Mystery guest Handleiding voor de leerkracht – Groep 7
Colofon © 2004 Cubiss Tilburg Juni 2006 Rode Draad\2006-2007\leerkracht\groep 7 Mystery guest\240506
Inhoudsopgave
pagina
1.
Inleiding
5
2.
Introductieactiviteit Mystery guest
5
2.1
Vragen Mystery guest
7
3.
Schrijver op bezoek; aanvullende suggesties
9
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Vragen bedenken bij het Mystery guest bord Werkboekje schrijver op school Kaftje kijken Rebus op het schoolbord Wie van de drie Interview Wie wordt de voorleeskampioen? Een kinderboekenmuseum Een illustrator op bezoek
10 10 11 11 11 12 12 13 13
1.
Inleiding
In groep 7 weten kinderen al veel van boeken. Ze kunnen zelf een keus maken uit de grote hoeveelheid in de kast. Ze weten precies welke boeken het mooist of het spannendst zijn. Ook heel belangrijk is dat ze weten hoe en waar ze dat leuke boek kunnen vinden. Daarnaast hebben ze ook al wat ervaring in de klas opgedaan met het schrijven van een verhaal of opstel en hoe moeilijk dat kan zijn. Kinderen vinden het vaak heel erg leuk om een schrijver of illustrator in levende lijve te ontmoeten. Meestal vragen ze hem of haar het hemd van het lijf. Een bezoek kan een extra stimulans zijn om nog meer van zijn of haar werk te gaan lezen. Bij het bezoek van de illustrator kan ingegaan worden op de verschillende teken- en schildertechnieken. Lessen over druktechnieken en hoe een boek gemaakt wordt passen goed bij de voorbereiding voor een kennismakingsbezoek met een schrijver of illustrator. Doelstellingen bij een bezoek van een schrijver of illustrator zijn: - waardering hebben voor een schrijver - waardering hebben voor de illustraties van een illustrator - kennis hebben van de verschillende fasen in het totstandkomen van een boek - plezier in lezen verhogen. Om het bezoek van een schrijver te introduceren biedt de Rode Draad de activiteit Mystery guest. Met deze activiteit kan de bezoekende schrijver of illustrator geïntroduceerd worden. Indien er geen bezoek van een schrijver of illustrator wordt georganiseerd, kan deze activiteit een collectie boeken van een schrijver of illustrator introduceren. In deze handleiding vindt u een beschrijving van deze activiteit met daarbij enkele verwerkingssuggesties. Enkele suggesties voor het voorbereiden van een schrijvers- / illustratorbezoek treft u eveneens in deze handleiding aan.
2.
Introductieactiviteit Mystery guest
Mystery guest is een spel dat de bezoekende schrijver of illustrator onthult. Het spel is gebaseerd op het tv-spel ‘Get the picture’. U ontvangt van de bibliotheek een magneetbord met 24 bordjes. De bordjes zitten op nummervolgorde op het magneetbord. Op elk bordje staat een letter. Op het magneetbord, onder de bordjes, is een foto van de Mystery guest bevestigd. In deze handleiding vindt u verschillende vragen over schrijvers, boeken en allerlei zaken die met lezen te maken hebben. Het antwoord op de vraag begint met de letter die op de bordjes is afgedrukt. Na elke goed beantwoorde vraag wordt het betreffende bordje verwijderd en verschijnt er een deel van de foto van de Mystery guest. Als alle vragen beantwoord zijn is de foto van de schrijver of illustrator die op bezoek komt helemaal zichtbaar. U kunt de leerlingen laten raden wie de Mystery guest is. Op veel leesboeken staat op de achterkant van het boek een foto van de auteur afgebeeld. Misschien herkennen de kinderen de persoon van de boeken die ze gelezen hebben.
5
Als de kinderen de Mystery guest niet herkennen van de foto dan kunt u ze nog wat andere tips geven: - u heeft van de bibliotheek een kleine collectie ontvangen met boeken van de bezoekende schrijver. Aan de hand van deze collectie kunt u iets vertellen over het soort boeken dat de auteur geschreven heeft. - lees een aantal korte fragmenten voor uit een aantal boeken - plak op een aantal boeken de naam van de auteur af. Herkennen de leerlingen de boeken? U kunt het stellen van de vragen spreiden over een hele week. Elke dag stelt u vier of vijf vragen. De vragen zullen soms meteen beantwoord kunnen worden, soms zullen ze nader zoekwerk vereisen. Leerlingen kunnen dan in kleine groepjes opdracht krijgen om iets te zoeken op internet of in de bibliotheek. U kunt de leerlingen ook herinneren aan de activiteit zoeken in de bibliotheek die in groep 6 heeft plaatsgevonden. Tip: Voorafgaand aan deze activiteit kunt u een les besteden aan internetsites rondom schrijvers en boeken. Leuke websites zijn bijvoorbeeld: www.leesplein.nl Een site van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (Nederland). De site is een verzamelpunt voor leesbevordering ten behoeve van kinderen en jongeren. Er is van alles te vinden wat maar enigszins te maken heeft met jeugdboeken en lezen zoals informatie over schrijvers en tekenaars, bekroningen, boekenlijstjes, nieuws en weetjes. www.villakakelbont.be Deze site zou je een Belgische variant van de leespleinsite kunnen noemen. De site wordt bijgehouden door het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur. Hier vindt men onder andere ook weer schrijversinformatie, nieuws en leestips. www.leesfeest.nl Een onafhankelijk leesbevorderingsproject van de Stichting Leesfeest. Naast schrijversinformatie en nieuws vindt u hier ook recensies, columns van schrijvers en elke week een boekhoroscoop. www.goudenmuis.nl Vanaf mei 1999 richtte deze site elke maand een schijnwerper op een schrijver. Met de site konden kinderen chatten of e-mailen met de schrijver van de maand. In de ‘Archiefkast’ kunnen kinderen alle schrijvers die in de schijnwerper stonden nogmaals bekijken. Vanaf mei 2004 is de site De Gouden Muis gestopt. De site blijft nog wel bestaan maar er komen geen nieuwe schrijvers van de maand bij. http://home.wanadoo.nl/richard.thiel Een kinderboekenpagina met veel informatie over schrijvers, allerlei lijstjes met kinderboeken en informatie per land. Hier vinden kinderen bijvoorbeeld het antwoord op de vraag naar de jaarlijkse prijs voor het beste Belgische kinderboek. www.google.nl of www.davindi.nl (de zoekmachine van Kennisnet) Een woord intypen in deze zoekmachines levert ook vaak succes op.
6
2.1
Vragen Mystery guest De vragen kunnen in willekeurige volgorde gesteld worden. U kiest zelf of u laat de kinderen de volgorde bepalen. U vindt bij elke letter een reservevraag die u kunt gebruiken als u een vraag te moeilijk vindt of als de leerlingen het antwoord op een vraag niet kunnen vinden. Uiteraard kunt u zelf ook een eigen vraag aan de kinderen stellen. B= B=
B=
F=
F=
G= G=
G= G=
H= H=
H=
H=
J=
In België wordt het beste kinderboek elk jaar bekroond met een ………? Antwoord: Boekenleeuw Anke de Vries schreef een boek waarin kindermishandeling voorkomt. Hoe heet dit boek? Antwoord: Blauwe plekken reservevraag: Over welke hoofdpersoon schreef Marc de Bel een aantal boeken? …. en het bagbag-juweel …. en de bende van Bork …. en de bakfiets-bioscoop Antwoord: Blinker Een dierenverhaal met aan het einde een wijze les is een ………? Bijvoorbeeld: Het verhaal van de vos en de raaf. Antwoord: Fabel reservevraag: Hoe heet de hamster uit het boek van de schrijver Dietof Reiche? Antwoord: Freddie e Welke twee Duitse broers schreven in de 18 eeuw veel sprookjes? Antwoord: Grimm De Belgische schrijver Patrick Lagrou schreef in 2000 twee boeken die beginnen met deze letter. Kun je er een noemen? Antwoord: Gruwelbad of Griezels op school De boeken van Paul van Loon zijn meestal ………? Antwoord: Griezelig reservevraag: Welk boek kreeg in 2003 de Gouden Griffel? Antwoord: Godje van Daan Remmerts de Vries Wat is de naam van de uil van Harry Potter? Antwoord: Hedwig Roald Dahl schreef een boek waarin een jongen verandert in een muis. Hoe luidt de titel van dit boek? Antwoord: Heksen Carry Slee schreef een boek over twee krengerige dames in fladderjurken die niets liever doen dan iedereen plagen en pesten en prijzen afhandig maken om hun prijzenkast vol te krijgen. Hoe heet dit boek? Antwoord: Hebbes reservevraag: Wie schreef het boek 'De suikersmoes?' Antwoord: Mieke van Hooft Hoe heet de slonzige meester uit de boeken van Jacques Vriens? Antwoord: Meester Jaap
7
J= J=
K= K= K= K= K=
L= L=
L=
O=
O=
P=
P=
R= R=
Hoe heet het aapje uit het boek 'Alleen op de wereld' van Hector Malot? Antwoord: Jolie Coeur reservevraag: Hoe luidt de titel van het boek van Roald Dahl over een jongen die een toverdrank maakt? Antwoord: Joris en de geheimzinnige toverdrank In welk boek van Joke van Leeuwen heeft een jongen zeven zingende zussen? Antwoord: Kukel Voor welke krant schreef de journalist Tibbe (uit het boek Minoes) stukjes? Antwoord: Killendoornse Courant In welke stad speelt het verhaal 'Gekaapt' van Thea Beckman? Antwoord: Kampen Wat is de naam van de serie met griezelboeken? Antwoord: Kippenvel reservevraag: Wat is de naam van een hotel uit de boeken van Jacques Vriens? Antwoord: Hotel De Korenwolf Welke Zweedse schrijfster schreef over Pippi Langkous? Antwoord: Lindgren In een gedicht van Annie M.G. Schmidt komt een koningin voor die naar het volk zwaaide met een namaakhand. Uit welk land komt deze koningin? Antwoord: Lombardije reservevraag: Een bekende uitgever van kinderboeken. De naam van deze uitgeverij staat meestal voorop de boeken. Antwoord: twee mogelijkheden Leopold of Lemniscaat Welk woord ontbreekt bij de volgende boektitels? Hoe ……… ik mezelf? Hoe ……… ik de brugklas? Hoe ……… ik mijn eerste zoen? Hoe ……… ik mijn vakantie? Hoe ……… ik een gebroken hart? Antwoord: overleef reservevraag: Wat is de titel van een boek van Annie M.G. Schmidt over een meisje en haar vader die kok is in een hotel? Antwoord: Otje In de Kinderboekenweek krijgt het boek met de mooiste illustraties een Gouden ……..? Antwoord: Penseel reservevraag: Wie is het schoolhoofd van de toverschool Zweinstein uit de boeken van Harrie Potter? Antwoord: Perkamentus Hoe heet het hockeyskate-team uit de boeken van Mirjam Oldenhave? Antwoord: (The) Rolling Bones reservevraag: Hoe heet de vriend van Harrie Potter? Antwoord: Ron Wemel
8
S= S= S=
S=
V= V=
3.
Hoe heet de vader van Polleke uit de boeken van Guus Kuijer? Antwoord: Spiek Jerome en Lambiek zijn twee beroemde figuren uit de strip……….? Antwoord: Suske en Wiske Cornelia Funke schreef een avonturenverhaal over een bende stelende straatkinderen. Maak de titel van het boek af: De dievenbende van ……… Antwoord: Scipio reservevraag: Schrijfster Leny van Grootel schreef een boek over een groep zeven. Wat is de titel van dit boek? Antwoord: Schatten van groep 7 Over welke sport schrijft Vivian den Hollander in haar boeken? Antwoord: Voetbal reservevraag: Welke schrijfster schrijft voornamelijk historische boeken zoals 'De guillotine', 'Zwarte sneeuw', 'Bloedgeld', en 'De slavenring'? Antwoord: Simone van der Vlugt
Schrijver op bezoek – aanvullende lessuggesties
Een bezoek van een schrijver of illustrator wordt een succes als het bezoek goed voorbereid wordt. Het bezoek gaat nog meer leven als u in deze periode een boek van de schrijver voorleest. Onderstaande les- en verwerkingssuggesties kunnen helpen de boeken van de bezoekende schrijver aan de kinderen te presenteren en het bezoek van de schrijver goed voor te bereiden. Het doel is steeds leerlingen kennis te laten maken met de boeken van de bezoekende schrijver en ze te motiveren om de boeken te gaan lezen. De volgende suggesties zijn uitgewerkt: - vragen bedenken voor het Mystery guest-bord - werkboekje Schrijver op bezoek - kaftje kijken - rebus op het schoolbord - wie van de drie? - interview - wie wordt de voorleeskampioen? - kinderboekenmuseum - een illustrator op bezoek.
9
3.1
Vragen bedenken voor het Mystery guest-bord Leerlingen gaan na de introductieactiviteit Mystery guest de verschillende boeken lezen van de bezoekende schrijver of illustrator. Na een aantal weken kunt u een groepje leerlingen vragen laten bedenken over de schrijver en zijn boeken. De antwoorden kunnen beginnen met de letters die op de bordjes van het magneetbord zijn vermeld. Dit is wellicht een moeilijke opgave. Het is eenvoudiger om 24 vragen te bedenken waarvan het antwoord goed of fout is. De internetsites die in deze handleiding genoemd zijn kunnen ook een prima hulpmiddel zijn voor het bedenken van de vragen. Steeds meer kinderboekenschrijvers hebben ook een eigen website. Het spelen van het spel kan vervolgens op verschillende manieren: - Het groepje leerlingen presenteert het spel Mystery guest voor de rest van de klas. Op deze manier komen de kinderen veel van de schrijver en zijn of haar boeken te weten. De afbeelding van de schrijver die tevoorschijn komt na het beantwoorden van alle vragen is hierbij ook bruikbaar. Eventueel bedenken de leerlingen vooraf een andere Mystery guest (schrijver of popidool of …) die ze graag ook een keer in de klas op bezoek willen hebben. Een bestaande poster of een gedownloade afbeelding (en vergroot op A3) van de nieuwe Mystery guest kan dan op het magneetbord bevestigd worden. - Het spel kan ook gespeeld worden als het bezoek van de schrijver of illustrator plaatsvindt. De antwoorden kunnen eventueel door de schrijver zelf gegeven worden. Hoe goed kent de schrijver zichzelf?
3.2
Werkboekje 'Schrijver op bezoek' Het bezoek van de schrijver heeft de meeste kans van slagen als de leerlingen goed voorbereid zijn voordat de schrijver in de klas komt. Hiervoor lezen de kinderen een of meerdere boeken van de schrijver. De hele klas bereidt vragen voor die aan de schrijver gesteld zullen worden. In het werkboekje 'Schrijver op bezoek' noteert elke leerling enkele vragen die hij of zij aan de schrijver wil stellen. Bovendien kunnen de leerlingen in het werkboekje allerlei gegevens betreffende de schrijver en zijn of haar boeken noteren. Tijdens het bezoek van de schrijver kan het storend zijn als de leerlingen steeds het werkboekje in de handen hebben en er mee gaan spelen. Dit kunt u voorkomen door een aantal leerlingen aan te wijzen die een vraag mogen stellen. Als deze leerlingen aan de beurt zijn om de vraag te stellen kunt u ze het werkboekje geven waar de vraag in staat. Aan de schrijver kunt u vooraf vragen of hij of zij het bezwaarlijk vindt als leerlingen vragen om een handtekening in het werkboekje. Het werkboekje met de handtekening wordt zo een leuk aandenken aan het bezoek van de schrijver.
3.3
Kaftje kijken Deze activiteit kunt u gebruiken om de verschillende boeken van de bezoekende schrijver aan de leerlingen te presenteren. De boeken van de schrijver liggen op uw tafel in de klas. U heeft vooraf de titels van de boeken afgeplakt met stroken papier. U laat een boek zien en u laat de leerlingen raden naar het verhaal: - wat voor soort verhaal is het (spannend, griezelig, gezellig, sprookjesachtig, realistisch enz.)? - waar zou het boek over kunnen gaan? - wie zijn de hoofdpersonen of hoofdfiguren in het boek? 10
Daarna laat u de kinderen een titel bedenken voor het boek dat bij de omslag past.Tenslotte leest u een fragment voor uit het boek. Bijvoorbeeld de eerste twee bladzijden of u leest de informatie op de achterkant van het boek. Na het voorlezen onthult u de titel van het boek en u vraagt wie het boek wil gaan lezen. Vervolgens presenteert u het volgende boek. U kunt er voor kiezen om in een week elke dag een boek op deze manier te presenteren. 3.4
Rebus op het schoolbord Een snelle manier om in de klas een boek onder de aandacht te brengen is de volgende: u schrijft de titel van een boek van de bezoekende schrijver in de vorm van een rebus op het bord. De leerlingen proberen deze boektitel te ontcijferen. Daarna begint u een kort gesprekje over het boek: wat voor soort verhaal is het, waar gaat het boek over, wie zijn de hoofdpersonen. Tenslotte leest u een klein fragmentje uit het boek voor. Na het voorlezen vraagt u welke kinderen het boek willen gaan lezen. Net zoals bij de suggestie 'Kaftje kijken' kunt u er voor kiezen om een paar dagen achter elkaar steeds een boektitel door middel van de rebus te presenteren.
3.5
Wie van de drie De volgende suggestie komt van Rindert Kromhout. Deze schrijver werd een keer op een basisschool op de volgende manier door een klas ontvangen: Rindert Kromhout kwam de klas binnen en hij moest tussen de kinderen gaan zitten. Voor in de klas zat een kind dat zich voorstelt als Rindert Kromhout. De overige kinderen in de klas gingen vervolgens vragen aan hem stellen over zijn leven en zijn boeken. De leerling die Rindert Kromhout speelde had zich goed voorbereid. Nadat er een aantal vragen beantwoord waren twijfelde de leerkracht aan het waarheidsgehalte van de antwoorden en stelde de klas voor om de echte Rindert Kromhout op de stoel plaats te laten nemen. Een variatie op dit rollenspel is een aangepaste versie van het bekende tv-spel 'Wie van de drie'. Drie kinderen bereiden zich voor op de rol van de schrijver en een kind of eventueel de leerkracht is de spelleider. De spelleider stelt de schrijver voor: "Mijn naam is ..... . Ik schrijf jeugdboeken. Was getekend .....". De 'echte schrijver' zit in de jury met twee andere kinderen. De overige leerlingen stellen vragen die vooraf voorbereid zijn. Voorbeelden van vragen zijn: - waar en wanneer werd u geboren? - hoe bent u met schrijven begonnen? - wat voor soort boeken schrijft u (sprookjes, fantasie, over school of dieren enz.)? - heeft u prijzen voor uw boeken gekregen? - zo ja, welke prijzen? - vragen over boeken van de schrijver - welke boeken vindt de schrijver leuk? - wie is de lievelingsschrijver (van jeugdboeken) van de schrijver?
11
U moet dit spel niet te lang laten duren. Het is immers een introductie op het schrijversbezoek. De vragen die door de leerlingen zijn voorbereid hoeven niet allemaal gesteld te worden tijdens het spel, maar kunnen natuurlijk wel allemaal aan de 'echte' schrijver gesteld worden. De leerlingen die de schrijver spelen en de leerlingen die de vragen stellen kunnen zich voorbereiden met documentatiemateriaal over de schrijver van de bibliotheek. 3.6
Interview Een aantal leerlingen spelen de hoofdpersoon uit een boek van de bezoekende schrijver en laten zich interviewen door de overige leerlingen van de klas. De kinderen die een hoofdrol spelen uit een boek krijgen een week de tijd om het boek te lezen en zich goed in te leven. Bovendien bereiden ze een fragment voor dat ze later moeten voorlezen. Samen met de andere kinderen in de klas bereidt u algemene vragen voor die aan de hoofdpersonen gesteld kunnen worden. Bijvoorbeeld: - wie ben je? - waar woon je? - heb je familie, wie is je familie? - wat heb je beleefd? Tijdens het voorbereiden van de vragen verkleden de leerlingen zich die de hoofdpersonen spelen. Als de vragen zijn voorbereid en de kinderen zijn verkleed kan het spel beginnen. De hoofdpersoon zit op een stoel voorin de klas en stelt zich aan de andere leerlingen voor: "Hallo ik ben ... . Ik ben hier gekomen omdat er een boek over mij is geschreven. Dat boek heet ...... . Wat willen jullie van mij weten?" Vervolgens stellen de kinderen uit de klas een aantal vragen aan deze hoofdpersoon. Als afsluiting leest deze hoofdpersoon een stukje voor uit het boek. Daarna is de volgende hoofdpersoon aan de beurt. Tijdens het bezoek van de schrijver kan eventueel een leerling het uitspelen van een hoofdpersoon herhalen. Een schrijver zal het erg waarderen als hij of zij ziet wat de kinderen naar aanleiding van de boeken gedaan hebben.
3.7
Wie wordt de voorleeskampioen? In het kader van het schrijversbezoek kunt u met de klas een voorleeswedstrijd organiseren. Niet ieder kind uit de klas hoeft mee te doen. U kunt om vrijwilligers vragen. De luisteraars zijn minstens zo actief: zij dienen een afgewogen oordeel te geven over het gehoorde. De boeken waaruit voorgelezen wordt zijn natuurlijk allemaal van de bezoekende schrijver. Op de volgende bladzijden vindt u twee kopieën uit het spelregelboekje van de jaarlijkse Nationale Voorleeswedstrijd: -Voorleestips voor de deelnemers en Jury Nationale Voorleeswedstrijd. Tijdens het bezoek van de schrijver op school kan de winnaar van de voorleeswedstrijd nogmaals het winnende fragment voorlezen. Indien het schrijversbezoek in de periode september–december plaatsvindt kunt u overwegen om de schoolwinnaar mee te laten doen met de rondes van de Nationale Voorleeswedstrijd. Voor 1 december moet de schoolwinnaar aangemeld zijn. 12
Een informatiepakket is aan te vragen tot 1 oktober bij: Stichting Lezen p/a De Waag Nieuwmarkt 4 1012 CR Amsterdam tel. 020-623 05 66 3.8
Een kinderboekenmuseum Het Kinderboekenmuseum (Prinses Irenepad 10 in Den Haag) heeft een permanente expositie met een thematisch overzicht van de Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur. De deelthema's zijn in het museum ondergebracht in afzonderlijke kamertjes. Hierin zijn boeken te zien, fragmenten te lezen en persoonlijke eigendommen van de schrijvers te bewonderen. Verschillende kunstige objecten verbeelden de boektitels in de kabinetten. Bijvoorbeeld het boek 'Op de kop in de prullenbak' van Guus Kuijer wordt verbeeld door een etalagepop die met het hoofd in de prullenbak staat. U geeft de leerlingen bijvoorbeeld de opdracht om in groepjes de boektitels van de bezoekende auteur met behulp van allerlei materiaal te verbeelden. De boektitel kan uitgewerkt worden in een groot kunstwerk, maar een uitwerking in een schoenendoos (als een soort vitrine) geeft ook een leuk effect. Alle uitgewerkte titels bij elkaar vormen het kinderboekenmuseum van de bezoekende schrijver. De schrijver brengt natuurlijk ook een bezoek aan dit museum. Indien u deze periode een ouderavond organiseert dan kan het museum opengesteld worden: het geeft aan ouders een leuk beeld van de manier waarop hun kinderen bezig zijn geweest rondom boeken.
3.9
Een illustrator op bezoek -
-
-
-
De leerlingen schrijven een kort verhaal (maximaal een half A-4 vel) en geven dat door aan hun buurman of buurvrouw. Die kiest een trefwoord of thema en maakt een tekening bij het verhaal. Laat de tekstschrijvers iets vertellen over de gemaakte tekeningen. Zijn ze tevreden? In groepjes van twee leerlingen kiezen de kinderen een thema, waarbij ze allebei twee tekeningen maken over het onderwerp. Vervolgens bepalen ze zelf de volgorde van de vier tekeningen, die aan de groep gepresenteerd worden. De leerkracht bepaalt het onderwerp dat door alle leerlingen getekend wordt op de helft van het tekenpapier. Ze vermelden hun naam op de tekening. Vervolgens worden de tekeningen verzameld en opnieuw uitgedeeld, alle leerlingen hebben een door een ander getekend vel voor zich. Het tweede onderwerp wordt bekendgemaakt. Bijvoorbeeld opa/oma, een zonnige/regenachtige dag, enz. Na deze tekenronde krijgt de eerste tekenaar zijn tekening terug en geeft commentaar op de tweede tekening. Verschillende tekentechnieken en materiaalsoorten beïnvloeden het maken van een tekening. Kleurpotloden, wasco, verf of inkt bepalen de sfeer van een tekening. De leerlingen kunnen dit ervaren door in één tekening meerdere materialen te gebruiken. Om vaart in het verhaal te krijgen worden verschillende scènes ook uitgebeeld in een illustratie. Geef de leerlingen de opdracht om beweging in een tekening te brengen. De opdracht is dan om een bewegend voorwerp te tekenen.
13
-
-
De leerlingen maken een boekomslag van hun favoriete boek. Op de achterkant beschrijven ze kort waarover het boek gaat. Of ze maken op de achterkant een reclametekst voor het boek. De leerkracht kiest een boek van de illustrator die op bezoek komt. Hij leest een spannend fragment voor en stopt op het moment dat er in het boek een opvallende illustratie volgt. Die wordt niet aan de leerlingen getoond. De kinderen krijgen de opdracht om bij dit fragment een illustratie te tekenen. Alle tekeningen worden verzameld en gezamenlijk bekeken. De tekeningen kunnen worden vergeleken met de tekening in het boek. Dan wordt de verzameling tekeningen aangeboden aan de illustrator tijdens het bezoek of als tentoonstelling opgehangen in de bibliotheek. (Met dank aan het Ideeënboek 'Illustratoren op school'; samengesteld door Paul Vierboom, Rotterdam: Oscar Romeroschool, 1992.)
14