Toespraak van Commandant der Strijdkrachten, Generaal T.A. Middendorp, ter gelegenheid van de opening Academisch jaar op 29 augustus, te Breda. Let op: alleen gesproken woord geldt!
Excellenties, generaals, cadetten en adelborsten van de Nederlandse Defensie Academie, dames en heren, Vorig jaar verscheen in Amerika een prikkelend boek: ‘TOPGUN on Wall Street. Why the United States Military Should Run Corporate America’. Oftewel: waarom de Amerikaanse krijgsmacht het bedrijfsleven in Amerika zou moeten leiden. De auteur van dit boek is Jeffery Lay, voormalig marineofficier en jachtvlieger. Hij stapte ruim tien jaar geleden over van de krijgsmacht naar het bedrijfsleven. En daar deed hij een schokkende ervaring op. Hij maakte naar eigen zeggen kennis met de ´gewetenloosheid´ in de financiële wereld. De normen en standaarden van de krijgsmacht zouden hier veel goed kunnen doen, zo meende hij. De fatale graaicultuur zou dan niet zijn ontstaan, met als gevolg ook geen bankencrisis. Daarom schreef hij het boek. Dames en heren, waarom vertel ik u dit? Het boek van Jeffery Lay laat de meerwaarde van de krijgsmacht zien: Het boek toont het belang van de normen en waarden van de militair. Iets wat wij heel normaal vinden. Maar het “zijn” van militair is iets bijzonders. Wij militairen zijn de zwaardmacht van de overheid. Wij zijn de basisverzekering van de maatschappij. Wij zijn één van de weinige diensten die je niet kan uitbesteden. Want gelukkig is het in ons land zo geregeld dat niet iedereen met een Diemaco Colt mag rondlopen of in een bewapende F-16 mag vliegen. De krijgsmacht, en alleen de krijgsmacht, mag in ons land zware wapens ter hand nemen en geweld toepassen. Onze opdracht is ook heel helder vastgelegd in de Nederlandse Grondwet: Verdedig het Nederlands grondgebied, onze Nederlandse belangen en het grondgebied van onze bondgenoten. Draag bij aan de internationale rechtsorde en stabiliteit. En help politie, brandweer en steden, in Nederland en daarbuiten, als de nood aan de man is. Deze opdracht vereist dat de militair een teamspeler is die het algemeen belang van een missie boven het eigenbelang stelt, desnoods ten koste van zijn of haar leven. Deze opdracht vereist ook dat een militair er staat voor zijn of haar mensen, en ze nooit zal belazeren om er zelf beter van te worden.
1
En deze opdracht vereist dat militairen blindelings op elkaar moeten kunnen vertrouwen, want als de going gets tough’ kan dat tot het verlies van mensenlevens leiden. Voor sommigen klinkt dit misschien wat dramatisch en vergezocht. Maar dit is wel de militaire werkelijkheid. Een werkelijkheid waar het soms om leven of dood gaat, en waar alleen managen niet voldoende is. Een werkelijkheid waar het niet alleen gaat om het goed te doen, maar juist ook om de goede dingen te doen. En een werkelijkheid waar je niet alleen de kar moet kunnen duwen, maar ook de kar moet kunnen trekken. Dat, dames en heren, vergt leiderschap. Leiderschap betekent dat je moet inspireren, stimuleren en de mens centraal stelt. Ook als je zelf stuk zit. Daar moet de militair als leider het voortouw in durven en kunnen nemen. Je moet aanvoelen wat haalbaar is en risico’s durven nemen. Dat kunnen en durven leiden komt niet uit de lucht vallen. Dat vereist vorming: Fysieke vorming. Om onder extreme omstandigheden te kunnen opereren en leiding te geven aan je team. Wetenschappelijke vorming. Om leiding te kunnen geven in complexe situaties en in een innovatieve organisatie. En vooral ook persoonlijke vorming. Om niet op te geven als het tegen zit, om grenzen te kunnen verleggen en om moeilijke, ook vaak ethische dilemma’s, het hoofd te kunnen bieden. Deze vorming vindt voor een belangrijk deel plaats bij de Nederlandse Defensie Academie, hier in Breda en in Den Helder. Adelborsten en Cadetten, onderschat deze vorming niet. Het is de sleutel tot jullie succes. En het belang van vorming neemt alleen maar toe. Want onze krijgsmacht wordt meer dan ooit ingezet voor een veelheid aan missies. Missies die allemaal onvoorspelbaar zijn, omdat de wereld om ons heen onvoorspelbaar is. Toen ik als cadet Middendorp vierendertig jaar geleden de poorten van de KMA binnenwandelde, was de wereld nog overzichtelijk. Toen wist ik precies wie de vijand was. Toen wist ik waar ik voor oefende; de vijand uit het Oosten tegenhouden. Toen was gedetailleerd geregeld wat te doen als de tegenstander aan zou vallen. Dat was in een tijd van lange haren, de dienstplicht en de demonstraties tegen kernwapens. Dat was ook een tijd vol angst voor een allesverwoestende Derde Wereldoorlog en een tijd die nu paradoxaal
2
gekenschetst wordt als ‘The Long Peace’. Ik heb de dreiging zien veranderen, en meegewerkt aan de metamorfose die de krijgsmacht daarom moest ondergaan. Een metamorfose van een dienstplichtig naar een hoogwaardig beroepsleger; van klaar zijn voor één soort inzet in Europa naar continue inzet in een veelheid van missies wereldwijd; en een metamorfose waarbij de krijgsmachtdelen meer en meer, samen én internationaal, worden ingezet. Al die veranderingen hebben ons voorbereid op een wereld die onvoorspelbaar is geworden, en waar jullie als militaire leiders, straks deel van uitmaken. Jullie krijgen niet te maken met één duidelijke en zichtbare vijand, maar met een grote verscheidenheid aan actoren, belangen en dreigingen. In die wereld verdedigen we niet alleen onze landsgrenzen, maar vooral ook onze nationale belangen. Alleen dijken en grenzen bewaken is niet genoeg. We moeten de bedreigingen bij de bron aanpakken. Bedreigingen die variëren van illegale immigratie, en drugs- en mensenhandel, tot terrorisme, cyber-criminaliteit en piraterij. Ons land is nu eenmaal volledig afhankelijk van het buitenland. Willen we tegen die bedreigingen opgewassen zijn, dan moeten we wereldwijd en onder alle omstandigheden inzetbaar zijn. We moeten handelsroutes kunnen beschermen en bijdragen aan stabiliteit in instabiele regio’s. We moeten landen helpen om hun veiligheidsdiensten op te bouwen. En we moeten meer dan ooit kunnen samenwerken. Met elkaar, met andere partners en met andere nationaliteiten. Maar ook met civiele autoriteiten, zoals politie en brandweer. Op dit moment zet de krijgsmacht zich in 16 verschillende missies wereldwijd in voor ons land. Op dit moment beraadt de regering zich over een bijdrage aan de VN missie in Mali. As we speak voert de Tweede Kamer een debat over het conflict in Syrië. Eén derde deel van de krijgsmacht wordt dagelijks ingezet voor nationale taken. Dat, Adelborsten en Cadetten, is mijn – en straks ook jullie - dagelijkse werkelijkheid. Eén ding is zeker, iedere inzet is anders. Er is geen kookboek met standaardrecepten, er is geen ‘boekje pienter’ met alle antwoorden. Als jullie straks een opdracht krijgen hoor je WAT je moet doen, maar niet HOE. Dat moet je zelf in kunnen vullen. Uw commandant en ik zijn allebei commandant geweest in Uruzgan. Wij vertelden onze ondercommandanten welke effecten we wilden bereiken en waarom.
3
Wij gaven het WAT. Maar wij schreven niet voor HOE ze die effecten moesten bereiken. Dat gebeurde door de pelotons- en compagniescommandanten die de patrouilles en operaties uitvoerden. Zij moesten afhankelijk van de situaties die ze aantroffen de HOE-vraag invullen. Zij moesten gedoseerd kunnen opschalen. Zij moesten neveneffecten van hun handelen kunnen inschatten. Zij moesten de lucht- en vuursteun kunnen aansturen, de medische afvoer regelen en de bermbommen onschadelijk maken. Vaak met meerdere nationaliteiten in hun eenheid. Vaak onder het oog van de media. En altijd met de commanders intent voor ogen. Dat moet je wel kunnen. Hier bij de NLDA reiken wij jullie de instrumenten aan om de HOE-vraag te beantwoorden. We stellen hoge eisen aan onze militaire leiders. Ik heb officieren nodig die zowel leider, krijger als diplomaat kunnen zijn. Ik heb officieren nodig met creatief vermogen academische denkniveau, cultural awareness, sociale vaardigheden en het bestuurlijk en operationeel lef om de huidige complexiteit aan te kunnen. Want u moet straks in staat zijn om uw eenheid te leiden in gevechtsoperaties, vredesoperaties of humanitaire operaties. U moet in staat zijn om gekaapte schepen te bevrijden van piraten in de Golf van Aden. U moet in staat zijn om in een Afrikaans land militairen of agenten op te leiden, en militaire leiders te adviseren over de opbouw van hun krijgsmacht of politie. Geloof me, als jullie straks bij een operationele eenheid worden geplaatst zijn jullie daarvoor goed uitgerust. Dat is mijn ervaring. Jullie zijn straks in staat om deze belangrijke taak te vervullen. Ik zie dat dagelijks in alle missies bij jullie voorgangers. Wij hebben een geweldige generatie jonge leiders rondlopen die mij veel vertrouwen geeft in onze toekomst. Leiders die je om een boodschap kunt sturen, en die mij met trots vervullen. Zij kunnen dingen waar ik alleen maar van kon dromen toen ik pelotonscommandant was. Zij weten dat hoe beter je de lokale complexiteit begrijpt, hoe beter je situationeel leiding kunt geven. Ik zal jullie een voorbeeld geven. Drie maanden geleden sprak ik in de VS een zaal toe met 1.300 Amerikaanse kapiteins en majoors.
4
Mijn boodschap was dat wij als militair leiders meer moeten kunnen zijn dan alleen warriors. Dat wij uiteraard moeten vechten en winnen waar nodig, maar dat het vooral gaat om het creëren van situaties die toekomst hebben. We moeten oplossingen vinden die duurzaam zijn. Dat vereist dat je dieper doordenkt over vragen als: “Waarom krijgt de Taliban voet aan de grond in een Afghaanse regio?” “Wat zijn de oorzaken van de spanningen”. “Hoe lopen de lijntjes in dit dorp, wat zijn de familierelaties, wie heeft de informele macht?” Het is goed om zulke vragen te stellen en de antwoorden te hebben voordat je ingrijpt. Hoe beter je het probleem doorgrondt, hoe meer je kunt bereiken. In de VS gebruikte ik ter illustratie het voorbeeld van Chora. In dat district in Uruzgan hebben we heel intensief gevochten. Het was voor Nederland de grootste gevechtsoperatie sinds decennia. De gevechten hebben we gewonnen… Maar het winnen van de slag bood geen garantie voor het veiliger maken van het gebied. Het probleem werd pas opgelost toen we achter de dieperliggende oorzaak van de spanningen kwamen: water. De verdeling van schaars water was de bron van vele lokale spanningen. En het bood de Taliban de gelegenheid voet aan de grond te krijgen. Ons Provinciaal Reconstructie Team en de deskundigen van Buitenlandse Zaken bemiddelden in een oplossing. Anderhalf jaar later kon ik, met minimale bescherming, samen met onze huidige koning door de hoofdstraat van Chora wandelen. Zo stabiel was de situatie daar geworden! Dames en heren, dáár draait het om. We moeten meer zijn dan alleen warriors. De Amerikanen in de zaal begrepen dat. Ook zij hadden het in de praktijk leren begrijpen. The hard way. ´You hit the nail on the head sir´, was hun reactie. Winnen zonder strijd, de Chinese filosoof Sun Tzu schreef het 2500 jaar geleden al. Zijn boek The Art of War, de kunst van het oorlogvoeren, heeft mij altijd geïntrigeerd en ik kan het iedereen aanraden. Het boek laat zien dat ons werk om meer gaat dan het uitvoeren van handboeken en doctrines. Maar ik wil het niet mooier maken dan het is.
5
Het wordt geen walk in the park. Jullie komen allemaal voor duivelse dilemma´s te staan. Want het is niet altijd een keuze tussen goed of fout. En het effect van jouw keuze is niet altijd voorspelbaar. Je hebt ook niet altijd de tijd om daar langdurig over na te denken. En soms moet je kiezen tussen kwaad of erger. In zo’n geval moet je op jezelf willen én kunnen vertrouwen. Dicht bij jezelf blijven om een goede beslissing te nemen. En durven te vertrouwen op jouw ethische kompas dat je hier in de opleiding kunt ontwikkelen. Een klassiek voorbeeld van een ethisch dilemma is een bekende scène uit de BBC-documentaire Bravo-two-Zero. Het is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, ik zal het u zo tonen. Acht Britse commando’s, van de Special Air Service, zitten in 1991 in een afgelegen deel van de woestijn in Irak. Hun opdracht is om de locaties van Scudraketten van Saddam Hoessein te verkennen. Midden in de nacht, aan de vooravond van operatie Desert Storm, worden de commando’s op locatie afgezet. Maar al snel komen ze erachter dat het er wemelt van de Iraakse militairen. Ze kunnen geen kant op. De Britse commando’s kruipen daarom in een greppel van zo’n twee meter diep en besluiten te wachten. Na een tijdje horen ze plotseling het geluid van een paar bellen. Een kudde geiten komt voorbij die gehoed wordt door een jongetje van een jaar of acht. In spanning wachten ze af. Komt het jongetje dichterbij? Als hij hun ziet, gaat hij ze misschien verraden. Dat betekent mogelijk het einde van hun leven, én van de missie. Wat gaan ze doen? Brengen ze het kind om het leven om een militair doel te bereiken? Neerschieten met een wapen met een geluiddemper is een optie, maar wel een hele zware. Zou dat een oorlogsmisdrijf opleveren? De meningen kunnen aardig verschillen. Ik laat u zien wat de Britse commando’s deden. Dames en heren, zoals u zag, lieten de Britse commando’s het jongetje leven.
6
Eén van hen probeerde het jochie te paaien met chocolade om hem voor korte tijd te gijzelen. Dat werkte niet. Het jongetje rent weg… En wat deed hij vervolgens? Hij rende meteen naar de dichtstbijzijnde commandopost, om de Iraakse militairen te vertellen over die vreemde mannen in de kuil. Zo werden de Britse militairen gesnapt. In een dagenlang durende achtervolging wist er één te ontsnappen naar Syrië. Vijf andere militairen werden gedood. Twee werden in krijgsgevangenschap gemarteld. Dat was de prijs die de militairen betaalden voor hun afweging. Dit, is een duivels dilemma. Je kan niet zeggen dat ze de volgende keer niet zo moeten reageren, want iedere situatie is anders. Dit voorbeeld maakt wel duidelijk hoe moeilijk beslissingen soms kunnen zijn. En dat je in zo’n geval zelf een ethische afweging moet maken. Dames en heren, ethische dilemma’s kunnen overal en altijd voorkomen. Ook tijdens zogenaamd rustige vredesmissies. Neem onze militairen van de marechaussee, die in Zuid-Soedan voor een VN-missie assisteren bij het ontwikkelen van een eigen goed werkende politie. Ik was er vorige week nog op bezoek. Deze militairen hebben de opdracht zich niet te bemoeien met lokale aangelegenheden. Maar op een dag kwam een vrouwelijke opperwachtmeester bij de politiepost. Zij trof in een cel mannen en vrouwen aan, waaronder een moeder met een pasgeboren kind. In dezelfde cel zat ook de vermoedelijke verkrachter van de moeder. In Soedan was het namelijk gebruikelijk om het bewijs van één zaak bij elkaar te houden. Dus mensen die bij één zaak betrokken zijn worden in dezelfde cel gezet. Maar de moeder was opgesloten zonder procedure, en zonder juridische bijstand. Ook was er geen deken, geen muskietennet en geen eten voor de baby. Daar werd niet in voorzien, want in Soedan is het gebruikelijk dat de familie daar voor zorgt. Maar wat doe je als de familie op twee dagen loopafstand woont? In dit geval kwam de familie daarom niet opdagen. Het raakte de opperwachtmeester van de marechaussee.
7
Haar verhaal staat kort beschreven in het boek NL ARMS. U krijgt straks allemaal een exemplaar. Dit is wat de opperwachtmeester zei, en ik citeer nu uit het interview dat zij had met Michelle Schut die momenteel promoveert op dit onderwerp: “Van binnen kook je, maar van buiten reageer ik heel neutraal”. “Daar heb ik wel slapeloze nachten van.” “Je denkt verdorie, dat kan toch niet.” Dames en heren, de militair wist dat als zij actie ondernam dit op gespannen voet zou staan met de militaire opdracht en haar mandaat. Zij mocht zich niet bemoeien met de lokale aangelegenheden. Maar moet je dan als mens lijdzaam toekijken? Het zijn keuzes waar iedere militair voor kan komen te staan. En als dat gebeurt, moet je zelf een afweging kunnen maken. Je moet op jezelf willen, en kunnen vertrouwen. Dicht bij jezelf blijven om een goede beslissing te maken. De opperwachtmeester ging de dialoog met de Soedanese politie aan. Ze vroeg hoe het kan dat mannen en vrouwen in één cel zitten. Ook probeerde ze het terug te koppelen naar hun eigen cultuur. “Jullie zijn moslim, jullie bidden toch ook apart?”, vroeg ze hen. “Waarom dan wel mannen en vrouwen in één cel zetten?”. Tot slot klopte de militair aan bij de VN. Een juridisch adviseur heeft er toen werk van gemaakt. Uiteindelijk werd de Soedanese vrouw vrijgelaten. Twee jaar later kwam de opperwachtmeester nog eens terug bij de politiepost tijdens haar tweede uitzending. Enthousiast werd ze door de Soedanezen meegenomen. Ze lieten haar zien dat ze cellen erbij hadden gebouwd. Er was nu een aparte cel voor mannen, vrouwen, kinderen én beesten. Zo kan het dus ook. Wat iedereen moet beseffen is dat een situatie soms niet vastligt in voorschriften, in handboeken of eerdere ervaringen.
8
In dat geval moet je vertrouwen op het morele besef. Wat voelt goed? Wat vind ik op dat moment het belangrijkste? En wat kan ik verantwoorden? De opperwachtmeester vertrouwde op haar morele besef. Zij bleef dicht bij zichzelf en handelde naar eer en geweten. Maar zij bleef ook het lokale perspectief en haar mandaat voor ogen houden. Adelborsten en Cadetten, dat is het wezen van ons beroep, dat is de balans die wij moeten vinden tussen dienen en leiden. Je moet goed kunnen dienen om goed te kunnen leiden. De basis daarvoor leggen jullie zelf, hier op de NLDA. De basis zit in die unieke combinatie van fysieke, persoonlijke én wetenschappelijke vorming. Vorming die nergens anders in Nederland te vinden is. Vorming die jullie gaat helpen om met de krijgsmacht een verschil te maken, een verschil dat niemand anders kan maken. Jullie gaan iets met je leven doen, dat om meer gaat dan alleen geld verdienen. Dat is wat Jeffery Lay bedoelde toen hij zijn boek schreef! Jullie gaan bijdragen aan onze vrijheid, veiligheid en welvaart. Ik ben daarom trots op jullie en met de keuze die jullie hebben gemaakt; Jonge mensen met een rotsvast geloof en motivatie om voor onze samenleving een verschil te maken. Proficiat! Beschouw de tijd hier als een investering in je toekomst. Zorg dat je er het maximale uithaalt en ja, je mag er ook van genieten! En niet alleen van je studie, Breda is een fantastische stad. Maar denk eraan. ook zelfdiscipline is een groot goed. Dank u voor uw aandacht. -0-0-0-
9