Toolkit jeugdoverlast Een bundeling van mogelijkheden op preventief, curatief en repressief gebied
Praktijkteam jeugd & overlast Kennemerland November 2010
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5.
6.
7. 8. 9. 10.
Inleiding Overzicht mogelijkheden en maatregelen Preventieve mogelijkheden Curatieve mogelijkheden Repressieve mogelijkheden 5.1. APV 5.2 Andere bestuursrechtelijke maatregelen 5.3 Strafrechtelijke maatregelen 5.4 Overige maatregelen Nieuwe wettelijke bevoegdheden 6.1 Wet Maatregelen Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast 6.2 Drank- en Horecawet Bestuursrechtelijke handhaving Praktijkvoorbeelden Ideeënlijst Bronnen
3 4 5 14 19 19 24 28 28 33 33 38 39 44 50 53
2
1.
Inleiding
Met het overgrote deel van de jongeren gaat het goed; zij groeien op in veilige buurten, behalen hun diploma en groeien op tot betrokken, sociale buurtgenoten. Voor een kleiner deel jongeren is deze ontwikkeling minder vanzelfsprekend. Ze hebben problemen en veroorzaken ook vaak problemen, zoals criminaliteit en overlast. Hoewel het een relatief kleine groep betreft, heeft het gedrag van deze jongeren een grote impact op de samenleving. De aanpak van jeugdoverlast is een complex vraagstuk dat multidisciplinaire inspanning vereist. Er zijn tal van organisaties en instanties die bijdragen aan het voorkomen en tegengaan van jeugdoverlast. De aanpak van hangjongeren is een traject dat alleen succesvol kan worden opgepakt als alle betrokken partijen zich gezamenlijk inzetten. Wanneer maatregelen goed op elkaar zijn afgestemd, versterken de onderdelen van de aanpak elkaar. De regievoering is belegd bij de gemeente. De aanpak van overlast door hangjongeren hoort immers thuis in het lokale veiligheidsbeleid van de gemeente. Om deze regierol goed in te kunnen vullen, moeten gemeenten en hun partners beschikken over een passend aanbod aan maatregelen. Als naslagwerk en als hulpmiddel ligt er nu deze toolkit. Dit document is niet bedoeld als leesdocument maar als ‘gereedschapskist’ waaruit kan worden geput op het moment dat daar behoefte aan is. In de toolkit zijn zowel preventieve- als curatieve- en repressieve maatregelen opgenomen welke inzetbaar zijn bij het tegengaan van jeugdoverlast. Pagina 4 bevat een totaaloverzicht aan van deze mogelijkheden. Wel dient een kanttekening gemaakt te worden bij de toolkit: een standaardrecept tegen overlast is er niet. Vaak vraagt de problematiek om het creatief toepassen en combineren van bestaande mogelijkheden. Mogelijkheden die hier op een rij zijn gezet. En waar op grond van expertise – en binnen de juridische kaders – een keuze uit kan worden maakt. Het gaat er uiteraard om de maatregelen uit dit overzicht in te zetten waar zinvol. Bij lichte vormen van overlast kun je je soms beter richten op het organiseren van extra activiteiten of het maken van afspraken tussen de groep die voor overlast zorgt en de overige buurtbewoners. Bij andere overlastgroepen zijn soms vooral trajecten nodig om individuele groepsleden weer terug op school of aan het werk te helpen. Maar in veel gevallen werken maatregelen ondersteunend aan wat je als samenwerkingspartners verder nog onderneemt. De maatregelen die in de toolkit zijn opgenomen sorteren weinig effect als er niet op alle terreinen snel en effectief wordt samengewerkt bij de aanpak van overlast. Een voorwaarde voor het gebruik van de toolkit zou dan ook moeten zijn dat de basis op orde is: een samenwerking waarbij iedereen weet wat het einddoel is, achter de gekozen aanpak staat en weet wat er van hem of haar wordt verwacht. Voor de beschrijving van integrale werkwijzen en ketenaanpak wordt verwezen naar ‘de Aanpak van Jeugdoverlast Kennemerland’. Hierin worden de integrale groepsaanpak uit Haarlemmermeer en SOM uit IJmond Noord toegelicht en vindt u formats en stappenplannen terug. Speciale aandacht is er tenslotte in dit document voor de aanpak van gemeentegrensoverschrijdende overlastsituaties. Deze overlast doet zich veelal voor in de vorm van zgn. ‘loop- en slooproutes’: de routes van en naar uitgaansgelegenheden. Uit de Quickscan jeugdoverlast Kennemerland1 is onder meer naar voren gekomen dat er in de regio behoefte is aan het bundelen en delen van kennis met betrekking tot de aanpak van loop- en slooproutes. In deze toolkit treft u een aantal methoden aan die reeds in de Kennemerlandse praktijk hebben bewezen effectief te zijn. Wanneer dergelijke loop- en slooproutes zich voordoen tussen gemeenten wordt aanbevolen om gezamenlijk op te treden en voor een eenduidige aanpak voor het gebied tussen beide gemeenten te kiezen2.
1
Quickscan jeugdoverlast Kennemerland, AEF, februari 2010 Een voorbeeld hiervan is de aanpak van de loop- en slooproute tussen Uitgeest en Heemskerk, zie hiervoor nachtcoaches op pag. 14 2
3
2.
Overzicht mogelijkheden en maatregelen
Hieronder treft u een overzicht aan van de mogelijkheden welke in deze toolkit worden beschreven. Bij de indeling is een onderscheid gemaakt tussen enerzijds het moment van actie (preventieve, curatieve of repressieve fase) en anderzijds de breedte waar de maatregel zich op richt (persoon, groep of omgeving) Deze indeling beoogt het zoeken naar de juiste tools in deze ‘gereedschapskist’ te vergemakkelijken. Door met de cursor op de maatregel te klikken komt u direct op de juiste pagina in dit document. Preventief
Curatief
Persoons Gezonde -gericht school MentorMaatjes project
Nachtcoache Effe Werken s Ouders Tegendraadse Wakkere jeugd Ouders Ouders TegenJe kan het Vrouwen aan draadse zelf bedenken zet jeugd Verslavingspreventie hangplekken Buurtvaders
Mediation
Repressief Nuchter op Straat
Verwijderings- Openlijke bevel handel middelen Verbod Ouders messen/ Weet project steekwapens Gebieds-verbod Je kan het zelf bedenken
Vandalen betalen!
Straatcoache s
Verbod Verbod straat- openbare schenderij dronkenschap Voorwaarden bij voorwaarde- Straat-/ lijke straf contactverbod Dader/ slachtoffer gesprekken Mediation Huisuitzetting Sociaal Contract HorecaAvondklok ontzegging
Groepsgericht
Domeingericht
Gedragscode Interactief s Theater Film Mobiele Jong Bos en Ontmoetings Chillbus Lommer Plaats (Jongeren) Ummah BuurtWahidah bemiddeling Mobiel Toezicht door Jongeren Jongeren Team BOS-project
Thuis op straat
Geluidsmaat- Nachtcoache Gele regelen s Kaarten Groene Draaiboek Buurtpreventi Inrichting Hangplekke Delft e hangplekken n Verlichting/ Straatcoache Camera Hangplek van Kids & s toezicht het jaar Space
Meldingsplicht Verbod samenscholing/ ordeverstorin Bestuurlijke g ophouding Deelneming aan Verbaliseren criminele groepsleden organisatie
Groepsverbod
Verbod Hinderlijk hinderlijk gedrag in/ bij drankgebruik gebouwen Aanwijzen Gebieds/ veiligheids-risico objectverbod gebied Cameratoezicht
4
Horeca toegangs tijden/ Jeugdhonk de Kan wél sluitingstijden Toekomst (Jong) 3.
Preventieve mogelijkheden (gericht op het voorkomen van overlast)
Preventieprojecten zijn onder te verdelen in deelnemersgerichte (lees: persoons- en groepsgerichte) projecten en omgevingsgerichte projecten. In onderstaand schema wordt aangegeven welke effecten de verschillende soorten projecten hebben Deelnemersgerichte projecten: Effect deelnemers
Effect omgeving
Toezicht (door jongeren met politiecontacten)
- Meer vaardigheden, zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsgevoel - Gedrag verbetert, minder drugs en delicten - Vermindering kloof deelnemers en instanties - Toeleiding naar school en werk divers
- Sociale veiligheid en imago winkelcentra verbeterd - Imago van de jongeren was soms verbeterd bij de winkeliers, niet altijd.
Eigen plek
- Meer verantwoordelijkheidsgevoel - Minder overlastgevend gedrag - Vermindering kloof jongeren en officiële instanties - Vermindering kloof omwonenden en jongeren, soms positief soms onduidelijk
- Minder overlast en vechtpartijen - Reacties omwonenden, soms positief, soms onduidelijk - Aanzuigende werking, soms positief en soms onduidelijk.
Organiseren activiteiten
- Meer verantwoordelijkheidsgevoel - Gedrag verbetert (minder overlast en vechtpartijen) - Vermindering kloof instanties en jongeren - Geen zicht op de kloof tussen jongeren en omwonenden.
- Minder overlast en vechtpartijen - Imago jongeren verbetert - Spin-offeffect: bereiken jongeren algemeen.
5
Omgevingsgerichte projecten: Effect deelnemers
Effect omgeving
Voorlichting (door exhangjeugd over allerlei onderwerpen)
- Stabiliserend effect - Sociale vaardigheden verbeterd - Opstap naar school/ werk
- Soms positief, niet altijd duidelijk is het gedrag in de externe doelgroep - Spin-offeffect waardoor beter bereik risicojongeren
Outreach (begeleiden van risicojeugd door exrisicojeugd, diverse varianten)
- Stabilliserend effect - Sociale vaardigheden verbeterd - Opstap naar betaald werk
- Soms positief, soms onduidelijk verandering in houding en gedrag externe doelgroep - Spinn-off –effect; beter bereik risicojongeren
- Stabiliserend effect - Sociale vaardigheden verbeterd - Opstap naar betaald werk
- Beter bereik risicojongeren.
Beleid (risicojeugd betrekken bij beleidsvorming)
Voorbeelden Hieronder treft u een diversiteit aan voorbeelden uit Kennemerland en andere delen van Nederland3. Ook bij overlast door hangjongeren geldt: voorkomen is beter dan genezen. Vaak komt wangedrag, zoals vandalisme, voort uit verveling. Veel leed kan voorkomen worden door jongeren een aantrekkelijk alternatief te bieden. Bijvoorbeeld door te investeren in sportactiviteiten, scholing of uitzicht op een baan. Jongeren die aan het sporten, leren of werken zijn, kunnen immers niet voor overlast zorgen. Het gaat om het bieden van perspectief en een goede combinatie van enerzijds straffen(als zij onwettelijk gedrag vertonen) en bieden van steun, juist ook als zij gestraft worden. Zo leren zij hoe ze zich in de publieke ruimte moeten gedragen4 . Gezonde School en genotsmiddelen Tijdens de lessen krijgen leerlingen informatie over genotmiddelen en leren over de risico’s daarvan. Daarnaast komen houdingsaspecten en sociale vaardigheden, zoals groepsdruk en weerbaarheid aan bod. Het uitgangspunt is dat jongeren zelf verantwoordelijk zijn voor hun gedrag, ouders en school begeleiden hen daarbij. Lokale voorbeelden: GGD Kennemerland in gemeenten Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Velsen Uitvoering: Stichting Brijder Verslavingzorg, Voortgezet onderwijs in genoemde gemeenten Basisonderwijs in Haarlem, Heemskerk.
3
Zie voor uitgebreidere beschrijvingen en als bron de Quickscan jeugdoverlast Kennemerland, februari 2010 en www.hetccv.nl/hangjongeren 4 Tussen flaneren en schofferen Raad voor maatschappelijke ontwikkeling (Mischa de Wintere.a.)
6
Chillbus Voor jongeren die graag op straat zijn en minder vaak te vinden zijn in een jongerencentrum heeft MeerWaarde een omgebouwde srv-bus tot haar beschikking. Deze bus rijdt rond en doet dienst als ontmoetingsplek voor jongeren, met name op plekken waar weinig of geen jongerenvoorzieningen zijn. Er zijn op deze bus twee jongerenwerkers aanwezig. Lokale voorbeelden: Haarlemmermeer Uitvoering: Stichting Meerwaarde en Gemeente Haarlemmermeer. Gedragscodes Gezamenlijk met jongeren worden afspraken gemaakt over gewenst gedrag. Deze afspraken kunnen worden verspreid d.m.v. flyers, of er kan een afsprakenbord worden geplaatst op de overlast locatie Succesfactor bij deze aanpak is dat Jongeren worden betrokken bij het opstellen van de code. Lokale voorbeelden: Haarlemmermeer Uitvoering: Stichting Meerwaarde en Gemeente Haarlemmermeer, jongeren Effe Werken Effe Werken is een Amsterdams project dat hangjongeren helpt om een baan te vinden. De gemeente, politie en woningcorporaties zijn gezamenlijk de strijd aangegaan met verloedering en criminaliteit in de wijk. Het project is opgezet voor werkzoekende jongeren tussen de 18 en 23 jaar. Op straat worden (hang)jongeren aangesproken en enthousiast gemaakt om een werktraject in te gaan. Via Effe Werken worden ze doorverwezen naar een uitzendbureau die hen bij reguliere klanten inzet of de jongeren stromen door naar een werkervaringsproject. Veel van de jongeren vallen buiten de doelgroep van het CWI en het jongerenloket. Zij willen wel werken, maar missen daarvoor de juiste startkwalificatie en mentaliteit. De jongeren krijgen training over praktische zaken, zoals het opstellen en schrijven van een CV en sollicitatiebrief, het voeren van een sollicitatiegesprek en telefonisch contact met bedrijven. Ook onderwerpen als feedback, conflicthantering, tegenslagen en assertiviteit komen aan bod. Effe Werken heeft tot goede resultaten geleid. In twee jaar tijd zijn zeker 70 jongeren aan een baan of werkervaringsplaats geholpen. Lokale voorbeelden: Amsterdam Uitvoering: Gemeente, politie en woningcorporaties Mentor- / maatjesproject Een mentor- of maatjesproject is een project waarbij een vrijwilliger 1-op-1 gekoppeld wordt aan een deelnemer en gedurende enige tijd als coach of mentor optreedt. Vrijwilligers helpen jongeren bijvoorbeeld op weg met hun huiswerk, of het vinden van een stage of baan. De mentor behandelt de ander als een gelijkwaardig persoon, waarbij de waarde van het persoonlijk contact voorop staat. Mentorprojecten versterken zo ook de verbondenheid in de samenleving. Daarnaast kan een mentorproject de kansen voor maatschappelijk kwetsbare jongeren verbeteren. De steun van de mentor draagt er bijvoorbeeld toe bij dat de jongere zijn schoolcarrière met succes afrondt en dat problemen in de vrijetijdsbesteding verminderen. Lokale voorbeelden: Helmond, Hilversum e.a. Uitvoering: Vrijwilligers Kijk voor meer informatie over het mentorproject op: www.swhhelmond.nl Kijk voor meer informatie over het maatjesproject op: www.oranjefonds.nl Ouders van Tegendraadse Jeugd Ouders van Tegendraadse Jeugd (OTJ) is een opvoedings- ondersteunend programma dat bestaat uit interventies en ondersteunende materialen voor ouders van kinderen met (een verhoogd risico op) strafbaar gedrag en beroepskrachten. Doel van het programma is het effectiever maken van de preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit en daarmee het aantal kinderen dat voor het eerst een strafbaar feit pleegt te verminderen en de recidive terug te dringen. Ouders van jeugdigen met (verhoogd risico op) politiecontacten vanwege het plegen van strafbare feiten zijn de doelgroep. Het gaat enerzijds ouders van kinderen die (nog) geen politiecontacten hebben, maar bij wie wel sprake is van een opeenstapeling van risicofactoren die de kans op strafbaar gedrag vergroot en anderzijds om ouders van kinderen die door de politie zijn opgepakt. Bij uitstek geschikt om ouders aan te spreken in een vroeg stadium wanneer hun kinderen op straat
7
hinderlijk- of overlastgevend gedrag laten zien. Het uitgangspunt is dat ouders de steun krijgen die bij hen past. Het is de bedoeling dat ouders door deelname aan dit programma krachtiger worden in het uitvoeren van hun opvoedingsvaardigheden en dat hun kinderen daardoor stoppen met het plegen van strafbare feiten. Het OTJ-programmadeel voor ouders bestaat uit opvoedingsondersteunende interventies met verschillende doelstellingen. De interventies verschillen in o.a. intensiteit, doelstelling, doelgroep en methodiek. De afgelopen 4 jaar is wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut(NJI), het onderzoeksrapport is inmiddels positief beoordeeld door ZonMW, met advies aan het Ministerie van Justitie en programma ministerie Jeugd en Gezin om door te ontwikkelen en vervolgonderzoek te doen. Justitie neemt dit over. Lokale voorbeelden: diverse gemeenten in onder meer Kennemerland Uitvoering: Bureau Halt (op aanvraag van opdrachtgever, dit is meestal een gemeente of een CJG) Kijk voor meer informatie op www.jso.nl en www.haltkennemerland.nl Halt-methodiek ‘Je kan het zelf bedenken’ Met de methodiek ‘Je kan het zelf bedenken’ richt Halt zich op jongeren uit groep 7 en 8 van de basisschool en de klassen 1 en 2 van het voortgezet onderwijs. ‘Je kan het zelf bedenken’ benadert thema’s rond jeugdcriminaliteit vanuit het gedrag van de jongeren en spreekt hen aan op hun eigen verantwoordelijkheid. Er komen verschillende thema’s aan de orde: strafbaar gedrag, waarden en normen, respect, groepsgedrag, ‘nee’ leren zeggen, Virtueel leven/digipesten. Ook is er ondersteunend materiaal zoals film, multimedia, e.d. beschikbaar. Daarnaast zijn er ook aparte programma’s met betrekking tot weerbaarheid, radicalisering en slachtoffer in beeld(slachtoffer/dader). De ouderbetrokkenheid is ook hierin van belang en er kunnen door Halt verschillende combinaties samengesteld worden afhankelijk wat er specifiek nodig is. De interventies kunnen in verschillende situaties of locaties uitgevoerd worden, dus is niet beperkt tot de schoolse omgeving. Lokale voorbeelden: Verschillende gemeenten Uitvoering: Scholen, Halt eventueel i.s.m. politie en/of andere partners Kijk voor meer informatie op: www.halttwente.nl www.haltkennemerland.nl Vrouwen aan zet (VAZ ) Vrouwen aan zet richt zich op jonge kinderen (tot 13 jaar) in de Haagse Schilderswijk die betrokken zijn bij overlastgevende en mogelijk ook criminele activiteiten van oudere jeugd en volwassenen. Hun ouders hebben daarop onvoldoende zicht. Doel van het project is het ontwikkelen van een gezamenlijke preventieve aanpak waarin moeders verantwoordelijkheid nemen voor het gedrag van de kinderen op straat, om afglijden naar criminaliteit of randgroepgedrag te voorkomen. Minimaal eens per week lopen de moeders in kleine groepjes op straat, signaleren en rapporteren vernielingen en beschadigingen in de openbare ruimte en spreken kinderen aan. Zij geleiden kinderen door naar bestaande activiteiten en nemen zo nodig het initiatief voor het organiseren van nieuw aanbod. Inmiddels functioneert er een aantal groepen met een vaste kern van 10 tot 12 moeders. Zij werken buurtgericht. Dankzij hun netwerk slagen zij erin verbindingen te leggen tussen ‘vraag’ en ‘aanbod’ in de wijk. Ook ontwikkelen zij zich in toenemende mate tot aanspreekpunt en vraagbaak voor andere moeders. In wekelijkse bijeenkomsten nemen de vrouwen, in aanwezigheid van een begeleidster, de week door en bespreken zij problemen en initiatieven. Het VAZ-project heeft in 2005 de KIWI stimulerings- en waarderingsprijs gekregen. Het project werd daarnaast genomineerd voor de Hein Roethofprijs 2007. Lokale voorbeelden: Den Haag Uitvoering: Streetcare (i.o.v. de gemeente Den Haag), basisscholen, welzijnswerk, politie en opbouwwerk Kijk voor meer informatie op www.street-care.nl BOS-project Sinds 2005 kunnen gemeenten een financiële bijdrage van het Rijk ontvangen voor projecten die sportieve of bewegingsactiviteiten voor jongeren aanbieden in een samenwerking tussen buurt-, onderwijs-, en sportorganisaties. Het doel van deze BOS-impuls is het wegnemen van achterstanden bij jeugdigen en verminderen van overlast in de buurt door jongeren. Het laagdrempelige aanbieden van ‘arrangementen’ moet bovendien een gezonde en actieve leefstijl bevorderen én onderwijs- en opvoedingsachterstanden terugdringen. Er zijn inmiddels talloze BOS-projecten gestart. Elke
8
gemeente heeft zijn eigen specifieke BOS aanpak. Om van elkaar te kunnen leren en inspiratie op te doen, heeft het Landelijk Ondersteuningsnetwerk BOS-impuls een aantal gemeenten gevraagd om zoveel mogelijk concrete informatie over hun BOS-projecten beschikbaar te stellen voor andere gemeenten in Nederland, die ook bezig zijn of gaan met BOS-projecten. Lokale voorbeelden: Verschillende gemeenten Uitvoering: Gemeente Kijk voor meer informatie op: www.bosimpuls.nl Jong Bos en Lommer Jong Bos en Lommer daagt de jongeren in Bos en Lommer (Amsterdam) uit om hun talenten optimaal te benutten en te gebruiken. De IDN-bank, de financiële tak van het project, biedt jongeren de kans om binnen drie dagen € 500,- minisubsidie te krijgen voor een plan dat bijdraagt aan talentontwikkeling of bijdraagt aan de samenleving. Voorbeelden zijn het ramadan parkeerproject en een zelfgemaakte soapserie, waarin jongeren aangeven wat hen bezighoudt in Bos en Lommer. Daarnaast hebben de jongeren met hulp van Jong Bos en Lommer een mediabedrijf en een businessclub opgericht. Maar ook eenmalige activiteiten zoals sport of muziek kunnen via deze minisubsidies ondernomen worden. aanpak hangjongeren in gemeenten. Voorop staat dat jongeren het zelf doen en slechts ondersteund worden door de adviseurs van Jong Bos en Lommer. Deze adviseurs bieden de jongeren advies en ondersteuning bij deze initiatieven gedurende maximaal drie maanden. Lokale voorbeelden: Amsterdam Uitvoering: Gemeente Kijk voor meer informatie op: www.jongbosenlommer.nl Methodiek Ummah Wahidah Een aantal Marokkaanse jongeren uit Maassluis nam een aantal jaren geleden het initiatief om zelf een bijdrage te leveren aan het verminderen van overlastgevend gedrag. De jongeren hebben zich verenigd in Stichting Ummah Wahidah (Marokkaans voor ‘eenheid’). Ummah Wahidah richt zich op de jongeren als groep. De lokale Marokkaanse gemeenschap wordt bij de activiteiten betrokken, waarbij interne correctiemechanismen (sociale controle, beroep op religieuze verantwoordelijkheid) van doorslaggevend belang zijn. Uit politiecijfers blijkt inmiddels dat de aanpak gezorgd heeft voor een afname van crimineel gedrag. Daarnaast zijn ook de betrokkenheid en de onderlinge verstandhouding van de wijkbewoners verbeterd. De succesvolle aanpak van Stichting Ummah Wahidah is gebundeld in een methodiekboek. Dit methodiekboek is in de eerste plaats bedoeld voor gemeentelijke beleidsmakers, politici en sleutelfiguren uit de Marokkaanse gemeenschap die het probleem van delinquent gedrag onder Marokkaanse jongeren willen bestrijden. Het methodiekboek ‘Marokkaanse Jongeren en overlast. Een bijzonder Marokkaans-Maassluise aanpak’ is als download beschikbaar via: www.cmo-stimulans.nl. Lokale voorbeelden: Maassluis Uitvoering: Gemeente, politie, woningbouwcorporatie, moskee en het welzijnswerk Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl en http://www.zamanhollanda.nl/nieuwsdetail.asp?id=84 Thuis Op Straat (TOS )/ zomerwijkweken Thuis Op Straat (TOS) streeft ernaar de sfeer op de pleinen en in de straten te verbeteren en zorgt ervoor dat kinderen en jongeren zich buiten thuis voelen. Thuis Op Straat biedt veiligheid, aandacht en plezier, maar vraagt ook wat terug: fatsoen, respect en je houden aan de ‘huisregels’, zodat iedereen het naar z’n zin kan hebben. Met een team van medewerkers organiseert Thuis Op Straat allerlei sport- en spelactiviteiten op de pleinen (of bij slecht weer op scholen, in gymzalen of buurthuizen). De activiteiten zijn voor iedereen toegankelijk. Alle kinderen, tieners en jongeren kunnen (gratis) lid worden. Thuis Op Straat is momenteel actief in veel Rotterdamse wijken. Jaarlijks komen er meer TOSpraktijken bij. Een vergelijkbare opzet wordt teruggevonden in de organisatie van Scoop welzijn en Alifa gedurende de zomervakantie met de zomerwijkweken. Lokale voorbeelden: o.a. Rotterdam, Amsterdam, Schiedam, Leiden, Almelo en Enschede Uitvoering: Gemeente en welzijnsinstellingen Kijk voor meer informatie op: www.thuisopstraat.nl en www.scoopwelzijn.nl
9
Verslavingspreventie op hangplekken Het bereiken van hangjeugd wordt in de verslavingspreventie steeds meer als een belangrijke interventie gezien, als aanvulling op preventieactiviteiten in bijvoorbeeld het onderwijs en uitgaanscircuit. Een project ‘Verslavingspreventie op hangplekken’ richt zich op hangjongeren die experimenteren met verdovende middelen. Zonder toezicht van volwassenen kan dit tot problematisch middelengebruik leiden, met alle gezondheidsrisico’s van dien. Aan de hangjongeren wordt hulpverlening in de vorm van advies en consultatie op de hangplek zelf gegeven. Een dergelijk project kan tot doel hebben om hangjongeren informatie te bieden met het oog op bewust gebruik en terugdringen van overmatig gebruik van verdovende middelen. Daarnaast kan het project het middelengebruik van jongeren op hangplekken in kaart brengen en inzicht verschaffen in problemen die ermee samenhangen. Lokale voorbeelden: Krimpen aan den IJssel Uitvoering: Verslavingszorg, jongerenwerk Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren Geluidsmaatregelen Geluid biedt een relatief snelle en goedkope oplossing om hangjongeren te verjagen. Geluidsmaatregelen lossen het algemene probleem van hangjongeren echter niet op. De hangjongerenproblematiek verplaatst zich. Door plaatsing van een ultrasoon geluidssysteem kan een beperkt gebied onaantrekkelijk worden gemaakt voor hangjongeren. De jongeren vinden het gezoem irritant en besluiten de plek te verlaten. Passanten en omwonenden ondervinden geen hinder van het geluid, omdat een hoogfrequent geluid slechts een bereik van enkele meters heeft en niet door muren en ramen dringt. De ervaring wijst uit dat hangjongeren de klanken van draaiorgels en klassieke muziek eveneens slecht verdragen. Op de Londense metrostations wordt al jaren klassieke muziek ingezet tegen hangjongeren, vandalen en andere ongenode gasten. NB. Inzet van een dergelijk geluidssysteem kan alleen besloten worden door het college. Lokale voorbeelden: o.a. Haarlemmermeer, Rotterdam Charlois, Vlaardingen, Hoorn Uitvoering: Gemeente Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren Delftse aanpak overlast van jeugd De gemeente Delft heeft een draaiboek samengesteld voor de aanpak van structurele overlastsituaties van jeugd op openbare locaties (plein, straat, buurt, wijk). Het draaiboek bestaat uit een stappenplan dat per locatie een aanpak op maat levert. Het draaiboek beschrijft een aantal uitgangspunten voor een standaardaanpak. Door de standaardaanpak is het mogelijk om overlast van jeugd op een locatie volgens een vaste structuur aan te pakken. Deze structuur biedt de deelnemende partijen duidelijkheid in de werkwijze, processtappen en producten die daaruit voortvloeien. Er gaat aandacht uit naar afstemming en ontwikkeling van maatregelen op alle aspecten van de veiligheidsketen: proactie, preventie, preparatie en (na)zorg. Het draaiboek kent acht processtappen. Deze vormen een vast element en bieden houvast voor samenwerking, regie, problematiekgerichte interventies en SMART-doelen. Aan elke processtap is een tijdsindicatie verbonden. Iedere processtap levert een vooraf vastgesteld product op waarover besluiten genomen kunnen worden. Maatregelen worden met elkaar in samenhang gebracht en gericht op de gehele veiligheidsketen. De mogelijk te betrekken partners en maatregelen worden als variabelen in het draaiboek opgesomd. Het stappenplan en de bijlagen worden aan de hand van evaluaties en aan de hand van landelijke ervaringen en nieuwe methodieken aangepast en verrijkt. Lokale voorbeelden: Delft Uitvoering: Gemeente, politie, welzijnsorganisaties, woningcorporaties, scholen, bewonersorganisaties e.a. Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren (Jongeren)Buurtbemiddeling Buurtbemiddeling is het bemiddelen in conflicten tussen buren of personen uit een buurt of wijk, onder leiding van onpartijdige bemiddelaars. De bemiddelaars zijn getrainde lokale vrijwilligers. Het doel hiervan is dat de kwaliteiten van bemiddelaars én bewoners (jong en oud) worden aangeboord en benut als instrument om zelf oplossingen voor problemen te bedenken en te realiseren.
10
Buurtbemiddeling is erop gericht om de communicatie tussen conflicterende partijen te herstellen en gezamenlijk, zonder inmenging van de politie, tot een oplossing te komen. Voorwaarde voor de kans tot slagen van de methode is dat bewoners een zekere mate van betrokkenheid voelen met hun woonomgeving en de bereidheid hebben om zelf energie te steken in het oplossen van situaties die problemen opleveren. Bij jongerenbemiddeling vindt de bemiddeling met de buurtbewoners plaats door de overlastveroorzakende jongeren zelf. Dit gaat alleen als de gemoederen nog niet te hoog zijn opgelopen en men nog bereid is om met elkaar in gesprek te treden. Lokale voorbeelden: Haarlemmermeer Uitvoering: stichting Meerwaarde, Gemeente Haarlemmermeer, wijkbewoners Meer informatie over buurtbemiddeling: www.hetccv.nl Meer informatie over jongerenbuurtbemiddeling: www.jongerenbuurtbemiddeling.nl Toezicht door jongeren Toezicht door Jongeren (TDJ) is een project dat specifiek is opgezet om jongeren die een aantal keren met politie in aanraking zijn geweest, een tweede kans te bieden. De jongeren krijgen een EHBO-cursus, sporten twee keer in de week en leren om goed voor hun spullen zoals fiets, portofoon en uniform te zorgen. Na de opleiding tot toezichthouder kunnen de jongeren doorstromen naar een baan in de beveiliging of een andere functie. Het mes snijdt aan twee kanten. Aan de ene kant voorkomt het dat deze jongeren rond gaan hangen. Aan de andere kant stappen zij ook op leeftijdsgenoten af die voor overlast zorgen. Het is de ervaring dat zij beter naar leeftijdsgenoten luisteren dan naar volwassen omstanders. De jongeren surveilleren in groepjes van twee of drie. Ze benaderen niet alleen hangjongeren, maar spreken ook mensen aan die in het wandelgebied fietsen, controleren auto’s op een invalidenparkeerplaats op geldige papieren en kijken of er geen afval buiten de afvalbakken ligt. Als ze iets tegenkomen, seinen ze via de portofoon de politie of de gemeentelijk opsporingsambtenaar in. Lokale voorbeelden: o.a. Leiden, Utrecht (Jongeren op Straat) Uitvoering: Jongerenwerk, politie en gemeente Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren Mobiel Jongeren Team (MJT) Het Mobiel Jongeren Team (MJT) is gespecialiseerd in het verminderen en voorkomen van jongerenoverlast. De jongerenwerkers van het MJT leggen contacten met jongeren en buurtbewoners in de overlastlocatie, zetten interventies in gang om de overlast terug te dringen en indien nodig verwijzen zij jongeren door naar andere instanties. Het team benadert grote groepen jongeren, zowel individueel als in groepsverband, op een ongedwongen manier. De jongerenwerkers dragen bijvoorbeeld geen uniform. Samen met de jongeren wordt gezocht naar alternatieven voor het rondhangen. Het blijkt dat de overlast door jongeren op alle locaties waar het MJT optrad, is afgenomen. De buurt wordt weer gezelliger en leefbaarder en jongeren met wie het mis dreigt te gaan, komen weer op het rechte pad. Drop-outs kunnen op termijn weer naar school, zwerfjongeren kunnen weer voor huisvesting in aanmerking komen en jonge werklozen krijgen weer perspectief op een baan. Lokale voorbeelden: Haarlemmermeer, Den Haag Uitvoering: Jongerenwerk, gemeente Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren Buurtvaders Buurtvaders zijn vrijwilligers die met hun aanwezigheid de sociale controle in de buurt vergroten. Zij maken rondes door de buurt, bijvoorbeeld op tijdstippen waarop andere toezichthouders (zoals stadswachten) niet actief zijn. Deze aanpak wordt vaak toegepast bij overlast door jongeren van Marokkaanse afkomst. Een voorbeeld hiervan is de inzet van Marokkaanse buurtvaders in Haarlemmermeer tijdens de jaarwisseling. Buurtvaders spreken hangjongeren niet alleen aan op hun gedrag, maar verwijzen ook door. Ze praten veel met de jongeren over bijvoorbeeld omgaan met agressie en discriminatie. Maar ook over hun toekomst, studie en werk. Verder bemiddelen de vaders tussen jongeren, hun ouders en de buurtregisseur. Lokale voorbeelden: onder meer Haarlemmermeer Uitvoering: Vrijwilligers. Maatschappelijke organisaties, Stichting Meerwaarde Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl
11
Buurtpreventieproject Er zijn buurtpreventieprojecten waarin de buurtbewoners de handen ineen slaan en bijvoorbeeld dagelijks een ronde door de buurt maken. Daarmee neemt de sociale controle toe. Dit kan zowel de subjectieve als objectieve veiligheid in een wijk verbeteren. De gebieden met een buurtpreventieproject zijn vaak herkenbaar door de borden ‘Attentie Buurtpreventie’. De dienstdoende bewoners maken een praatje met zowel buurtgenoten als rondhangende jongeren. Zo kunnen zij hangjongeren aanspreken op eventuele overlast en geven ze ongeregeldheden door aan bevoegde instanties. De bewoners hebben bovendien een actieve rol in het beheer van de buurt en maken daarover afspraken. Veel bewonersgroepen in deze projecten hebben een verenigingsvorm aangenomen met een bestuur en buurtcoördinatoren. Zij voeren regelmatig overleg met elkaar (bewoners onderling) en met de gemeente en de politie. De vrijwilligers blijken een grote invloed te hebben op de actiebereidheid van de andere bewoners bij het signaleren van criminaliteit en overlast. Projecten Buurtpreventie zijn relatief eenvoudig en met weinig middelen te realiseren. Projecten zijn vooral goed uitvoerbaar in buurten waar mensen zich redelijk betrokken en verantwoordelijk voelen. Lokale voorbeelden: Verschillende gemeenten Uitvoering: Bewoners, politie, gemeente (evt. ook woningcorporatie, winkeliers, welzijnswerk of wijkopbouwwerk) Het project Buurtpreventie Bolnes won in 2007 de Hein Roethofprijs. Meer informatie over dit project is beschikbaar via: www.hetccv.nl/hein-roethofprijs Straatcoaches In diverse gemeenten zijn straatcoaches actief om jeugdoverlast aan te gaan. De straatcoaches fietsen dagelijks in koppels door de buurten die door de gemeente en de politie hiervoor zijn uitgekozen. Zij zijn zeven dagen per week tot ’s avonds laat op pad, en brengen rapport uit aan zogenaamde ‘thuisteams’. Deze thuisteams gaan, indien nodig, binnen 24 uur op bezoek bij de raddraaiers en hun ouders. De leden van de thuisteams gaan onaangekondigd op bezoek bij de ouders van de overlastveroorzakers en confronteren de ouders met het gedrag van hun kinderen. Door deze bezoeken worden de ouders zich bewust van wat hun kinderen uitspoken. Zij worden erop gewezen dat zij zelf een einde moeten maken aan onacceptabel gedrag van hun kinderen. De ervaringen met de straatcoaches zijn positief en hebben in een aantal buurten al geleid tot een afname van de gemelde overlast. Lokale voorbeelden: o.a. Haarlemmermeer, Amsterdam Uitvoering: Gemeente Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren en http://www.straatcoach.nl/ Extra verlichting & cameratoezicht AANPAK LOOP- EN SLOOPROUTES Tijdens risicovolle tijden, (uitgaans)avonden en op risicoplaatsen kan er meer worden verlicht dan in de reguliere situatie. De perceptie van daders verandert hierdoor; het risico om gezien te worden neemt toe. In sommige gemeenten wordt de verlichting ook na sluitingstijd hoger gehouden. Zo is in Noordwijk een pakket aan maatregelen ingezet om overlast in een uitgaanswijk en omliggende buurten tegen te gaan. Hierbij wordt de openbare verlichting in het desbetreffende gebied feller rond sluitingstijd. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van camera’s welke 360 graden in het rond draaien. De beelden worden op uitgaansavonden live bekeken in de meldkamer en als daar aanleiding toe is gaat er een telefoontje naar de politie die dan direct kan ingrijpen. Doel van deze maatregelen is het verminderen van geweld en vandalisme in de openbare ruimte. Verlichting draagt daaraan bij doordat er minder donkere hoekjes zijn, er is beter zicht op (potentiële) daders en escalatie kan worden voorkomen. Een effectevaluatie naar het verbeteren van basisverlichting (en dus niet extra verlichting en calamiteitenverlichting) toont aan dat basisverlichting zorgt voor minder vandalisme en geweldslachtoffers op straat (openbare ruimte algemeen; overdag, ’s avonds en ’s nachts). Grotere sociale controle hangt hiermee samen. Lokale voorbeelden: Verschillende gemeenten, o.a. Haarlemmermeer, Noordwijk (uitgaansgebied de Grent) Uitvoering: Gemeente, Politie, Openbaar Ministerie, winkeliers, bedrijven Kijk voor meer informatie op www.hetccv.nl/Cameratoezicht http://www.hetccv.nl/dossiers/Uitgaansgeweld/Landelijk+-
12
+BP+Extra+verlichting?reference=dossiers/Uitgaansgeweld/index/index http://www.ziud.nl/docs/Ziutvisie_01-2010.pdf http://www.hetccv.nl/instrumenten/Cameratoezicht+publiek+privaat/index?filter=Stappenplan
Vervroegen horecatoegangstijden/ gespreide sluitingstijden AANPAK LOOP- EN SLOOPROUTES Op basis van diverse onderzoeken kan geconcludeerd worden dat door het instellen van een bepaalde (vroegere) toegangstijd in de horeca, het alcoholgebruik en daarmee alcoholgerelateerde problemen in de regio teruggedrongen kunnen worden en dat jongeren vroeger uit zullen gaan. Door regionaal een uiterste toegangstijd in te stellen wordt de vooravond van uitgaanders verkort en daarmee de tijd die jongeren hebben om in te drinken. Uitgaanders die met minder alcohol op de horeca binnen komen, zullen gedurende de rest van de avond minder drinken dan uitgaanders die vooraf gedronken hebben. De afname van de omvang van het collectieve alcoholgebruik zal tot afname van overlast en geweld in de woon- en leefomgeving leiden en bijdragen aan de verbetering van de openbare orde. Het stellen van een uiterste toegangstijd kan verder voorkomen dat jongeren laat in de nacht eindigen bij slechts een paar horecagelegenheden, veelal horecagelegenheden die zich minder aan een barreglement of (wettelijke) voorschriften houden. Wanneer deze horecagelegenheden gelijktijdig sluiten, zullen bij sluitingstijd jongeren massaal naar buiten stromen en kunnen er confrontaties ontstaan. Gespreide of glijdende eindtijden worden ingezet om openbare orde problemen aan het einde van de uitgaansnacht te voorkomen. Door een diversiteit op te laten treden in de sluitingstijden van de horeca wordt de spreiding in het huiswaarts keren van het uitgaanspubliek vergroot. Van een geconcentreerde bezoekersstroom is daarom geen sprake meer. Indien gemeenten hierin gezamenlijk optrekken kan deze aanpak effect hebben op het tegengaan van overlast op loop- en slooproutes welke de gemeentegrenzen overschrijden
Voorbeelden: o.a. West- Friesland, Breda www.westfrisland.nl/172 http://www.hetccv.nl/dossiers/Sluitingstijdenbeleid/breda---evaluatie-openingstijden Vandalen betalen! AANPAK LOOP- EN SLOOPROUTES In de gemeente Hoorn worden Onder het motto ‘vandalen betalen’ vandalen via posters in bushokjes geconfronteerd met de consequenties van hun gedrag. Ook wordt de buurt via een huis-aan-huis flyer gevraagd de ogen open te houden en vandalisme en andere overlast en criminaliteit te melden. Met deze campagne wil de gemeente vandalen af te schrikken en zodoende de overlast door vernielingen terugdringen. Daders van vandalisme vallen onder het snelrecht en moeten ook de kosten van alle vernielingen betalen De gemeente Hoorn werkt nauw samen met de Politie Hoorn. Samen zetten zij acties uit om de pakkans van daders langs de bekende ‘slooproutes’ van de binnenstad naar de buitenwijken te vergroten. Ook vraagt de gemeente inwoners om vooral de ogen open te houden en vandalisme te melden. Voorbeeld: Hoorn http://www.hoorn.nl/Smartsite.shtml?id=74992
13
4
Curatieve maatregelen (gericht op het tegengaan van overlast)
Het is van belang dat alle betrokkenen bewust worden gemaakt van de problematiek en de maatregelen die worden genomen. Stap één is het duidelijk benoemen van de overlastgevende hangplek tot overlastplek. Als de jongeren niet weten dat ze overlast veroorzaken, passen ze hun gedrag niet aan. Ouders kunnen hun kinderen alleen aanspreken als ze weten voor welke overlast de jongeren verantwoordelijk zijn. Voor omwonenden maakt het een verschil als ze weten wie de jongeren zijn. Als er een band ontstaat, kan gezamenlijk naar oplossingen worden gezocht. In een groot aantal plaatsen in Nederland zijn vrijwilligers actief in het bedenken en realiseren van creatieve manieren om de dialoog tussen jong en oud op gang te brengen. Nachtcoaches AANPAK LOOP- EN SLOOPROUTES Nachtcoaches zijn mensen met een BOA opleiding die op een mountainbike op loop- en slooproutes surveilleren. Zij spreken jeugd vriendelijk maar duidelijk aan en confronteren hen met overlastgevend gedrag. Pleegt een jongere overlast dan wordt de politie ingeschakeld. Een traject bij Halt/de Brijder Stichting volgt. In het geval dat de jongere aangehouden wordt, dan worden de ouders (wakker) gebeld om hen op te halen. Lokale voorbeelden: Heemskerk en Uitgeest Uitvoering: Gemeente, Politie Kennemerland, HALT, Stichting Brijder Verslavingszorg Wakkere Ouders
AANPAK LOOP- EN SLOOPROUTES
Bij het project ‘Wakkere ouders’ wordt iedere jongere die zich op de openbare weg bevindt en als verdachte ten aanzien van het verstoren van de nachtelijke rust kan worden aangemerkt, aangehouden. De tolerantiegrens ligt daarbij laag. De ouders van de overlast veroorzakende jongere wordt letterlijk wakker gebeld en gevraagd de zoon of dochter op te komen halen5. Naast overlastplegers m.b.t. geluidsoverlast, ligt de focus bij de handhavingsnachten met name op het bezit van alcohol. Dit in verband met het feit dat veel overlast alcohol-gerelateerd is en ouders vaak niet weten dat hun kind alcohol drinkt. Fenomenen als comazuipen en andere ‘alcholspelletjes’ vinden vaak buiten plaats op verzamelplekken voordat de jongeren naar de uitgaansgelegenheid gaan. Een groot deel van de aanhoudingen worden verricht naar aanleiding van het bezit van (aangebroken) flessen alcohol. Naast het feit dat de ouders worden gebeld om de jongeren op te halen op het bureau, vindt de afdoening plaats via Bureau Halt die hiervoor een samenwerkingsverband heeft met de Brijderstichting. Een intakegesprek voordat deze afdoening gerealiseerd kan worden vind plaats met de jongeren én ouder(s). Als er onvoldoende aan wordt meegewerkt, wordt de Halt-afdoening omgezet naar een regulier proces-verbaal. De handhavingsnachten worden doorgaans georganiseerd op avonden wanneer er in Uitgeest feestavonden worden georganiseerd voor jongeren vanaf 14 jaar. Elke jongere die tijdens zo’n avond wordt aangehouden, krijgt een toegangsverbod van drie maanden voor deze bewuste horecagelegenheid. Lokale voorbeelden: Heemskerk, Uitgeest Uitvoering: Gemeente, Politie Kennemerland, OM, Bureau HALT, Stichting Brijder Verslavingszorg, BOA’s, Horeca. Gele kaarten Het "gele kaarten traject" is een instrument waarbij een sanctie proportioneel opgebouwd wordt. Indien een jongere aanwezig is op een locatie met een melding van overlast, of zelf overlast veroorzaakt, krijgt hij hiervoor een waarschuwing met een gele kaart als gevolg. Een gele kaart is letterlijk een gele bekeuringsbon met waarschuwende en uitlegtekst. De personalia van de jongere wordt genoteerd en op diens naam wordt in het bedrijfsprocessensysteem van de politie een afspraak op persoon gemaakt. Direct na het uitreiken van de gele kaart wordt aan de ouders van de minderjarige een brief gestuurd. Hierin is melding gedaan van het feit dat de minderjarige overlast heeft veroorzaakt of deel uitmaakt van een groep die overlast veroorzaakt. Ouder(s) worden op deze manier aangesproken op het maatschappelijk gezien ongewenste gedrag. Naast de in kennisstelling van ouders door middel van 5
Uit: Quickscan Jeugd en Overlast, Andersson Elffers Felix, pagina 25 ‘Wakkere Ouders’.
14
een brief, wordt telefonisch contact opgenomen met de ouders. Aan de brief wordt een apart inlegvel van Meerwaarde toegevoegd, waarin aangekondigd wordt dat zij contact zullen opnemen met de ouders. Gekozen wordt om te werken met een apart inlegvel, om de verschillen in rollen tussen politie en meerwaarde te onderscheiden, maar samenwerking te onderstrepen door gezamenlijke verzending. Meerwaarde zal vervolgens (telefonisch) contact leggen met ouders. Bij een volgende keer dat de jongere overlast veroorzaakt wordt hij/zij gesanctioneerd ter zake het vastgestelde strafbare feit. Hierbij kan gedacht worden aan een bekeuring of HALT. Lokale voorbeelden: Haarlemmermeer, Haarlemmerliede, Haarlem, Heemskerk, Beverwijk en Uitgeest Uitvoering: Gemeente, Bureau HALT, Stichting Meerwaarde/Stichting Welschap, Politie Kennemerland Nuchter op Straat (NOS) Op de plaatsen waar de jongeren vervelend hangen/drinken en blowen zijn er relatief veel overlastmeldingen vanuit de wijk. Bewoners durven de beschonken jeugdigen vaak niet aan te spreken uit angst voor agressief gedrag en/of represailles. Om de overlast beheersbaar te houden dient er specifiek op geïnvesteerd te worden. Bij alcohol/drugsgebruik/openbare dronkenschap en dergelijke op straat door minderjarige wordt in het project “Nuchter op straat” in plaats van een bekeuring (die vaak door de ouders betaald wordt) de desbetreffende jongere doorverwezen naar bureau HALT die in samenwerking met de Brijder een passende straf laat uitvoeren met ook een educatief karakter. Ouders worden altijd gebeld. Lokale voorbeelden: Haarlemmermeer Uitvoering: Politie, Halt, Brijder Stichting Ouder weet project Dit is een project om ouders van hangjongeren die overlast veroorzaken, structureel te informeren over het gedrag van hun kinderen. Ouders zijn immers de eerst verantwoordelijken voor het gedrag van hun kinderen. De overlast op hangplekken wordt door de politie nauwkeurig bijgehouden. Ouders van overlast veroorzakende hangjongeren ontvangen bij een eerste en tweede melding van overlast een brief. Na een derde melding brengt de wijkagent in opdracht van de jeugdrechercheur een huisbezoek aan de ouders. De wijkagent maakt een inschatting van de thuissituatie en kan naar aanleiding hiervan de jongere inbrengen in het jeugdoverleg met de plaatselijke zorgorganisatie. Als er al enige tijd sprake is van een overlastplek, worden omwonenden uitgenodigd voor een buurtbijeenkomst. De politie geeft op deze bijeenkomst aan wat gedaan is en welke afspraken er eventueel zijn gemaakt. Tegelijkertijd kunnen omwonenden hun zegje doen en kan een actuele inventarisatie worden gemaakt van de overlast. Lokale voorbeelden: De Bilt Uitvoering: Politie Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren Ouders van tegendraadse jeugd Zie eerder bij preventie, ook hier van toepassing. Halt-methodiek ‘Je kan het zelf bedenken” Zie eerder bij preventie, ook hier van toepassing. Interactief theater Professionele acteurs maken, naar aanleiding van verhalen van bewoners, een voorstelling. Hierin komen verschillende standpunten over overlast van jongeren, leefbaarheid en veiligheid aan bod. De acteurs houden hangjongeren, buurtbewoners en andere betrokkenen een spiegel voor. Het doel is om alle bewoners tot elkaar te brengen en een dialoog te laten ontstaan. Na de voorstelling wordt de bewoners gevraagd om de scènes om te vormen tot een ideaalbeeld. De stappen die nodig zijn om tot dit ideaalbeeld te komen, kunnen worden voorgelegd aan bestuur en gemeenteraad. De bewoners maken bijvoorbeeld samen een plan voor de inrichting van een hangplek, voor voorzieningen voor ouderen en jongeren en voor omgangsregels in de wijk. Lokale voorbeelden: o.a. Wijchen, Vlaardingen Uitvoering: Jongerenwerk Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren
15
Film In sommige steden hebben jongeren (bijvoorbeeld op initiatief van het jongerenwerk) zichzelf gepresenteerd in een film. In de film laten zij zien wie zij zijn en wat hen bezighoudt. De film wordt vervolgens samen met de buurtbewoners en andere betrokkenen bekeken waarna, op een ongedwongen wijze, een discussie over overlast kan worden gevoerd. Buurtbewoners krijgen door de film een beter en persoonlijker beeld van de jongeren. Dat kan bij sommige bewoners de angst wegnemen om de jongeren op een ander moment ook eens aan te spreken. Lokale voorbeelden: o.a. Laren, Leiden, Vught en Arnhem Uitvoering: Buurtwerk, gemeente Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren Inrichting hangplekken Het creëren van officiële jongerenontmoetingsplekken die zijn gericht op één bepaalde groep, blijkt niet te werken. De openbare ruimte is eenvoudigweg niet door één groep te claimen. De belangrijkste eis waaraan een geschikte hangplek moet voldoen, is dat hij aantrekkelijk is ingericht voor jongeren. Gedacht kan worden aan een pleintje en een veldje met een sportgelegenheid en een paar bankjes. Ook het plaatsen van bijvoorbeeld een extra prullenbakje of enkele doelpaaltjes kan bijdragen aan de het behouden van een goede sfeer. Groene hangplekken ‘Naturally cool’ is de naam van een project voor leerlingen van het vmbo, havo en vwo tussen 14 en 18 jaar. Het project betrekt jongeren actief bij hun eigen leefomgeving door hen te stimuleren om na te denken over de inrichting en vormgeving van hun eigen hangplekken. De natuur vormt daarbij een belangrijke inspiratiebron. Hangproblematiek en de behoefte aan groen in de stad worden zo op vernieuwende wijze samengebracht. Aan de hand van een lespakket besteden jongeren diverse lesuren aan opinievorming, buurtonderzoek en visieontwikkeling om vervolgens in onderlinge samenwerking maquettes te maken van de in hun ogen ideale, groene ontmoetingsplekken. Deze maquettes presenteren zij vervolgens aan de gemeente. Van de gemeente wordt dan gevraagd deze ‘ideale hangplek’ ook daadwerkelijk te realiseren. Lokale voorbeelden: o.a. Nijmegen, Enschede, Rotterdam en Amsterdam Uitvoering: Gemeente, onderwijs Meer informatie is beschikbaar via: www.naturallycool.nl Mobiele ontmoetingsplaats (MOP ) Een aantal gemeenten maakt gebruik van speciaal ontworpen mobiele hangplekken (MOP’s). Deze zijn bestand tegen vandalisme en kunnen bij overlast vrij eenvoudig met een vrachtwagen verplaatst worden. De MOP’s zijn gemaakt van cortenstaal. Deze staalsoort wordt ook gebruikt voor scheepscontainers en kan niet doorroesten. De hangplekken zijn 3,80 meter lang, 2,40 meter breed en 2,55 meter hoog. De kosten zijn vergelijkbaar met een gemiddelde bushalte: ongeveer 10.000 euro. Een andere uitvoering van een mobiele hangplek is de zogenaamde rondtrekkende hangplek. Hierbij wordt bijvoorbeeld een omgebouwde bus ingezet. De bus doet alle plekken in de stad waar hangjongeren zich ophouden, aan. De bus is bijvoorbeeld voorzien van muziekinstallaties, (computer)spelletjes, en sportmaterialen om buiten de bus te gebruiken. Om de mobiele hangplek echt van de jongeren zelf te maken, wordt het voertuig door hen ingericht of bijvoorbeeld met graffiti bespoten. Een jongerenwerker, die met de bus meerijdt, kan de jongeren bijvoorbeeld hulp bieden bij het zoeken van werk en wijzen op de gevaren van alcohol en drugs. Lokale voorbeelden: o.a. Amersfoort, Eindhoven, Bunschoten en Enschede Uitvoering: Gemeente, jeugdwerk Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren De hangplek van het jaar ‘Hang Around’ is een jaarlijkse landelijke wedstrijd die groepen hangjongeren de kans geeft om zich van hun goede kant te laten zien. Uit vele inzendingen worden tien groepen jongeren geselecteerd die bijzondere acties willen ondernemen om de band met hun buurt of wijk te verbeteren of herstellen. De uiteindelijke winnaar wint met zijn actie de titel ‘Hangplek van Nederland’.
16
Jongeren die aan ‘Hang Around’ meedoen, hebben onder begeleiding van het plaatselijke Jongerenwerk een actie bedacht en ook zelf uitgevoerd, waarmee ze zich op een positieve manier presenteerden aan de buurt. De activiteiten kunnen variëren van het organiseren van een buurtfeest tot het opnieuw beschilderen van de hangplek. Jongeren uit Velserbroek hebben met SamenStaanWeSterk’ in 2009 de Award voor de grootst opgezette actie en de Award voor samenwerking. Een groep jongens organiseerde een dag op het strandje en de grasvelden bij de Westbroekerplas met Oudhollandse sport- en spelactiviteiten (zeepkistenrace, spijkerpoepen, touwtrekken, etc.) en met jong-Hollandse sport- en spelactiviteiten (frisbeeën, beachvolleybal, reuzenstift-tekenen). De teams die meedoen zijn gemengd, jongeren en buurtbewoners. ‘Oud’ kan zo wat van ‘jong’ leren en andersom. In Velserbroek heeft de organisatie gelegen bij woningcorporatie Eigen Haard, Stichting Welzijn Velsen (jongerencentrum De Koe), wijkplatform, en een groep jongeren en hun ouders. Lokale voorbeelden: Velserbroek e.a. Uitvoering: Nationale Jeugdraad, Stade Advies Meer informatie is beschikbaar via: ww.jeugdraad.nl en www.hangaround.nl Spel Kids & Space Kids & Space is een spel, waarbij jongeren (12-18 jaar) betrokken worden bij actuele plannen voor de openbare ruimte. Potentiële hangjongeren worden zo in een vroeg stadium gevraagd mee te denken over hun eigen leefomgeving. Hierdoor ontstaat een betrokkenheid die minder snel tot overlast zal leiden. Het spel wordt in groepen gespeeld aan de hand van een ‘Jongeren Stedenbouwkundig programma van Eisen’ dat zij eerst zelf hebben samengesteld. In de groep zijn onderhandelaars, rekenaars en bouwers nodig. Op maquettes van het openbare domein wordt een masterplan ontwikkeld. De jongeren presenteren hun plannen uiteindelijk aan elkaar en aan een jury. Tijdens een evaluatie worden de rollen omgedraaid en jureren de jongeren de plannen die de ontwerpers gemaakt hebben. Het spel is afhankelijk van de inzet van de gemeente en de continuïteit van begeleiding. De keren dat het is gespeeld, bleek het een aansprekende methode te zijn. Lokale voorbeelden: Amsterdam Uitvoering: Politie, gemeente, buurtopbouwwerk en/of jongerenwerk Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren Jeugdhonk De Toekomst Marokkaanse jongeren runnen in een voormalig schoolgebouw in Utrecht in eigen beheer een jeugdhonk: De Toekomst. Het honk biedt wijkjongeren een plek om samen te komen, televisie te kijken en te biljarten. Het plein waar de school aan staat, was jarenlang een favoriete hangplek voor jongeren uit de buurt. Dit gaf veel overlast. Omwonenden voelden zich geïntimideerd en beklaagden zich bij politie en gemeente. Uit gesprekken met de jongeren bleek dat zij geen andere plek hadden. Het leegstaande schoolgebouw bood uitkomst. Van de gemeente, politie en jongerenwerk kregen de jongeren ondersteuning om het pand in te richten als jeugdhonk. Het beheer van het honk is in handen van de jongeren van De Toekomst. De jongeren spreken de bezoekende jongens aan op overlastgevend gedrag en geven voorlichting, onder meer over alcohol en drugs. De leeftijd van de jongeren die komen, varieert van 15 tot 27 jaar. De Toekomst heeft maandelijks overleg met gemeente, politie en het jongerenwerk. Buurtbewoners klagen minder en er zijn aanzienlijk minder hangjongeren op het plein. Jongerengroep De Toekomst heeft de Utrechtse Veiligheidsprijs 2007 gewonnen. Lokale voorbeelden: Utrecht-Zuilen Betrokken partijen: Gemeente, politie en jongerenwerk Kijk voor meer informatie op: www.hetccv.nl/hangjongeren Kan wél (jong)! De werking van Kan wél! is eenvoudig. Een bewoner heeft een idee om zijn wijk te verbeteren en wil dit uitvoeren. Een buurtcoach denkt mee en zorgt voor wat geld om te starten en verder doet deze bewoner het zelf. Door projecten van Kan wél! wordt de band tussen bewoners onderling en tussen bewoners en corporaties/gemeenten aanzienlijk versterkt. De achterliggende gedachte van deze methode is dat mensen in wijken en buurten zelf over veel creativiteit beschikken en bereid zijn zich in te zetten voor een leefbare buurt als je ze maar de ruimte geeft. Kan wél! probeert zoveel mogelijk te voorkomen dat bewoners stuiten op bureaucratie en onwil als zij zelf een wijkinitiatief willen starten. Kan wél! is in 2006 opgestart door het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA). Het
17
LSA is een landelijk platform van bewoners die samenwerken om de leefbaarheid in hun wijk te vergroten. Met ingang van 1 juni 2007 is er ook een project speciaal voor jongeren van start gegaan: Kan wél jong. Lokale voorbeelden: o.a. Almere, Amsterdam, Arnhem en Enschede Uitvoering: Actieve buurtbewoners, buurtcoach, LSA Kijk voor meer informatie op: www.kanwel.nl
18
5.
Repressieve mogelijkheden (gericht op het beteugelen van overlast)
Er is een scala aan repressieve maatregelen, toe te passen op jeugdoverlast. Let wel, dat handhaven alleen niet voldoende is om jeugdproblematiek aan te pakken. Naast een repressieve aanpak dient vaak ook een curatieve aanpak ingezet te worden. Soms heeft de overlast door hangjongeren dermate grote vormen aangenomen, dat hard ingrijpen noodzakelijk is. Onder andere strafrecht en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) biedt hiervoor verschillende mogelijkheden. Zo kan er gericht in een projectmatige aanpak op APV feiten gehandhaafd worden in samenwerking met Halt en OM. Om te voorkomen dat de problematiek zich naar andere locaties verplaatst, kunnen repressieve maatregelen vaak het beste in combinatie met ‘zachtere’ maatregelen worden ingezet. 5.1
Algemeen plaatselijke verordening
Samenscholing, ongeregeldheden, ordeverstoring en samenkomsten Maatregel Verbod om o.a. hinderlijk samen te scholen, onnodig op te dringen en anderen lastig te vallen (alleen of in groepsverband) te vechten of op andere wijze de orde te verstoren een stof of voorwerp bij zich te hebben waarvan aannemelijk is dat deze is meegebracht om de orde te verstoren, schade aan zaken dan wel letsel aan personen te veroorzaken in een situatie waarin de burgemeester een noodbevel heeft gegeven op grond van artikel 175 Gemeentewet (oproer, rampen, ernstige wanordelijkheden, ongevallen) richting een samenscholing te gaan Strafrechtelijke sanctie
Overtreding verbod is strafbaar, maximum straf: hechtenis van ten hoogste drie maanden of een boete van de tweede categorie (maximaal € 3350)
Bestuursrechtelijke reactie Randvoorwaarden Procedure Taakverdeling
Bestuursdwang Zie ook het verwijderingsbevel, art. 2.1 lid 4
Wanneer toepassen Eerste stap
Verwijderingsbevel Maatregel
Strafrechtelijke sanctie
Strafrechtelijk: politie / OM Bestuursrechtelijk: politie Onmiddellijk optreden als een van de in het eerste vakje genoemde situaties zich voordoet Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken Eerste stap bestuursrecht: een einde maken aan de samenscholing, stoffen of voorwerpen afnemen, mensen wegsturen
Degene die aanwezig is bij een tot toeloop aanleiding gevende gebeurtenis dan wel een samenscholing of bij enig voorval waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van Politie direct zijn weg te vervolgen of zich te verwijderen. Niet voldoen aan een ambtelijk bevel is strafbaar o.g.v. art. 184 Sr, maximum straf: hechtenis van
19
Bestuursrechtelijke reactie Taakverdeling Wanneer toepassen Eerste stap
ten hoogste drie maanden of een boete van de tweede categorie (maximaal € 3350). Bestuursdwang Strafrechtelijk: politie Bestuursrechtelijk: politie Onmiddellijk optreden als een van de in het eerste vakje genoemde situaties zich voordoet Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken Eerste stap bestuursrecht: personen verwijderen
Verbod openlijk gebruik van of handel in harddrugs/ handel in slaap- of kalmeringsmiddelen Maatregel Verbod om op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw of vaartuig harddrugs te gebruiken of t.b.v. dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden te hebben, of zich op of aan de weg op te houden indien dit te maken heeft met de handel in middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 Opiumwet en/of of slaap- of kalmeringsmiddelen Strafrechtelijke sanctie Overtreding van het verbod is strafbaar, maximum straf: hechtenis van ten hoogste drie maanden of een boete van de tweede categorie (maximaal € 3350) Bestuursrechtelijke reactie n.v.t. Taakverdeling Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Wanneer toepassen Onmiddellijk optreden als de in het eerste vakje Eerste stap genoemde situatie zich voordoet Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken Verbod om messen of andere steekwapens bij zich te hebben Maatregel Verbod om op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw messen of andere voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt voorhanden te hebben Strafrechtelijke sanctie Overtreding van het verbod is strafbaar, maximum straf: hechtenis van ten hoogste drie maanden of een boete van de tweede categorie (€ 3350 Bestuursrechtelijke reactie Bestuursdwang Randvoorwaarden/ Procedure Het verbod geldt alleen op door burgemeester en wethouders aangewezen wegen en daaraan gelegen voor het publiek toegankelijke gebouwen Het verbod geldt niet voor voorwerpen die zodanig zijn ingepakt dat ze niet meteen kunnen worden gebruikt Taakverdeling Aanwijzing wegen: B & W Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Bestuursdwang: burgemeester, mandaat is mogelijk Wanneer toepassen Wanneer aanwijzing wegen: bij structurele Eerste stap overlast die de openbare orde op de wegen aantast of bedreigt. Eerste stap aanwijzing wegen: contact opnemen met bestuursdienst (openbare orde en veiligheid)
20
Aandachtspunten/ opmerkingen
Verbod hinderlijk drankgebruik Maatregel
Strafrechtelijke sanctie
Bestuursrechtelijke reactie Randvoorwaarden/ Procedure
Taakverdeling
Wanneer toepassen Eerste stap
Wanneer optreden: onmiddellijk als de in het eerste vakje beschreven situatie zich voordoet op een aangewezen weg. Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken Eerste stap bestuursrecht: messen en andere steekwapens afnemen De besluitvorming tot aanwijzing van wegen zal in het algemeen tenminste enkele weken in beslag nemen
Verbod om: op of aan de weg of op het openbaar water dan wel in een voor het publiek toegankelijk gebouw alcoholhoudende drank te nuttigen indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten of anderszins overlast veroorzaken, om op door Burgemeester en Wethouders aangewezen wegen of weggedeelten alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen e.d. bij zich te hebben, of softdrugs te gebruiken of openlijk voorhanden te hebben. Overtreding van het verbod is strafbaar, maximum straf: hechtenis van ten hoogste drie maanden of een boete van de tweede categorie (maximaal € 3350). Bestuursdwang of last onder dwangsom Het verbod geldt niet op een terras. Het tweede verbod geldt alleen op door burgemeester en wethouders aangewezen wegen of weggedeelten. Aanwijzing wegen: B & W Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Bestuursdwang en last onder dwangsom: burgemeester, mandaat is mogelijk. Wanneer toepassen: onmiddellijk optreden als een van de situaties genoemd in het eerste vakje zich voordoet. Wanneer aanwijzing wegen: bij structurele overlast die de openbare orde op de wegen aantast of bedreigt. Eerste stap aanwijzing wegen: contact opnemen met de bestuursdienst (openbare orde en veiligheid) Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken Eerste stap bestuursrecht: drank afnemen of op andere wijze einde maken aan de situatie in strijd met dit artikel (bestuursdwang) of voornemen tot opleggen last onder dwangsom per brief aan betrokkene kenbaar maken en gelegenheid geven tot zienswijze.
21
Verbod hinderlijk gedrag in of bij gebouwen Maatregel
Strafrechtelijke sanctie
Bestuursrechtelijke reactie Taakverdeling
Wanneer toepassen Eerste stap
Verbod om: tegen de wil van de bewoner van een gebouw of vaartuig te leunen tegen een deur, raam of vensterbank, dan wel zich op andere wijze hinderlijk in de onmiddellijke omgeving van een gebouw of in de gemeenschappelijke ruimten in een gebouw op te houden, zich hinderlijk in een portiek, portaal, een telefooncel, een parkeergarage of andere voor het publiek toegankelijke ruimte op te houden, deze te verontreinigen of voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor zij bestemd zijn. Overtreding van het verbod is strafbaar, maximum straf: hechtenis van ten hoogste drie maanden of een boete van de tweede categorie (maximaal € 3350). Bestuursdwang of last onder dwangsom Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Bestuursdwang en last onder dwangsom: burgemeester, mandaat is mogelijk Wanneer toepassen: onmiddellijk optreden als een van de situaties genoemd in het eerste vakje zich voordoet. Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken. Eerste stap bestuursrecht: personen verwijderen (bestuursdwang) of voornemen tot opleggen last onder dwangsom per brief aan betrokkene kenbaar maken en gelegenheid geven tot zienswijze.
Overige nuttige verboden in verband met de openbare orde Maatregel Bijvoorbeeld: verbod om op of aan de weg te slapen (art. 2.20), zakkenrollerij (art. 2.26), vervoer inbrekerswerktuigen (art. 2.27), bedelarij (art. 2.28), afsteken vuurwerk (art. 4.3), plakken en kladden (art. 8.3), de weg te verontreinigen (art. 8.9), op veerponten de orde of de rust te verstoren of te roken (art. 8.12), met o.a. bromfietsen te hinderen (art. 9.2), in de openlucht geluidsoverlast te veroorzaken (art. 9.4), wildplassen (art. 9.6), schade aan de natuur toe te brengen (art. 9.8), zich in een openbare groenvoorziening te bevinden (art. 9.9), hinderlijk parkeren van fietsen / bromfietsen (art. 10.6) Strafrechtelijke sanctie Overtreding van verboden is strafbaar, maximum straf in het algemeen: hechtenis van ten hoogste drie maanden of een boete van de tweede categorie (maximaal € 3350) Bestuursrechtelijke reactie Bestuursdwang of last onder dwangsom Taakverdeling Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Bestuursdwang: en last onder dwangsom: bij overtreding van bepalingen uit hoofdstuk 2 (orde en veiligheid) burgemeester, mandaat is mogelijk, bij overtredingen uit andere hoofdstukken het
22
Wanneer toepassen Eerste stap
Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel waar de overtreding plaatsvindt, mandaat is mogelijk. Wanneer toepassen: onmiddellijk optreden als een van de situaties genoemd in het eerste vakje zich voordoet Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken Eerste stap bestuursrecht: een einde maken aan de situatie die in strijd is met de wet (bestuursdwang) of voornemen tot opleggen last onder dwangsom per brief aan betrokkene kenbaar maken en gelegenheid geven tot zienswijze.
23
5.2
Andere bestuursrechtelijke maatregelen
Artikel 172 Gemeentewet: Bevoegdheden burgemeester Maatregel Burgemeester is belast met het handhaven van de openbare orde (lid 1). Burgemeester is (met behulp van de politie) bevoegd om overtredingen van bepalingen die betrekking hebben op de openbare orde te beletten of te beëindigen (lid 2). Burgemeester is bevoegd om bij vrees voor verstoring van de openbare orde dan wel ernstige vrees daarvoor bevelen te geven die noodzakelijk zijn (lichte bevelsbevoegdheid, lid 3). Strafrechtelijke sanctie Niet voldoen aan bevelen (lid 3) is strafbaar op grond van artikel 184 Sr, maximale straf: hechtenis van drie maanden of geldboete tweede categorie (maximaal € 3350). Bestuursrechtelijke reactie Bestuursdwang (lid 2) Taakverdeling Lid 2: bevoegdheid burgemeester, uitvoering politie. Lid 3: burgemeester geeft bevel, politie handhaaft Feitelijk. Wanneer toepassen Lid 3: bijvoorbeeld bij oploopjes of acties op Eerste stap openbare plaatsen, voor zover die niet vallen onder een van de bepalingen van de APV; zie ook hierna persoonsgebonden straat- of pleinverbod Eerste stap bevel: contact opnemen met bestuursdienst (openbare orde en veiligheid) Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken Eerste stap bestuursrecht: overtreding feitelijk ongedaan maken Aandachtspunten/ opmerkingen De duur van het gebiedsverbod is niet onbeperkt: de grens ligt bij drie maanden. De wet Voetbalvandalisme en ernstige overlast stelt zeker dat gebiedsverboden tegen groepen en individuen die structureel de openbare orde verstoren voor langere duur kunnen worden versterkt.
Artikel 172 lid 3 Gemeentewet: persoonsgebonden straat- of pleinverbod (Gebiedsverbod) Maatregel Verbod om gedurende een bepaalde tijd in een bepaald gebied te komen (lichte bevelsbevoegdheid) Strafrechtelijke sanctie Niet voldoen aan bevelen (lid 3) is strafbaar op grond van artikel 184 Sr, maximale straf: hechtenis van drie maanden of geldboete tweede categorie (maximaal € 3350). Bestuursrechtelijke reactie Bestuursdwang Randvoorwaarden/ Procedure Er moet sprake zijn van ernstige verstoring van de openbare orde dan wel ernstige vrees daarvoor Er moet een deugdelijk dossier zijn van het
24
Taakverdeling
Wanneer toepassen Eerste stap
ordeverstorend gedrag Op advies van de politie bepaalt de burgemeester een gebied waar het verbod moet gelden en maakt bekend dat en bij welk gedrag binnen dat gebied straat- of pleinverboden kunnen worden opgelegd. Het gebied mag niet groter zijn dan strikt noodzakelijk. Politie waarschuwt, als zij een verbod wil gaan opleggen, de betrokken persoon eerst schriftelijk Bij de eerstvolgende overtreding, en voor het verbod wordt opgelegd, krijgt betrokkene de gelegenheid om zijn zienswijze te geven. Daarvan wordt een verslag gemaakt. Verbod moet goed worden gemotiveerd (op welke manier heeft de betrokkene bijgedragen aan de verstoring van de openbare orde?). Als betrokkene in het gebied woont, werkt of onderwijs volgt moet in het besluit een route worden opgenomen die hij mag nemen om naar huis, werk of school te gaan. Uit het besluit moet blijken dat hiernaar gekeken is, ook als geen bijzondere route is opgenomen. De duur van het verbod moet proportioneel zijn Verbod moet worden uitgereikt of toegezonden Tegen het verbod staat bezwaar en beroep open, en ook kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de rechtbank. Burgemeester wijst het gebied aan en geeft het Bevel. Politie voert uit. Strafrechtelijke handhaving (nadat het bevel is opgelegd): politie / OM Bestuursdwang: politie Bij aanhoudende of extreme groepsoverlast; alleen in ernstige situaties Eerste stap aanwijzing gebied: contact opnemen met bestuursdienst (openbare orde en veiligheid) Eerste stap opleggen verbod: waarschuwing geven. Eerste stap strafrecht: personen aan wie een verbod is opgelegd staande houden en procesverbaal opmaken. Eerste stap bestuursrecht: personen aan wie een verbod is opgelegd verwijderen
Artikel 151b Gemeentewet: Aanwijzen veiligheidsrisicogebied en preventief fouilleren Maatregel De gemeenteraad kan bij verordening de burgemeester de bevoegdheid geven om een veiligheidsrisicogebied aan te wijzen in een gemeente. Wanneer toepassen De burgemeester kan tot een aanwijzing Eerste stap overgaan bij de verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Aandachtspunten/ opmerkingen Als een gebeid is aangewezen als veiligheidsrisicogebied dan kunnen de artikelen 50 lid 3, 51 lid 3 en 52 lid 3 van de Wet wapens
25
en munitie worden toegepast. Het gaat dan om het (preventief) doorzoeken van vervoersmiddelen, het doorzoeken van kleding, het vorderen dat verpakkingen die men bij zich draagt worden geopend.
Artikel 151c Gemeentewet: Cameratoezicht Maatregel
Randvoorwaarden/ Procedure
Taakverdeling
Wanneer toepassen Eerste stap Aandachtspunten/ opmerkingen
De gemeenteraad kan bij verordening de burgemeester de bevoegdheid geven om, indien dat in het belang van de openbare orde noodzakelijk is, te besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor een bepaalde duur t.b.v. het toezicht op een openbare plaats. Cameratoezicht is alleen mogelijk op openbare plaatsen in de zin van artikel 1 Wet openbare manifestaties, bijvoorbeeld de straat, openbare plantsoenen, openbare passages en winkelgalerijen Burgemeester bepaalt de duur van de plaatsing en wijst de openbare plaatsen aan. Na overleg met OvJ stelt de burgemeester de periode vast waarin de camera’s daadwerkelijk worden gebruikt en de beelden worden bekeken. Aanwezigheid van camera’s moet voor iedereen duidelijk zijn. Beelden mogen in het belang van de handhaving van de openbare orde worden vastgelegd en ten hoogste vier weken worden bewaard. Vastgelegde beelden kunnen worden gebruikt voor de opsporing van een gepleegd strafbaar feit (met inachtneming van art. 13 lid 7 Wet politieregisters) Burgemeester bepaalt de duur van de plaatsing en wijst openbare plaatsen aan. Politie/stadstoezicht voert uit. Bij voortdurende overlast / inbreuken op de openbare orde. Contact opnemen met bestuursdienst (OOV). De mogelijkheid bestaat ook om op grond van artikel 2 Politiewet mobiel cameratoezicht in te zetten. In opkomst zijn de camerahelmen van politiefunctionarissen tijdens de surveillance. Voordeel hiervan is dat zeker in acute situaties snel en flexibel opgetreden kan worden met beeldregistraties.
Artikel 175, 176 en 154a Gemeentewet: Noodbevelen en noodverordeningen; bestuurlijke ophouding Maatregel In lokale noodsituaties kan de burgemeester alle bevelen geven die hij noodzakelijk acht ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar. Hij kan noodverordeningen uitvaardigen en groepen van personen tijdelijk doen ophouden op een bepaalde plaats.
26
Strafrechtelijke sanctie
Bestuursrechtelijke reactie Randvoorwaarden/ Procedure
Taakverdeling
Wanneer toepassen Eerste stap
Niet voldoen aan bevelen is strafbaar op grond van artikel 184 Sr, maximale straf: hechtenis van drie maanden of geldboete tweede categorie (maximaal € 3350). Overtreding van een noodverordening is strafbaar op grond van art. 443 Sr, maximum straf: hechtenis drie maanden of geldboete tweede categorie (maximaal € 3350). Bestuursdwang Tot maatregelen van geweld wordt niet overgegaan dan na de nodige waarschuwing Afwijking van de Grondwet is mogelijk. Bevelen / noodverordeningen / besluit bestuurlijke ophouding: burgemeester Politie voert uit Strafrechtelijke handhaving nadat het bevel / noodverordening / besluit is uitgevaardigd: politie / OM Bestuursdwang nadat het bevel / noodverordening / besluit is uitgevaardigd: politie (art. 172 lid 2 Gemeentewet) Bij oproerige beweging, andere ernstige wanordelijkheden, rampen, zware ongevallen dan wel ernstige vrees daarvoor. Eerste stap bevel / noodverordening / besluit: contact opnemen met de bestuursdienst (openbare orde en veiligheid). Eerste stap strafrecht: staande houden en procesverbaal opmaken. Eerste stap bestuursrecht: een einde maken aan de overtreding van het noodbevel of de noodverordening (bestuursdwang)
27
5.3
Strafrechtelijke maatregelen
Wetboek van Strafrecht: bepalingen betreffende de algemene veiligheid van personen en goederen, de openbare orde of het openbaar gezag. Maatregel Verbod van: straatschenderij / baldadigheid (art. 424), openbare dronkenschap (art. 426), hinderlijk volgen op openbare weg (art. 426bis), burengerucht (art. 431) Strafrechtelijke sanctie Art. 424: geldboete eerste categorie, bij herhaling ook hechtenis van ten hoogste drie dagen Art. 426: hechtenis ten hoogste zes dagen of geldboete eerste categorie, bij herhaling hechtenis ten hoogste twee weken of geldboete tweede categorie Art. 426bis: hechtenis ten hoogste een maand of geldboete tweede categorie Art. 431: geldboete eerste categorie Taakverdeling Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Wanneer toepassen Wanneer toepassen: bij een van de in het eerste Eerste stap vakje genoemde overtredingen Eerste stap: staande houden en proces-verbaal opmaken Artikel 14c Wetboek van Strafrecht: Bijzondere voorwaarden bij voorwaardelijke straf Maatregel Indien een gevangenisstraf wordt opgelegd kan een deel daarvan voorwaardelijk worden opgelegd. Daarbij kunnen bijzondere voorwaarden worden gesteld, het gedrag van de veroordeelde betreffende, waaraan deze gedurende de proeftijd of een bij de veroordeling te bepalen gedeelte daarvan heeft te voldoen Strafrechtelijke sanctie Indien de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet naleeft kan de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gevorderd door het Openbaar Ministerie. Bestuursrechtelijke reactie Randvoorwaarden/ Procedure Een bijzondere voorwaarde kan alleen bij een veroordeling door de rechter worden opgelegd Taakverdeling Voorstel opleggen bijzondere voorwaarde en tenuitvoerlegging indien deze niet wordt nageleefd: OM Opleggen bijzondere voorwaarde en bevel tenuitvoerlegging indien deze niet wordt nageleefd: de rechter Wanneer toepassen Wanneer toepassen: op basis van een rechterlijke Eerste stap veroordeling Eerste stap: bijzondere voorwaarde vorderen Aandachtspunten/ opmerkingen De bijzondere voorwaarden mogen de vrijheid van de veroordeelde om zijn godsdienst of levensovertuiging te belijden en de staatkundige vrijheid niet beperken. Voorbeelden van bijzondere voorwaarden: dat veroordeelde zich (onverwijld) onder toezicht
28
stelt en dat hij gedurende proeftijd onder toezicht en leiding blijft van het Bureau Jeugdzorg en zich gedurende die proeftijd gedraagt naar de door of namens die instelling te geven aanwijzingen, dat veroordeelde zal blijven meewerken aan het tot stand komen van rapportages, op te maken door gedragsdeskundigen/ persoonlijkheidsonderzoek dat veroordeelde op geen enkele wijze contact zal (laten) opnemen met persoon X dat veroordeelde zich op X datum zal melden bij de reclassering en zal deelnemen aan het X programma in combinatie met elektronisch toezicht dat veroordeelde zal deelnemen aan cursus X dat verdachte tot hij kan deelnemen aan project X zelf zorgt voor een dagbesteding dat veroordeelde zich aansluitend aan zijn straf zal melden bij een afkickkliniek dat veroordeelde de schade zal vergoeden aan persoon en/of instelling X dat veroordeelde zich zal houden aan de voorschriften en aanwijzingen door of namens instelling X dat veroordeelde zich na een bepaald uur niet meer op straat mag bevinden Als plaats van detentie kan op grond van artikel 493, derde lid, Strafvordering ook de woning van de veroordeelde worden aangewezen (huisarrest); dit komt bij veroordeelden weinig voor. Als het wordt opgelegd is het belangrijk dat op gezette tijden controle plaatsvindt. Strafrechtelijk straat- of contactverbod Maatregel
Strafrechtelijke sanctie
Bestuursrechtelijke reactie Randvoorwaarden/ Procedure
Taakverdeling Wanneer toepassen Eerste stap Aandachtspunten/ opmerkingen
Verbinden van een straat- of contactverbod als voorwaarde aan opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis of aan voorwaardelijke strafrechtelijke veroordeling Alsnog tenuitvoerlegging van voorlopige hechtenis of voorwaardelijk strafdeel. Dit verbod kan alleen worden opgelegd als voorwaarde bij delicten waar gevangenisstraf op staat, en dus niet bij een taakstraf of transactie (richtlijnen OM). Het strafbare feit moet in verband staan met het Verbod. Politie/ OM Bij gedetineerden: in het vonnis, en bij preventief gehechten: bij schorsing
29
Artikel 47 Wetboek van Strafrecht: Medeplegen van strafbare feiten Maatregel Deelnemers van groepen die regelmatig overlast bezorgen worden allen geverbaliseerd en eventueel vervolgd op grond van medeplegen van strafbare feiten Strafrechtelijke sanctie In het algemeen zal het gaan om overtreding van de APV, maximum straf: hechtenis drie maanden of geldboete tweede categorie (maximaal € 3350) Bestuursrechtelijke reactie Randvoorwaarden/ Procedure Toepassing van dit artikel kan alleen als er door iemand een strafbaar feit wordt gepleegd Voordat wordt geverbaliseerd moet er eerst worden Gewaarschuwd. Taakverdeling Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Wanneer toepassen Bij (ernstige) overlast door groepen Eerste stap Eerste stap: waarschuwen, dan staande houden en verbaliseren Artikel 140 Wetboek van strafrecht: Deelneming aan criminele organisatie Maatregel Aanpak van overlastgevende groepen door middel van tenlastelegging van overtreding van artikel 140 Sr: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven Strafrechtelijke sanctie Maximum straf: zes jaar of geldboete vijfde categorie Taakverdeling Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Wanneer toepassen Bij (ernstige) overlast door criminele groepen Eerste stap Artikel 540 Wetboek van Strafrecht: inverzekeringstelling Maatregel Bij ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit waardoor de openbare orde ernstig is aangetast kan een persoon worden aangehouden en in verzekering worden gesteld Randvoorwaarden/ Procedure Inverzekeringstelling gedurende maximaal twee dagen of zolang het onderzoek van het OM duurt Tegen de verdachte moeten ernstige bezwaren bestaan en er moet groot gevaar zijn voor herhaling of voortzetting van het feit Taakverdeling Strafrechtelijke handhaving: politie / OM Wanneer toepassen Eerste stap Aandachtspunten/ opmerkingen Deze bevoegdheid wordt met grote terughoudendheid, en niet vaak, toegepast
30
5.4.
Overig/ divers
Dader/ slachtoffergesprekken Maatregel
Taakverdeling Wanneer toepassen
Gesprek tussen betrokkenen (overlastgevers, ouders, buurtbewoner(s), buurtregisseur, gespreksleider, politie) om tot een oplossing te komen Meestal op initiatief van politie Bij aanhoudende overlast
Eerste stap Straat- en sociale contracten Maatregel
Taakverdeling
Mediation Maatregel
Randvoorwaarden/ Procedure
Taakverdeling Wanneer toepassen Eerste stap
In overleg met overlastgevers, ouders en andere betrokkenen worden gedragsregels opgesteld (straatcontract). Deze worden door betrokkenen ondertekend (sociaal contract) Straatcontract: samenwerkingsverband van bewoners, jongeren, jongerenwerkers, politie en stadsdeel
Het door partijen zelf (via gesprekken) gezamenlijk oplossen van hun conflicten via bemiddeling door een onafhankelijke derde Bemiddelaar moet onafhankelijk en voor alle partijen aanvaardbaar zijn Begeleiding / bemiddeling: mediator Alleen bij lichtere vormen van overlast
Artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek: Civielrechtelijk straat- of contactverbod Maatregel Door middel van een kort geding / civiele procedure kan een burger die wordt lastig gevallen een straat of contactverbod ten aanzien van één of meer personen afdwingen, op straffe van een dwangsom of zelfs gijzeling Randvoorwaarden/ Procedure Er moet sprake zijn van een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW Verplichte procesvertegenwoordiging voor eiser(es) Taakverdeling Initiatiefnemer: de persoon die wordt lastig gevallen. Deze moet een advocaat inschakelen (verplichte procesvertegenwoordiging) Wanneer toepassen Wanneer toepassen: als iemand structureel wordt Eerste stap lastig gevallen en dit kan aantonen Eerste stap: contact opnemen met een advocaat Huurrecht: huisuitzetting Maatregel
Door middel van een kort geding / civiele procedure kan een woningbouwvereniging de ouders van overlastgevende jongeren aanspreken, de huur eenzijdig opzeggen en ontruimen
31
Randvoorwaarden/ Procedure
Er moet voldaan zijn aan de eisen van het huurrecht voor eenzijdige opzegging van de huurovereenkomst en ontruiming. Er zal heel wat aan de hand moeten zijn om een procedure te winnen.
Taakverdeling Wanneer toepassen Eerste stap
Eiser in de procedure: woningbouwvereniging De ouders moeten eerst schriftelijk worden gemaand iets aan de overlast te doen
Horecaontzegging Maatregel
Strafrechtelijke sanctie
Mogelijkheid om individuele en collectieve horecaontzeggingen op te leggen aan bezoekers die overlast veroorzaken in het uitgaansleven. Bij het opleggen van een collectieve ontzegging wordt aan de overtreder de toegang tot alle aangesloten horeca geweigerd voor een veelal langere periode. Bij overtreding van een toegangsverbod of herhaalde aanmaning tot het verlaten van het horecapand, die de betreffende horecaondernemer die de huisvredebreuk heeft geconstateerd aangifte bij de politie van overtreding van artikel 138 Wetboek van Strafrecht.
32
6.
Nieuwe wettelijke bevoegdheden
6.1 Wet Maatregelen Voetbalvandalisme en ernstige overlast Met de wet MBVEO kan langdurige en ernstige overlast van groepen en "losse" individuen worden aangepakt. De wet is ook toepasbaar op hooligans die bij voetbalwedstrijden of andere evenementen de openbare orde verstoren. De instrumenten vormen een aanvulling op bestaande bevoegdheden van de burgemeester en de officier van justitie ter bestrijding van overlast en verloedering. Deze bestaande instrumenten zijn niet altijd toereikend. Burgemeesters en Officieren van Justitie krijgen met deze wet meer middelen om overlast van groepen in wijken en buurten en rondom voetbalwedstrijden tegen te gaan. Het gaat daarbij om bevoegdheden om preventief in te grijpen. Zo kunnen er straks voor lange duur een gebieds- of objectverbod, een groepsverbod, een meldplicht, een contactverbod en een begeleidingsverplichting opgelegd worden. Ook komt het wetsvoorstel tegemoet aan de behoefte aan een 'voetbalwet' met nieuwe mogelijkheden voor een stadion- of gebiedsverbod en een meldingsplicht ter bestrijding van voetbalvandalisme, ook om uitsupporters uit speelsteden te weren. Bovendien wordt het nu mogelijk maatregelen te nemen tegen personen die bij de ordeverstoringen een leidende rol hebben gespeeld. Verder is het oproepen tot geweld tegen personen en goederen (voorbereidingshandelingen) via bijvoorbeeld sms of internet als een apart strafbaar feit gekwalificeerd. Overzicht en inhoud van de nieuwe bevoegdheden De MBVEO-bevoegdheden van de burgemeester worden opgenomen in de nieuwe artikelen 172a en 172b Gemeentewet. Artikel 172a Gemeentewet regelt het bevel tegen herhaaldelijke ordeverstoorders, terwijl artikel 172b Gemeentewet ziet op bevelen betreffende twaalfminners. Het nemen van deze bevelen kan niet worden gemandateerd. Herhaaldelijke ordeverstoorders (art. 172a Gemeentewet) Doelgroep een bevel kan worden gegeven aan - een persoon - die herhaaldelijk (dus minimaal 2 keer, na de 2e ordeverstoring kan een bevel worden opgelegd) - individueel de openbare orde heeft verstoord, of - groepsgewijs de openbare orde heeft verstoord, of - bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad - en waarbij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde bestaat. Inhoud bevel een bevel kan inhouden - een gebieds- of objectverbod: een bevel zich niet te bevinden in of in de omgeving van een of meer bepaalde objecten binnen de gemeente, en/of een bevel zich niet te bevinden in een of meer bepaalde delen van de gemeente - een groepsverbod: een bevel zich niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een voor het publiek toegankelijke plaats zonder redelijk doel met meer dan drie andere personen in groepsverband op te houden een meldingsplicht: een bevel zich op bepaalde tijdstippen te melden op bepaalde plaatsen, al dan niet in een andere gemeente, waarbij een bevel zich te melden in een andere gemeente (intergemeentelijke meldingsplicht) slechts wordt gegeven in overeenstemming met de burgemeester van die andere gemeente (deze overeenstemming is vereist omdat daarbij de medewerking van de politie in die andere gemeente vereist is). De meldingsplicht kan worden opgelegd als zelfstandige maatregel of in combinatie met een gebiedsverbod of groepsverbod, ter versterking daarvan. Duur bevel: Het bevel geldt voor een door de burgemeester vast te stellen periode van ten hoogste drie maanden. Het bevel kan ten hoogste driemaal worden verlengd met maximaal 3 maanden.
33
Wijziging/intrekking/ontheffing van bevelen: Er is een bepaling opgenomen over wijziging of intrekking van de bevelen bij nieuwe feiten en omstandigheden en over de mogelijkheid van het verlenen van een tijdelijk ontheffing (al dan niet met voorschriften). Rechtsbescherming tegen een bevel: Het bevel is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen de normale bestuursrechtelijke rechtsmiddelen van bezwaar en beroep kunnen worden ingesteld. Handhaving van het bevel: Het bevel kan strafrechtelijk worden gehandhaafd. Opzettelijk handelen in strijd met een bevel is een misdrijf dat op grond van artikel 184 Sr wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Nader t.a.v. de doelgroep: Niet vereist is dat de ordeverstoorder woonachtig is in de gemeente waarvan de burgemeester hem een bevel oplegt, doorslaggevend is alleen of sprake is van ernstige vrees dat hij in die betreffende gemeente de orde zal gaan verstoren. Zo kunnen bijvoorbeeld ook bezoekende supporters een bevel krijgen. Over het begrip “herhaaldelijk ordeverstorend gedrag”. Om te kunnen spreken van herhaaldelijk ordeverstorend gedrag is het niet per se noodzakelijk dat de eerdere openbare orde-verstoringen telkens in dezelfde gemeente hebben plaatsgehad. Ordeverstorend gedrag in meerdere gemeenten kan ook wijzen op een patroon van herhaling. De burgemeester van een gemeente kan aldus ook aan personen, die meerdere malen de openbare orde in andere gemeenten hebben verstoord, een bevel opleggen, als er maar ernstige vrees bestaat dat die personen hun ordeverstorende gedragingen in zijn eigen gemeente zullen voortzetten. Over het begrip “ernstige vrees”. Dit vereist dat er duidelijke aanwijzingen moeten zijn dat de ordeverstoorder zijn ordeverstorend gedrag zal voortzetten als niet wordt ingegrepen. De aanwijzingen kunnen worden afgeleid uit het gedrag van de ordeverstoorder in de afgelopen periode. Als een persoon zich bij voortduring schuldig heeft gemaakt aan het verstoren van de openbare orde en uit zijn of haar dossier blijkt dat die persoon al meermalen is aangesproken op zijn of haar gedrag, dan zou daaruit ernstige vrees kunnen worden afgeleid dat die persoon zijn of haar ordeverstorend gedrag niet op eigen initiatief of met ‘zachte’ drang zal stoppen. Over het begrip “verstoring van de openbare orde”. Bij het begrip “verstoring van de openbare orde” moet blijkens de Kamerstukken6 aan het volgende gedacht worden. Een strikte, wettelijke definitie van het begrip «verstoring van de openbare orde» is niet te geven. De vraag of er sprake is van een verstoring van de openbare orde, moet worden beantwoord aan de hand van het normale spraakgebruik, met inachtneming van de specifieke omstandigheden van het geval. Wil van een dergelijke verstoring kunnen worden gesproken, dan zal het volgens de jurisprudentie moeten gaan om een verstoring van enige betekenis van de normale gang van zaken in of aan de desbetreffende openbare ruimte. Dikwijls zal het daarbij gaan om strafbare feiten, variërend van overtreding van voorschriften uit de APV (het zonder redelijk doel rondhangen bij gebouwen of portieken en het betreden van plantsoenen worden in de memorie van toelichting als voorbeelden genoemd) tot misdrijven zoals vernieling van auto’s of bushokjes. Ook gedragingen die op zichzelf niet als strafbaar feit zijn gekwalificeerd, kunnen onder omstandigheden worden aangemerkt als ordeverstorende gedragingen. Intimiderend groepsgedrag in de vorm van joelen, najouwen of bespugen van voorbijgangers is hiervan een voorbeeld. Het «intimiderend overkomen» dat in de memorie van toelichting als voorbeeld van een ordeverstorende gedraging wordt genoemd, moet in vorenbedoelde, geobjectiveerde zin worden verstaan. In de “Handreiking Wet MBVEO” van het ministerie van BZK worden de volgende voorbeelden genoemd: 6
Kamerstukken II 2008/2009, 31467 nr. 7, Nota naar aanleiding van het verslag, p. 4.
34
- het hinderlijk en zonder redelijk doel rondhangen bij een voetbalstadion; - joelen; - naroepen; - bespugen; - intimiderend overkomen; - wildplassen; - plakken en kladden; - hinderlijk drankgebruik; - vernieling van goederen; - ingooien van ruiten; - graffiti; - openbare dronkenschap; - schelden; - aanhoudende vernielingen. Nader t.a.v. de inhoud van het bevel: De bevoegdheid van de burgemeester is logischerwijs territoriaal begrensd en daarmee beperkt tot het gemeentelijk grondgebied. De burgemeester kan dus bijvoorbeeld een gebiedsverbod opleggen voor (delen van) het grondgebied van de eigen gemeente. T.a.v. de meldingsplicht geldt wel dat iemand ook mag worden verplicht zich te melden in een andere gemeente, bijvoorbeeld zijn eigen woonplaats. Twaalfminners (art. 172b Gemeentewet) Doelgroep een bevel kan worden gegeven aan: - een persoon - die het gezag uitoefent over een minderjarige die - herhaaldelijk groepsgewijs de openbare orde heeft verstoord, en - de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt - en waarbij ernstige vrees bestaat voor verdere verstoring van de openbare orde. Inhoud bevel een bevel kan inhouden: - Een gebieds- of objectverbod / begeleidingsplicht: Dit is een bevel zorg te dragen dat de minderjarige zich niet bevindt in of in de omgeving van een of meer bepaalde objecten binnen de gemeente, dan wel in een of meer bepaalde delen van de gemeente, tenzij de minderjarige wordt begeleid door een persoon die het gezag over hem uitoefent of door een andere meerderjarige die door de burgemeester is aangewezen ter begeleiding van de minderjarige. - Avondklok / begeleidingsplicht: Dit is een bevel zorg te dragen dat de minderjarige zich op bepaalde dagen gedurende een aangegeven tijdvak tussen 8 uur s’ avonds en 6 uur s’ ochtends niet bevindt op voor het publiek toegankelijke plaatsen, tenzij de minderjarige wordt begeleid door een persoon die het gezag over hem uitoefent of door een andere meerderjarige die door de burgemeester is aangewezen ter begeleiding van de minderjarige. Duur bevel: Het bevel geldt voor een door de burgemeester vast te stellen periode van ten hoogste drie maanden en kan niet verlengd worden. Aanwijzen andere minderjarigen: De burgemeester kan ten hoogste twee andere meerderjarigen naast de persoon of personen die het gezag uitoefenen over een minderjarige aanwijzen ter begeleiding van de minderjarige. Wijziging/intrekking/ontheffing van bevelen: Voor ontheffing en nieuwe feiten en omstandigheden geldt dezelfde regeling als bij herhaalde ordeverstoorders.
35
Officier van justitie De MBVEO-bevoegdheden van de officier van justitie worden opgenomen in artikel 141a Wetboek van Strafrecht (strafbaarstelling opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van geweld) en in artikel 509hh Wetboek van Strafvordering (gedragsaanwijzingen). Mogelijk zijn de volgende gedragsaanwijzingen: gebiedsverbod, contactverbod, meldingsplicht, begeleidingsplicht hulpverlening. Doelgroep: een gedragsaanwijzing kan worden gegeven aan - een verdachte tegen wie ernstige bezwaren bestaan (dus een hogere graad van verdenking) - in geval van verdenking van een strafbaar feit - waardoor de openbare orde, gelet op de aard van het strafbare feit of de samenhang met andere strafbare feiten, dan wel de wijze waarop het strafbare feit is gepleegd, ernstig is verstoord en waarbij grote vrees voor herhaling bestaat, dan wel - in verband waarmee vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens personen, dan wel - in verband waarmee vrees bestaat voor gedrag van de verdachte dat herhaald gevaar voor goederen oplevert. Inhoud gedragsaanwijzing: een gedragsaanwijzing kan inhouden dat de verdachte wordt bevolen: - zich niet op te houden in een bepaald gebied (gebiedsverbod) - zich te onthouden van contact met een bepaalde persoon of bepaalde personen (contactverbod) - zich op bepaalde tijdstippen te melden bij de daartoe aangewezen opsporingsambtenaar (meldingsplicht, deze kan als zelfstandige maatregel of tezamen met een straat- of gebiedsverbod of een contactverbod worden opgelegd) - zich te doen begeleiden bij hulpverlening die van invloed kan zijn op het plegen van strafbare feiten door de verdachte (daarbij gaat het niet om het starten van behandelingen maar om het bevestigen van lopende contacten met hulpverleners). Duur gedragsaanwijzing: een gedragsaanwijzing kan maximaal 90 dagen van kracht blijven, dan wel tot dat het ter zake van het strafbare feite gewezen vonnis onherroepelijk is geworden. Wordt niet tijdig een onherroepelijk vonnis verkregen dan kan de gedragsaanwijzing maximaal drie keer worden verlengd met een periode van maximaal 90 dagen. Verlenging is niet mogelijk indien tegen de verdachte geen vervolging is ingesteld. De rechter voor wie de verdachte gedagvaard is te verschijnen, kan de gedragsaanwijzing wijzigen of opheffen. Rechtsbescherming: De verdachte kan tegen een gedragsaanwijzing in beroep gaan bij de rechtbank. Samenloopregeling burgemeester – officier van justitie en afstemming Er geldt een samenloopregeling in het geval de officier van justitie en de burgemeester een gebiedsverbod (en in geval van de burgemeester kan dit ook een groepsverbod zijn) willen opleggen aan een betrokkene voor hetzelfde gebied. Als de officier van justitie een persoon een gedragsaanwijzing inhoudende een gebiedsverbod heeft gegeven voor een bepaald gebied, geeft de burgemeester geen gebieds- of groepsverbod voor hetzelfde gebied aan die persoon. Dus strafrecht gaat voor. Wel kan de burgemeester een gebieds- of groepsverbod opleggen voor een ander deel van de gemeente, b.v. indien de ordeverstoorder zijn overlastgevende activiteiten heeft verplaatst. Het voorgaande betekent dat, voorafgaand aan de inzet van deze bevoegdheden in een concrete casus, afstemming dient plaats te vinden tussen burgemeester en officier van justitie, in de lokale driehoek dan wel ad hoc. Karakter en werkingssfeer en van de nieuwe bevoegdheden De in het wetsvoorstel voorgestelde bevoegdheden zijn bedoeld om een belangrijke en noodzakelijke bijdrage te leveren aan de voorkoming dan wel beperking van voetbalvandalisme, ernstige overlast door groepen en individuen en ernstig belastend gedrag jegens personen en goederen. Het betreft gedragingen die veelal – maar niet altijd – strafbaar zijn, elk op zich wellicht niet altijd even ernstig zijn, maar die door hun voortduring of herhaling de openbare orde ernstig verstoren. Daarnaast is de
36
bevoegdheid van de officier van justitie ook bedoeld als reactie op een strafbaar feit dat naar zijn aard, dan wel vanwege de wijze waarop het is begaan, op zichzelf reeds de openbare orde ernstig verstoort. Telkens heeft de toepassing van de bevoegdheid ten doel herhaling van het gedrag te voorkomen en zo de ernstige verstoring van de openbare orde te beëindigen. Daarbij strekt de bevoegdheid van de burgemeester er, gelet op zijn wettelijke taak, toe de openbare orde ter plaatse te herstellen. Deze bevoegdheid heeft daarmee een situationeel karakter, ook al is zij gericht op individuen. De maatregel van de burgemeester is van preventieve aard. De bevoegdheid moet verder worden beschouwd als het sluitstuk van het reguliere instrumentarium dat de burgemeester ter handhaving van de openbare orde ter beschikking staat. Deze nieuwe bevoegdheid kan worden ingezet om een eind te maken aan een patroon van ernstige overlast door groepen of individuen, waaronder overlast door voetbalvandalen. Het is echter niet bedoeld – en niet geschikt – om in te zetten op het moment waarop zich daadwerkelijk voetbalrellen of andere ongeregeldheden voordoen. De bevoegdheid kan ook worden ingezet als de openbare orde verstoord is zonder dat sprake is van strafbare feiten. De bevoegdheid van de officier van justitie strekt tot strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde door de betrokken persoon te beletten nieuwe strafbare feiten te plegen. Deze bevoegdheid heeft daarmee een persoonsgericht karakter en is – eveneens – preventief van aard. De gedragsaanwijzing heeft daarbij een voorlopig karakter, vooruitlopend op de berechting van de verdachte. Zij maakt direct ingrijpen mogelijk zonder onherroepelijke strafrechtelijke afdoening af te hoeven wachten. Onmiddellijk ingrijpen kan noodzakelijk zijn indien hooligans zich tijdens voetbalwedstrijden (bij herhaling) schuldig maken aan bijvoorbeeld (vormen van) fysiek geweld, verzet tegen politieambtenaren of veiligheidsdiensten, bedreiging, discriminerend gedrag als bijvoorbeeld racistische spreekkoren, wapendelicten of ernstige vormen van verbale agressie. Door middel van het opleggen van een gedragsaanwijzing kan justitie direct en voorafgaand aan de terechtzitting, herhaling van strafbare feiten voorkomen en kunnen hooligans worden weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. De bevoegdheid van de officier van justitie is tot slot ook bedoeld als reactie op een strafbaar feit waarbij de vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens personen waarbij gedacht kan worden aan een verdachte die het slachtoffer of een getuige lastigvalt, alsmede als reactie op een strafbaar feit waarbij herhaald gevaar voor goederen bestaat, zoals hooligans die voortdurend vernielingen plegen. Daarnaast maakt artikel 141a Sr het mogelijk dat het openbaar ministerie een opsporingsonderzoek kan starten tegen personen die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van geweld tegen personen of goederen. Communicatievormen als sms en telefoongesprekken welke inlichtingen verschaffen tot het plegen van geweld worden hierdoor strafbaar gesteld. Hiermee wordt opsporing van voorbereidingshandelingen al in een vroeg stadium mogelijk en kan de persoon die de voorbereidingshandelingen heeft gepleegd, strafrechtelijk worden vervolgd. Verhouding tot bestaande bevoegdheden: Noodrecht De bevoegdheid van de burgemeester is zoals gezegd niet bedoeld – en niet geschikt – om in te zetten ter beëindiging van daadwerkelijke voetbalrellen of andere ongeregeldheden of bij een acute dreiging daarvan. Daarvoor kunnen de bestaande instrumenten noodverordening en noodbevel worden ingezet. Deze zijn geschikt om ordeverstoringen in acute situaties tegen te gaan. Gebiedsverboden ex 172 lid 3 Gemeentewet of de APV Op grond van artikel 172 lid 3 Gemeentewet en/of de gemeentelijke APV’s is het ook nu al mogelijk om gebiedsverboden op te leggen aan ordeverstoorders. Deze mogen echter, gelet op het vereiste van proportionaliteit, geen al te lange duur hebben. De nieuwe bevelsbevoegdheid van de burgemeester maakt langere gebiedsverboden mogelijk (maximaal drie maanden, verlenging met drie maal drie maanden tot maximaal een jaar). Deze kunnen versterkt worden met een meldingsplicht. Samenscholingsverbod In APV’s zijn veelal samenscholingsverboden opgenomen. Ten aanzien van die samenscholingsverboden staat echter niet vast dat in alle gevallen, namelijk ook indien er op enig moment geen sprake is van een verstoring van de openbare orde, vroegtijdig personen uit een groep
37
kunnen worden geweerd van wie op basis van dossiervorming bekend is dat zij structureel overlast veroorzaken dan wel daarbij een leidende rol vervullen. Dit kan wel met de nieuwe bevoegdheden. Juist het voorkomen van groepsvorming (onder leiding van ‘trekkers’) is één van de uitgangspunten van het wetsvoorstel, waartoe de mogelijkheid van het opleggen van een groepsverbod in het leven is geroepen. Evaluatie en monitoring De werking van de wet wordt na twee jaar geëvalueerd. Tussentijds zal periodiek worden gemonitord. Vooruitblik wijziging Drank- en Horecawet Ten aanzien van de wijziging van de Drank- en Horecawet krijgen gemeenten straks meer mogelijkheden om op lokaal niveau beter invulling te geven aan het alcoholbeleid, vooral om overmatig alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan. De bestaande gemeentelijke bevoegdheden om toegangsleeftijden voor de horeca te stellen worden uitgebreid. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om een toegangsleeftijd te koppelen aan de sluitingstijd. In dit wetsvoorstel stelt de regering ook voor om jongeren onder de 16 jaar die alcoholhoudende drank aanwezig hebben op de openbare weg strafbaar te stellen. Deze landelijke strafbepaling heeft een tweeledig doel. Enerzijds is het een ordemaatregel, waarmee overlastgevende jongeren op straat kunnen worden aangepakt. Anderzijds is het een beschermingsmaatregel, waarmee het alcoholmisbruik onder jongeren wordt tegengegaan.
38
7.
Bestuursrechtelijke handhaving
In de aanpak van overlast en overlastgevende groepen wordt, zeker bij overtredingen van de APV, tot op heden vaak gekozen voor een strafrechtelijke aanpak. Een andere mogelijkheid is bestuursrechtelijke handhaving. Die mogelijkheid is bij veel mensen nog niet zo bekend. Er is een belangrijk verschil tussen het strafrecht en het bestuursrecht. Bij handhaving op grond van het strafrecht wordt een straf opgelegd. Bij handhaving op grond van het bestuursrecht wordt een overtreding van een wettelijk voorschrift ongedaan gemaakt. Het zijn zogenaamde reparatoire of herstelsancties. Er zijn – op dit moment – drie maatregelen mogelijk: bestuursdwang, last onder dwangsom en de bestuurlijke boete. Zij kunnen worden toegepast naast het strafrecht. Het is dus mogelijk om zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk op te treden tegen een bepaalde overtreding. Bij bestuursdwang gaat het om een opdracht aan degene die de overtreding begaat om de overtreding ongedaan te maken. Als hij dat niet zelf doet, dan kan het bestuursorgaan of de politie de overtreding ongedaan maken. Bij een last onder dwangsom gaat het om een opdracht aan degene die de overtreding begaat om daarmee op te houden of om de overtreding niet nogmaals te begaan, op straffe van een dwangsom. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de bestuursrechtelijke mogelijkheden. Bevoegdheid De bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen of een last onder dwangsom op te leggen moet altijd wettelijk zijn geregeld. De bevoegdheid van het gemeentebestuur is geregeld in art. 125 Gemeentewet. In openbare ordezaken is de burgemeester bevoegd. De openbare orde is, voor zover hier van belang, geregeld in de Gemeentewet (art. 172 e.v.) en in hoofdstuk 2 van de APV. De burgemeester kan bepaalde bevoegdheden uit de Gemeentewet mandateren aan politieambtenaren of hen machtigen om andere handelingen te verrichten op grond van art. 177 Gemeentewet. Hij kan en zal dit alleen doen indien het gaat om niet al te ingrijpende bevoegdheden of handelingen. Machtiging van handelingen of mandatering van besluiten tot het geven van noodbevelen of het uitvaardigen van noodverordeningen, besluiten tot bestuurlijke ophouding en handhaving van de openbare orde op grond van artikel 172 Gemeentewet is niet mogelijk. Ook sommige bevoegdheden van de burgemeester op grond van hoofdstuk 2 van de APV kunnen door hem worden gemandateerd, en wel aan ambtenaren (bijvoorbeeld bijzondere opsporingsambtenaren (zogenaamde BOA’s)), aan politiefunctionarissen of aan de voorzitters van de stadsdelen. In zaken die niet in hoofdstuk 2 van de APV staan (zie het formulier “overige verboden i.v.m. de openbare orde”) zijn de dagelijkse besturen van de stadsdelen bevoegd. In artikel 1.9 van de APV is geregeld dat de dagelijkse besturen hun bevoegdheden op grond van de APV kunnen mandateren aan ambtenaren en aan politiefunctionarissen. Het uitoefenen van de bestuursdwangbevoegdheid en de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom door anderen dan de burgemeester of de dagelijkse besturen van de stadsdelen kan alleen als er een schriftelijk mandaatbesluit is. Dit moet dus altijd worden nagegaan. Bestuursdwang Bestuursdwang is: het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan, gehouden of nagelaten (art. 5:21 Awb). Op grond van art. 172 lid 2 van de Gemeentewet kan de politie onder gezag en verantwoordelijkheid van de burgemeester overtredingen van wettelijke voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde ongedaan maken. Er zijn situaties waarin, vanwege de openbare orde, onmiddellijk moet worden opgetreden (bijvoorbeeld wanneer opgetreden wordt tegen overtreding van het samenscholingsverbod). In zo’n geval gelden geen formele eisen; er hoeft geen schriftelijk besluit te worden genomen. In minder urgente situaties moet wel een schriftelijk bestuursdwangbesluit worden genomen, in principe vóórdat de bestuursdwang kan worden uitgevoerd. Bovendien moet aan een aantal andere eisen worden voldaan. Zo moet de overtreder, vóórdat het besluit wordt genomen, in de gelegenheid worden gesteld om, mondeling of schriftelijk, zijn zienswijze naar voren te brengen en zal in het besluit een zogenaamde begunstigingstermijn moeten worden opgenomen: een termijn waarbinnen hij de overtreding ongedaan kan maken zonder dat bestuursdwang wordt toegepast. De hiervoor beschreven procedure kan heel goed worden toegepast als iemand zonder bouwvergunning een dakkapel heeft gebouwd – dan zal hij binnen een bepaalde termijn de dakkapel
39
moeten verwijderen – maar niet wanneer sprake is van, bijvoorbeeld, het hinderlijk rondhangen in een portiek. In zo’n situatie heeft het geen enkele zin om eerst een besluit te gaan schrijven. Dat hoeft ook niet. Indien de situatie dermate spoedeisend is dat het bestuursorgaan de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen, moet dat alsnog daarna zo spoedig mogelijk gebeuren. Er kan dus gewoon worden opgetreden en het besluit komt later (maar wel zo snel mogelijk). Dat besluit moet alsnog aan de overtreder worden toegezonden. Indien het toepassen van bestuursdwang kosten met zich mee heeft gebracht, dan kunnen deze op de overtreder worden verhaald. Dat moet dan wel in het besluit worden opgenomen. Tegen zo’n besluit kan bezwaar en beroep worden ingesteld en dat moet dus ook onder aan het besluit worden vermeld. In sommige gevallen ligt bestuursdwang minder voor de hand. Bijvoorbeeld: als een persoon op straat harddrugs gebruikt (dat is in strijd met art. 2.2 APV), dan zal de politie in vrijwel alle gevallen strafrechtelijk willen optreden en de drugs strafrechtelijk in beslag nemen. Daarom is de mogelijkheid van bestuursdwang in dat geval niet opgenomen in het formulier. Indien een bestuursdwangbesluit moet worden opgesteld is het verstandig contact op te nemen met de afdeling Juridische Zaken van de organisatie waar u werkt. Last onder dwangsom Een last onder dwangsom strekt ertoe een overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding dan wel herhaling daarvan te voorkomen. De overtreder wordt gewaarschuwd dat hij, als hij de overtreding niet binnen een bepaalde termijn beëindigt of de overtreding opnieuw begaat, een dwangsom verbeurt. In spoedsituaties ligt het niet voor de hand om voor een last onder dwangsom te kiezen omdat het bestuursorgaan niet zelf tot beëindiging van de overtreding kan overgaan. Het is niet mogelijk om ten aanzien van dezelfde overtreding ook bestuursdwang toe te passen. Het is wel mogelijk om eerst, met toepassing van bestuursdwang, de overtreding ongedaan te maken en daarna een last onder dwangsom uit te vaardigen om nieuwe overtredingen te voorkomen (een zogenaamde preventieve last onder dwangsom). Dat zal bij de overtredingen als bedoeld in deze toolkit meestal de te volgen weg zijn. Er moet dan, volgens de jurisprudentie, wel sprake zijn van een “klaarblijkelijk gevaar” of “gegronde vrees” voor nieuwe overtredingen. Omdat bij het opleggen van een last onder dwangsom in het algemeen geen sprake is van een spoedeisende situatie moeten de formele eisen uit de Algemene wet bestuursrecht wel in acht worden genomen. Dat betekent dat van tevoren een schriftelijk besluit moet worden genomen en dat de betrokkene, voordat het besluit wordt genomen, de gelegenheid moet krijgen om zijn zienswijze te geven. Vaak wordt een voornemen om een last onder dwangsom op te leggen per brief aan de betrokkene meegedeeld waarbij een termijn van bijvoorbeeld twee weken wordt gegeven om, schriftelijk of mondeling, zijn zienswijze te geven. Er is geen vaste termijn; de termijn moet redelijk zijn. Als er haast geboden is, dan kan een kortere termijn worden geboden. Zelfs een paar uur is mogelijk, mits kan worden uitgelegd waarom dit nodig is. Het besluit tot het opleggen van een dwangsom moet goed worden gemotiveerd. Als het gaat om het ongedaan maken van een overtreding – maar dat zal zich bij overtreding van de APV, zoals gezegd, niet vaak voordoen – dan moet er een begunstigingstermijn in staan: een termijn waarbinnen de overtreding ongedaan kan worden gemaakt zonder dat een dwangsom wordt verbeurd. De hoogte van de dwangsom moet redelijk zijn, gezien de ernst van de overtreding. Er zijn geen vaste bedragen maar het is natuurlijk verstandig om daar, in ieder geval binnen uw organisatie en mogelijk in breder verband, afspraken over te maken. Er kan een dwangsom ineens worden opgelegd, of een dwangsom per overtreding. Wanneer de aangeschrevene niet aan de last voldoet, dan verbeurt hij de dwangsom. Er kan dan een verzoek tot betaling worden gedaan (met of zonder acceptgiro) en als er niet wordt betaald, kan een dwangbevel worden uitgevaardigd. Als dan nog niet wordt betaald, kan de deurwaarder invorderen, bijvoorbeeld door beslag te leggen op goederen of inkomsten. LET OP: de verjaringstermijn voor het invorderen van dwangsommen is zes maanden na de dag waarop een dwangsom verbeurd is. Als er niet betaald wordt moet dus steeds binnen zes maanden een aanmaning worden gestuurd, of een dwangbevel worden uitgevaardigd, en daarna tot invorderingsmaatregelen worden overgegaan. Na het versturen van een aanmaning, het uitvaardigen van een dwangbevel of bijvoorbeeld het leggen van beslag gaat een nieuwe termijn van zes maanden
40
lopen. Als er meerdere dwangsommen zijn verbeurd, bijvoorbeeld omdat een overtreding een aantal keer is herhaald, dan gaat per dwangsom een verjaringstermijn lopen. Tegen een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom kan bezwaar en beroep worden ingesteld. Dit moet dus ook onderaan het besluit worden vermeld. Ook kan een voorlopige voorziening worden gevraagd om onmiddellijke betaling te voorkomen. Tegen een uitgevaardigd dwangbevel kan verzet worden ingesteld. Indien een last onder dwangsom moet worden opgesteld is het verstandig contact op te nemen met de afdeling Juridische Zaken van de organisatie waar u werkt. Bestuurlijke boete De gemeenten hebben door de introductie van de bestuurlijke boete in de Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (de artikelen 154b tot en met 154n van de Gemeentewet) een zelfstandige bevoegdheid gekregen om op te treden tegen veel voorkomende en overlastveroorzakende overtredingen in de openbare ruimte. Gemeenten zijn overigens niet verplicht van deze mogelijkheid gebruik te maken. Zij kunnen er ook voor kiezen de handhaving aan politie en openbaar ministerie over te aten, dan wel – in de toekomst – kiezen voor de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking op grond van de Wet OM-afdoening. De Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (BBOOR) geeft gemeenten een zelfstandige bevoegdheid om op te kunnen treden tegen veel voorkomende en overlastveroorzakende, lichte overtredingen van de APV en de afvalstoffenverordening (Asv). De bestuurlijke boete geldt voor de gehele APV minus een beperkt aantal APV overtredingen. De feiten die zijn uitgezonderd staan in artikel 2 van het Besluit Bestuurlijke Boete overlast in de openbare ruimte (BBOOR), de zogeheten ‘negatieve lijst’ (zie bijlage). Uitgezonderd zijn zwaardere, gevaarzettende gedragingen en overtredingen die onderdeel uitmaken van de ordehandhavingsbevoegdheden van de politie (samenscholingen, ongeregeldheden, betogingen en demonstraties). Hetzelfde geldt voor gedragingen die sterk aan het strafrecht zijn gerelateerd, zoals handel in drugs, heling en het meevoeren van inbrekerswerktuigen of steekwapens.
Bestuurlijke strafbeschikking Begin 2009 hebben de vier grootste gemeenten in ons land - de G4: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht - een nieuwe mogelijkheid in handen gekregen in de strijd tegen overlast: de bestuurlijke strafbeschikking overlast. Dit nieuwe instrument komt in de plaats van de zgn. transactie die opsporingsambtenaren in geval van overlast kunnen uitschrijven. Met dit instrument kunnen de G4 zelf handhavend optreden tegen vormen van overlast als wildplassen, loslopende honden, illegale horecaterrassen en huisvuilzakken die buiten de reguliere tijdstippen op straat worden gezet. De G4 kunnen ook zelf bepalen aan welke vormen van overlast zij bij het opleggen van strafbeschikkingen prioriteit willen geven. In 2010 zullen ook de overige gemeenten bestuurlijke strafbeschikkingen tegen overlast kunnen uitschrijven. De inning van opgelegde boetes gaat via het Centraal Justitieel Incassobureau, waarmee voor een zeer efficiënte inningsmethode is gekozen. De bestuurlijke strafbeschikking wordt ingevoerd om beter te kunnen handhaven op een schone en veilige openbare ruimte. Daarmee hoopt de gemeente op een positief effect op de veiligheidsbeleving van burgers. De bestuurlijke strafbeschikking is geregeld in art. 257ba Sv. Daarin is de bevoegdheid om een bestuurlijke strafbeschikking uit te vaardigen toegekend aan de bij AMvB aan te wijzen personen of lichamen die met een publieke taak zijn belast. Bestuurlijke strafbeschikkingen kunnen worden uitgevaardigd te zake van (globaal gesproken) dezelfde overtredingen van de APV die ook bestuursrechtelijk kunnen worden afgedaan. Echter: het is wel een kwestie van kiezen: óf de gemeente kiest ervoor om deze overtredingen af te doen door middel van de bestuurlijke strafbeschikking, óf de gemeente kiest ervoor deze overtredingen af te doen door middel van de bestuurlijke boete. Voor de bestuurlijke strafbeschikking geldt (dus) hetzelfde feitenbereik als voor de bestuurlijke boete: globaal gesproken het feitenbereik op grond van de ‘Wet overlast in de openbare ruimte’. Daartoe is in de daarop gebaseerde AMvB een zogenaamde positieve lijst opgesteld, die later nog kan worden aangevuld. Meer over de bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking is te vinden op: http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/dossiers/bestuurlijk handhaven/bestuurlijke+boete/Juridische+kanten+van+het+proces+van+bsb+en+bb.pdf http://www.hetccv.nl/binaries/content/assets/ccv/secondant/2009/Secondant_dec_2009_Gemeentena
41
anzet.pdf Verschillen bestuurlijke boete en strafbeschikking Aspect
Boete
Strafbeschikking
Gezagsverhouding
OM op afstand; gemeente zelf verantwoordelijk (wel overleg, onder andere ‘driehoek’)
Wijze van uitreiking beschikking
Binnen 8 weken na constatering: gedagtekende beschikking toegezonden aan opgegeven verblijfplaats (of – in geval van onbestelbaar – GBAadres) Bezwaar en beroep (gemeentelijke commissie respectievelijk Kantonrechter)
OM (soms) iets meer direct betrokken. Voorts toezicht OM onder andere door middel van ‘richtlijnen’ College v. PG’s Uitreiking in persoon of afschrift naar GBAadres (of andere opgegeven woon- of verblijfplaats) zo spoedig mogelijk
Rechtsmiddel:
Termijn
Termijn voor bezwaar of beroepschrift: 6 weken (art. 6:7 Awb)
Termijn behandeling bezwaar of beroep respectievelijk verzet
Binnen 6 weken na zekerheidsstelling
Zekerheidsstelling (bij bezwaar/beroep respectievelijk verzet) Hoger beroep
Wel
Behandeling in beroep, respectievelijk na verzet
Hoger beroep mogelijk bij Gerechtshof Leeuwarden in geval van boete hoger dan €70,Indien de bestuurlijke boete na een eventueel. bezwaarschrift niet wordt ingetrokken: procedure voor de Kantonrechter (in de hoedanigheid van bestuursrechter). De
Verzet (bij OM, dat het verzet vervolgens aanhangig maakt bij de Kantonrechter als hij niet zelf de beschikking intrekt of wijzigt Termijn voor verzet: in beginsel binnen twee weken nadat de beschikking de bestrafte bekend is geworden, maar uiterlijk 6 weken na toezending Zo spoedig mogelijk na het verzet (oproepingstermijn: minimaal 10 dagen tussen het oproepen ter zitting en de dag waarop het verzet op de terechtzitting wordt behandeld) niet Regulier hoger beroep en cassatie mogelijk (na veroordeling na verzet)
Indien het OM na verzet de strafbeschikking niet intrekt (of wijzigt): procedure voor de Kantonrechter (als strafrechter) conform de gewone procedure van titel XI, XII, XIII Boek 2
42
De termijn waarbinnen de tenuitvoerlegging plaatsvindt
De feitelijke inning van de boetes Wijze van executie
kantonrechter beoordeelt in beroep vooral de totstandkoming en (tegenwoordig ook ‘inhoudelijk’) de hoogte van de boete aan de hand van de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur Boete te betalen binnen 6 weken na het onherroepelijk worden van de beschikking
Door het gemeentebestuur Conform de wettelijke bepalingen inzake de invordering van gemeentelijke belastingen (maar geen kwijtschelding bij onvermogen; voorts: verjaring invorderingsbevoegdhei d na twee jaar)
Vergoeding kosten gemeente
Alle opbrengsten (boetes) voor gemeente
Strafblad (aantekening in de Justitiële Registers) Normenstelsel
Geen aantekening strafblad Gemeentewet (op grond van de Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte) en de Awb
Wetboek van Strafvordering
Binnen 14 dagen na toezending van de beschikking. (Het is mogelijk dat de bestrafte door het begin van de tenuitvoerlegging. voor het eerst op de hoogte raakt van de bestuurlijke strafbeschikking. Hij kan dan binnen 14 dagen in verzet gaan. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging Door het CJIB Na aanmaning (en eventueel. verhoging van het te betalen bedrag) kan de bestrafte met machtiging van de Kantonrechter gedurende een week worden gegijzeld (komt niet in de plaats van de sanctie) en eventueel alsnog worden gedagvaard. Voorts: de ‘normale’ verhaalsmogelijkheden Vergoeding conform vergoedingsregeling (respectievelijk €40,voor overlastfeiten en €25,- voor Mulderfeiten) Soms wel (boete boven de €100,-). Wetboek van Strafvordering
43
8.
Praktijkvoorbeelden
Op de volgende bladzijden treft u een vijftal praktijkvoorbeelden aan, grofweg oplopend naar ernst van de situatie. Telkens staat een situatie beschreven en het instrumentarium dat op dat moment ter beschikking staat om het probleem aan te pakken. Op dit instrumentarium kunt u terugvallen wanneer reeds getroffen maatregelen niet of onvoldoende werken. Welke ‘andere’ maatregelen dat kunnen zijn staat eveneens beschreven bij de praktijkvoorbeelden, namelijk in de kolom ‘Wat te doen?’. Waarbij de kern van de boodschap is dat een goed functionerende keten van buurtprofessionals en een goede preventieve aanpak essentieel zijn bij de aanpak van overlast. Daarmee kunt u in veel gevallen voorkomen dat de boel uit de hand loopt. Wanneer dat laatste toch gebeurt dan kunt u terugvallen op de mogelijkheden genoemd in deze toolkit.
44
Situatie: burgers klagen over hangjongeren Situatieschets: Burgers klagen over een groepje hangjongeren. Volgens de politie gaat het meer om baldadigheid. Het is heel erg onrustig in de buurt. Welke maatregelen kunnen we als partners treffen richting bewoners en welke richting de jongeren zelf? Wat te doen? Maak een beschrijving (sociale kaart) van de buurt, wie zijn je partners in dit specifieke gebied? Inventariseer als samenwerkingspartners het probleem: • Wat is de omvang van het probleem? • Welke jongeren zijn erbij betrokken / welke aanspreekbaar? • Wie zijn de klagers? • Op welke tijdstippen vindt de overlast plaats? • Locatieonderzoek: waarom vindt het juist op deze plek plaats? Maak foto's! • Hoe lang speelt het al? Is het incidenteel of structureel? • Speelt hier nog iets uit het verleden, zijn er in het verleden beloften gedaan?
Instrumentarium
Wet op de identificatieplicht, artikel 2: De door identiteitscontrole verkregen namen en adressen van de jongeren maakt het mogelijk de groep door de verschillende netwerkpartners door te laten lichten. N.B. Ook BOA's zijn hiertoe bevoegd.
Verbaliserend optreden op grond van overtreding van het Wetboek van Strafrecht. WvS 424, baldadigheid in Ga zo snel mogelijk in gesprek met de klager(s). Herhaal dat de ruimste zin; eventueel na volledige inventarisatie van het probleem. Een • WvS 350, vernieling (incl. graffiti); gesprek en het geven van een telefoonnummer dat de klager • WvS141, vernieling door meerdere kan bellen bij overlast nemen soms al een deel van de klacht personen; weg. • WvS 461, zich op verboden terrein bevinden; • WvS 157, brandstichting/vuurtje stoken. Denk aan de volgende maatregelen: • Dader/slachtoffergesprekken; • Straat- en sociale contracten; • Mediation. Als de overlast beperkt is en de jongeren en hun ouders aanspreekbaar zijn, leg dan verbinding tussen klagers en Verbaliseren bij overtreding andere overlastveroorzakers. Organiseer een avond waarin beide artikelen uit het Wetboek van groepen aanwezig zijn. Nodig ook Bureau Halt uit. Leid de Strafrecht, zoals: avond. Stel (indien dat zinvol lijkt) maatregelen voor zoals • WvS 424, straatschenderij, (wanneer hierboven genoemd). Benadruk het gemeenschappelijke er intimiderend op auto's wordt 'getikt'); belang. Maak afspraken. En stuur na afloop een • WvS 426, alcoholverbod. bewonersbrief uit met de behaalde resultaten en afspraken. Verbaliseren op grond van één van de volgende APV artikelen: Denk aan de mogelijkheden van het Personen- en • APV, art. 2.1, samenscholing; familierecht, Burgerlijk Wetboek, Boek I: Wanneer één of • APV, art. 9.2, hinder van meerdere jongeren in de groep heel jong zijn, maar wel gemotoriseerde voertuigen en voortdurend erg laat op straat, er signalen zijn dat het niet bromfietsen; goed gaat op school en dat er wellicht sprake is van • APV, art. 2.8, Hinderlijk gebruik van verwaarlozing kan een zorgmelding worden gedaan bij drank of softdrugs in een gebied waar Bureau Jeugdzorg om te laten onderzoeken of een dat verboden is op last van B&W); ondertoezichtstelling geïndiceerd is. HALT-afdoening inzetten, • APV, art. 2.19, Hinderlijk gedrag in of bij voorkeur, als er een directe relatie met de plaats van delict bij gebouwen (hangen in portieken, bij mogelijk is. gebouwen, of leunen tegen vensterbanken).
45
Situatie: Jongeren intimideren buurtbewoners Situatieschets: Een aantal jongeren in mijn gebied intimideren en bedreigen buurtbewoners. Er zijn geen bewijzen voor. Wel weten we om welke groep jongeren het gaat. Een enkeling uit de groep heeft een dure auto, merkkleding en oefent veel aantrekkingskracht uit op andere jongens (en meisjes). De overlastsituatie wordt steeds structureler. De maatregelen uit het vorige voorbeeld hebben niet het gewenste effect gehad. Wat kan het (stadsdeel)bestuur samen met politie en justitie vervolgens doen, richting individuele jongeren, richting de hele groep, m.b.t. de situatie en/of richting de ouders? Wat te doen? Inventariseer het probleem: • Wat is de omvang van het probleem? • Welke jongeren zijn er bij betrokken? • Wie zijn de klagers? • Op welke tijdstippen vindt de overlast plaats? • Locatieonderzoek: waarom vindt het juist op deze plek plaats? Maak foto's! • Hoe lang speelt het al? Is het incidenteel of structureel? • Speelt hier nog iets uit het verleden, zijn er in het verleden beloften gedaan?
Instrumentarium
Politie begint een tactische operatie: observeren (eventueel aanvullend fotograferen en filmen): Hoeveel jongeren gaat het eigenlijk om, is het wel één groep, wat gebeurt er in die groep, wie zijn de leiders?
Verbaliseren op grond van: • WvS 284, dwang (dreigen dat iemand iets moet Ga zo snel mogelijk in gesprek met de klager(s). doen, of juist iets niet moet doen); Herhaal dat eventueel na volledige inventarisatie • WvS 285, bedreiging. van het probleem. Bij contact met getuigen dient Indien er voor een strafbaar feit een sepot wordt voorzichtig te worden opgetreden, dus niet opgelegd kan de ketenunit BJAA informeren over aanbellen, maar opbellen. Daar waar spanning het gedrag van de jongere. Dergelijke informatie bestaat tussen jongeren en klagers dient kan door de gezinsvoogd worden meegenomen in behoedzaam met informatie te worden omgegaan. de begeleiding van het gezin. Het 'aanzeggen' van een groep jongeren dat de Confronteer de ouders met het gedrag van hun politie hen als een overlastveroorzakende groep kinderen door hen te laten bezoeken door aanmerkt en dat zij als groep verantwoordelijk jongerenwerk, buurtregisseur en/of door het worden geacht voor de overlast die door de versturen van een brief aan de ouders afkomstig groepsleden wordt veroorzaakt. Dit ongeacht hoe van bijvoorbeeld de stadsdeelvoorzitter en/of de groot hun individuele aandeel in de overlast is. wijkteamchef of door het 'ontbieden' van de ouders. Als dit nog geen gepasseerd station is, ga dan na of een vorm van bemiddeling zoals 'Echtrecht' een rol kan spelen in deze situatie. Om een 'slepend' conflict te voorkomen zijn herstel van vertrouwen en duidelijke afspraken nodig tussen de overlastgevende jeugd en de bewoners.
Volg een justitieel traject: zijn er nog openstaande straf- of leerplichtzaken, kan jeugdreclassering een rol spelen? Is een projectmatige aanpak van politie/justitie mogelijk?
46
Situatie: Het inzetten van toezichthouders Situatieschets: In een gebied zijn beperkte mogelijkheden voor het vergroten van toezicht door de politie. Wel klagen bewoners structureel over een bepaalde overlastsituatie en ook de politie is van mening dat er iets moet gebeuren aan de situatie. Kan ik als gemeentebestuur andere toezichthouders inzetten of gebruik maken van cameratoezicht? Welke mogelijkheden heb ik bijvoorbeeld om particuliere beveiligers in te zetten in mijn gebied of om buurtbewoners of jongeren zelf te laten optreden als toezichthouders? Wat te doen? Instrumentarium Bij lichte vormen van overlast kan het jongerenwerk of kunnen buurtvaders hun dienst bewijzen. Voorwaarde voor een goed lopend buurtvaderproject is in ieder geval een grote motivatie onder de betrokken burgers en het maken van goede afspraken, onder andere met de politie, over waar zij zich wel en waar zij zich niet mee bezig houden. Bij ernstige vormen van overlast geeft de politie Jongeren zelf treden op verschillende plekken zelf prioriteit aan het inzetten van extra toezicht. Er ook op als toezichthouders. Dit gebeurt kan worden aangedrongen op extra toezicht van bijvoorbeeld in Haarlem Schalkwijk. Deze teams aspiranten en overige leden van het wijkteam. Of worden ingezet als toezichthouders op bepaalde omliggende wijkteams. Er dient overigens sprake pleinen, in winkelcentra en in zwembaden. te zijn van een gerichte politiële aanpak richting Meerwaarde van de toezichtteams is dat de geprioriteerde problematische jeugdgroepen. betreffende jongeren behoren tot de peergroup Ongerichte acties van niet-geïnstrueerde leden waarop zij toezicht houden en dat het van de politie zijn af te raden, maar dienen als toekomstperspectief van de jongeren door laatste middel te worden ingezet bij het deelname wordt vergroot. terugdringen van de overlast. Dit gebeurt dan ter overbrugging van de periode dat de leiders van de groep worden opgepakt. Publiek-private samenwerking op het gebied van toezicht in de openbare ruimte behoort, in beperkte mate en onder voorwaarden, tot de mogelijkheden. Inzet van particuliere beveiligers gebeurt, op projectbasis, in de avonduren en bij piekbelasting. Afspraken tussen stadsdeel, beveiligingsbedrijf en politie, over het geboden toezicht en over de aansturing van de beveiligers, dient uitdrukkelijk te worden vastgelegd. Cameratoezicht heeft een duidelijke preventieve werking. Door de beelden live te bekijken kunnen problemen snel worden gesignaleerd waarna de politie kan optreden. Soms is sprake van verplaatsing van de problematiek, maar dat weegt niet op tegen de rust voor de bewoners op de plek van het cameratoezicht.
47
Situatie: Het OM en jongeren Situatieschets: van een aantal jongeren uit een hanggroep is bewezen dat zij vernielingen hebben verricht aan auto's. Een paar van deze jongeren staan bekend als harde kern jongeren, maar sommige anderen zijn nog niet eerder met politie en justitie in aanraking gekomen. Welke mogelijkheden heeft het OM? Sommige jongeren hebben geen strafbare feiten gepleegd maar lichte overtredingen. Hoe kan het OM dáár tegen optreden? Zijn er ook mogelijkheden om iets te doen met bureau Halt? Instrumentarium De jongeren aanhouden en vervolgen. Indien het een harde kern jongere betreft of een potentieel jeugdige veelpleger dan wordt hij ingebracht op het scenario-overleg van de ketenunit en dan dient het scenario voor de desbetreffende jongere volgens plan te worden uitgevoerd. De jongeren die nog niet eerder met politie en justitie in aanraking zijn gekomen kunnen - afhankelijk van de ernst van de overtreding c.q. het strafbare feit - een Halt-afdoening krijgen.
48
Samenscholingsverbod, persoonlijk straat/pleinverbod Situatieschets: ik heb een overlastsituatie op een plein die de spuigaten uitloopt. Wanneer kan ik iets doen met een samenscholingsverbod, met persoonlijke straat- of pleinverboden of kan ik het gebied als overlastgebied aanwijzen? Instrumentarium Samenscholingsverbod Op basis van artikel 2.1, eerste lid APV is het onder meer verboden om deel te nemen aan een samenscholing of in groepsverband anderen lastig te vallen, te vechten of op andere wijze de openbare orde te verstoren. Als de overlastsituatie onder deze beschrijving (lastig vallen, openbare orde verstoren) valt, is het gedrag in strijd met de APV. Dat betekent dat: de politie de overtreders kan wegsturen. Dat is lik-op-stuk optreden, maar de beperking van de maatregel is duidelijk. de politie strafrechtelijk kan optreden. Dat is een zwaardere maatregel. De beperking is dat het achteraf is. Als de maatregel onvoldoende afschrikwekkend is, zal hij nieuwe overtredingen in de toekomst niet kunnen voorkomen. bestuursrechtelijke handhaving mogelijk is. Dat is op het eerste gezicht voornamelijk een theoretische mogelijkheid. Bestuursdwang ligt niet voor de hand, omdat de "last" niet goed te formuleren valt. Dwangsom is het overwegen waard. Dat instrument heeft namelijk deels een preventief karakter (is mede bedoeld om overtredingen in de toekomst te voorkomen door te dreigen met een dwangsom). Maar wanneer het gaat om een ernstige vorm van overlast wordt optreden met spoed verwacht en dan is deze vorm van handhaving minder geschikt. Het opleggen van een persoonlijk straat-/pleinverbod Als de situatie de spuigaten uitloopt kan de bevelsbevoegdheid van de burgemeester worden gebruikt. Deze is geregeld in artikel 172, derde lid Gemeentewet en houdt in dat de burgemeester bevoegd is om bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving van de openbare orde. Dat mag als er sprake is van een verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor ontstaan daarvan. Deze bevoegdheid wordt, vanwege zijn ingrijpendheid, niet gemandateerd. De Gemeentewet regelt niet hoe zo'n bevel er inhoudelijk uit ziet. Dat betekent dat de burgemeester dat zelf kan invullen. Een mogelijk bevel is het geven van een straat-/pleinverbod aan een persoon voor een bepaald gebied. Gebiedsaanwijzing Op basis van de APV is het mogelijk dat de burgemeester een gebied aanwijst als overlastgebied, waarna bepaalde overtredingen kunnen worden aangepakt door het geven van een verwijderingsbevel. Zo'n bevel kan oplopen van 24 uur, naar 14 dagen, naar een maand, naar maximaal 3 maanden. Dit verwijderingsbevel is vergelijkbaar met het straatverbod zoals dat hierboven is beschreven, namelijk het bevel om uit een gebied te verdwijnen en het verbod om daar gedurende een bepaalde periode te zijn. De maatregelen lijken sterk op elkaar. De twee meest relevante verschillen zijn: de overlastsituatie (als die structureel en langdurig is, dient het middel van de gebiedsaanwijzing te worden ingezet, i.p.v. de bevelsbevoegdheid); de duur van het verbod (max. 3 maanden versus max. 7 dagen). De burgemeester kan een gebied aanwijzen als overlastgebied als daar sprake is van een ernstige verstoring of bedreiging van de openbare orde. Hiervoor geldt vanzelfsprekend dat een goede onderbouwing van dit besluit nodig is.
49
9
Ideeënlijst
Inventarisatie maatregelen: Het is niet mogelijk te zeggen welke aanpak standaard bij welk probleem hoort. Dit zal altijd maatwerk zijn, afhankelijk van onder meer de situatie, de wijk, de betrokkenen en de tijd. Wanneer alle activiteiten die een van de betrokken partijen in de richting van een groep kan ondernemen onder elkaar gezet zouden kunnen worden zou dit een oneindige lijst zijn. Toch leek het zinvol om een idee te geven van de mogelijke maatregelen gericht op groepen jongeren. Juist vanuit het kader van een integrale aanpak is het goed om een beeld te vormen van de mogelijkheden van andere partners. In de praktijk kunnen alle mogelijke vormen van combinaties van maatregelen gekozen worden. De onderstaande lijst is bedoeld om ideeën op te doen. Dit is géén uitputtende inventarisatie. 1. Maatregelen ter vergroting van formeel toezicht - gericht toezicht wijkagenten, toezichthouders, objectgebonden toezichthouders - politie houdt intensief toezicht op een groep - inventarisatie meldingen en signalen door toezichthouders - geluidshindercontrole - afspraken politie en milieudienst - camerabewaking - sluitingstijden horeca - bijstellen gedoogbeleid softdrugs - houden van acties, bijvoorbeeld scootercontrole - particuliere beveiligingsbedrijven - jongerenwerk en politie stellen jongerentoezichtteams in 2. Maatregelen ter vergroting van informeel toezicht - buurtpreventieproject - buurtvaders - buurtconciërges/huismeesters/beheerders etc. - leefregels, bijvoorbeeld bewoners die jongeren aanspreken - inschakelen scholen - incidenteel overleg bewoners 3. Objectmaatregelen - plaatsen, verplaatsen of weghalen van banken of andere objecten - plaatsen of vaker legen vuilnisbakken - aanbrengen (aanfloep)verlichting - snoeien of plaatsen lage of hoge struiken - afsluiten portiek - schoonmaakactie - aanbrengen anti-klimpunten - graffitiverwijdering - afsluiten straat - plaatsen urinoirs - aanpak onveilige plekken - schoolschoonmaakteam - vernieuwen van objecten - snel herstel van schade - (intensiever) onderhouden speelterreinen - inrichten van een plek voor jongeren 4. Maatregelen gericht op normstellend en repressief optreden - jongerenwerk spreekt jongeren aan op gedrag - jongerenwerk biedt inzet als ruilmiddel voor goed gedrag - politie houdt toezicht en handhaaft regels, normen en waarden - politie treedt repressief op tegen een jeugdgroep (pakt de criminele leden uit de groep aan, door bijvoorbeeld lik op stuk beleid zoals het uitdelen van boetes of het doen van recherche bij
50
vermeende criminele leden van de groep) - politie doet opsporingsonderzoek - politie voert een strafrechtelijk onderzoek uit met betrekking tot jeugd - Experimenteren met maatregelen voor ‘drang en dwang’ - Gedragsregels op straat opstellen - Gemeente stelt – in overleg met politie - de APV in om jongeren te weren van bepaalde locaties 5. Maatregelen gericht op groepen jeugd - inzet ambulant kinder-/jongerenwerk - politie treedt in contact met jeugdgroepen en individuele jongeren - aanbieden van begeleid buiten spelen - aanbieden sportactiviteit buiten/binnen - aanbieden van inloopactiviteit voor een bepaalde periode - aanbieden van een gerichte activiteit (thema-avond, cursus) - organiseren van (eenmalige) activiteit met een groep; bezoek aan reguliere vrijetijdsvoorzieningen (bioscoop, zwembad e.d.), bijvoorbeeld om groep beter te leren kennen - organiseren van een ruimte om met jongeren te spreken over de situatie/wensen van de groep - inzet bus - jongeren nemen initiatief voor een activiteit en het jongerenwerk sluit hierbij aan - creëren jongerenontmoetingsplek - toeleiden naar bestaande activiteiten jongerenwerk - met jongeren aan de slag met het thema overlast door middel van het maken van een video, fotoreportage, etc. - voorlichting op scholen (lespakket) - jongerenonderzoek - initiëren en stimuleren van jongerenparticipatie, bijvoorbeeld deelname aan jongerenraad - organiseren van activiteiten om de goodwill in de buurt te vergroten, bijvoorbeeld een schoonmaakactie door jongeren - organiseren van een activiteit op de hangplek, bijvoorbeeld skate-les - organiseren werkbezoek in binnen of buitenland (bewustwording, educatie) 6. Maatregelen gericht op individuele jongeren - individuele jongeren inbrengen in netwerken - toeleiden van jongeren naar hulpverlening, bijvoorbeeld door outreachend jongerenwerkers mee te nemen naar groepen - jongeren opleiden tot vrijwilliger, sportassistent … - politie gaat waar nodig over tot individuele monitoring van jeugdigen 7. Maatregelen gericht op ouders - contact leggen met ouders van jongeren over gedrag van jongeren (door wijkagent/outreachend hulpverlener/jongerenwerker), bijvoorbeeld door middel van brief of bezoek - in overleg treden met georganiseerde oudergroepen - coaching Marokkaanse ouders - gerichte inzet van opvoedingsondersteuning, bijvoorbeeld oudercursussen - ouders bieden informele opvang aan huis - actieve inzet bij begeleid buiten spelen 8. Maatregelen gericht op bewoners - organiseren van contact/communicatie tussen bewoners en jongeren en ouders - organiseren van een activiteit met bewoners en jongeren - opstellen van leefregels - wijkschouw gericht op plekken waar jongeren zich ophouden - bewoners als vrijwilliger betrekken bij activiteiten voor jongeren (bijvoorbeeld: bewoners draaien een inloopactiviteit voor jongeren) - bewoners training aanbieden, bijvoorbeeld hoe om te gaan met hangjongeren - aanpak woonoverlast - inzet buurtbemiddeling
51
- ‘Comité voor Leuke Dingen’: bewoners organiseren gezamenlijk activiteiten in de buurt - intergenerationele aanpak - buurtcampagne - activeren van buurtgroepen - bewoner(s) actief informeren wat er gebeurt n.a.v. hun melding - politie treedt bemiddelend op, in contact met buurtbewoners en bedrijven 9. Maatregelen gericht op communicatie - verspreiden van notulen van afspraken tussen bewoners en jongeren in de buurt, bijvoorbeeld via een Stadsplan - bewoners de voortgang van de aanpak van een plek of groep melden - bij bewoners langs gaan die signalen melden (en om meer over omvang en achtergrond van meldingen te weten te komen en om aan te geven dat er goed naar hen geluisterd wordt) - berichtgeving over jongeren, veiligheid, - samen met betrokken bewoners, probleem inventariseren, opstellen aanpak en evalueren resultaten - resultaten van een plan van aanpak communiceren naar buurt en stad - enquête in de buurt voor inventarisatie overlastproblematiek - voorlichting geven aan ouders en/of bewoners - met de buurt een video maken over jongerenoverlast als manier om het onderwerp bespreekbaar te maken 10 Maatregelen gericht op samenwerkingspartners - afstemming zoeken met commerciële aanbieders van activiteiten voor jongeren op het gebied van sport en cultuur - gerichte toeleiding van jongeren naar sportverenigingen of presentatie van sportverenigingen aan groepen jongeren - inzet veldwerk of preventie door verslavingszorg - aanpak multi-probleem gezinnen
52
10.
BRONNEN
Aanpak hangjongeren in gemeenten, Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, februari 2008
Aanpak problematische jeugdgroepen, handreiking voor gemeenten, Ferwerda/ Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, september 2010
Handleiding plan van aanpak problematische jeugdgroepen, Platform IVZ 8 juni 2010
Aanpak overlast jeugdgroepen; instrumentarium politie en OM, gemeente Amsterdam, 20062010
Website: Wegwijzer jeugd & veiligheid www.wegwijzerjeugdenveiligheid.nl
Handreiking Wet maatregelen Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Ministerie van Justitie, september 2010
Tussen flaneren en schofferen, Een constructieve aanpak van het fenomeen hangjongeren, Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2008
Preventie voor en door jongeren, Otter, P. den, A. Elzinga, 's Gravenhage, Ministerie van Justitie (DPJR), 1998
53