Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

Auteur

Mayon Ottens

Laatst gewijzigd

16 June 2015

Licentie

CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Webadres

http://maken.wikiwijs.nl/62989

Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.

Inhoudsopgave Toets - Landschappen in Europa Over dit lesmateriaal

Pagina 1


Toets - Landschappen in Europa

Landschappen in Europa kn.nu/fclie

Je gaat de toets 'Landschappen in Europa' maken. De toets heeft 20 vragen. De eerste 4 vragen gaan over topografie. Lees de opdracht goed en geef daarna antwoord. Voor vraag 18 mag je een kladpapiertje gebruiken. Heel veel succes!

Topografie Wijs Finland aan op de kaart.

Pagina 2


Topografie Wijs de Alpen aan op de kaart.

Pagina 3


Topografie Wijs Slovenie aan op de kaart.

Pagina 4


Topografie Wijs de Oostzee aan op de kaart.

Pagina 5


Relief Wat is relief? a. Breedteverschil b. Hoogteverschil c. Lengteverschil

Relief De foto hieronder is gemaakt in Zuid-Limburg, Nederland. Welke vorm van relief hoort bij deze foto?

Pagina 6


a. Laagland b. Heuvelland c. Middelgebergte d. Hooggebergte

Schiereiland Welke landen zijn allemaal schiereilanden?

a. Italie, Verenigd Koninkrijk en Duitsland. b. Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Duitsland. c. Italie, Duitsland en Griekenland. d. Italie, Griekenland en Denemarken.

Pagina 7


Klimaten Een landklimaat heeft a. Warme zomers en koude winters. b. Warme zomers en zachte winters. c. Koele zomers en zachte winters. d. Koele zomers en koude winters.

Natuur Een ander woord voor 'een gebied met dezelfde natuurlijke begroeiing' is? a. Natuur b. Natuurlijke zone c. Toendra d. Breedteligging

Winter Als je in de winter vanuit West-Europa naar het binnenland reist, wordt het a. Warmer b. Kouder

Klimaatgrafieken Hieronder zie je twee klimaatgrafieken. Deze twee klimaatgrafieken horen bij twee verschillende landen in Europa. Welk klimaatgrafiek hoort bij een land in het noorden van Europa?

Grafiek 1

Pagina 8


Grafiek 2

a. Grafiek 1 b. Grafiek 2

Klimaatgrafieken Je hebt net antwoord gegeven op de vraag 'welke klimaatgrafiek hoort bij een land in het noorden van Europa?'. Leg uit waarom jij denkt dat die klimaatgrafiek hoort bij het noorden van Europa.

Grafiek 1

Pagina 9


Grafiek 2

Van noord naar zuid Welke natuurlandschappen kom je tegen van noord naar zuid? Zet de natuurlandschappen in de goede volgorde. Tip: het noorden is boven.

a. Naaldboomgordel b. Mediterrane plantengroei c. Loofboomgordel d. Sneeuw en ijs e. Toendra

Neerslag in de bergen Vul de goede woorden in. Lucht die tegen een berg waait, moet _______. Deze lucht _______ af en kan _______ waterdamp vasthouden. Er ontstaan _______ waaruit _______ valt.

Beschikbare keuzes: minder, neerslag, koelt, stijgen, wolken

Pagina 10


Klimaten in Europa Wat hoort bij de verschillende klimaten? Zoek de juiste kenmerken bij de klimaten. 1. Zeeklimaat 2. Landklimaat 3. Middellandse zeeklimaat 4. Toendraklimaat 5. Sneeuwklimaat a. Gemiddelde temperatuur het hele jaar onder 0?C. b. Warme zomers en koude winters. c. Warme zomers en zachte winters. Neerslag in de herfst of winter. d. In de zomer gemiddeld lager dan 10?C. Winters zijn lang en donker. e. Koele zomers en zachte winters. Neerslag het hele jaar door.

Verschil tussen het noorden en zuiden Hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt. Leg uit waarom het op de evenaar warmer is.

Gletsjer Op de foto hieronder zie je een gletsjer. Leg uit hoe een gletsjer ontstaat.

Pagina 11


Hoe hoger, hoe kouder Het is een mooie dag. Je staat in het dal op 600 meter hoogte. Het is 20?C. Samen met je familie wil je naar het huisje gaan. Op 2.600 meter gaan jullie even wat drinken. Hoe warm is het hier?

Pagina 12


Op 2.600 meter hoogte is het _______________?C.

Hoogtegordels Kijk naar het plaatje hieronder. Zet de hoogtegordels in de juiste volgorde van onder naar boven. Je begint dus onderaan met loofboomgordel.

Pagina 13


a. Eeuwige sneeuw b. Boomgrens c. Loofboomgordel d. Rotsgordel e. Naaldboomgordel f. Alpenweiden

De Alpen Kijk naar het plaatje en vul de woorden in.

Pagina 14


De noordkant van de Alpen is de _______. Hier valt _______. De zuidkant van de Alpen is de _______. Dit is de _______ kant van de berg.

Beschikbare keuzes: loefzijde, regen, lijzijde, droge

Pagina 15


Over dit lesmateriaal Colofon Auteur

Mayon Ottens

Laatst gewijzigd

16 June 2015 om 11:45

Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Eindgebruiker

leerling/student

Moeilijkheidsgraad gemiddeld

Gebruikte Wikiwijs Arrangementen Ottens, Mayon. (2015). Toets 1 - 'Landschappen in Europa'. http://maken.wikiwijs.nl/62751/Toets_1____Landschappen_in_Europa_

Pagina 16


Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

Recommend Documents