Migratiesaldo-nul in de Nationale landschappen
In opdracht van Milieudefensie
Johan van Iersel Annet Bogaerts
maart 2009
RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam telefoon 020 522 11 11 telefax 020 627 68 40 http://www.rigo.nl
Rapportnummer: 10200
MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
Migratiesaldo-nul in de Nationale Landschappen
Milieudefensie heeft RIGO gevraagd nader te onderzoeken hoe het staat met de huishoudenontwikkeling in de Nationale Landschappen. Centrale vraag hierbij is hoeveel woningen er gebouwd mogen worden, uitgaande van migratiesaldo-nul. RIGO heeft hiertoe een eigen landsdekkende prognose opgesteld, die uitgaat van het migratiesaldo-nulprincipe. Voor wat betreft de landelijke totalen is aangesloten op de prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).1 In deze notitie geven we een beeld van de cijfermatige uitkomsten van deze exercitie en zetten we de uitkomsten af tegen de regionale prognose van de CBS en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op basis van het PEARL-model.2 Het CBS en het PBL baseren zich bij het opstellen van de prognoses op nieuwbouwplannen in de verschillende regio’s en gemeenten. Als het goed is, dan klinkt in deze plannen het migratiesaldo-nul beleid door. In dat geval zijn er weinig tot geen verschillen tussen de prognose van het CBS/PBL en die van RIGO. Als er wel verschillen worden geconstateerd is er reden voor alertheid. De regionale prognose van het CBS/PBL is een toonaangevende prognose in Nederland en wordt door vele instanties (zoals lokale overheden en corporaties) gebruikt om inzicht te krijgen in geprognosticeerde huishoudenontwikkelingen. Men gebruikt deze prognose ook vaak om een nieuwbouwprogramma te onderbouwen. Als in de prognose van het CBS/PBL – en dus de onderliggende nieuwbouwplannen – het migratiesaldo-nulbeleid niet doorklinkt, dan bestaat er dus een reëel gevaar dat er in het betreffende landschap te veel gebouwd gaat worden. In de Nota Ruimte zijn niet alle Nationale Landschappen exact afgebakend. Dit is overgelaten aan de provincies. Inmiddels zijn de landschappen overigens wel vrijwel allemaal afgebakend. Alleen de landschappen Middag-Humsterland, Hoesche Waard en Groene Woud zijn nog niet exact begrensd (zie ook kaart 1). voetnoot 1
De landelijke totalen komen dus overeen met de CBS-prognose (2007) zoals gedownload van CBS-statline in september 2008. Hiermee wordt ook het effect van de buitenlandse migratie meegenomen.
2
Deze dateert uit 2007 maar begin dit jaar zijn enkele wijzigingen doorgevoerd. Gewerkt is met de versie die in september 2008 via CBS-statline te downloaden was.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
1
2 MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
kaart 1
Nationale landschappen
Bron: VROM (datum laatste wijziging 15-02-2008).
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
Migratiesaldo-nul in de Nota Ruimte Op 17 januari 2006 heeft een meerderheid van de Eerste Kamer ingestemd met de Nota Ruimte. Kleinere gemeenten in het landelijke gebied krijgen in de Nota meer ruimte om voor de eigen bevolking te kunnen bouwen. Hiermee wordt beoogd verschraling van het voorzieningenaanbod op het platteland en gedwongen vertrek uit de woongemeenten door bijvoorbeeld starters en ouderen te voorkomen. De woningbouw in landelijke gemeenten wordt begrensd door het migratiesaldonulbeleid. Deze gemeenten krijgen de mogelijkheid “om zoveel woningen te kunnen laten bouwen als overeenkomt met hun natuurlijke bevolkingsaanwas, gedefinieerd als het aantal woningen dat nodig is wanneer het saldo van alle verhuisbewegingen op nul wordt gesteld”. Belangrijk in deze zinsnede uit de Nota is dat eruit blijkt dat bouwen voor de eigen natuurlijke bevolkingsaanwas de centrale doelstelling is. Het migratiesaldonulbeleid is hiervan een afgeleide en geen doel op zichzelf. In de Nota Ruimte heeft het Rijk twintig Nationale Landschappen aangewezen (zie kaart 1). Het stempel ‘Nationaal Landschap’ betekent dat het Rijk het betreffende gebied ziet als “een gebied met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten.” Deze kwaliteiten moeten duurzaam worden beheerd en waar mogelijk worden versterkt. Binnen de Nationale Landschappen is ruimte voor “ten hoogste de eigen bevolkingsgroei”. Hier is dus het migratiesaldo-nulbeleid van toepassing op het landschap als geheel en niet alleen voor de afzonderlijke gemeenten. Indien er in de ene gemeente een positief saldo wordt gerealiseerd, zal dit dus moeten worden gecompenseerd door een negatief saldo in een andere gemeente. Op basis van dit uitgangspunt moeten provincies en gemeenten afspraken maken over de omvang en locatie van woningbouw. Het Groene Hart Het Groene Hart is het enige Nationale Landschap waarvan het Rijk de geografische grenzen in de Nota heeft vastgelegd. In PKB-kaart 9 en in kaart VII van de uitvoeringsagenda zijn de exacte grenzen van het Groene Hart weergegeven. Voor dit Landschap weten we dus 100% zeker dat het CBS/PBL bij haar prognoses van dezelfde begrenzing is uitgegaan als RIGO. De verschillen tussen het CBS/PBL en RIGO zijn dan ook – ondanks de verschillende benaderingswijzen – zeer beperkt. In tabel 1 is te zien dat als alleen wordt gekeken naar die gemeenten waarvan het grondgebied voor minimaal 90% in het Groene Hart ligt, het verschil beperkt blijft tot 400 huishoudens (c.q. woningen). Deze gemeenten tezamen bedekken in totaal 80% van het Groene Hart. Als ook de gemeenten met meer dan 50% van het grondgebied in het Groene Hart worden meegeteld, dan bedraagt de dekkingsgraad 89%. De overige 11% van het Groene Hart ligt in gemeenten als Amsterdam, waarvan de demografische prognose moeilijk aan het Groene Hart te koppelen is.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
3
4 MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
kaart 2
Verschil huishoudengroei CBS/PBL – Migratiesaldo-nul, 2007 – 2020
Bron: RIGO, CBS/PBL, Ministerie van VROM
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
De tabel laat tevens zien welke gemeenten volgens het CBS/PBL minder of meer gaan bouwen dan migratiesaldo-nul. Zo zal volgens de CBS/PBL-prognose De Ronde Venen 600 woningen meer bouwen dan volgens het migratiesaldo-nulprincipe en buurgemeente Nieuwkoop 600 woningen minder. In kaart 2 is te zien voor welke gemeenten het CBS/PBL uitgaat van een opvangfunctie en welke juist niet. Het is zoals gezegd aan de (gezamenlijke) provincies om dit soort onderlinge uitwisselingen tussen gemeenten te coördineren. tabel 1
De huishoudenontwikkeling in het Groene Hart volgens het CBS/PBL en volgens migratiesaldo-nul (RIGO)*
GROENE HART
ABCOUDE ALPHEN AAN DEN RIJN BERGAMBACHT BODEGRAVEN BOSKOOP JACOBSWOUDE LIESVELD LOENEN OUDEWATER REEUWIJK SCHOONHOVEN VLIST ZEDERIK MONTFOORT NIEUW-LEKKERLAND ALKEMADE GRAAFSTROOM NIEUWKOOP DE RONDE VENEN WOERDEN BREUKELEN GIESSENLANDEN OUDERKERK LOPIK LEERDAM VIANEN NEDERLEK RIJNWOUDE WEESP WIJDEMEREN GOUDA ZOETERWOUDE ALBLASSERDAM OUDER-AMSTEL MAARSSEN IJSSELSTEIN WADDINXVEEN DE BILT MUIDEN ZEVENHUIZEN-MOERKAPELLE LEIDERDORP > 90% (dekkingsgraad = 80%) 50-90% totaal (dekkingsgraad = 89%)
% grondgebied in landschap
2007
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 99% 99% 93% 93% 90% 89% 81% 81% 69% 68% 60% 60% 60% 59% 52%
3.500 29.700 3.700 7.400 6.100 4.200 3.500 3.400 3.900 4.900 5.200 3.800 4.800 5.200 3.300 5.600 3.300 10.000 13.800 19.100 6.200 5.500 3.100 5.100 8.200 7.900 5.900 7.300 8.200 9.700 30.400 3.100 7.500 5.600 16.300 13.700 10.400 18.500 2.800 3.900 11.200 245.300 89.800 335.100
CBS/PBL
2020 3.800 31.600 3.900 7.700 6.900 4.500 3.800 3.600 4.100 5.500 5.300 3.900 5.300 5.600 3.500 6.500 3.200 10.600 15.500 20.600 6.400 5.800 2.900 5.400 9.000 8.400 6.500 8.500 9.100 10.300 33.900 3.400 8.100 6.100 17.500 14.800 11.400 19.000 2.900 5.400 11.700 265.000 96.900 361.900
Migratiesaldo nul
2007-2020 300 1.900 200 300 800 300 300 200 200 600 100 100 500 400 200 900 -100 600 1.700 1.500 200 300 -200 300 800 500 600 1.200 900 600 3.500 300 600 500 1.200 1.100 1.000 500 100 1.500 500 19.700 7.100 26.800
2020 3.600 32.700 3.900 8.200 6.600 4.500 4.000 3.500 4.100 5.100 5.600 4.000 5.300 5.800 3.800 6.100 3.800 11.200 14.900 21.000 6.500 5.900 3.300 5.800 8.700 8.600 6.300 7.900 8.500 9.800 33.100 3.400 7.900 5.600 17.900 15.600 11.200 17.900 2.800 4.100 11.800 265.400 94.800 360.200
2007-2020 100 3.000 200 800 500 300 500 100 200 200 300 200 400 700 500 500 400 1.200 1.000 1.800 300 400 200 700 500 700 300 600 300 100 2.700 200 400 0 1.600 1.900 800 -600 0 300 600 20.100 5.000 25.100
Verschil CBS/PBL Migratiesaldo nul 200 -1.100 0 -500 300 0 -200 100 0 400 -300 -100 0 -200 -300 400 -600 -600 600 -400 -100 -100 -400 -400 300 -200 200 600 600 500 800 0 200 500 -400 -800 200 1.100 100 1.300 -100 -400 2.100 1.700
* Celwaarden zijn afgerond op 100-tallen, berekeningen zijn uitgevoerd op niet afgeronde celwaarden. Hierdoor kan de optelsom afwijken van de som van afzonderlijke cellen.
Anders dan bij de andere Landschappen is voor het Groene Hart bij RIGO bekend hoeveel woningen de beleidsmakers in het Groene Hart willen gaan bouwen. Dit aantal is bestuurlijk vastgelegd op 35.700 woningen in de periode tot 2020. Zowel de CBS/PBL prognose als de RIGO migratiesaldo-nulprognose laten zien dat dit aantal veel en veel te hoog is.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
5
6 MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
Als alleen wordt gekeken naar de gemeenten waarvan minimaal 90% van het grondgebied in het Groene Hart ligt, dan is slechts een bouwopgave van 20.000 woningen te verantwoorden. En zelfs als gemeenten als Zevenhuizen-Moerkapelle en De Bilt worden meegeteld, is een bouwopgave van hoger dan 26.000 niet te verantwoorden. tabel 2
De huishoudenontwikkeling in Middag-Humsterland, Noordelijke Wouden, Drentsche Aa, IJsseldelta, Noordoost-Twente, Winterswijk, Rivierengebied, Arkemheen-Eemland, Stelling van Amsterdam, Zuidwest-Zeeland en de Gelderse Poort volgens het CBS/PBL en volgens migratiesaldo-nul (RIGO)*
2007
2020
2007-2020
2020
2007-2020
Verschil CBS/PBL Migratiesaldo nul
5.600
6.000
400
6.000
400
0
11.200
11.500
300
12.100
900
-600
10.600
11.400
800
10.800
200
600
7.800 19.500 27.300
8.700 21.800 30.500
900 2.300 3.200
9.100 21.500 30.600
1.300 2.000 3.300
-400 300 -100
9.400 7.100 8.600 25.100
9.900 7.900 9.400 27.200
500 800 800 2.100
9.800 7.700 9.100 26.600
400 700 500 1.600
100 200 300 600
12.100
12.700
600
12.400
200
300
9.900 9.100 5.800 24.800
10.800 9.700 6.200 26.700
900 600 400 1.900
10.700 10.300 5.900 26.900
800 1.200 100 2.100
100 -600 300 -200
6.800 3.500 10.300
8.200 4.000 12.200
1.400 500 1.900
7.900 3.900 11.800
1.100 300 1.400
300 100 400
8.200 4.800 3.500 16.500
9.100 5.400 3.800 18.300
900 600 300 1.800
8.500 5.200 3.600 17.300
300 400 100 800
600 200 200 1.000
8.900 11.100 8.900 21.300 50.200
9.700 10.900 9.500 24.000 54.100
800 -200 600 2.700 3.900
9.100 10.900 9.600 22.100 51.700
200 -300 700 800 1.400
600 0 -100 1.900 2.400
2.400 4.100 7.600 4.400 18.500
2.500 4.400 8.400 4.600 19.900
100 300 800 200 1.400
2.500 4.000 7.500 4.700 18.700
100 -100 -100 300 200
0 400 900 -100 1.200
% grondgebied in landschap MIDDAG-HUMSTERLAND (dekkingsgraad = 33%) WINSUM 60% NOORDELIJKE WOUDEN (dekkingsgraad = 30%) ACHTKARSPELEN 73% DRENTSCHE AA (dekkingsgraad = 58%) AA EN HUNZE 66% IJSSELDELTA (dekkingsgraad 79%) ZWARTEWATERLAND 68% KAMPEN 60% Totaal NOORDOOST-TWENTE (dekkingsgraad = 98%) DINKELLAND 100% TUBBERGEN 100% LOSSER 100% Totaal WINTERSWIJK (dekkingsgraad = 64%) WINTERSWIJK 100% RIVIERENGEBIED (dekkingsgraad = 63%) BUREN 97% WIJK BIJ DUURSTEDE 89% BUNNIK 55% Totaal ARKEMHEEN-EEMLAND (dekkingsgraad = 44%) BUNSCHOTEN 100% EEMNES 71% Totaal STELLING VAN AMSTERDAM (dekkingsgraad = 22%) WEESP 58% UITGEEST 53% ABCOUDE 50% Totaal ZUIDWEST-ZEELAND (dekkingsgraad = 96%) VEERE 100% SLUIS 99% BORSELE 66% MIDDELBURG 53% Totaal GELDERSE POORT (dekkingsgraad = 75%) MILLINGEN AAN DE RIJN 100% UBBERGEN 99% GROESBEEK 98% RIJNWAARDEN 98% Totaal
CBS/PBL
Migratiesaldo nul
* Celwaarden zijn afgerond op 100-tallen, berekeningen zijn uitgevoerd op niet afgeronde celwaarden. Hierdoor kan de optelsom afwijken van de som van afzonderlijke cellen.
De overige Nationale Landschappen Voor alle overige Landschappen liet het Rijk het in de Nota Ruimte aan de provincies over om de Landschappen geografisch af te bakenen. Zoals gezegd is dat inmiddels grotendeels gebeurd. De provincies hebben – net als het Rijk bij het Groene Hart – zich bij het afbakenen van de landschappen niet laten leiden door gemeen-
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
tegrenzen. Dit maakt het voor de toekomst lastig het migratiesaldo-nulbeleid exact te monitoren. Demografische gegevens als vestiging en vertrek worden immers op gemeentelijk niveau geregistreerd. In dit onderzoek is gewerkt met het aandeel van het grondoppervlak dat binnen de gemeente ligt. Is dit 100%, dan is zeker dat het migratiesaldo-nulbeleid voor de betreffende gemeente opgaat. In alle andere gevallen kan het zijn dat de door het CBS/PBL verwachte nieuwbouw buiten het betreffende Landschap plaatsvindt. In tabel 2, tabel 3 en tabel 4 staat voor alle Landschappen de huishoudenontwikkeling weergegeven volgens het CBS/PBL en volgens migratiesaldo-nul. Hierbij staan alleen die gemeenten weergegeven waarvan meer dan 50% van het grondgebied in een Nationaal Landschap ligt. Ook is aangegeven wat de dekkingsgraad is: het aandeel van het Nationale Landschap dat in de betreffende gemeenten ligt. tabel 3
De huishoudenontwikkeling in Hoekse Waard, Veluwe en Laag Holland volgens het CBS/PBL en volgens migratiesaldo-nul (RIGO)*
2007
2020
2007-2020
2020
2007-2020
Verschil CBS/PBL Migratiesaldo nul
3.700 5.300 9.400 4.200 11.900 34.500
4.000 5.400 9.800 4.400 12.900 36.500
300 100 400 200 1.000 2.000
3.900 5.500 10.100 4.600 12.500 36.600
200 200 700 400 700 2.200
100 -100 -300 -200 400 -100
9.900 8.000 8.300 7.100 13.400 14.000 4.600 600 20.000 66.400 8.600 10.600 9.000 43.100 17.100 71.400 85.900 226.200 312.100
11.000 8.900 9.300 7.400 14.200 14.600 4.900 700 19.800 73.400 9.200 11.000 10.200 49.800 20.000 78.300 90.800 251.900 342.700
1.100 900 1.000 300 800 600 300 100 -200 7.000 600 400 1.200 6.700 2.900 6.900 4.900 25.700 30.600
10.600 8.700 9.100 7.200 13.500 13.500 4.800 600 19.000 69.000 8.800 11.000 9.200 46.900 18.600 77.700 87.000 241.200 328.200
700 800 800 200 200 -600 200 0 -1.000 2.600 200 300 200 3.800 1.500 6.300 1.300 14.900 16.200
400 200 200 200 700 1.100 100 100 800 4.400 400 0 1.000 2.900 1.400 600 3.800 10.700 14.500
2.700 3.400 2.000 4.300 2.500 3.800 6.500 7.100 4.800 14.500 62.200 25.200 88.600 113.800
2.900 4.000 2.300 4.900 2.700 4.000 6.700 7.600 5.400 15.400 71.000 27.500 99.400 126.900
200 600 300 600 200 300 200 500 600 900 8.800 2.400 10.800 13.200
2.800 3.600 2.200 4.300 2.700 3.800 6.800 7.300 5.200 14.700 65.200 26.200 92.400 118.600
200 200 200 0 200 100 300 200 400 200 3.100 1.200 3.900 5.100
100 400 100 600 0 200 -100 300 200 700 5.800 1.300 7.000 8.300
% grondgebied in landschap HOEKSCHE WAARD (dekkingsgraad = 99%) STRIJEN 100% CROMSTRIJEN 97% OUD-BEIJERLAND 97% KORENDIJK 95% BINNENMAAS 86% Totaal VELUWE (dekkingsgraad = 66%) NUNSPEET 100% OLDEBROEK 100% ELBURG 100% HEERDE 99% EPE 98% RENKUM 98% HATTEM 97% ROZENDAAL 97% RHEDEN 92% APELDOORN 82% BRUMMEN 80% ERMELO 74% VOORST 72% EDE 65% HARDERWIJK 62% ARNHEM 56% > 90% (dekkingsgraad = 44%) 50-90% Totaal LAAG HOLLAND (dekkingsgraad = 91%) GRAFT-DE RIJP 100% BEEMSTER 100% SCHERMER 100% LANDSMEER 100% ZEEVANG 100% OOSTZAAN 95% WORMERLAND 95% WATERLAND 84% UITGEEST 68% CASTRICUM 66% ZAANSTAD 51% > 90% (dekkingsgraad = 61%) 50-90% Totaal
CBS/PBL
Migratiesaldo nul
* Celwaarden zijn afgerond op 100-tallen, berekeningen zijn uitgevoerd op niet afgeronde celwaarden. Hierdoor kan de optelsom afwijken van de som van afzonderlijke cellen.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
7
8 MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
kaart 3
Verschil huishoudengroei CBS/PBL – Migratiesaldo-nul, 2007 – 2020
Bron: RIGO, CBS/PBL, Ministerie van VROM
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
tabel 4
De huishoudenontwikkeling in Zuidwest Friesland, Groene Woud, Zuid Limburg en de Nieuwe Hollandse Waterlinievolgens het CBS/PBL en volgens migratiesaldo-nul (RIGO)*
2007
2020
2007-2020
2020
2007-2020
Verschil CBS/PBL Migratiesaldo nul
4.600 4.200 6.300 4.800 19.900
4.800 4.500 6.600 4.900 20.800
200 300 300 100 900
4.900 4.300 7.000 5.300 21.500
200 100 600 500 1.400
-100 200 -400 -400 -700
12.300 10.500 11.500 6.800 5.000 6.800 9.000 22.800 39.100 61.900
13.200 11.300 12.800 7.600 5.400 7.500 9.700 24.500 43.000 67.500
900 800 1.300 800 400 700 700 1.700 3.900 5.600
13.100 10.800 12.600 7.200 5.300 7.200 9.600 23.900 41.900 65.800
700 300 1.100 400 300 400 600 1.000 2.800 3.800
100 500 200 400 100 300 100 600 1.100 1.700
7.600 5.400 6.100 5.400 5.600 4.800 4.800 3.500 6.600 7.200 8.300 4.600 11.200 49.800 31.300 81.100
7.500 5.700 6.000 5.500 5.600 4.300 5.000 3.600 7.000 7.400 8.600 4.600 11.300 50.200 31.900 82.100
-100 300 -100 100 0 -500 200 100 400 200 300 0 100 400 600 1.000
7.300 5.500 6.300 5.500 5.700 4.700 4.800 3.600 6.500 7.400 8.400 4.800 11.400 49.900 32.000 81.900
-300 100 200 100 100 -100 100 100 -100 200 100 200 200 200 700 900
200 200 -300 0 -100 -400 200 0 500 0 200 -200 -100 300 -100 200
9.700 16.300 4.100 8.200 11.000 7.200 2.800 59.300
10.300 17.500 4.400 9.100 11.900 7.600 2.900 63.700
600 1.200 300 900 900 400 100 4.400
9.800 17.900 4.500 8.500 12.200 7.000 2.800 62.700
100 1.600 400 300 1.200 -200 0 3.400
500 -400 -100 600 -300 600 100 1.000
% grondgebied in landschap ZUIDWEST FRIESLAND (dekkingsgraad = 84%) NYEFURD 100% GAASTERLAN-SLEAT 100% WYMBRITSERADIEL 80% WUNSERADIEL 50% Totaal GROENE WOUD (dekkingsgraad = 86%) BOXTEL 95% OISTERWIJK 93% BEST 84% OIRSCHOT 73% HAAREN 65% SINT-OEDENRODE 62% SCHIJNDEL 59% > 90% (dekkingsgraad = 32%) 50-90% Totaal ZUID LIMBURG (dekkingsgraad = 86%) VALKENBURG AAN DE GEUL 100% VOERENDAAL 100% GULPEN-WITTEM 100% MARGRATEN 100% SCHINNEN 100% VAALS 100% SIMPELVELD 100% ONDERBANKEN 100% NUTH 99% BEEK 83% MEERSSEN 81% EIJSDEN 59% STEIN 50% > 90% (dekkingsgraad = 71%) 50-90% Totaal NIEUWE HOLLANDSCHE WATERLINIE (dek.gr. = 45%) WIJDEMEREN 92% MAARSSEN 79% LINGEWAAL 75% WEESP 62% CULEMBORG 61% NAARDEN 61% MUIDEN 59% Totaal
CBS/PBL
Migratiesaldo nul
* Celwaarden zijn afgerond op 100-tallen, berekeningen zijn uitgevoerd op niet afgeronde celwaarden. Hierdoor kan de optelsom afwijken van de som van afzonderlijke cellen.
Conclusies In kaart 3 staat het verschil tussen de relatieve groei volgens het CBS/PBL en volgens migratiesaldo-nul per gemeente aangegeven. Grofweg laten de Nationale Landschappen zich indelen in drie groepen: 9
Landschappen waar er weinig (of negatieve) verschillen zijn tussen het CBS/PBL en het migratiesaldo-nulscenario. Als in deze Landschappen de in de CBS/PBL-prognose aangenomen nieuwbouwaantallen worden gerealiseerd, handelt men dus in overeenstemming met migratiesaldo-nul. Het gaat hier om de Landschappen: Middag-Humsterland, IJsseldelta, Rivierengebied, Hoekse Waard, Noordelijke Wouden en Zuidwest Friesland.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V
9
10 MIGRATIESALDO-NUL IN DE NATIONALE LANDSCHAPPEN
9
Landschappen waar het CBS/PBL hoger uitkomt dan migratiesaldo-nul. Voor deze Landschappen geldt dat in de nieuwbouwplannen die CBS/PBL hanteert het migratiesaldo-nulbeleid nog niet doorklinkt. Vooral voor deze Landschappen geldt dat dus dat aanpassing van het nieuwbouwbeleid gewenst is. Het gaat hier om de Landschappen: Noordoost-Twente, Winterswijk, ArkemheenEemland, Gelderse Poort, Veluwe, Laag Holland, Groene Woud en (in mindere mate) Zuid-Limburg.
9
Landschappen waarover twijfel bestaat omdat de afbakening van het Landschap nauwelijks aansluit op de gemeentegrenzen. Het gaat hier om de Landschappen: Drentsche Aa, Stelling van Amsterdam, Zuidwest-Zeeland en de Nieuwe Hollandse waterlinie. Het landschap Graafschap is zelf dusdanig verspreid over verschillende gemeenten dat het niet in de tabellen staat weergegeven.
Vooral in de tweede groep landschappen is het gevaar aanwezig dat er meer woningbouw wordt gepland dan benodigd voor de eigen bevolkingsaanwas. Het is hierbij op zijn minst onhandig dat een vooraanstaande prognose als die van het CBS/PBL deze nieuwbouwplannen in haar prognoses als uitgangspunt neemt. Het gevaar bestaat nu dat gemeentebesturen de CBS/PBL-prognose gebruiken om hun nieuwbouwplannen te rechtvaardigen. Het is dan ook te hopen dat in de nieuwe prognose van CBS/PBL die in 2009 uitkomt wel rekening wordt gehouden met het beleid omtrent de Nationale Landschappen. Het Groene Hart is een geval apart. Zowel het CBS/PBL als RIGO komt op een huishoudengroei van rond de 20.000 over de periode 2007-2020. Desalniettemin is de uitbreidingsopgave bestuurlijk vastgesteld op 35.700 woningen. Een aantal dat bekeken vanuit het migratiesaldo-nulbeleid voor de Nationale Landschappen veel te hoog is.
R I G O
R e s e a r c h
e n
A d v i e s
B V