Faculteitsraad Bètafaculteit ingekomen 15 mrt 2005
FRBF 05-014
Topstructuur Faculteit Bètawetenschappen Vastgesteld in gezamenlijk overleg tussen het college van bestuur en het federatiebestuur. 15 maart 2005
Uitgangspunten 1. Uitgegaan wordt van de structuur zoals vastgelegd in het “Voorstel Organisatie Bètafaculteit Universiteit Utrecht” van 30 november 2004. Deze notitie topstructuur geeft een nadere uitwerking van een deel van dit voorstel. 2. Er is een faculteit met een decaan met wettelijke bevoegdheden en integraal mandaat van het college van bestuur (besluit cvb, instemming Universiteitsraad dd 7 februari 2005, goedkeuring RvT 3 maart 2005) 3. De topstructuur dient samenwerking tussen verschillende actoren te bevorderen. 4. Functies in de topstructuur hebben een belangrijk accent ten aanzien van de externe positionering van (delen van de) faculteit. 5. Voorkomen wordt dat er meerdere, los van elkaar opererende, bestuurslagen ontstaan, de structuur moet kostenefficiënt zijn. Functies zijn niet automatisch fulltime functies 6. Er dient een balans te zijn tussen verschillende belangen: - eenheid in beleid, gebaseerd op draagvlak - een duidelijke plaats voor de disciplines als uitvalsbases voor (wetenschappelijk) personeel) en basis voor disciplinair (bachelor)onderwijs - facultaire sturing over disciplines heen, op bacheloronderwijs, graduate onderwijs (verdeeld over life science en natural science) en onderzoek. 7. In de bedrijfsvoering moet een heldere bevoegdheden en verantwoordelijkheidslijn zijn, waardoor efficiënte en gestandaardiseerde bedrijfsvoering (dienstverlening aan onderwijs en onderzoek, bestuursondersteuning, administratie en verantwoording), gerealiseerd kan worden. 8. Bevoegdheden volgen verantwoordelijkheden. In een mandaatregeling worden de bevoegdheden beschreven die noodzakelijk zijn voor de verantwoordelijkheden die bij ieder van de functies in de topstructuur zijn beschreven. 9. Het ontwikkelen van een nieuwe organisatie is een veranderingsproces van lange adem. De topstructuur geeft perspectief op de toekomst, maar zal in de overgangsfase bij de huidige situatie aansluiten, om de beheersbaarheid en continuïteit (b.v. ten aanzien van de bezuinigingsafspraken) te garanderen. 10. Bij de vormgeving van de medezeggenschap worden de richtlijnen Bestuurlijke Vernieuwing gevolgd. Medezeggenschap volgt zeggenschap. Er is één faculteitsraad. Gezien de rol van vakdecanen is er ook medezeggenschap op departementsniveau. Daarnaast is er het overleg in opleidingscommissies.
frbf05-014 topstructuur.doc
1
De decaan De decaan wordt benoemd door het College van Bestuur, gehoord hebbende de faculteitsraad (cf. wet en bestuursreglement). De decaan is belast met de algemene leiding van de faculteit. De decaan is voorts verantwoordelijk voor het bestuur en de inrichting van de faculteit voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefening. De decaan werkt mede aan het bestuur van de universiteit door onder meer het plegen van overleg met het college van bestuur terzake van de voorbereiding van het instellingsplan en de begroting. De decaan is in het bijzonder belast met: - het inrichten van de faculteit, de onderwijs- en onderzoeksorganisatie en de ondersteunende diensten; - het strategisch beleid van de faculteit met inbegrip van het facultaire leerstoelenplan; - het bevorderen van de afstemming tussen onderwijs- en onderzoeksbeleid; - het financieel en het personeelsbeleid; - het studentenbeleid; - het bevorderen van samenwerking met andere faculteiten en universiteiten op het gebied van onderwijs en onderzoek; - het bevorderen van samenwerking met andere partners in de samenleving op het gebied van onderwijs en onderzoek; - de zorg voor de organisatie van de medezeggenschap. De decaan stelt het facultair meerjarenplan, meerjarenbegroting en bestuursagenda vast, met daarin in ieder geval (de te bereiken doelen en resultaten ten aanzien van): - de facultaire zwaartepunten, het facultaire onderzoeksbeleid, de onderzoeksprogramma’s en de indeling van leerstoelen over de onderzoeksinstituten; - het onderwijsbeleid en het aanbod van bachelor en master opleidingen; - het financiële meerjarenplan en de budgetten van de departementen; - het facultaire personeelsbeleid, het huisvestingsbeleid en het facultaire communicatiebeleid; - het investeringsplan, de budgetten en het beheersplan van de experimentele faciliteiten. De decaan benoemt de volgende functionarissen: - de vakdecaan, voor een periode van drie jaar, voor ieder van de departementen, gehoord de faculteitsraad (het departementsoverleg). De vakdecaan is een van de hoogleraren van het departement - de vice-decanen, gehoord de vakdecanen en de faculteitsraad - de wetenschappelijk directeuren van de onderzoekinstituten, op voordracht van een of meer vakdecanen - de faculteitsdirecteur en ondersteunende personeel dat niet behoort tot een van de departementen; - de directeuren voor departementen, na overleg met de betreffende vakdecanen Indien de faculteit deelneemt in een gemeenschappelijke opleiding met een of meer andere faculteiten, regelt de decaan het aandeel van de faculteit in het bestuur en de middelenvoorziening van die opleiding. Dit is ook van toepassing op de deelneming in een interfacultair of een interuniversitair onderzoeksinstituut, en ook op een interuniversitaire onderzoekschool. De decaan bestuurt de faculteit in overleg met de vakdecanen in het facultair bestuursoverleg, en in samenwerking met de vice-decanen en de faculteitsdirecteur in het bestuursteam.
frbf05-014 topstructuur.doc
2
De vakdecaan 1
De vakdecaan is belast met de algemene leiding van het departement . De vakdecaan vertegenwoordigt het departement naar de buitenwereld. De vakdecaan wordt benoemd door de decaan, uit de hoogleraren van het departement, gehoord de faculteitsraad (c.q. de departementsraad). De vakdecaan is binnen de facultaire beleidskaders verantwoordelijk voor: - het uitvoeren van het facultair beleid met inbegrip van het leerstoelenplan - de afstemming tussen onderwijs- en onderzoeksbeleid zowel binnen de discipline, als op interdisciplinaire wetenschapsgebieden samen met de andere vakdecanen; - het uitvoeren van het financieel en het personeelsbeleid van het departement; - de verdeling van de departementale middelen, binnen het daarvoor aangereikte facultaire beleidskaders: - het toewijzen van personeel en budget aan de onderwijs- en onderzoekinstituten, - het toewijzen van personeel en budget aan een gemeenschappelijke opleiding met een of meer andere departementen - uitvoeren en het ontwikkelen van het studentenbeleid voor het departement; - het bevorderen van samenwerking met andere departementen onderwijs en onderzoek; - het bevorderen van samenwerking met andere universiteiten en partners in de samenleving op het gebied van onderwijs en onderzoek De vakdecaan draagt bij aan het facultair meerjarenplan, meerjarenbegroting en bestuursagenda door het opstellen van een strategisch departementaal meerjarenplan en bestuursagenda met daarin in ieder geval (de te bereiken doelen ten aanzien van): - de zwaartepunten, het onderzoeksbeleid, de onderzoeksprogramma’s en de indeling van leerstoelen over de onderzoeksinstituten; - het onderwijsbeleid en het aanbod van bachelor en master opleidingen; - het financiële meerjarenplan en de (departementale) bijdrage van de onderzoeks- en onderwijsinstituten; - het personeelsbeleid, het communicatiebeleid; - het investeringsplan, de budgetten en het beheersplan van de experimentele faciliteiten. De vakdecaan benoemt de volgende functionarissen: - programmaleiders van MSc-programma’s, na overleg met de vice-decaan, voorzitter van de betreffende board of studies van de divisie Graduate School - de onderwijsdirecteur voor het bacheloronderwijs, na overleg met de vice-decaan, voorzitter van de board of studies Bachelor Studies De Vice-decanen 2
Er zijn drie vice-decanen , twee voor graduate studies en onderzoek (life science en natural science) en een voor het bacheloronderwijs. Vice-decanen worden benoemd door de decaan voor een periode van drie jaar, gehoord de vakdecanen en de faculteitsraad. 1
De vakdecaan krijgt voor de uitoefening van deze verantwoordelijkheid van de decaan de
bijbehorende bevoegdheden inzake het personele, financiële en overige beheer. 2
Dit zijn drie onderscheiden functies. Bij de invulling van de functies kan, afhankelijk van
achtergrond en affiniteit van beschikbare personen, is een personele unie mogelijk.
frbf05-014 topstructuur.doc
3
De vice-decanen Life Science en Natural Science ondersteunen de decaan op hun aandachtsgebied bij: - de ontwikkeling van het facultaire onderzoeksbeleid - de ontwikkeling van de overeenkomstige Graduate school - de ontwikkeling van externe relaties met andere universiteiten en bedrijven - het stimuleren van kennisvalorisatie - het onderhouden van relaties met andere faculteiten van de universiteit (bv ABC, UCG) De vice-decaan Bachelorstudies ondersteunt de decaan bij de ontwikkeling van het faculteitsbrede beleid ten aanzien van het bacheloronderwijs en is voorzitter van de board of Bachelor Studies. De vice-decanen dragen zorg voor de facultaire samenhang in onderwijs en onderzoek. Eén van de vice-decanen treedt bij afwezigheid van de decaan op als vervanger van de decaan. Facultaire directie De facultaire directie bestaat uit de faculteitsdirecteur en de directeuren. De facultaire directie adviseert decaan de vakdecanen en bestuursteam m.b.t. de algemene bedrijfsvoering. De decaan benoemt de directeuren, gehoord de vakdecanen. Faculteitsdirecteur De faculteitsdirecteur coördineert de facultaire directie en is verantwoordelijk voor de coördinatie en integratie van het beleid ten aanzien van de algemene bedrijfsvoering. De faculteitsdirecteur is lid van het bestuursteam. In het bijzonder adviseert hij decaan en bestuursteam bij vaststellen van de facultaire kaders in relatie tot het onderwijs- en onderzoeksbeleid. Hij is belast met: - de procesregie implementatie Bètafaculteit; - de inrichting van de administratieve processen. Hij coördineert: - het financiële beleid; - het algemeen personeelsbeleid; - het huisvestingsbeleid; - de externe vertegenwoordiging faculteit (ministeries, universiteiten, bedrijfsleven). De faculteitsdirecteur kan specifieke delen van de algemene beheersstaken opdragen aan directeuren en heeft een adviserende rol ten opzichte van de directeuren van de departementen. De faculteitsdirecteur vertegenwoordigt de faculteit in het universitaire managementoverleg. Directeur Financiën en Control De directeur F&C adviseert, in samenhang met andere aspecten, de decaan bij het voeren van financieel beleid. In het bijzonder gaat het om: de financiële gezondheid van de faculteit en de onderdelen een kosteneffectieve besteding van het beschikbare geld; het positioneren van de faculteit in de interne bekostiging; de interne allocatie van financiële middelen, ontwikkeling en beheer van het facultaire bekostigingsmodel; de ontwikkeling en bepaling van kengetallen en de resultaatmeting met betrekking tot de hierboven genoemde aspecten; het verzamelen van managementinformatie en het uitbrengen van periodieke rapportages, de jaarrekening het jaarverslag; het coördineren en uitvoeren van de planning en controlcyclus; de inrichting binnen de faculteit van de controlfunctie.
frbf05-014 topstructuur.doc
4
Directeuren departementen Voor de departementen zijn er twee departementsdirecteuren. De departementsdirecteur ondersteunt de vakdecaan bij de bedrijfsvoering van het departement, binnen de facultaire beleidskaders. De directeur wordt door de vakdecaan in het bijzonder belast met: - het budgetbeheer en de bedrijfsvoering in het departement; - de leiding over de administratieve organisatie voor zover aanwezig in departementen - de leiding over ondersteunende medewerkers (voorzover deze behoren tot het departement); - de ontwikkeling en uitvoering van 'lokaal personeelsbeleid’. De departementsdirecteur kan managementtaken in het beheer opdragen aan managers beheer bij grote onderzoeks- of onderwijsinstituten en facilitaire diensten binnen de faculteit. Faculteitsbrede bedrijfsvoering Directeuren van departementen hebben, naast de ondersteuning van vakdecanen, taken in het generieke beheer van de faculteit, toegespitst op een of meerdere deelgebieden als: personeelsbeleid, huisvestingsbeleid, arbo, milieu en veiligheid, ICT, technische ondersteuning, bibliotheekvoorziening etc. Voor deze taken zijn zij verantwoording verschuldigd aan de decaan. Medezeggenschap De faculteit heeft een faculteitsraad met de wettelijke bevoegdheden cf. WHW. De faculteitsraad overlegt met de decaan. Ieder van de departementen kent een departementsraad. Dit orgaan overlegt met de vakdecaan.
frbf05-014 topstructuur.doc
5