Bidbook Servicenet Nationale Landschappen is een organisatie van en voor de Nationale Landschappen. Dit bidbook laat zien waar wij voor staan en waar wij de komende jaren aan willen werken. Samen met iedereen die mee wil doen.
Servicenet
Nationale Landschappen
Iconen van Nederland De Nationale Landschappen zijn unieke gebieden, die model staan voor de landschappelijke diversiteit van Nederland. Sinds ze in de Nota Ruimte zijn aangewezen, is er veel geïnvesteerd in de versterking van de kernkwaliteiten en de vergroting van de naamsbekendheid. Op allerlei plaatsen zijn nieuwe samenwerkingsverbanden en uitvoeringspraktijken ontstaan. De Nationale Landschappen zijn een ‘sterk merk’ geworden, met ook een grote economische waarde. Als visitekaartjes van Nederland brengen ze veel geld binnen in de toeristische sector en leveren ze een bijdrage aan het vestigingsklimaat voor internationale bedrijven. Ze brengen mensen in contact met de natuur, de historie en de landbouw. Ze bieden rust, ontspanning en schone lucht. In ons dichtbevolkte land is dit van onschatbare waarde. De betekenis voor het welzijn en de volksgezondheid is eigenlijk niet in geld uit te drukken. Servicenet Nationale Landschappen zet zich ervoor in dit merk niet verloren te laten gaan. 1 Arkemheen-Eemland 2 Drentsche Aa “De unieke kwaliteiten van de Nationale
3 Gelderse Poort
Landschappen moeten behouden blijven.
4 Graafschap
Doe met ons mee!”
5 Groene Hart
Douwe Hoogland, Voorzitter Koepel-
6 Het Groene Woud
organisatie Agrarische Natuurverenigingen
7 Hoeksche Waard
Noardlike Fryske Walden
8 IJsseldelta 9 Laag Holland 10 Middag-Humsterland 11 Nieuwe Hollandse Waterlinie
“Nu het Rijk zich terug trekt, gaan de Nati-
12 Noardlike Fryske Wâlden
onale Landschappen zelf de kar trekken!”
13 Noordoost-Twente
Peter Hoogervorst, Programmamanager
14 Rivierengebied
Laag Holland
15 Stelling van Amsterdam 16 Veluwe 17 Winterswijk 18 Zuid Limburg 19 Zuidwest Fryslân 20 Zuidwest Zeeland
“Het wiel steeds opnieuw uitvinden is zowel kostbaar als tijdrovend, daarom biedt de specifieke kennis van het Servicenet veel voordeel.” Nanette van Goor, Programmamanager Stelling van Amsterdam
20 “Servicenet kan een versterkende rol vervullen in het bekend en bereikbaar maken van de Nationale Landschappen voor publieke en private partijen en nieuwe samenwerkingen creëren. Het Groene Hart boekt hierin al goede resultaten met de website www.groenehart.nl.” Mariken Felllinger, Programmamanager Groene Hart
10 12
2 19
9
8
13
15 16 1 11 4 5 17
14 3 7
6
18
21 december 2011 Servicenet Nationale Landschappen P.a. Lennart Graaff Postbus 3341 3003 AH Rotterdam Mail:
[email protected] Tel.: +316 - 5230 1664
Bidbook
Voorwoord
7
1 Doel en organisatie
8
Waarom een nieuwe organisatie?
9
Wie zijn we?
10
Wat gaan we doen?
12
2 Producten en diensten
14
Samenwerking en kennisuitwisseling
15
Productontwikkeling en kwaliteitsborging
18
Publiciteit en marketing
21
3. Begroting en financiering
24
Basispakket
25
Projecten
25
Voorwoord De Nationale Landschappen zijn de pareltjes van het Nederlandse landschap. Gebieden waar cultuur, natuur en recreatie bij elkaar komen. Waar mensen graag wonen, werken en recreëren. De Nationale Landschappen zijn het waard om in te investeren. Sinds het Rijk in 2005 met de Nota Ruimte twintig Nationale Landschappen aanwees, is er veel aan gedaan om de bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van deze gebieden te behouden en versterken. De Nationale Landschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van het ‘merk’ en de opbouw van maatschappelijk draagvlak. Er is enthousiasme ontstaan voor de Nationale Landschappen en er zijn allerlei projecten uitgevoerd. Van het herstellen van landschapselementen tot aan het aanleggen van wandel- en fietspaden en het plaatsen van informatievoorzieningen. Bovendien zijn er samenwerkingsverbanden opgezet en is er geïnvesteerd in educatie, voorlichting en regiomarketing. Het concept van de Nationale Landschappen is nog jong. Het Rijk heeft aangegeven geen verantwoordelijkheid meer te willen dragen voor de Nationale Landschappen. Tijdens de lancering van Servicenet Nationale Landschappen, op 5 september 2011 in Radio Kootwijk, vergeleek ik de Nationale Landschappen met een kind van zes jaar. Er moet nog voor gezorgd worden, maar vader en moeder doen dat niet meer en het kind staat aan de straat. En het begint ook nog te regenen. Die vergelijking kwam ter plekke op, maar was voor mij treffend omdat de Nationale Landschappen nog zorg nodig hebben. De Nationale Landschappen hebben grote mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen. Met nieuwe verzorgers die het kind weerbaarder maken en uiteindelijk helpen op eigen benen te staan. De provincies zullen zich nog meer dan voorheen over de Nationale Landschappen moeten ontfermen. En daarbij nog meer de samenwerking moeten zoeken met gemeenten, bedrijven, waterschappen, ontwikkelaars, boeren, woningcorporaties en terreinbeheerders. De ruimtelijke kwaliteit en weerbaarheid van de landschappen kan worden versterkt met nieuwe creatieve allianties, nieuwe ruimtelijke oplossingen en nieuwe investeringsperpsectieven. Markt én overheid, rood én groen, landschap én economie. Als alle betrokken partijen vanuit hun eigen rol hun verantwoordelijkheid nemen, kunnen de Nationale Landschappen een nieuwe levensfase ingaan en doorgroeien tot een merk, dat staat voor kwaliteit. Daar willen we met Servicenet Nationale Landschappen voor zorgen.
Bart Krol, voorzitter Servicenet Nationale Landschappen
7
1. Doel en organisatie Het initiatief voor de oprichting van een ‘Servicenet Nationale Landschappen’ vloeit voort uit het symposium dat op 25 november 2010 is gehouden in Gouda. Daarin is door vertegenwoordigers van diverse Nationale Landschappen en andere betrokkenen de oproep gedaan om de Nationale Landschappen als ‘sterk merk’ overeind te houden en hiervoor de onderlinge samenwerking te intensiveren. Aan die oproep is gehoor gegeven door een ambtelijke initiatiefgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Ministeries van I&M, EL&I en OC&W, het College van Rijksadviseurs, en de Nationale Landschappen Laag Holland, Nieuwe Hollandse Waterlinie, Groene Hart, Noardlike Fryske Wâlden en Arkemheen-Eemland. De bureaus Investeren in Ruimte en Vista landschapsarchitectuur en stedenbouw, later aangevuld met WUR/Alterra en Ecorys, hebben de initiatiefgroep ondersteund en het concept ontwikkeld van Servicenet Nationale Landschappen. Inmiddels hebben zich 15 Nationale Landschappen aangesloten bij Servicenet. We verwachten dat ook de 5 resterende Nationale Landschappen snel mee zullen doen.
8
Waarom een nieuwe organisatie? Veranderend beleid vraagt om nieuwe aanpak De toekomst van de Nationale Landschappen is onzeker. De huidige uitvoeringsprogramma’s lopen in 2013 af en er is nog geen zicht op een vervolg. Het Rijk heeft het beleid voor het landschap volledig overgedragen aan de provincies. Die staan nu voor de vraag hoe zij dat invullen en welke plaats de Nationale Landschappen krijgen. De bezuinigingen bij het Rijk zijn een serieuze bedreiging. Maar er liggen ook kansen. Het wegvallen van planologische beperkingen opent de deur voor een meer ontwikkelingsgerichte benadering van het landschap, met ruimte voor nieuwe economische functies. Marktpartijen en maatschappelijke organisaties krijgen een grotere rol. De uitdaging is om dit te koppelen aan nieuwe investeringen in het landschap. De Nationale Landschappen zijn bij uitstek gebieden om te laten zien dat dit kan. Servicenet Nationale Landschappen wil hierin een faciliterende en stimulerende rol vervullen. We zien de Nationale Landschappen niet als statische museumlandschappen, maar als levende cultuurlandschappen, waar ruimte moet zijn voor ontwikkeling. Maar dan wel met kwaliteit! De Nationale Landschappen kunnen voorbeeldgebieden worden voor landschapsvernieuwing en procesinnovatie. Samen staan we sterk Servicenet is ervoor om de samenwerking en kennisuitwisseling tussen de Nationale Landschappen te organiseren en om de gezamenlijke belangen te behartigen. Veel Nationale Landschappen worstelen immers met dezelfde problemen en kunnen van elkaar leren. Met een gezamenlijke aanpak is efficiencywinst te behalen en zijn problemen wellicht gemakkelijker op te lossen. Samenwerking helpt om een krachtig geluid te kunnen laten horen richting Den Haag of Europa. En om landelijke koepelorganisaties en grote marktpartijen te betrekken bij de ontwikkeling en het beheer van het landschap. Een essentieel onderdeel hiervan is publiciteit naar het grote publiek en (internationale) marketing van het toeristisch product. Want onbekend maakt ongeliefd. Ook op dit gebied wil Servicenet de Nationale Landschappen ondersteunen, met concrete diensten en producten. Positionering ten opzichte van andere gebieden en organisaties De vraag kan gesteld worden of de Nationale Landschappen wel goed begrensd zijn en zich voldoende onderscheiden van andere (waardevolle) landschappen. Feit is dat ze al heel wat jaren bestaan - de oorsprong gaat terug naar de ‘groene nota’s’ uit de vorige eeuw - en dat ze over het algemeen redelijk goed georganiseerd zijn. Ze hebben een eigen identiteit en evidente landschappelijke kwaliteiten. Dat rechtvaardigt een aparte status en organisatie. Dit wil niet zeggen dat de Nationale Landschappen helemaal op zichzelf staan. Het is juist goed om over de grenzen heen te kijken, om nieuwe coalities te smeden en nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen. Bijvoorbeeld door de omliggende steden meer te betrekken bij het landschap of door actief aansluiting te zoeken bij Europese programma’s. Dat is de ambitie van Servicenet. Als netwerkorganisatie willen we partijen bij elkaar brengen. We willen een spilfunctie vervullen tussen de Nationale Landschappen onderling en nieuwe partners bij de uitvoering betrekken, zowel vanuit de publieke als de private sector. Denk aan ANWB, grote ondernemingen, kennisinstellingen, banken, fondsen en Europa. Onze kracht ligt in een stevige organisatiebasis in de gebieden en een brede oriëntatie op het totale maatschappelijke en economische krachtenveld. Het participatiemodel dat we ontwikkelen en het kennisnetwerk dat we opbouwen, zullen zeker ook voor andere landschappen en organisaties interessant zijn. Anderzijds kunnen we veel leren van de ervaringen van bestaande organisaties als Landschapsbeheer Nederland, IVN, koepels van agrarische natuurverenigingen en Samenwerkingsverband Nationale Parken. Hier liggen veel gezamenlijke belangen. We gaan dan ook graag de samenwerking aan!
9
Wie zijn we? Netwerk Servicenet is een netwerkorganisatie, waarbij iedereen die de Nationale Landschappen een warm hart toedraagt, zich kan aansluiten. Allereerst de Nationale Landschappen zelf, dat wil zeggen de verantwoordelijke provinciale overheden en de regionale samenwerkingsverbanden. De meeste hebben dat inmiddels gedaan. Maar ook andere overheden, maatschappelijke organisaties, marktpartijen en kennisinstellingen kunnen meedoen. Servicenet heeft met diverse organisaties verkennende gesprekken gevoerd over samenwerking en het gezamenlijk uitvoeren van projecten. Onder meer met de ANWB, Rabobank, Triodos Bank, ASR, Nationaal Groenfonds, IPO, IVN, Bouwfonds, Samenwerkingsverband Nationale Parken, Recron, Landschapsbeheer Nederland, Staatsbosbeheer, NVM, SCR Reizen, DLG, TU Delft, College van Rijksadviseurs, Stichting Doen, Regionaal Landschap Oost-Vlaanderen en de Ministeries van I&M, EL&I en OC&W. Servicenet kent geen formele verenigingsstructuur, per geval wordt bekeken hoe de samenwerking wordt vormgegeven en de afstemming wordt gewaarborgd. Bestuur Servicenet Nationale Landschappen is een stichting met een breed samengesteld bestuur, waarin verschillende sectoren zijn vertegenwoordigd. De bestuurders nemen deel op persoonlijke titel en zijn geen verantwoording schuldig aan hun ‘achterban’. Ze zijn de vaandeldragers van Servicenet: - Bart Krol (voorzitter), gedeputeerde Provincie Utrecht en voorzitter Stuurgroep Groene Hart; - Diana de Jong, directeur Gebiedsontwikkeling Bouwfonds Ontwikkeling; - Joep Thönissen, directeur Recron; - Roelof Balk, directeur SlimmeVos.nl;
“Natuur en landschap vormen er uniek werkkapitaal. Zij inspireren tot duurzaam ondernemerschap en een streekeigen waardecreatie.” Joep Thönissen, directeur RECRON
“De kwaliteit van onze leefomgeving wint aan betekenis en wordt steeds belangrijker bij de keuze van mensen om ergens te gaan wonen. Aandacht voor behoud én ontwikkelig van landschappelijke waarden is dus van groot belang.” Diana de Jong, directeur Gebiedsontwikkeling Bouwfonds Ontwikkeling
“De betekenis van spirituele waarden vertalen in economische continuïteit en levensvatbaarheid, dat zie ik als de ultieme uitdaging voor een publiek-private financiering. Servicenet wil daarin ondersteunen. Met creativiteit, deskundigheid en passie.” Roelof Balk, directeur SlimmeVos.nl
10
- Eric Luiten, professor cultuurhistorie en ontwerp TU Delft, Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Zuid-Holland; - Douwe Hoogland, voorzitter koepelorganisatie agrarische natuurverenigingen Nationaal Landschap de Noardlike Fryske Wâlden. Programmabureau Het programmabureau is de werkorganisatie van Servicenet. Zij stelt in opdracht van het bestuur een werkprogramma op en is verantwoordelijk voor de uitvoering. Dit bidbook geldt als werkprogramma voor 2012. Het programmabureau wordt gevormd door: - Lennart Graaff, programmamanagement (Investeren in Ruimte); - Pieter Veen, ontwerp en visievorming (Vista landschapsarchitectuur en stedenbouw); - Jan Rutten, communicatie en marketing (Janrutten.com); - Arjan Koomen, kennismanagement (Wageningen UR/Alterra); - Michel Briene, economie en gebiedsontwikkeling (Ecorys). Comité van Aanbeveling Servicenet kent een Comité van Aanbeveling van invloedrijke personen die verklaard hebben Servicenet te steunen. De volgende personen maken deel uit van dit comité: - Alexander Rinnooy Kan, voorzitter SER; - Ed Nijpels, voorzitter NL Ingenieurs; - Herman Wijffels, hoogleraar duurzaamheid aan de Universiteit van Utrecht; - Cees Veerman, oud-minister van Landbouw; - Walter Kooy, directeur Nationaal Groenfonds; - Yttje Feddes, Rijksadviseur voor het landschap.
“Willen we de kwaliteit van ons landschap voor huidige en toekomstige generaties veiligstellen, dan vraagt dat om meer ondernemerschap, meer financiële middelen en meer bestuurlijke samenhang. Het initiatief voor een betere samenwerking tussen de Nationale Landschappen kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren.” Alexander Rinnooy Kan, voorzitter SER
“Heel goed dat de Nationale Landschappen steun bij elkaar vinden nu ze meer op eigen benen moeten staan. Daarmee voorkom je dat de investeringen van de laatste jaren verloren gaan. Zoek samen naar nieuwe ‘verdienmodellen’ en inspireer elkaar met zorgvuldig beheer en mooie uitgevoerde projecten.” Yttje Feddes, Rijksadviseur voor het landschap
“Nationale Landschappen zijn van het grootste belang om door de erkenning ervan elke Nederlander te leren beseffen hoe mooi en gevarieerd ons land is en hoe in de verscheidenheid van landschappen cultuurontwikkeling in ons land vorm heeft gevonden en omgekeerd het landschap haar bewoners heeft beïnvloed.” Cees Veerman, oud-minister van Landbouw
11
Wat gaan we doen? Ambitie en nieuwe mindset Het schema op pagina 13 geeft de doelstelling en het programma van Servicenet Nationale Landschappen weer. Voorop staat de ambitie om de Nationale Landschappen als ‘sterk merk’ overeind te houden en om een duurzame economische basis te creëren voor het behoud van deze landschappen. Servicenet wil bijdragen aan een nieuwe mindset, waarbij nieuwe partners worden betrokken bij de uitvoering, nieuwe verdienmodellen worden ontwikkeld voor het beheer en nieuwe ruimtelijke opgaven worden benut om de kwaliteit van het landschap te vergroten. Alleen als de kwaliteiten van het landschap stevig zijn ingebed in de manier waarop mensen wonen, werken en leven is het behoud hiervan kansrijk. Daar zal continu opnieuw het juiste evenwicht in gevonden moeten worden. De Nationale Landschappen willen hier, als iconen van Nederland, het goede voorbeeld in geven. Producten en diensten Servicenet is een servicegerichte organisatie, die praktische ondersteuning biedt aan de Nationale Landschappen. Servicenet levert een breed pakket van diensten en producten: - een website voor de professionals, met informatie over nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, financieringsmogelijkheden en activiteiten; - een website voor het brede publiek, als centrale toegangspoort naar de eigen websites van de afzonderlijke Nationale Landschappen; - symposia en seminars over actuele thema’s; - gezamenlijke publiciteit en marketing voor de 20 Nationale Landschappen, waaronder de organisatie van de ‘Nationale Landschapsdag’; - advies of onderzoek op maat voor specifieke vragen uit afzonderlijke Nationale Landschappen; - verbreding van het netwerk door het actief benaderen van mogelijke uitvoeringspartners. Naast deze reguliere activiteiten (het basispakket), wil Servicenet ook -samen met partners- projecten in gang zetten, die concreet uitwerking geven aan belangrijke opgaven en kansen en die voor meerdere Nationale Landschappen relevant zijn. Servicenet heeft in dit alles vooral een bemiddelende, faciliterende en stimulerende rol. De feitelijke uitvoering van de projecten zal veelal door de Nationale Landschappen zelf of door de andere partners in het netwerk opgepakt worden. Drie programmasporen De werkzaamheden van Servicenet zijn gericht op drie samenhangende programmasporen: 1. Samenwerking en kennisuitwisseling, zowel tussen de Nationale Landschappen onderling als met landelijke spelers en lokale partners: de organisatie van een stevig netwerk op alle schaalniveau’s (ook Europees) is cruciaal voor de continuïteit van de Nationale Landschappen. 2. Productontwikkeling en kwaliteitsborging: nieuwe opgaven en functies koppelen aan versterking van de identiteit en de kwaliteit van de Nationale Landschappen, dit is van groot belang voor de vitaliteit en de duurzaamheid van het landschap; belangrijke thema’s zijn energietransitie, voedselproductie (‘proef het landschap’) en cultureel ondernemerschap. 3. Publiciteit en marketing: stevig neerzetten van het ‘merk’ Nationaal Landschap richting het publiek, zowel bewoners en ondernemers als (potentiële) bezoekers; dit is cruciaal voor het maatschappelijk (en het politieke) draagvlak, maar ook voor de toeristisch-recreatieve ontwikkeling en de ‘Holland promotion’. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op het basispakket van producten en diensten en de aanvullende projectideeën.
12
BASISPAKKET
DOELEN
ORGANISATIE
Servicenet Nationale Landschappen Servicenet is een organisatie van en voor de Nationale Landschappen, in de vorm van een stichting met een onafhankelijk bestuur en een eigen programmabureau. We bieden een breed pakket van diensten en producten aan, om de deelnemende Nationale Landschappen te ondersteunen en om het merk ‘Nationaal Landschap’ stevig in de markt te zetten. We werken aan de opbouw van een actief landelijk netwerk van publieke en private partijen die de Nationale Landschappen een warm hart toedragen.
Samenwerking en kennisuitwisseling
Productontwikkeling en kwaliteitsborging
Publiciteit en marketing
Organisatie van het
Bijdragen aan een
Nationaal Landschap als
landelijk netwerk tussen
gezamenlijke ruimtelijke
een sterk merk in de
de Nationale Landschappen
agenda en een duurzame
markt zetten, richting
en met publieke en private
financieringsstrategie voor
burgers, ondernemers en
partijen.
de Nationale Landschappen.
bestuurders.
Relatiebeheer en
Nieuwe verdienmodellen en
Marketingstrategie
kennisbemiddeling
financieringsconstructies Persberichten en artikelen
Website en nieuwsbrieven
Themabijeenkomsten en
voor het netwerk
ontwerpateliers
Nationale Landschapsdag
Symposia en kennisdelers
PROJECTEN
Publiekswebsite
Stad-landrelaties
Brussel binnen handbereik
Loket Groenblauwe
Energielandschappen
Ambassadeurs van het landschap / landschapsarrangementen
Diensten Proef het landschap
13
2. Producten en diensten Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de producten en diensten die Servicenet Nationale Landschappen levert op het gebied van: - s amenwerking en kennisuitwisseling; - productontwikkeling en kwaliteitsborging; - publiciteit en marketing. Voor elk van deze drie programmasporen wordt onderscheid gemaakt in basispakket (de witte pagina’s) en projecten (de gekleurde pagina’s). Het basispakket heeft betrekking op de reguliere werkzaamheden van Servicenet Nationale Landschappen, zoals de organisatie van netwerkbijeenkomsten, het onderhoud van de website www.servicenetnationalelandschappen.nl en het benaderen van uitvoeringspartners. Het afgelopen jaar is hier al veel mee bereikt. De maatschappelijke betrokkenheid is vergroot en de Nationale Landschappen zijn op de provinciale beleidsagenda’s blijven staan. Maar het echte werk moet nog beginnen! Hiervoor hebben we uw steun hard nodig. Per programmaspoor zijn telkens twee projectideeën beschreven. Servicenet wil deze projecten met belanghebbenden uitvoeren. Dat kan gaan om publieke partijen, maar ook om maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Stap 1 is om te onderzoeken of partijen het idee ondersteunen en mee willen doen. Stap 2 is om afspraken te maken over de uitvoering en de financiering. Van de projecten waar voldoende partijen op inschrijven, kan de uitvoering snel starten. Dit bidbook is dus een open uitnodiging aan alle mogelijke partners om te participeren in Servicenet Nationale Landschappen en mee te investeren in de kwaliteit van deze unieke gebieden. Want zonder uw bijdrage houden we de Nationale Landschappen niet overeind.
14
Samenwerking en kennisuitwisseling 1. Relatiebeheer en kennisbemiddeling Het verstevigen van het netwerk blijft de komende jaren veel aandacht vragen. Dit is de core business van Servicenet. We zullen gesprekken voeren met mogelijke nieuwe landelijke partners en eraan werken om vragers en aanbieders (van kennis, ideeën, grond en geld) met elkaar in contact te brengen. We zullen ook investeren in het bestendigen en verbreden van bestaande organisatiestructuren in de Nationale Landschappen zelf. Niet alle Nationale Landschappen zijn immers even goed georganiseerd, niet overal zijn bijvoorbeeld gemeenten, ondernemers- en bewonersorganisaties al goed aangehaakt. Er ligt nog een grote opgave om dit te verbeteren en hier meer continuïteit in te brengen. Bijvoorbeeld door in elk Nationaal Landschap een ‘landschapshuis’ te vestigen, als centraal ontmoetingspunt en activiteitencentrum. Uitwisseling van ervaringen in verschillende Nationale Landschappen en ook in buitenlandse landschappen kan daarbij nuttig zijn. Daarin willen we faciliteren. Daarnaast kunnen we advies op maat leveren voor specifieke vragen uit afzonderlijke Nationale Landschappen. 2. Website en nieuwsbrieven voor het netwerk In 2011 is de website www.servicenetnationalelandschappen.nl ontwikkeld voor een brede doelgroep van professionals en andere geïnteresseerden die zich met de Nationale Landschappen bezig houden. Het vullen van de website met content en het actueel houden vraagt een blijvende inspanning. Daarnaast is er een Linkedin-groep actief en worden nieuwsbrieven verstuurd. 3. Symposia en kennisdelers Servicenet organiseert regelmatig symposia en kennisdelers rond de gezamenlijke agenda en rond specifieke inhoudelijke thema’s (zie ook bij de andere twee programmasporen). Minimaal één keer per jaar zal er een landelijke netwerkbijeenkomst worden gehouden, die telkens samen met en in een Nationaal Landschap zal worden georganiseerd. Hier wordt onder meer het werkplan van Servicenet besproken en de wensen van de deelnemende Nationale Landschappen geïnventariseerd. In 2011 heeft Servicenet op 5 september een bijeenkomst georganiseerd op de Groene Golflengte in Radio Kootwijk. Daar heeft Bart Krol het bestuur gepresenteerd, waren er inleidingen van Hans Mommaas (zie kader) en Yttje Feddes en zijn er workshops gehouden rond de thema’s ruimtelijke kwaliteit en financiering.
“Servicenet kan een brug slaan tussen enerzijds het belang van het Nationale Landschap en anderzijds het meervoudige belang van het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen. Bijvoorbeeld door het aangaan van relaties met de zorgsector, de recreatiesector of de woningbouwsector.” Hans Mommaas, professor vrijetijdsmanagement Universiteit van Tilburg, tijdens de Groene Gollflengte op 5 september 2011
“Ik heb de indruk dat de landschappen in Nederland, België en Frankrijk grotendeels met dezelfde dingen bezig zijn. Daarom is het belangrijk elkaar op te zoeken. Ik juich de vorming van Servicenet Nationale Landschappen toe en hoop dat het wordt uitgebouwd.” Eddy Raepsaet, regionaal landschap Oost-Vlaanderen, tijdens het seminar ‘Wat kan Europa voor u betekenen’ op 9 november 2011
15
Project 1: Stad-landrelaties verstevigen relaties Nationale Landschappen en stedelijke gebieden
Doel
2. Bevorderen van de bestuurlijke en maatschappelijke
Doel van dit project is om de ruimtelijke en functionele
samenwerking tussen enerzijds de Nationale Land-
relaties tussen de Nationale Landschappen en de stede-
schappen en anderzijds de omliggende en inliggende
lijke gebieden te verstevigen. Nu lijken stad en landschap
stedelijke gebieden; dat wil zeggen overheden,
vaak met de rug naar elkaar toe te liggen en is er weinig
marktpartijen en maatschappelijke organisaties uit
samenwerking tussen stedelijke en landelijke stake-
deze gebieden met elkaar in contact brengen, onder-
holders. Hierdoor worden ruimtelijke en economische
zoeken waar gezamenlijke belangen liggen en deze
kansen gemist. Diverse Nationale Landschappen hebben
vertalen naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid
nadrukkelijk te maken met deze problematiek. Denk aan
voor de inrichting en het beheer van de Nationale
het Groene Hart en de Randstad, De Stelling van Amster-
Landschappen.
dam en de Metropoolregio Amsterdam, De Nieuwe Hol-
3. Ontwikkeling van praktische inrichtingsprincipes,
landse Waterlinie en de NV Utrecht, Noordoost-Twente en
functiecombinaties, financieringsconstructies en uit-
Twentestad, IJsseldelta en stedelijk netwerk Zwolle-Kam-
voeringsstrategieën voor de aanleg van aantrekkelijke
pen, Drentsche Aa en stedelijk netwerk Assen-Groningen,
stad-landverbindingen en hoogwaardige overgangs-
Groene Woud en Brabantstad.
gebieden tussen stad en land; dit aan de hand van concrete cases.
Rol Servicenet Servicenet wil de Nationale Landschappen helpen om
De eerste stap is het organiseren van een aantal werk-
de bestuurlijke en maatschappelijke samenwerking met
bijeenkomsten en conferenties. Op basis daarvan worden
de omliggende steden te intensiveren. Alleen dan is het
met direct betrokken partijen projectplannen uitgewerkt.
mogelijk om vanuit de stedelijke gebieden extra investe-
gericht op het opzetten van concrete praktijkpilots. De
ringen te genereren in de ontwikkeling en het beheer van
feitelijke uitvoering van de pilots is primair de verant-
de Nationale Landschappen.
woordelijkheid van de aangewezen trekker.
Aanpak
Partners
De werkzaamheden zijn gericht op;
Cruciaal in dit project is het organiseren van de samen-
1. Bevorderen van de kennisuitwisseling tussen de
werking tussen stedelijke en landelijke stakeholders, uit
verschillende Nationale Landschappen over de wijze
zowel overheden en maatschappelijke organisaties, als
waarop de omliggende of inliggende stedelijke gebie-
bedrijfsleven en kennisinstellingen.
den meer betrokken kunnen worden bij de inrichting en het beheer van het landschap; dat wil zeggen het presenteren van goede voorbeelden (uit de Nationale Landschappen zelf, maar eventueel ook uit andere gebieden of uit het buitenland) en het gezamenlijk benoemen van knelpunten, opgaven, kansen en oplossingen.
16
Project 2: Loket Groenblauwe Diensten samenwerking en kennisuitwisseling over gebiedsgerichte inzet GLB-gelden
Doel
2. Een goed overzicht van de landschappelijke en
Doel van dit projet is om de Nationale Landschappen
landbouwkundige gebiedskenmerken vormt de basis
goed voor te bereiden op de veranderingen in het Ge-
voor de uitwerking van een regionale strategie voor
meenschappelijk Landbouwbeleid van Europa (GLB). In
de inzet van Groenblauwe Diensten (of ‘ecosysteem-
het bijzonder zal worden onderzocht of een gebiedsge-
diensten’). Een dergelijke strategie zal vooral door het
richte toepassing van het nieuwe financieringsstelsel mo-
Nationaal Landschap zelf (bestuurders, ondernemers
gelijk is, bijvoorbeeld in de vorm van regionale pakketten
en burgers) ontwikkeld moeten worden, maar Servi-
voor Groenblauwe Diensten.
cenet kan hierin ondersteunen en de afstemming met de landelijke en Europese regelgeving waarborgen.
Juist in de Nationale Landschappen zijn op veel plaatsen
3. In de derde fase gaat het om het opzetten van een
aangepaste vormen van landbouw tot stand gekomen,
praktisch systeem waarbij GLB middelen beschikbaar
die meer zijn afgestemd op de lokale natuurlijke om-
komen voor de agrariërs in de Nationale Landschap-
standigheden en landschappelijke kwaliteiten. Verbrede
pen. Bijvoorbeeld door instelling van een regionaal
landbouw en de teelt van streekproducten zijn sterk
‘loket’ Groenblauwe Diensten per Nationaal Land-
in ontwikkeling. De voorgenomen herziening van het
schap.
Gemeenschappelijke Landbouwbeleid zal deze ontwikkeling ondersteunen. Maar ook voor ondernemers die vooral
Partners
inzetten op schaalvergroting of intensivering, biedt het
Voor dit project zal in eerste instantie de samenwerking
nieuwe beleid nieuwe mogelijkheden die ingepast moeten
worden gezocht met partijen als LTO Nederland, koepels
worden in het landschap.
van agrarische natuurverenigingen, DLG, de Rabobank, de provincies en/of IPO en het Ministerie van EL&I.
Rol van Servicenet Diverse Nationale Landschappen zijn al bezig met de implementatie van nieuwe regelgeving en de ontwikkeling van Groenblauwe Diensten. Servicenet wil de kennisuitwisseling en samenwerking op dit vlak stimuleren en faciliteren. Aanpak 1. Inventarisatie van gezamenlijke opgaven en mogelijke ontwikkelingsrichtingen op het gebied van het samengaan van landbouw en landschap. Veel Nationale Landschappen hebben al een eigen visie of aanpak ontwikkeld, die ook voor andere Nationale Landschappen relevant kunnen zijn. Maar het ontbreekt aan een systematisch overzicht. Met behulp van GIAB (Geografische Informatie over Agrarische Bedrijven) kunnen gegevens over type landbouw en economische positie gekoppeld worden aan landschappelijke kenmerken (dynamiek en elementen/patronen).
17
Productontwikkeling en kwaliteitsborging 1. Nieuwe verdienmodellen en financieringsconstructies Veel Nationale Landschappen worstelen met het probleem dat de kosten van het natuur- en landschapsbeheer alsmaar toenemen, terwijl de subsidies van het Rijk worden afgebouwd. Men is naarstig op zoek naar nieuwe financieringsbronnen. Er is inmiddels een breed scala aan creatieve financiële instrumenten ontwikkeld: gebiedsfondsen, streekrekeningen, landschapsveilingen, verhandelbare emissierechten, betaalde uitzichtgaranties, compensatieregelingen en allerlei vereveningsmechanismen. Veel oplossingen blijven echter afhankelijk van blijvende subsidiestromen, overheidsbemoeienis en liefdadigheid, en dat zijn nu net onzekere factoren. We moeten ook nadenken over alternatieve oplossingen. Dat roept nieuwe vragen op. Wat is precies het verdienpotentieel van het landschap? Hoe kunnen we nieuwe waarden creëren? Kan de markt -bij een terugtredende overheid- nieuwe taken op zich nemen? Welke gebiedsprocessen en instrumenten horen daarbij? Wat heeft Europa ons te bieden? En wat kunnen we nog van het Rijk verwachten? Servicenet wil de Nationale Landschappen helpen om op deze vragen een antwoord te krijgen. Door het organiseren van kennisdelers, zoals het succesvolle seminar over Europese financiering op 9 november 2011, dat een vervolg krijgt in 2012 (zie ook project ‘Brussel binnen handbereik’). Door de ontwikkeling van nieuwe financieringsconstructies, zoals het concept van de ‘BV’s voor het landschap’, dat is ontleend aan het model van de publiek-private ontwikkelingsmaatschappijen voor de economische structuurversterking van de regio. En -uiteindelijk- door het opzetten van concrete praktijkpilots in verschillende Nationale Landschappen. 2. Themabijeenkomsten en ontwerpateliers Nieuwe uitvoeringscoalities en verdienmodellen zullen niet tot stand komen zonder nieuwe ruimtelijke modellen. Servicenet wil middels de organisatie van themabijeenkomsten en ontwerpatelers verkennen hoe maatschappelijke en economische opgaven gekoppeld kunnen worden aan extra investeringen in de kwaliteit van het landschap. Denk bijvoorbeeld aan energietransitie (zie project ‘Energielandschappen’), klimaatadaptatie, bodemdaling in de veengebieden, vergrijzing, hoogwaardige voedselproductie (zie project ‘Proef het landschap’) en nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en cultuurbeleving. Deze opgaven zijn niet uniek voor de Nationale Landschappen, maar juist in deze gebieden ligt er een extra uitdaging om te laten zien dat ze een kwaliteitsimpiuls kunnen betekenen voor het landschap. De ontwerpateliers zullen samen met de Rijksadviseur voor het Landschap en de provinciale kwaliteitsadviseurs of -ateliers worden georganiseerd.
“Een mooi landschap blijft alleen mooi als het ook een economisch levend landschap is. Dat is niet eenvoudig, maar het kan wel. En met het Servicenet gaan we zorgen dat het gebeurt.” Walter Kooy, directeur Nationaal Groenfonds
“Het Nederlandse landschap is onderhevig aan een onvermijdelijke en onomkeerbare vermaatschappelijking. De transformaties die daaruit voortkomen moeten buitengewoon zorgvuldig worden begeleid, zeker in de Nationale Landschappen.” Eric Luiten, professor TU Delft en Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Zuid-Holland
18
Project 3: Brussel binnen handbereik projecten financieren met Europese middelen
Doel
Aanpak
Doel van dit project is om concrete projecten in de Natio-
1. Identificeren van gemeenschappelijke thema’s en
nale Landschappen gefinancierd te krijgen met Europese
koppeling van deze thema’s aan de Europese agenda
middelen. Daarbij zal vooral worden ingestoken op de
(de ‘calls’).
thema’s die aansluiten bij de Europese kernbegrippen: duurzaamheid, energie en innovatie.
2. Organiseren van uitwisselingsbijeenkomsten (nationaal en internationaal) om de partners bij elkaar te brengen en de uitgangspunten voor een of meerdere
Er zijn veel Europese fondsen waar de Nationale Landschappen aanspraak op kunnen maken: INTERREG,
gezamenlijke aanvragen te formuleren. 3. Helpen bij de voorbereiding van de Europese aanvra-
ESPON, JESSICA, LEADER, GRUNDTVIG, CULTURE,
gen en feedback geven op projectideeën en project-
TEN-E en nog veel meer. Van ‘harde’ investeringen in de
voorstellen.
infrastructuur tot ‘zachte’ bijdragen ter bevordering van kennisuitwisseling.Toch wordt van deze fondsen nog maar
Ter ondersteuning van deze stappen zal een Europese
weinig gebruik gemaakt. Slechts enkele landschappen
subsidiewijzer worden ontwikkeld: een interactieve
weten Europa goed te vinden. Dat is verklaarbaar: het
database voor de diverse Europese regelingen, met een
binnenhalen van Europese middelen is ingewikkeld en is
helder overzicht van voorwaarden, voor- en nadelen,
aan een flink aantal voorwaarden verbonden. Daarnaast
aandachtspunten en suggesties. Met deze subsidiewijzer
is een interregionale en transnationale samenwerking
krijgen initiatiefnemers snel inzicht in de kansrijkdom en
vaak een vereiste. Er bestaat bovendien geen gebruiks-
de aanpak van een mogelijke Eurpese subsidie-aanvraag.
vriendelijk overzicht van de verschillende mogelijkheden en beperkingen van Europese subsidiebronnen, afge-
Partners
stemd op de doelstellingen van gebiedsorganisaties op
De samenwerking zal sterk afhangen van de gekozen
het grensvlak van natuur- en landschapsbeheer en plat-
thema’s. Partners kunnen nationaal worden gevonden in
telandsontwikkeling. Dat maakt dat veel Europees geld
overheden, marktpartijen, maatschappelijke organisaties
onbenut blijft. Dat terwijl de Nationale Landschappen de
en onderzoeksinstellingen. Internationaal zal samenwer-
ideale schaalgrootte hebben voor een Europese aanvraag.
king worden gezocht met landschappen en regio’s met vergelijkbare opgaven.
Rol van Servicenet Servicenet organiseert de samenwerking en kennisuitwisseling tussen Nationale Landschappen onderling en tussen de Nationale Landschappen en andere Europese regio’s met vergelijkbare opgaven. Daarnaast wil Servicenet als helpdesk fungeren voor de Nationale Landschappen en de subsidies beter toegankelijk maken, bijvoorbeeld door een ‘Europese subsidiewijzer’ te ontwikkelen. Bovendien wil Servicenet de Nationale Landschappen ondersteunen bij het doen van een Europese aanvraag.
19
Project 4: Energielandschappen versterking landschap door energietransitie
Opgave
Aanpak
Doel van dit project is om te onderzoeken hoe energie-
1. Inventarisatie van bestaande projecten en initiatieven
transitie kan bijdragen aan versterking van de landschap-
in Nationale Landschappen en van relevante nationale
pelijke kwaliteit en het toeristische imago van de Natio-
en Europese programma’s en fondsen.
nale Landschappen. Tevens wordt onderzocht in hoeverre Nationale Landschappen hierin samen kunnen optrekken. Zo mogelijk zal een gezamenlijk beroep op Europese fondsen worden gedaan om de gewenste energietransitie te versnellen.
2. Benoemen van een aantal kansrijke strategieën of speerpuntprojecten, die voor meerdere Nationale Landschappen relevant zijn. 3. Opstellen van een plan van aanpak en regelen van (Europese) financiering voor uitvoering van gezamenlijk gekozen strategieën of speerpuntprojecten.
De noodzakelijke omschakeling van fossiele brandstoffen
4. Feitelijke uitvoering van maatregelen voor duur-
naar duurzame energiebronnen hebben grote ruimte-
zame energie, die bijdragen aan de landschappelijke
lijke gevolgen. Op alle schaalniveaus zullen ingrijpende
kwaliteit en het toeristisch imago van het Nationaal
maatregelen nodig zijn om de Europese en landelijke
Landschap.
doelen te realiseren. De Nationale Landschappen kunnen zich profileren als duurzame landschappen en zo een
Partners
voorbeeldfunctie gaan vervullen voor andere gebieden.
De samenwerking zal worden gezocht met energiebedrij-
Bijvoorbeeld op het gebied van verwerking van biomassa,
ven (ENECO, NUON, etc.), afvalverwerkers, terreinbe-
regionale voedselkringlopen en energiezuinig verkeer
heerders, landbouworganisaties, de provincies en/of IPO,
(‘slow traffic’).
omgevingsdiensten, Rijkspartijen en kennis- instituten. Juist op het gebied van duurzame energie zijn veel par-
Rol van Servicenet
tijen actief en wordt veel onderzoek gedaan. Het opbou-
Servicenet wil een gezamenlijk kennisnetwerk opbouwen
wen van een kennisnetwerk of ‘community of practice’
en gezamenlijke belangen behartigen. Servicenet kan
voor de specifieke opgaven in Nationale Landschappen is
een coördinerende rol vervullen in het aanvragen van een
een belangrijk onderdeel van dit project.
Europese subsidie of in de internationale kennisuitwisseling met andere beschermde landschappen. De feitelijke uitvoering is vooral een zaak van de regionale partners.
20
Publiciteit en marketing 1. Marketingstrategie Het initiatief voor Servicenet komt voort uit de wens om het ‘sterk merk’ Nationaal Landschap niet verloren te laten gaan. De ontwikkeling van een gezamenlijke marketingstrategie voor de Nationale Landschappen is dus een vanzelfsprekende taak voor Servicenet. Want het merk kan zeker nog sterker! Nog lang niet voor iedereen zijn de Nationaal Landschappen al een begrip. In sommige Nationale Landschappen is het nog niet zo duidelijk waar dat merk voor staat. En in internationaal opzicht kunnen we veel leren van de Nationale Parken en de Werelderfgoedgebieden. De naam ‘Nationaal Landschap’ geeft meerwaarde, maar er ligt nog een uitdaging om dit merk steviger in de markt te zetten. Er moet nagedacht worden over wie de doelgroepen zijn, hoe de gemeenschappelijke boodschap zich verhoudt tot de individuele boodschap van elk afzonderlijk Nationaal Landschap en welke communicatiemiddelen ingezet worden. Het begint met de definiëring van het ‘product’ dat aangeboden wordt. Servicenet heeft eigen marketingexpertise in huis en zal de Nationale Landschappen ondersteunen in de ontwikkeling van een gezamenlijke marketingstrategie. Hierbij zullen we ook toeristische organisaties en ondernemingen betrekken. 2. Persberichten, artikelen en presentaties Via persberichten, presentaties en artikelen in kranten, tijdschriften en websites zorgt Servicenet ervoor dat belangrijke momenten voor de Nationale Landschappen onder de publieke aandacht worden gebracht. De nadruk ligt daarbij op thema’s die voor alle of meerdere Nationale Landschappen relevant zijn en op de eigen activiteiten van Servicenet. Uiteraard blijft de publiciteit voor de afzonderlijke Nationale Landschappen een taak voor de landschappen zelf. In 2011 zijn publicaties verschenen in onder meer Blauwe Kamer, Ruimtevolk, IKC-RO, het Kanaal, Algemeen Dagblad en Valleikrant. 3. Publiekswebite Servicenet Nationale Landschappen heeft de huidige website www.nationalelandschappen.nl overgenomen van het Ministerie van EL&I. We zullen deze verder ontwikkelen als een kapstok om de Nationale Landschappen nationaal en internationaal te profileren als ‘visitekaartje van Nederland’. Waar de website servicenetnationalelandschappen.nl gericht is op professionals, is de website nationalelandschappen.nl vooral gericht op het grote publiek. De site geeft in kort bestek informatie over wat er er te doen en te beleven is in het gebied en wat de landschappelijke bijzonderheden en de typische streekproducten zijn. De website is de centrale toegangspoort voor de eigen websites van de afzonderlijke Nationale Landschappen. Door deze websites te koppelen worden veel extra bezoeken gegenereerd. Dit kan stapsgewijs worden uitgebouwd, waarbij bijvoorbeeld ook de optie wordt toegevoegd om bewoners en ondernemers die zelf activiteiten willen opzetten of willen meedoen met het beheer in contact te brengen met de juiste organisaties. De mogelijkheden om sponsoren en adverteerders te werven voor de financiering van de website zullen nader worden onderzocht. Streven is om de huidige website stapsgewijs om te bouwen tot een wervende publiekssite. 4. Nationale Landschapsdag Streven is om in het voorjaar van 2013 de eerste ‘Dag van de Nationale Landschappen’ te houden. Op die dag hebben alle Nationale Landschappen open dag. In ieder landschap kunnen activiteiten worden ondernomen: rondleidingen op de boerderij, wandelingen in de natuur, bezoek aan streekmonumenten en proeverijen van streekproducten. Servicenet zal de landelijke publiciteit organiseren, via dagbladen, radio en televisie, maar ook via bijvoorbeeld de Kampioen, Allerhande en de reclame van Campina. Ook coördineert Servicenet de programmatische invulling en zoeken we sponsoren. Veel Nationale Landschappen organiseren nu al een open dag, maar door deze goed op elkaar af te stemmen creëer je veel extra publiciteit.
21
Project 5: Ambassadeurs van het landschap / landschapsarrangementen versterken kwaliteit vrijetijdsaanbod
Doel
Aanpak
Doel van dit project is om het landschapsbesef en de eco-
1. Werven van middelen om de cursussen in zoveel mo-
nomische ontwikkeling van de Nationale Landschappen te bevorderen door ondernemers in de toeristisch-recreatieve sector op te leiden om het verhaal en de kwaliteiten van het landschap over te brengen op hun gasten. Daaraan gekoppeld is er de doelstelling om het aanbod van toeristische en recreatieve producten te versterken in de vorm van landschapsarrangementen.
gelijk Nationale Landschappen te kunnen organiseren. 2. Cursus aanbieden aan ondernemers in de Nationale Landschappen. 3. Voorbereiden en geven van de cursussen, basis leggen voor de ontwikkeling van landschapsarrangementen (IVN). 4. Verder ontwikkelen van landschapsarrangementen (bestaande en nieuwe producten of concepten) en
‘Ambassadeurs van het landschap’ is een succesvolle,
verzorgen van de marketing. Via de ondernemers zelf,
door IVN ontwikkelde cursusmodule voor ondernemers
die hun gasten informatie verschaffen en een brochu-
in de toeristisch-recreatieve sector, die van groot belang
re aanbieden met daarin de andere landschapsarran-
zijn voor de publiciteit van het landschap. Met meer ken-
gementen in andere (nationale) landschappen. En via
nis van het gebied en een grotere bekendheid met het
allerlei portals als nationalelandschappen.nl, dagjeuit.
verhaal en met de lokale geschiedenis kunnen zij hun
nl, weekendjeweg.nl, landvananwb.nl, publiekssite re-
gasten beter informeren en gerichter activiteiten aan-
cron.nl, arrangementen.nl. en sites van commerciële
bieden. De ondernemers kunnen hun omgeving inzetten
aanbieders als Marrea.nl.
als ‘unique selling point’. Dat leidt tot meer waardering voor ondernemer en landschap en voor extra inkomsten:
Partners
de mond-tot-mond reclame zorgt daadwerkelijk voor
Interessante samenwerkingspartners zijn de Koninklijke
nieuwe gasten. De toerist zal bewust gaan kiezen voor de
Horeca Nederland, ANWB, RECRON, LTO Nederland,
Ambassadeurs van het Landschap. Met onderscheidende
Kamer van Koophandel, Rabobank, de VVV’s, Marrea, de
arrangementen (verblijfsconcepten, bijzondere attracties,
terreinbeherende organisaties en de recreatieschappen.
proeverijen van streekproducten, thematische routes of
En natuurlijk de ondernemers in de Nationale Landschap-
streekevenementen) kunnen de ondernemers bovendien
pen zelf. Mogelijk kan voor dit project een bijdrage uit
de kwaliteit (en verdiencapaciteit) van het vrijetijdsaan-
het SNS Reaalfonds (gericht op educatie en kennisont-
bod versterken en de publiciteit van de Nationale Land-
wikkeling) interessant zijn.
schappen verbeteren. Rol van Servicenet Servicenet wil er met bemiddeling en fondsenwerving voor zorgen dat er ‘Ambassadeurs van het landschap’ worden opgeleid in alle Nationale Landschappen. IVN zal de cursussen verzorgen en tijdens de cursussen de basis leggen voor het ontwikkelen van landschapsarrangementen. Servicenet wil daarbij ondersteunen en de landschapsarrangementen vermarkten.
22
Project 6: Proef het landschap streekproducten en gastronomie als ‘unique selling point’
Doel
Aanpak
Doel van dit project is om het duurzame profiel van
1. In de eerste fase gaat het om het opbouwen van
de Nationale Landschappen te versterken. ‘Proef het
de ‘bewijslast’. In ieder Nationaal Landschap moet
landschap’ moet er voor zorgen dat de Nationale Land-
gezond, duurzaam en lekker voedsel op de agenda
schappen bij uitstek bekend staan als gebieden waar
staan. Dat begint met het uitwisselen van kennis over
ambachtelijke producten met uitstekende kwaliteit wor-
onder meer ‘slow food’, voedselkringlopen, ‘ecogas-
den geproduceerd en waar op een bewuste manier met
tronomie’ en duurzame landbouw. De Nationale Land-
voedselproductie en -consumptie wordt omgegaan.
schappen die hier al verder in zijn, kunnen andere landschappen bij de hand nemen.
Er is steeds meer aandacht voor gezond en lekker eten.
2. Vervolgens zal ‘Proef het landschap’ in alle Nationale
De kookprogramma’s op de Nederlandse televisie bui-
Landschappen een herkenbare invulling moeten krij-
telen over elkaar heen en kranten en bladen besteden
gen. Door de ontwikkeling van streekproductenlijnen
er veel aandacht aan. ‘Ecogastronomie’ en ‘slow food’
en aanbod van kookworkshops, lezingen, proeverijen
zijn trendy begrippen geworden. Ook op lokaal niveau
en excursies. Hier ligt een koppeling met het project
ontstaan steeds meer initiatieven en netwerken op voed-
‘Ambassadeurs van het landschap / landschapsarran-
selgebied. Veel regio’s kennen streekproductenlijnen en op veel plaatsen worden proeverijen georganiseerd. Door
gementen’ voor de hand. 3. Als de bewijslast is opgebouwd, kan niet alleen op
een breed aanbod aan smaakvolle, eerlijke en pure pro-
regionaal niveau maar ook landelijk aandacht wor-
ducten te ontwikkelen en dit goed te vermarkten, kunnen
den gegenereerd voor de Nationale Landschappen
de Nationale Landschappen zich beter profileren en hun
als gezonde, duurzame landschappen waar heerlijke
verdienpotentieel vergroten.
en eerlijke producten te verkrijgen zijn. Dit kan extra bezoek aan de Nationale Landschappen genereren en
Rol van Servicenet
de regionale economie ondersteunen.
Servicenet wil de Nationale Landschappen helpen zich op het gebied van gezond en lekker eten en drinken te on-
Partners
derscheiden. Servicenet wil de kennis hierover vergroten
Mogelijke partners zijn zuivelcoöperaties, bierbrouwe-
en de marketing van de Nationale Landschappen op dit
rijen, SCR, Albert Heijn, Slow Food Nederland, Stichting
vlak helpen verzorgen.
Streekeigen Producten Nederland, restaurants en regionale ‘convivia’.
23
3. Begroting en financiering Voor de werkzaamheden van Servicenet Nationale Landschappen in het jaar 2011 is een financiële bijdrage geleverd door de 15 deelnemende Nationale Landschappen en het Nationaal Groenfonds. Met deze bijdrage is een deel van de voorbereidings- en organisatiekosten gefinancierd. Een deel is eigen investering van de initiatiefnemers. Voor de komende jaren zullen nieuwe afspraken gemaakt moeten worden over de financiering van de werkzaamheden van Servicenet Nationale Landschappen. Hiervoor is een begroting opgesteld voor het basispakket van producten en diensten. Naast de reguliere organisatie- en netwerkactviteiten behoort ook het voorbereiden van de projecten en het opstellen van projectplannen tot het basispakket. Voor de financiering van de projectuitvoering zullen per project nadere afspraken met mogelijke financiers gemaakt worden.
24
Basispakket Activiteiten De tabel geeft een overzicht van de werkzaamheden en de bijhorende kosten voor uitvoering van het basispakket. Bij dat basispakket horen de activiteiten om Servicenet te kunnen ‘runnen’. Daaronder wordt begrepen het beleggen van de bestuursoverleggen, de strategiebepaling en afstemming met de Nationale Landschappen, het opstellen van een werkprogramma, de bedrijfsvoering en verantwoording, het organiseren van lobbytrajecten, actualiseren van de website en het organiseren van landelijke exposure. Bovendien zit in het basispakket advisering op maat en het werven van sponsoren voor de Nationale Landschappen. Deze activiteiten vormen de basis voor de samenwerking en de verbreding van het netwerk. Het gefinancierd krijgen van het basispakket is dan ook de voorwaarde voor het functioneren van Servicenet. Kosten en baten Met het uitvoeren van het basispakket is in 2012 een bedrag van € 260.000 gemoeid. In de begroting is dit bedrag uitgesplitst in verschillende posten. Servicenet zal diverse partijen benaderen om de dekking van dit bedrag begin 2012 gerealiseerd te krijgen (Rijk, IPO of de afzonderlijke provincies, maar ook private partners). Met het basispakket kan Servicenet de afzonderlijke gebieden veel werk uit handen nemen en ervoor zorgen dat extra geldstromen worden aangeboord en nieuwe verdienmodellen worden ontwikkeld. Deelnemen kan dus geld opleveren! Bovendien kunnen we met ‘advies op maat’ bemiddelen bij de oplossing van gebiedsspecifieke vraagstukken. Veel Nationale Landschappen hebben dat al ingezien en zich aangesloten. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de investeringen in samenwerking en verbreding leiden tot een meer duurzame economische basis voor de Nationale Landschappen, via Europese financiering, sponsoring en nieuwe verdienmodellen.
Begroting basispakket 2012
totaal
1. Organisatie en programmamanagement Bestuur (bestuursoverleggen, incl. voorbereiding en vacatieregeling)
€ 10.000,00
Programmabureau (afstemming, strategiebepaling, werkprogramma 2013)
€ 20.000,00
Bedrijfsvoering, administratie en verantwoording
€ 15.000,00 € 45.000,00
2. Samenwerking en kennisuitwisseling Relatiebeheer en kennisuitwisseling (extern netwerk, bestendigen organisatie)
€ 30.000,00
Website en nieuwsbrieven voor het netwerk
€ 10.000,00
Symposia en kennisdelers: organiseren landelijk netwerksymposium
€ 20.000,00
Projectvoorbereiding: Stad-landrelaties en Loket groenblauwe diensten
€ 20.000,00 € 80.000,00
3. Productontwikkeling en kwaliteitsborging Nieuwe verdienmodellen en financieringsconstructies (o.m. Landschaps-BV’s)
€ 20.000,00
Themabijeenkomsten en ontwerpateliers (nieuwe ruimtelijke modellen)
€ 20.000,00
Projectvoorbereiding: Brussel binnen handbereik en Energielandschappen
€ 20.000,00 € 60.000,00
4. Publicatie en marketing Marketingstrategie
€ 5.000,00
Persberichten, artikelen en presentaties
€ 10.000,00
Publiekswebsite (ontwikkeling en beheer)
€ 30.000,00
Nationale Landschapsdag (voorbereiding 2013)
€ 10.000,00
Projectvoorbereiding: Ambassadeurs/arrangementen en Proef het landschap
€ 20.000,00 € 75.000,00
Totaal
€ 260.000,00
25
Projecten Voorbereiding De projecten komen niet vanzelf van de grond. Daarvoor zal eerst geïnvesteerd moeten worden in gesprekken met potentiële publieke en private partners en in een aantal symposia en expertmeetings om stakeholders warm te krijgen voor de projecten en om de haalbaarheid verder te onderzoeken. Deze activiteiten vallen onder het ‘basispakket’. Uitvoering Per project zal een aparte begroting worden gemaakt van de uitvoeringskosten, op basis van een meer gedetailleerd projectplan en in nader overleg met mogelijke uitvoeringspartners. De feitelijke uitvoering is afhankelijk van de financieringsmogelijkheden. Dit zal per project verschillen en hier zullen per project nadere afspraken over gemaakt moeten worden. Het overzicht van projectideeën in dit bidbook is indicatief en flexibel. Niet alle projecten zullen (op korte termijn) haalbaar blijken. Mogelijk komen gaandeweg nieuwe projecten in beeld. De werkplanning zal hier tijdig op aangepast worden.
“Natuur en landschap krijgen het in Nederland behoorlijk voor de kiezen vanwege bezuinigingen en decentralisatie. Hier kunnen we van alles van vinden; het biedt in ieder geval ook ruimte voor nieuwe vormen van samenwerking tussen markt, overheid en maatschappelijke organisaties. Servicenet Nationale Landschappen is daar een mooi voorbeeld van. Wat mij betreft is de belangrijkste uitdaging natuur en landschap weer terug te brengen in de harten van de mensen.” Jaap Renkema, MT-lid Algemeen Ledenbelang, ANWB
“Mij spreken vooral de ondernemende agrariërs in het karakteristieke landschap aan. We moeten met elkaar de juiste keuzes maken zodat er meerwaarde kan ontstaan, door de goede omstandigheden te creëren voor agrariërs én voor het landschap.” Gerald Aveskamp, voorzitter van het platform Goed boeren in kleinschalig landschap (Noordoost Twente)
“De Nationale Landschappen zijn iconen met een enorme landschappelijke en economische waarde. Die twee waardes kunnen verbonden worden als de Nationale Landschappen samen nieuwe coalities kunnen mobiliseren. Coalities van partijen die, ieder vanuit hun eigen belang, willen investeren in een mooi en beleefbaar landschap. Daar willen we met Servicenet een bijdrage aan leveren.” Lennart Graaff, programmamanager Servicenet Nationale Landschappen
26