Ton met water Wie bespaart het meeste water ? Educatief spel over drinkwater voor groep 7 en 8
Handleiding voor de leerkracht
SOM onderwijs en milieuprojecten 2007
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
Inhoud Colofon....................................................................................................................................... 3 1. Algemene inleiding .............................................................................................................. 4 1.1. Inleiding ......................................................................................................................... 4 1.2. Doelgroep ...................................................................................................................... 4 1.3. Doelstellingen ................................................................................................................ 4 1.4. Didactische uitgangspunten ........................................................................................... 5 1.5. Het project in het kort .................................................................................................... 5 1.6. Inleiding van het project (max. 30 minuten) ................................................................... 5 1.7. Kern: spelcircuit (75 – 90 minuten) ................................................................................ 5 1.8. Afsluiting (max. 15 minuten) .......................................................................................... 5 1.9. Voorbereiding door de docent........................................................................................ 6 1.10. Rol van de docent tijdens het project .......................................................................... 6 2. Materialenoverzicht ............................................................................................................. 7 3. Inleiding van het project, lesbeschrijving ............................................................................. 9 3.1. Voorbereiding ................................................................................................................ 9 3.2. Inleiding ......................................................................................................................... 9 3.3. Quiz ............................................................................................................................... 9 3.4. Onderwijsleergesprek of instructie over de kringloop van water ................................... 10 3.5. Achtergrondinformatie: ................................................................................................ 10 4. Kern: het spel, lesbeschrijving ........................................................................................... 11 4.1. De opdrachten ............................................................................................................. 11 4.2. Vooraf inrichten van de klas ........................................................................................ 12 4.3. Voorbereiding in de klas met leerlingen ....................................................................... 13 4.4. Doel van het spel ......................................................................................................... 13 4.5. Spelregels ................................................................................................................... 14 4.6. Scores ......................................................................................................................... 14 5. Afsluiting: nabespreking van het spel ................................................................................ 15 5.1. Nabespreking en evaluatie .......................................................................................... 15 5.2. Opruimen .................................................................................................................... 15 6. Handige internetsites......................................................................................................... 16 7. Keuzelessen...................................................................................................................... 17 7.1. Keuzeopdracht: water in muziek .................................................................................. 17 7.2. Keuzeopdracht: spraakwater. ...................................................................................... 20 7.3. Water wereldwijd ......................................................................................................... 22 Bijlagen
Werkbladen bij opdrachten ‘Doolhoftekening’
2
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
Colofon Ton met water is ontwikkeld voor groep 7 en 8 van het primair basis onderwijs in Den Haag, in opdracht van de gemeente Den Haag. Ontwerp en teksten: Vormgeving: Illustraties: Fotografie:
Nanda Niemeijer, SOM onderwijs- en milieuprojecten, Nijmegen Designpower, Eindhoven Roel Seidel, Nijmegen Albert van de Graaff Nederland leeft met water Stockfoto’s SOM onderwijs- en milieuprojecten
Opdrachtgever:
Gemeente Den Haag, dienst stadsbeheer
Copyrights: Copyrights illustraties: Copyrights foto’s:
SOM onderwijs- en milieuprojecten Roel Seidel, Nijmegen Foto van visser: Nederland leeft met water Foto van beregening: Albert van de Graaff Foto van handenwassen: Stockfoto’s Foto van zwemmend kind: Stockfoto’s Overige foto’s: SOM onderwijs- en milieuprojecten
Nijmegen 2007. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen of gekopiëerd zonder uitdrukkelijke toestemming van SOM Onderwijs en Milieuprojecten. 3
Handleiding voor de leerkracht
1.
Ton met water
Algemene inleiding
1.1. Inleiding Drinkwater is een schaars goed. We gebruiken het om mee te koken; de wc door te spoelen, de auto te wassen en de planten te sproeien. Gemiddeld verbruiken wij dagelijks 135 liter drinkwater, waarvan maar 6 liter voor consumptie. Een groot deel van het drinkwater verdwijnt als afvalwater in het riool en moet eerst gezuiverd worden voordat het weer als drinkwater gebruikt kan worden. Tegelijkertijd regent het regelmatig in Nederland. Met dit regenwater doen wij niks. Sterker nog, we vangen het op middels regenpijpen en lozen het op het riool. De waterzuiveringsinstallaties draaien overuren door al dit extra water. Het kan ook anders. Door regenwater apart, bijvoorbeeld in een regenton, op te vangen en niet op het riool te lozen, ontlast je de zuiveringsinstallaties. Door de tuin met regenwater te besproeien, bespaar je drinkwater. Door eenvoudige ingrepen zoals een waterbesparende douchekop, bespaar je nog meer drinkwater. En ook door simpele dingen als de kraan niet laten lopen tijdens het tandenpoetsen, een douche nemen, in plaats van een bad, bespaar je drinkwater. In dit project worden kinderen op speelse wijze aan het denken gezet over het gebruik van drinkwater. Gedurende 2 uur spelen zij een spel waarbij zij leren wat duurzaam gebruik is en hoe je water kunt besparen. Zij leren hoe zij persoonlijk bij kunnen dragen aan waterbesparing, want dit project is geen ver-van-mijn-bed-show. Het betrekt kinderen direct bij het onderwerp en spreekt hen aan op hun verantwoordelijkheid. Tijdens het spel doorlopen leerlingen in groepjes een circuit met opdrachten. Elk groepje krijgt bij aanvang een ‘Watermeter’ met daarop een bepaalde voorraad drinkwater. Groepjes kunnen water winnen en water verliezen. Uiteindelijk zal elk groepje water in moeten leveren. Het doel is om zoveel mogelijk water over te houden en het verlies te beperken: verstandig omgaan met drinkwater dus! Dit project is ontwikkeld in opdracht van de gemeente Den Haag. De leskist bouwt voort op leskisten die reeds voor groep 3-4 en 5-6 zijn ontwikkeld over drinkwater. Dit project kan ook los van de voorgaande leskisten gebruikt worden. U zult dan wellicht een uitgebreidere inleiding moeten geven, zie hoofdstuk 3. 1.2. Doelgroep Leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs in Den Haag. 1.3. Doelstellingen Leerlingen denken na over de waarde van drinkwater en het belang om er zorgvuldig mee om te gaan. Concreet geformuleerd: Leerlingen kunnen de kringloop van water beschrijven. Leerlingen kunnen minstens 3 verschillende watergebruikers noemen. Leerlingen kunnen minstens 3 voorbeelden van duurzaam watergebruik noemen. Leerlingen kunnen minstens 3 voorbeelden noemen van minder duurzaam watergebruik (verspilling). Leerlingen kunnen minstens 3 voorbeelden noemen van hoe zij zelf kunnen bijdragen aan duurzaam watergebruik. Leerlingen ontwikkelen een positieve houding ten opzichte van duurzaam watergebruik en kunnen daarvoor minstens 3 argumenten geven.
4
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
1.4. Didactische uitgangspunten Het lesmateriaal stimuleert de betrokkenheid van de kinderen bij het onderwerp door aan te sluiten bij concrete ervaringen van kinderen zelf. Positieve benadering van het onderwerp: het is heel prettig dat wij drinkwater zo uit de kraan kunnen halen, laten we dat zo houden. Het gebruik van verschillende werkvormen, die een beroep doen op uiteenlopende vaardigheden en intelligenties, komt tegemoet aan de verschillende leerstijlen van kinderen. Samenwerkend leren: kinderen leren van en met elkaar. Het ontwikkelen van een mening en attitude wordt bevorderd door te praten met klasgenootjes en samen opdrachten te maken. Individuele verantwoordelijkheid: binnen de groepjes krijgt elk kind een eigen rol. Daardoor kan geen kind zich onttrekken aan de groepsopdracht en is inspanning van ieder vereist. Spelen leren: dit verhoogt de leermotivatie. 1.5. Het project in het kort Dit project bestaat uit 3 fasen: een inleiding, een spel en een afsluiting. In totaal neemt dit ongeveer 2 uur in beslag. Het project kan uitgebreid worden met keuzelessen. In dit hoofdstuk volgt eerst nog een korte beschrijving van de verschillende fasen en de werkvormen die aan bod komen. In hoofdstuk 2 volgt een overzicht van de benodigde materialen. Een aantal van die materialen dient u voor aanvang van het project te verzamelen. In hoofdstuk 3 t/m 5 treft u een gedetailleerde uitwerking van de verschillende lesfasen aan en de voorbereidingen die u daarvoor moet treffen. In hoofdstuk 6 staat een overzicht van handige websites die u kunt gebruiken. In hoofdstuk 7 vindt u een drietal keuzelessen. In de bijlage, tenslotte, treft u de werkbladen aan die bij de opdrachten horen. U dient hiervan voor elk groepje een kopie te maken. Van de ‘Doolhoftekening’ dient u voor elke leerling een kopie te maken (zie ook materialenoverzicht). 1.6. Inleiding van het project (max. 30 minuten) In de inleiding worden leerlingen aan het denken gezet over water. Het is niet vanzelfsprekend dat het water uit de kraan komt. De inleiding bestaat uit: Korte quiz met prikkelende vragen. Onderwijsleergesprek of instructie over de kringloop van water en het begrip duurzaamheid aan de hand van een poster (digitaal of van papier). 1.7. Kern: spelcircuit (75 – 90 minuten) In de kern spelen de leerlingen in maximaal 8 groepjes het spel. De klas wordt ingericht met 12 ‘opdrachtentafels’, zodat groepjes niet op elkaar hoeven te wachten. Er zijn 8 verschillende opdrachten. Sommige opdrachtentafels hebben dus dezelfde opdracht. Leerkracht legt het spel uit (doel, werkwijze en spelregels). Doel is zoveel mogelijk water te besparen en duurzaam te gebruiken. Elk groepje krijgt een watermeter. Bij verspilling raak je water kwijt, bij goede ideeën voor waterbesparing kun je water winnen. Het groepje dat met de hoogste stand op de watermeter eindigt, is winnaar. Leerlingen worden opgedeeld in 8 groepjes en spelen het spel. 1.8. Afsluiting (max. 15 minuten) In de afsluiting bespreekt u het spel na met de klas.
5
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
1.9. Voorbereiding door de docent Voor de inleiding kiest u of u gebruikt maakt van de bijgeleverde poster of de cd-rom waarmee u de poster projecteert op uw digitale schoolbord. In het laatste geval zorgt u dat de pc en cdrom klaarstaan. De meeste materialen die u nodig heeft, treft u aan in de leskist. Een aantal materialen dient u echter zelf vooraf te verzamelen of te kopiëren en klaar te leggen. De meeste materialen zullen op school aanwezig zijn. Sommige materialen zult u van huis mee moeten brengen. Wij raden u dan ook aan om het overzicht van materialen enkele dagen voor aanvang door te nemen. Een overzicht van de materialen vindt in hoofdstuk 2. Voor aanvang van het spel, dient u ervoor te zorgen dat het spelcircuit klaarstaat. Tafels moeten verschoven worden en de juiste materialen moeten bij de juiste opdrachten geplaatst worden. Alles bij elkaar kost u dat ongeveer 45 minuten. Wij raden u aan om de dag van te voren de materialen al klaar te leggen in de klas. Dit bespaart u tijd. Hoe u het spelcircuit moet inrichten, leest u in hoofdstuk 4 bij de beschrijving van het spel. Trek hiervoor circa 45 minuten uit. Tip: laat in de middagpauze kinderen meehelpen met het klaarzetten van het spelcircuit. 1.10. Rol van de docent tijdens het project Inleiding: Quiz doen. Onderwijsleergesprek of instructie over de kringloop van water en duurzaamheid. Spel: Doel en werkwijze van het spel voorbespreken. Een opdrachtkaart, antwoordkaart en werkblad als voorbeeld voorbespreken. Watermeters toelichten. Proces begeleiden: groepjes maken, groepjes die dreigen vast te lopen ondersteuning bieden, orde bewaken. Afsluiting: Nabespreken van het spel en reflecteren op het gebruik van drinkwater.
6
Handleiding voor de leerkracht
2.
Ton met water
Materialenoverzicht
In dit hoofdstuk staat een overzicht van de materialen die voor dit project nodig zijn. Daarbij staat aangegeven welke materialen in de leskist aanwezig zijn en welke materialen u vooraf dient te verzamelen. Deze lijst heeft u ook nodig voor het inrichten van de opdrachtentafels bij het spelcircuit (zie hoofdstuk 4) De meeste materialen zullen op school voorradig zijn. Potgrond zult u waarschijnlijk moeten kopen. Wij raden u dan ook aan om de lijst met materialen enkele dagen voor aanvang van het project door te lopen. Opdrachten gemarkeerd met * komen twee keer voor in het circuit. Naam lesfase of opdracht Materialen in leskist
Materialen door docent te verzorgen
Inleiding Docentenhandleiding Poster waterkringloop Bakje met 8 magneten (voor ophangen poster) Cd-rom met waterkringloop Kern: spelopdrachten Docentenhandleiding 8 Opdrachtenkaarten 5 fotokaarten, behorend bij de opdrachten 8 Antwoordkaarten 8 Werkbladen (in bijlage van de handleiding. Door u te kopiëren voor elk groepje) 9 watermeters (1 reserve) Doos met stapeldopjes (9 kleuren, 1 reserve) 1. Watergeluiden CD met watergeluiden Koptelefoons met pluggen 2. Eigen Watergebruik * Tabel met waterverbruik (2x) 3. Watergebruikers 2 Fotokaarten met foto’s van watergebruikers 4. Afvalwater * 5. Waterbesparing 1 Waterbesparende douchekop Gewone douchekop Fotokaart met foto van badkraan Washandje
Potlood Pen Kopieën werkbladen (1 per groep)
Cd speler die gebrande cd’s kan afspelen, of pc met geluidsboxen Eventueel verlengsnoer Rekenmachine (2 x)
7
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
6. Waterbesparing 2 6 Waterbesparende dopjes (in een bakje) Beker met tandenborstel Fotokaart met foto’s van ‘gewone’ toiletknop en van waterbesparende toiletknop 7. Test met grondsoorten * 6 Maatbekers (3 per opdracht) 6 trechters met zeefje (3 per opdracht) 6 plastic bekers (3 per opdracht) 2 ijslepels (1 per opdracht) 2 Stopwatches (1 per opdracht) Fotokaart met intructiefoto’s voor de de test
Potgrond (door u te kopen), ruim 16 volle ijslepels Klei (uit het handenarbeidlokaal), 8 porties, voldoende om de trechters mee af te sluiten Droog zand (bijvoorbeeld uit een speeltuin uit de buurt), ruim 16 volle ijslepels 1 of 2 x afvalbak (afhankelijk van de inrichting), om gebruikt zand e.d. in weg te gooien 1 of 2 x opvangbak water, om gebruikt water in te doen 6 flessen water (3 per tafel). Hiervoor kunt u lege limonadeflessen vullen
8.Afvoer regenwater * Doolhoftekening met afgekoppelde1 en nietafgekoppelde huizen (In handleiding, door u te kopiëren voor elke leerling) Keuzelessen: Spraakwater Lijst met spreekwoorden en hun betekenis (in handleiding) Luisteren naar water Cd van Smetana ‘Má Vlast’ met muziekstuk de Moldau
Water wereldwijd Werkblad puzzel water wereldwijd (in handleiding, door u te kopiëren voor elk tweetal)
Kopiëren van de tekening voor elke leerling kleurpotloden
Cd speler Tekenpapier voor elke leerling Potloden Kleurpotloden Stiften eventueel Kopiëren van de puzzel voor elk tweetal
1 Bij afgekoppelde huizen is de regenpijp niet op het riool aangesloten. Regenwater wordt in een regenton opgevangen, of afgevoerd via de grond naar het grondwater. Voordeel van afkoppeling is dat het riool en de waterzuiveringsinstallaties ontlast worden. Veel huizen in Leischenveen - Ypenburg zijn afgekoppeld. De gemeente Den Haag stimuleert afkoppeling. Zij steunt onder andere de actie ‘ton voor water’ van de NOVIB. Bij deze actie worden huizen afgekoppeld. Bewoners kopen een regenton. Een deel van de opbrengst gaat naar de waterprojecten van de NOVIB in ontwikkelingslanden.
8
Handleiding voor de leerkracht
3.
Ton met water
Inleiding van het project, lesbeschrijving
3.1. Voorbereiding In de leskist vindt u een poster met daarop de waterkringloop. Deze kunt u met de magneten op uw bord hangen. U kunt er ook voor kiezen om de poster op uw digitale schoolbord te projecteren. Daarvoor gebruikt u de bijgeleverde cd-rom ‘Waterkringloop’. 3.2. Inleiding U vertelt de leerlingen dat ze een project over drinkwater gaan doen. U start met de quiz, om de interesse van de leerlingen te wekken. Onbekende begrippen legt u uit (bijvoorbeeld rioolzuiveringsinstallatie). Vervolgens houdt u een kort onderwijsleergesprek of geeft u een korte instructie over de kringloop van water en duurzaamheid. In dit gesprek wordt de voorkennis geactiveerd. Leerlingen hebben deze kennis nodig bij het spel. Wellicht heeft u, of uw collega uit het vorige jaar, de waterkringloop al met de leerlingen behandeld. In dat geval is een korte herhaling voldoende. De poster en de vragen kunnen daarbij ingezet worden. Wijs de kinderen ook op de typische Haagse elementen uit de poster: de watertoren, duinen en waterzuivering. En laat ze de kringloop van (drink-)water uitleggen aan de hand van de poster. Als het onderwerp nieuw is voor de leerlingen zult u m.b.v. de poster en de vragen een uitgebreider gesprek of instructie moeten doen. 3.3. Quiz Hoelang kun je leven zonder water? o (Max 4 dagen) Welke stoffen en voorwerpen komen wel eens in een rioolwaterzuiveringsinstallatie terecht? a. Kikkers, palingen en schildpadden. b. Kunstgebitten, bankpasjes en snoeppapier. c. Urine, poep en etensresten. o (a,b, én c) Hoeveel procent van ons lichaam bestaat uit water? o (60%-75%) Welk gedeelte van de aarde bestaat uit water? o (3/4) Welk deel van het water op aarde is drinkbaar? o (1%) Op sommige plaatsen in Nederland valt meer neerslag dan ergens anders. Hoe is dat in Den Haag? a. In Den Haag valt veel neerslag. b. In Den Haag valt weinig neerslag. c. In Den Haag valt niet veel en niet weinig neerslag, maar er tussen in. o (In den Haag valt redelijk veel neerslag in een jaar: 850-875 mm. Dit is beduidend meer dan in sommige delen van Oost Nederland waar maar 750 mm valt. Laat evt. de kinderen naar de neerslagkaart in de atlas kijken) Waarom heeft je lichaam water nodig? o (Om lichaam van afvalstoffen te zuiveren, om af te koelen – zweten, om bouwstoffen te vervoeren) 9
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
3.4. Onderwijsleergesprek of instructie over de kringloop van water U hangt de poster, of u laat de kringloop van water op uw digitale schoolbord zien m.b.v. de bijgeleverde cd-rom. Vervolgens start u een discussie in de klas naar aanleiding van de volgende vraag: Als wij allemaal de kraan open zetten en niet meer dichtdraaien, raakt het water dan op? Hulpvragen: Waar gaat het water heen? Waar blijft het water? (Wijs dit aan op de poster!) Kunnen wij dit water (meteen) weer drinken? Welk water kun je drinken? Welk water kun je niet drinken? Wat moet er gebeuren om drinkwater te krijgen? Kan drinkwater opraken? Kan het water op aarde opraken? Waar vind je water op aarde? Is water altijd vloeibaar? Hoe kan water nog meer ‘zijn’? Kun je de kringloop van water aanwijzen op de poster? 3.5. Achtergrondinformatie: Water raakt niet op. Water is onderdeel van een kringloop. Water kan verschillende vormen aannemen, maar niet opraken. Water verdampt uit oceanen, meren en rivieren. De waterdamp vormt wolken. In de vorm van regen valt het water weer terug in de oceanen of boven het land. Daar vormt het rivieren of stroomt het door naar het grondwater. Water ligt ook opgeslagen in de ijskappen op de polen en op bergtoppen. Dit ijs smelt. Samen met de neerslag stroomt al het water uiteindelijk weer terug naar zee. Niet al het water is drinkwater. Zeewater is niet drinkbaar. Rivierwater is meestal niet drinkbaar. Ook afvalwater is niet drinkbaar, het moet eerst gezuiverd worden. Drinkwater kan dus wél opraken. Als wij massaal de kraan open laten staan, dan verdwijnt drinkwater in het riool. Daar komt het samen met ander afvalwater. Dit moet eerst gezuiverd worden voordat het geschikt is voor consumptie. Zouden we dat niet doen, dan raakt het drinkwater op. Duurzaamheid betekent dat we gebruik maken van de natuur zonder onherstelbare schade aan te richten. Duurzaam gebruik van water betekent dus dat we water niet vervuilen en niet verspillen. Hoe minder water we vervuilen en verspillen, hoe duurzamer.
10
Handleiding voor de leerkracht
4.
Ton met water
Kern: het spel, lesbeschrijving
4.1. De opdrachten Het spelcircuit bestaat uit 8 verschillende opdrachten. Het spel kan bij elke opdracht gestart worden, daarom is geen nummering aangebracht. Opdrachten gemarkeerd met een * komen 2 keer voor in het circuit. Dit is om de doorstroming te bevorderen. Groepjes hoeven dan niet op elkaar te wachten. Opdracht -materialen
Inhoud en tips voor de opstelling
Watergeluiden -cd speler -cd watergeluiden -koptelefoons -evt. verlengsnoer
Luisteropdracht met vragen. Kinderen luisteren naar een cd en benoemen welke ‘watergeluiden’ zij horen. Zij geven tips voor waterbesparing.
Eigen Watergebruik * -rekenmachine (2x) -tabel met waterverbruik (2x)
Rekenopdracht. Kinderen rekenen hun eigen waterverbruik uit m.b.v. van een tabel.
Watergebruikers -2 fotokaarten watergebruikers
Kijkopdracht met vragen over wie er allemaal water gebruikt en waarvoor.
Afvalwater *
Denk- en discussie opdracht. Kinderen gaan na wat zij allemaal door het riool spoelen en hoe vervuilend dit is.
Zorg dat u de tafel vlak bij een stopcontact inricht. Gebruik een verlengsnoer indien nodig. U kunt de bijgeleverde koptelefoons aansluiten op een cd speler. Test vooraf of de koptelefoons goed zijn aangesloten.
Richt deze tafel op een rustig plekje in. De opdracht vergt nogal wat rekenwerk!
Kan op elke plek in de klas.
Kan op elke plek in de klas. Waterbesparing 1 -douchekop A -douchekop B -fotokaart badkraan -washandje
Voel- kijk- en discussie opdracht. Kinderen krijgen een aantal voorwerpen en foto’s in handen. Zij moeten daarbij vragen over waterbesparing beantwoorden.
Waterbesparing 2 -waterbesparend dopje -beker met tandenborstel -fotokaart toiletknoppen
Voel- kijk- en discussie opdracht. Nog meer voorwerpen en foto’s met vragen over waterbesparing
Kan op elke plek in de klas.
Kan op elke plek in de klas.
11
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
Test grondsoorten * -3 maatbekers (2x) -3 trechters (2x) -3 plastic bekers (2x) -1 ijslepel (2x) -1 stopwatch (2x) -1 fotokaart instructie test (2x) -8 ijslepels potgrond (2x) -8 porties klei (2x) -8 ijslepels zand (2x) -Opvangbak water -Afvalbak -3 flessen water (2x)
Doe-opdracht. Kinderen doen een proef met de waterdoorlaatbaarheid van verschillende grondsoorten.
Afvoer regenwater * -doolhoftekening -kleurpotloden
Teken-, puzzel- en discussie opdracht. Kinderen tekenen de weg van regenwater in op een doolhoftekening. Zij beantwoorden daarna een aantal vragen.
Het beste kunt u deze 2 opdrachtentafels dicht bij elkaar plaatsen, zodat de kinderen samen met 1 afvalbak kunnen doen. Die kunt u dan tussen de opdrachtentafels plaatsen. Dek de tafels af met vuilniszakken of plasticfolie. Als u een wastafel in het lokaal heeft, plaats deze tafels dan bij de wasbak. Plaats de tafels anders dicht bij de lokaaldeur. Kinderen hoeven dan voor het navullen van de flessen niet het hele lokaal door te lopen. Het afvalwater kunt u gebruiken om de planten water te geven. Niet zomaar door het toilet spoelen (verspilling)!
Kan op elke plek in het lokaal. 4.2. Vooraf inrichten van de klas Maak 12 ‘opdrachtentafels’ en 1 ‘Antwoordentafel.’ Dit kunt u doen door telkens 2 of 3 tafels tegen elkaar te schuiven en hier 4 stoelen bij te zetten. U richt elke opdrachtentafel in met: 1 opdrachtenkaart De bijbehorende materialen, zie voorafgaande tabel. Als u 12 opdrachtentafels te vol vindt worden, kunt u ook kiezen voor 11 of 10 opdrachtentafels. De opdrachten Afvalwater en afvoer regenwater kunt u dan maar 1 keer, in plaats van 2 keer, in het circuit opnemen. De antwoordentafel richt u in met: Alle antwoordkaarten De blauwe doos met de overige stapeldopjes (zie onder) De antwoordentafel kunt u vooraan bij uw bureau opstellen. Zo houdt u toezicht op het nakijken door de leerlingen zelf. U zet de ‘watermeters’ voor 8 groepjes klaar. Elk groepje krijgt 20 stapeldopjes van 1 kleur op zijn watermeter. Elk dopje staat voor 10 liter drinkwater. Elk groepje begint dus met 200 liter drinkwater. De overige stapeldopjes per kleur legt u op kleur gesorteerd in het doosje op de antwoordentafel. Als een groepje water wint, mag zij een stapeldopje bijpakken. Als een groepje water verliest, levert zij een, of meerdere, stapeldopjes in. Let op dat u genoeg tijd uittrekt voor de inrichting van de klas. Eventueel kunt u leerlingen vragen om u te helpen. Wij schatten dat u circa 45 minuten nodig heeft voor het klaarzetten van het spelcircuit. Als u de dag van te voren al de materialen in de klas klaarlegt, bespaart dit een beetje tijd.
12
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
4.3. Voorbereiding in de klas met leerlingen Deze voorbereiding met de leerlingen kunt u vlak voor aanvang van het spel doen. U kunt een deel van de voorbereiding ook al op een eerder moment met de klas doen. Zo kunt u het spel en de rolverdeling bijvoorbeeld ’s ochtends al bespreken en ’s middags het spel laten spelen. Verdeel de klas in 8 groepen van maximaal 4 kinderen. Elk groepje gaat aan een opdrachtentafel zitten. Er zijn meer opdrachtentafels dan groepjes. Zo voorkomt u opstoppingen. Geef elk groepje: Een watermeter. De werkbladen die door u gekopieerd zijn (zie bijlage in docentenhandleiding) Laat rollen verdelen binnen de groepjes. Er zijn 4 rollen: Voorzitter, notulist, controleur en ‘meteropnemer’ (zie ook onder spelregels). De rol van controleur en meteropnemer kunnen gecombineerd worden als er maar 3 kinderen in het groepje zitten. Door elk kind een eigen rol te geven, betrek je elk kind bij de opdrachten. Geen kind kan zich onttrekken aan de groep: zijn inbreng is onmisbaar. U geeft een inleiding op het spel waarin u het doel, de spelregels en de werkwijze uitlegt 4.4. Doel van het spel Doel van het spel is om zoveel mogelijk water te besparen. Bij verspilling raak je water kwijt, bij goede ideeën voor waterbesparing kun je water winnen. Bijna elk groepje zal uiteindelijk water verliezen. Het groepje dat zijn verlies beperkt (door bijvoorbeeld goede besparingsideeën), eindigt met de hoogste stand op de watermeter en is de winnaar.
13
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
4.5. Spelregels Elke groep begint met 200 liter water, ofwel 20 stapeldopjes. Er zijn 8 opdrachten. Elke groep maakt zoveel mogelijk opdrachten. Als niet alle opdrachten zijn gemaakt, is dat niet erg. (Waarschijnlijk maken de leerlingen maar 6 of 7 opdrachten) Je kunt overal beginnen. Je hoeft niet op elkaar te wachten, maar zoekt een lege opdrachtentafel uit als je klaar bent. Niet elke opdracht neemt evenveel tijd in beslag. De voorzitter leest de opdracht van de opdrachtkaart voor. Hij zorgt ervoor dat iedereen uit het groepje meedenkt over het antwoord. Hij zorgt ervoor dat niemand door elkaar praat. Hij kan beurten geven om het overleg rustig te laten verlopen. Pas als overeenstemming over het antwoord is, mag het antwoord in het werkboek geschreven worden. De notulist schrijft het antwoord in het werkboek. De controleur kijkt de antwoorden na en verbetert indien nodig de antwoorden. Foute antwoorden worden in de groep besproken. De wateropnemer is verantwoordelijk voor het bijhouden van de score. Bij de antwoorden staat vermeld hoeveel water het groepje wint of verliest. De wateropnemer past de hoeveelheid water aan. 4.6. Scores Hieronder ziet u een overzicht van de scores die per opdracht behaald kunnen worden. Dit overzicht laat u niet aan de kinderen zien. Scores bij de opdrachten Opdracht Maximale score Minimale score Watergeluiden -1 -3 Eigen watergebruik -2 -5 Watergebruikers +1 -1 Afvalwater -1 -3 Waterbesparing 1 +2 -1 Waterbesparing 2 +1 -1 Test grondsoorten +2 -1 Afvoer regenwater +1 -1 Totaal + 3 (dus 23 -16 (dus 4 stapelsteentjes) stapelsteentjes) Gedurende het spel kan een groepje op maximaal 10 stapeldopjessteentjes winst staan. Aan het einde van het spel zal bijna elk groepje water verloren hebben. Net als in het dagelijks leven: water gaat verloren door verspilling en vervuiling.
14
Handleiding voor de leerkracht
5.
Ton met water
Afsluiting: nabespreking van het spel
5.1. Nabespreking en evaluatie Na maximaal 90 minuten stopt u het spel. U laat de scores vergelijken. En u bespreekt het spel na aan de hand van de volgende vragen: Hoe komt het dat iedereen minder drinkwater over heeft? Raakt het drinkwater op? Wie heeft het meeste drinkwater over? Hoe komt dat? Wat hebben jullie daarvoor gedaan? Wie heeft het minste drinkwater over? Hoe komt dat? Waar kun je het meeste drinkwater mee besparen? Wat veroorzaakt de grootste vervuiling? Wat betekent duurzaamheid? Wat kun jij, als leerling doen om drinkwater te besparen? Om te testen of de vooropgestelde doelstellingen gehaald zijn, kunt u de kinderen mondeling de volgende vragen voorleggen: Beschrijf de kringloop van water. Noem minstens 3 verschillende watergebruikers. Noem minstens 3 voorbeelden van duurzaam watergebruik. Noem kunnen minstens 3 voorbeelden van minder duurzaam watergebruik (verspilling). Noem minstens 3 voorbeelden van hoe jij drinkwater kunt besparen. Denk je dat je voorzichtiger zult zijn met drinkwater, nu je dit spel gespeeld hebt? Kun je hier een voorbeeld van geven? 5.2. Opruimen Na afloop ruimt u alleen, of samen met de kinderen, alles op. U dient erop te letten dat de materialen van opdracht 7, de test, goed schoongemaakt worden. Met name de zeefjes van de trechters moeten goed schoon zijn. Zorg ervoor dat alle gaatjes open zijn. Controleer m.b.v. de materialenlijst of alle materialen weer in de kist zitten.
15
Handleiding voor de leerkracht
6.
Ton met water
Handige internetsites
http://www.docentenplein.nl http://www.waterland.net http://davindiplus.kennisnet.nl http://www.duurzaamwater.nl http://mediatheek.thinkquest.nl http://www.dzh.nl/renderer.do/clearState/true/menuId/60634/returnPage/59718/ http://proto.thinkquest.nl/%7Ellb130/zwaarwaterkringloop.php http://mediatheek.thinkquest.nl/~lla227/besparing.html http://www.watermuseum.nl/ www.denhaag.nl www.novib.nl www.cmo.nl www.schooltv.nl
16
Handleiding voor de leerkracht
7.
Ton met water
Keuzelessen
Als vervolgactiviteit kunt u kiezen voor onderstaande lessen: Water in muziek. Eventueel ook te doen bij een muziekles (muziekbeschouwing). Spraakwater. Eventueel ook te doen bij een les taalbeschouwing of een les drama. Water wereldwijd. Eventueel ook te doen bij een aardrijkskunde les. 7.1. Keuzeopdracht: water in muziek 7.1.1. Inhoud In deze les laat u een klassiek muziekstuk horen, waarbij de componist zich door water heeft laten inspireren. Het betreft het stuk de Moldau van de Tsjechische componist Bedrich Smetana (1824-1884). In het stuk is te horen hoe de rivier ontspringt uit 2 bronnen en aanzwelgt tot een woeste stroom. De leerlingen maken bij het muziekstuk een tekening waarin zij het verloop van de rivier tekenen naar aanleiding van de muziek die ze horen. Kunnen zij het verloop van de rivier tekenen? Waar is het een wilde stroom, waar een rustig kabbelend beekje? 7.1.2. Doelen Kinderen beseffen dat water een inspiratiebron is voor kunstenaars, waaronder componisten. Kinderen kunnen bij de muziek beelden vormen over de rivier. Zij horen aan de muziek hoe de rivier zich ontwikkelt en kunnen dit tekenen. 7.1.3. Werkvormen Naar muziek luisteren Tekenen Klassengesprek 7.1.4. Materialen Kaart van Europa Groot tekenpapier Potloden en kleurpotloden Cd van Smetana met de Moldau, track nr 2 ‘Vltava’ Cd speler Eventueel downloaden van internet: foto’s van Bedrich Smetana, de rivier de Moldau, en enkele instrumenten die ter sprake komen: jachthoorn, viool, contrabas, klarinet, dwarsfluit, pauk. 7.1.5. Voorbereiding Hang de kaart van Europa op, of projecteer deze op uw digitale schoolbord. Zet de cd speler klaar. Leg tekenpapier klaar. Download de foto’s, indien u die wilt laten zien. Voor foto’s kunt u ‘googlen’ met de naam van het instrument als trefwoord. Ook kunt u gebruik maken van onderstaande site: http://grotesmurf.madscience.nl/music/moldau2.htm 7.1.6. Tijd 30-45 minuten. 17
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
7.1.7. Lesbeschrijving Inleiding
U vertelt dat water veel kunstenaars heeft geïnspireerd, waaronder ook componisten. Bedrich Smetana was zo’n componist. Vervolgens vertelt u over Smetana en het stuk de Moldau (zie achtergrondinformatie). Terwijl u dit vertelt kunt u foto’s laten zien en op de kaart van Europa Tsjechië en de Moldau (laten) aanwijzen. Uiteraard checkt u of de kinderen begrijpen wat een componist is. Kern
Voordat u de muziek laat horen vertelt u de kinderen dat de componist geprobeerd heeft om met zijn muziek de rivier uit te beelden. U laat een klein deel van het stuk horen, opdat de kinderen zich alvast een beeld kunnen vormen. Het begin laat u nog eens horen met de vraag: Hoe kun je horen dat de rivier uit 2 bronnen ontspringt? U kunt eventueel foto’s van een dwarsfluit en een klarinet laten ziet. Vervolgens kunt u de volgende vragen met de kinderen bespreken (en daar telkens stukjes van de muziek bij laten horen) Wat hoor je hier? Wat zou er hier kunnen gebeuren? Welke instrumenten denk je te horen? (Plaatjes laten zien) Hoe hoor je dat er hier iets gebeurt? Hoe hoor je dat de rivier rustig voortgaat? Opdracht tekenen:
Vervolgens geeft u kinderen de opdracht om te tekenen wat zij horen. Zij gaan dus de rivier tekenen met haar stroomversnellingen, rustig kabbelende stukjes, et cetera. Laat de leerlingen elkaars tekeningen bekijken en vergelijken. Vragen die u hierbij kunt stellen: Wat gebeurde hier? Waarom heb je dit zo getekend? Wat zou er hier gebeurd kunnen zijn? Hoe hoor je dat de rivier wilder wordt? Hoe hoor je dat de rivier rustig voortgaat? Heb je de jacht kunnen horen? Waar herkende je de jacht aan? Heb je de bruiloft herkent? Hoe kun je de bruiloft horen? Afsluiting
U vertelt wat Smetana allemaal in het stuk gestopt heeft. U laat de muziek nogmaals horen. Achtergrondinformatie
Bedrich Smetana was een Tsjechische componist en leefde van 1824-1884. Hij was ontzettend trots op zijn land. Het stuk de ‘De Moldau’ is onderdeel van ‘Ma Vlast’, ‘Mijn vaderland.’ De Moldau is een rivier die door Tsjechië stroomt.
18
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
In het stuk van de Moldau hoor je hoe de rivier ontspringt uit 2 bronnen. Dat kun je horen door 2 verschillende fluiten (dwarsfluit en klarinet) die het geluid van druppelend en dwarrelend water nabootsen. Vervolgens hoor je hoe die twee bronnen samenkomen tot 1 rivier, die steeds sneller gaat stromen. Onderweg hoor je van alles. Er gebeurt van alles langs de oevers. Het ene moment stroomt de rivier hard, dan weer rustig. Het ene moment komt de rivier langs een bos waar gejaagd wordt. Het andere moment stroomt de rivier langs een oever waar een bruiloft gevierd wordt. Zie ook onderstaand schema. Het verhaal van de Moldau in het muziekstuk van Smetana is als volgt op te delen: minuten 0 – 102 102 146 153 200 212 224 240 252
335 345
inhoud Fluiten: de eerste bron van de Moldau. Daarbij voegt zich al snel de tweede bron (klarinet). Tokkelen op violen. triangel + bas. violen en contrabas golfbeweging Hoorngeschal. Jacht in een bos waar de rivier doorheen stroomt. Climax in de jacht, daarna wordt het weer rustiger. Rivier stroomt rustig verder. Wel een grote rivier nu. Golfbeweging is goed hoorbaar. Verandering hoorbaar. Trompetten (?). De rivier zwelt aan, wervelt. Boerenbruiloft. Rust is weergekeerd. Mystieke stuk met maneschijn en dans van feeën. Hoorns, trompetten, pauken fluiten: groots. De watervallen van St. Johannes. Hierna wordt de rivier heel breed en stroomt voorbij kasteel Vysrad, Praag binnen. De rivier wordt weer rustig en verdwijnt aan de horizon (muziek ebt weg/sterft uit). U zet de muziek uit. Het stuk gaat nog verder, maar heeft hier een natuurlijke rust ingebouwd.
19
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
7.2. Keuzeopdracht: spraakwater. 7.2.1. Inhoud In deze les taalbeschouwing staan spreekwoorden en gezegden met water centraal. 7.2.2. Doelen Leerlingen beseffen dat water in onze taal een grote rol speelt Leerlingen kunnen een aantal spreekwoorden met water noemen Leerlingen kunnen de betekenis van deze spreekwoorden beschrijven 7.2.3. Werkvormen In tweetallen spreekwoorden opschrijven Drama: leerlingen beelden de spreekwoorden uit 7.2.4. Materialen Lijst met bijgevoegde spreekwoorden, zie achtergrondinformatie. Eventueel spreekwoordenboek 7.2.5. Voorbereiding Selecteer een aantal spreekwoorden uit de lijst bij de achtergrondinformatie. 7.2.6. Tijd 30 minuten. 7.2.7. Lesbeschrijving Inleiding
U vraagt of leerlingen spreekwoorden kennen waarin water voorkomt. U vraagt ook naar de betekenis hiervan. Kern
U schrijft een aantal spreekwoorden met water op het bord, of u leest een spreekwoord voor dat de kinderen nog niet genoemd hebben. U kunt daarvoor kiezen uit de lijst die bij de achtergrondinformatie is toegevoegd. U vraagt de leerlingen om in tweetallen de betekenis op te schrijven. Afsluiting
Bespreek de spreekwoorden klassikaal na. Bij de nabespreking kunt u leerlingen ook vragen om het spreekwoord uit te beelden. Tenslotte vraagt u waarom er zoveel spreekwoorden met water zijn. Antwoord: uit het taalgebruik blijkt hoe belangrijk water is. Water is een 1e levensbehoefte, daarom zijn er zoveel spreekwoorden met water. In Nederland hebben we voldoende water. 7.2.8. Achtergrondinformatie Hieronder volgt een lijst met spreekwoorden en hun betekenis: Eb en vloed wachten op niemand. Wanneer men de geboden kans niet benut, is die voorbij. 's Werelds goed is eb en vloed. Dan weer tegenspoed, dan weer fortuin. Als het getij verloopt, moet men de bakens verzetten. Wanneer de omstandigheden veranderen, moet je andere maatregelen nemen. Dat staat als een paal boven water. Dat staat vast.
20
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
Pompen of verzuipen. Gezegd wanneer men alles moet doen om te trachten de zaak te redden. Men moet roeien met de riemen die men heeft. Men moet zich zo goed mogelijk behelpen. Een klein lek doet een groot schip zinken. Een geringe onachtzaamheid kan tot grote schade leiden. In hetzelfde schuitje zitten. Hetzelfde lot moeten ondergaan. Tegen de stroom oproeien. Zich niet storen aan de publieke opinie terwijl men zijn doel tracht te bereiken. In troebel water is het goed vissen. Er zijn er altijd die voordeel trekken uit de onenigheid van anderen. Hij is weer boven water. Hij is weer uit de nood Verdrinken eer men water heeft gezien. Slachtoffer worden van een gevaar dat men nog niet eens onderkend heeft. In zulke waters vangt men zulke vissen. Van bepaalde lieden kun je ook bepaalde dingen verwachten. Stille waters hebben diepe gronden. (1) Wie niet veel zegt, kan desondanks een diep gevoels- of gedachtenleven hebben. (2) Wie het minst spreekt is vaak het slimst. (3) Wie niets zegt, heeft vaak veel te verbergen. Waterkunstwerken: dit zijn alle door de mens gemaakte bouwwerken, die het waterpeil kunnen regelen (gemalen, stuwen e.d.) Spraakwater; Het kind met het badwater weggooien; Wonen aan het water;De kruik gaat zolang te water tot ze barst; Water naar de zee dragen; Water over Gods akkers laten stromen; Nattigheid voelen; Het water staat tot aan de lippen; Na regen komt zonneschijn;Nat achter de oren zijn;Een natje en een droogje op z’n tijd;Een waterval (stortvloed) van woorden;Een waterhoofd hebben;Wat is zwaarder: 1 Liter water of 1 kilo veertjes, Wie de badgasten bekijkt, begrijpt waarom de zee zich elke dag twéé keer terugtrekt (Gaston Durnez).
21
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
7.3. Water wereldwijd 7.3.1. Inhoud In deze les vergelijken kinderen de aanwezigheid van schoon drinkwater tussen 3 landen: Nederland, Marokko en India. Zij komen tot het inzicht dat het niet vanzelfsprekend is dat er veilig water uit de kraan komt. 7.3.2. Doelen Kinderen zijn zich bewust van het belang van schoon drinkwater. Kinderen beseffen dat niet iedereen op de wereld toegang heeft tot schoon drinkwater. Kinderen beseffen dat het erg fijn is dat we in Nederland schoon drinkwater uit de kraan hebben. Kinderen ontwikkelen een positieve houding ten op zichte van duurzaam gebruik van drinkwater. 7.3.3. Werkvormen Puzzel in tweetallen Klassengesprek 7.3.4. Materialen Werkblad ‘Puzzel water wereldwijd’, 1 per tweetal en 1 extra voor u zelf. Enveloppen, 1 per tweetal. 7.3.5. Voorbereiding Kopieer de werkbladen voor elk tweetal. Knip de puzzel in stukjes en doe ze in een envelop. Elk tweetal krijgt een envelop. 7.3.6. Tijd 30 minuten 7.3.7. Lesbeschrijving Inleiding
U vertelt dat de kinderen deze les gaan onderzoeken hoe het met de drinkwatervoorziening is in een aantal andere landen. U kunt vragen of de kinderen voorbeelden kunnen noemen van landen waar het niet vanzelfsprekend is dat er drinkwater uit de kraan komt. U kunt vragen hoe men dan aan drinkwater komt. Houd het gesprek kort! De bedoeling is dat kinderen snel aan de puzzel beginnen. Daarbij worden zij geconfronteerd met een aantal grote verschillen. Kern
Opdracht puzzel water wereldwijd In de envelop zitten 3 namen van landen, namelijk: Nederland, India en Marokko. Ook zitten er kaartjes in met daarop uitspraken over drinkwater en sanitaire voorzieningen. Het is de bedoeling dat kinderen de uitspraken leggen bij het land waar ze bij horen. Een voorbeeld: de uitspraak: ‘Water uit de kraan kun je gewoon drinken’, hoort bij Nederland. Kinderen maken de puzzel. Als ze klaar zijn controleert u de antwoorden met behulp van het originele, nog niet verknipte werkblad. Afsluiting
U controleert de antwoorden aan de hand van het werkblad dat u voor uzelf hebt achtergehouden met de klas en bespreekt deze na. 22
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
Tenslotte voert u met de klas een gesprek hierover. Doel is dat de kinderen beseffen dat zij in een luxe positie leven: er is altijd veilig drinkwater. Ze hoeven de kraan maar open te draaien. En dat ze beseffen dat het belangrijk is om dit zo te houden. Dus om te zorgen voor zo min mogelijk verspilling en vervuiling van drinkwater. De volgende vragen kunnen u helpen bij dit gesprek: Wat vind je ervan dat in India maar 1 op de 3 mensen van een toilet gebruik kan maken? Wat kunnen de gevolgen zijn van een gebrek aan wc’s? Wat kunnen de gevolgen zijn van een open riool? Waar halen mensen hun drinkwater vandaan als het niet uit de kraan komt? Waarom zou het water in Marokko en India op veel plaatsen eerst gekookt moeten worden, voordat je het drinkt? Wat zou je ervan vinden als jij eerst water moest koken, voordat je het kunt drinken? Wat kan er gebeuren als je water drinkt dat niet schoon is? Stel dat je 5 kilometer moet lopen om 20 liter drinkwater te halen. Hoeveel keer moet je dan lopen op een dag? Hoeveel uur is dat? Waarop zou je dan bezuinigen in je drinkwatergebruik? Wat wordt er door anderen (overheid, hulporganisaties) gedaan om mensen te helpen om schoon drinkwater te krijgen? Kan jij iets doen om mensen in India te helpen schoon drinkwater te krijgen? Als jij weinig kunt doen voor de mensen daar, is er dan wel iets dat je hier kunt doen, dat belangrijk is als het om drinkwater gaat? Waarom is het belangrijk dat jij geen water verspilt en vervuilt? Kan drinkwater opraken? 7.3.8. Achtergrond In de inleiding van het project heeft u de vraag gesteld of drinkwater op kan raken. Het antwoord was ja. Schoon en veilig water is immers schaars. In Nederland verkeren wij in de luxe dat we de kraan maar open hoeven te zetten en er stroomt veilig drinkwater uit. Het voorbeeld van India en Marokko laten zien dat dit helemaal niet gewoon is voor een groot deel van de mensen. In India zijn de omstandigheden het slechts. Armoede en slechte drinkwatervoorzieningen en sanitaire voorzieningen gaan hand in hand. Vervuiling van het water neemt toe door toename van het gebruik van pesticiden in de landbouw en (illegale) lozingen van fabrieken. Kinderen verkeren nog niet in de positie dat zij veel kunnen doen voor mensen in andere landen die lijden onder problemen met drinkwater. Behalve misschien een deel van hun zakgeld overmaken op het gironummer van een hulporganisatie of een inzamelingsactie op school organiseren. Misschien hebben een aantal kinderen wel een regenton bij huis, die gekocht is bij het project ‘Ton voor water.’ In dat geval hebben hun ouders een actie van de NOVIB en de gemeente Den Haag ondersteund, waarbij afkoppelen hier hand in hand ging met geld vrijmaken voor waterprojecten ‘daar.’ Van elke regenton die de gemeente verkocht, ging namelijk een deel van de opbrengst naar waterprojecten van de NOVIB. Ondanks de bescheiden bijdrage aan oplossingen voor mondiale waterproblemen die kinderen kunnen leveren, kunnen kinderen wel degelijk iets doen. Zij kunnen ervoor zorgen dat we in Nederland niet in een situatie terechtkomen waarin het verkrijgen van schoon drinkwater een probleem wordt. Dus zuinig omspringen met en niet vervuilen van water is essentieel. Kinderen hebben in dit project geleerd hoe zij daar een bijdrage aan kunnen leveren.
23
Handleiding voor de leerkracht
Ton met water
Puzzel water wereldwijd
Nederland
Marokko
India
In veel dorpen en steden moet Water moet hier eigenlijk altijd je het water eerst koken voordat eerst gekookt worden voordat je je het drinkt. het drinkt. De meeste mensen hebben een Veel vrouwen moeten elke dag Iedereen heeft thuis schoon kraan of een waterput thuis of een 1 uur lopen om drinkwater drinkwater uit de kraan. dicht bij huis. Sommige mensen te halen. moeten ver lopen. 1 op de 3 mensen kan gebruik maken van een toilet. Soms Alle huizen hebben een eigen 3 van de 4 mensen kunnen moeten ze daar met de hele toilet gebruiken maken van een toilet. straat mee doen. 2 van de 3 mensen plast of poept in de struiken of op straat. Iets meer dan de helft van alle Een klein deel van de toiletten Bijna alle toiletten zijn toiletten zijn aangesloten op zijn aangesloten op een aangesloten op een riolering. een riolering riolering. Het riool ligt meestal onder de Een deel van het riool ligt open. Het riool ligt onder de grond. Je grond. Je ziet en ruikt er dan Het stinkt hier en het stikt van de ziet en ruikt er niets van! niets van. vliegen! In de grote steden kun je meestal wel een douche Je wast je door een emmer Om je te wassen kun je elke dag nemen, maar op het platteland water over je heen te gooien, of een douche nemen. zul je je aan de kraan of bij de in een rivier. put moeten wassen. Niet veel mensen hebben een Bijna niemand heeft een auto! Om hun auto te wassen, rijden auto. Als zij een auto hebben, Koeien daarentegen wel. En de mensen naar de wasstraat bij dan hebben zij meestal ook een koe wordt regelmatig goed het tankstation. bediende die de auto met een gewassen in de rivier! emmertje sop wast. Veel kinderen sterven als gevolg Er gaan geen kinderen dood als Er sterven zelden kinderen als van het drinken van vervuild gevolg van het drinken van gevolg van vervuild drinkwater. water. Zij krijgen diarree en vervuild drinkwater drogen uit. Water uit de kraan kun je gewoon drinken.
24