de afwijking kan niet voor langer dan het lopend jaar verleend worden. Art. 5. [] Art. 5 bis. [] Hoofdstuk III. - DE WIJZE VAN VERGOEDING VAN DE BIJSTAND Art. 6. Het [Agentschap] betaalt de kosten van de krachtens dit besluit ten laste genomen hulpverlening uitsluitend aan het in hoofdstuk IV bedoeld centraal tolkenbureau uit. (B.V.R. 7.7.2006) Art. 7. [De uren bijstand die de erkende tolken voor doven en slechthorenden effectief hebben gepresteerd, de tijd voor verplaatsing niet inbegrepen, zoals die blijken uit de prestatiestaten, worden vergoed naar rato van 33,50 euro per gefactureerd vol of begonnen uur.
Het bedrag, vermeld in het eerste lid, is gekoppeld aan de gezondheidsindex die van kracht is op 1 januari 2011. Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de formule : 33,50 x index december 20xx/index december 2011.] (B.V.R. 19.9.2011) Art. 8. [§ 1. Het Agentschap subsidieert de personeels- en werkingskosten van het gemachtigd centraal tolkenbureau, vermeld in artikel 11, op jaarbasis naar rato van een forfaitair bedrag van [20,72] euro per uur, vermenigvuldigd met [8 300] uren.] (B.V.R. 22.7.2005), (B.V.R. 19.7.2007), (B.V.R. 15.2.2008), (B.V.R. 12.12.2008)(B.V.R. 19.9.2011) § 2. Minimum 75% van de in § 1 bedoelde subsidies wordt besteed aan personeelskosten voor personeel waarvan de helft [kennis heeft van de gebarentaal]. Er is 1 fulltime coördinator. De personeelsleden worden vergoed overeenkomstig de voor de voorzieningen voor opvang van personen met een handicap vastgestelde reglementaire barema's en anciënniteitsregeling. Het centraal tolkenbureau beslist over de voor de coördinator en de overige personeelsleden toegepaste barema's. § 3. Maximum 25% van de in § 1 bedoelde subsidie wordt besteed aan werkingskosten.] (B.V.R. 17.7.2000),(B.V.R. 3.5.2002),(B.V.R. 12.12.2008) Art. 9. [] (B.V.R. 17.7.2000), (B.V.R. 3.5.2002) Art. 10. § 1. De uitbetaling van de vergoeding van de ten laste genomen dienstverlening geschiedt door driemaandelijkse voorafbetaling van kwartaalschijven die 1/4e bedragen van het jaarbedrag, berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 7 [en 8], met dien verstande: (B.V.R.3.5.2002) 1° dat als blijkt uit de bij § 2 bedoelde kwartaalstaten dat een kwartaalschijf voor minder dan 95% is opgebruikt, de volgende kwartaalschijf in verhouding door het [Agentschap] verminderd wordt; (B.V.R. 7.7.2006) 2° dat de laatste kwartaalschijf van het kalenderjaar slechts naar rato van [80%] uitbetaald wordt; het verschuldigde saldo van [20%] van die kwartaalschijf zal uitbetaald worden na inlevering van het in 3 bedoelde jaarverslag. (B.V.R.3.5.2002)
§ 2. De uitbetaling van de bij § 1 bedoelde vergoeding geschiedt op basis van kwartaalstaten met afrekening van de door het centraal tolkenbureau gemaakte kosten, die vergezeld zijn van de door de gebruiker en de [tolk voor doven en slechthorenden] gezamenlijk ondertekende prestatiebladen met de uitgevoerde tolkopdrachten. Het [Agentschap] stelt het model op van de kwartaalstaten en prestatiebladen. § 3. Het erkend centraal tolkenbureau stuurt jaarlijks vóór [31 maart] en voor de eerste maal tussen 1 januari en 28 februari 1995, bij het [Agentschap] een jaarverslag in betreffende het vorige werkingsjaar dat met het kalenderjaar samenvalt, samen met het eindafrekeningsdossier en een overzichtelijke samenvatting van de prestatiestaten van dat werkingsjaar. Als het centraal tolkenbureau aan deze verplichting niet voldoet, vervalt het saldo van de nog niet voor het vorige werkingsjaar uitbetaalde vergoeding. (B.V.R. 7.7.2006) § 4. De vergoeding van de bij hoofdstuk V bedoelde [tolken voor doven en slechthorenden] wordt hen rechtstreeks door het centraal tolkenbureau uitbetaald volgens de modaliteiten door beide partijen bepaald. (B.V.R. 7.7.2006) Hoofdstuk IV. - HET CENTRAAL TOLKENBUREAU Art. 11. De bij artikel 1 bedoelde dienstverlening wordt door het Agentschap slechts ten laste genomen als zij door bemiddeling van het hiertoe [door het Agentschap] gemachtigd centraal tolkenbureau verstrekt wordt en voor ten hoogste [8 300] uren per jaar. (B.V.R. 17.7.2000), (B.V.R.3.5.2002), (B.V.R. 22.7.2005), (B.V.R. 7.7.2006), (B.V.R. 19.7.2007), (B.V.R. 15.2.2008) (B.V.R. 12.12.2008)(B.V.R. 19.9.2011) Art. 12. Om gemachtigd te worden en/of te blijven dient het centraal tolkenbureau ten overstaan van het Agentschap de verbintenis aan te gaan: 1° als bemiddelaar tussen de aanvrager, de tolken en het [Agentschap] op te treden, met inbegrip van het verlenen van bijstand bij het opmaken van het aanvraagdossier bij het [Agentschap], het toewijzen van een tolk, rekening gehouden met de specifieke noden en wensen van de aanvrager en het aanbod, het opmaken en bijhouden van tolkenlijsten en van prestatiebladen van de erkende [tolken voor doven en slechthorenden], het jaarlijks rapporteren omtrent de aktiviteiten van het centraal bureau aan het [Agentschap], het uitbetalen van de tolken op basis van hun prestaties; 2° als klachtenbemiddelaar op te treden omtrent de tolkendienstverlening in het algemeen en misbruiken zo nodig aan het [Agentschap] te signaleren; 3° voldoende uitgerust te zijn om te kunnen voorzien in optimale bereikbaarheid ten behoeve van gebruikers en hiervoor over een aangepast oproepsysteem te beschikken; 4° de ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging van de gebruikers te eerbiedigen. (B.V.R. 7.7.2006)
Hoofdstuk V. - [DE TOLKEN VOOR DOVEN EN SLECHTHORENDEN] Art. 13. De bij artikel 1 bedoelde dienstverlening wordt door het [Agentschap] ten laste genomen als zij door een erkende [tolk voor doven en slechthorenden] verstrekt wordt. (B.V.R. 7.7.2006) Art. 14. [Om door het Agentschap erkend te worden als tolk Vlaamse gebarentaal, moet de kandidaat beschikken over een officieel diploma van doventolk niveau A1 (graduaat). In afwijking van het eerste lid kan het Agentschap eveneens tolken Vlaamse gebarentaal erkennen die beschikken over een officieel diploma van doventolk niveau A2, of ongediplomeerde doventolken die ofwel een document kunnen voorleggen waaruit blijkt dat ze door een rechtbank als beëdigd vertaler Nederlands-gebarentaal aangesteld werden vóór 1 oktober 1981, ofwel een document kunnen voorleggen waarbij een rechtbank bevestigt dat ze vóór 1 oktober 1981 als tolk in de gebarentaal bij het gerecht geregistreerd waren, alsook de leraren die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit belast zijn met de door de minister, bevoegd voor onderwijs, erkende leergang tolk der doven. Om door het Fonds erkend te worden als schrijftolk/notetaker moet de kandidaat aan een van volgende vereisten voldoen : 1° de experimentele ESF (Europees Sociaal Fonds)-opleiding schrijftolk/notetaker bij Mentor in de periode maart 2002 tot juni 2003 succesvol beëindigd hebben; 2° minimum over een diploma A1 of bachelor beschikken; 3° over een diploma gegradueerde Tolk voor Doven optie schrijftolk/notetaker beschikken. ] (B.V.R. 7.7.2006) Art. 15. § 1 De aanvraag om erkenning als [tolk voor doven en slechthorenden] wordt schriftelijk bij het [Agentschap] ingediend, samen met: 1° een [ ] afschrift van het diploma of een attest van de rechtbank waaruit de registratie of aanstelling als tolk in de gebarentaal of beëdigd vertaler Nederlandsgebarentaal blijkt [of een afschrift van behaalde graad van bachelor of een getuigschrift van Mentor waaruit blijkt dat de experimentele ESF-opleiding schrijftolk/notetaker van maart 2002 tot juni 2003 succesvol werd beëindigd;] (B.V.R. 22.7.2005), (B.V.R. 7.7.2006) 2° een ondertekend afschrift van de door het [Agentschap] goedgekeurde deontologische code voor [tolken voor doven en slechthorenden]. § 2. De erkenning wordt verleend door het [Agentschap] na onderzoek van de aanvraag. § 3. Het [Agentschap] stelt het centraal tolkenbureau op de hoogte van de verleende erkenningen. Het centraal tolkenbureau stelt op basis van deze mededelingen een lijst van erkende tolken op, die minstens eenmaal per jaar wordt geactualiseerd en in voldoende exemplaren ter beschikking wordt gehouden van de kandidaat-gebruikers. (B.V.R. 7.7.2006)
Hoofdstuk VI. - SLOTBEPALINGEN Art. 16. Bij wijze van overgangsmaatregel: 1° mag voor het werkingsjaar 1994 het aantal krachtens de artikelen 4 en 5 gepresteerde uren bijstand door een doventolk gezamenlijk de 3 000 uren niet overschrijden; 2° wordt voor de toepassing van artikel 10, § 1, voor het werkingsjaar 1994 het aantal in aanmerking genomen uren bijstand door een doventolk op jaarbasis forfaitair vastgesteld op 3 000 voor de berekening van de kwartaalschijven; de vermindering van een kwartaalschijf bij onvoldoende gebruik van de vorige schijf in dat werkingsjaar 1994 is niet van toepassing. Art. 17. [] (B.V.R. 17.7.2000), (B.V.R. 22.7.2005) Art. 18. [De attesten, getuigschriften en gemotiveerde aanvragen, vermeld in dit besluit, mogen vervangen worden door gelijkwaardige en relevante gegevens die vervat zijn in of gevoegd zijn bij het multidisciplinaire verslag van een instantie die door het agentschap is erkend om een multidisciplinair verslag af te leveren.] (B.V.R. 15.2.2008 Art. 19. Het [Agentschap] regelt de wijze waarop klachten behandeld worden omtrent de werking van het erkend centraal tolkenbureau of omtrent de dienstverlening door de [tolken voor doven en slechthorenden]. (B.V.R. 7.7.2006) Art. 20. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994. Art. 21. De Vlaamse minister bevoegd voor bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Gewijzigd : B.V.R. 25.11.1997 (B.S. 20.1.1998), art. 7, 1ste lid en art. 11 B.V.R. 17.7.2000 ( B.S. 17.10.2000) B.V.R. 3.5.2002 ( B.S. 2.7.2002, uitwerking met ingang van 1.1.2002)
B.V.R. 22.7.2005 ( nog niet gepubliceerd, uitwerking met ingang van 1.7.2005) B.V.R. 7.7.2006 (B.S. 15.9.2006, uitwerking met ingang van 1.7.2006) B.V.R. 17.11.2006 (B.S. 25.1.2007) B.V.R. 19.7.2007 (B.S. 14.8.2007, uitwerking met ingang van 1.9.2007) B.V.R. 15.2.2008 (B.S. 31.3.2008, uitwerking met ingang van 1.1.2008) B.V.R. 7.11.2008 (B.S. 15.1.2009, uitwerking met ingang van 1.9.2008) B.V.R. 12.12.2008 (B.S. 19.1.2009, uitwerking met ingang van 1.9.2008) B.V.R. 19.9.2011 (B.S. 25.10.2011, uitwerking met ingang van 1.1.2011)