NSUMENTENGIDS
ITGEBREIDE
INFORMATIE
OVER
KEUZEVAKKEN
FACULTEIT
FACULTEIT
FACULTEIT
FACULTEIT
FACULTEIT Eindtloven
FACULTEIT
FACULTEIT
1992 ·1993
Technische Universiteit
t li1
Eindhoven
'\iVorrl~ nlet ultge!eendtr:~ Bibliotheek \[} Technische Universit£rit,
Eindhoven. Voorwoord Consumentengids'92 Ongeveer een jaar geleden ontstond het idee om, in navolging van TU-Delft en UT-Twente, een "consumentengids" uit te brengen. Mariette Verspui was degene die in deze het initiatief nam. Zij stelde een "stuurgroep" samen die de werkzaamheden bij de verschillende faculteiten moest gaan coordineren (het was namelijk de bedoeling per faculteit een dergelijke gids te gaan uitbrengen). Vanuit de faculteit TEMA nam in eerste instantie Arjan Visser, toenmalig commissaris onderwijs binnen het Intermate bestuur, zitting in deze stuurgroep. Onder de coordinerende leiding van Arjan werd een commissie in het leven geroepen die de op te nemen vakken per studie-stroom ging selecteren en uitwerken. De commissie zag er, per stroom, als voigt uit, voor TOK: Daan Kers TCO: Cees Scheurwater TWIM: Ron Mandjes & Ron van EE Nadat vastgesteld was welke vakken in aanmerking kwamen voor een beschrijving in de gids, werden de betreffende docenten door genoemde person en benaderd. Ook werd studenten gevraagd hun mening over de geselecteerde vakken op papier te zetten, zodat ook vanuit deze hoek informatie ter beschikking kwam. Inmiddels had er zich een nieuw bestuur gemeld en dat betekende ook dat Arjan het roer moest overgeven. Zijn opvolger, en tevens commissaris onderwijs, werd Geert-jan Smithuis. De Iijnen waren echter al duidelijk uitgezet, zodat het project zonder al teveel problemen tot een goed einde gebracht kon worden. De gids zal dan ook zijn primeur in de eerste we ken van het collegejaar 92-93 beleven. • Zonder de medewerking van genoemde personen, docenten (vakbeschrijvingen) en studenten (reacties op keuzevakken), was deze gids nooit tot stand gekomen. Daarvoor hartelijk dank, hopende dat ook in de toekomst eventueel een beroep op u allen gedaan kan worden. Namens de commissie "con
entengids'92" ,
Geert-jan Smithuis (commissaris onderwijs Intermate)
Inleiding/handleiding Ongeveer een jaar geleden werd gestart met het project "consumentengids". In deze gids zouden beschrijvingen opgenomen moeten worden van vakken die door verschillende studenten als keuzevak aan het pakket kunnen worden toegevoegd. Om tot een gefundeerde keuze te kunnen komen betreffende deze vakken, bleek de studiegids niet voldoende informatie te bieden. Er bleek dus een behoefte te bestaan aan meer diepgaande vak-inhoudelijke informatie. De consumentengids speelt hierop in. Binnen de studierichting TEMA werd een commissie in het leven geroepen die een selectie moest gaan maken (a.h.v. gestelde criteria) uit het aanbod van vakken. Vervolgens werden de betreffende docenten verzocht een beschrijving van hun yak op papier te zetten. Ook werd studenten gevraagd hun reactie op deze vakken te geven. Middels een schriftelijke enquete of persoonlijke benadering werden studenten ertoe bewogen hun mening te spuien. Deze vaak zeer kritische beoordelingen werden ter inzage aan docenten aangeboden, zodat zij hun oordeel hierover konden uitspreken. Middels deze open werkwijze was men verzekerd van een goede verstandhouding zodat de kans groot is dat ook in de toekomst op de volledige medewerking, vanuit het docentenkorps, gerekend kan worden. Per stroom (TeO, TOK en TWIM) is globaal een overzicht van de keuze vakken opgenomen. Globaal is hier om twee redenen onderstreept. Ten eerste is het ondoenlijk om een volledige inventarisatie te maken van de mogelijke keuzevakken. Ten tweede is het vaak ook mogelijk een keuzevak te volgen bij een andere stroom of zelfs een andere faculteit. Het is dan ook erg belangrijk om naast de consumentengids ook de studiegids te raadplegen, zeker in verband met de status van de vakken. Mocht men dan nog behoefte hebben aan informatie, dan kan altijd het betreffende secretariaat of de docent zelf (zie studiegids) benaderd worden. Nogmaals voor aile duidelijkheid; raadpleeg de consumentengids altijd in combinatie met de studiegids. Het is duidelijk dat deze gids voor verbetering en/of uitbreiding in aanmerking komt. V~~r suggesties is de commissaris onderwijs altijd bereikbaar, persoonlijk of middels zijn postvak in het bestuurshok van de studievereniging Intermate (HG 8.58). In de praktijk is gebleken dat het verzamelen van studentenreacties een zeer moeizaam gebeuren is. Daarom is een aantal vakken om deze reden niet voorzien van een dergelijke reactie. Om studenten/consumenten aan te moedigen, is achter in deze gids een enqueteformulier opgenomen. Wanneer je het oneens bent met een passage in de gids, of vind je dat er een bepaalt yak in een (hopelijk) volgende editie opgenomen dient te worden, neem dan het formulier eruit, vul deze in en stop hem in het genoemde postvak. Mocht er geen formulier meer aanwezig zijn, vraag hier dan even naar in het Internaat. Er zijn er voldoende in voorraad!
De consumentengids dient als hulpmiddel (in combinatie met de studiegids) gebruikt te worden om tot een gefundeerde keuze te komen betreffende vrij te kiezen vakken.
Deze gids is op bijna aile faculteiten (behalve werktuigbouwkunde en zijn medische variant) verkrijgbaar. De prijs is op iedere faculteit gelijkgesteld/vastgesteld op fl
2,50. Op de faculteit W&M zal de gids gedistribueerd worden middels de reguliere boekenverkoop van de studievereniging Intermate. Verder wordt, ter inzage, de complete reeks gidsen (een verzameling van aile faculteiten) op de faculteitsbibliotheek aangeboden.
Commentaar studieadviseur
Het is een goede zaak dat Intermate, in navolging van andere studieverenigingen, een consumentengids met TEMA-keuzevakken samengesteld heeft. TEMAstudenten en studenten van andere studierichtingen hebben daarmee de beschikking over een waardevolle aanvulling op de studiegids, die hen kan helpen bij de keuze van de juiste vakken. Zo kan kostbare studietijd bespaard worden. W. Kuijpers, studieadviseur D-fase
Inhoud
Consumentengids'92
Code
Vaknaam
Pagina
ON101: ON121: ON131: ON135: ON141: ON151: ON155: ON171: OU641: n.v.t:
Problemen van Ontwikkelingslanden Technologie voor Ontwikkelingslanden Bedrijven in Ontwikkelingslanden (Form. sector) Bijzondere opdracht B.O.L Bedrijven in Ontwikkelingslanden (Inform. sector) Methoden en Technieken in Ontwikkelingslanden Evaluatie technisch Ontwikkelingsproject Wonen en werken in Ontwikkelingslanden TOK-project Urbanisatie in ontwikkelingslanden, gezamenlijk programma UVA en VU
1 2 3 3 4 5 5 6 7 8
OP030: OP610: OP620: OP630: OP651: OP661: OP671: OB030: OB610:
Perceptie Perceptie voor OT Omgevingspsychologie en Ontwerpen Inleiding omgevingstechnologie Omgevingstechnologie, seminar 3 Programma's van eisen voor omgeving Omgevingstechnologie voor wonen en werken Economie van de gebouwde omgeving Afgeleide versie van OB030 (speciaal voor OT-studenten)
11 11 12 13 15 16 17 18 18
OLBOO:
Logische analyses van maatschappelijke vraagstukken, grondbeginselen
19
OLB10: OLB20: OK910:
Maatschappelijke keuzetheorie Logica van normen en waarden Methodologie van de technische wetenschappen Research in bedrijven: tussen academie en industrie Opleiding en training 1 Opleiding en training 2 Economie in de basiscursus Macro-economie voor bedrijfskundigen Instructie behorende bij OB070 Technische economie voor TEMA Theorie van de technologische verandering, TA1 Maatschappelijke besluitvorming, TA2 Beleidsevaluatie en planningstechnieken Overheid en Technologie beleid Ontwerpen en Maatschappij
19 20 22
OK931: ON301: OK151: 0L910: OB070: OB072: OB120: OK010: OK020: OK030: OK040: OK050:
23 24 24 27 29 30 30 31 32 33 34 35
vak: vakcode: docent: S.P.: trimester:
problemen van ontwikkelingslanden ON101 P. Lapperre 18/35 winter
collegevorm:
Eerst 7 weken hoorcollege, gevolgd door een aantal werkcolleges.
studiemateriaal: - J.w. Schoorl, "Sociologie der modernisering: een inleiding in de sociologie der niet-westerse volken", Van Loghum Saterus, Deventer, 1974. - B.F. Galjart, "Omwille van de ontwikkelingssociologie", Uitgeverij Coutinho, Muiderberg, 1986. Diverse landendocumentatie. tentaminering:
Het (in groepen) opstellen van een werkstuk.
Inleiding docent In het cursusjaar 1990/1991 werd het college "Problemen van ontwikkelingslanden" voor het eerst gegeven. Wat ons voor ogen stond was onze studenten inzicht te verschaffen in de structurele, culturele en institutionele samenhang van de ontwikkelingsproblematiek. Dit gebeurde op basis van de toestand in een voorbeeldland: Zambia. Na inleidende hoorcolleges (in het Engels!) over onderwerpen als "algemene geschiedenis van Zambia", "Iandbouw, visserij en bosbouw", "huisvesting, transport en communicatie", "werkgelegenheid en educatie", "industrie en mijnbouw" en "handel en commercie", bogen zich zeven groepen over het "New Economic Recovery Programme: fourth national development programme 19891993" van Zambia. Doel: op basis van een analyse per deelgebied formuleren van nieuwe en meer realistische doelstellingen, strategieen en prioriteitstellingen. Een presidentiele groep kreeg als opdracht uit de deelplannen een nieuw "Economic Recovery Programme" te distilleren. Onderdelen van het college waren tevens twee plenaire zittingen van aile groepen ("ministerial groups") met hun kabinet ("presidential group"). Eindresultaat: een 70 bladzijden tellend, Engelstalig, document met de titel "Fourth ADJUSTED National Development Plan of the Republic of Zambia". V~~r
het cursusjaar 1991/1992 hebben wij besloten het college op een aantal punten beduidend aan te passen. Het college begint nu met een zevental inleidingen, waarvan drie door gastdocenten, over de ontwikkelingsproblematiek: "mondiale armoede .... onze schuld?", "open markten versus beschermde markten", "bottom-up versus top-down development", "pragmatisme versus idealisme", "prive sector versus de publieke sector", "industrialisatie versus agrarische ontwikkeling" en "urbanisatie versus deportatie naar rurale gebieden". Elk college wordt gevolgd door een uitgebreide discussie. Na de hoor- en discussiecolleges buigen zeven groepen zich over het in 1990/1991 geproduceerde "Fourth ADJUSTED National Development Plan of the Republic of Zambia" en proberen dit, binnen een ter beschikking gesteld budget, tot een echt uitvoeringsplan om te werken. Alles, Ouiteraard, weer in het Engels. -1-
Commentaar student Omdat (op het moment dat dit stuk geschreven werd) het college nieuwe stijl nog maar nauwelijks is begonnen, voigt hier een beschrijving van hoe het vak vorig jaar door de studenten werd ervaren. Ten eerste de colleges. Deze waren bedoeld om, alvorens aan het opstellen van het ontwikkelingsplan te beginnen, iets over de geschiedenis van Zambia te leren. Hierdoor werd inzicht verkregen in de problemen waarmee het land te kampen heeft en tevens werd aangegeven welke oorzaken aan die problemen ten grondslag liggen. Hoewel het doel van de colleges wei degelijk werd bereikt, is er naar mijn mening te veel tijd aan besteed en had dezelfde informatie bondiger (en daarmee in kortere tijd) gepresenteerd kunnen worden. V~~r wat betreft de opdracht: Deze was zeer tijdrovend. Dit maakt een beloning van 35 SP wat aan de lage kant. Wei draagt deze opdracht zeker bij tot het verkrijgen van inzicht in de problematiek van een ontwikkelingsland en is in mijn ogen dan ook een waardevol onderdeel van de studie. De begeleiding van de opdracht liet echter wat te wensen over. Dit heeft er toe geleid dat discussies tussen de verschillende "ministeries" pas ontstonden toen deze hun plannen al gepresenteerd hadden. Hiermee heeft de docent een kans om het inzicht in de problematiek nog meer te vergroten helaas laten liggen. V~~r wat betreft de huidige vorm van het vak: Ik denk dat de gegeven inleidingen een goed alternatief zijn voor de vorig jaar gegeven colleges. Dit omdat nu niet naar een specifiek land wordt gekeken, maar een aantal vragen wordt behandeld dat aan de basis staat van de gehele ontwikkelingssamenwerking.
Vak: Vakcode: Docent: S.P.: Trimester:
Technologie voor ontwikkelingslanden ON121 P. van Tilburg
36 winter
Collegevorm: Hoor- en discussiecollege (in het Engels) Studiemateriaal: Collegedictaat: "Technology for Developing Countries", nr: 1597 en artikelen (nader op te geven) Tentaminering: schriftelijk tentamen
-2-
Inleidinq docent Doel: De student inzicht te verschaffen in het begrip "technologische onderontwikkeling" en de problemen die zich voordoen bij de overdracht en verspreiding van de Westerse technologie. Inhoud: De plaats en de betekenis van de techniek in het maatschappelijk gehee!. De relatie naar economie, politiek en onderwijs. Technologische verandering als onderdeel van het algemene maatschappelijke ontwikkelingsproces. Verwijzing naar de geschiedenis van de techniek in het Westen, met nadruk op overdracht en verspreiding van de Westerse technologie. Aspecten van technologische ontwikkeling. Processen van technologische diffusie, adoptie en adaptatie. Internationale machtsverhoudingen en technologie-afhankelijkheid; Consequenties van technologie-overdracht voar de ge"industrialiseerde wereld. Verwijzing naar voarkomende disrupties, inconsistenties en conflicten. Het vraagstuk van de "aangepaste" technologie voor ontwikkelingslanden. Personen en organisaties die bij de technologie-overdracht een centrale rol spelen. Het ontwikkelen van een technologiestrategie en technologie-beleid. Opmerking: yak wordt in het zelfde trimester gegeven als het yak "Problemen van ontwikkelingslanden" (ON101) om ze beiden wat beter op elkaar aan te laten sluiten. Met behulp van ON101 wordt geprobeerd de discussies bij ON121 op gang te brengen. Er bleek namelijk in het studiejaar 90/91 bij de studenten te weinig basiskennis aanwezig te zijn op het gebied van "ontwikkeling" om zinvolle discussies in het Engels te kunnen voeren. Dit yak is verplicht voor TOK-studenten. Eventuele verdieping kan door middel van het college "Technologie overdracht juridische aspecten I" (ON601) en het zelfstudievak "Technologie overdracht juridische aspecten II".
Yak: Vakcode: Studiepunten: Docent: Trimester: Tentaminering: Studiemateriaal: Aanvullend yak: Code: Trimester: Studiepunten: Tentaminering:
Bedrijven in ontwikkelingslanden (de formele sector) ON131
18 H.Gailiard Lente schriftelijk dictaten 1537, 1576, 1604. Bijzondere opdrachten bedrijven in ontwikkelingslanden (BOL) ON135
Lente
9 Uitvoeren van drie opdrachten -3-
studiemateriaal: Vak: Vakcode: Docent: Trimester: 8tudiepunten: Tentaminering: 8tudiemateriaal:
dictaten 1134,1197,1538,1589. Bedrijven in ontwikkelingslanden ( de informele sector) ON141 H.Gailiard Herfst 18 Tentamen en een evaluatie van een case uitvoeren. dictaten 1529, 1542, 1539 en dictaten uitgereikt tijdens colleges
Inleiding docent Het doel van de colleges is de student een elementair overzicht en inzicht te verschaffen in de industrialisatieproblematiek van ontwikkelingslanden, zowel vanuit supranationaal als nationaal (marco, meso en micro) perspectief, onontbeerlijk om een samenhangend en adequaat industrialisatiebeleid voor een ontwikkelingsland te kunnen ontwerpen. In het eerst college (ON131) wordt allereerst stilgestaan bij de huidige en de te verwachten toekomstige positie van de ontwikkelingslanden in het mondiale industriele gebeuren. Daarna wordt aandacht besteed aan mogelijke nationale industrialisatiestrategieen en hun succes-rate en sectorale industrialisatiepatronen. Vervolgens wordt een aangepast theoretisch kader en onderzoeksstrategie aangeboden voor de studie van bedrijfsproblemen in ontwikkelingslanden. Op basis hiervan wordt aan de hand van empirisch materiaal ge·lllustreerd welke algemene kenmerken en problemen bedrijven zowel in liberale als in CPE ontwikkelingseconomieen ten toon spreiden. Teneinde de student de gelegenheid te geven zijn theoretische kennis verder te verdiepen en vooral praktische vaardigheid te verwerven, moeten een drietal bijzondere opdrachten (marco, meso, micro) verricht worden (aileen of samen met anderen) .(ON135) In het tweede college (ON141) wordt de aandacht geconcentreerd op de belangrijkste typen industriele organisaties in ontwikkelingslanden: de multinationale ondernemingen (MNO's), de small-scale industries (881's), en vooral de zogenaamde stedelijke informele sectorbedrijven, vaak de enige echte lokale industrie die men er heeft. Centraal staat telkens de ontwikkelingsrelevantie: is de mogelijke bijdrage aan verdere nationale ontwikkeling ? Teneinde de student vertrouwd te maken met het werken met onvolledig en onbetrouwbaar materiaal moet hij/zij (aileen of samen met anderen) een informele sector case studie evalueren aan de hand van een referentiekader, samengesteld op basis van een dertigtal empirische studies.
-4-
Commentaar student De drie vakken vormen een aansluitend geheel. Het is mogelijk om bedrijven in ontwikkelingslanden (de informele sector) ON141 v66r bedrijven in ontwikkelingslanden (de formele sector) ON131 te volgen, maar het is makkelijker de eerste volgorde aan te houden. Deze vakken zijn in een 2-uurs college ondergebracht. In ON131 wordt tevens het aanvullende yak ON135 behandeld. De college dictaten zijn vaak synopsis en het volgen van de colleges is eigenlijk noodzakelijk. Ook is niet aile stof in dictaten beschreven. Het aanvullende yak ON135 hoeft niet in het lente trimester te worden afgerond maar kan later gebeuren. De drie oefeningen staan los van elkaar. Het kost wei meer tijd dan de 9 studiepunten die officieel voor dit yak staan. V~~r ON141 geldt eigenlijk hetzelfde als voor ON131. Ook hier zijn de collegedictaten summier en het volgen van colleges is noodzakelijk. De lijst van case-studies voor het uitvoeren van een evaluatie is vrij beperkt, maar er is nog ruimte genoeg om het veld van je eigen interesse te kiezen. Deze evaluatie hoeft ook niet binnen het herfst-trimester uitgevoerd te worden. De vakken zijn interessant als je wil weten hoe bedrijven in ontwikkelingslanden in elkaar zitten en vooral nuttig als je in ontwikkelingslanden gaat afstuderen. De vakken zijn wei duidelijk een geheel en het is aan te bevelen om ze aile drie te volgen.
Vak: Vakcode: Docent: Materiaal: Studiepunten: Trimester: Tentaminering: Aanvullend Yak: Code: Studiepunten: Afronding:
Methoden en technieken in ontwikkelingslanden ON151
H. Gaillard Diktaat 1536
18 Lente schriftelijk, en onderzoeksvoorstel schrijven Evaluatie technisch ontwikkelingsproject (ETOP) ON155
9 Evaluatie uitvoeren
Inleiding docent Het college valt uiteen in twee gedeelten: een onderzoeksmethodologisch deel en een evaluatiemethodologisch deal.
-5-
Het doel van het eerste deel is de student duidelijk te maken dat toe passing van Westerse onderzoeksmethodologieen in een niet-Westerse context niet altijd zonder meer mogelijk of wenselijk is: men zal aanpassingen moeten plegen. Aan de hand van een survey methode wordt meer in detail ge·lllustreerd wat voor soort aanpassingen minimaal noodzakelijk zijn en welke waarschijnlijk zullen zijn, afhankelijk van de specifieke onderzoekssituatie. Om de student de gelegenheid te geven zijn opgedane kennis praktisch te toetsen moet hij/zij (aileen of sam en met anderen) een voorstel formuleren en uitwerken van een survey-achtig onderzoek in een ontwikkelingsland. Het doel van het tweede deel is, naast de student vertrouwd te maken met projectmatig werken en projectmanagement in ontwikkelingslanden, hem/haar een methodiek te leren voer de evaluatie van technische ontwikkelingsprojecten (ex post), gebaseerd op de theoretische standpunten van vooral F. Stewart. Het gaat hierbij om een methode die relatief weinig tijd en kosten met zich meebrengt en dus uiterst geschikt is voor ontwikkelingslanden. De student moet (aileen of samen met anderen) deze methodiek toepassen op een . reeds (bijna) afgesloten ontwikkelingsproject (ON155, ETOP). Commentaar student Beide vakken zijn qua college ondergebracht in een 2-uurs college waarin zowel de theorie van de onderzoeksmethodologie als die van de evaluatiemethodologie worden uitgelegd. De informatie die uit de verschillende diktaatjes gehaald kan worden is vrij summier dus het volgen van de colleges is eigenlijk noodzakelijk. Bovendien is het handig om het vak Onderzoeksmethoden (0L920) gehad te hebben zodat je bekend bent met de basisbegrippen. Het tentamen gaat over de in de colleges behandelde stof. De survey die uitgevoerd moet worden is zeer zeker een nuttige oefening omdat je dit later b.v. bij het afstuderen zeker nodig hebt. Bovendien kun je het onderzoeksprobleem zelf definieren wat je de mogelijkheid geeft je eigen interesses erin mee te nemen. Ook het uitvoeren van een evaluatie is een nuttige oefening. De keuzemogelijkheid uit de verschillende projecten is vrij groot dus er is altijd iets in je eigen interessesfeer te vinden. AI met al een nuttig en leuk vak om te doen.
Vak: Vakcode: Docent: Materiaal: Studiepunten: Trimester: Tentaminering:
Wonen en werken in ontwikkelingslanden ON171 E. van Egmond - de Wilde de Ligny dictaat Wonen en werken in ontwikkelingslanden, verkocht tijdens de colleges 18 winter, 2 uur /week schriftelijk -6-
Inleiding docent Ingenieurs en internationale samenwerking. Een steeds groter wordend aantal afgestudeerde ingenieurs vindt een internationaal georienteerde werkkring: een baan voor kortere of langere tijd buiten Nederland, in Azie, Afrika of Latijns-Amerika, bij gratere en kleinere bedrijven met vestigingen en prajecten in het buitenland, bij multinationale ondernemingen, bij instanties als de Verenigde Naties, de EEG, de Nederlandse overheid of bij non-profit organisaties. Zij kunnen worden geconfronteerd met een specifieke problematiek die voortvloeit uit technologische en daarmee samenhangende maatschappelijke ontwikkelingen, maar ook met extra complicaties van de voor hem/haar ongewone situaties in ontwikkelingslanden. Uit het verleden is reeds gebleken dat kennis van techniek aileen niet voldoende is voer het internationaal opereren van ingenieurs. In de colleges wordt ingegaan op verschillende aspecten die van invloed kunnen zijn op het werken en leven van in internationaal verband werkzame ingenieurs. Het doel van het college is tweeledig: Het inzicht geven in de factoren die een rol spelen bij de beroepsuitoefening als ingenieur in internationale samenwerking en specifiek in ontwikkelingslanden. Daarmee in staat stellen tot het kunnen analyseren van de problematiek die zich voor doet in de praktijk van het wonen en werken in ontwikkelingslanden en het kunnen plaatsen hiervan in de maatschappelijke context van de betreffende samenleving. Het geven van praktische aanwijzingen voor voorbereiding, uitzending en werkpraktijk van ir's. Tijdens de colleges wordt aan de hand van praktijk voorbeelden ingegaan op de invloed van de geografische omstandigheden en de diverse institutionele deelgebieden (religie, .verwantschap, economie, politiek) op de woon- en werkomstandigheden van de uitgezondene. Tevens wordt aandacht besteed aan zaken als voorbereiding, uitzending, gewenning en aanpassing aan de nieuwe omstandigheden, loopbaan, partners en gezinsleden, en terugkeer naar het moederland.
Yak: Vakcode: Docent:
S.P.: Trimester:
P-praject Technologische Ontwikkelingskunde OU641 Evan Egmond-de Wilde de Ligny 18 lente
-7-
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
werkcollege nader vast te stellen projectopdracht
Inleiding docent Het doel van dit project is de student inzicht te geven in het vakgebied van de Technologische ontwikkelingskunde. Om welke problematiek gaat het, welke wegen zijn er om de problematiek aan te pakken, welke specifieke functie kan een TOK ingenieur hierbij vervullen. Het project bestaat uit: a. inleidende colleges m.b.t. de onderwerpen, die in de Technologische Ontwikkelingskunde van belang zijn. Specifiek wordt ingegaan op de inhoud, relevantie en samenhang van de verschillende studieonderdelen in het onderwijsprogramma Technologische Ontwikkelingskunde. de praktijk van de internationale samenwerking: projecten en programma's op het gebied van de technologische ontwikkelingskunde; projectcycli, procedures en teams van deskundigen betrokken bij de uitvoering ervan. b een grojectogdracht. Bij de opdracht analyseert men in groepsverband welke de specieke gegeven probleemstelling is, op welke wijze in de praktijk naar een oplossing voor de problematiek gezocht kan worden en welke deskundigheid daarbij noodzakelijk is.
Vak:
Urbanisatie in ontwikkelingslanden Gezamenlijk programma van de UvA (vakgroep: sociale geografie) en de VU (vakgroep: culturele antropologie/sociologie der niet-westerse samenleving) dr. J. vd. Unden Hoofddocenten: VU: VU, De Boelelaan 1105, k 12A-35, tel. 020-5485462 UvA: prof. G.A. de Bruijne UvA, Jodenbreestraat 23, k 2201, tel. 020-5254058
S.P.:
In Amsterdam stellen ze dat er voor dit vak ongeveer 320 studieuren nodig zijn. (dit is dus omgerekend 80 sp.)
Trimester:
Het vak loopt van september tot en met december. (met een herkansing eind januari)
-8-
Collegevorm:
Hoorcolleges met verschillende gastdocenten en gastsprekers Er zijn 2 colleges per week, maandag- en donderdagmiddag van 14.00 tot 17.00 uur
Tentaminering:
De tentaminering is schriftelijk, de stof is in 2 delen gedeeld en wordt per deel, na de bijbehorende colleges getoetst. Toetsen waren dit jaar (1991) op 28 oktober en op 16 december. Er is ook nog de mogelijkheid om een of alletwee de toetsen te herkansen, dit jaar was dat op 23 jan. (1992).
Studie materiaal: Verschillende artikelen, in totaal zo'n 1000 pagina's, 125 per onderdeel Vak inhoud De inhoud is onderverdeeld in 2 blokken die op hun beurt weer verdeeld zijn in 4 delen, waarin steeds een bepaald onderwerp centraal staat, deze onderwerpen worden in 2 of 3 colleges opgesplitst in sub onderwerpen. BLOK I A. Inleiding *Algemene inleiding en film *Plaats van de stad in de nationale ontwikkeling; theoretische inleiding *Trek naar de stad; theorie & voorbeeld
B. Stad en regionale ontwikkeling *Stad en regionale ontwikkeling *China en het agropolitane gedachtengoed C. Werkgelegenheid *Stedelijke werkgelegenheid: theoretische inleiding *De informele sector in Semarang (Indonesie) *Stedelijke werkgelegenheid voor vrouwen D. Huisvesting *Stedelijke huisvesting: theoretische inleiding *Huisvesting in Karachi (film) *Vrouwen en habitat BLOK II
E. Stad en regionaal beleid *Regionaal beleid: theoretische inleiding *Regionaal beleid in India
-9-
F. Huisvesting en beleid *Huisvesting *Herinrichting Afrikaanse steden G. Urbane sociale bewegingen *Urbane sociale bewegingen: theoretische inleiding *Urbane sociale bewegingen: een voorbeeld *Grenzen van sociale bewegingen H. Werkgelegenheid/Ecologie/Onderzoek *Werkgelegenheid & beleid *Urbane ecologie *Onderzoek Oerde Wereld steden Oit was de college indeling in 1991 (elk * stelt een college voor), het kan natuurlijk zo zijn dat volgend jaar de indeling anders is of dat er wat andere onderwerpen aan bod komen.
Ervaring student Het vak op zich is erg interessant, vooral voor TOK-studenten met bouwkunde achtergrond. Het kost echter behoorlijk veel tijd ook omdat je per college ongeveer 4 uur reistijd kwijt bent. Wat mij vooral opviel was dat er veel theoretischer over de stof gepraat wordt en dat er nogal diep ingegaan wordt op de verschillende opvattingen van diverse sociologen, cultureel antropologen etc. Oit vond ik af en toe wat saai, misschien ook omdat dit wat verder van je af staat (in Eindhoven wordt hier wat minder aandacht aanbesteed). Oe colleges zelf zijn wei behoorlijk afwisselend mede doordat er steeds andere docenten zijn die vaak over hun eigen onderzoek iets vertellen. Een voordeel hiervan kan zijn dat het allemaal wat grijpbaarder wordt, vooral als een docent een beeldende verteller is of dia's ter verduidelijking vertoont. Oe literatuur was af en toe behoorlijk taai, dit kwam ook wei omdat sommige delen uit boeken eerst verkleind waren voordat ze gekopieerd waren (erg vermoeiend voor je ogen). Het was wei verstandig om vooraf de literatuur die bij het college hoorde door te nemen, dit met DOg op het toch vrij onbekende terrein. Ais je dit vak gaat volgen moet je het wei echt inplannen, er zijn nl. 2 colleges per week en het kost dus behoorlijk veel tijd. Je kunt niet ongeveer een week voor de toets een keer beginnen met de literatuur in te kijken.
AFSTUOEERCOOROINATIE Oe afstudeeronderzoeken in de richting Technologische ontwikkelingskunde vinden over het algemeen buiten Nederland in een ontwikkelingsland plaats. -10-
Het uitvoeren van een afstudeeropdracht in het buitenland en speciaal in ontwikkelingslanden brengt extra complicaties met zich mee zoals de confrontatie met vaak complexe situaties en specifieke problemen, de communicatie op grote afstand tussen de student(e) en de docenten en begeleiders van de TUE, die niet altijd even gemakkelijk verloopt, de communicatie ter plekke tijdens het onderzoek, die bovendien vaak via tolken verloopt, in een vreemde taal. Er wordt het een en ander van de organisatie en coordinatie gevergd, om desondanks het CICA streven naar hoogwaardige kwaliteit te bereiken.
Vak: Vakcode: Docent: S.P.: Trimester:
Perceptie / Perceptie voor OT OP030 / OP610 A.F. van Wagenberg 10/18 herfst
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoorcollege dictaat plus stencils tentamen plus scriptie / tentamen
Inleiding docent Grondbeginselen van de psychologie van de waarneming. Hierbij worden achtereenvolgens behandeld : - de reukzin - de tastzin - de smaakzin - het gehoor - het visuele systeem . De werking van elk van de zintuigen wordt uitgelegd, alsmede de anatomie. Verder wordt dieper ingegaan op de sociale betekenis van elk van de zintuigen. Tenslotte wordt in het college ook ingegaan op de invloed die in de gebouwde omgeving met betrekking tot het zintuig te bespeuren valt.
Commentaar student De colleges waren boeiend omdat de docent niet alles uit het dictaat voorlas. De voorkennis, nodig voor het volgen.van het yak, is gering zodat in principe een ieder het yak kan volgen.
-11-
De literatuur was duidelijk en relevant voor het tentamen zodat het yak best d.m.v. zelfstudie te doen is. De scriptie, verplicht voor OT-studenten, moet aan het einde van het trimester worden ingeleverd.
Vak: Vakcode: Docent:
S.P.: Trimester: Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
Omgevingstechnologie en Ontwerpen
OP620 A.F. Wagenberg, M.F.Th. Sax 18 lente hoorcollege Lang, J.,'Creating Architectural Theory', New York: Van Nostrand Reinhold Company, 1987 werkstuk
Inleiding docent Dit college wordt gegeven in samenwerking met een bouwkunde docent (Sax). De literatuur die bij dit yak gebruikt wordt is "Creating Architectural Theory", geschreven door Jon Lang. Ook dit college wordt gegeven in de vorm van een werkcollege waarbij de aanwezigheid verplicht is. Sij dit yak is het de bedoeling dat de studenten een of twee hoofdstukken van het boek voorbereiden en er een uittreksel van maken. Het voorbereide hoofdstuk wordt aan de overige studenten gepresenteerd. Hierbij is een kritische benadering van het hoofdstuk gewenst zodat er naderhand in de groep een discussie ontstaat. Op deze wijze wordt in negen weken het he Ie boek behandeld. De uittreksels dienen ingeleverd te worden en worden ook onder de studenten verspreid. Het yak wordt schriftelijk afgesloten door middel van een "recensie" (of kleine scriptie). De student moet een recensie schrijven over het boek en die wordt door de docenten beoordeeld.
Commentaar student De colleges (volgen ervan is verplicht) werden gegeven in de vorm van een werkcollege. ledere student moest aan of twee hoofdstukken voorbereiden uit het boek. D.m.v. een uittreksel werd door de betreffende student het een en ander verteld. Een discussie volgde.
-12-
Tentaminering geschiedde in ons geval op basis van een boekbespreking. (Jon Lang's boek) Verder zijn de kwaliteit van de uittreksels en de aanwezigheid van invloed op het cijfer.
Vak: Vakcode: Docent: S.P.: Trimester:
Inleiding Omgevingstechnologie (Voorheen Seminar 1 OT) OP630 A.F. Wagenberg 18 winter
Collegevorm: Studiemateriaal:
hoorcollege plus voordrachten van studenten G. Mannaerts et al. (eds.) Omgevingspsychologie, lisse: Swets en Zeitlinger, 1990. Zeisel, J. Inquiry by design; tools for environment-behaviorresearch. Cambridge: Cambridge University Press, 1985 tentamen plus scriptie
Tentaminering:
Inleiding docent Dit vak is bedoeld als een inleiding op het gebied van de omgevingstechnologie. Daarbij wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste begrippen en theorieen op dit gebied. In het seminar worden de volgende onderwerpen besproken : hoe werken ontwerpers hoe werken onderzoekers mogelijkheden voor ontwerpers en onderzoekers om samen te werken wat is een leefbaar milieu invloed van de omgeving op persoonlijkheidskenmerken waarneming van de omgeving omgeving en behoeftebevrediging Dit gebeurt aan de hand van een tweetal boeken. Het is de bedoeling dat iedere student van een hoofdstuk uit elk boek een uittreksel maakt. Het betreffende hoofdstuk wordt dan in het college besproken. Het college heeft dus niet de vorm van het klassieke hoorcollege, men moet het meer zien als een meedoe college. Het onderwijs geschied dus aan de hand van discussie en voordrachten. De aanwezigheid is verplicht. Na negen colleges zijn beide boeken besproken en krijgt iedere student de uittreksels van aile hoofdstukken. Er is een verplichting tot het maken van een of twee uittreksels. Men mag niet aan het tentamen deelnemen als men geen uittreksels heeft gemaakt. -13-
Wat de inhoud van de literatuur gaat voornamelijk in op de onderzoekskant van de omgevingstechnologie. De ontwerperskant wordt aileen vanuit de onderzoekerskant benaderd. Er is voor dit vak geen voorkennis vereist.
Commentaar student
Dit is een leuk, interessant en verhelderend vak. Het geeft een beter inzicht in wat OT nu eigenlijk inhoud en een beter beeld van de beroepsmogelijkheden. Veel rollen van een OT-Ir komen aan bod. Verder is het ook erg positief dat dit vak gaat over de integratie van techniek en maatschappij, erg belangrijk voor een TEMAstudie! Je leert het nut kennen van verschillende puur technische en puur maatschappelijke vakken. Het college De docent heeft tijdens het eerste college gevraagd wat de studenten willen; studenten geven college en hij (docent) vult aan of hij geeft het college. Wij kozen voor het eerste; studenten maken een uittreksel en dragen deze v~~r. Over de voordracht gesproken, deze is het meest interessant en het best te volgen als je het betreffende hoofdstuk van te voren gelezen hebt. In de praktijk heb je daar niet altijd tijd voor, ook al omdat een van de boeken in het Engels geschreven is. Het college werd echter pas echt leuk door de interessante belichting van de docent. Een volgende groep zou ik dan ook willen aanraden het vak door de docent zelf te laten geven. Tentamen Hoewel de docent beweert dat hij op het tentamen diep op de stof zal ingaan en dat hij creatieve antwoorden in vak-terminologie verwacht, blijkt dat je een voldoende kunt halen door de rijtjes uit de uittreksels te leren. Literatuur Omgevingspsychologie; geschreven voor een groot publiek, leest eenvoudig en geeft duidelijk herkenbare voorbeelden uit de OT-praktijk (erg informatief). Inquiry by design; erg interessant. Deel I leest niet zo snel vanwege het Engels; sommige woorden laten zich niet eenvoudig naar het Nederlands toe vertalen. Het is aanbevelenswaardig beide boeken aan te schaffen. Ze zijn echt interessant en belangrijk; het is basisliteratuur voor elke OT-student.
-14-
Concluderend V~~r mij was dit het eerste yak dat een erg duidelijk beeld geeft van ~T. Ik wil je zeker aanraden de colleges te volgen. Door de kleine groep kun je gemakkelijk vragen stellen en kan een levendige discussie ontstaan. Wat de literatuur betreft; als echte OT'er moet je natuurlijk de literatuur behorende bij het yak "Inleiding OT" leren. Van een afstudeerder heb ik gehoord dat een dergelijke kennis van deze literatuur later zeer goed, en vaak, van pas komt.
Vak: Vakcode: Docent
Omgevingstechnologische seminar: Orientatie op het beroep OP651
A.F. Wagenberg
S.P.:
10
Trimester:
lente
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
werkcollege syllabus schriftelijke uitwerking van een interview met een van de gasten plus onderzoeks rapport
Inleiding docent Oit college heeft als doel een orientatie op het beroep als omgevingstechnoloog. Oaarin komen vragen aan bod als : - waar zijn omgevingstechnologen terechtgekomen - waar kunnen omgevingstechnologen terecht - hoe ziet het bedrijfsleven de toekomst van omgevingstechnologen - hoe zie de student zijn toekomst als omgevingstechnoloog Op deze vragen worden antwoorden gezocht door middel van : - discussie tussen studenten - informatie van de docent - het zoeken naar artikelen en advertenties in kranten en tijdschriften - interviews met gastsprekers De gastsprekers worden door de studenten zelf uitgenodigd. Ais afsluiting van het yak moet dan ook een verslag van het interview met een van de sprekers worden gemaakt. Het onderwijs vindt dus plaats in de vorm van een werkcollege en daarvoor is de aanwezigheid van de studenten verplicht. (Oit college wordt ieder jaar op een andere manier ingevuld!) -15-
Commentaar student Dit vak is vooral informatief v.w.b. de beroepsmogelijkheden. Omdat TEMA een relatief jonge studierichting is, zijn er nog maar weinig mensen afgestudeerd/werkzaam. Dit geldt uiteraard ook voor OT-ers. Het college is een werkcollege. De studenten werden in groepen verdeeld. Elke groep kreeg een opdracht bijv. onderzoek doen naar een nieuwe markt, het organiseren van een forum of excursie etc. Elke groep dient een verslag te schrijven. Tijdens de colleges werd de voortgang besproken en werd er gediscussieerd. Eigen inbreng bepaalt voor een belangrijk deel de inhoud van dit vak.
Vak: Vakcode: Docent: S.P.: Trimester: Collegevorm: Literatuur: Tentaminering:
Programma's van eisen voor omgeving OP661 A.F. Wagenberg
35 winter hoorcoliege W.Waalwijk; "het programmeren van geb ... " TUE & NZI; "het gebruik van OT-patronen" tentamen plus scriptie
Inleiding docent In dit vak worden method en en technieken behandeld waarmee programma's van eisen voor complexe ontwerpopgaven kunnen worden ontwikkeld. De hedendaagse ontwerpopgaven - voor bijvoorbeeld een ziekenhuis - zijn zo omvangrijk en complex dat een programma van eisen dat rekening houdt met aile gebruikers een noodzaak is. In het college worden twee boeken gebruikt waarvan een de opzet geeft van een programma van eisen voor gebouwen in de gezondheidszorg. De andere laat zien hoe je binnen een dergelijk programma van eisen gebruik kunt maken van zogenaamde "patronen". Het vak wordt afgerond met een tentamen en een werkstuk. Het tentamen gaat over de boeken en het college. Het werkstuk moet een analyse zijn van een bestaand programma van eisen of het zelf schrijven van een programma van eisen. Dit werkstuk wordt gemaakt door een groep.
-16-
Commentaar student De twee boeken werden tijdens het college behandeld. Dit verliep vrij vlot zodat de laatste weken aan het maken van de scriptie en een excursie besteed konden worden. De stof sluit goed aan bij het tentamen. Het tentamen zou eventueel met zelfstudie gemaakt kunnen worden. V~~r de scriptie is advies van de docent noodzakelijk, vandaar dat het verstandig is de colleges te volgen. (Het vinden van een programma van eisen kan soms vertraging en moeilijkheden opleveren!)
Vak: Vakcode: Docent:
Omgevingstechnologie voor Wonen en Werken OP671 A.F. Wagenberg
S.P.:
35
Trimester: Collegevorm: Literatuur: Tentaminering:
lente hoorcollege plus zelfstudie "Post Occupancy Evaluation" W.Preisen afsluitend, een beschouwend artikel over een omgevingstechnologische theorie plus tentamen
Inleidinq docent In dit yak wordt wetenschappelijke kennis over omgevingstechnologische theorieen uitgediept. Het yak bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de techniek POE: post occupancy evaluation, uitgewerkt. Dit wordt afgerond met een tentamen. In het tweede deel moeten de studenten een omgevingstechnologische theorie als uitgangspunt nemen en over deze theorie een werkstuk maken waarin de uitgangspunten en recente onderzoeken worden beschreven. Dit werkstuk dient individueel volbracht te worden. Commentaar student
a
Het boek plus twee drie case-studies worden tijdens het college behandeld. Het tempo hierbij ligt vrij hoog! Het beoordelingscijfer is opgebouwd uit twee delen namelijk; een schriftelijk tentamen en het schrijven van een scriptie.
-17-
Vak: OT-studenten Vakcode: Docent:
S.P.: Trimester: Collegevorm: Studiemateriaal:
Tentaminering:
Economie voor de gebouwde omgeving / versie speciaal voor OB030 / OB610 L. Oerlemans 10 / 18 (extra literatuurstudie) herfst hoorcollege J.G. Lambooy,'Regionale economische dynamiek: een inleiding in de economische geografie', Muiderberg, Coutinho, 1988. H.w. ter Hart en J.G. Lambooy,'Stedelijke economische dynamiek: een inleiding in de economische geografie', Muiderberg, Coutinho, 1989. schriftelijk / scriptie of mondeling
Inleiding docent Leon Oerlemans studeerde Economie aan de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) te Tilburg. Hij was gedurende de laatste jaren van zijn studie 'half-time' werkzaam als student-assistent. Enerzijds bij de vakgroep Regionale Economie van de Economische Faculteit van de KUB, anderzijds bij de Sectie Regionaal Economisch Onderzoek van het Economisch Instituut Tilburg. Na afloop van zijn studie in 1986 werd zijn student-assistentschap bij het Economisch Instituut Tilburg omgezet in een functie als wetenschappelijk (ruimtelijk-economisch) onderzoeker. Vanaf 1990 is hij als universitair docent Economie, bij de vakgroep TWIM, verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven. Naast het vak Economie van de Gebouwde omgeving (OB030) verzorgt Oerlemans nog een aantal andere vakken. Genoemd kunnen worden: Instructie Macro-economie (OB072), Technische Economie voor TEMA (OB120) en Technology Assessment 3 (OK030). Daarnaast verricht Oerlemans onderzoek op het gebied van de ruimtelijke economie. Het onderzoek concentreert zich op stedelijke veranderingsprocessen in relatie tot technologische ontwikkelingen.
Het vak Economie van de Gebouwde Omgeving beoogt een inleiding te geven in de ruimtelijke economie, welke zowel de regionale als de stedelijke economie omvat. De aandacht wordt vooral gericht op de relatie tussen economische en technologische ontwikkelingen enerzijds en region ale en stedelijke ontwikkelingen anderzijds. Centraal staat het economisch handelen van de mens (consumeren en produceren) dat zich afspeelt in de gebouwde omgeving.
-18-
Enkele probleemvelden die aan de orde komen zijn: de lokatiekeuze van bedrijven; de economische ontwikkeling van regia's (in Nederland); steden en hun economische ontwikkeling; kantoren en kantoorwerkgelegenheid; lokaal-economisch beleid; De keuze van deze probleemvelden is slechts een greep uit de veelheid van aspecten die vanuit ruimtelijk-economisch perspectief kunnen worden bekeken. Daarbij wordt veelvuldig de grens van de economie met andere disciplines (planologie, sociologie) overschreden. Wat echter is dan het ruimtelijk-economisch perspectief? Ruimtelijk-economische studies kenmerken zich vaak doordat vier vragen . worden gesteld: 1. wat?; welk verschijnsel is onderwerp van studie en welke kenmerken heeft dit verschijnsel? 2. waar?; waar doet het verschijnsel zich voor? 3. waarom daar?; waaram doet het verschijnsel zich juist daar voor en niet elders? 4. so what?; wat kan men met de verworven kennis doen, of welke (beleids)advie zen kunnen op grand van de studies worden gegeven?
Vak: Vakcode: Docent:
logische analyse van maatschappelijke vraagstukken, Logica I OLBaa
A. Sarlemijn
S.P.:
18
Trimester:
herfst
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoor- en werkcollege dictaten: 'Iogica I' en 'normatieve logica' schriftelijk/mondeling afhankelijk van het aantal deelnemers
Vak: Vakcode: Docent:
OL81a
sociale keuzetheorie, Logica II
A. Sarlemijn
S.P.:
18
Trimester:
winter
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
werkcollege dictaat schriftelijk/mondeling afhankelijk van het aantal deelnemers -19-
logica van normen en waarden, Logica III
Yak: Vakcode: Docent: S.P.: Trimester:
35 lente
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoor- en werkcollege R.C. Jeffrey,'The logic of dicision', Univ. of Chicago Press, 1983 schriftelijk, na afloop van het college
0L820 A. Sarlemijn
Inleiding docent Over het algemeen geldt: De drie colleges kunnen onafhankelijk van elkaar gevolgd worden. Wie echter elke kennis van de logica of verzamelingenleer mist, wordt geadviseerd eerst Logica I te volgen, voordat hij kiest voor Logica II of Logica III. Een notie van logica hebben elektrotechnici en werktuigbouwkundigen vaak op basis van vakken als schakelalgebra en stromingsleer. Logica I behandelt enerzijds fundamentele en anderzijds praktijk gerichte vraagstukken: wat is precies een logisch systeem? welke soorten van systemen zijn er? welke eigenschappen hebben die systemen? hoe weet je, of een systeem geschikt is voor jouw analyses? aan welke eisen moet een probleem voldoen, opdat het logisch analyseerbaar is? Om duidelijkheid hierover te krijgen worden enkele eenvoudige systemen (de zgn. junctorenlogische) grondig behandeld .. Een nauwkeurig inzicht verwerft de student ook in de vraag, waarom er in de wiskunde verschillende denktrants of bewijsmethoden bestaan (de zogn. klassieke en de zogn. intumonistische). Tevens wordt er aandacht geschonken aan het gebruik van logische systemen bij analyses van formuleringen in de natuurlijke taal. De leerstof is geordend in vier hoofdstukken: (1) klassieke junctorenlogische modeltheorie, (2) eigenschappen van klassieke junctorenlogische systemen zoals consistentie, volledigheid en onafhankelijkheid van de axioma's, (3) de analyse van argumentaties in de inhoudelijke taal (3) Naast het collegedictaat (Logica I, 0400119420005) met het daarbij behorende opgavenboekje wordt L.T.F. Garut 'Logica, taal en betekenis' aanbevolen. De presentatievorm is die van een hoorcollege met ruimschoots gelegenheid tot discussie. Het tentamen is schriftelijk. In het verleden is het gebleken, dat de leerstof zeer geschikt is voor zelfstudie. Logica I is een verplicht keuzevak voor Nstudenten en een keuzevak voor aile anderen. Logica II analyseert, hoe individuele keuzes impliciet lei den tot maatschappelijke keuzes zoals bij verkiezingen. En dit is ook het geval bij koopgedrag: een produkt wordt immers maatschappelijk 'onmogelijk', als het niet meer wordt gekozen door de individuen. Zo was het in het verleden. Tegenwoordig bepalen de individuen telkens minder het succes van produkten; sommige worden collectief ingekocht: door de PTT of door andere ondernemingen.
-20-
De maatschappelijke keuzetheorie zoekt naar precieze omschrijvingen van de relaties tussen individuele, collectieve en maatschappelijke keuzes. Bovendien bestudeert zij de voorwaarden voor een weloverwogen en vrij koopgedrag voor de individuen (zonder een dirigisme: zonder een dictaat-van-boven, zoals in een collectief geleid economisch systeem). Bijzonder boeiend is in dit verband de onmogelijkheidsstelling van Arrow: een volledig vrij en weloverwogen koopgedrag vooronderstelt voorwaarden, die onmogelijk aile tezamen strikt te realiseren zijn. Dit geldt volgens Arrows stelling ook voor de democratie: absoluut vrije en weloverwogen verkiezingen blijken onmogelijk, als we de voorwaarden ervan heel exact formuleren. Hoe zijn die voorwaarden af te zwakken, opdat de paradox wordt vermeden? Interessant is ook het resultaat van Jan Tinbergens convergentietheorie, die exact aantoonde, dat in de ge"industrialiseerde samenleving de maatschappelijke keuzes tel kens meer door de collectieve instellingen en bedrijven bepaald worden en telkens minder door de individuen. De leerstof is geordend in zes hoofdstukken: (1) het instrument voor de wiskundig logische analyse, (2) de verschillende mogelijkheden om de relaties tussen individuele keuzes en maatschappelijke keuzes te bepalen, (3) de vrije keuze bij twee alternatieven, (4) de vrije keuze bij meer alternatieven, (5) Arrows onmogelijkheidsstelling, (6) wegen om de paradoxen te omzeilen. Naast het COliegedictaat (Logica II: maatschappelijke keuzetheorie) wordt er tijdens het college gebruik gemaakt van Y. Murakami, 'Logic and Social Choise'. De stof wordt behandeld in de vorm van een werk- en discussiecollege, opdat de studenten tijdens de bijeenkomsten de stof zich eigen maken door deze op hun eigen wijze te formuleren. Het tentamen is collectief tijdens de inhaalweek. Logica II is een keuzevak voor aile studenten (TeMa, 3.2, aile anderen: 4.2). Logica III bestudeert de normen en waarden, die een belangrijke rol spelen in vele domeinen van onze samenleving: de normen van normalisatiestelsels, die van verkeersstelsels, e.d. Er wordt begonnen met de invoering van een logisch systeem, dat in beginsel geschikt is voor de analyse van normen. Vervolgens wordt er bewezen, dat het systeem aan de gebruikelijke eisen van de logica voldoet: het heeft logische eigenschappen zoals de consistentie en de volledigheid. Na die formele uiteenzettingen wordt er gekeken naar domeinen van de toepassingen. Kan een rechter zijn oordeel exact ontlenen aan de normen, die voorgeschreven zijn door de wet? Wat is een juridisch oordeel precies? Is een geautomatiseerde rechtspraak mogelijk? In hoeverre heeft de rechtsorde een nauwkeurige logische structuur? Logica III is bij uitstek een ingenieursvak, dat verduidelijkt, welke moeilijkheden zich kunnen voordoen bij he toepassen van 'mooie' mathematische formalismen. De leerstof is geordend in vier delen: (1) het exacte instrumentarium voor normenanalyses, (2) de bewijzen van de consistentie en volledigheid, (3) de analyse van normenstelsels van de samenleving zoals verkeersnormen en andere juridische normen, (4) de vraag, waarin waarden en preferenties verschillen van de normen. V~~r dit college is beschikbaar een collegedictaat (Normenlogica, 040015100005). Het is niet zonder nut ook het dictaat van Logica I aan te schaffen. De stof wordt behandeld in de vorm van een hoor- en discussiecollege. -21-
Het tentamen is schriftelijk. De leerstof is redelijk geschikt voor zelfstudie, zo is in het verleden gebleken. Logica III is een keuzecollege (aile 4.3).
Yak: Vakcode: Docent:
S.P.: Trimester: Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
filosofie en methodologie van de technische wetenschappen OK910 A. Sarlemijn 18 herfst hoor/werkcollege A. Sarlemijn,'Benaderingswijzen in de technische wetenschappen'deell, TWIM-studie nr.3,1986 schriftelijk/voordracht met colloquium, afhankelijk van het aantal deelnemers
Inleidinq docent Er zijn vele technische wetenschappen met uiteenlopende verschillen: zo zijn bijvoorbeeld de bouwtechniek en 'de werktuigbouwtechniek vaak directer verbonden met de praktijk van de industriale produktie dan de technische fysica. Hoe kunnen we de afzonderlijke technische vakken plaatsen in het geheel van de technische wetenschappen? Kunnen die disciplines geordend worden volgens een bepaalde systematiek? Zo'n systematiek wordt tijdens het college gepresenteerd: de technische disciplines worden onderscheiden op basis van de natuurkennis, waar ze van uitgaan. Na die onderscheiding stuit men op de vraag, hoe die verschillende disciplines op elkaar afgestemd worden in de praktijk: tijdens industriale R&D-projecten en produktontwikkelingsprocessen. Bij de behandeling van die vraag wordt er niet aileen ingegaan op de technologische factoren maar ook op de marktfactoren en de juridische en politi eke (zoals veiligheidseisen, energiebesparingseisen). Het derde gedeelte van het college schenkt aandacht aan het specifieke karakter van het ontwerpproces: in hoeverre laat de ontwerper zich leiden door exacte natuurkennis en in hoeverre laat hij zich leiden door meer intu"ilieve inzichten? Het antwoord op die vraag is te ontlenen aan de leer der analogiean: van de door technici gebruikte analogiean zijn sommige uiterst exact en andere sterk intu"ilief en context gebonden. Met voorbeelden verduidelijkt het college, onder welke voorwaarden de analogiean een sterke invloed hebben en onder welke voorwaarden dat minder het geval is.
-22-
Het voorafgaande leidt tot de volgende indeling van de collegestof: (1) de leer der technologische analogieen (2) ordening van de verschillende technische disciplines op basis van de door hen vooronderstelde natuurkennis (3) integratie van de technische kennis tijdens R&D-projecten en produktontwikke lingsprocessen (4) tegenstellingen tussen technische wetenschappelijke en theoretische benaderingen. Het schriftelijke tentamen bestaat uit open-end-vragen. Tijdens het tentamen kan er ook een opstel geschreven worden volgens een schema, dat door de docent is goedgekeurd voorafgaand aan het tentamen. In zo'n opstel laat de student(e) zien, het een bepaalde produktontwikkeling geanalyseerd kan worden in het licht van de verschillende soorten van technische kennis en in het licht van de drie genoemde soorten van factoren. Gebruikte literatuur: 'Benaderingswijzen van de technische wetenschappen' (een als TWIM-studie uitgegeven verzameling artikelen van de docent). Deze publikatie is verkrijgbaar tijdens de colleges. Niet zonder nut is het raadplegen van de historische uiteenzettingen van de docent in 'Technische fysica in ontwikkeling' (in de bibliotheek aanwezig): aan de geschiedenis zijn een aantal inzichten in de ontwerpprocessen en produktontwikkelingen ontleend. Op OK910 sluiten nauw aan: M. de Vries, Ontwerpmethodologie M. de Vries, Milieutechnologie: ontwerpmethodologische kwesties. In het eerste college worden concrete produktontwikkelingen geanalyseerd in het licht van de methodologische beginselen, die behandeld worden in OK910. In het tweede college worden vanuit die beginselen oplossingen gezocht voor milieuvraagstukken.
Vak: Vakcode: Docent: S.P.: Trimester:
Research in bedrijven: tussen akademie en industrie OK931 A Sarlemijn
Collegevorm: Studiemateriaal:
werkcollege A Sarlemijn,'Tussen akademie en industrie', Amsterdam, 1984. AE. Panneborg e.a.,'Spanningsvelden tijdens de technologischeontwikkelingen', TWIM-studie, 1986 voordracht met colloquium
Tentaminering:
35 lente
-23-
Inleiding docent De industriele research riep in het verleden een dilemma op: moet men zich daarbij concentreren op de ontsluiting van fundamenteel nieuwe gebieden en zich 'zuiver' wetenschappelijk concentreren op die nieuwe mogelijkheden? Of moet de industriele onderzoeker zich concentreren op de perfectionering van bestaande artikelen? Beide wegen impliceren een gevaar: in het eerste geval dreigt de research vervreemd te raken van de doeleinden van de onderneming; in het tweede geval kan men achterop raken op de concurrent, die wei met fundamenteel nieuwe dingen komt. In het college wordt er verduidelijkt, hoe men in de jaren zestig met dit dilemma worstelde en hoe de akademische research sindsdien wordt onderscheiden van de industriele. Vervolgens wordt er ingegaan op de managementtheoretische ingrepen, waarmee men tegenwoordig probeert om de lijn van R&D naar produktintroduktie te verkorten. Gebruikte literatuur: A. Sarlemijn (red.), 'Tussen akademie en industrie', Amsterdam: Meulenhoff, 1984, A.E. Pannenborg, e.a., 'Spanningsvelden tijdens technologische ontwikkelingen', lWIM-studie, 1986 en een artikel van T. Kabel (exPhilips-directeur 'audio', tegenwoordig direkteur van een eigen managementadviesbureau) over het verkorten van de produktintroduktielijnen. De doelgroep wordt gevormd door 4e of op zijn minst 3e jaarsstudenten. V~~r hen betekent het college een oefening in spreekvaardigheid, want zij houden onder begeleiding van de docent sen spreekbeurt (het cijfer hiervoor wordt meegeteld bij de eindwaardering).
Vak: Vakcode: Docent S.P.: Trimester: Collegevorm: Studiemateriaal:
Tentaminering: Vak: Vakcode: Docenten: S.P.: Trimester:
Opleiding en training I ON301 RAM. van Brunschot, Mw. O. Zeeuwen 35 lente hoorcollege en werkgroep het boek, 'Opleidingskunde, een bedrijfsgerichte benadering en leerprocessen', van Wessels en Smits (Kluwer, Deventer, 1989); aanvullende artikelen, hoofdstukken en stencils schriftelijk; eindverslag per werkgroep Opleiding en training II OK151 RAM. van Brunschot, Mw. O.S.C. Zeeuwen 18 herfst
-24-
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
werkcollege wordt nader bekend gemaakt opdracht en scriptie
Inleiding docent(enl Technologische vernieuwingen in organisaties hebben gevolgen voor opleiding en training in die organisaties. wijzigingen in functie-uitvoering als gevolg van bijv. automatisering noodzaken organisaties tot het opleiden en trainen van hun medewerkers in nieuwe kennis en vaardigheden. Het ontwikkelen van opleidings- en trainingsprogramma's voor dergelijke situaties is noodzakelijk om te bereiken dat technologische vernieuwingen bij invoering optimaal effect hebben. Sij opleiding en training I wordt aandacht besteed aan factoren die een rol spelen bij het ontwikkelen van opleidingsprogramma's. Op het college wordt de theoretische achtergrond behandeld aan de hand van vragen als: - is er sprake van een werkelijke opleidingsnoodzaak of kunnen gesignaleerde problem en efficienter op een andere wijze worden opgelost. - hoe leren volwassenen en hoe moet die wijze van leren in cursussen ingebouwd worden. - wat moet in een cursus aan nieuwe kennis en vaardigheden geleerd worden en hoe wordt dat in een cursus gedoceerd. -welke instrumenten staan ter beschikking om te toetsen of cursisten inderdaad leren wat gewenst is. In de werkgroepen wordt aan de hand van concrete opleidingssituaties van bijv. Philips en de RASO de theoretische kennis toegepast bij het beoordelen van programma's van opleiden en trainen. TEMA studenten kunnen zich daarbij een oordeel vormen over de kwaliteit van concrete opleidingsaspecten als: - hoe heeft de probleemanalyse in die situatie plaatsgevonden, was de beslissing tot opleiden de juiste. - welke leerdoelen zijn geformuleerd, zijn deze adequaat voor de geanalyseerde situatie. - hoe wordt geevalueerd of de cursus zijn doel bereikt en de ongewenste bedrijfssituatie daarmee zal verdwijnen. - hoe is de curs us opgezet, van welke leermiddelen wordt gebruik gemaakt en hoe wordt de cursus uitgevoerd. - wordt het geleerde ook in de werksituatie toegepast. De resultaten van de werkgroepen worden door de leden op het college mondeling gepresenteerd, iedere werkgroep verwoordt zijn bevindingen in een rapport. Het vervolgvak Opleiding en Training II is een werkgroep voor maximaal 12 TEMA studenten die zich verder willen verdiepen in het ontwikkelen en uitvoeren van opleidingen in organisaties. -25-
In groepen werken studenten in koppels van twee zelfstandig aan het ontwerpen van een (deel van) een opleidingsprogramma op basis van een zelf gekozen technisch onderwerp en doelgroep. Om ieder de gelegenheid te geven zijn didactische kwaliteiten te ontwikkelen worden de cursusonderdelen uitgevoerd binnen de werkgroep, waarbij de leden van die werkgroep als cursist optreden. ledere presentatie van een cursusonderdeel wordt beoordeeld op inhoud, vormgeving en uitvoering door de cursisten. Met de aldus verkregen feedback kan de "cursusleider" zijn wijze van presenteren verbeteren. Per koppel wordt een verslag gemaakt over het ontwikkelde opleidingsprogramma. Een voorbeeld van een gemaakte cursus: beeldbewerking HOlY voor NOB personeel. Studenten die van plan zijn Opleiding en Training als afstudeerrichting te kiezen hebben de mogelijkheid extra vakken op het gebied van opleidingen te volgen aan de Universiteit van Twente, Utrecht etc. In overleg met de docenten wordt het afstudeeronderwerp vastgesteld.
Commentaar student Opleiding en Training I is verplicht voor vele TCO-studenten. Volgen van het vak bestaat uit twee uren hoorcollege en een middag per week (in groepen) werken aan een opdracht. Inhoud: - leggen van een relatie tussen probleem en oplossing - gebruiken van theorieen over opleiden - beoordelen van de kwaliteit van een opleiding Uitvoering Er wordt gewerkt aan de hand van een goed boek en duidelijke, heldere sheets die een goed beeld van de stof geven. Het is wei jammer dat die sheets niet worden uitgereikt, zodat je ze over moet schrijven. Verder dien je, in het kader van je werkgroep, zelf ca. 100 pagina's uit relevante literatuur te kiezen. Diverse modellen voor opleidingen worden behandeld, zodat je daaruit een bewuste en gemotiveerde keuze kunt maken. Toetsing Het vak wordt afgesloten d.m.v. een tentamen dat bestaat uit een case, geen "weetjes-vragen". Je wordt bovendien beoordeeld a.h.v. de rapportages en het verslag van je werkgroep.
-26-
Opleiding en Training II is een keuzevak dat je pas kuntjmag volgen indien je Opleiding en Training I gedaan hebt. Het is een verplicht vak voor wie op "Opleiding en Training" wil afstuderen. (mijns inziens volkomen terecht) Volgen van het vak houdt in: sen middag per week verplichte aanwezigheid tijdens het werkcollege. De onderwijsvorm is taakgericht groepsonderwijs. Inhoud: - ontwikkelen en uitvoeren van een (stuk) opleiding - evalueren van de uitvoering van opleidingen Uitvoering Er wordt gewerkt a.h.v. hetzelfde boek als bij "Opleiding en Training I", alsook duidelijke en heldere sheets. Ook hier is het wei jammer dat de sheets niet op papier uitgereikt werden. Toetsing Je moet in een koppel een opleiding ontwikkelen en (gedeeltelijk) uitvoeren. Dit uitvoeren van je opleiding moet je voor je medestudenten en docent doen. Zij geven na afloop commentaar, dit is zeer leerzaam. Verder wordt het geheel vastgelegd op een videoband die later, in afwezigheid van de andere koppels, met jou en je partner wordt besproken en.beoordeeld. Algemeen V~~r zowel Opleiding en Training I als II geldt: "" je moet je voor het begin van het betreffende trimester voor het betreffende vak inschrijven, houdt daarbij o.a. de Cursor in de gaten. Het aantal deelnemers is beperkt! "" het aantal.studiepunten dat je voor deze vakken kan krijgen, vind ik rese!. "" deze vakken zijn nuttig en leuk om te doen, ze behoren beslist tot de betere vakken. (Aanbevelenswaardig).
Vak: Vakcode: Docent:
Economie in de basiscursus OL910 L.Oerlemans
S.P.:
27 herfst
Trimester:
-27-
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoorcollege dictaat 1565 schriftelijk
Inleiding docent Het onderdeel Economie in de Basiscursus Techniek en Maatschappij (OL910) geeft een eerste kennismaking met de kernbegrippen, het theoretische kader, de methodologie en de toepassingsgebieden van de economische wetenschap. Zowel in de colleges als in de dictaattekst staat de relatie tussen economie en technologie centraal. Op welke wijze beYnvloeden consumenten en technologie elkaar? Onder welke economische voorwaarden komen ondernemingen tot technologische innovaties? Zijn technisch optimale situaties ook economisch optimale situaties? Welke is de relatie tussen de ontwikkeling van de techniek en de werkgelegenheid? Dit is een greep uit de vraagstellingen die in het onderdeel Economie van de Basiscursus Tema aan de erde komen. Met andere woorden, juist voor de TEMA-studie is het verwerven van inzicht in de relatie tussen economie en techniek van groot belang. Zoals uit het bovenstaande blijkt zijn economie en techniek twee maatschappelijke verschijnselen die diep in elkaar ingrijpen. Zowel de colleges als de tekst van het onderdeel Economie hebben een aantal doelen, te weten: a. De student inzicht geven en kennis laten maken met een aantal belangrijke begrippen en verbanden die in de relatie tussen economie en techniek naar voren komen; b. de student laten zien dat economie en techniek geen 'mechanische' verschijnselen zijn. Kort gezegd gaat het erom dat beoogd wordt te laten zien dat zowel economie als technologie 'georganiseerd mensenwerk' is.
Commentaar student Dit vak geeft een algemene inleiding op de vakken die in de TEMA-studie worden gegeven. Het is zinvol dit vak goed te bestuderen aangezien men hier verder in de opleiding profijt van trekt in verband met de voorkennis die men dan heeft opgebouwd. Dit vak wordt in deeltentamens afgenomen, haalt men een onderdeel niet, dan dien je alles opnieuw te doen in de tentamenweek, welke al overvol is. Meraal: houdt dit vak regelmatig bij, de studiepunten (27) zijn er naar.
-28-
Vak: Vakcode: Docent: S.P.: Trimester:
Macro-economie voor bedrijfskundigen OB070 N. Douben 18 hertst
Collegevorm: Studiemateriaal:
hoorcollege boek geschreven door; prof. dr. WAA.M. de Roos, prof.dr. N. Douben en prof.dr. J. Wemelsfelder 'Maatschappij-economie', Samson, 1988 schriftelijk
Tentaminering:
Inleiding docent Het vak Macro-economie voor BDK bouwt voort op het onderdeel Economie in de Basiscursus TEMA. Een groot aantal belangrijke economische onderwerpen passeert in de colleges de revue. Nadat een korte inleiding is gegeven over het kernprobleem van de economie, schaarste en economie, komen drie hoofdonderwerpen aan de orde. In de eerste plaats worden de belangrijkste bepalende factoren behandeld, die van invloed zijn op de prestaties van een economie op de korte termijn. Genoemd kunnen worden: consumptie, investeringen, de rol van de overheid en de rol van de internationale handel. Ten tweede wordt de invloed van het geld in de economie besproken. Enerzijds krijgt de relatie technologie en geldverkeer aandacht. Anderzijds worden in dit licht de haken en ogen van het voeren van economisch beleid besproken. In de derde plaats, tenslotte, staat economische groei centraal. Aan de hand van de belangrijkste economisch-theoretische stromingen wordt het probleem van de economische groei besproken. Gedacht kan worden aan onder meer structurele en conjuncturele economische problemen en aan verschijnselen zoals stagnatie en stagflatie. De invloed van de technologie komt hierbij eveneens aan de orde.
Commentaar student Het is een moeilijk vak, regelmatige studie is zeker vereist. Maar de belangrijkste factor is toch wei dat je begrijpt wat er wordt uitgelegd. Aileen volstaan met het leren van begrippen levert geen voldoende op. Plaatjes zijn zeer belangrijk, vooral de IS-LM curve is van belang, alsmede een uitgereikt A4-tje met macro-grootheden. Voig daarom zeker ook de instructies.
-29-
Trimester:
Instructie Macro-economie voor bedrijfskundigen OB072 L.Oerlemans geen herfst
collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
facultatief werkcollege Zie hiervoor OB070 n.v.t.
Vak: Vakcode: Docent:
S.P.:
Inleidinq docent Het college Instructie Macro-economie voor BDK vormt een aanvulling op de cursus Macro-economie voor BDK. Ten behoeve van studenten die in hun vooropleiding nog geen macro-economie hebben gevolgd en voor studenten die hun economiekennis willen opfrissen worden in het herfsttrimester gedurende 1 uur per week instructie gegeven. Deze instructiecolleges zijn facultatief en leveren geen studiepunten op. Toch worden zij warm aanbevolen, omdat het volgen ervan duidelijk het tentamenresultaat verhoogt. In de instructiecolleges wordt enerzijds de mogelijkheid geboden vragen te stellen over de behandelde stof uit OB070. Anderzijds wordt er uitleg gegeven over een groot aantal economische begrippen en theorieen. Tevens worden relevante tentamenopgaven behandeld. De ervaring heeft geleerd dat studenten dit yak ervaren als een welkome aanvulling op het college Macro-economie voor BDK. Tenslotte kan nog gemeld worden dat er ter ondersteuning van de instructiecolleges een syllabus is verschenen, getiteld "Economie in woorden". Hierin worden een groot aantal economische begrippen op een eenvoudige wijze toegelicht. Dit dictaat kan voor studenten een goed hulpmiddel vormen bij de voorbereiding op het macro-economie tentamen.
Commentaar student Hier kan men wat praktische vaardigheden opdoen met het yak Macro Economie. Tevens kan men hier problemen bij de bestudeerde stof naar voren brengen.
Vak: Vakcode: Docent:
Technische economie voor TEMA OB120 L.Oerlemans.
S.P.:
18
OTrimester:
lente -30-
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoorcollege nader te bepalen schriftelijk
Inleiding docent Technische economie voor TEMA wordt in het lentetrimester 1992 voor de eerste keer verzorgd. Gezien het groeiende aantal TEMA-studenten is besloten voor deze groep een apart college in te richten. In de voorgaande jaren was het namelijk zo dat de TEMA-studenten aanschoven bij de technische economie-vakken die door de faculteit W&MW voor de technische faculteiten werden verzorgd. Het college beoogt inzicht te verschaffen in de problem en van de samenhang tussen techniek en economie op het micro- en meso-economische analysenivo. Er worden een aantal bedrijfseconomische basisbegrippen behandeld. Te noemen zijn onder meer: economische problemen bij de aanschaf en vervanging van duurzame produktiemiddelen; de financieringsproblematiek; economische aspecten van technische produktieprocessen en innovatie; kosten en opbrengsten in de (industriale) onderneming. Wat betreft het meso-economische analysenivo staat de relatie tussen bedrijf en omgeving centraal. Enkele trefwoorden: economische netwerkrelaties tussen bedrijven, transactiekostentheorie, samenwerking tussen bedrijven bij R&D en de relatie bedrijf-milieu (m.n. milieuzorgsystemen).
Commentaar student Was tijdens onze studieperiode nog niet beschikbaar, dus geen info!
Vak: Vakcode: Docenten:
Theorie van de technologische verandering (TA 1) OK010
trimester:
H.w. Lintsen, J.Stroeken, G. Verbong 18 winter
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoorcollege nader te bepalen schriftelijk
S.P.:
-31-
Inleiding docent De cursus geeft een inleiding in de belangrijkste theoretische concepten zoals die tot nu toe zijn ontwikkeld, m.b.t. het complexe fenomeen van de technologische verandering. Gemeenschappelijk in deze benaderingen is de afkeer van tech nologisch determinisme en de nadruk die gelegd wordt op de onmogelijkheid om technologie te scheiden van zijn maatschappelijke, institutionele, culturele en economisch context. De gepresenteerde concepten hebben voor een deel historisch-sociologische achtergrond, voor aan ander deel een economische. Pogingen tot integratie van deze categorieen bevinden zich nog in een beginstadium. Wei wordt duidelijk dat bepaalde concepten zich lenen voor bepaalde stadia in de technologische ontwikkeling.
commentaar student Tijdens de behandeling van het vak worden de basiskreten ge"introduceerd die in de rest van de TA cyclus worden gebruikt. Deze terminologie dient men te kennen en dus goed te beheersen. Het is dus zinvol hier voldoende aandacht aan te besteden. Men kan volstaan met het leren van het dictaat (de termen) om een voldoende te halen.
Vak: Vakcode: Docent: S.P.: Trimester:
Maatschappelijke besluitvorming (TA2) OK020 J. Stroeken 18 lente
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoorcollege nader te bepalen schriftelijk
Inleiding docent Doel van de cursus is inzicht te verschaffen in de rol van de overheid en de rol van de markt in het maatschappelijk besluitvormingsproces. Mensen kiezen soms voor individuele actie via de marktsector en soms voor collectieve actie via de overheid. 8ij die keuze zorgt de economische en politieke orde voor de verkeersregeling in de maatschappelijke betrekkingen. Centraal in de cursus staat de vraag: Wat willen we van de overheid, waar zou ze zich wei en waar niet mee moeten bezighouden? -32-
Wat zijn vervolgens de instrumenten die de overheid ter beschikking staan om beleid te voeren? In het tweede deel van de cursus worden de hoofdlijnen van het technologiebeleid van de overheid geanalyseerd en beoordeeld. Commentaar student Bij dit vak wordt een zeer lastig te lezen dictaat gebruikt van Wolfson. Men zal hier vroegtijdig aan moeten beginnen. Eeln keer lezen vol staat niet om te begrijpen wat het dictaat inhoudt. Vooral het begrijpen van de termen die gebruikt worden en figuren/tabellen in het dictaat zijn van belang. Het andere dictaat wat men ook zal moeten doornemen, is beter te lezen en vereist minder tijd.
Vak: Vakcode: Docenten: S.P.: Trimester:
Beleidsevaluatie- en planningstechnieken (rA3) OK030 M. Meeus, L. Oerlemans, J. Stroeken (coordinatie). 18 herfst
Collegevorm: Studiemateriaal:
hoorcollege en opdracht uitvoeren Uitgereikt dictaat, Boek "Van probleem naar analyse"; Jaques Tacq en eventueel de SPSS/PC + handleiding. voldoen aan opdracht
Tentaminering:
Inleiding docent In deze TA-cursus staat de wijze waarop 'nieuwe' technologieen in organisatie worden geTntroduceerd centraal. In de TA 3-cursus wordt getracht eerder opgebouwde kennis over technology assessment en kennis omtrent onderzoeksmethoden te integreren. Deze integratie vindt plaats aan de hand van het zogenaamde evaluatie-onderzoek. De cursus bestaat uit drie, nauw met elkaar samenhangende, onderdelen. Deel I be staat uit een aantal colleges die de studenten kennis laten maken met: de belangrijkste theoretische, methodologische en technische aspecten van het evaluatie-onderzoek van technologiebeleid op bedrijfsniveau; de problemen die er bestaan bij het meten van sociale en economische veranderingen veroorzaakt door technologiebeleid.
-33-
In Deel II worden de concepten, modellen en methoden waarmee in Deel I is kennisgemaakt praktisch toegepast middels de voorbereidingen die getroffen moeten worden voor een evaluatie-onderzoek. In kleine groepen onderzoeken studenten hoe in een bepaalde organisatie een automatiseringsprojekt is ge"introduceerd. In Deel III voeren de studenten daadwerkelijk een empirische beleidsevaluatie uit. Op basis van de empirische analyse dienen de studenten te komen tot beleidsaanbevelingen omtrent de introductie van nieuwe technologieen in organisaties. Theoretische en technische kennis en kennis over onderzoeksmethoden worden hier gecombineerd ten einde te komen tot relevante beleidsaanbevelingen.
Commentaar student De voorkennis die bij dit yak vereist c.q. gewenst is, is statistiek €len en twee, TA 1, TA2, en gewenst is Observeren, Enqueteren en Interviewen (OL921). Maar ook computer (MSDOS) ervaring zal men nodig hebben bij het vervullen van de opdracht. Het is een zinvol yak, leuk om eens met een computer analyses te maken. Echter na een vrij rustige beginperiode van drie weken begint het gedonder. Men zal dan de toppen van de tenen moeten gebruiken om de opdracht binnen de gestelde tijd te volbrengen. Hierbij is het aan te raden om het SPSS-boek van Elco Huizingh te lezen. Daarin staat overduidelijk uitgelegd hoe men SPSS/PC+ in de praktijk dient te gebruiken. Zorg vooral dat je op het rekencentrum een computer tijdig reserveert voor het maken van de analyses. Mensen die thuis met de rekencentrum-uitleenversie werken komen bedrogen uit, deze is namelijk niet geschikt (te beknopt) voor het uitvoeren van de opdrachten.
Bedrijfsbeleid op strategisch niveau (TA4)
Yak: Vakcode: Docenten: S.P.: Trimester:
18 herfst
College vorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoorcollege WRR-rapporten schriftelijk
OK040 N. Douben, J. Stroeken
-34-
Inleiding docent De cursus is opgebouwd rond rapporten over technologiebeleid en gastsprekers uit de sector landbouw, een industriele sector en een dienstverlenende sector. Doel van de cursus is inzicht te verkrijgen in wat onder strategisch technologiebeleid wordt verstaan en in de manier waarop dit is ingekaderd in het overige beleid. Zowel in de literatuur als door de gastsprekers wordt de maatschappelijke invalshoek (b.v. milieu, medezeggenschap) centraal gesteld. Verder wordt er ingegaan op de (eventuele) rol van de overheid in een integraal technologiebeleid. Commentaar student Bij dit vak is een aanwezigheidsverplichting. Gastsprekers houden een voordracht over hun eigen sector. Wanneer men van te voren globaal leest wat de sector inhoudt, heb je voldoende voorkennis. Het tentamen bestaat uit de verplichte literatuur. Er kan worden volstaan met het doorlezen van de tekst en de rijtjes te leren, een voldoende is dan haalbaar.
Yak: Vakcode: Docenten:
Ontwerpen en maatschappij (TA5) OK050 M. de Vries, J. Stroeken
S.P.:
35
Trimester:
winter
Collegevorm: Studiemateriaal: Tentaminering:
hoorcollege en opdracht uitvoeren dictaat, boek "Technology Assessment" mondelinge/schriftelijke presentaties en werkstukken
Inleiding docent In deze cursus worden de reeds uitgebrachte TA-studies (o.a. van OTA, NOTA en verder Milieu Effect Rapportages) geanalyseerd naar een aantal aspecten: probleemstelling van het onderzoek, opzet, inhoud, resultaten, aanbevelingen en uitvoering. Deze analyse geschiedt allereerst in enkele hoorcolleges en vervolgens in werkgroepen. Deze werkgroepen krijgen vervolgens de opdracht een opzet te maken v~~r een vergelijkbaar onderzoek in een alternatieve situatie. Daarbij wordt gelet op dezelfde punten die bij de analyse zijn gebruikt.
-35-
Commentaar student Voorafgegaan door een paar weken theorie, voigt een opdracht die men groepsgewijs dient te volbrengen. Aan de studiepunten kun je al zien dat dit veel werk gaat worden. Aan te bevelen valt het om van te voren de literatuur gelezen te hebben, want later heb je daar geen tijd meer v~~r. Uiteindelijk mag je hier je opgedane kennis spuien, en voor ons werd het nu ook wat duidelijker wat de opleiding voor carriere mogelijkheden biedt.
-36-
JIB: IElE El'UElE S. v . P. PAS IN\Ull!N ~ JE "JFND'M3II; JE KR.I JGI" 1llER\aR (lXN FXmA TIJD !!
Beste medestudent, Rond de zanervakantie zal er op elke faculteit een keuzevakken-consumentengids worden uitgegeven door de studievereniging. Hierin kanen uitgebreidere vakbeschrijvingen dan in de studiegids, en bovendien worden er ervaringen van studenten in verwerkt. Je kunt hieraan meewerken door deze enquete in te vullen en bij de surveillant weer in te leveren. ~-studenten kunnen de ingevulde enguetes ook inleveren op het Internaat, in het vakje van de cannissaris onderwijs in de bestuurskamer. Bedankt voor je medewerking ! Aigemeen:
~Ik
yak heb je gevolgd?
faculeit: Studie-richting: college gevolgd in (jaar/trimester): ~e
was de docent?
Stud i evorm: het een werkcollege\hoorcollege(O)? Heb je het college gevolgd ja\nee(O)? Zo ja, hoe werd het yak gegeven, werd er bijvoorbeeld uit het dictaat voorgelezen of was er juist heel veel informatie an het yak heen?
~s
VVas het nuttig an naar de colleges te gaan? Zo ja, waaran?
Zo nee, was het yak goed te doen met aileen zelfstudie?
Tentamen: VVat vOOr tentamen was het, mondeling\schriftelijk\werkstuk(O)? Indien je een werkstuk hebt moeten maken binnen hoeveel weken moest je dit inleveren?
(0) doorstrepen wat niet van toepassing is.
Hoe was bet
tentamen, sloot bet aan bij de stof?
Studiemateriaal: VVas er een dictaat ja\nee (O)? Zo ja, was dit een duidelijk dictaat? VVerd er nog ander materiaal uitgereikt (overbeadsbeets e.d.)?
VVerd er andere literatuur aanbevolen en was deze relevant voor bet tentamen?
Relatie met andere vakken: VVas je voorkennis voldoende ja\neeCO)? Zo nee, waar lag di t aan, kwam je bepaalde vakken bepaalde onderdelen beter uitgelegd moeten worden?
ilitl..i.g, :
Heb je nog andere op- of aamnerkingen?
(0) doorstrepen wat niet van toepassing is.
t
e kort
of badden. !.
"',,
antekeningen