Toetsingskader Joint Education TU Delft Vastgesteld door het College van Bestuur op 10 februari 2009
I. Inleiding Doel Toetsingskader Het College van Bestuur heeft in oktober 2006 een Toetsingskader Joint Education vastgesteld, omdat het aantal initiatieven voor het ontwikkelen van gezamenlijke masteropleidingen met instellingen in het buitenland snel toenam. Het toetsingskader was nodig: • om de regie op dergelijke initiatieven te versterken en om de besluitvorming hierover te stroomlijnen. • als handleiding voor faculteiten die overwegen een joint of double degree te starten. Het onderwerp ‘Joint Education’ heeft ook nadien flink wat enthousiasme losgemaakt binnen de TU Delft en de ontwikkelingen zijn snel gegaan. Van alle Nederlandse HOinstellingen telt de TU Delft inmiddels het grootste aantal Erasmus Mundus-participaties. De in Erasmus Mundus-verband en daarbuiten opgedane ervaringen met Joint Education nopen nu tot een aanpassing van het Toetsingskader. Definities In internationaal verband wordt de term Joint Education gebruikt voor de verzameling van onderwijsprogramma’s of opleidingen die door meerdere instellingen worden verzorgd. Ook de TU Delft hanteert deze term. De TU Delft onderscheidt in de praktijk twee soorten van joint education: joint degree en double degree. Onderstaand worden daarvoor de definities gegeven. Bij beide varianten geldt dat de verantwoording voor de opleiding door beide instellingen samen wordt gedragen. Joint degree1: Een joint degree is een (nieuwe) gemeenschappelijke opleiding tussen 2 of meer H.O.instellingen, met 1 set van eindtermen, 1 gezamenlijke examencommissie en opleidingscommissie, 1 OER, 1 gezamenlijk kwaliteitszorgsysteem en 1 getuigschrift met de logo’s van de betrokken instellingen. Double degree: Bij een double degree wordt de student de mogelijkheid geboden om bij twee instellingen af te studeren met hooguit een beperkte toevoeging aan de studielast: grotendeels gelijke eindtermen, 2 OER-en, 2 diploma´s maar een grotendeels gezamenlijk programma. Via vrijstellingen wordt door de examencommissie de gelijkwaardigheid van studieonderdelen van de andere opleiding erkend. Onder dit toetsingskader vallen ook de Erasmus Mundus programma’s, waarvoor evenwel aanvullende inhoudelijke en procedurele eisen worden gesteld als gevolg van Europese richtlijnen.
1 Door de wet worden joint degrees op dit moment nog niet toegestaan. Naar verwachting wordt vanaf september 2009 deze mogelijkheid door de nieuwe Wet Versterking Besturing H.O. geboden. Tot die tijd is er in feite sprake van een double degree of wel bi-diplomering die voortkomen uit bestaande masteropleidingen.
Toetsingskader Joint Education TU Delft gewijzigd vastgesteld op 10-2-2009
1
II. Beoordelingscriteria voor een joint education opleiding. Het College van Bestuur besluit aan de hand van de volgende toetsingscriteria over een facultair verzoek voor een Joint Education-programma. De criteria zijn afgeleid van de beoordelingscriteria in het bestaande Protocol TU Delft voor Nieuwe Opleidingen, dat in het voorjaar van 2003 door het College van Bestuur is vastgesteld, en de criteria om de ‘preferredness’ van een partner te bepalen zijn, zoals door het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht in december 2005 zijn gepresenteerd. Daarbij wordt bewust geen onderscheid gemaakt tussen joint en double degrees. A. Strategisch belang TU Delft
A1. Passend in onderwijs- en onderzoeksportfolio
Het nieuwe programma past in de onderwijs- en onderzoeksportfolio van de TU Delft gericht op het versterken van focus en massa. Te beoordelen aan: de relatie met erkende onderwijs- en onderzoeksprogramma´s.
A2. De kwaliteit van de partnerinstelling De partnerinstelling is van goede en evidente kwaliteit en status en hanteert een gespecificeerd kwaliteitstandaard. Te beoordelen aan: (inter)nationale rankings, nationale accreditaties, concrete samenwerkingservaringen, de interne kwaliteitszorg bij de partnerinstelling.
A3. Nieuwe doelgroepen
Het programma trekt (inter)nationale studenten aan die anders niet voor een masteropleiding van de TU Delft zouden kiezen. Of: het programma bestrijkt een uniek domein dat nog niet eerder als opleiding of mastertrack door de TU Delft wordt aangeboden. Te beoordelen aan: marktanalyse onder potentiële studenten, internationale benchmark.
A4. Versterking internationale uitstraling van de TU Delft
Het programma levert een (inter)nationaal herkenbaar diploma op en zet de TU Delft sterker op de internationale kaart. Te beoordelen aan: internationale benchmarking.
B. Kwaliteit van de opleiding De opleiding(en) waarmee de samenwerking wordt aangegaan is/zijn van evidente kwaliteit. Te beoordelen aan: visitatieresultaten, (inter)nationale rankings, toetsing van de ingangseisen van de masteropleiding die de partnerinstelling in de relevante discipline verzorgt. C. Financiële aspecten
C1. Kostenefficiëntie
Het programma betreft een kennisdomein van de TU Delft dat door de samenwerking met een partner nieuw bestaansrecht krijgt doordat de beperkte capaciteit wordt aangevuld met de capaciteit van een partner (bundeling van krachten)
Toetsingskader Joint Education TU Delft gewijzigd vastgesteld op 10-2-2009
2
Te beoordelen aan: beschikbare capaciteit om onderwijs en onderzoek te verzorgen.
C2. Financieel fundament
Het (te ontwikkelen) programma is levensvatbaar in termen van noodzakelijke vóórinvesteringen, en kosten-baten-verhouding van het programma. Een reëel studentenaantal is voor de levensvatbaarheid van groot belang. Het (te ontwikkelen) programma zorgt voor of draagt bij aan een jaarlijkse (gemiddelde) instroom van ten minste 20 studenten per masteropleiding of -track. Daarnaast moet duidelijk zijn dat in het plan rekening is gehouden met de gewijzigde bekostigingssystematiek voor non-EER studenten per 2009. Te beoordelen aan: marktanalyse onder potentiële studenten en beroepenveld, kosten-baten analyse (zie bijlage 2).
D. Praktische uitvoerbaarheid Het programma is uitvoerbaar in termen van semesterindeling, verblijfsrecht, huisvesting en andere randvoorwaardelijke aangelegenheden. Deze zaken zijn beschreven in de ‘Korte praktische handleiding voor de start van een Joint Education-programma’ (bijlage 3 bij het Toetsingskader). Te beoordelen aan: schets van invulling randvoorwaarden en andere praktische bijkomstigheden (zie onder VI), advies directeur O&S, etc. III. Richtlijn voor de invulling Bij de inrichting van het onderwijsprogramma ten behoeve van een Joint Educationprogramma zijn de kwaliteitseisen ten aanzien van het onderwijs zoals de TU Delft die hanteert, leidend. Bij de invulling dient daarom in ieder geval met het onderstaande rekening te worden gehouden: - In geval van een nieuwe opleiding: De eindtermen van de joint education degree zijn internationaal gebenchmarkt, dat wil zeggen: ze zijn vergeleken met de qualification profiles van gerenommeerde opleidingen2, getoetst bij de potentiële internationale arbeidsmarkt, en gerelateerd aan bestaande masteropleidingen van beide instellingen. - In geval van een bestaande opleiding: De eindtermen van de bestaande opleiding van de TU Delft zijn uitgangspunt en referentiekader voor het programma en de inrichting van de degree. - In geval van een Erasmus Mundus-programma: de opleiding wordt door maximaal vijf partners aangeboden waarbij het te volgen programma door maximaal twee partners wordt verzorgd. - In alle gevallen worden de volgende normen gehanteerd: * Het afstudeerwerk wordt onder de (mede-) verantwoordelijkheid van docenten van de betrokken opleiding van de TU Delft uitgevoerd.
2 In IDEA League verband zijn dergelijke qualification profiles opgesteld voor verschillende TUD-disciplines. Zie op www.idealeague.org
…. Toetsingskader Joint Education TU Delft gewijzigd vastgesteld op 10-2-2009
3
* Minimaal 40% van de studiepunten wordt door de betrokken faculteit of opleiding van de TU Delft verzorgd, waarbij het afstudeerwerk voor 50% wordt meegeteld. * Het totale programma is coherent en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de partners. - Gezamenlijke verantwoordelijkheid zal bestaan voor de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs, de accreditatieprocedure en de macrodoelmatigheidsprocedure en de aan die onderwerpen verbonden rechten en plichten. De partners dienen daarover heldere afspraken te maken, met name over de kwaliteitsbewaking van de joint education degree. - Definitieve besluitvorming vindt plaats door middel van een getekende verklaring waarin de Colleges van Bestuur van de betrokken partners zich gezamenlijk verantwoordelijk stellen voor de joint education degree. IV. Bestaande of nieuwe opleiding Een joint education degree kan worden vormgegeven als internationale track onder een bestaande in het CROHO geregistreerde opleiding van de TU Delft. De naam van de opleiding die op het getuigschrift staat, is dan de naam van de bestaande opleiding met de toevoeging dat het hierbij gaat om een track en joint master van de betrokken partners. In het diplomasupplement zullen vervolgens de specificaties van de joint degree uitvoerig worden vermeld. Binnen een opleiding of een opleidingstrack kunnen stromen reguliere studenten en Joint Education-studenten dus (tijdelijk) samenvloeien. Een joint education degree kan ook worden vormgegeven als nieuwe opleiding waarbij de student een getuigschrift krijgt met de naam van de nieuwe opleiding. Om als nieuwe opleiding erkend te worden, dienen wel (achtereenvolgens) de doelmatigheidstoets van OCW en de Toets Nieuwe Opleiding van de NVAO te worden doorlopen. Dit erkenningstraject neemt minimaal een jaar in beslag. De keuze van de vorm van de joint degree zal afhangen van de doelstelling van de opleiding, de omvang, de naam en het verwachte effect van een status als zelfstandige opleiding (waarbij marketing, maar ook toelatingsprocedures voor met name niet EERstudenten een rol spelen). Indien invoering van een Joint Education-programma leidt tot toevoeging van nieuwe onderdelen aan het onderwijsprogramma, dient het deel van de personele inspanningen dat aan het JE-programma kan worden toegerekend, in het kostenplaatje te worden verdisconteerd (zie bijlagen 1 en 2).
Toetsingskader Joint Education TU Delft gewijzigd vastgesteld op 10-2-2009
4
V. Beoordelingsprocedure TU Delft De voorstellen voor joint masters worden door een interne Toetsingscommissie getoetst aan de hand van de bovenstaande uitgangspunten, criteria en richtlijn voor de invulling. Het College van Bestuur besluit aan de hand van het advies van deze toetsingscommissie. Geadviseerd wordt om in een vroeg stadium een pre-advies te vragen bij de Toetsingscommissie, voordat veel onnodige tijd en energie in een joint education opleiding wordt geïnvesteerd. De Toetsingscommissie bestaat uit: Prof.dr.ir. P.A. Wieringa (voorzitter), 3mE Mw.mr. S.W.M. van Horzen – Cageling, BO Mw.drs. G. Pessers - van Reeuwijk, EWI Mw. M.Y.M. Spiekerman - Middelplaats, IB (internationalisering) Mw.drs. E. Touw, CiTG / O&S (i.v.m. Erasmus Mundus aanvragen) Beleidsvoorbereiding: O&S. De aanvraag voor een joint of double degree wordt door de decaan bij het College van Bestuur ingediend. De faculteit draagt zorg voor de samenstelling van een volledig informatiedossier; zie bijlage 1 voor de inhoud daarvan. In beginsel dient aan de toetsingscriteria van paragraaf II voldaan te zijn, wil de Toetsingscommissie een positief advies aan het College van Bestuur geven tot het aangaan van een Joint Education-verbintenis. Het College van Bestuur kan tot het oordeel komen dat factoren van inhoudelijke en/of bestuurlijke aard voldoende tegenwicht bieden aan het niet (geheel) voldaan zijn aan de (met name de financiële) criteria om toch de Joint Education-verbintenis aan te gaan. De gehele toetsingsprocedure is vastgelegd in bijlage 1 bij dit Toetsingskader. Goedgekeurde voorstellen tot de instelling van joint education degree programma’s moeten worden uitgewerkt in een Business Plan en een overeenkomst, die wordt ondertekend door het College van Bestuur. Daarna worden ze ook opgenomen in het Register Opleidingen TU Delft dat het College van Bestuur jaarlijks in de maand maart vaststelt. VI. Praktische uitwerking van joint education degrees Uiteindelijk dienen de afspraken tussen de partners over de invulling van de joint education degree en de organisatie er omheen te worden vastgelegd in een overeenkomst (Memorandum of Understanding) met een achterliggend Business Plan. Voor de implementatie van joint education is als bijlage 3 een lijst met de 20 belangrijkste aandachtspunten voor wat betreft administratieve en praktische zaken gevoegd. Dit kan mede dienen als de basis voor een Business Plan per joint of double master waarin de academisch/inhoudelijke afspraken, de administratieve/juridische/logistieke zaken en de begrotingsgrondslag moeten worden opgenomen. De overeenkomst, met bijbehorend Business Plan, moet worden ondertekend door de betrokken instellingsbesturen. Voorbeelden van overeenkomsten zijn te verkrijgen bij het secretariaat van de Toetsingskader Joint Education TU Delft gewijzigd vastgesteld op 10-2-2009
5
Toetsingscommissie (directie O&S). Ook is daar als voorbeeld een uitwerking te krijgen van een internationale joint masters met een IDEA League partner. Hierin wordt een overzicht gegeven van alle administratieve en praktische zaken. Dit is een raamwerk dat gebruikt kan worden voor de invulling van andere joint masters. VII. Evaluatie en verlenging Erasmus Mundus-programma’s worden geselecteerd voor een periode van vijf jaar en zijn onderworpen aan een op een voortgangsverslag gebaseerde jaarlijkse verlengingsprocedure (EM Actie 1, pt. A.3). Niet alle JE-programma’s waaraan de TU Delft deelneemt, spelen zich af binnen het Erasmus Mundus-raamwerk. M.b.t. niet-EM-programma’s: deze worden na drie jaar tussentijds geëvalueerd. Deze evaluatie vindt plaats aan het begin van het derde jaar van het programma. Verlenging – al dan niet in aangepaste vorm – van het programma is mogelijk; daarvoor is een nieuw advies van de Toetsingscommissie vereist. M.b.t. EM-programma’s: voor evaluatie en verlenging van deze programma’s zijn regels opgenomen binnen het EM-kader. Deze hebben tot gevolg dat een nieuw advies van de Toetsingscommissie en een nieuw besluit van het College vereist zijn. Afgezien daarvan dienen ook deze programma’s na drie jaar in TUD-verband tussentijds geëvalueerd te worden. M.b.t. de inhoud van de evaluaties en van eventuele verlengingsaanvragen worden door het College van Bestuur nadere regels gesteld. Bijlagen: 1. Procedure voor het aanvragen van een Joint Education Degree 2. Toelichting over Inkomsten en Uitgaven voor Joint Education 3. Korte praktische handleiding voor het starten van een Joint Education programma.
Toetsingskader Joint Education TU Delft gewijzigd vastgesteld op 10-2-2009
6